GEBRUIKSHANDLEIDING F106.7 / F106.7A / F156.7 / F156.7A Machine in bedrijf nemen Inbedrijfname dagelijks Voor de dagelijkse inbedrijfname de werkzaamheden van het onderhoudsschema “T” uitvoeren. Zie ook “Inspectie-en onderhoudsschema's”.
De motor starten De motor uitsluitend starten terwijl u op de bestuurderstoel zit.
Alvorens de motor te starten, controleren of alle bedieningselementen in de neutrale stand staan en of de parkeerrem niet losgezet is (op het display letten). De motor niet in afgesloten ruimtes laten draaien. Ervoor zorgen dat er voldoende ventilatie aanwezig is.
48
40001409.00-nl
Voordat de tractor gestart wordt, dienen de volgende punten gecontroleerd te worden. Zie ook “Onderhoudsschema T” en het hoofdstuk “Inspectie en onderhoud“. 1. Het oliepeil in de motorkrukkast en de transmissie controleren. 2. De koelwaterstand (in de winter antivriesmiddel) controleren. 3. Het vloeistofpeil in de accu's controleren (indien deze niet onderhoudsvrij zijn) 4. Het brandstofsysteem, het koelsysteem en op lekken van motorolie controleren. 5. V-snaar van de wisselstroomdynamo controleren. 6. Controleren of de banden de juiste luchtdruk hebben (zie hoofdstuk “Bandenspanning toegestane banden“).