
6 minute read
Werkuitrustingen
Werkuitrustingen Montage van werkuitrustingen, veiligheidsvoorschriften
2905384.00-nl
Personeel Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bedienings- of onderhoudspersoneel dat over de nodige vakkennis beschikt. Als men geen vakkennis heeft is een zorgvuldige inwerkperiode door ervaren personeel, b.v. via onze servicedienst nodig. Men dient uit de gebruikshandleiding met name het hoofdstuk “Fundamentele veiligheidsvoorschriften” gelezen en begrepen te hebben. Alleen deze personen mogen de machine tijdens de montagewerkzaamheden in bedrijf stellen, om correcties aan de werkuitrusting uit te voeren. Een foutieve bediening van de machine of de werkuitrustingen kan levensgevaarlijk zijn.
Persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding Nauwsluitende werkkleding dragen wanneer u op de machine werkt. Losse, wijde kledingstukken kunnen aan delen van de machine blijven hangen en letsel veroorzaken. Een veiligheidshelm, werkschoenen en handschoenen dragen. Werktuigen en hulpmiddelen Werktuigen, hijsmiddelen, aanslagmiddelen, bokken en andere hulpmiddelen moeten in bedrijfs- en werkveilige toestand zijn. Bij het in- en uitdrijven van uitrustingsbouten kunnen metaalsplinters verwondingen veroorzaken. Daarom voor het in- en uitdrijven een messing of koperen doorn gebruiken en een beschermbril dragen. De voor het in- en uitstappen bedoelde treden, platforms en handgrepen gebruiken. De treden en platformen en de handgrepen altijd in veilige staat houden. Als deze onderdelen vuil geworden zijn door olie, vet, aarde, leem, sneeuw, ijs of andere stoffen, dit vuil onmiddellijk verwijderen.
Werkuitrusting zekeren De werkuitrusting zo op de grond neerzetten dat bij het losmaken van mechanische of hydraulische verbindingen geen bewegingen kunnen plaatsvinden. Wanneer de machine op bokken moet worden gezet, moet de vooras eerst worden vastgezet met blokken om pendelen te voorkomen. Bij het werken in het knikbereik, het knikscharnier blokkeren. Na afloop van de werkzaamheden alle blokkeringen en beveiligingen verwijderen. Uitrusting of componenten, die aangebouwd of verwijderd moeten worden, of op de plaats waar ze zijn ingebouwd veranderd moeten worden, door hijsmiddelen of geschikte ophang- / steuninrichtingen zekeren tegen onverwacht bewegen, losglippen of vallen.
Machine zekeren Alleen werkzaamheden op de werkuitrusting uitvoeren wanneer de machine gezekerd is zoals beschreven in het hoofdstuk “Machine zekeren“.
Keuze van de werkuitrusting De machine kan met verschillende werkuitrustingen worden uitgerust. De componenten van de werkuitrusting worden met hydraulische cilinders en verbindingsdelen geassembleerd. Er bestaan verschillende componentcombinaties om de werkuitrusting optimaal aan de toepassing aan te kunnen passen. De machine uitsluitend gebruiken met uitrustingen en componentcombinaties die uitdrukkelijk voor deze machine werden goedgekeurd. Uitrustingen van andere fabrikanten, waarvoor de EG-machinerichtlijn 89/392 EWG geldt, pas monteren en in bedrijf nemen wanneer - de verklaring van overeenstemming van de fabrikant - en de verklaring van compatibiliteit van de machine voorhanden zijn. Machine zekeren
2905385.00-nl
Gevaar voor verwondingen De machine mag niet door onbevoegde personen in beweging gezet worden. De machine moet daarom gezekerd worden.
De machine zoals hierna beschreven zekeren: • voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de machine, • voor alle aan- en ombouwwerkzaamheden voor werkuitrustingen. • De machine op een vlakke en voldoende rechte ondergrond opstellen. • De werkuitrusting aan de grond zetten. • Parkeerrem activeren.
De motor niet vanuit volle belasting in een keer uitschakelen, maar voor de temperatuurcompensatie nog ongeveer drie tot vijf minuten stationair laten lopen.
• Motor afzetten. • Sleutel uit sleutelschakelaar van het elektrische systeem halen. • Het hydraulische systeem drukloos maken. • Knikscharnier blokkeren. • Geopende motorkap vastzetten • De machine met wielblokken tegen wegrollen beveiligen. • Voordat u op het elektrische systeem gaat werken, de accu's afklemmen. • Bij laswerkzaamheden op de machine de aanwijzingen uit het hoofdstuk
“Laswerkzaamheden, veiligheidsvoorschriften” in acht nemen.
Zweefstand (optie)
De zweefstand nooit inschakelen bij geheven werkuitrusting, anders zou de werkuitrusting te snel naar beneden komen.
Voor de grader is als optie een zweefstand beschikbaar. De zweefstand vergemakkelijkt het werken b.v. bij sneeuwruimen, aangezien de hoofdschaar door de zweefstand bij oneffenheden meegeeft.
