6 minute read

2.8 Ik weet niet wie ik ben. Hoe kan ik weten wie ik echt ben?

2.8 Ik weet niet wie ik ben. Hoe kan ik weten wie ik echt ben?

Niemand van ons weet wie hij echt, diep, werkelijk, authentiek … is. Je weet alleen hoe je als gevolg van de talloze aangeleerde overtuigingen en patronen van denken en handelen tot dusver geweest bent. Je ouders en je opvoeding hebben een prototype van je gemaakt. Dat is ‘Ikzelf, versie 1.0’. Die versie 1.0 kun je leren kennen zoals je elk mens leert kennen: door te luisteren naar wat je zegt en (vooral) door te kijken naar wat je doet. De belangrijkste vraag is dan niet hoe dat zo gekomen is, maar wel: wil je zo verder doorgaan? Ben je van plan zo te blijven of wil je voortaan een andere versie van jezelf neerzetten? Een turbo-versie? Een versie 2.0 of 3.0?

Advertisement

Al die versies ben je nochtans heel echt. Je bent namelijk altijd echt. Zelfs als je redenen zou hebben om je ‘onecht’ voor te doen, zou dat ‘echt’ zijn wat je op dat ogenblik wil zijn! De vraag is dus niet zozeer wie je echt bent, maar wel wie je wil zijn! De vraag is wat de waarden en overtuigingen zijn waar je wil voor staan. Je moet immers niets. Een volwassene moet niets, ongeacht wat anderen ook denken of verwachten. Moeten en mogen zijn woorden uit de kinderwereld en de kindertaal. Een kind wordt verplicht om dingen te doen en heeft daarbij geen keuze. Maar een volwassene moet niets en heeft altijd keuze. Er zijn allicht keuzes die men niet wenst te maken, maar dat neemt niet weg dat het keuzes zijn. Die vrijheid is de basis van creativiteit. Een volwassene handelt niet omdat hij iets moet of mag, maar omdat hij kiest en bepaalde beslissingen neemt op grond van waarden en redelijkheid. Een volwassene leeft (in principe) waardegericht. Alleen kinderen (en sommige volwassenen) die de redelijkheid van bepaalde beslissingen nog niet kunnen inzien, moeten in hun eigen belang verplicht worden tot bepaalde keuzen. Kinderen mogen bijv. niet alleen maar dingen eten die zij lekker vinden, zij moeten ook dingen eten die goed en voedzaam zijn, ook al begrijpen ze dat nog niet. Een volwassene eet bepaalde voedingsmiddelen omdat hij weet dat die gezond zijn. Een volwassene rijdt rechts en betaalt belastingen omdat hij de redelijkheid van het verkeersreglement en van het betalen van belastingen inziet en begrijpt dat dit in ieders voordeel is, niet omdat hij verplicht moet worden…

De vraag is dan ook niet zozeer te vinden wie je bent, maar te worden wie je wil zijn. Een mens is niet het product van omstandigheden maar van keuzes en beslissingen. Elke dag is er de keuze om in een opgewekte stemming of in een sombere stemming te zijn. Telkens er iets gebeurt, is er de keuze om slachtoffer te zijn of om van het gebeuren iets te leren. Elk mens die over zichzelf nadenkt, vindt in zichzelf een haast onoverzichtelijk landschap van verlangens, angsten, waarden, belangen, betrokkenheden, deugden en kwaliteiten. Het kan moeilijk zijn daarin de weg niet te verliezen en het is verleidelijk te gaan denken dat dat komt omdat men niet weet wie men is. De mens is gewoon dat geheel van mogelijkheden, ook al zijn die onmogelijk allemaal tegelijk te realiseren en zal de mens dus een keuze moeten maken aan welke waarden en aan welke verlangens hij de voorrang zal geven. Tussen alle mogelijke verlangens die de mens in zichzelf aantreft, moet hij een keuze maken en zich met één of enkele van die verlangens identificeren, ze tot de zijne maken, ze ter harte nemen. Dat is een positieve vrijheid. Die opdracht is nooit netjes afgewerkt. Het leven is altijd slordig. Het leven werkt niet met nette, bureaucratische oplossingen. Men leert al doende. De mens vaart op een schip dat hij altijd weer moet verbouwen, maar waar hij tegelijk ook altijd moet mee varen.

