Prof. Bert DECAANVANPORTRETLauwersDE Magazine van de Faculteit NR.KUIngenieurswetenschappenIndustriëleLeuven2-NOVEMBER2016 • Nieuws van de campussen • Technovation Hub • Nieuwe perspectieven voor mobiele app • Print je fiets in 3D • Faculty worldwide • Kinderuniversiteit Driemaandelijks • september-oktober-november 2016 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1









2 COLOFON ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt viermaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, Decaan FIIW Hoofdredactie: Yves Persoons Redactiesecretariaat: Martine Groffils Redactieraad: Sofie Craps, voorzitter, Greet Langie, Gert Sablon, Wim Dewulf, René Peeters, Louis Van Hoye, Rens Vervaeke, Sabine Vercruysse, Hilde Bonte Foto's: Filip Van Loock, Rob Stevens, Dirk De Roose, Birger Huysmans Redactieadres FaculteitConnectINGIndustriële Ingenieurswetenschappen WillemDecanaatde Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee 016 32 33 iiw.communicatie@kuleuven.be36 www.iiw.kuleuven.be Grafisch ontwerp: www.altera.be Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten 100% klimaatneutrale drukkerij www.vanderpoorten.be INHOUD • Woord vooraf 3 • Decaan in de kijker 4 • Campusvoorzitters in de kijker 8 • Technovation Hub 10 • Studenten in de kijker 12 • Studenten in de prijzen 14 • Docenten in de kijker 16 • Onderzoekers in de kijker 20 • Alumni in de kijker 28 • Faculty worldwide 32 • Van droom naar werkelijkheid 36 • Portret van een gedreven industrieel ingenieur 37 • Nieuws van de Alumniverenigingen 39 INGENIEUS FOTOGENIEKENDr.SofieSannenPag.30




3CONNECT ING
Steven Meeus

De Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen steekt in 2016-2017 in een nieuw kleedje, letterlijk en figuurlijk. Maar de vaste waarden blijven. Meer nog, we zetten nooit als voorheen in op onder nemerschap en innovatie. En op creativiteit en kruisbestuiving tussen disciplines. Wie had ooit gedacht dat bodemonderzoek kan leiden tot een artistiek event? Elders in dit nummer staat letterlijk: “Ons vakgebied is geen kookboek met recepten waarvan je op voorhand weet wat op je bord komt.
Gert Sablon Voorzitter Alumni Ingenieurs KU Leuven
Studenten, docenten/onderzoekers en ondernemers. Dit samenspel is de troef én de kracht van onze faculteit. De onderzoeksprojecten en wat onze studententeams wereldwijd presteren, van de Formula Electric zonnewagen tot de ontwikkeling van slimme fietshelmen, zijn daar het levend bewijs van. De Technovation Hub is de opstap naar het ondernemerschap.
Steven Meeus Voorzitter VBI KU Leuven
Prof. Bert Lauwers Gert Sablon


Innovatie begint met zelf op zoek te gaan. Als je je eindbestemming nog vóór je vertrek kent, kun je je moeilijk een ontdekkingsreiziger noemen.”
Via Alumni Ingenieurs KU Leuven, VBI, de vereniging van de bio-ingenieurs en industrieel ingenieurs biowetenschappen en biochemie, en de lokale alumni werking op de campussen zullen we de banden met onze afgestudeerden nauwer aanhalen. De forum avonden op de Technologiecampussen De Nayer en Gent zullen daar alvast toe bijdragen. En – last but not least – is er de internationale dimensie. In dit nummer trekken we naar de USA en Canada en brengen broer en zus Watjanatepin ons naar Thailand. Prof. Bert Lauwers, Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen




EEN EENACADEMIEJAAR,NIEUWNIEUWESTART. WOORD VOORAF
1250 nieuwe studenten, een nieuwe decaan, een nieuwe administratief directeur, nieuwe campusvoorzitters, een vernieuwde beleidsploeg.
Tot de ondernemers rekenen we ook onze vele duizenden alumni industrieel ingenieurs. Je vindt hen in alle functies, in alle sectoren, bedrijven en continenten. Van Raphaël Janssens, de stichter van het Solar Team tot Sofie Sannen, de eerste vrouwelijke doctor-ingenieur van de Technologiecampus Diepenbeek die met glans de fotowedstrijd ‘Vrouw en universiteit’ won.
De samenwerking tussen onze campussen resulteert almaar meer in voorbeeldige projecten. Cross Moss is er één van, evenals de 3E-bike, waarbij niet alleen studenten, docenten en onderzoekers maar ook ondernemers actief betrokken zijn.
De nieuwe decaan schakelt nog een versnelling hoger: “We willen meer inzetten op bijkomende en nieuwe onderwijsvormen waar studenten de ruimte en ondersteuning moeten krijgen om te leren en experimenteren in een industriële context. We moeten het voortouw nemen in de oprichting van meerdere zogenaamde ‘learning factories’, een concept dat al enige jaren op de agenda staat van de Europese Commissie. En dat inmiddels ook in tal van buitenlandse universiteiten geïmplementeerd wordt.”
Als nieuwe decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen wil prof. Lauwers werk maken van de verdere uitbouw van een duurzame faculteit binnen KU Leuven. “Met meer dan 3200 bachelor- en 1500 masterstudenten zijn we sowieso al één van de grootste faculteiten van onze Alma Mater.”
Prof Lauwers liep school in Roeselare in TSO Landbouw en leek voorbestemd om zijn vader op te volgen. Tot één van zijn leraren in Roeselare het technisch vernuft van de jonge Bert opmerkte.
Bert Lauwers is opgegroeid in een WestVlaams landbouwersgezin te Gistel. Hij kent de stiel, de akkers, de gewassen en de dieren, maar ook de machines en de technologie die even belangrijk zijn in een modern landbouwbedrijf. En hij weet ook hoe je een landbouwbedrijf runt. Met kennis van zaken uiteraard, maar ook met zoveel meer vaardigheden en talenten.
Ir. Bert bleef in Heverlee actief in het Departement Werktuigkunde.
Van campusvoorzitter tot decaan In 2010 werd prof. Lauwers aangezocht om in de toenmalige hogeschool Lessius, later Thomas More, de integratie voor te bereiden van de industrieel ingenieurs in de universiteit. Drie jaar later werd prof. Lauwers campusvoorzitter van de technologiecampussen De Nayer in SintKatelijne-Waver en Geel.
PROF. BERT LAUWERS:
“Met meer dan 3200 bacheloren 1500 masterstudenten zijn we sowieso al één van de grootste faculteiten van onze Alma Mater.
“Maar we gaan ook – en vooral – voor het inhoudelijke verhaal. Ons doel is toepassingsgerichte, technologisch sterke ingenieurs vormen met zin voor initiatief, creativiteit en ondernemerszin. Ingenieurs die over de grenzen kijken van landen, continenten en disciplines. Dit alles willen we inpassen in een verscherping van het profiel van de industrieel ingenieur en een intensere samenwerking met het werkveld.” Op 1 augustus nam prof. Bert Lauwers de fakkel over van prof. Kris Willems als decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen.
Hij promoveerde tot doctor in de ingenieurswetenschappen en specialiseerde zich verder in het domein van de doorproductietechnologie.geavanceerdeGedrevenzijnpassievoortechnologie en onderwijs, richtte hij als coördinator mee FabLab-Leuven op. Fablabs of Fabrication Laboratories zijn open werkplekken waar niet alleen studenten, maar ook leerlingen middelbaar onderwijs en het brede publiek terecht kunnen om er met behulp van computergestuurde, gebruiksvriendelijke machines, hun innovatieve ideeën te kunnen waarmaken.
Als jongste telg van de KU Leuven is de faculteit er in minder dan 5 jaar in geslaagd een aantal bijzondere troeven uit te spelen: de technologie uiteraard maar ook – en vooral –het multicampusconcept, innovatie en ondernemerschap en de internationale dimensie.
“WE MAKEN VAN ONZE FACULTEIT EEN BROEDPLAATS VOOR TECHNOLOGISCHE INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP”
Hij gaf vader en moeder Lauwers de gouden raad om hun getalenteerde zoon naar de universiteit te sturen. Dus vertrok Bert vanuit Gistel naar het – toen nog verre – Leuven. In 1987 studeerde hij er af als burgerlijk ingenieur werktuigkunde met als specialiteit productie technieken en -management. Terugkeren naar het – inmiddels verre – Gistel bleek geen optie.
4 DECAAN IN DE KIJKER
“Akkoord, er zijn gastdocenten uit de industrie, er worden masterproeven in ondernemingen gerealiseerd, er is het postgraduaat innoverend ondernemen, de nieuwe Technovation Hub en tal van succesrijke teamprojecten. Toch ben ik ervan overtuigd dat we meer kunnen en nog beter. Onze faculteit moet letterlijk en figuurlijk ruimte creëren waarin studenten kunnen leren en experimenteren.”
Transitie Volgens de nieuwe decaan zit de faculteit met haar 7 campussen in een transitie fase. “Het multicampusconcept slaat hoe langer hoe meer aan, al kan er zowel in onderzoek als in onderwijs nog veel geoptimaliseerd worden.”

“Dit transitieproces is volop aan de gang en vraagt tijd. Vergeet niet dat de integratie van de opleiding in de universiteit nog maar pas 3 jaar een feit is. Om iets substantieels te verwezenlijken heb je minstens 10 jaar nodig. We mikken dus op 2025 om van onze multicampusfaculteit een hoogstaande technologische faculteit te maken, binnen KU Leuven, maar ook erbuiten: in Vlaanderen en in de wereld.” Yves Persoons
“Door te werken aan het profiel van de opleiding willen we een betere afstemming op de realiseren.”arbeidsmarkt
Profilering Wat het profiel betreft, onderschrijft de decaan de aanbevelingen van de studie ‘Industrieel Ingenieur 2020’, uitgevoerd in opdracht van de faculteit. “Door te werken aan het profiel van de opleiding willen we een betere afstemming op de arbeids markt realiseren. Een grotere focus op wat nu nog te vaak en enigszins denigrerend beschouwd wordt als ‘aanvullende vaardigheden’ is daarbij cruciaal.
5CONNECT ING

Werkveld Een andere prioriteit bestaat er volgens prof. Lauwers in de banden met de bedrijfswereld nauwer aan te halen.

“Een leeromgeving waar docenten, onderzoekers en ondernemers actief betrokken zijn bij de curricula en het leer proces van de toekomstige ingenieurs.
Opleiding en werkveld moeten naadloos in elkaar overvloeien zodat onze campussen meer dan ooit broedplaatsen worden van technologische innnovatie en ondernemerschap.”
Voorbeelden zijn: het beheersen van complexiteit, teamwork, bedrijfskundig en economisch inzicht, leadership, levens lang leren,… Het aanvullend postgraduaat innoverend ondernemen voor ingenieurs past helemaal in dit plaatje. Maar we zijn het er over eens dat dit postgraduaat niet volstaat en dat het aanleren van deze competenties deel moet uitmaken van de reguliere opleiding. Een studieduur verlenging dringt zich op. Op die manier zullen we ook onze positie in een internationale context versterken.”
Prof. Desplentere gaat alvast van start onder een gunstig gesternte. Een nieuwe campus in Brugge staat in de steigers. En werkt nu al als een magneet voor het aantrekken van nieuwe studenten. De nieuwe campusvoorzitter gaat voor vernieuwing in onderwijs en in onderzoek. Inzake onderwijs wil hij inzetten op creatieve werkvormen en de vorming van masters die in meerdere domeinen thuis zijn. Een soortgelijke aanpak beoogt hij ook voor het onderzoek. Op Technologiecampus Oostende levert de researchgroep Propolis (Processing Polymers & Lightweight Structures) nu al baanbrekend interdisciplinair werk als ondersteuning bij het onderzoek rond mechatronica. Materiaaltesten worden gecombineerd met numerieke simulaties voor zowel sterkteberekeningen als processen voor de vormgeving van lichtgewichtstructuren in kunststof. Dat op de nieuwe campus in Brugge niet alleen industrieel ingenieurs studeren maar ook kinesitherapeuten en revalidatiewetenschappers, vindt prof. Desplentere een grote meerwaarde. “Onze vernieuwingsoperatie staat of valt met samenwerking en grensoverschrijdend denken en doen. Een prioriteit daarbij is het creëren van synergie met het bedrijfsleven. West-Vlaanderen heeft veel maakindustrie en telt tal van hightech bedrijven. Bovendien staan de West-Vlamingen ook bekend als ondernemers. Welnu, als we dit alles kunnen samenbrengen staat onze campus definitief op de kaart, niet alleen in Vlaanderen maar ook ver erbuiten.”
Yves Persoons
TECHNOLOGIECAMPUS
PROF. FREDERIK DESPLENTERE

OOSTENDE – CAMPUS BRUGGE 6

CAMPUSVOORZITTERS IN DE KIJKER
Op de Technologiecampus Oostende – Campus Brugge heeft prof. Desplentere het roer overgenomen. Als verant woordelijke van de Facultaire Diensten Industriële Wetenschappen en de Technologiecluster Materiaaltechnologie op de campus komt prof. Desplentere niet onbeslagen op het ijs. Als alumnus, docent en onderzoeker heeft hij bovendien alle troeven in handen om van zijn mandaat een succes te maken.
Vier campussen beleefden vóór de zomer spannende tijden. Niet alleen werd een nieuwe decaan verkozen, ook voor de campusvoorzitter moest worden gestemd. We stellen ze graag aan je voor.
“Onze vernieuwingsoperatie staat of valt met samenwerking en grensoverschrijdend denken en doen.”
Op Campus Groep T tekent prof. Koen Eneman voor een tweede ambtsperiode als campusvoorzitter. Koen loodste de voormalige GROEP T – Internationale Engineering School zonder averij in de KU Leuven-vloot en transformeerde ze tot een toonaangevende, internationale campus van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen.

Hij deed dit met evenveel takt als doortastendheid en was dan ook de gedoodverfde kandidaat om zichzelf op te volgen als Koencampusvoorzitter.isburgerlijk
“De verdere uitbouw van het onderzoek is een prioriteit, niet alleen op de campus maar ook op andere locaties.”
CAMPUS GROEP T LEUVEN
PROF. KOEN ENEMAN
ingenieur Elektronica en doctor in de ingenieurswetenschappen van KU Leuven. Hij werkte als onderzoeker en postdoc researcher aan ESAT-SCD (nu ESAT-Studius) en het lab voor Experimentele Otorinolaryngologie van KU Leuven. In 2004 vervoegde hij de hogeschool Groep T als docent en onderzoeker bij het e-Media Lab. In 2012 promoveerde hij tot decaan van de ingenieursopleiding en na de integratie van de ingenieursopleiding in de universiteit tot campusvoorzitter.


De verdere uitbouw van het onderzoek is een prioriteit voor de campusvoorzitter, niet alleen op de campus maar ook op andere locaties zoals Campus Arenberg of de Universitaire Ziekenhuizen. Verder wil Koen samen met zijn campusstaf de twee belangrijkste troeven blijven uitspelen die Campus Groep T op de kaart hebben gezet zowel in de faculteit en de universiteit als in Vlaanderen en de wereld: het eigen ingenieursprofiel en de internationale dimensie. Yves Persoons
Ook als campusvoorzitter is Koen een gedreven lesgever en onderzoeker gebleven. Zo doceert hij o.m. Analog Electronics en Digital Signal Processing in het bachelorprogramma en Control Systems in de masteropleiding Electronics Engineering Technology.
7CONNECT ING
“Onze stevigtechnologischWetenschappelijkeeningenieursindustrieelhebbengedegenreputatie.enstaanzeindeschoenen.”

Prof. Ivens besluit als volgt: “Onze industrieel ingenieurs hebben een gedegen reputatie. Wetenschappelijk en technologisch staan ze stevig in de schoenen, dat staat buiten kijf. Het punt is dat we hun kwaliteiten ongetwijfeld nog kunnen opdrijven door nog meer in te zetten op ondernemers competenties. Dit betekent o.m. het creëren van leer- en werkomgevingen waarin de toekomstige ingenieurs uitgedaagd worden om creatief uit de hoek te komen en initiatief te nemen. Yves Persoons
PROF. JAN IVENS

Prof. Ivens is geen onbekende in de Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen. Hij verdiende zijn sporen als vicedecaan profilering en zette in die hoedanigheid de prille faculteit mee op de kaart in de KU Leuven maar ook ver daarbuiten. Jan hield mee de Alumni Ingenieurs KU Leuven ten doop, de over koepelende alumnivereniging van zowel de burgerlijk als de industrieel ingenieurs.
Prof. Ivens is ook een doorgewinterd onderzoeker. Zijn research situeert zich in domeinen zoals resin transfer moulding, vacuüm infusie, vormgeheugen van polymeercomposieten en processing van natuurlijke vezelcomposieten. Geen wonder dat het onderzoeksbeleid hoog in het vaandel staat bij de nieuwe campus voorzitter. Hem wacht de taak te rationaliseren en te optimaliseren zodat de campus er na deze operatie versterkt uitkomt. Maar er is meer. Prof. Ivens is ook sterk begaan met zijn docenten, zijn staf en administratie. “Allen verdienen waardering en steun, want elkeen draagt bij tot de dynamiek op de campus.”
8
Specifieke aandachtspunten voor de nieuwe campusvoorzitter zijn de rekrutering van studenten met de bijbehorende promotie en communicatie en – minstens even belangrijk – de uitbouw van een alumni werking op de campus, “ons corps diplomatique in de bedrijfswereld.” Investeren in up-to-date apparatuur is een andere prioriteit. “Onze campus is altijd van heinde en ver bekend geweest voor zijn labs en infrastructuur. Deze troef willen we blijven uitspelen, ook al zal het creativiteit vergen om nieuwe financierings bronnen aan te boren.”
CAMPUSVOORZITTERS IN DE KIJKER
TECHNOLOGIECAMPUS DE NAYER
Prof. Leroux heeft alvast een paar duidelijke beleids doelen voor ogen. “Om te beginnen moeten we de Technologiecampus Geel krachtiger op de kaart zetten en dat zowel op het gebied van onderwijs en onderzoek als maatschappelijke dienstverlening. Het is nog altijd onvoldoende doorgedrongen bij scholen, bedrijven en het brede publiek dat onze campus een KU Leuven-campus is. Een scherpere profilering en een intensifiëring van de externe communicatie en PR zijn een absolute must. Dat kan enkel als we het op de campus samen als een hecht team aanpakken met de nodige support van de faculteit en de centrale diensten van de universiteit.”
“We organiseren op onze campus een unieke opleiding binnen KU Leuven: biowetenschappen.”

