zullen daarvoor de leidraad vormen. Tolheffingen zullen dus niet langer gebaseerd zijn op de huidige euronormen. Aanvankelijk zal de regeling alleen gelden voor de zwaarste vrachtwagens, maar ze kan geleidelijk aan worden uitgebreid tot andere soorten zware bedrijfsvoertuigen en regelmatig aan de technologische vooruitgang worden aangepast. Om de verkoop van zogenoemde “best‑in‑class”-voertuigen te stimuleren, kunnen de lidstaten emissievrije voertuigen een voorkeursbehandeling geven. In de teksten die nu ter discussie liggen, is sprake van kortingen voor deze zero emissievoertuigen die kunnen oplopen van 50% tot 75% van de infrastructuurkost voor een dieselvoertuig. De lidstaten kunnen de huidige variabele heffingen op basis van de euronormen blijven hanteren voor het bestaande wagenpark. Voor nieuwe voertuigen zullen ze daarentegen verlaagde heffingen op basis van de CO2-emissies moeten aanrekenen.
Verlenging ADR-certificaten loopt eind februari af Op basis van het multilateraal akkoord M330 was er een verlenging voor de vervallen ADR-certificaten voorzien die door corona niet tijdig konden hernieuwd worden.
Oormerking opbrengsten
De regels zullen de lidstaten in staat stellen hogere toeslagen tot 50% toe te passen op de infrastructuurheffing op specifieke sterk overbelaste trajecten, indien alle betrokken lidstaten daarmee instemmen.
Huidige regels in de EU Wegenheffingen zijn een nationale bevoegdheid en de lidstaten kunnen zelf kiezen of ze er op hun grondgebied invoeren. Maar als ze er invoeren, moeten ze zich wel houden aan de gemeenschappelijke regels van de Eurovignetrichtlijn. Doel is ervoor te zorgen dat de heffingen het internationaal verkeer niet discrimineren of leiden tot een verstoring van de concurrentie tussen vervoerders. De huidige EU‑regels voor wegenheffingen gaan over op afstand gebaseerde tolgelden en tijd gerelateerde gebruiksrechten (vignetten) die vrachtwagens moeten betalen als ze bepaalde infrastructuur gebruiken. Het is de bedoeling dat de kosten voor de aanleg, exploitatie en ontwikkeling van infrastructuur worden gedekt met de tolheffingen en vignetten die de weggebruikers betalen. De heffingen kunnen worden aangevuld met zogenoemde externe kostenheffingen die het wegvervoer minder vervuilend moeten maken. De lidstaten kunnen de infrastructuurheffingen ook laten afhangen van filevorming.
freija@tlv.be Certificaten worden vernieuwd als de chauffeur en/of veiligheidsadviseur vóór 1 maart 2021 opleiding volgen en met succes het examen afleggen en mits het oorspronkelijke certificaat verviel in de periode tussen 1 maart 2020 en 1 februari 2021. Zorg dat je tijdig in orde bent! Volgende landen ondertekenden het akkoord rond verlenging: België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, San Marino, Servië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije, VK, Zweden, Zwitserland. Enkel in deze landen kan een beroep worden gedaan op de verlenging.
België ondertekent niet Ondertussen zijn er twee nieuwe multilaterale akkoorden M333 en M334, die de ADR-certificaten van respectievelijk de vrachtwagenchauffeurs en veiligheidsadviseurs verder verlengen, maar België gaat die niet ondertekenen! De verlenging in deze nieuwe akkoorden geldt voor certificaten vervallen in de periode 1 maart 2020 tot 1 september 2021. Wie voor 1 oktober 2021 opleiding volgt en slaagt voor het examen, krijgt een verlenging van het certificaat. De nieuwe geldigheidsdatum vangt aan op de oorspronkelijke vervaldatum van het certificaat. M333 werd voorlopig slechts door volgende landen ondertekend: Duitsland, Griekenland, Tsjechië, San Marino, Ierland, Slowakije, Noorwegen en Zweden. M334 werd voorlopig door volgende landen ondertekend: Duitsland, Griekenland, Tsjechië, Ierland, Slowakije, Noorwegen en Zweden.
7 business
De belangrijkste principes om te bepalen welke bestemming de inkomsten uit wegenheffingen krijgen, blijven ongewijzigd. In het algemeen is het de bedoeling dat de lidstaten de inkomsten uit infrastructuur- en externe kostenheffingen toewijzen aan projecten in de vervoerssector. In het bijzonder moeten de opbrengsten gaan naar de ondersteuning van het Trans‑Europese wegennetwerk. Maar de lidstaten zijn daartoe echter niet verplicht. De opbrengsten van toeslagen moeten wel verplicht voor vervoer gerelateerde doeleinden worden gebruikt.