Luchtaanzuiginstallatie

Luchtaanzuiginstallatie

40001347.00-nl

Het volgende doorlezen en in acht nemen: “Inspectie en onderhoud, veiligheidsvoorschriften“. Gevaar voor verwonding door hete motoronderdelen. Alleen onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitvoeren wanneer de machine gezekerd is zoals beschreven in het hoofdstuk “Machine zekeren” van deze gebruikshandleiding.

De motor niet starten wanneer delen van de luchtaanzuiginstallatie gedemonteerd zijn. Er kan motorschade ontstaan wanneer de motor niet-gereinigde lucht aanzuigt. Stofafvoerklep

Dagelijks controleren of de afvoersleuf van de stofafvoerklep (3, Afb. 2) vrij is.

De grader heeft een drogeluchtfilter met zowel een hoofdfilter- als een veiligheidsfilterelement en stofafvoerklep. Het drogeluchtfilter bevindt zich onder de motorkap, achter de cabine. Na het openen van de motorkap is het aan de linkerkant van het voertuig toegankelijk.

Afb. 2 Eventueel aangekoekt stof verwijderen door het ventiel samen te drukken. Als het luchtfilter geen stofafvoerklep heeft, dan is het luchtfilter uitgerust met een onderhoudsvrije ejector (optie).

Afb. 1

Hoofdfilterelement

Hoofdfilterelement reinigen of vervangen wanneer het waarschuwingslampje (4, Afb. 3) gaat branden. Wanneer het waarschuwingslampje (4, Afb. 3) oplicht, is het hoofdfilterelement zo sterk vervuild, dat er niet voldoende lucht meer door heen kan stromen. Als dit het geval is, dan moet het hoofdfilterelement gereinigd of vervangen worden, ook wanneer het onderhoudsinterval nog niet verstreken is. - Hoofdfilterelement (6, Afb. 5) voorzichtig naar buiten trekken.

Afb. 5 - Het veiligheidsfilterelement (7, Afb. 6) blijft ingebouwd.

Afb. 3

Hoofdfilterelement demonteren en controleren

Hoofdfilterelement reinigen of vervangen. - Spanbeugel (2, Afb. 4) losmaken, deksel (4) wegnemen en reinigen.

Afb. 6 - De montage van een nieuw of gereinigd hoofdfilterelement gebeurt in omgekeerde volgorde.

Afb. 4

Voor het monteren het volgende controleren: - Filterpapier met behulp van een gloeilamp inspecteren (Afb. 7). Iedere beschadiging wordt hierbij door een felle lichtstraal aangetoond. Bij beschadigingen het filterelement onmiddellijk vervangen.

Hoofdfilterelement reinigen

Filterelement nooit reinigen door er hard mee te slaan of te kloppen. Na 5 reinigingsbeurten moet het hoofdfilterelement vervangen worden, op zijn laatst echter na een jaar.

Reinigen met perslucht is aangewezen als het filterelement onmiddellijk weer in gebruik moet worden genomen. De druk bij het mondstuk mag hierbij niet hoger zijn dan 5 bar. Het filteroppervlak met droge perslucht eerst schuin van achteren schoonblazen (Afb. 9)

Afb. 7 - Visuele inspectie van het afdichtvlak (pijl, Afb. 8). Bij een beschadigde afdichting het hoofdfilterelement onmiddellijk vervangen. - Visuele inspectie van de aanzuigleiding tussen filter en motor op dichtheid en goede bevestiging. De aanzuigleiding mag aan de buitenkant geen beschadigingen vertonen. - De slangverbindingen tussen filter en aanzuigleiding controleren op goede bevestiging en intacte staat.

Afb. 8 Afb. 9 Vervolgens de binnenzijde van het element schoonblazen. De reiniging is klaar wanneer er geen zichtbaar stof meer uit het filterelement komt. Niet hard met het filterelement slaan of kloppen.

Filter nooit reinigen met benzine, brandbare of warme vloeistoffen.

Veiligheidsfilter controleren / vervangen

Motor niet starten, wanneer het veiligheidsfilterelement gedemonteerd is. De motor zuigt de ongefilterde lucht aan en kan zo beschadigd worden. Na 5 reinigingsbeurten van het hoofdfilterelement moet het veiligheidsfilter door een nieuw filter vervangen worden, op zijn laatst moet dit na 2 jaar gebeuren. Luchtaanzuigleiding controleren

Er mag geen ongefilterde lucht in de motor terechtkomen, daarom: - Alle slang- en buisleidingen controleren op dichtheid. - Controleren of alle bevestigingsklemmen op hun plaats zitten en goed zijn aangespannen.

Als bij het onderhoud van het drogeluchtfilter zichtbaar wordt dat er verkeerd onderhoud werd gepleegd of dat het hoofdfilterelement beschadigd is, dan moet ook het veiligheidsfilterelement vervangen worden. Als na een onderhoudsbeurt van het hoofdfilterelement het waarschuwingslampje (4, Afb. 3) meteen weer geactiveerd wordt, d.w.z. gaat branden, dan moet het veiligheidsfilterelement (7, Afb. 10) vervangen worden. - Hoofdfilterelement demonteren.

Afb. 10 - Veiligheidsfilterelement aan de gele ring naar buiten trekken en vervangen. - Alvorens een nieuw veiligheidsfilterelement te monteren moet de afvoerplug van het filterhuis en het met de vingers bereikbare stuk aanzuigleiding van binnen met een voelstaafje op stof gecontroleerd worden. Als er stof in de aanzuigleiding naar de motor wordt gevonden, meteen contact opnemen met de servicedienst.