
2 minute read
Rijschakelhendel-Powershift transmissie
Rijschakelhendel-Powershift transmissie
40001297.00de
De machine niet laten uitrollen met de rijschakelhendel in de N-stand, b.v. bij bergafwaarts rijden.
Het schakelen tussen vooruit en achteruit rijden, en tussen de 6 vooruit- en 3 achteruitversnellingen gebeurt met de rijschakelhendel (82, Afb. 1).
Afb. 1 Alle versnellingen kunnen onder last worden ingeschakeld. De elektronische transmissiebesturing schakelt alleen binnen het snelheidsbereik van de afzonderlijke versnellingen.
Afb. 2 Het apparaat kan met de tuimelschakelaar (88, Afb. 2) naar keuze in de handbediende of automatische modus worden gezet.
Automatische modus:
Tuimelschakelaar (88, Afb. 2) op de stand voor de automatische modus zetten. Na het starten van de motor bevindt de transmissieschakeling zich in de neutrale stand van de automatische modus. • Voorkeuze van de versnellingen: - Motortoerental lager dan 1500 toeren/min - Parkeerrem deblokkeren - Toets op rijschakelhendel (82, Afb. 1) indrukken en de rijschakelhendel vooruit zetten om vooruit te rijden of achteruit om achteruit te rijden. Drukknopschakelaar loslaten. - Het automatische systeem van de transmissie schakelt in de 2e vooruit- of de 1e achteruitversnelling. Alleen wanneer de rijsituatie dit vereist, b.v. bij optrekken onder last, wordt in de vooruitversnelling automatisch in de 1e versnelling geschakeld. - Afhankelijk van het snelheidsbereik schakelt het automatische systeem van de transmissie dan automatisch hoger of lager tot tot aan ofwel de 6e vooruitversnelling ofwel de 3e achteruitversnelling.
Automatische modus opheffen en handmatig schakelen
Afb. 3 Door de tuimelschakelaar (88, Afb. 3) in te drukken in de stand handbediening, wordt de automatische modus opgeheven. De transmissie blijft in de actueel door het automatische systeem ingeschakelde versnelling. De automatische modus kan ook worden opgeheven door zijdelings aantippen van de rijschakelhendel. De transmissie schakelt in de volgende hogere of lagere versnelling. Vervolgens kan dan door zijdelings aantippen van de rijschakelhendel naar links handmatig naar de volgende lagere versnelling teruggeschakeld worden. Door aantippen van de rijschakelhendel naar rechts kan opgeschakeld worden naar de volgende hogere versnelling. De transmissie keert terug naar de automatische modus wanneer of de drukknopschakelaar op de rijschakelhendel kort bediend wordt, of wanneer de rijschakelhendel op de N-stand wordt gezet.
Pendel
Om te pendelen (rijrichting om te keren) het motortoerental verlagen. Gevaar voor ongevallen bij pendelen op hoge snelheid.
Het heen en weer schakelen tussen vooruit- en achteruitversnellingen (pendelen) is ook tijdens het rijden mogelijk. De machine wordt traploos afgeremd en trekt na stilstand weer in tegengestelde richting op. • Voor het pendelen het motortoerental verlagen. • Tegengestelde rijrichting inschakelen.