De tweede troef die prof. Leroux wil uitspelen is het onderzoek. “We organiseren op onze campus een unieke opleiding binnen KU Leuven: biowetenschappen. Maar we hebben ook elektromechanica, elektronicaICT en energie in huis. Dit alles vormt een uitstekende basis voor interdisciplinair onderzoek en projecten in o.m. de voedingsprocesindustrie en de ontwikkeling van efficiënte productietechnieken in land- en tuinbouw en veeteelt. De verdere uitbouw van onze onderzoeksinfrastructuur en het opdrijven van de samenwerking met de industrie zijn hierbij cruciaal.” Yves Persoons
Sinds 1 augustus 2016 leidt prof. Leroux de Technologiecampus Geel in goede banen. Zoals zijn collega’s van de andere campussen van de faculteit kan hij putten uit een rijke ervaring als docent, als lid van het faculteitsbestuur en als onderzoeker. Prof. Leroux is gespecialiseerd in micro/nano-elektronica. Zijn onderzoek situeert zich in het domein van stralingsharde elektronica, analoog, gemengd analoog-digitaal en RF chipontwerp.
9CONNECT ING
PROF. PAUL LEROUX TECHNOLOGIECAMPUS GEEL


Even situeren. De Technovation Hub maakt deel uit van het interuniversitaire Postgraduaat Innoverend Onder nemen voor Ingenieurs. “Deze opleiding omvat 60 studiepunten waarvan er 40 besteed worden aan innovatieprojecten en 20 aan een persoonlijk ontwikkelings plan”, legt Zoë uit. “Binnen de innovatieprojecten zijn er drie verschillende trajecten: een in-companyproject, een start-up project en een teamproject. Een aantal van deze teamprojecten genieten inmiddels ruime bekendheid. Wie in Vlaanderen kent niet de racewagens van het Solar Team, het Formula Electric Belgium Team en het CQS Group Racing Team? En ook de studentencoöperatieve CORE geniet steeds meer bekendheid met projecten rond duurzaam energiegebruik. Welnu, de nieuwe vzw Technovation Hub heeft precies tot doel om deze en andere ambitieuze studentenprojecten te ondersteunen.”
“Technovation Hub wil hoegenaamd niet deze vzw’s of andere juridische entiteiten opslorpen. Het gaat in eerste instantie om het creëren van een overkoepelende structuur waarin ieder team optimaal zijn ding kan doen.”
Platform “Overigens zijn de teamleiders van de verschillende projecten nauw bij de werking van de vzw Technovation Hub betrokken”, verduidelijkt Michiel. “Ze hebben een zitje in de Raad van Bestuur naast vertegenwoordigers van KU Leuven en externe partners. Ook dat zorgt voor meerwaarde: het samenbrengen van verschillende partijen en de uitwisseling van knowhow met de universiteit, met bedrijven maar ook tussen de studenten teams zelf. Door samen te werken kunnen veel problemen al worden aangepakt en opgelost nog vóór ze zich reëel stellen.”
De Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen voert ondernemerschap hoog in het vaandel. Getuige hiervan het Postgraduaat Innoverend Ondernemen dat aankomende ingenieurs de kans geeft zich creatief uit te leven in innovatieve projecten i.s.m. ondernemers en/of onderzoekers. Om de studententeams daarbij te ondersteunen werd dit jaar de vzw Technovation Hub opgericht. Voorzitter Zoë Westelinck, alumna van het postgraduaat en bestuurder Michiel Ecker, teamleider van het CQS Group Racing Team stonden ons te woord.

TECHNOVATION HUB 10
TECHNOVATION HUB: DE OPSTAP ONDERNEMERSCHAPNAAR
Core business “De ondersteuning vanuit Technovation Hub situeert zich op verschillende vlakken”, vervolgt Michiel. “Om te beginnen juridisch. Voor hun projecten dienen de teams contracten af te sluiten met derden voor samenwerking en sponsoring. Voor ondersteuning daarin, alsook voor boekhoudkundige en verzekeringszaken, wordt vanuit Technovation Hub in ondersteuning voorzien. Hetzelfde geldt voor het gebruik van een aantal faciliteiten van de KU Leuven. Het komt erop neer zoveel mogelijk drempels en obstakels voor de teams te vermijden of weg te werken zodat ze zich ten volle op hun core business kunnen concentreren.”
Inmiddels hebben verschillende studenten teams zich al georganiseerd als een vzw of een coöperatie. Dit mag volgens Zoë hen niet beletten om een samenwerkings akkoord af te sluiten.
De Raad van Bestuur bij de oprichting van Technovation Hub vzw met o.m. Jarno Van Hemelen, Wouter Lutin, Chrisje Haenen, Zoë Westelinck, Jeroen Buijs, Michiel Ecker en Andreas Wauters.
“Daar komt nog bij dat de Technovation Hub ook in de buitenwereld een belangrijke rol kan spelen”, merkt Zoë op. “Door ons als één platform te profileren, maken we het de bedrijven en potentiële investeerders gemakkelijker om in te zetten op de ondersteuning van het ondernemerschap in de ingenieursopleiding.”
11CONNECT ING
De nieuwe Raad van Bestuur startte recent met Zoë Westelinck, Jeroen Buijs, Stijn de Jonge, Wouter Lutin, Chrisje Haenen, Joachim Verheyen, Lenn Coussement, Ruben Van Meerbeek, Gert-Jan Paulus, Bert Lauwers en Martine Van De Voorde.
In het academiejaar 2015-2016 volgden ruim 60 ingenieursstudenten het post graduaat. De helft van hen is of was actief in een teamproject. “Het postgraduaat is niet langer een onderonsje van industrieel ingenieurs”, vertelt Michiel. “Ook bioingenieurs en burgerlijk ingenieurs hebben de weg gevonden naar het innoverend Zoëondernemen.”ziethetnog

Steun van Wetenschap & Technologie Technovation Hub gaat zich tevens bezighouden met het uitwerken van een uniforme procedure voor de team projecten. “Elk team kan bijvoorbeeld een inloopstage aanbieden aan postgraduaat studenten en wordt hierin ondersteund door Technovation Hub”, aldus Michiel.
“Specifiek voor de teamprojecten is in samenspraak met de teamleiders een huishoudelijk reglement opgesteld, met criteria en richtlijnen inzake de graad van innovatie, de betrokkenheid van het bedrijfsleven en de financiering van het eindproduct.”
ruimer: “Waarom zouden we vanuit de Technovation Hub ook geen stageplaatsen kunnen aanbieden aan studenten uit niet-ingenieursdisciplines?
Studenten economie, rechten of com municatiewetenschappen zouden perfect de teams mee kunnen ondersteunen.
Multidisciplinair
Op die manier maken we de projecten echt multidisciplinair. Ook dat is innoverend ondernemen.”

“Hiermee willen we de continuïteit van de projecten bevorderen zodat nieuwe teamleden niet alles opnieuw moeten ontdekken.”
www.technovationhub.beYvesPersoons

12

VINGERVLUG TEAM

Wiktoria, Arne, Gil en Jelle de winnaars van EE4
STUDENTEN IN DE KIJKER
Elektronica-ICT op Campus Groep T. Ze pakten uit met een creatief ‘finger tapping game’. Engineering Experiences zijn vakoverschrijdende leer belevenissen in de ingenieursopleiding. Het zijn open opdrachten waarbij de studenten uitgedaagd worden om in teamverband een origineel apparaat, toestel of product te bouwen. In de tweede bachelorfase elektronica-ICT kunnen de studenten zich uitleven in het bedenken en ontwerpen van een elektronisch spel. Elk team krijgt een microcontroller ter beschikking. Wat ze ermee aanvangen, beslissen ze zelf. Zolang het eindproduct maar getuigt van creativiteit, kwalitatief doordacht is en – last but nog least – effectief werkt.


Wiktoria Serek, Arne Broeders, Gil Vranken en Jelle De Vleeschouwer wonnen de Engineering Experience Competition in de tweede bachelorfase
Tijdens de finaledag tonen de teams hun elektronisch spel aan een jury van docenten en externe deskundigen en uiteraard ook aan elkaar. Het ‘finger tapping game’ van Wiktoria, Arne, Gil en Jelle werd unaniem uitgeroepen tot de beste creatie van de editie 2016. Het principe is eenvoudig. Twee spelers nemen het tegen elkaar op. Hun vingers worden via geleidend textiel, een ring en een draad verbonden met de spelconsole. De reactiesnelheid van de vingers op de uitgaande signalen bepaalt wie wint. Licht- en geluids effecten zorgen voor animatie en sfeer tijdens het spel. Volgens het winnende team zit er in hun spel meer dan enkel entertainment. Games zijn in opmars, ook in de educatieve en in de medische wereld. Misschien zien we Wiktoria’s, Arnes, Gils en Jelles ‘finger tapping game’ straks opduiken in de revalidatie therapie, de kinesitherapie en het oefenen van de fijne motoriek.
Yves Persoons
Prof. Hans Hallez en ing. Sammy Verslype zijn vol lof over de realisatie van hun masterstudenten. “De slimme fietshelm verzamelt accuraat essentiële verkeersinformatie en zendt onmiddellijk de nodige signalen uit naar zowel de fietser als de andere weggebruikers. De tijd dat fietsers moeten achteromkijken of hun armen uitsteken, is binnenkort voorbij.

Yves Persoons
Sensor en camera Maar er is meer. In de helm bevindt zich ook een sensor. Die kan een val detecteren en stuurt automatisch een sms naar de dichtstbijzijnde hulpcentrale. De helm is tevens uitgerust met een camera gericht op het achterliggende verkeer. Die detecteert naderende voertuigen en geeft informatie over de snelheid en de afstand. “Al deze gegevens gaan naar de leds”, zegt Thijs. “Die geven een signaal aan het voertuig. Naarmate het dichter bij de fietser komt, verhoogt de knippering. De fietser zelf krijgt op een schermpje op het stuur melding van een naderend voertuig.
STUDENTEN IN DE KIJKER 13CONNECT ING

INTELLIGENT FIETSEN MET SLIMME HELM


In het kader van het ‘projectlab Master’ hebben studenten industriële wetenschappen van Technologiecampus Oostende een slimme fietshelm ontworpen. Die verhoogt niet alleen de visibiliteit van de fietser, maar ook de algemene verkeersveiligheid.

