
2 minute read
Stilstand
Stilstand Stilstand - Werkwijze
Als de machine langer dan 1 maand stil zal staan moeten de volgende handelingen verricht worden. De machine op een rechte ondergrond in een gebouw, of, waar dit niet mogelijk is, op een vrije plaats onder een afdak parkeren. Om te banden te beschermen moet de machine op bokken worden geplaatst. Als de machine op bokken wordt gezet, dan moet de luchtdruk in de banden tot 0,7 bar of nog minder worden teruggebracht. Als de machine buiten wordt geparkeerd, dan moet hij volledig door het afdak worden beschermd, zodanig dat ook de banden bedekt zijn en zo tegen weersinvloeden zoals zonnestraling en neerslag beschermd zijn. Voor een periode van stilstand de volgende werkzaamheden uitvoeren 1. Machine reinigen. 2. Machine controleren op schade en ontbrekende onderdelen. Zo nodig onderdelen vervangen. 3. Knikscharnier blokkeren. 4. De werktuigen aan de grond zetten. 5. Machine grondig smeren. De vrijliggende zuigerstangen invetten of met een beschermend middel bestrijken. Hiervoor naar uw dealer of de fabrikant gaan. OPMERKING: Wanneer de machine weer in bedrijf wordt gesteld zal de beschermende laag van het beschermende middel automatisch verdwijnen, vet moet echter verwijderd worden. 6. Oliepeil controleren en zo nodig olie bijvullen. 7. Het luchtfilterelement vervangen of reinigen. 8. Het koelmiddelpeil controleren. Als u gepland had om het koelmiddel binnen de volgende 100 bedrijfsuren te verversen, het nu verversen. 9. Sleutel uit het contact halen. De accu's verwijderen en het accuvak schoonmaken.
Er mogen geen sporen van zuur meer aanwezig zijn. De accu's opslaan in een koele en droge ruimte, met een temperatuur van meer dan 0°C, of de accukabels bij de minpool afkoppelen. 10. Waar nodig de lak bijwerken. 11. De luchtfilterinlaat en de uitlaat afsluiten. 12. De startsleutel verwijderen en een bordje met de tekst “Niet in bedrijf nemen” ophangen. 13. De motorkap en de cabinedeuren sluiten.
Periodieke controles tijdens de stilstand
Eenmaal per maand controleert u: 1. De laadtoestand van de accu's. De accu's zo nodig opladen. 2. Olie- en koelmiddelpeil. Zo nodig bijvullen. 3. Toestand van kabels, stekkers en klemmen op roestplekken. Zo nodig smeren. 4. De toestand van de lak. Waar nodig antiroestmiddel aanbrengen. 5. De luchtfilterinlaat en de uitlaat openen. 6. De zuigerstangen van de hydraulische cilinders ontvetten. 7. Accu's monteren en aansluiten. 8. De luchtdruk van de banden controleren of tot de voorgeschreven luchtdruk oppompen. 9. Wanneer de machine op bokken staat, hem van de bokken halen. 10. Knikscharnierblokkering losmaken. 11. Motor starten en de machine voor twee uur in bedrijf nemen. De hydraulische cilinders één voor één activeren.
De machine niet in een gesloten ruimte laten lopen. Altijd voor voldoende ventilatie zorgen.
OPMERKING: de machine zo opstellen dat hij niet weer op dezelfde plaatsen van de banden komt te staan. 12. De machine eventueel op bokken zetten, de luchtdruk verlagen en zo nodig afdekken met afdekplaten. 13. Werkstappen 3, 4, 5, 11, 12 en 13 zoals beschreven onder Stilstand – Werkwijze uitvoeren.