Hoger werd de mens omschreven als een vluchtig patroon dat doorstroomd wordt door maatschappelijke, culturele en technologische krachtenvelden. Die zijn als de zwaartekracht: je kan er niet aan ontsnappen. Meer nog: je hebt ze nodig. Het is juist dankzij de zwaartekracht dat de mens zich kan verplaatsen en zelfs kan vliegen. Het is dan ook tegen de achtergrond van die krachtenvelden dat de

De vraag is niet zozeer wie je bent, maar wel wie je wil zijn.

mens het eigen leven vorm moet geven. Dat is de constructie van het denkbeeldige personage dat ‘ik’ heet en dat meer uitgevonden dan gevonden moet worden. 40

In de posttraditionele, neoliberale maatschappij ligt de nadruk vooral op de vrijheid van het individu. Maar wie vrij is van de zwaartekracht, bevindt zich in een staat van gewichtloosheid en kan zich niet meer positioneren. Hij heeft geen ijkpunten meer en tolt in een lege ruimte als een astronaut die het contact met zijn moederschip is kwijtgeraakt. Dat is het beeld van de moderne mens, die van alles vrij is. Maar het is een negatieve vrijheid, een vrijheid van. Hij weet zijn vrijheid niet te vertalen in een vrijheid tot. Hij weet zijn vrijheid niet te gebruiken om iets positiefs tot stand te brengen en vervalt dan maar in een commerciële lifestyle. De opdracht van de mens in deze laatmoderne tijd is dan ook zijn vrijheid te leren gebruiken om een positieve vormgeving van het leven te creëren.

Onze psychologische realiteit, onze ervaring van wie wij op dit ogenblik zijn en hoe wij in de wereld staan, kunnen wij niet zo goed in abstracte, algemene concepten weergeven, maar kunnen wij het gemakkelijkst vatten en begrijpen in een beeld, een metafoor in de vorm van een uitspraak als: “Ik voel mij als…” Vaak zal een dergelijk beeld onbewust zijn. Dat neemt niet weg dat het onze kijk op onszelf en op de wereld bepaalt. Het loont dan ook de moeite bewuster met deze beeldvorming om te gaan. Wie zichzelf bijv. omschrijft als een gevangene, zal dat als zijn beleefde, psychische realiteit ervaren. Dat is de psycho-logica, ongeacht hoe rationeel of logisch die uitspraak verder ook moge zijn. Voor wie zichzelf omschrijft als iemand die verloren is in de mist of die zijn ‘roots’ kwijt is, zal dat de realiteit zijn.

Daarom is het belangrijk een positief beeld, een visie voor de toekomst te ontwikkelen. Dat is een vorm van zelfleiderschap die essentieel is voor een creatief, scheppend leven. De mens wordt immers meer bepaald door zijn beeld van de huidige en toekomstige mogelijkheden dan door de gebeurtenissen in het verleden. Levenslust en enthousiasme zijn het gevolg van het geloof in een heden en een toekomst met vele mogelijkheden. Depressie is het gevolg van het geloof dat de toekomst geen mogelijkheden meer te bieden heeft. Het geloof dat er geen verdere mogelijkheden meer zijn, komt neer op een existentiële dood. Alleen bij de dood zijn er immers inderdaad geen verdere mogelijkheden meer. Zo lang men leeft, zijn er altijd nog mogelijkheden. Het is dan ook nuttig u af te vragen hoe u uzelf in de toekomst wil gaan zien? Wil u uzelf als een kwetsbare, kleine, bange muis blijven omschrijven? Gelooft u misschien dat dat uw lot is of dat u geen andere keuze hebt? Dan zult u een andere levenservaring tegemoet gaan dan iemand die zichzelf ziet als een adelaar die in zijn vlucht niet gestoord wordt door het geblaat van schapen of het gebalk van ezels…

Ben jij het beperkte, gemankeerde wezen waar je gedachten je in willen laten geloven? Of ben je het bewustzijn dat vrij is van deze gedachten, de ruimte waarin deze gedachten komen en gaan? ERIK VAN ZUYDAM

40 Zie: Joep Dohmen, Brief aan een middelmatige man. Amsterdam: Ambo, 2010. Zie ook: Joep Dohmen, Over Levenskunst. De grote Filosofen over het Goede Leven. Amsterdam: Ambo, 2002. Zie ook: Peter Bieri, Het Handwerk van de Vrijheid. Over de ontdekking van de eigen wil. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2006. Zie ook: Gerd B. Achenbach, De Filosoof en het Leven. Rotterdam: Lemniscaat, 2002.

This article is from: