
9 minute read
3.1 Wat zijn emotionele patronen?
3 EMOTIONELE PATRONEN
O, who can hold a fire in his hand by thinking on the frosty Caucasus? Or cloy the hungry edge of appetite by bare imagination of a feast? Or wallow naked in December snow by thinking on fantastic summer’s heat?
Advertisement
WILLIAM SHAKESPEARE, RICHARD II, ACT I, SCENE 3
*** Het lichaam kan gekwetst worden. Het lichaam is immers een materieel ding. 'Psychische kwetsbaarheid' is echter een metafoor. Er is geen echte psychische 'kwetsbaarheid' omdat de psyche of geest niet iets is dat gekwetst zou kunnen worden. Het is geen materieel ding. Er is alleen maar de angst voor realiteiten die zo moeilijk zijn dat het is alsof men erdoor 'gekwetst' wordt. Het idee van 'kwetsbaarheid' heeft mogelijk te maken met het evolutionaire gegeven dat men in de natuur maar beter geen onzekerheid kan tonen, want als wilde dieren angst ruiken, slaan ze toe.
*** Angst gaat echter niet weg door ze 'te durven tonen', ze.'te delen' of ze te 'uiten'. Met angst kun je alleen op een volwassen manier leren omgaan. Een volwassene is voorzichtig maar niet angstig. Angst is de handtekening van het kind. Voorzichtigheid is de handtekening van de volwassene.
*** Het omgekeerde van kwetsbaarheid is weerbaarheid, veerkracht of resiliëntie. Resiliëntie stond aanvankelijk voor het vermogen van een systeem om bepaalde veranderingen op te vangen zonder zijn functie en structuur te verliezen. Mentale veerkracht heeft, net als het immuunsysteem, uitdagingen en blootstelling nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.
*** Het paradoxale is dat hoe meer mensen het idee hebben die veranderingen ongeschonden te hebben overleefd en dus hoe minder zij last hebben van stress of angst, hoe minder zij geneigd zullen zijn het systeem te veranderen. Hoe meer zij geplaagd worden door stress of angst, hoe groter de bereidheid om het systeem te veranderen.. Met andere woorden: individuele weerbaarheid komt de weerbaarheid van de groep niet noodzakelijk ten goede en kan die zelfs in de weg zitten. Hoe meer resiliëntie bij de individuen, hoe minder de weerbaarheid van de groep. Dat is een echte resiliëntie-paradox.
3.1 Wat zijn emotionele patronen?
Het brein reageert niet op de wereld zoals ze is. Het brein reageert op zijn constructie, zijn voorstelling, zijn verwachting van wat waarnemingen betekenen. Emoties zijn het resultaat van snelle en onbewuste van informatieverwerking en evaluatie, van denken dus, met het oog op de overleving en de voortplanting. Ze zijn niet bedoeld als instrumenten van waarheidsvinding. Pas veel later in de evolutie is de mogelijkheid van bewuste informatieverwerking ontstaan. Dat is de vorm die wij denken noemen omdat die bewust verloopt.
Wij 'lezen' niet de emoties van anderen zoals we woorden op een pagina lezen, we maken voorstellingen en beoordelingen op grond van signalen die we bij anderen zien en proberen er een betekenis aan toe te schrijven. Het zijn dus oordelen die helemaal fout kunnen zijn. De emoties die wij bij anderen denken te zien, zijn in grote mate het gevolg van onze oordelen. Wij zijn de architecten van onze ervaringen. Wij zijn verantwoordelijk voor onze ervaringen, omdat wij de vrijheid hebben ze te veranderen.
Onze emoties beschouwen we doorgaans als zeer persoonlijk. Toch stelt wie even om zich heen kijkt al snel vast dat emoties zich doorgaans in vaste, geijkte patronen blijken voor te doen. Alle angstige mensen zeggen in grote lijnen hetzelfde, alle boze mensen zeggen in grote lijnen hetzelfde, alle depressieve mensen zeggen in grote mate hetzelfde en ook alle verliefde mensen zeggen in grote mate hetzelfde. Onze emoties lijken helemaal niet zo persoonlijk te zijn als we denken.
Emoties als angst en boosheid zijn uitingen van evolutionaire reacties en patronen die in ieder van ons aanwezig zijn. Zij horen bij de zogenaamde vecht- of vluchtreacties (fight or flight). Elk dier is in wezen angstig omdat angst in de evolutie nuttig was voor de overleving. Dieren worden immers voortdurend, talloze keren per dag, in hun overleving bedreigd en alleen dieren die voldoende angstig waren, konden overleven. Alle dieren kunnen ook agressief zijn, omdat ook agressie bijdraagt tot de overleving. Dieren hebben immers geen andere mogelijkheden om belangenconflicten in verband met territorium, voedsel, partners, enz. te regelen. Het evolutionaire spel is louter op voortbestaan gericht, niet op individueel welzijn.
In al deze gevallen blijkt het om min of meer stereotiepe reactiepatronen op gebeurtenissen te gaan. Deze patronen hoeven we niet aan te leren, ze zijn al in ons aanwezig. We hoeven een kleuter bijvoorbeeld niet aan te leren hoe hij zich boos moet maken. Men gaat ervan uit dat het om een relatief klein aantal basisemoties gaat, sommigen beweren vier, anderen zeggen zes of acht. Vanuit dit beperkte aantal basisemoties kunnen wij echter een haast onbeperkt aantal emoties componeren. Het is alsof wij over een muziekinstrument beschikken, bijvoorbeeld een viool. Hoewel een viool slechts vier snaren heeft, zijn er toch al eindeloos veel melodieën voor de viool gecomponeerd en de mogelijkheden zijn nog steeds niet uitgeput. Nog steeds schrijven componisten nieuwe melodieën. Zo kunnen wij ook met een alfabet van slechts 26 letters een eindeloos aantal woorden en zinnen en verhalen schrijven. Op dezelfde manier kunnen wij vanuit een klein aantal onveranderlijke emotionele basispatronen toch een schier eindeloos repertoire aan levenservaringen componeren.

Het gaat blijkbaar dus om evolutionaire patronen die in ieder van ons aanwezig zijn en in bepaalde omstandigheden met een eigen dynamiek en een eigen energie geactiveerd kunnen worden. Het feit dat mensen in gelijkaardige omstandigheden toch verschillend
Er zijn meer dingen die ons kunnen reageren, toont aan dat die reacties veel meer met de beangstigen dan die ons schade betrokkene zelf te maken hebben dan met de toevallige uiterlijke berokkenen en wij lijden meer in omstandigheden of gebeurtenissen. In vele gevallen waarin de de verbeelding dan in de realiteit. mens zich kwaad of angstig maakt, gaat het bovendien om SENECA ingebeelde realiteiten. Seneca zei reeds: ‘Er zijn meer dingen die ons beangstigen dan die ons schade berokkenen en wij lijden meer in de verbeelding dan in de realiteit.’ Zo bestaan gebeurtenissen in het verleden niet meer, tenzij als gedachte in het bewustzijn, terwijl ook de toekomst nog niet bestaat, tenzij als gedachte in het bewustzijn. Soms wordt dan ook gepoogd dergelijke gedachten weg te wuiven als ‘alleen maar inbeelding.’ Dat is evenwel een grove onderschatting van het belang van inbeelding. Onze emoties kunnen namelijk geen onderscheid maken tussen echte realiteiten die hier en nu aanwezig zijn en

ingebeelde realiteiten die ‘alleen maar’ in onze inbeelding bestaan. Beangstigende inbeeldingen leiden tot ‘echte’ angst en erotische inbeeldingen leiden net zo goed tot seksuele opwinding als ‘echte’ erotische situaties. Voor onze emoties zijn ingebeelde realiteiten net zo ‘echt’ als ‘echte’ realiteiten. Dat verklaart bepaalde emotionele reacties als men zich bijvoorbeeld bepaalde voorvallen uit het verleden of bepaalde mogelijkheden in de toekomst voor de geest haalt. Inbeeldingen van gebeurtenissen in het verleden of in de toekomst gaan immers altijd gepaard met een bepaalde betekenis, een bepaald verhaal, een bepaalde verpakking, en het is die betekenis die oorzaak is van de emotie, niet de feitelijkheid als dusdanig. De mens is een symbolisch dier en wij leven meer met verhalen dan met de realiteit. Wij leven niet met de realiteit, wij leven met ons idee van de realiteit. Wij leven niet met een partner, wij leven met ons idee van een partner. Zo leven wij ook niet met onszelf, wij leven met het idee van onszelf. Het zijn de verhalen in ons hoofd die onze emoties bepalen. Ook het ‘ik’ zelf is in laatste instantie een idee, een verhaal. Het is precies de
