
29 minute read
Foutcodes
Foutcodes
Voor het oproepen van de actieve en opgeslagen fouten, de Annulerings-/Escape-toets indrukken en de omhoog-toets (A en C, Afb. 1) >2 seconden ingedrukt houden.
40001319.00-nl
Diagnose-scherm
1 ROOD = actuele kritieke waarschuwing 2 GEEL = actuele niet-kritieke waarschuwing 3 WIT = voor de werking niet-relevante fout 4 Foutgeheugen/Memory
Afb. 1 Het Fouten-scherm (Afb. 2) wordt weergegeven.
Fouten-scherm
Direct vanuit het hoofdscherm worden door bediening van de toets “ESC” de actuele actieve fouten getoond. De “rode fouten” hebben voorrang op de “gele fouten” en worden daarom altijd als eerste getoond. Rode, gele en witte fouten worden, voor zover deze niet meer actief zijn, in het foutgeheugen opgeslagen.
Rode waarschuwing
• Bij de rode actieve velden klinkt de waarschuwingstoon ononderbroken. • De bestuurder kan deze melding bevestigen door op de Invoer-/Enter-toets te drukken. • Na het bevestigen op het hoofdscherm verandert de aanhoudende toon in een intermitterend signaal en verschijnt nog een waarschuwing (b.v. STOP MOTOR) in het display. • Het rode hoofdwaarschuwingslampje licht op.
De fout blijft in de actieve lijst tot hij in de volgende status overschreven wordt (d.w.z. de fout bestaat niet langer).
Afb. 2
Gele waarschuwing
• Bij een gele fout klinkt de waarschuwingstoon iedere 2 seconden. • De bestuurder kan deze melding bevestigen door op de Invoer-/Enter-toets te drukken • De foutmelding verdwijnt van het scherm. • De waarschuwingstoon wordt uitgeschakeld. • Het gele hoofdwaarschuwingslampje licht op. • De fout blijft in de actieve lijst tot hij in de volgende status overschreven wordt (d.w.z. de fout bestaat niet langer).
Indeling van foutcodes
1 1000-1999 Voertuigfouten 2 2000-2999 niet toegewezen 3 3000-3999 Motorfouten 4 4000-4999 Transmissiefouten 5 5000-5999 Vierwielbesturing 9 9000-9999 Interne AIC fouten
Voertuigfoutcodes
40001342.00-nl
Code Betekenis mogelijke oplossing
1311 geel Motorluchtfilter verstopt Filter vervangen 1312 geel Temperatuur hydraulische olie boven normale waarde Voertuigbedrijf instellen Motor met actueel stationair toerental laten 1313 rood Te hoge temperatuur hydraulische olie draaien (800-1100 toeren/min) 1314 geel Temperatuur transmissieolie boven normale waarde Remsysteem controleren Koelribben controleren op vreemde voorwerpen 1315 rood Transmissieolietemperatuur te hoog
1316 rood Te lage remdruk Voertuigbedrijf instellen Motor met actueel stationair toerental laten draaien (800-1100 toeren/min) Druk remsysteem controleren Remsysteem controleren op lekken
1317 rood Lage stuurdruk Voertuigbedrijf instellen Motor met actueel stationair toerental laten draaien (800-1100 toeren/min) Stuurinrichting controleren op correcte werking Stuurinrichting controleren op lekken
1318 geel Temperatuur koelmiddel boven normale waarde
1319 rood Koelmiddeltemperatuur te hoog - kritieke waarde Voertuigbedrijf instellen Motor met actueel stationair toerental laten draaien (800-1100 toeren/min) Werking ventilator controleren Koelribben controleren op vreemde voorwerpen
1320 rood Lage motoroliedruk
Voertuigbedrijf instellen Motoroliepeil controleren Oliedruksensor controleren 1321 geel Motoroliedruk onder normale waarde Controleren of de motorolie van de juiste soort is 1322 geel Motoroliedruk boven normale waarde Oliedruksensor controleren 1323 geel Accuspanning te laag Laadsysteem controleren 1324 geel Accuspanning te hoog
1325 rood Olietemperatuur te hoog Voertuigbedrijf instellen Motor met actueel stationair toerental laten draaien (800-1100 toeren/min) Voeler controleren
1331 rood Systeemspanning van het laadsysteem te laag - kritieke waarde Voertuigbedrijf instellen Laadsysteem controleren
1332 rood Water in de brandstof Rijmodus instellen Brandstoffilter vervangen
Code Betekenis mogelijke oplossing
1333 rood Te hoog motortoerental Motortoerental controleren 1334 rood Temperatuur inlaatverdeelstuk te hoog - kritieke waarde Controleren of er schade of verstopping na de koeler is
1335 rood Te lage remdruk
Voertuigbedrijf instellen Motor met actueel stationair toerental laten draaien (800-1100 toeren/min) Druk remsysteem controleren Remsysteem controleren op lekken 1341 geel Noodsturing te laag Noodsturing controleren 1342 rood Stuurdruk-sensor open circuit Circuit hydraulische olie controleren 1343 geel Noodsturing stuurdruk-sensor open circuit Sensor controleren
1349 rood Parkeerrem defect - Kortsluiting naar massa bij relais parkeerrem (parkeerrem logica = 0 maar S16.1 is gesloten)
1350 rood
Parkeerrem defect - open circuit op S16.1 (parkeerrem logica = 1 maar S16.1 is open) 1351 geel Zwenkarmarretering en sleutelschakelaar defect Relais parkeerrem controleren Schakelaar S16.1 controleren
Ingangen controleren
1352 rood Invoer van de parkeerremschakelaar is niet goed - Aan-uit-status omgewisseld Bedrading controleren Schakelaar parkeerrem controleren
Motorfouten
Code Betekenis mogelijke oplossing
3000 wit Onbekende DTC +FMI Geen actie vereist
40001343.00-nl
3000 geel Onbekende DTC +FMI De aanwijzingen in het display volgen, CNHservice op de hoogte stellen 3000 rood Onbekende DTC +FMI Motor afzetten, de aanwijzingen in het display volgen, CNH-service op de hoogte stellen
3001 rood Gaspedaalsensor - Signaal niet plausibel Stationairschakelaar defect of kabel stationairschakelaar gebroken of gaspedaal defect. Bedrading controleren, stationairschakelaar of gaspedaal vervangen.
