
7 minute read
4.1 Wat is de oorzaak van ons gedrag? Waarom doen mensen wat ze doen?
4 GEDRAGSPATRONEN
*** Ὀρθός, μὴ ὀρθούμενος Rechtop staan, niet rechtop gehouden worden.
Advertisement
*** A true master is not someone you can rely on, but someone who delivers you from the need to have someone to rely on.
*** Kijk eens naar vredig spelende mensen. Maar werp er een scheiding, vastgoed, geld, een erfenis, een aantrekkelijke vrouw of een voetbal tussen en je krijgt ruzie en oorlog." De twist tussen Hera (Juno), Pallas Athena (Minerva) en Aphrodite (Venus) wegens de twistappel (van Eris) leidde tot ruzie en uiteindelijk tot de 20 jaar durende Trojaanse oorlog. Een volwassen mens is in staat tot het beste en het slechtste maar als er belangen op het spel staan vergeet hij vaak alle redelijkheid en keert terug naar de strategieën van het reptielenbrein en het prehol bewonersgedrag, of van kinderen vóór de leeftijd van de redelijkheid.
Het bewustzijn, dat uniek is voor de mens, stelt ons in staat onze evolutionaire mogelijkheden in de juiste richting te sturen. Het heeft van de mens een uiterst efficiënte overlevingsmachine gemaakt. In tegenstelling tot dieren die niet kunnen overleven als ze uit hun biotoop worden gehaald, kan de mens inderdaad overal overleven. Dat is een rechtstreeks gevolg van de ongelooflijke menselijke mogelijkheden om nieuw gedrag te leren. Dieren kunnen alleen uit eigen ervaring leren. De mens kan, dankzij de taal, snel en gemakkelijk uit de ervaring van anderen leren. De mens kan daardoor voortbouwen op de kennis van anderen en kan originele oplossingen voor problemen bedenken, maar hij kan ook veel onheil aanrichten. Hij kan immers ook de verkeerde dingen leren. Hij is onderhevig aan het sociale spel van heersende opvattingen en overtuigingen. Ook dat is dus niet onze echte individualiteit maar is een maatschappelijk spel dat in ons gespeeld wordt…
4.1 Wat is de oorzaak van ons gedrag? Waarom doen mensen wat ze doen?
In een beroemd geworden experiment werd in een kooi met apen een ladder gezet met daarbovenop een tros bananen. Zodra echter een aap naar boven wilde klauteren om een banaan te pakken, werd een waterkraan open gedraaid en kregen alle apen een onaangename koude douche. Al spoedig leerden de apen dat ze beter niet op de ladder konden kruipen en als een bepaalde aap toch nog een poging wilde wagen, werd hem dat door de andere apen hardhandig belet. In een tweede fase van het experiment werd één van de apen in de groep vervangen door een nieuwe aap. Deze aap kende de regels nog niet en maakte al gauw aanstalten om de ladder op te klimmen om een banaan te bemachtigen. De anderen, die de gevolgen kenden, brachten de nieuwkomer echter al spoedig tot andere gedachten. Zo werden geleidelijk steeds weer nieuwe dieren in de kooi gebracht, die hetzelfde leerproces ondergingen. Uiteindelijk waren er geen van de oorspronkelijke apen meer over en waren er alleen maar nieuwe apen. Hoewel géén van deze apen ooit een douche had gekregen, hadden ze in de groep toch geleerd dat ze de
ladder maar beter konden vermijden. In dit verhaal toont zich een bepaalde evolutionaire logica: als je niet weet wat te doen, is het doorgaans verstandig te doen wat de anderen doen omdat die daartoe mogelijk en wellicht een goede reden hebben. Meelopen met de anderen is dus niet zomaar een negatieve eigenschap maar kan levensreddend zijn.
Het bovenstaande verhaal illustreert de altijd moeilijke relatie tussen wat het individu wil (een banaan pakken) en wat de omgeving wil (een koude douche vermijden). Het is ook de relatie tussen ons oude brein en ons nieuwe brein, tussen natuur en cultuur, tussen emotie en redelijkheid. Naar de manier waarop het individu door de opvoeding, de omgeving, de samenleving en de heersende cultuur beïnvloed of gemanipuleerd wordt, werd heel wat onderzoek uitgevoerd. Ook belangrijke economische en commerciële belangengroepen jagen meedogenloos op de ziel van de consument door op gewiekste wijze allerlei behoeftes te creëren. In de uitgebreide literatuur over dit onderwerp wordt dan ook vaak gesuggereerd dat onze ‘vrije keuze’ slechts een illusie zou zijn.96
Wie in een bepaald systeem geboren wordt, absorbeert er de logica van, die geïntegreerd wordt in het hoger beschreven systeem 1.97 Deze logica wordt de lens waardoor men de wereld bekijkt. De daartoe vereiste cognitieve vervorming en psychologische acrobatie (ontkenning, rechtvaardiging, verdraaiing van de realiteit) verdwijnen uit het beeld en de lens (het paradigma) wordt als normaal, natuurlijk en noodzakelijk gezien. President Kennedy merkte ooit op dat het geloof in een mythe het mogelijk maakt en het voordeel biedt een mening te hebben, zonder het ongemak te moeten nadenken. Mythen kunnen niet alleen in een individueel onbewuste ingebakken zijn, maar zijn ook verweven in het collectieve onbewuste, d.i. in de collectieve opvattingen, gewoonten, beroepen, opleidingen, instellingen, wetgeving, rechtspraak, verzekeringen, enz. Als een manier van leven een gewoonte wordt, ontstaat na verloop van tijd ook een juridisch systeem dat het wettelijk maakt en een morele code die het rechtvaardigt.