Wat wij ervaren is in werkelijkheid verhalenverzinnende instantie in ons. Het is ons narratief onze geestestoestand, naar buiten zwaartepunt, dat even fictief en tegelijk even reëel is als het geprojecteerd op een scherm fysische zwaartepunt van een fysisch object. Nietzsche noemde genaamd ‘de wereld’. de mens een ‘waanzinnig dier’ omdat hij meer met ’wanen’,
Het ego projecteert films van angst, d.w.z. inbeeldingen en verhalen leeft dan met de feitelijke conflict en oorlog. realiteit. Daardoor is de mens niet alleen in staat tot creativiteit Liefde projecteert films van en tot grootse dingen, maar ook tot morele handelingen. Veel vereniging en verbinding. van wat wij als ‘elementaire’ menselijke morele eigenschappen GERALD G. JAMPOLSKY beschouwen, komt in de natuur namelijk niet voor. Zo zijn gelijkheid en rechtvaardigheid geen natuurlijke eigenschappen maar slavernij, misleiding en uitbuiting wel. Het evolutionaire spel heeft niets te maken met onze geestelijke individualiteit en onze menselijkheid. Het heeft geen morele dimensie en is ook niet bedoeld voor individueel geluk. De morele dimensie is precies de menselijke dimensie. Daarin is de mens uniek maar, zoals Freud opmerkte, de prijs die hij daarvoor betaalt is zijn grote vatbaarheid voor neurosen en voor lijden.

Onze emoties kunnen enigszins vergeleken worden met onze spieren. Hoe sturen we onze spieren om een bepaalde beweging uit te voeren? Gewoon door in onze mentale ruimte een bepaalde intentie te formuleren, waarna we er gewoon op vertrouwen dat onze spieren onze intenties zullen uitvoeren. Hoe zouden we anders een trap kunnen oplopen? Hoe kunnen we onze emoties sturen? Door intentioneel bepaalde beelden op te roepen of de realiteit bewust op een bepaalde wijze te gaan zien! We maken ons angstig door beangstigende beelden van de realiteit op te roepen. We maken ons kwaad door kwaadmakende beelden van de realiteit op te roepen. We maken ons blij door vreugdevolle beelden van de realiteit op te roepen. In principe zouden we dus op elk ogenblik elke emotie kunnen ervaren die we maar willen. De grote psycholoog en filosoof William James (1842-1910)zei het zo: ‘Als je een eigenschap wilt, doe dan alsof je ze al hebt.’66 Zelfs in een toestand van depressie kunnen we ons oefenen in het oproepen van goede ervaringen. We kunnen dus ook op elk ogenblik de emoties van bewondering, dankbaarheid, mededogen en vreugde leren voelen. Dat zijn de emoties die in het boeddhisme de ‘grote emoties’ worden genoemd, in tegenstelling tot de ‘kleine emoties’ als angst, kwaadheid, jaloersheid, schuldgevoelens, irritaties, enz. Deze technieken worden niet alleen in het boeddhisme gebruikt,67 maar
66 Geciteerd in Richard Wiseman. Rip it up. The radically new approach to changing your life. New York: Macmillan, 2012. Het gegeven dat een bepaalde gelaatsuitdrukking de bijhorende emotie oproept, werd ook door onderzoek van Paul Ekman en zijn medewerkers bevestigd. Ook zogenaamde lachmeditaties berusten op dit effect. 67 De zogenaamde hartmeditatie en het beoefenen van metta of van liefdevolle vriendelijkheid zijn voorbeelden van hoe een bewuste intentie een ervaring van welzijn kan creëren.
ook in bijv. NLP waar men dan over ‘herkaderen’ spreekt, d.i. een wijziging van perceptie. Het idee is dat men altijd een kader kan vinden dat inspirerend en empowerend is, een kader dat ons groter maakt.
Figuur 4 stelt dit hele proces overzichtelijk voor: gebeurtenissen in de buitenwereld of in de binnenwereld (d.i. inbeeldingen) worden in een intern proces (formatering, transformatie, symbolisatie…) van een bepaalde kleur en betekenis voorzien, waardoor bepaalde emoties en ervaringen opgeroepen of geactiveerd worden. Onze emoties worden dus niet door de omstandigheden of door anderen bepaald, maar door onze eigen interne betekenisgeving.