3002 rood Gaspedaalsensor - Signaal boven bovenste tolerantie Kortsluiting in bedrading of in gaspedaal. Bedrading controleren of gaspedaal vervangen.
3003 rood Gaspedaalsensor - Signaal onder onderste tolerantie.
Kortsluiting in bedrading of in gaspedaal. Bedrading controleren of gaspedaal vervangen. 3004 rood Gaspedaalsensor - geen signaal Bedrading controleren of gaspedaal vervangen. 3006 geel Koelmiddeltemperatuursensor - Signaal niet plausibel Zie plausibiliteitstest voor olietemperatuurvoeler (fout 3033)
3007 geel Koelmiddeltemperatuursensor - Signaal boven bovenste tolerantie. Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3008 geel Koelmiddeltemperatuursensor - Signaal onder onderste tolerantie.
3009 geel Signaal van Koelmiddeltemperatuursensor nul (via CAN) Geen CAN-plausibiliteitstest uitgevoerd, systeem opnieuw starten, als de storing opnieuw optreedt. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3010 geel Aanzuigluchttemperatuursensor - Signaal boven bovenste tolerantiegrens Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3011 geel Aanzuigluchttemperatuursensor - Signaal onder de onderste tolerantie. Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3012 geel Aanzuigluchttemperatuursensor - geen signaal via CAN
Geen CAN-plausibiliteitstest uitgevoerd, systeem opnieuw starten, als de storing opnieuw optreedt. Bedrading controleren of voeler vervangen. 3013 geel Hoofdrelais 1 (hogedrukpomp) kortsluiting naar de accu (+). Hoofdrelais en bedrading controleren
3014 geel
3015 geel Voorgloeisysteem/ accuhoofdschakelaarrelais - Kortsluiting naar de massa Relais en bedrading controleren
Brandstoftemperatuursensor - Signaal boven bovenste tolerantie. Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3016 geel Brandstoftemperatuursensor - Signaal onder onderste tolerantie. Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
Code Betekenis mogelijke oplossing
3019 geel Laaddruksensor - Signaal boven bovenste tolerantie. Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3021 geel Signaal van laaddruksensor nul (via CAN) Geen CAN-plausibiliteitstest uitgevoerd, systeem opnieuw starten, als de storing opnieuw optreedt. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3022 geel Laaddruksensor - Signaal niet plausibel
3023 geel Omgevingsdruksensor - Signaal niet plausibel 3024 geel Omgevingsdruksensor - Signaal boven bovenste tolerantie 3025 geel Omgevingsdruksensor - Signaal onder onderste tolerantie Verschil tussen omgevings- en laaddruk ligt buiten de tolerantie. Bedrading controleren of voeler vervangen.
Omgevingsdrukopnemer in de ECU defect. ECU vervangen (zonder gebruik op grote hoogte en bij turbocompressor zonder turbine met variabele geometrie niet noodzakelijk).
3028 geel Oliedruksensor - Druk te laag
3029 geel Kortsluiting tussen oliedruksensor en accu Oliedrukzender niet nauwkeurig of defect (b.v. oliepeil te laag, lekken) in de olietoevoer. Controleren of de oliedrukzender en de olietoevoer goed werken. Oliedruksensor defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3030 geel Kortsluiting tussen oliedruksensor en massa
Oliedruksensor defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen. 3031 geel Oliedruksensor ADC-omzetfout Oliedrukzender vervangen.
3032 geel Oliedruksensor - Druk te hoog Oliedrukzender niet nauwkeurig of defect (b.v. verstopte leiding) in de olietoevoer. Controleren of de oliedrukzender en de olietoevoer goed werken.
3033 geel Olietemperatuursensor - Signaal niet plausibel
3034 geel Olietemperatuursensor - Signaal boven bovenste tolerantie.
3035 geel Olietemperatuursensor - Signaal onder onderste tolerantie. Onnauwkeurige olie- of koelmiddeltemperatuurvoelers of ontoereikende olie- en koelmiddelstroom (laag koelmiddelpeil o.d.). Olie- en koelmiddeltemperatuurvoelers controleren op nauwkeurige werking en olietoevoer en koelmiddelsysteem controleren op correcte werking. Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen. Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
3036 geel Olietemperatuursensor - CANoverdracht verstoord
Geen CAN-plausibiliteitstest uitgevoerd, systeem opnieuw starten, als de storing opnieuw optreedt. Bedrading controleren of voeler vervangen. 3037 geel Laaddruksensor - Signaal te laag Voeler defect of kortsluiting naar externe bron. Bedrading controleren of voeler vervangen.
Code Betekenis mogelijke oplossing
3043 geel Omzetfout op snelheidsensor Snelheidsensor vervangen
3046 geel Snelheidsensor - Signaal niet plausibel Snelheidsensor vervangen
3047 geel Relais hogedrukpomp - Kortsluiting aan accu (+) Bedrading controleren 3048 geel Relais hogedrukpomp - Kortsluiting aan massa Bedrading controleren
3051 geel Accuspanning naar ECM te hoog
3052 geel Accuspanning naar ECM te laag Spanningsregelaar wisselstroomdynamo defect. Spanningsregelaar of wisselstroomdynamo vervangen. Accu defect, wisselstroomdynamo defect, storing in de bedrading (te hoge weerstand) of ECU defect. Optreden bij koude start is waarschijnlijk. Accu of wisselstroomdynamo vervangen. ECU en bedrading controleren.
3059 geel ECM naloop werd onderbroken Bij de volgende uitschakeling via de contact/startschakelaar, 30 sec. uitschakeltijd in acht nemen.
3060 geel Cilinder 1: Niet-geclassificeerde fout bij injector
3061 geel Cilinder 1:kortsluiting in injectiekabel naar accu aan lagedrukzijde Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen
Kortsluiting in bedrading naar externe bron. Bedrading controleren of injector vervangen
3062 geel Cilinder 1: Signaal te laag Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen 3063 geel Cilinder 1: Kortsluiting tussen hogedrukzijde en massa
3064 geel Cilinder 5: Niet-geclassificeerde fout bij injector
3065 geel Cilinder 5: Kortsluiting in injectiekabel aan lagedrukzijde naar accu Spoel van injector defect. Bedrading controleren en injector vervangen Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen
Kortsluiting in bedrading naar externe bron. Bedrading controleren of injector vervangen.