‘Auto’s, vrachtwagens zijn uitgerust met een arsenaal van stopen knipperlichten, sensoren en nog vele andere toeters en bellen. De doorsnee fietser staat bij weer en wind en nacht en ontij Onderweerloos.”begeleiding van prof. Dr. Ir Hans Hallez en ing. Sammy Verslype bedachten de studenten de oplossing: de slimme fietshelm, uitgerust met leds die functioneren als stoplicht en richtingsaanwijzers. “Via het stuur kan de fietser de richting aanwijzers bedienen”, legt Jim uit. “Hij/zij hoeft dus niet langer een arm uit te steken, wat dan weer de stabiliteit ten goede komt. Het stoplicht wordt aangestuurd door de reactiesnelheid van het fietswiel. Van zodra dat vertraagt, springt het stoplicht aan. Bij volledige stilstand knipperen de rode leds zoals de alarmlichten van een auto.”
Vlaanderen is een wielerland. De Flandriens knokten zich decennia lang door klei, koppen en kasseien. In hun zog razen wielertoeristen door het land en hijsen zich op de Vlaamse muren en bergen. Geen toeval dat de West-Vlaamse ingenieursstudenten een nieuwe toepassing hebben ontwikkeld die de wielrennerij in een nieuw tijdperk kan brengen: de slimme fietshelmen. Toeters en bellen Zien en gezien worden. Dat is de essentie van het project van de masters industriële wetenschappen: elektronica-ICT. “Veiligheid staat of valt met zichtbaarheid”, aldus de studenten Jim Depoorter en Thijs Vermeersch. “Daar knelt precies de schoen bij de fietsers.”
De ingenieursstudenten van Campus Groep T racen niet alleen met zonnewagens, ecologische 2 PK’tjes of elektrische bolides. Ze doen dit ook en met evenveel succes met milieuvriendelijke boten. Tijdens de Ecorace Challenge 2016 wonnen de Leuvense teams 3 van de 4 hoofdprijzen.
ECORACEKUINGENIEURSSTUDENTENLEUVENDOMINERENCHALLENGE2016

14 STUDENTEN IN DE KIJKER
De Ecorace Challenge is een wedstrijd georganiseerd door de waterweg beheerders nv De Scheepvaart & Waterwegen en de nv Zeekanaal. Het doel bestaat erin de binnenwateren in België te promoten als een valabel transportalternatief voor de dichtslibbende wegen. De binnenvaart is niet alleen economisch rendabel. Ze kan ook bijdragen tot de kwaliteit van het milieu, o.m. door het gebruik van duurzame aandrijfsystemen, groene energie, nieuwe materialen

• Thomas Capelle, master industriële wetenschappen: elektronica-ICT op Technologiecampus Gent, won op 27 mei 2016 de Televic Talent Award. In zijn bekroonde masterproef onderzocht hij de automatische diagnose van de akoestische lus in een noodoproeppaneel voor treinen.
• Het KU Leuven-team behaalde drie gouden medailles op de internationale studentencompetitie SensUs. Deze wedstrijd wil aankomende ingenieurs en wetenschappers stimuleren om innovatieve moleculaire biosensoren te ontwikkelen voor het gebruik in ziekenhuizen. HannaAgten, EllenStaljanssens en LinyeLyu, drie studenten van Campus Groep T namen mee de prijzen in ontvangst in Eindhoven.
INSTUDENTENDEPRIJZEN
• De Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging bekroont elk jaar de meest verdienstelijke masterstudenten in een chemie-georiënteerde studierichting. BrittFroyen en TristanPulinckx wonnen de prijs op Campus Groep T winnen de KVCV-prijs. MarnixVan Loy (Technologiecampus Diepenbeek) kreeg de prijs voor zijn onderzoek naar plantgroei op vervuilde bodems.
Yves Persoons
Deenz…opdracht van de Ecorace Challenge luidt als volgt: bouw een innovatief ecologisch vaartuig dat ook economisch aantrekkelijk is om op de markt te brengen. De wedstrijd bestaat niet alleen uit technische proeven inzake
• Op 1 juli ontving reikte VKW Limburg de prijs voor beste masterproef met een belangrijke toegevoegde waarde voor een Limburgs bedrijf uit aan RobinVanstraelen, master in de industriële E-maxprofielen’gelijkaardige,aluminium‘Analyseelektromechanica.wetenschappen:Zijnmasterproefenclusteringvaneenextrusieprofielaanreedsgeproduceerdelegdehijafbijhetbedrijfprofiles.
7Openbedrijvendemanagementkwaliteiten,ookslalom.behendigheid,uithouding,sprintenDeteamswordenbeoordeeldophunsamenwerkingmetenorganisatieshunbusinessplan.14en15meinamenstudententeamshettegenelkaaropinDamme.DeDamseVaartwas een unieke locatie en bood een prachtig kader voor een spannend spektakel. Drie van de vier hoofdprijzen werden gewonnen door FIIW-Campus Groep T-teams. Het KU Leuven Ecorace Challenge Team werd uitgeroepen tot het meest innovatieve team en all-round winnaar in de categorie cargoboten. Het KU Leuven Navex e-Boat Team won de prijs voor het beste business plan.


© Geert vanden Wijngaert
Sfeer en spanning waren verzekerd die avond. De wagen haalde een maximum snelheid van 50 kilometer per uur. De atleet moest uiteindelijk 3 seconden prijsgeven op de technologie.
Op de openingsavond van de Memorial Van Damme, nam de Keniaanse superatleet Nicholas Kipkoech het in een unieke race op tegen de zonnewagen.

15CONNECT ING




COLLEGA’S OP DE SCHOOLBANKEN IN KIJKER
De solarwagen en Kipkoech legden een afstand van 600 meter af. “Kipkoech, specialist van de 800 en 1.500 meter, en de wagen zijn aan elkaar gewaagd”, vertelt Thierrry Garritsen van het Punch Powertrain Solar Team voor de race. “De zonnewagen trekt traag op en zou zich pal op de finish moeten kunnen meten met de atleet. Op dat moment zou de wagen de maximale snelheid van honderd kilometer per uur kunnen halen. Dat is het kritieke punt waar mens en machine elkaar al dan niet zullen inhalen.”
Elke docent en onderzoeker die in het Engels wil lesgeven in het hoger onderwijs, heeft niveau C1 van het Europees Referentiekader voor Talen nodig. Dat kan aangetoond worden via het indienen van een portfolio of via een test. Van 5 tot 16 september organiseerde Eric Van Achter op Technologiecampus Gent twee reeksen bijspijkerlessen om voor te bereiden op de taaltesting. 25 deelnemers dompelden zich onder en keken achteraf tevreden terug op de bijspijkerlessen.
DE
Sofie Craps
STUDENTEN
MENS VERSUS MACHINE: PUNCH POWERTRAIN SOLAR TEAM RACET TEGEN KIPKOECH
An SofieDevuystCraps
“The class is very helpful for my studies and my life here” Yihang Zhu, pre-doctoraatstudent uit China verblijft al een maand in België.

DOCENTE IN DE KIJKER
KAREN
Opa heeft een leuke tuin ergens in de Kempen. Karen gaat graag op bezoek bij opa. Ze vergaapt zich dan telkens weer aan al die mooie groenten. Op zekere dag plant ze een paar van opa’s bonen in haar zandbak. Net als opa geeft ze die vaak water. Toch gebeurt er niets, terwijl opa’s bonen torenhoog groeien. Opa heeft een verklaring: zijn grond is mooi bruin en in de zandbak zit alleen wit zand. Hij neemt Karen mee naar de composthoop achter in de tuin. Hij vertelt dat hij die volgende winter helemaal in de grond zal onderwerken.
16
Het was voor Karen moeilijk kiezen toen ze naar de KU Leuven ging. Zowat alle wetenschappen vond ze even boeiend en uiteindelijk kwam ze terecht op de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Na drie jaar kreeg Land- en Bosbeheer de voorkeur met een minor in Tropische Landbouw.

VANCAMPENHOUT:
Door de bodem geraakte ze in de put. Door de bodem geraakte ze in Afrika en zelfs tot op de Geelse Technologiecampus van de KU Leuven.
ALLES BEGINT ONDER DE GROND
“Dat doen de mensen hier al honderden jaren”, zegt hij nog, “en daardoor wordt de arme grond jaar na jaar vruchtbaarder.”
Experimentele kunst Zo leerde prof. dr. ir. Karen Vancampenhout voor het eerst in haar leven hoe belangrijk de bodem is voor alles wat er op groeit.
Anders: wat kunnen we wetenschappelijk onweerlegbaar bewijzen en waar moeten we maatschappelijke (hopelijk gefundeerde) keuzes maken.”
Tel beide op en je kunt tweemaal winst maken. Dat ‘afval’ wordt dan waardevolle potgrond.”



