
6 minute read
3.2 Wat moet ik verstaan onder ‘emotioneel zelfmanagement’?
3.2 Wat moet ik verstaan onder ‘emotioneel zelfmanagement’?
Onze emoties zijn uitvoerende instanties. Het zijn onze dienaren. Zij reageren altijd op onze intenties en doen altijd wat wij ze vragen. Alleen begrijpen we niet altijd goed hoe we dat doen. Alle emoties die men zich als mogelijkheid kan indenken, kan men ook ervaren en in principe kunnen wij op elk moment elke emotie ervaren die wij maar willen door ons een omstandigheid in te denken waarin die emotie zou worden uitgelokt. Op die manier verwerven wij een emotionele maturiteit en autonomie. Daarin zullen sommigen natuurlijk virtuozer zijn dan anderen. Niet iedereen is een Bach of een Mozart van de emoties en van de levenservaringen. Maar iedereen kan leren zijn mogelijkheden eleganter en met meer wijsheid te gebruiken. Wij ervaren immers altijd alleen maar onszelf, onze eigen mogelijkheden en realiteiten, de gevolgen van onze eigen inkleuring van gebeurtenissen in de buitenwereld. (fig. 4)
Advertisement
Het begrijpen van de bron en het ontstaan van emoties en ervaringen is een essentiële stap om te leren er anders mee om te gaan. Hoewel het intuïtief logisch lijkt te proberen woede of angst te ‘bestrijden’ of zelfs te ‘overwinnen’, zijn strijd en verzet een soort negatieve aandacht waardoor de woede of de angst alleen maar gevoed en vergroot zullen worden. Emoties zijn als een jengelend kind. Als u probeert het te ‘bestrijden’ of te ‘overwinnen’, zal dat alleen tot meer jengelen leiden. Uiteindelijk zult u het kind moeten aanvaarden en de nodige aandacht schenken. Dan zal het kind zich gehoord voelen en u niet langer lastig vallen. Ook onze emoties kunnen we alleen tot rust brengen door ze te aanvaarden en er de nodige aandacht aan te geven (het zogenaamde ‘luisteren naar emoties’). Plato had reeds opgemerkt dat emoties goede dienaren zijn maar slechte meesters. Een goed meester beklaagt zich niet over zijn dienaren maar leert de taal om ze in de goede richting te leiden.
Elke emotie en elke ervaring heeft een interne structuur. Wie angstig is, is angstig vanwege een interne voorstelling.
Zoals hoger gezegd, worden onze emoties niet bepaald door wat zich in de buitenwereld voordoet. Gebeurtenissen in de buitenwereld zijn gewoon feitelijkheden. Onze emoties worden niet bepaald door deze feitelijkheden maar door ons intern proces, met name de manier waarop wij die feitelijkheden in ons bewustzijn ensceneren en betekenissen geven, onze mentale theatralisering, de serene, komische of hysterische symbolisering en dramaturgie in het theater van ons bewustzijn. Elke emotie en elke ervaring heeft een interne structuur. Wie boos is, is boos op een interne voorstelling. Wie angstig is, is angstig vanwege een interne voorstelling. Wie gelukkig is, is gelukkig vanwege een interne voorstelling (zie fig. 4). Elke emotie en elke ervaring is dan ook een uitnodiging om die interne structuur, dat interne proces beter te leren kennen en dus bewuster te gaan leven. Door het bewustzijn heeft de mens de mogelijkheid tot emotionele intelligentie, d.i. het intelligent omgaan met interne voorstellingen en emoties. Dat betekent niet meer of niet minder dan het in handen nemen van het interne proces, de interne regie, de interne dramaturgie. Wie het voorgaande goed begrepen heeft, kan een soort strategie van reverse engineering gaan toepassen. Als men bij een bepaalde levenservaring de buitenwereld uit het plaatje wegneemt, kan men zich de vraag stellen: hoe ben ik erin geslaagd, hoe heb ik het aan boord gelegd om mij zo te voelen? Hoe heb ik dit voorval ingekleurd en verpakt? Welk plaatje heb ik in mijn hoofd gehad waardoor ik mij zo ben gaan voelen? Wat heb ik gedacht, wat heb ik mij ingebeeld en voorgehouden? Welke film heb ik geprojecteerd? Gaat deze film over het heden, over het verleden of over de toekomst? In een tweede fase kan men zich afvragen hoe men het voorval anders zou kunnen verpakken om tot een gewenst resultaat in termen van beleving te komen. Dat is de omgekeerde weg dan de gebruikelijke. In plaats van op grond van een bepaalde beleving naar een oorzaak (of ‘schuldige’) in de buitenwereld te gaan zoeken,
wordt een intern proces op gang gebracht om tot een ander en meer gewenst resultaat te komen. Daarbij is het goed om te beginnen met een soort neutrale attitude. Beschouw uzelf als een bezoeker aan deze planeet, als een student van deze soort, als een antropoloog. Een antropoloog kijkt met belangstelling en verwondering naar anderen. Een goed antropoloog verklaart zich niet gekwetst of afgewezen bij wat die anderen doen. Het gaat namelijk niet om zijn emoties maar om het begrijpen van anderen. Hij is geïnteresseerd, onderzoekt en vraagt zo nodig toelichting. Dat is de antropologische houding, die uiteindelijk ook een filosofische houding is.