3066 geel Cilinder 5: Signaal te laag Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen 3067 geel Cilinder 5: Kortsluiting tussen hogedrukzijde en massa
3068 geel Cilinder 3: Niet-geclassificeerde fout bij injector
3069 geel Cilinder 3: Kortsluiting in injectiekabel aan lagedrukzijde naar accu Kortsluiting in bedrading naar externe bron. Bedrading controleren of injector vervangen
Spoel van injector defect. Bedrading controleren en injector vervangen Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen
Code Betekenis mogelijke oplossing
3070 geel Cilinder 3: Signaal te laag Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen 3071 geel Cilinder 3: Kortsluiting tussen hogedrukzijde en massa
3072 geel Cilinder 6: Niet-geclassificeerde fout bij injector
3073 geel Cilinder 6: Kortsluiting in injectiekabel aan lagedrukzijde naar accu Spoel van injector defect. Bedrading controleren en injector vervangen Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen
Kortsluiting in bedrading naar externe bron. Bedrading controleren of injector vervangen.
3074 geel Cilinder 6: Signaal te laag Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen 3075 geel Cilinder 6: Kortsluiting tussen hogedrukzijde en massa
3076 geel Cilinder 2: Niet-geclassificeerde fout bij injector
3077 geel Cilinder 2: Kortsluiting in injectiekabel aan lagedrukzijde naar accu Spoel van injector defect. Bedrading controleren en injector vervangen Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen
Kortsluiting in bedrading naar externe bron. Bedrading controleren of injector vervangen
3078 geel Cilinder 2: Signaal te laag Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen. 3079 geel Cilinder 2: Kortsluiting tussen hogedrukzijde en massa
3080 geel Cilinder 4: Niet-geclassificeerde fout bij injector Spoel van injector defect. Bedrading controleren en injector vervangen Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen
3081 geel Cilinder 4: Kortsluiting in injectiekabel aan lagedrukzijde naar accu Kortsluiting in bedrading naar externe bron. Bedrading controleren of injector vervangen
3082 geel Cilinder 4: Signaal te laag Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen. 3083 geel Cilinder 4: Kortsluiting tussen hogedrukzijde en massa Spoel van injector defect. Bedrading controleren en injector vervangen
3088 geel Krukassensor zonder synchronisatie
Signaalonderbreking op grond van bedradingsfout, krukastoerentalsensor defect of verkeerd gemonteerd. Bedrading en montage en werking van de sensor controleren (ruwe signalen analyseren) 3089 geel Defecte krukastoerentalsensor Bedrading en montage en werking van de sensor controleren (ruwe signalen analyseren).
3090 geel Nokkenassensor zonder fase Signaalonderbreking op grond van bedradingsfout, nokkenassensor defect of verkeerd gemonteerd. Bedrading en montage en werking van de voeler controleren (ruwe signalen analyseren)
Code Betekenis mogelijke oplossing
3091 geel Nokkenassensor - Fout bij fasensynchronisatie Bedrading en montage en werking van de voeler controleren (ruwe signalen analyseren)
3092 geel Misaanpassing tussen nokkenas en krukas - niet plausibel
3093 geel Misaanpassing tussen nokkenas en krukas - buiten de grenzen Signaalonderbreking op grond van bedradingsfout, nokkenasvoeler of krukastoerentalsensor defect of verkeerd gemonteerd. Bedrading en montage en werking van de voeler en de sensor controleren (ruwe signalen analyseren) Signaalonderbreking op grond van bedradingsfout, nokkenasvoeler of krukastoerentalsensor defect of verkeerd gemonteerd. Bedrading en montage en werking van de voeler en de sensor controleren (ruwe signalen analyseren)
3095 geel Bedrijf alleen met nokkenassensor
3102 rood Druksensor CP3 - Signaal onder de onderste tolerantie. Bedrading en montage en werking van de krukastoerentalsensor controleren (ruwe signalen analyseren) Kortsluiting in bedrading naar de massa of druksensor defect. Bedrading en correcte werking van de druksensor van de drukaccumulator controleren
3104 rood Drukbegrenzingsklep geopend
3105 rood Drukgolf voor drukbegrenzingsklep opgevraagd
3106 rood Drukbegrenzingsklep van de injectieleiding hing bij een drukpiek niet open.
3107 geel Kortsluiting tussen uitgang van de meeteenheid (brandstofdosering) en de accu
3108 geel Meeteenheid (brandstofdosering) kortsluiting naar massa
3110 rood Accumulatordruksensor - Signaal bewaking misaanpassing boven de bovenste tolerantie.
3111 rood Accumulatordruksensor - Signaal bewaking misaanpassing onder de onderste tolerantie. Drukbegrenzingsklep defect, storing op ander injectiecomponent. Drukbegrenzingsklep controleren op plausibele waarden, correcte werking van de componenten van het injectiesysteem controleren Drukbegrenzingsklep gaat niet open, zodra de drukgrens bereikt is: Mechanische storing of verkeerde toepassingsparameters. Toepassingswaarde van de maximumdruk van de drukaccumulator controleren, functie van de drukbegrenzingsklep controleren Veiligheidsklep opent zelfs na drukgolf niet: Drukbegrenzingsklep klemt of verkeerde toepassingsparameters. Toepassingswaarde van de maximale accumulatordruk controleren, functie van de drukbegrenzingsklep controleren Kortsluiting tussen bedrading en externe bron of in het relais. Bedrading controleren of in het relais vervangen. Bedrading controleren
Accumulatordrukopnemer onnauwkeurig. Bedrading en correcte werking van de drukopnemer van de drukaccumulator controleren, opnemer vervangen Accumulatordrukopnemer onnauwkeurig. Bedrading en correcte werking van de drukopnemer van de drukaccumulator controleren, opnemer vervangen
Code Betekenis mogelijke oplossing
3112 rood Druksensor CP3 - Signaal boven bovenste tolerantie. Kortsluiting in bedrading naar externe bron of drukopnemer defect, accumulatordrukpiek. Bedrading en correcte werking van de drukopnemer van de drukaccumulator controleren
3113 geel Hoofdrelais 1 (hogedrukpomp) kortsluiting naar de accu (+).