De hoofdschaar krachtgesloten op
de grond zetten.
De zweefstand wordt ingeschakeld met de toets (38, Afb. 2). Op toets (38) drukken - zweefstand geactiveerd. Op schakelaar (107, Afb. 3) drukken - de hoofdschaar lig nu met het eigen gewicht belast, vrij beweeglijk op de grond. De schakelaar (107) opnieuw indrukken - de zweefstand is opgeheven. Op toets (38) drukken - zweefstand gedeactiveerd.
Zweefstand alleen inschakelen bij loodrechte arretering van de zwenkarm (zie het hoofdstuk “Zwenkarm”) en bij loodrechte stand van de schaar. Als u deze voorschriften niet in acht neemt, zal de schaarzwenkcilinder breken.
Afb. 2
Afb. 3
40001306.00-nl
Grondschaaf voorzijde (optie)
De grondschaaf aan de voorzijde wordt via de bedieningshendel (71, Afb. 4) omhoog of omlaag gebracht. Stand 9 = grondschaaf voorzijde omlaag brengen Stand 10 = grondschaaf voorzijde heffen
40001307.00-nl
De stand van de grondschaaf aan de voorzijde wordt optisch aangegeven (Afb. 6). Stand 1 = grondschaaf helemaal omhoog Stand 2 = voor rijden op de weg (geel) Stand 3 = grondschaaf ligt op de grond Stand 4 = max. insteekdiepte
Afb. 4 De afsluiter (Afb. 5) moet geopend zijn, d.w.z. hendel in stand 1.
Afb. 6
Afb. 5
Ripper achterzijde (optie)
Het volgende doorlezen en in acht nemen: “Met de machine werken, veiligheidsvoorschriften“.
40001308.00-nl
• Borgstift (4, Afb. 2) eruit trekken en klembout (3) demonteren.
De ripper aan de achterzijde is met maximaal 5 breektanden uitgerust en maakt zwaar breekwerk mogelijk.
De rippertanden alleen in symmetrische volgorde gebruiken.
Alvorens de ripper aan de achterzijde omlaag te brengen, de kogelafsluiter (4, Afb. 5) in stand A zetten.
Ripper achterzijde, werkstand
• Tandbescherming (2, Afb. 1) naar boven klappen (Afb. 2). Hij wordt in deze positie door veren vastgehouden.
Afb. 2 • De tand in de werkstand draaien (5, Afb. 2) en vastzetten met de klembout (3). Klembout met borgstift (4) en borgring (6) vastzetten.
Afb. 1 Afb. 3
Ripper achterzijde, werken
De ripper aan de achterzijde wordt bediend via de bedieningshendel (64, Afb. 4).
Voordat u de grader keert en voordat u achteruit gaat rijden eerst de ripper uit de grond halen.
Afb. 4
• Ripper achterzijde omlaag brengen - bedieningshendel (64, Afb. 4) in stand 7. • Ripper achterzijde heffen - bedieningshendel (64) in stand 8. Het aantal tanden, de breekdiepte en de rijsnelheid zijn afhankelijk van de gesteldheid van het te breken materiaal. Om te breken, de grader starten en de ripper in de grond drukken.
Ripper achterzijde, rijden op de weg
Met de bedieningshendel (64, Afb. 4) wordt de ripper aan de achterzijde versteld. De ripper aan de achterzijde tot aan de aanslag omhoog zetten, dit is de transportstand.
Afb. 5 • Op de cilinder van de ripper aan de achterzijde, de hendel (4, Afb. 5) op stand B zetten. • De tanden in de transportstand zetten, zoals in het hoofdstuk “Ripper achterzijde, werkstand” is beschreven, maar nu in omgekeerde volgorde. • Tandbescherming (2, Afb. 1) omlaag klappen.
Schaarripper (optie)
40001385.00-nl
Het volgende doorlezen en in acht nemen: “Met de machine werken, veiligheidsvoorschriften“.
Om te breken kunnen 2 tot 6 tanden (3, Afb. 1) gelijkmatig aan beide zijde in breekstand worden gebracht. Door de draaikrans 180° te draaien is breken bij vooruit en bij achteruit rijden mogelijk.
Afb. 1
Schaarripper, werkstand
Benaming
1 Borgclip 2 Afstandstuk 3 Breektanden 4 Bevestigingslijst 5 Leigroef tand 6 Afstandring 7 Geleidebout
• De borgclip (1, Afb. 1) eruit trekken. • Het afstandstuk (2) wegnemen. • De breektanden (3) naar buiten over de bevestigingslijst (4) schuiven, naar onder klappen en in de leigroeven (5) plaatsen. • Het afstandstuk (2) weer aanbrengen en borgen met de borgclip (1).
Schaarripper, werken
Starten en de schaarripper door uitschuiven van de hefcilinder in de grond drukken. Het aantal tanden, de breekdiepte en de rijsnelheid zijn afhankelijk van de gesteldheid van het te breken materiaal.