Vervolgens kan het gewenste resultaat als uitgangspunt worden genomen. Daarbij kan het boeddhistische idee voor ogen worden gehouden dat lijden altijd het gevolg van een misverstand is. Volgens het boeddhisme lijdt een wijs mens namelijk niet. Dat is overigens ook de benadering van het bekende herkaderen (reframing) in NLP.68 Er moet altijd een
Als we gedachten en gevoelens manier (een ‘kader’) zijn om een voorval zodanig te bekijken en te kunnen gewaarworden zonder ‘verpakken’ dat er op zijn minst een interessante en leerzame afkeer en zonder gehechtheid, beleving ontstaat in plaats van een lijden. Als die manier van kunnen ze door ons bewegen zoals kijken bestaat, dan moet ze ook te vinden zijn. Dit soort
het weer dat verandert. We zijn
gedachtegang brengt het brein in een creatieve modus. Vragen
dan vrij om ze te voelen en we
kunnen verder bewegen als de stimuleren ons brein immers tot het zoeken van antwoorden, in wind. tegenstelling tot oordelen die het brein afsluiten. Als men op een
JACK KORNFIELD (1945 - ) bepaalde gebeurtenis het etiket ‘trauma’ of ‘verlies’ of ‘zware klap’ kleeft, dan heeft het brein niets verder te doen. Het oordeel is geveld, de zaak is duidelijk en afgesloten. Maar als men de hoger gestelde vragen stelt (‘Hoe heb ik het aan boord gelegd om…?’) dan wordt het brein geprikkeld om te gaan zoeken. Dat opent onze nieuwsgierigheid en onze creativiteit. Vragen activeren verschillende hersengebieden, verhogen onze fantasie, oefenen het geheugen en verhogen de tegenwoordigheid van geest. Als we de vraag stellen ‘Wie is de schuldige die mij dit heeft aangedaan?’ dan hoort het brein de opdracht een schuldige te gaan zoeken. Het brein zal dat dan ook gaan doen en zal al spoedig met een antwoord voor de dag komen. Als we echter de vraag stellen: ‘Hoe heb ik het klaargespeeld om…?’ Dan zal het brein een ander antwoord zoeken en vinden.69 Een oorzaak (of ‘schuldige’) in de buitenwereld zoeken lijkt ‘intuïtiever’ en is altijd gemakkelijker dan in eigen boezem te kijken. Maar daarmee doen we zoals de man die zijn verloren sleutel onder de verlichtingspaal ging zoeken omdat het daar licht was, hoewel hij wel wist dat hij de sleutel in een donkere steeg verloren was…

Als iemand uw lichaam aan een toevallige voorbijganger zou willen toevertrouwen, zoudt gij vertoornd zijn. Maar dat gij uw eigen macht aan een toevallige voorbijganger toevertrouwt, zodat deze macht vervormd en krachteloos wordt, schaamt gij u daar niet over? EPICTETUS (50-138)
68 Neurolinguïstisch Programmeren. Er is een uitgebreide literatuur over NLP. Zie bijv. Sue Knight. NLP at Work. London: Nicholas Brealey Publishing, 2002. Bandler, Richard & Grinder, John. Trance-formation. Utah: Real People Press, 1981. Derks, Lucas & Hollander, Jaap. Essenties van NLP. Utrecht: Servire, 1996. 69 Dat is de basis van de methode van ‘Appreciative Inquiry’ van David Cooperridder.