3114 geel Voorgloeisysteem/ accuhoofdschakelaarrelais - Kortsluiting naar de massa Kortsluiting tussen bedrading en externe bron of hoofdrelais defect. Bedrading tussen accu en ECU controleren of hoofdrelais vervangen Kortsluiting tussen hoofdrelais en massa bron of hoofdrelais defect. Bedrading tussen accu en ECU controleren of hoofdrelais vervangen
3118 geel ECM12-V-sensor voedingsspanning te hoog 3119 geel ECM12-V-sensor voedingsspanning te laag Omgevingsdrukopnemer in de ECU defect. ECU vervangen (zonder gebruik op grote hoogte en bij turbocompressor zonder turbine met variabele geometrie niet noodzakelijk)
3131 geel Voorgloeisysteem permanent ingeschakeld
Kortsluiting tussen voorgloeisysteem en massa. Schakelaar voorgloeisysteem controleren en vervangen 3137 geel Doseereenheid lastonderbreking Bedrading gebroken of niet aangesloten of relais defect. Bedrading controleren of relais vervangen
3138 geel Doseereenheid - Signaal niet plausibel Bedrading, ECU, vermogenstrap of doseereenheid defect. Bedrading, ECU, vermogenstrap en doseereenheid controleren.
3141 geel Instelwaarde voor brandstofstroom door doseereenheid ligt onder berekende grens
3147 geel Olietemperatuursensor - Signaal overschrijdt normaal bereik.
3154 geel Kortsluiting tussen relais voorgloeisysteem en accu
3155 geel Kortsluiting tussen relais voorgloeisysteem en massa
3156 geel Relais voorgloeisysteem zonder last
3161 geel Ventilatorbesturing - Signaal te laag
3171 rood Brandstof-verdeelleiding/ systeemdruk te laag Hogedruksysteem: Drukopnemer drukaccumulator onnauwkeurig, hogedrukpomp defect. Lagedruksysteem: Retourstroom van de doseereenheid te gering. Aan de hand van de foutenlijst op storingen controleren. Olietemperatuurvoeler op correcte werking controleren en olietoevoer controleren.
Kortsluiting tussen bedrading en externe bron of in het relais. Bedrading controleren of relais vervangen. Kortsluiting tussen bedrading en massa of in het relais. Bedrading controleren of relais vervangen. Bedrading gebroken of niet aangesloten of relais defect. Bedrading controleren of relais vervangen. Op het moment dat de handleiding gedrukt werd, was er geen informatie voorhanden. Hogedrukzijde: Lek in hogedrukbereik, injector klemt in geopende stand, hogedrukpomp versleten, injector versleten, drukafvoerklep lekt, lagedrukzijde: Druk voor tandwielpomp te laag, pompvermogen te laag (brandstoffilter verstopt, lek aan lagedrukzijde).
Code Betekenis mogelijke oplossing
3172 rood Brandstof-verdeelleiding/ systeemdruk te hoog Meeteenheid blijft hangen in geopende stand, klep voor nuldebiet verstopt, geen stroomtoevoer naar de meeteenheid door elektrische storing. Lagedrukzijde: Druk voor tandwielpomp te hoog (b.v.wegens drukbegrenzingsklep), druk na klep voor nuldebiet te hoog.
3173 rood Brandstof-verdeelleiding/ systeemdruk te laag Zie fout 3171
3174 rood Brandstof-verdeelleiding/ systeemdruk te hoog Zie fout 3172
3175 geel Lek in brandstofsysteem vastgesteld - groot lek Ondichtheid in hogedrukbereik, injector klemt in geopende stand, hogedrukpomp versleten, injector versleten, drukafvoerklep lekt, injectorretourstroom te hoog.
3176 geel Brandstofaanvoer overschrijdt grens voor druk in overloopmodus Hogedruksysteem: Lek in hogedrukbereik, injector klemt in geopende stand, hogedrukpomp versleten of defect, injector versleten, drukafvoerklep lekt. Lagedruksysteem: ‘Nuldebiet‘ in doseereenheid niet actief (groot lek in doseereenheid). Aan de hand van de foutenlijst op storingen controleren.
3178 geel CAN-melding BC2EDC1: Tijduitschakeling
3179 geel CAN-melding BC2EDC2: Tijduitschakeling
3180 geel CAN-melding VCM2EDC1: Tijduitschakeling CAN-controller van de voertuigcomputer defect, stroomtoevoer van de voertuigcomputer te laag, voertuigcomputer niet ingebouwd, CANverbindingskabel van de voertuigcomputer losgetrokken of gebroken. Kortsluiting in bedrading. Controleren of de voertuigcomputer ingebouwd en correct op het net aangesloten is. Correcte werking van CAN-controller en stroomtoevoer daarvan controleren. Bedrading controleren.
CAN-controller van de voertuigbesturingseenheid (VOM) defect, stroomtoevoer van voertuigbesturingseenheid te laag, voertuigbesturingseenheid niet ingebouwd, CANverbindingskabel van voertuigbesturingseenheid losgetrokken of gebroken. Kortsluiting in bedrading. Controleren of de voertuigbesturingseenheid ingebouwd en correct op het net aangesloten is. Correcte werking van CAN-controller en stroomtoevoer daarvan controleren. Bedrading controleren.
Code Betekenis mogelijke oplossing
3188 geel Cilinder 1: Lastonderbreking 3192 geel Cilinder 2: Lastonderbreking Kabel gebroken of bedrading afgeklemd of in injector. 3196 geel Cilinder 3: Lastonderbreking Bedrading controleren of injector vervangen. 3200 geel Cilinder 4: Lastonderbreking 3204 geel Cilinder 5: Lastonderbreking 3208 geel Cilinder 6: Lastonderbreking
3210 geel Bank 1: Algemene kortsluiting op inspuiterkabel Kortsluiting tussen hogedrukzijde en accu of massa. Bedrading controleren of injector vervangen.