“Studenten moeten de lijn leren trekken tussen waar wetenschap eindigt en waar de samenleving begint.”
Dirk De Roose
Toch wil ze nog verder gaan. Ook de maatschappij moet zich bewust worden van het belang van de grond waarop we leven.
Prof. Seppe Deckers prees Karen in december 2015 nog voor haar tomeloze inzet voor de studiedag en de tentoonstelling Africa in profile (Afrika doorgrond) in Leuven. De bodematlas van Afrika werd er voorgesteld aan vertegenwoordigers van de meeste Afrikaanse landen en van de Europese Commissie in aanwezigheid van rector Torfs, rector Blondel, ererector Delvaux en ererector Vervenne. Onder de talrijke sprekers zijn zeker te vermelden: minister Alexander De Croo en de erevoorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy. Een orgelpunt in Karens nog jonge carrière
Ondertussen is ze al een hele tijd secretaris van de Belgische bodem kundigen en de motor van de gelijknamige vereniging.
Ze wil daarbij veel aandacht hebben voor de randvoorwaarden en, hoe kan het ook anders, de internationale dimensie onder de aandacht brengen.
Een tweede project loopt samen met verschillende professoren van de KU Leuven en onderzoekt ecologische evenwichten in bosbodems. “Als je weet dat veel meer dan de helft van het leven op aarde zich onder de grond afspeelt en dat we daar maar heel weinig van weten, dan zul je begrijpen dat er nog ontzettend veel te onderzoeken valt. Puur wetenschappelijke interesse, maar veel meer dan dat. De bevindingen moeten helpen om onze bossen beter weerbaar te maken tegen de klimaatstress.”
Dat was een schot in de roos. Het vuur van prof. Deckers en zijn collega’s werkte aanstekelijk en Karen koos een masterproef in Ethiopië rond bodem- en waterconservering. Ze beschrijft haar eerste subtropische ervaring als bijzonder blikverruimend. De ervaringen in Ethiopië bevielen Karen zo goed dat de bodem en de (sub)tropen haar nooit meer zouden loslaten. Haar doctoraat bij prof. Deckers blies de opvlammende gloed stevig aan. Er verschijnen heel veel studies over het leven boven de grond en in het water en over de fysica en de chemie van de bodem, maar de link tussen beiden wordt niet vaak gelegd. Daar wou ze zich verder in verdiepen. Dankzij een FLOF-beurs (doctoraatsbeurs van de KU Leuven) kreeg ze de kans om dat te doen. Het verband tussen de organische stof in de bodem (vaak vereenvoudigd bodem koolstof genoemd) en de vegetatie die er op groeit, werd haar onderwerp. Ze exploreerde het in al zijn aspecten, van postglaciale paleo bodems tot de recentere plaggenbodems van de Kempen. Studenten en kritische zin Sinds 2008 doceert Karen aan de opleiding Master in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde, optie natuur & milieu. Haar onderwijsvisie is dat studenten met contrasterende meningen moeten kunnen omgaan. Karen moedigt hen aan om zelf een kritische blik op duurzaamheid en de agromilieuproblemen te ontwikkelen.
“We worden in onze maatschappij immers voortdurend geconfronteerd met contro versiële thema’s. Studenten moeten de lijn leren trekken tussen waar wetenschap eindigt en waar de samenleving begint.
Ensete en Heath4Peat Ondertussen zat prof. Vancampenhout ook wetenschappelijk en maatschappij-ondersteunend niet stil. Ze bouwde een netwerk uit in Mozambique, Oeganda, Peru en vooral in Ethiopië, dat ondertussen een beetje haar tweede vaderland is geworden. Ze begeleidt Ethiopische studenten bij hun doctoraat en zet samenwerking op waar mogelijk. Recent kwam het Ensete-project onder de aandacht. “Ensete (een soort vezelbanaan) is belangrijk voor het welzijn van 20 tot 50 miljoen mensen. Een bacteriële verwelkingsziekte drukt al jaren sterk op de productie en de bestrijding ervan blijft ondermaats. In het nieuwe project probeer ik samen met collega prof. Rudi Aerts (fytopathologie) via een ecologische benadering een oplossing te zoeken voor de ziekte. Een andere Geelse collega en bijna-naamgenoot, prof. Leen Van Campenhout (voedingsindustrie), heeft zich dan weer geëngageerd om het eindproduct beter te valoriseren.”
Voor de provincie Antwerpen vormde ze met haar medewerker Raf Dieltjens de bodemkaart om tot een eenvoudiger leesbaar exemplaar voor ambtenaren en politici. Zo krijgen ze een duidelijk zicht op de ligging van de historisch en landbouwkundig belangrijke plaggenbodems, om hun beslissingen op het vlak van ruimtelijke ordening beter te kunnen funderen.
In Vlaanderen staat Heath4Peat in de steigers. Karens blijvende interesse in natuurbeheer en een grondige kennis van de Anthrosols liggen daaraan ten grondslag. “Antrhosols zijn Kempische bodems, vruchtbaar gemaakt door duizend jaar lang plaggen van de heide op de arme zandgrond te brengen. Koolstofbronnen uit verschillende gebieden hebben andere eigenschappen. Die van de heide bijvoorbeeld, breken traag af en zijn erg zuur. Op dit moment is nogal wat heideplagsel ‘afval’. Aan de andere kant staat de tuinbouw onder druk om minder turf te gebruiken.
17CONNECT ING
Bodem als kunst en Afrika doorgrond Al het onderzoek van prof. Vancampenhout, ook al is het fundamenteel wetenschappelijk, heeft een praktisch doel.
DOCENT IN DE KIJKER 18

Conceptueel inzicht E-learning is uiteraard geen doel op zich. Wat Luc beoogt is dat de studenten conceptueel inzicht verwerven in de werking van elektronische componenten en zelf leren hoe ze elektronische schakelingen kwantitatief én kwalitatief kunnen analyseren.
19CONNECT ING
Directe feedback Een derde troef van Lucs digitale cursus – naast de zelfstandige kennisopbouw en het conceptueel leren – is de onmiddellijke respons. “Na elke oefening geeft de applicatie feedback aan de student. Fouten worden niet afgekeurd of afgestraft. Het is immers de bedoeling om ervan te leren”, aldus Luc. Kans om te oefenen is er alvast in overvloed. Elk van de modules van de cursus Elektronische Schakelingen telt tientallen oefeningen, van kleine inzichtsvragen tot examenopgaven. Wie zich erdoor heen worstelt, weet dat hij/zij stevig in de schoenen staat voor het examen. En geen steiger meer nodig heeft om overeind te blijven.
Als onderzoeker binnen het e-Media Lab op Campus Groep T experimenteert Luc Geurts al jaren met allerhande toepassingen om computerspelen in te zetten bij leer processen. De ‘serious games’ die het e-Media Lab ontwikkelt, inspireerden Luc om van zijn cursus Elektronische Schakelingen in de eerste bachelorfase een digitale versie te maken die wordt aangeboden via het Sofia platform van de academische coöperatieve Acco. Lucs initiatief was meteen een primeur in de ingenieursopleiding op Campus Groep T. En sloeg meteen aan bij de studenten. Scaffolding ‘Eén op één werken’, daar is het Luc Geurts om te doen. “Hoe enthousiast je ook je hoorcollege doceert, hoe uitdagend je oefenzittingen of practica ook mogen zijn, je kunt onmogelijk zorgen voor een onmiddellijke geïndividualiseerde feedback. Je vertelt je verhaal en geeft allerhande opdrachten, maar uiteindelijk blijf je als docent de dirigent en de constructeur van de kennisopbouw van de studenten. Op zich is daar niets op tegen, maar het kan ook anders en rendabeler voor de student.”
“Leren is een groeiproces”, vervolgt Luc. “Stapsgewijs bouw je kennis en ervaring op via leeractiviteiten die gradueel toenemen in complexiteit. In de onderwijskunde bestaat daar een term voor: scaffolding. Je zet bij wijze van spreken elk van de studenten in de steigers. Daarbij worden ze uitgedaagd om telkens een hogere trede te nemen. In het begin gaat dat gemakkelijk, maar eenmaal vertrokken worden de treden almaar hoger. Naarmate je vordert in de klim, groeit de motivatie om de top te bereiken. Uiteindelijk is er geen steiger meer nodig en kan de student op eigen houtje en in eigen tempo naar de finish.
“Conceptueel denken is van cruciaal belang in de elektronica en in de ingenieurspraktijk in het algemeen”, vindt Luc. “Ons vak gebied is geen kookboek met recepten waarvan je op voorhand weet wat op je bord moet komen.
LUC GEURTS ZET STUDENTEN IN DE STEIGERS
‘A great online course’, ‘perfect exercises’, ‘excellent tool’, ‘can’t wait to see the next chapters’,… Het is maar een greep uit de vele commentaren van de eerstejaars bachelor industriële wetenschappen op de online cursus Elektronische Schakelingen van prof. Luc Geurts. Aan de hand van een heel arsenaal van oefeningen met onmiddellijke feedback verkennen de studenten stapsgewijs de complexe wereld van de elektronische schakelingen.


Innovatie begint met zelf op zoek te gaan. Als je je eindbestemming nog vóór je vertrek kent, kun je je moeilijk een ontdekkingsreiziger noemen.”
Yves Persoons
“Leren is een groeiproces, stapsgewijs bouw je kennis en ervaring op via leeractiviteiten die gradueel toenemen in complexiteit.”
ONDERZOEKERS IN DE KIJKER DAGLICHT IN DE KLAS: MINDER ENERGIE, MEER COMFORT EN EEN BETERE CONCENTRATIE 20
Wouter Ryckaert, Hilde Breesch en Ruben Delvaey bundelden de krachten.

21CONNECT ING
Wouter Ryckaert (Laboratorium voor Licht technologie Technologiecampus Gent): “Onder impuls van Volta – koepelorganisatie ter ondersteuning van de elektro technische sector – kan de publicatie gebruikt scholen. Daarnaast hebben leraren uit het secundair onderwijs sinds dit academiejaar de mogelijkheid om navorming over verlichting te volgen.”

