
3 minute read
Bedieningshendels voor uitrusting
Bedieningshendels voor uitrusting
40001303.00-nl
Afb. 1
Het verstellen van de werktuigen (Afb. 1) gebeurt hydraulisch, via de volgende hydraulische componenten: 1. Wielvluchtcilinder 2. Cilinder voor verstelling schaarkanten 3. Hydraulische motor schaardraaiwerk 4. Schaarzwenkcilinder 5. Cilinder zwenkarm-Aanslagbout 6. Schaarhefcilinder rechts 7. Schaarhefcilinder links 8. Cilinder voor verstelling snijhoek 9. Knikstuurcilinder 10. Cilinder ripper achterzijde (optie) 11. Cilinder grondschaaf voorzijde (optie)
Besturingsschema
Afb. 2
Bedieningshendels Benaming Stand Functie Symbool
61 Schaar- snijhoekverstelling 5 6 Schaarsnijhoek steiler Schaarsnijhoek vlakker
62
Schaar draaien 3 4 Schaar naar rechts draaien Schaar naar links draaien
63
Schaar uitschuiven 1 2 Schaar naar rechts uitschuiven Schaar naar links uitschuiven
64
66
71
72
74
75
76
Ripper achterzijde (optie) 7 8 Ripper achterzijde omlaag Ripper achterzijde omhoog
Knikscharnier 17 18
Grondschaaf voorzijde (optie) 9 10 Grondschaaf voorzijde omlaag Grondschaaf voorzijde omhoog
Wielvlucht 19 20
Schaar zwenken 11
12
Schaar heffen - omlaag brengen, rechts 15 16 Rechter schaarkant omlaag brengen Rechter schaarkant heffen
Schaar heffen - omlaag brengen, links 13 14 Linker schaarkant omlaag brengen Linker schaarkant heffen
Kniksturing naar links Kniksturing naar rechts
Wielvlucht naar links Wielvlucht naar rechts
Schaar naar rechts uitzwenken Schaar naar links uitzwenken
Werkhydrauliek - ijlgang
De werksnelheid van het werktuig kan door een ijlgangschakeling verhoogd worden. De volle werking van de ijlgangschakeling wordt pas bij hogere toerentallen bereikt.
Werksnelheid verhogen
De drukknopschakelaar (105, Afb. 3) indrukken. Zo lang de drukknopschakelaar (105) ingedrukt blijft, werken de aangestuurde werktuigen met verhoogde snelheid.
Zwenkarm Zwenkarmarretering
De zwenkarm voor de zwenkstoel (Afb. 4) kan in 5 standen geplaatst en gearreteerd worden. De arreteerbout wordt hydraulisch losgemaakt en door veerkracht gearreteerd.
Afb. 3
Schaar
De schaar • bezit een grote bodemvrijheid, • kan naar beide kanten ver worden uitgeschoven, • is oneindig rond 360° draaibaar, • heeft een snijhoekverstelling. • Besturing van de functies, zie het besturingsschema.
Bij het draaien van de schaar erop letten dat - de opgang naar de cabine omhoog is geklapt, - de schaar niet tegen het frame, de wielen en de spoorstangen aan stoot.
Afb. 4 Zwenkarmarretering deblokkeren: • Schaar zonder belasting aan de grond zetten. • De drukknopschakelaar (104, Afb. 5) indrukken en vasthouden. De arreteerbout wordt via een hydraulische cilinder losgemaakt.
Afb. 5 Zwenkarmarretering vergrendelen: • De drukknopschakelaar (104) kort voor het bereiken van de gewenste zwenkarmpositie loslaten. De arreteerbout vergrendelt door veerkracht.
Zwenkarm verstellen
De zwenkarm is bij loodrechte schaar in stand 4 gearreteerd (Afb. 6)
Afb. 6
Zwenkarm naar rechts verstellen
• Schaarzwenkcilinder via bedieningshendel (74,
Afb. 7) helemaal intrekken. Vervolgens de schaar via bedieningshendels (75 en 76) aan de grond zetten, zodat het hydraulische systeem ontlast wordt.
Afb. 8 • Zwenkarmarretering ontgrendelen. - Hiervoor de drukknopschakelaar (104, Afb. 5) indrukken en vasthouden, de arreteerbout springt los uit de zwenkarm. - Via de bedieningshendels (74 - 76, Afb. 8) de gewenste zwenkarmpositie 5 instellen. - Kort voor het bereiken van stand 5 de drukknopschakelaar (104, Afb. 5) loslaten, de arreteerbout klikt door de veerkracht vast.
Afb. 7 • Zwenkarmarretering ontgrendelen. - Hiervoor de drukknopschakelaar (104, Afb. 5) indrukken en vasthouden, de arreteerbout springt los uit de zwenkarm. - Via de bedieningshendels (74 - 76, Afb. 7) de gewenste zwenkarmpositie 1, 2 of 3 instellen.
Kort voor het bereiken van de gewenste positie de drukknopschakelaar (104, Afb. 5) loslaten, de arreteerbout klikt door de veerkracht vast.
Zwenkarm naar links verstellen
• Schaarzwenkcilinder via bedieningshendel (74,
Afb. 8) helemaal uitschuiven. Vervolgens de schaar via bedieningshendels (75 en 76) aan de grond zetten, zodat het hydraulische systeem ontlast is.
Wielvlucht
De hydraulisch verstelbare wielvlucht (Afb. 9) wordt geregeld via bedieningshendel (72, Afb. 10): Stand 19 = wielvlucht naar links verstellen Stand 20 = wielvlucht naar rechts verstellen.
Afb. 9 Afb. 10 De verstelling van de wielvlucht bewerkstelligt: • een kleinere draaicirkel, • compensatie van de bij het afgraven optredende zijdelingse afschuiving, • betere grip op de grond. Als de wielvlucht bij volledig naar binnen gestuurde wielen wordt versteld, draait het stuurwiel iets terug.