3.3 Hoe kom ik tot een meer volwassen gedragspatroon? Zoals hoger gezegd, zijn wij evolutionaire zwartkijkers. Evolutionair gezien zijn wij namelijk vooral ingesteld op zogenaamd negatieve reacties als angst of woede. Net zoals bij dieren het geval is, liggen die reactiepatronen, de zogenaamde fight or flight reacties, altijd klaar. Dat is begrijpelijk: wie niet angstig genoeg was, maakte niet veel kans in de struggle for life. Een te zachtzinnige aanpak leidde onherroepelijk tot een dure les: het einde van het bestaan. We komen dan ook ter wereld met een instelling die door de evolutie is ingesteld op overleven. Dat is onze default instelling, onze fabrieksinstelling. Voor de overleving in de natuur is het belangrijk de talloze gevaren en vijanden niet te onderschatten. Deze archaïsche patronen zijn nog steeds in ons aanwezig. Vaak wordt dit ook ‘het kind’ in ons genoemd. Voor het kind in ons krijgt elk probleem al snel de dimensie van een bedreiging voor de overleving. Een kind reageert met paniek als mama de kamer verlaat. Het kan die ‘stoute’ mama zelfs een schop geven als ze terugkomt. Voor een kind is verlaten worden immers een bedreiging voor zijn overleving. Een kind leeft inderdaad in een reële afhankelijkheid en kan onmogelijk alleen overleven, net zoals een jong dier onmogelijk kan overleven als het uit het nest gestoten wordt. Een kind lacht en is blij als het krijgt wat het wil en is kwaad als het niet krijgt wat het wil. Mama is lief of mama is stout. Hoewel deze patronen ons hielpen om te overleven, dragen ze niet bij tot ons gelukkig-zijn als volwassene. Daartoe is het nodig onze default instelling aan te passen en te personaliseren. Om gelukkig te zijn is het vooral nodig meer volwassen gedragspatronen aan te leren en te ontwikkelen en met onze kinderlijke reactiepatronen tot een modus vivendi te komen. Deze laatste zullen immers nooit verdwijnen en zijn altijd snel om de kop op te steken. Een volwassene kan om te beginnen leren inzien dat verlaten worden niet levensbedreigend is, dat hij niet meer op dezelfde manier afhankelijk is, en dat hij in wezen altijd alleen is. Leren volwassen zijn is leren alleen zijn. Zelfs in een intieme relatie is men in wezen alleen. Wij kunnen leren volwassen, meer mature emoties te ervaren, wij kunnen ze leren componeren, net zoals wij liefde kunnen leren ‘maken’ (faire l’amour, to make love) in plaats van te wachten tot we erdoor overvallen worden (tomber amoureux, to fall in love). Een kind wacht tot het liefde krijgt. Een volwassene maakt liefde. Een volwassene begrijpt dat de werkelijkheid niet ‘lief’ en niet ‘stout’ is. Hij begrijpt dat dat reacties op zijn eigen voorstellingen van de realiteit zijn en dat hij zich in principe dus altijd goed kan voelen. Wie in liefde leeft, kan zich altijd goed voelen zonder iets of iemand te moeten veranderen. Het volstaat zich bewust te worden van het eigen potentieel van goed-voelen en zich op die manier te bevrijden van alle vormen van lijden en van de drang tot controle van anderen en van de wereld. De interne bron van goed-voelen is in elke mens altijd aanwezig, net zoals het licht en de warmte van de zon er altijd zijn, ook als we ze niet zien, zelfs in de meest barre omstandigheden en zelfs als de wolken van onze archaïsche emoties ze tijdelijk verbergen. Elk moment van goed-voelen, i n het heden of in het verleden, ook al is het van korte duur geweest, wijst ons een weg naar onze interne bron van goedvoelen. Zich een dergelijk moment terug voor de geest halen, kan ons helpen ons terug bij onze bron te brengen. Wij hoeven dus niet te wachten tot wij nog eens een moment van goed-voelen mogen ervaren, maar wij kunnen het uit onszelf doen ontstaan. Een volwassene heeft de emotionele intelligentie en de emotionele onafhankelijkheid om zijn eigen realiteit te creëren. (zie verder mijn eerdere boek De Strategie van het Geluk70) 70
Gerbert Bakx. De Strategie van het Geluk. Antwerpen: Witsand, 2011.
80





