“Een goed daglichtconcept brengt niet alleen veel daglicht binnen, maar vermijdt ook oververhitting en houdt verblinding onder controle. Uiteraard moet daglicht aangevuld worden met kunstlicht. Een samenwerking tussen de onderzoeksgroep Duurzaam Bouwen en het Laboratorium voor Lichttechnologie van de Technologie campus Gent drong zich op.”
Dit 140 pagina’s tellend document gaat echter over veel meer dan alleen maar daglichtregelsystemen. Het geeft een overzicht van alle aspecten van licht in schoolgebouwen. Bedoeling is om via deze publicatie zowel de gebouw beheerder vertrouwd te maken met de basis van verlichting alsook architecten en ontwerpers de nodige info te bieden om een lichtontwerp te kunnen maken, beoordelen of verbeteren.
Uit studies is gebleken dat het visueel comfort in klaslokalen een impact heeft op het leerproces. Bij het uitwerken van het lichtconcept voor een gebouw is daglicht de primaire bron: het is gratis en bevordert bovendien het algemene welzijn en het concentratie vermogen van de leerlingen.
Hilde Breesch (Onderzoeksgroep Duur zaam Bouwen Technologiecampus Gent):
Wouter Ryckaert Hilde Breesch Geïnteresseerden kunnen ‘Licht in scholen: van beginner tot expert’ gratis downloaden via: wtcb.be/go/publicatiesverlichting Projectpartners: AGIOn, Beckhoff, B.E.G. Luxomat, CEBEO, DTplan, ESYLUX, ETAP, GO! Vlaanderen, Groen Licht Vlaanderen 2020, Ingenium, ISTEMA, KU Leuven – afd. Bouwfysica, NAV, ODID, OVED, Philips, Renson, Reynaers Aluminium, Studiebureau R. Boydens, Tecnolec vzw, TRILUX, Vecolux, VELUX, VEROZO, VK Engineering, WeThink, Zumtobel Het bestaande schoolpatrimonium in België is verouderd en een substantiële inhaalbeweging en modernisering ervan dringt zich op. Naast een goed thermisch comfort, uitstekende binnenluchtkwaliteit en akoestiek is visueel comfort van groot belang.



hebben samen met Pixii vzw (nieuwe naam van PassiefhuisPlatform) en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) een jaar lang 10 klaslokalen gemonitord en de mogelijkheden van verschillende types daglichtregelsystemen bestudeerd. Het door IWT (nu VLAIO) gesteund TETRA-project “Impact van daglichtregelsystemen op ontwerp en renovatie van schoolgebouwen” werd medegefinancierd door een twintigtal bedrijven en organisaties. Ruben Delvaeye (medewerker TETRAproject en nu werkzaam bij het WTCB): “Te vaak zien we dat er in klaslokalen te weinig licht is terwijl het elektrisch verbruik toch erg hoog is. Zuinige ledverlichting gecombineerd met afwezigheidsdetectie is een goede investering. Aanvullen met een daglichtregelsysteem kan zorgen voor een belangrijke besparing. Vergeet ook niet om de bordverlichting apart van de algemene verlichting in en uit te schakelen.” Publicatie De bevindingen uit het TETRA-project rond daglichtregeling in schoolgebouwen zijn gebundeld in de nieuwe publicatie ‘Licht in scholen: van beginner tot expert’.
Lichtregeling Bij een tekort aan daglicht moet er aan gevuld worden met kunstlicht. De (r)evolutie in ledverlichting heeft ervoor gezorgd dat er zeer energie-efficiënte oplossingen beschikbaar zijn. Bovendien kunnen we de kunstverlichting naar eigen wensen en behoeften sturen door te kiezen voor lichtregelsystemen.Deonderzoeksgroepen
Dat is wat InOpSys aanbiedt. InOpSys ontwikkelt, bouwt en levert flexibele modulaire en mobiele units die ter plaatse het water behandelen. Het zijn als het ware ‘Plants-on-a-truck’.
InOpSys is een verhaal van hoe onderzoek en technologie samen de weg vinden naar de industrie.
22 ONDERZOEKERS IN DE KIJKER
“Verder blijven innoveren zonder daarbij het warm water heruit te vinden, is een belangrijke drijfveer van InOpSys.”
Omgekeerd gaat PETLab met haar onderzoeksresultaten eerst bij InOpSys aankloppen.
Een ecologische behandeling van chemische en farmaceutische afvalwaterstromen.
InOpSys is een spin-off van KU Leuven, meer bepaald van de onderzoeksgroep Process and Environmental Technology Lab (PETLab) op Technologiecampus De Nayer, en AvoRe NV.
Het is ontstaan door het onderzoek van Raf Dewil en Lise Appels binnen PETLab en de technologie van AvoRe NV onder leiding van Steven De Laet (CEO InOpSys en alumnus Technologiecampus De Nayer).
Mobiele unit InOpSys wordt momenteel gevormd door het duo Steven De Laet en Kwinten Van Eyck (alumnus Technologiecampus De Nayer). De eerste uitbreiding wordt eind 2016 verwacht. De volgende stap bestaat erin een vrachtwagen om te vormen tot mobiele unit om enkele keren per maand of per jaar ter plaatse afvalwater te komen zuiveren. Dit zou vooral voordelig zijn voor KMO’s die slechts een paar spoelsessies per jaar nodig hebben in plaats van een permanente reiniging.
Steven inspireerde zich op het FISCHconcept Plants-on-a-truck (geïntroduceerd door Janssen Pharmaceutica). Hij klopte bij PETLab aan voor onderzoek naar zuivering met afvalwaterstromen en AOP (Advanced Oxidation Treatment). Zowel Raf Dewil als Lise Appels hadden al ervaring met deze onderwerpen vanuit een respectievelijk chemische en biologische invalshoek. Na het onderzoek met positieve resultaten en een pilootinstallatie, opgesteld dankzij financiële steun van PETLab en Technologie campus De Nayer, werd InOpSys opgericht. Goedkoop en duurzaam InOpSys biedt bedrijven een goedkope en duurzame oplossing om hun afvalwaterstromen te behandelen door middel van flexibele, modulaire en mobiele units. Deze units worden op maat gemaakt afhankelijk van de eigenschappen en componenten van de afvalwaterstromen. Maar daar blijft het niet bij. InOpSys maakt het mogelijk om de gefilterde componenten (bijvoorbeeld zink) opnieuw te gebruiken binnen het bedrijf of eventueel daarbuiten. Het gezuiverd afvalwater kan bijvoorbeeld gerecycleerd worden in het productieproces, terwijl gefilterde zinkdeeltjes als grondstof kunnen dienen in metaalfabrieken enz. De units worden in leasing aangeboden. InOpSys blijft eigenaar en is verantwoordelijk voor het onderhoud. Bedrijven moeten dus zelf geen grote investering doen in de aankoop, de opstart en het onderhoud van een unit. Het opbouwen van de units vereist wel de aanwezigheid van een grote hoeveelheid kapitaal. Dat kapitaal werd verkregen door KU Leuven Research & Development en ‘The Innovation Fund’. InOpSys is overigens het eerste project waar het ‘The Innovation Fund’ in geïnvesteerd heeft. Verder blijven innoveren zonder daarbij het warm water heruit te vinden, is een belangrijke drijfveer van InOpSys. Stelt er zich een probleem, dan zoekt InOpSys eerst in bestaande onderzoeken en innovaties, onder andere bij PETLab. Bestaande onderzoeken van PETLab worden dan doorverkocht aan InOpSys. Is er nog geen oplossing voorhanden, dan voert PETLab onderzoek in onderaanneming uit.
www.inopsys.euSharonVanDamme
GOEDKOPEINOPSYS: EN DUURZAME OPLOSSING VOOR WATERZUIVERING

23CONNECT ING


VOORNIEUWECROSSMOS:CrossMoss-onderzoeksteam.PERSPECTIEVENMOBIELEAPPS
“Teveel bomen in het bos. Een wirwar van talen, tools, stores en platformen”. Zo omschrijven Kris Aerts en Vincent Naessens de huidige markt van de mobiele applicaties. Met hun CrossMoS-project willen ze daar verandering in brengen.
Doctoraatsstudenten Ruben Smeets en Michiel Willockx vervoegden Kris Aerts en Vincent Naessens in het

Samen zetten ze een Tetra-project op dat crossplatform ontwikkeltools (CPT’s) voor mobiele apps evalueert en bedrijven helpt om de juiste tools te kiezen voor de ontwikkeling van hun apps. Michiel Willocx en Ruben Smeets, doctroraatsstudenten op technologie campussen Gent en Diepenbeek vervoegden het projectteam.
CrossMoS is meer dan een kennisplatform rond mobiele apps. Het is ook een knap staaltje van multicampuswerk waarbij verschillende onderzoeksgroepen betrokken zijn. Enerzijds het Embedded Systems & Security-team (ES&S) uit Diepenbeek en anderzijds de groep Mobile & Secure (MSEC) uit Gent. Kris en Vincent vonden elkaar in de Technologiecluster Computerwetenschappen van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen.
24
ONDERZOEKERS IN DE KIJKER
• Prof. dr. Guido Aerts (co-promotor)
“Cross-platform ontwikkelingstools (CPT’s) kunnen soelaas brengen. Maar ook hier zien we een wildgroei. Er circuleren inmiddels al meer dan 100 van dergelijke CPT’s op de markt. Allemaal verschillend. Vele app-ontwikkelaars zitten met de handen in het haar. Een verkeerde keuze kan hun bedrijf serieus op kosten jagen en apps van een slechte kwaliteit zijn nefast voor het bedrijfsimago. Er zijn weliswaar gegevens beschikbaar over het aanbod van CPT’s maar dan nog is het niet evident om door het bos de bomen te zien. Of – beter gezegd –in het bos de juiste boom te vinden.” “Ons project mikt precies op de essentiële kennis die mobiele app-ontwikkelaars nodig hebben om CPT’s optimaal in te zetten”, vervolgt Vincent. “Daar is ongetwijfeld een markt voor. In Vlaanderen alleen al zijn ruim 150 bedrijven bezig met de ontwikkeling van apps.”
Selecteren en Analyseren “Het CrossMoS-project bestaat uit twee delen”, vertelt Kris. “Om te beginnen een inventarisatie en analyse van alle CPT’s die op de markt te vinden zijn. Hierbij werden de tools geklasseerd op basis van de gebruikte technologieën en selecteerden we uit elke groep een aantal toonaan gevende exemplaren die we dan dieper analyseerden: ontwikkelingskost, leercurve, community …”. “Uit onderzoek bleek dat er in de developer-community nogal wat scepticisme bestaat ten opzichte van CPTs op het vlak van performantie (responsietijden, memory footprint …) en security”, aldus Michiel. “In samenspraak met de gebruikersgroep werd er besloten om dit verder uit te gaan spitten.” “In de tweede stap wordt er dieper in gegaan op enkele specifieke topics” vertelt Ruben, “Zeer recente, innovatieve technologieën zoals ReactNative –een CPT ontwikkeld door Facebook –werden uitgebreid geanalyseerd. Verder werd er op vraag van enkele bedrijven onderzoek gedaan naar herbruikbare software bibliotheken die door ontwikkelaars beschikbaar worden gesteld. Ook hier werd het veiligheidsaspect onder de loep genomen en werden zelfs enkele mogelijke aanvallen gedemonstreerd.”
www.msec.be/crossmosYvesPersoons 25CONNECT ING
Groei en wildgroei “Het is een paradoxale situatie”, legt Kris uit. “Aan de ene kant groeit de markt van de mobiele apps in een spectaculair tempo. Aan de andere kant zie je tal van bedrijven aarzelen om te investeren in mobiele applicaties. Alles heeft te maken met ontwikkelingskosten. Die kunnen hoog oplopen als er meerdere platformen (iOS, Android, WindowsPhone …) ondersteund moeten worden en binnen eenzelfde platform soms ook nog verschillende versies de ronde doen.”
AANDOCTORATENFIIW
• Dr. ir. Nobby Stevens (co-promotor)
• Prof. dr. Johan Thevelein (co-promotor)
Kristof Van Beeck Technologiecampus De Nayer
Vaskar Mukherjee Technologiecampus De Nayer Sint-Katelijne-Waver Investigation of osmotolerant yeasts for very-high-gravity bioethanol production (27/09/2016)


NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN
• Prof. dr. ir. Bart Nauwelaers (promotor)
INONDERZOEKERDEPRIJZEN
• Prof. dr. ir. Kevin Verstrepen (co-promotor)
“Tot slot trachten we ook een alom vattende beslissingsstructuur op te stellen die ontwikkelaars moet ondersteunen bij hun CPT-keuze. Daar is immers veel vraag naar”, voegt Vincent hier nog aan toe. Valorisatie Dat de bedrijven brood zien in het CrossMoS-project, blijkt uit de gebruikers commissie. Met meer dan twintig zijn ze: van eenpersoonszaken tot KMO’s en grote spelers als Colruyt en Cronos. “Ook hier speelt het multicampuseffect in ons voordeel”, meent Kris. “Vanuit Diepenbeek en Gent kunnen we heel Vlaanderen bestrijken, niet alleen geografisch maar ook sectorieel: industrie, web- en marketing agencies, dienst- en kennisbedrijven, noem maar op. En – niet te vergeten – ook Toerisme Limburg doet mee.”
Inmiddels wordt volop aan de disse minatie van de projectresultaten gewerkt. Het team organiseerde al hands-on seminaries voor bedrijven. Michiel en Ruben gaven in Austin (Texas) een workshop. Michiel won er met zijn paper een prijs in de Student Research Competition, en uit het project volgde ook een journal-paper. Begin 2017 is er nog een afsluitende workshop in samen werking met Agoria in Brussel.
• Prof. dr. ir. Bart Lievens (promotor)
Sint-Katelijne-Waver The automatic blind spot camera: hard real-time detection of moving objects from a moving camera (30/09/2016)•Prof.dr.ir.Toon Goedemé (promotor)
• Prof. dr. ir. Tinne Tuytelaars (co-promotor)
Steven De Lausnay Technologiecampus Gent Investigation of Visible Light Communication for Indoor Localization (23/08/2016)
Op 13 september werd WimVan Petegem, expert multicampus en Education Engineering van de faculteit, benoemd tot fellow van SEFI. Het jaarlijkse SEFI-congres ging door in Tampere, Finland.
De Nayer heeft de remhandvaten geprint via FDM (Fused Deposition Modeling). Daarvoor is een natuurlijk, vezelversterkend PLA-filament gebruikt. In samenwerking met de bedrijven Proviron en Bambooder werden verschillende composiet filamenten ontwikkeld. Ook het spatbord is uit composieten vervaardigd en werd ontworpen door Mathilde Armand (Campus Groep T) die haar inspiratie haalde uit bamboe Naastbladeren.vlasvezels werden voor het eerst bamboevezels als versterking in een PLA-filament toegepast. De kennis over natuurlijke vezels van Campus Groep T en De Nayer en de expertise over het maken van compounds van de Technologie campus Oostende kwamen hier goed van pas. De experimenten hebben de theorie aangetoond dat langere vezels zorgen voor een grotere stijfheid van het filament.
26 ONDERZOEKERS IN DE KIJKER PRINT JE FIETS IN 3D
Hiervoor zijn bamboevezels gebruikt die weerbaarder zijn tegen vervormen en die hun oriëntatie in het filament behouden tijdens het compounderen. De langere vezels vormen wel een grotere uitdaging tijdens het printen.
Verschillende bedrijven en kennisinstellingen hebben samen, binnen het kader van de Flam3D vereniging, een fiets gemaakt met behulp van 3D-printtechnologie. Deze ‘3E-Bike’ is voorgesteld tijdens de fietshappening ‘The Allround Flandrien’. Met deze fiets willen ze laten zien wat er allemaal mogelijk is binnen 3D-printing en wat de meerwaarde kan zijn binnen een productieomgeving.

Van mechanisch naar elektrisch Bijkomend produceerden de ingenieurs op Technologiecampus De Nayer een op maat gemaakte aanraaksensor voor de bediening van de verlichting op de 3E-Bike. Om dit te realiseren werd geen gebruik gemaakt van het printen van onderdelen met mechanische eigen schappen, zoals gekend bij het grote publiek, maar van onderdelen met elektrische eigenschappen. Dit kon door FDM te combinerenmet Aerosol Jet Printing (AJP). De FDM technologie is momenteel de meest toegepaste technologie op kleine doe-het-zelf printers.

Technologiecampus

27CONNECT ING

AJP daarentegen is een recent ontwikkelde technologie voor het printen van elektronica op zowel vlakke als complex gekromde oppervlakken. Voor deze specifieke case is gebruik gemaakt van inkt met nano zilverdeeltjes, die met behulp van AJP met hoge resolutie kunnen worden voor het van onder andere geleidende banen en sensoren. FDM zorgde voor het creëren van een draagstructuur waarop deze geleidende banen later geprint worden. Naast kennis omtrent productie is ook kennis van elektronisch ontwerp nodig om dergelijke toepassing te verwezenlijken. Hierdoor werd samen gewerkt met Thomas More - Embedded Systems. Tandwiel uit keramiek Onze zusterfaculteit Ingenieursweten schappen produceerde één van de tandwielen in de kettingoverbrenging van de fiets geproduceerd uit Si-SiC keramiek (reactiegebonden silicumcarbide).
Dit materiaal is, naast enorm hard, ook zeer temperatuurs- en corrosiebestendig. Via selectief lasersinteren (SLS) is het mogelijk om zeer complexe onderdelen uit Si-SiC laag per laag op te bouwen op basis van poedermateriaal. Na het SLS proces wordt het tandwiel geïnfiltreerd met gesmolten silicium. Het resultaat is een Si-SiC onderdeel dat geen poriën meer bevat en geschikt is voor gebruik in technisch hoogwaardige toepassingen.

Sharon Van Damme PARTNERS EN MEDEWERKERS: Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen -Technologiecampus De Nayer: Eleonora Ferraris, Frederik Vogeler, Jan Ivens, Kevin Hendrickx en Hans De Punt -Technologiecampus Oostende: Frederik Desplentere en Wim Six -Campus Groep T: Aart van Vuure, Delphine Depuydt, Mathilde Armand en Michiel Balthazar Faculteit Ingenieurswetenschappen -Jean-Pierre Kruth, Jef Vleugels en Sebastian Meyers MET DANK AAN: Kris Binon (CEO Flam3D), Ann Witvrouw (KU Leuven IOF-manager) en Thomas More – Embedded Systems (Patrick Pelgrims en Jurre De Weerdt)


neergelegd
produceren
“Voor de keuze tussen een carrière in de industrie of de academische wereld, heb ik me laten leiden door de concreetheid van het eindresultaat. In het bedrijfsleven is je werk op korte of middellange termijn tastbaar terwijl in de acade mische wereld de finale implementatie vaak langer op zich laat wachten.”
Sofie Sannen
Toekomstplannen “Wat er al zeker op mijn agenda staat is een etentje met rector Rik Torfs. Dit is mijn beloning als winnaar van de fotowedstrijd. Voor de verdere toekomst zijn de plannen nog niet concreet. Ik weet wel dat ik, net zoals voorheen, me zal blijven laten leiden door mijn interesse en mijn passie voor wetenschap. Dit heeft me gemaakt tot wie ik ben en waar ik nu sta. Als ik dat evalueer dan zeg ik: ik zou het meteen opnieuw doen.”
28 ALUMNUS IN DE KIJKER
Eind april richtte de werkgroep Vrouw en Universiteit een fotowedstrijd in met de bedoeling academici te portretteren op een verrassende en
HierbijcompetitieDiepenbeek,TechnologiecampusingenieurvrouwelijkeSofiecliché-brekendevooralmanier.Sannen,deeerstedoctor-vandewondemetglans.haarverhaal.
Van kleins af ben ik al geboeid door wetenschap en technologie. Na een algemene start in de middelbare school was elke daaropvolgende keuze altijd aan wetenschappen gelinkt. Toen het zover was om verder te studeren was het duidelijk: ik zou ingenieur worden. Het boeiende aan ingenieur is dat je niet geschoold bent in één tak van de wetenschap maar in verschillende disciplines. De link naar de toepasbaarheid en het gebruik in huidige technologieën wordt daarnaast altijd gelegd. Dat deze opleiding nog altijd voornamelijk de mannelijke bevolking aantrekt heeft me nooit tegengehouden. Integendeel, ik zag dit eerder als een uitdaging. Tijdens de eerste algemene jaren van de opleiding bleek dat chemie mij het meest kon bekoren. Dus koos ik voor chemie als specialisatie in het vervolgtraject. De thesisopdracht bestond uit een onderzoeksvraag geformuleerd door en uitgevoerd in een bedrijf. Het is tijdens deze stage, dat mijn zin voor onderzoek en ontwikkeling werd getriggerd. De doctors op de bedrijfsvloer mochten naar mijn inzien de leukste en interessante taken uitvoeren. Na deze stage was het dan ook duidelijk: ik wilde doctoraatsdiplomaeenbehalen. In de lijn van mijn ingenieursdiploma (chemie, optie kunststoffen), ben ik een doctoraat gestart in de kunststofverwerking. Na vier jaar wetenschappelijk onderzoek aan de Cel Kunststoffen in Diepenbeek heb ik mijn doctoraat met succes verdedigd.”
‘VROUWWINTDOCTOR-INGENIEURSANNEN:FOTOWEDSTRIJDENUNIVERSITEIT’“Voordekeuzetusseneencarrièreindeindustrieofdeacademischewereld,hebikmelatenleidendoordeconcreetheidvanheteindresultaat.”