3211 geel Bank 1: Kortsluiting in injectorkabel aan lagedrukzijde naar de massa
Kortsluiting naar de massa op de lagedrukzijde van de injectorkabel. Bedrading controleren of injector vervangen. 3212 geel Bank 1: Geen signaal Bedrading controleren
3213 geel Bank 1: Niet-geclassificeerde fout
3218 geel Bank 2: Algemene kortsluiting op inspuiterkabel Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen Kortsluiting tussen hogedrukzijde en accu of massa. Bedrading controleren of injector vervangen.
3219 geel Bank 2: Kortsluiting in injectorkabel aan lagedrukzijde naar de massa
Kortsluiting naar de massa op de lagedrukzijde van de injectorkabel. Bedrading controleren of injector vervangen. 3220 geel Bank 2: Geen signaal Bedrading controleren
3221 geel Bank 2: Niet-geclassificeerde fout Afhankelijk van het schema zijn er meerdere oorzaken voor de fout, ook interne storingen op de ECU. Bedrading en injectiesignalen controleren, ECU vervangen
3227 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten
3228 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten
3229 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten Tijdfout of stroomtoevoer onderbroken. Stroomtoevoer controleren of ECU vervangen, indien de storing opnieuw optreedt. ECU defect, ECU resetten. Als de fout hierdoor niet verdwijnt, ECU vervangen. Interne storing van de ECU of ‘TESTMODUS‘ duurt te lang. ‘TESTMODUS‘-parameters controleren of ECU vervangen, indien de storing opnieuw optreedt.
3230 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten Defecte SPI-bus-deelnemer, timingproblemen door softwarefout. ECU vervangen, indien storing opnieuw optreedt (ECU voor onderzoek opsturen)
Code Betekenis mogelijke oplossing
3231 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten ECU defect. 3232 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten ECU vervangen, indien storing opnieuw optreedt 3233 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten 3234 geel Fout injectieprocessor - Motor afzetten
3238 rood Communicatiestoring van de processor CJ940
Elektrische storing, intern defect van de ECU leidt tot communicatiestoring op de SPI-bus. ECU vervangen, indien storing permanent aanwezig is 3242 rood Herstel geblokkeerd Elektronische storing, diverse hardwaredefecten 3243 rood Herstel wordt onderdrukt (ECU-intern) of configuratieproblemen. Analyseren, welke fout tot herstel voerde (markering HWEMonnumRecovery uitlezen en met de waarde in de betreffende tabel vergelijken). Als 3244 rood Herstel zichtbaar de fout opnieuw terugkomt ECU opnieuw programmeren. Als de fout permanent optreedt, ECU vervangen.
3245 geel Watchdog-stuurmarkering voor communicatiebewaking
3246 geel Veiligheids-uitschakelsporen bij de initialisatie Bewakingsmodule of CPU van de ECU defect (b.v. verstoorde functie van de CPU-klok) storing op de SPI-bus. Als de storing slechts tijdelijk optreedt (d.w.z. injectiefunctie is weer beschikbaar), dan kan de fout genegeerd en de foutcode uit het foutgeheugen gewist worden. Bij een permanent optredende fout blijft de injectiefunctie geblokkeerd en moet de ECU vervangen worden. Watchdog-uitschakelspoor defect. Indien de storing na initialisatie van de ECU opnieuw terugkomt: ECU vervangen
3247 geel Veiligheids-uitschakelsporen bij de initialisatie
3248 geel Veiligheids-uitschakelsporen bij de initialisatie Elektronische storing, interne storing ECU. Indien de storing na initialisatie van de ECU opnieuw terugkomt: ECU vervangen
3249 geel TPU bewaking - tijdafwijking tussen TPU en systeem niet plausibel
3250 rood
ECU softwareversie gegevensinvoerfout - gegevensset niet geldig 3251 geel Gegevensinvoer - vereiste variant kan niet worden ingevoerd 3252 geel Controller Watchdog - SPI communicatiefout Op het moment dat de handleiding gedrukt werd, was er geen aanvullende informatie voorhanden.
Op het moment dat de handleiding gedrukt werd, was er geen aanvullende informatie voorhanden.
Op het moment dat de handleiding gedrukt werd, was er geen aanvullende informatie voorhanden. Op het moment dat de handleiding gedrukt werd, was er geen aanvullende informatie voorhanden.
Code Betekenis mogelijke oplossing
3253 geel Foutstatus ADC-bewaking
Overloop buffer Op het moment dat de handleiding gedrukt werd, was er geen aanvullende informatie voorhanden. 3254 geel Foutstatus ADC-bewaking 3255 geel Foutstatus ADC-bewaking CNH-service op de hoogte stellen 3256 geel Foutstatus ADC-bewaking
3258 geel Kortsluiting naar de accu op de vermogenstrap aan hogedrukzijde Kortsluiting tussen bedrading en externe bron of in het relais. Bedrading controleren of relais vervangen.
3259 geel
Kortsluiting naar de massa op de vermogenstrap aan hogedrukzijde 3260 geel Lastonderbreking op vermogenstrap aan lagedrukzijde
3261 geel Kortsluiting naar de accu of te hoge temperatuur op vermogenstrap lagedrukzijde
3262 geel Kortsluiting naar de massa op de vermogenstrap aan lagedrukzijde Kortsluiting tussen bedrading en massa of in het relais. Bedrading controleren of relais vervangen Bedrading gebroken of niet aangesloten of relais defect. Bedrading controleren of relais vervangen.
Kortsluiting tussen bedrading en externe bron of in het relais. Bedrading controleren of relais vervangen.
Kortsluiting tussen bedrading en massa of in het relais. Bedrading controleren of relais vervangen.
3265 rood Activeringstijd overschrijdt limiet van de overloopbewaking
3266 rood Plausibiliteitsfout bij test motortoerental
3278 rood Voedingsspanning CJ940 bovengrens
3279 rood Voedingsspanning CJ940 ondergrens
3280 geel Sensor-voedingsspanning 1 te hoog Elektronische storing, aangevraagde koppelstijging via tester, verkeerde toepassing injectiespecifieke parameters, ECU defect. Injectiespecifieke toepassing controleren, als de storing nog steeds aanwezig is, ECU vervangen Elektronische storing, interne storing ECU. Indien de storing na hermontage nog steeds aanwezig is, de ECU vervangen Te hoge stroomtoevoer voor een CJ940component: Accuspanning te hoog, bedrading defect, intern defect van ECU. Accu controleren op correcte spanningstoevoer, bedrading controleren. Als de storing nog steeds aanwezig is, ECU vervangen (intern defect) Ontoereikende stroomtoevoer voor een CJ940component: Accuspanning te laag, bedrading defect, intern defect van ECU. Accu controleren op voldoende hoge spanningstoevoer, bedrading controleren. Als de storing nog steeds aanwezig is, ECU vervangen (intern defect) Te hoge accuspanning, defect in kabelboom, elektrische storing op aangesloten voelers of in ECU. Accuspanning controleren, bedrading controleren op correcte spanningstoevoer naar de voeler en ECU controleren, ECU vervangen
Code Betekenis mogelijke oplossing
3281 geel Sensor-voedingsspanning 1 te laag Ontoereikende accuspanning, defect in kabelboom, elektrische storing op aangesloten sensoren of in ECU. Accuspanning controleren, bedrading controleren op correcte spanningstoevoer naar de voeler en ECU controleren, ECU vervangen
3283 geel Sensor-voedingsspanning 2 te hoog
3284 geel Sensor-voedingsspanning 2 te laag
3285 geel Sensor-voedingsspanning 3 te hoog Te hoge accuspanning, defect in kabelboom, elektrische storing op aangesloten voelers of in ECU. Accuspanning controleren, bedrading controleren op correcte spanningstoevoer naar de voeler en ECU controleren, ECU vervangen Ontoereikende accuspanning, defect in kabelboom, elektrische storing op aangesloten voelers of in ECU. Accuspanning controleren, bedrading controleren op correcte spanningstoevoer naar de voeler en ECU controleren, ECU vervangen Te hoge accuspanning, defect in kabelboom, elektrische storing op aangesloten voelers of in ECU. Accuspanning controleren, bedrading controleren op correcte spanningstoevoer naar de voeler en ECU controleren, ECU vervangen
3286 geel Sensor-voedingsspanning 3 te laag Ontoereikende accuspanning, defect in kabelboom, elektrische storing op aangesloten voelers of in ECU. Accuspanning controleren, bedrading controleren op correcte spanningstoevoer naar de voeler en ECU controleren, ECU vervangen
3290 geel Turbo-bewakingssignaal niet plausibel CNH-service op de hoogte stellen
3315 geel 3316 3317 geel geel Minimumaantal inspuitingen niet bereikt Motor afzetten, CNH-service op de hoogte stellen 3318 geel 3363 geel Omgevingsluchtdruksensor - Signaal niet plausibel CNH-service op de hoogte stellen 3856 geel Koelmiddeltemperatuur stijgt niet zoals verwacht Koelmiddelsensor controleren
Transmissiefoutcodes
40001344.00-nl
Code Betekenis mogelijke oplossing
4000 geel Onbekende fout TCU 4113 rood Logische fout op FNR-schakelaar Motor afzetten Kabel tussen TCU en FNR-schakelaar controleren 4114 rood Logische fout bij signaal richtingskeuze Stekker tussen TCU en FNR-schakelaar controleren Signaalcombinaties FNR-schakelaar controleren
4116 geel Logische fout bij parkeerremstatus Kabel tussen TCU en contact 6 in stekker 2 van het combi-instrument controleren, parkeerremschakelaar controleren
4117 rood Logische fout bij signaal richtingskeuze
4119 geel Kortsluiting naar massa bij koppeling schommeldemping 4120 geel Kortsluiting naar accuspanning bij schommeldemping 4121 geel Circuitonderbreking bij schommeldemping
4133 geel Kortsluiting naar accuspanning of circuitonderbreking naar de temperatuurvoeler Motor afzetten Kabel tussen TCU en FNR-schakelaar controleren Stekker tussen TCU en FNR-schakelaar controleren Signaalcombinaties FNR-schakelaar controleren Kabel tussen TCU en relais schommeldemping controleren Kabel tussen TCU en relais schommeldemping controleren Relais schommeldemping controleren
Stekker controleren Temperatuurvoeler controleren
4134 geel Kortsluiting naar massa op temperatuurvoeler
4135 geel Kortsluiting naar accuspanning of circuitonderbreking op temperatuurvoeler afneempunt omzetter Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Temperatuurvoeler controleren
4136 geel
4137 geel Kortsluiting naar massa op temperatuurvoeler afneempunt omzetter
Kortsluiting naar accuspanning of circuitonderbreking op ingang parkeerremsensor Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Parkeerremsensor controleren
4145 geel Kortsluiting naar accuspanning of circuitonderbreking op motortoerentalsensor
4146 geel Kortsluiting naar massa bij motortoerentalsensor Borging van de parkeerrem controleren Parkeerremrelais controleren Magneetschakelaar parkeerrem
Code Betekenis mogelijke oplossing
4147 geel Logische fout bij ingang motortoerentalsensor Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Toerentalsensor controleren N.B.: Deze foutcode wordt gereset na booten van de TCU. De reset wordt ook uitgevoerd wanneer het signaal boven de nultoerentalgrens ligt. Magneetschakelaar parkeerrem controleren
4148 geel Kortsluiting naar accuspanning of circuitonderbreking bij sensor turbinesnelheid
4149 geel Kortsluiting naar massa bij ingang turbinesnelheidsensor Kabel tussen TCU en voeler controleren. Stekker controleren Toerentalsensor controleren
4150 geel Logische fout bij ingang turbinesnelheidsensor
4151 geel Kortsluiting naar accuspanning of circuitonderbreking bij sensor tussentoerentalsensor
4152 geel Kortsluiting naar massa bij tussentoerentalsensor Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Toerentalsensor controleren N.B.: Deze foutcode wordt na het op snelheid brengen van de TCU gereset Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Toerentalsensor controleren
4153 geel Logische fout bij ingang tussentoerentalsensor Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Toerentalsensor controleren N.B.: Deze foutcode wordt na het op snelheid brengen van de TCU gereset
4154 geel Kortsluiting naar accuspanning of circuitonderbreking op aftakastoerentalsensor
4155 geel Kortsluiting naar massa bij aftakastoerentalsensor Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Aftakastoerentalsensor controleren
4156 geel Logische fout bij aftakastoerentalsensor Kabel tussen TCU en voeler controleren Stekker controleren Toerentalsensor controleren N.B.: Deze foutcode wordt na het op snelheid brengen van de TCU gereset
Code Betekenis mogelijke oplossing
4158 geel Aftakastoerental nul, past niet bij andere toerentallen. Voelersignaal van aftakastoerentalsensor controleren Stekker van aftakastoerentalsensor controleren Kabel tussen TCU en voeler controleren N.B.: Deze foutcode wordt na het op snelheid brengen van de TCU gereset
4160 geel Ongeldige begrenzing versnellingenbereik (CAN) Controller combi-instrument controleren CAN-buskabel controleren Kabel naar controller combi-instrument controleren
4185 geel Ongeldig testmodussignaal (CAN) Controller combi-instrument controleren 4186 geel Ongeldige parkeerremstatus (CAN) CAN-buskabel controleren Kabel naar controller combi-instrument controleren
Koppelingscodes
40001345.00-nl
Code Betekenis mogelijke oplossing
4209 rood Kortsluiting naar accuspanning bij koppeling K1 Kabel tussen TCU en 4210 rood Kortsluiting naar massa bij koppeling K1 transmissieregelventiel controleren 4211 rood Circuitonderbreking bij koppeling K1 Kabel tussen TCU en 4212 rood Kortsluiting naar massa bij koppeling K2 transmissieregelventiel controleren 4213 rood Circuitonderbreking bij koppeling K2 Regelaarweerstand 4214 rood Kortsluiting naar accuspanning bij koppeling K3 controleren De interne kabelboom van 4215 rood Kortsluiting naar massa bij koppeling K3 het transmissieregelventiel 4216 rood Circuitonderbreking bij koppeling K3 controleren 4217 rood Kortsluiting naar accuspanning bij koppeling K4 4225 rood Kortsluiting naar massa bij koppeling K4 4226 rood Circuitonderbreking bij koppeling K4 4227 rood Circuitonderbreking bij koppeling K4 4228 rood Kortsluiting naar accuspanning bij koppeling KV 4229 rood Kortsluiting naar massa bij koppeling KV 4230 rood Circuitonderbreking bij koppeling KV 4231 rood Kortsluiting naar accuspanning bij koppeling KV 4232 rood Kortsluiting naar accuspanning bij koppeling KR 4233 rood Circuitonderbreking bij koppeling KR 4241 rood Kortsluiting naar massa bij backup-alarmrelais Kabel tussen TCU en backup-alarmrelais controleren. 4242 rood Kortsluiting naar accuspanning bij backup-alarmrelais Stekker tussen backupalarmrelais en TCU 4243 rood Circuitonderbreking bij backup-alarmrelais controleren Weerstand in circuit van backup-alarmrelais meten
Code Betekenis mogelijke oplossing
4273 rood Slip bij koppeling K1 Druk bij koppeling K1 meten Hoofddruk in systeem controleren Signaal bij interne toerentalsensor controleren Signaal bij aftakastoerentalsensor controleren Koppeling vervangen
4274 rood Slip bij koppeling K2 Druk bij koppeling K2 meten Hoofddruk in systeem controleren Signaal bij interne toerentalsensor controleren Signaal bij aftakastoerentalsensor controleren Koppeling vervangen
4275 rood Slip bij koppeling K3
4276 rood Slip bij koppeling K4
4277 rood Slip bij koppeling KV
4278 rood Slip bij koppeling KR
4279 geel Olietemperatuur op ventielhuis overschrijdt grenswaarde Druk bij koppeling K3 meten Hoofddruk in systeem controleren Signaal bij interne toerentalsensor controleren Signaal bij aftakastoerentalsensor controleren Koppeling vervangen Druk bij koppeling K4 meten Hoofddruk in systeem controleren Signaal bij interne toerentalsensor controleren Signaal bij aftakastoerentalsensor controleren Koppeling vervangen Druk bij koppeling KV meten Hoofddruk in systeem controleren Signaal bij interne toerentalsensor controleren Signaal bij aftakastoerentalsensor controleren Koppeling vervangen Druk bij koppeling KR meten Hoofddruk in systeem controleren Signaal bij interne toerentalsensor controleren Signaal bij aftakastoerentalsensor controleren Koppeling vervangen Er is een kritiek stopfunctiewaarschuwing opgetreden De rode stopindicatie wordt ingeschakeld en er klinkt een aanhoudend waarschuwingssignaal Voertuig stoppen en het vereiste kritieke onderhoud uitvoeren Voertuig af laten koelen Oliepeil controleren Temperatuurvoeler controleren
Code Betekenis mogelijke oplossing
4281 geel Er werd 0,2 seconden lang een motortoerental van meer dan 5000 toeren/min gemeten. Motortoerentalsensor controleren
4282 geel TCU registreert, dat de spanning op de oliefilteronderhoudsschakelaar buiten de toegestane tolerantie ligt (filter verstopt). Oliefilter controleren Kabel tussen TCU en filter-onderhoudsschakelaar controleren Filter-onderhoudsschakelaar controleren (weerstand meten)
4284 geel Uitgangstoerental te hoog 4288 geel Motorkoppel of motorvermogen te hoog 4289 geel Aftakkoppel transmissie overbelasting
4290 geel Aandrijfkoppel transmissie overbelasting
