6.3 Wat te denken van (levens)lange gevangenisstraffen? De vraag kan gesteld worden: is het een goed idee om mensen, kinderen en volwassenen, bloot te stellen aan pijn, geweld, publieke vernedering als een manier om emotionele ontwikkeling en goed gedrag te bevorderen? Heeft deze vraag een antwoord dat er toe doet? De notie fysieke gezondheid is niet gedefinieerd en is veranderlijk. Ze is open. Maar ze is niet zinloos: het onderscheid tussen een gezond persoon en een dood persoon is duidelijk. Er kunnen verschillende manieren zijn om gezond en gelukkig te zijn. Denk over voedsel: is er één juist voedsel om te eten? Maar er is toch een duidelijk onderscheid tussen voedsel en gif. Toch zullen we niet zeggen dat er geen duidelijke waarheden zijn. Kunnen we zeggen dat liegen verkeerd is, hoewel er uitzonderingen zijn waar liegen juist is? In een schaakspel is het een regel de koningin niet te verliezen, maar in sommige omstandigheden kan het opgeven van de koningin een briljante zet zijn. Er zijn culturen waar als je dochter verkracht wordt, de eerste impuls is haar te vermoorden. In onze cultuur zijn overal bijna naakte vrouwenlichamen te zien. Is dit een piek in de beschaving? Misschien is er een evenwicht tussen deze twee uitersten.
De manier waarop een samenleving omgaat met mensen die een fout hebben begaan, is een maat en een test voor de graad van beschaving en mededogen van die samenleving. Net zoals voor individuen, geldt ook voor samenlevingen immers dat moeilijke omstandigheden de ware aard onthullen. In zijn daden heeft een dader getoond wie hij is, in haar reactie op die daden toont de samenleving wie ze is. Het idee van schuld en bestraffing heeft iets van het archaïsche, oud-testamentische beeld van een op wraak beluste god. Ons zogenaamde ‘rechtsgevoel’ is vaak inderdaad niet veel meer dan een wraakgevoel. Iemand die ons heeft doen lijden, willen wij evenzeer doen lijden, opdat wij ons ‘voldaan’ zouden kunnen voelen. Daarbij gebruiken mensen geen objectieve maatstaven maar een soort emotionele intensiteitsschaal, een ‘intensity matching’121, zodanig dat de opgelegde straf even ‘zwaar’ aanvoelt als het misdrijf, ongeveer zoals bij primitieve ruilhandel de waarde van een goed vergeleken wordt met een ander goed. Ons oude brein wil vergelding, genoegdoening op de barbaarse wijze, desnoods met een ouderwetse volksjury. Wij willen de dader zien lijden. Als aan de benadeelden (de ‘slachtoffers’) wordt gevraagd of zij wel genoegen kunnen nemen met de straf (d.i. het lijden) die de dader heeft gekregen, zal dat vaak niet het geval zijn. Sommige misdrijven kunnen immers door geen enkele straf goed worden gemaakt. Het principe ‘oog om oog, tand om tand’ was aanvankelijk dan ook een cultureel principe van matiging en beperking, d.w.z. dat de wraak niet zwaarder mocht zijn dan het aangedane leed. Het nieuwe testament brengt, net zoals bijvoorbeeld het boeddhisme, een boodschap van mededogen. Medemensen die een misstap hebben begaan, verdienen veeleer ons mededogen en onze zorg, dan onze woede en onze straf. Als een kind naar je toe komt en je een pijnlijke schop geeft, ga je toch geen wraak nemen en een schop teruggeven? Je gaat daarentegen uitleggen waarom een dergelijk gedrag 121
Zie Daniel Kahneman. Thinking, Fast and Slow. New York: Farrar, Straus and Giroux, 2011. Ned. Vert: Ons feilbare denken. Amsterdam: Business Contact, 2011.
170





