Het geloof in een mythe maakt het mogelijk een mening te hebben zonder het ongemak te moeten nadenken. J.F. KENNEDY
Door onze intuïtieve neiging tot eenvoudig, lineair, causaal denken, proberen wij altijd een duidelijke oorzaak voor het gedrag van onszelf of van anderen te vinden. Dit leidt al snel tot de vraag naar de ‘schuldige’ van een bepaald gedrag: het individu of de samenleving. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden, kan het individu kan nooit volledig onschuldig pleiten omdat hij heeft altijd keuze had. Maar ook de samenleving draagt een verantwoordelijkheid omdat zij een maatschappelijk krachtenveld vormt waarbinnen een bepaald gedrag mogelijk is. Als u van een trap valt, is het altijd omdat u een verkeerde stap hebt gezet, maar die verkeerde stap gebeurde binnen de context van de zwaartekracht die gemaakt heeft dat u gevallen bent. Wie is dan schuldig: uzelf, die de verkeerde stap heeft gezet, of de zwaartekracht, die gemaakt heeft dat u naar beneden bent gevallen? Op de ‘eenvoudige’ vraag naar de schuld is vaak geen eenvoudig antwoord te geven… 98
96 Zie bijv. de klassieker: Vance Packard, The hidden persuaders, New York: Simon and Shuster, 1957. Verder: Robert B. Cialdini, Influence. The Psychology of Persuasion. New York: Collins Business Essentials, 2007. Lindstrom, Martin. Buy-ology. Truth and Lies about Why we Buy. New York: Double Day, 2008. Read Montague, Why Choose this Book? New York: Dutton, 2006. Mark Nelissen, De bril van Darwin, Tielt: Lannoo, 2000. Mark Nelissen, Waarom we willen wat we willen, Tielt: Lannoo, 2004. Zie ook Daniel Kahneman, Thinking, Fast and Slow. New York: Farrar, Straus and Giroux, 2011. Ned. Vert: Ons feilbare denken. Amsterdam: Business Contact, 2011. 97 Zie vraag 2.2, p. 73, over emotioneel zelfmanagement 98 De vraag rijst dan ook of meer morele educatie en levenskunst noodzakelijk is, dan wel meer ‘social engineering’? In een debat tussen ex-minister Frank Vandenbrouce en de Engelse psychiater Theodore Dalrymple op 11
Toch kunnen, zoals hoger gezegd, individuen niet louter als elementaire deeltjes beschouwd worden die passief de invloed van maatschappelijke krachtenvelden ondergaan. Naarmate men meer volwassenheid, levenservaring en levenskunst verworven heeft, kan men op meer verantwoordelijke en autonome wijze nadenken en oordelen wat in een gegeven situatie het meest wenselijke gedrag zou zijn op basis van een afweging van individuele en maatschappelijke meningen, waarden, verlangens en motivaties.99 Dat is het hoger beschreven systeem 2, dat we als ‘ik’ beschouwen. Zoals gezegd is systeem 2 evenwel een beetje zuinig met zijn denkenergie en neemt het doorgaans de suggesties van systeem 1 over, waarbij het vaak zelfs nog een aantal goede redenen verzint om dit gedrag ook aannemelijk te maken, bijvoorbeeld dat er een groot verschil zou zijn tussen theorie en praktijk.100

Het belangrijkste is daarbij wat wij geloven over onszelf. Mensen worden meer beperkt door wat zij geloven dan door reële beperkingen. Als wij onszelf zien als een product van ons verleden, van onze opvoeding of van de maatschappij, dan zal dat onze realiteit zijn. Als wij geloven dat we, ongeacht de gebeurtenissen in het verleden, altijd keuze hebben, dan dat onze realiteit zijn. Aangezien we alleen deze gekleurde realiteit zien, zullen we ons zo gedragen dat onze ervaring ons gelijk geeft, waardoor de cirkel rond is. Henri Ford placht te zeggen: ‘Of je gelooft dat je iets wel kunt, of dat je iets niet kunt, meestal krijg je gelijk.’

Of je gelooft dat je iets kunt, of dat je iets niet kunt, meestal krijg je gelijk. HENRI FORD
november 2011, pleitte Dalrymple uiteraard voor het eerste en de ex-minister voor het tweede. Onnodig te zeggen dat het een dovemansgesprek was. 99 Zie Joep Dohmen & Maarten van Buuren, De prijs van de vrijheid. Amsterdam: Ambo, 2011. Zie ook Joep Dohmen, Brief aan een middelmatige man. Amsterdam: Ambo, 2010. 100 Zie Michael S. Gazzaniga. Who’s in Charge? Free Will and the Science of the Brain. New York: HarperCollins