4291 rood Olietemperatuur op omvormeruitgang overschrijdt grenswaarde Er is een kritiek stopfunctiewaarschuwing opgetreden De rode stopindicatie wordt ingeschakeld en er klinkt een aanhoudend waarschuwingssignaal Voertuig stoppen en het vereiste kritieke onderhoud uitvoeren. Voertuig af laten koelen Oliepeil controleren Temperatuurvoeler controleren
4292 geel Kortsluiting naar massa bij joystick-statusweergave
Kabel tussen TCU en joystick controleren 4293 geel Kortsluiting naar accuspanning bij joystick-statusweergave Stekker tussen TCU en joystick controleren Weerstand van de joystick meten 4294 geel Stroom voor joystickstatusweergave te hoog 4305 geel Kortsluiting naar accuspanning bij sensorstroomtoevoer Kabel tussen TCU en sensoren controleren 4306 geel Kortsluiting naar massa bij sensorstroomtoevoer Stekker tussen TCU en sensoren controleren
Code Betekenis mogelijke oplossing
4307 wit Accuspanning te laag Accu's controleren B(+)-kabel tussen accu's en TCU controleren 4308 wit Accuspanning te hoog Spanning op contact 35 in de TCU-stekker meten
4309 rood Fout bij VPS1 voor stroomtoevoer magneetschakelaar
4310 rood
Fout bij VPS2 voor stroomtoevoer magneetschakelaar 4325 geel Tijduitschakeling voertuigidentificatie 4326 rood Niet-gedefinieerde vraag naar chassisnummer via CAN Zekering A2 controleren Kabel tussen regelventiel en TCU controleren Kabel tussen regelventiel en TCU controleren TCU vervangen
4337 rood Algemene EEPROM-fout TCU vervangen
4338 rood Configuratiefout
De correcte configuratie voor het voertuig opnieuw programmeren 4339 rood Toepassingsfout (ZF-intern). TCU vervangen 4341 rood Fout koppelingskalibratie Transmissiekoppelingen correct kalibreren 4342 geel Verlies instelgegevens koppelingen Transmissiekoppelingen correct kalibreren
4344 geel CAN-melding “Keuze versnellingenbereik”(transmissi e 3 identiek) bevat ongeldige gegevens Bedrijf onderbreken
4345 geel TCU ontvangt FWD CAN meldingen alhoewel FWD wielbesturing niet geïnstalleerd is Bedrijf onderbreken
4346 geel
Tijdfout “Keuze versnellingenbereik” van de FWD-wielbesturing 4347 geel Tijdfout “FWD status” van de FWD wielbesturing Bedrijf onderbreken
Bedrijf onderbreken
4348 geel CAN-melding “FWD status” bevat ongeldige gegevens Bedrijf onderbreken 4349 geel Kortsluiting naar de massa bij DLM-uitgang 4350 geel Kortsluiting naar de accu (+) bij DLM-uitgang 4351 geel Kortsluiting naar de accu (+) bij DLM-waarschuwingslampje 4352 geel Open circuit bij DLMwaarschuwingslampje Code alleen mogelijk, wanneer de extra diagnosemodule ZF op de TCU is aangesloten.
Foutcode FWD-besturing (vierwielbesturing)
40001346.00-nl
Code Betekenis Oplossing
5150 geel Onbekende fout
Bedrijf onderbreken
5151 geel Kortsluiting in proportionele klep voorwaarts 5152 geel Open circuit in proportionele klep voorwaarts 5153 geel Kortsluiting in proportionele klep achterwaarts 5154 geel Open circuit in proportionele klep achterwaarts 5155 geel Kortsluiting in kamerventiel 5156 geel Open circuit in kamerventiel 5157 geel Kortsluiting in elektromagnetische klep vierwielvooras 5158 geel Open circuit in magneetklep vierwielvooras 5159 geel CAN-interface tussen TCU en FWD onderbroken Bedrading controleren 5160 geel Open circuit hoofdmassaleiding C werd vastgesteld op digitale ingang PIN11 Bedrading controleren
Foutcode interne AIC-fout
Code Betekenis Oplossing
9128 geel CAN-tijduitschakeling EST37 tijdens het bedrijf
Als de storing permanent aanwezig is of vaak optreedt, CAN-kabelboom en aansluitingen van het circuit van de CAN-bus controleren.
9129 geel CAN-tijduitschakeling EDC tijdens het bedrijf 9130 geel CAN-tijduitschakeling C5.9 tijdens het bedrijf 9132 geel CAN-tijduitschakeling FWD-vierwielaandrijving tijdens het bedrijf 9136 geel CAN-tijduitschakeling snelheidbegrenzingsmodule 9160 wit Fout bedrijfsurenteller - beide kopieën vertonen foutenFout bij het opslaan 9161 wit Fout bedrijfsurenteller - één van beide kopieën vertoont fouten Fout bij de initialisatie 9162 wit Fout bedrijfsurenteller - controle voor en na het starten van de motor 9166 geel Verkeerde snelheidsbegrenzing - Discrepantie tussen actuele en laatste configuratie 9167 geel Discrepantie in de schakelbeperking in de TCU - actueel vastgelegde begrenzing van versnellingen klopt niet met de opgeslagen begrenzing
Foutcodes wissen
40001407.00-nl
3. De omlaag-toets (D, Afb. 2) 6x indrukken, tot aan het menupunt “Config” (7, Afb. 3) 4. „Config” selecteren (opschrift wordt gemarkeerd) 5. Op de Enter-toets drukken
Afb. 1 1. Hoofdscherm (Afb. 1) in bedrijf (zie het hoofdstuk “Bediening multifunctioneel LCD“)
Afb. 2 2. Entertoets (B, Afb. 2) ca. 2 sec. ingedrukt houden tot het selectiemenu “Select” (Afb. 3) verschijnt
Afb. 4 6. De omlaag-toets 3x indrukken tot aan
“SPECIAAL” (4, Afb. 4). 7. Op de Enter-toets drukken 8. Er verschijnen “Fout/Reset”; “Resetten”;
“Bevestigen” 9. „Fout/Reset” selecteren met de Enter-toets 10. Met de Enter-toets bevestigen, het foutgeheugen wordt gewist en de weergave springt terug naar het hoofdscherm. 11. De hele procedure kan op elk gewenst moment met de Escape-toets (A, Afb. 2) afgebroken worden.
Afb. 3
Deze pagina werd opzettelijk leeg gelaten
2245128-nl
DEEL 3 - SMERING EN ONDERHOUD
2261178 -nl
Gebruikshandleiding Doelgroep Deel 1 INLEIDING FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Deel 2 BEDIENING
Bedieningspersoneel
Het bedieningspersoneel moet over kennis m.b.t. de bediening en het gebruik van deze of vergelijkbare machines beschikken.
Het inspectie- en onderhoudspersoneel moet over vakkennis m.b.t. de inspectie en het onderhoud van deze of vergelijkbare machines beschikken.
Deel 4 REPARATIE
Deel 5 BIJLAGE
Reparatiepersoneel
Het reparatiepersoneel moet over vakkennis en ervaring m.b.t. de reparatie van deze of vergelijkbare machines beschikken.