3 minute read

Verlichting

Verlichting

40001410.00-nl

Afb. 1

1 - Schijnwerper 2 - Knipperlicht 3 - Achterlicht, knipperlicht, knipperlicht 4 - Achteruitrijdlicht 5 - Kentekenverlichting (optie) 6 - Knipperlicht, begrenzingslicht 7 - Cabine - extra werklichten voor boven (optie) achter boven (optie) 8 - extra werklichten voor onder (optie) achter onder (optie) 9 - Zwaailicht Bediening: zie hoofdstuk “Bedieningselementen”

Schijnwerper - Rijlicht / positielicht

(1, Afb. 1)

Rijlicht

Afb. 2 De schroef (9, Afb. 2) losdraaien en het schijnwerperinzetstuk (10) er voorzichtig uit halen.

Afb. 3 Gloeilamphouder (11, Afb. 3) naar links draaien en uit het schijnwerperinzetstuk (10) nemen.

Afb. 4 De gloeilamp (12, Afb. 4) uit het schijnwerperinzetstuk (13) nemen en door een nieuwe gloeilamp vervangen.

Positielicht

De fitting (14) uit het schijnwerperinzetstuk (10) nemen en de gloeilamp (15) vervangen door een nieuwe gloeilamp. De gloeilamphouder (11) op het schijnwerperinzetstuk zetten en vergrendelen door hem naar rechts te draaien.

Afb. 5 Het schijnwerperinzetstuk (10, Afb. 5) met de beugel (16) in het schijnwerperhuis (17) vasthaken, het schijnwerperinzetstuk (10) aandrukken en vastschroeven.

Knipper (2, Fig.1) Achterlicht (3 en 4, Afb. 1)

Afb. 6 De schroef (18, Afb. 6) losdraaien en de behuizing (19) verwijderen. De defecte gloeilamp verwisselen. Voor het monteren in omgekeerde volgorde te werk gaan.

Afb. 7 De schroeven (5, Afb. 7) losdraaien en het glas (6) voorzichtig van de behuizing nemen. • De defecte gloeilamp verwisselen. • Voor het monteren in omgekeerde volgorde te werk gaan.

Afb. 8

1 - Achteruitrijdlicht 2 - Remlicht 3 - Knipperlicht 4 - Achterlicht

Kentekenverlichting (5, Afb. 1) Begrenzingslicht / knipperlicht (6, Afb. 1)

Afb. 9 Schroef (32, Afb. 9) losdraaien en lichtbehuizing (33) verwijderen.

Afb. 11 Schroef (36, Afb. 11) losdraaien en lichtbehuizing (37) verwijderen.

Afb. 10 Defecte gloeilampen (34, Afb. 10) vervangen. Voor het monteren in omgekeerde volgorde te werk gaan.

Afb. 12 Defecte gloeilampen (Afb. 12) vervangen. • 38 -Gloeilamp voor knipperlicht • 39 -Gloeilamp voor begrenzingslicht Voor het monteren in omgekeerde volgorde te werk gaan.

Werklichten (7, Afb. 1)

Afb. 13 De schroef (40, Afb. 13) losdraaien en het schijnwerperinzetstuk (41) voorzichtig uit de behuizing halen.

Afb. 14 Veerbeugel (42, Afb. 14) in de richting van de pijl schuiven en omhoog klappen.

Afb. 15

De gloeilamp (43, Afb. 15) uit het schijnwerperinzetstuk (41) nemen en door een nieuwe gloeilamp vervangen. Gloeilamp in het schijnwerperinzetstuk (41) monteren en veerbeugel in het schijnwerperinzetstuk (41) bevestigen. Het schijnwerperinzetstuk (41) vastschroeven aan de behuizing.

Gloeilampen vervangen

2905444.01-nl

Gloeilampen - Tabel

2747918.00-nl

De motor afzetten en de sleutelschakelaar op 0 zetten voordat u de gloeilampen gaat vervangen. Beschadigde gloeilampen alleen vervangen door gloeilampen met dezelfde aansluitwaarden. De nieuwe gloeilamp niet met blote vingers aanraken. Zweet en vuil, die zich bij opwarming van de gloeilamp inbranden, kunnen de levensduur van de gloeilamp bekorten. Voordat u een nieuwe gloeilamp monteert: Roestplekken van de lampfitting en de elektrische contacten verwijderen. Zo vermijdt u contactproblemen en hoge overgangsweerstanden.

Rijlichten 55/50W / 24V Positielicht 4W / 24V Werklichten 70W / 24V Richtingaanwijzer 21W / 24V Remlicht 21W / 24V Achterlicht 10W / 24V Cabinelicht 10W / 24V Zwaailicht 55W / 24V

Zwaailicht (optie)

Hendel (21, Afb. 16) indrukken en de kap (22) verwijderen.

40001358.00-nl

Afb. 16 Gloeilamp (23, Afb. 17) verwijderen en een nieuwe lamp monteren.

Afb. 17 De kap (22) terugplaatsen. De hendel (21) indrukken en de kap (22) hoorbaar vast laten klikken.

Zwaailicht, reflector vervangen

Kap (22) zoals hiervoor beschreven wegnemen. De haak (24, Afb. 18) met behulp van een kleine tang naar buiten trekken. De reflector met motor (25) kan nu volledig naar buiten worden getrokken.

Afb. 18 Nieuwe reflector met motor (25) installeren. Haak (24) monteren en de kap (22) terugplaatsen.

Zwaailicht latere installatie

Het zwaailicht wordt met 4 bevestigingselementen (1, Afb. 19) rechtsachter op het cabinedak geschroefd. De stroomtoevoer wordt verzekerd door de geprepareerde kabel door middel van stekker (2, Afb. 19).

Afb. 19

This article is from: