4 GEDRAGSPATRONEN *** Ὀρθός, μὴ ὀρθούμενος Rechtop staan, niet rechtop gehouden worden. *** A true master is not someone you can rely on, but someone who delivers you from the need to have someone to rely on. *** Kijk eens naar vredig spelende mensen. Maar werp er een scheiding, vastgoed, geld, een erfenis, een aantrekkelijke vrouw of een voetbal tussen en je krijgt ruzie en oorlog." De twist tussen Hera (Juno), Pallas Athena (Minerva) en Aphrodite (Venus) wegens de twistappel (van Eris) leidde tot ruzie en uiteindelijk tot de 20 jaar durende Trojaanse oorlog. Een volwassen mens is in staat tot het beste en het slechtste maar als er belangen op het spel staan vergeet hij vaak alle redelijkheid en keert terug naar de strategieën van het reptielenbrein en het prehol bewonersgedrag, of van kinderen vóór de leeftijd van de redelijkheid.
Het bewustzijn, dat uniek is voor de mens, stelt ons in staat onze evolutionaire mogelijkheden in de juiste richting te sturen. Het heeft van de mens een uiterst efficiënte overlevingsmachine gemaakt. In tegenstelling tot dieren die niet kunnen overleven als ze uit hun biotoop worden gehaald, kan de mens inderdaad overal overleven. Dat is een rechtstreeks gevolg van de ongelooflijke menselijke mogelijkheden om nieuw gedrag te leren. Dieren kunnen alleen uit eigen ervaring leren. De mens kan, dankzij de taal, snel en gemakkelijk uit de ervaring van anderen leren. De mens kan daardoor voortbouwen op de kennis van anderen en kan originele oplossingen voor problemen bedenken, maar hij kan ook veel onheil aanrichten. Hij kan immers ook de verkeerde dingen leren. Hij is onderhevig aan het sociale spel van heersende opvattingen en overtuigingen. Ook dat is dus niet onze echte individualiteit maar is een maatschappelijk spel dat in ons gespeeld wordt…
4.1 Wat is de oorzaak van ons gedrag? Waarom doen mensen wat ze doen? In een beroemd geworden experiment werd in een kooi met apen een ladder gezet met daarbovenop een tros bananen. Zodra echter een aap naar boven wilde klauteren om een banaan te pakken, werd een waterkraan open gedraaid en kregen alle apen een onaangename koude douche. Al spoedig leerden de apen dat ze beter niet op de ladder konden kruipen en als een bepaalde aap toch nog een poging wilde wagen, werd hem dat door de andere apen hardhandig belet. In een tweede fase van het experiment werd één van de apen in de groep vervangen door een nieuwe aap. Deze aap kende de regels nog niet en maakte al gauw aanstalten om de ladder op te klimmen om een banaan te bemachtigen. De anderen, die de gevolgen kenden, brachten de nieuwkomer echter al spoedig tot andere gedachten. Zo werden geleidelijk steeds weer nieuwe dieren in de kooi gebracht, die hetzelfde leerproces ondergingen. Uiteindelijk waren er geen van de oorspronkelijke apen meer over en waren er alleen maar nieuwe apen. Hoewel géén van deze apen ooit een douche had gekregen, hadden ze in de groep toch geleerd dat ze de 126





