Huidige job “Vandaag, twee jaar later, werk ik als Research and Development Specialist bij Kaneka Belgium. Hetzelfde bedrijf als waar ik destijds mijn masterstage uitvoerde. Hier werk ik mee aan de ontwikkeling en verbetering van High Performance Polymers. De ontwikkeling start met monomeren op laboratoriumschaal en eindigt soms zelfs met het oplossen van klantenvragen. Als onderzoeker doorloop je dus elke fase van het proces, wat de job veelzijdig en boeiend maakt. Aansluitend op mijn profiel als doctor-ingenieur, ligt deze job dan ook volledig in de lijn van mijn verwachtingen en interesses.”
SOFIE

29CONNECT ING


30 ALUMNUS IN DE KIJKER
RAPHAËL

JANSSENS: DE VADER VAN ZONNEWAGENSDE
Eigen bedrijf Eenmaal terug in het land gooit Raphaël zich op de markt van de zonnepanelen. Met een paar ex-Solar Team kompanen richt hij in 2010 Ecorus op, een installaties.gespecialiseerddienstenbedrijfinpv“Vooralleduidelijkheid,wij zijn geen installateurs van zonnepanelen”, vervolgt Raphaël. “Wij zorgen voor het projectmanagement, d.w.z. financiering, design, engineering, werfbegeleiding en service. De installatie zelf gebeurt door onderaannemers.
In 2012 stortte in Vlaanderen door het schrappen van de subsidies de zonnepanelenmarkt in elkaar. Tal van bedrijven gingen over kop. Raphaël kon het hoofd boven water houden door andere locaties op te zoeken. Om te beginnen Brussel en Wallonië waar een andere reglementering geldt maar ook Nederland waar de markt echt ‘booming’ is. Inmiddels heeft Ecorus ook kantoren geopend in New York en San Francisco.
Via het systeem van ‘recht van opstal’ blijven de installaties onze eigendom. De klant betaalt een vergoeding voor het gebruik maar wij garanderen hem een rendabele hoeveelheid energie en opbrengst.”
We schrijven 2002. Raphaël – student op campus Groep T – is op zoek naar een thesisonderwerp. Dankzij sponsoring van de toenmalige hogeschool slaagt hij erin te ‘infiltreren’ in het Nuon Solar Team van T.U. Delft, de pionier in het bouwen van zonnewagens en elk jaar opnieuw winnaar van de World Solar Challenge in Australië. Raphaël arriveert als ‘kleine Belg’ in een groot Nederlands team en werkt zich onmiddellijk in de kijker als een veelzijdige organisator en problem solver. In 2003 wint het Delftse team met glans de race in Australië. Raphaël reist en feest mee. Hij brengt de winnende wagen naar Groep T en wordt er als een held onthaald. Zijn voorbeeld werkt aanstekelijk. Onder het motto ‘Wat die Hollanders kunnen, dat kunnen wij ook’ vormt zich het eerste Leuvense Solar Team. Acht studenten bouwen in ijltempo de eerste Belgische zonnewagen. In oktober 2005 staan ze met de Umicore Solar Car aan de start in Darwin. Raphaël is erbij als de wagen in Adelaide finisht op de zevende plaats. Hernieuwbare energie “Inmiddels was het klimaatdebat wereldwijd op gang gekomen”, vertelt Raphaël. “Hernieuwbare energie kwam daarbij volop in de aandacht. Tijdens de race in Australië kwam ik in contact met docenten van de Universiteit of New South Wales in Sydney. Daar volgde ik anderhalf jaar lang het Postgraduate Programme in Photovoltaics & Renewable Energy. Om mijn studie en verblijf te financieren, werkte ik als jobstudent bij het Facility Management Department. Ik leerde er hoe je gebouwen energiezuiniger kunt maken door duurzame verwarmings technieken, isolatie- en – inderdaad – zonnepanelen.”
Het Punch Powertrain Solar Team en de zonnewagen zijn een uithangbord van de Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen. Koning Filip huldigde in 2015 de nieuwe wagen in, rector Rik Torfs reed er een rondje mee en overal – van Adelaide tot in Lennik – is de zonnewagen een publiekstrekker. Maar wie ligt aan de oorsprong van dat succes? Een portret van Raphaël Janssens, industrieel ingenieur elektromechanica, afgestudeerd in 2004.
Belangrijk is wel dat wij zelf mee investeren in elk project.
31CONNECT ING


Olieconcern is klant Bij de klanten van Ecorus vind je grote namen als de warenhuisketen Albert Heijn, machineproducent Heidelberg, de industriële grootbakkerij Patridor en – jawel – de Franse oliereus Total. Een groen-energiebedrijf dat werkt voor een producent van ‘dirty oil’, hoe valt dat te rijmen? “Eigenlijk is het goed te begrijpen”, antwoordt Raphaël. “Door de lage olieprijzen en de opgang van hernieuwbare energie zien de klassieke olie- en gasconcerns zich gedwongen om nieuwe markten te exploreren. Neem nu Total. Dat heeft de voorbije jaren verschillende zonne-energiebedrijven opgekocht, waardoor het momenteel op één na de grootste producent van zonne-energiesystemen is. Zie ook de overname van Lampiris, de grootste groene-stroomleverancier van België. Het bewijst dat het tij definitief gekeerd is en hernieuwbare energie letterlijk en figuurlijk de wind – en de zon – in de zeilen heeft.
Yves Persoons
Stabiele leveranciers “Zonnepanelen zijn helemaal niet passé”, zegt Raphaël. “Ook zonder subsidies en groenestroomcertificaten blijven zonnepanelen een rendabele en veilige investering. Een doorsnee gezin betaalt gemiddeld 6400 euro voor een installatie maar die verdient zich op 11 jaar tijd terug. Meer nog, met een levensduur van 25 jaar, levert de installatie je op termijn een aardige winst op. Bovendien is de zon – net zoals de wind – een stabiele en onafhankelijke energieleverancier in tegenstelling tot fossiele energie bronnen als olie en gas. Een regionaal conflict of internationale crisis volstaan om de prijzen de hoogte in te jagen en de bevoorrading in het gedrang te brengen.”

32 Hilde Lauwereys
Coöperatief leren Tijdens de voorjaarsmissie ondertekende vicerector Gielen een samenwerkingsakkoord tussen de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen en het Stevens Institute of Technology in Hoboken (New Jersey). Het belang hiervan kan volgens Hilde Lauwereys niet onderschat worden. “Stevens is één van de oudste technische universiteiten in de States, al is 1870 naar Leuvense normen nog piepjong. Ze kunnen uitpakken met twee Nobelprijswinnaars en drie National Centers of Excellence op het gebied van onderzoek. En ze waren de eersten om internet te introduceren op de campus.”
“Wat ons in Stevens vooral interesseert, is het concept van ‘Design Spine’”, legt prof. Vercruysse uit. “Het komt erop neer dat er in elk semester een ontwerpopdracht op het programma staat. Je kunt het vergelijken met onze Engineering Experiences: open opdrachten waarin de studenten uitgedaagd worden zich creatief uit te leven en al doende ondernemende ingenieurs te worden.”
FACULTY WORLDWIDE
De Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen heeft niet alleen oog voor de Oriënt. Ook occidentaal wordt met open vizier uitgekeken naar opportuniteiten voor meer samenwerking en uitwisseling van studenten, docenten en onderzoekers. Prof. Sabine Vercruysse, academisch verantwoordelijke internationlisering en Hilde Lauwereys, stafmedewerker internationalisering richten hun blik op de nieuwe wereld. V an 30 maart tot 9 april 2016 trok vicerector Georges Gielen met een uitgebreide delegatie van de Groep Wetenschap & Technologie van de KU Leuven door de USA en Canada. Niet minder dan 13 top universiteiten werden bezocht om nieuwe samenwerking te exploreren of de al bestaande banden nauwer aan te halen. “Onze docenten en onderzoekers hebben uiteraard Amerika al veel langer ontdekt”, merkt prof. Vercruysse op. “Technologie campus Gent bijvoorbeeld wisselt al jaren Erasmus-Mundusstudenten uit. En Campus Groep T in Leuven onderhoudt goede contacten met het Franklin W. Olin College of Engineering in Massachusetts, bekend voor zijn projectgebaseerde aanpak, de ‘real world engineering projects’ en de ‘passionate pursuits’. Het Olin-gedachtegoed vind je terug in de Engineering Experiences op de campus, maar ook in het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs.”
LEREN AMERIKAVAN

33CONNECT ING Engineering in context Een andere belangrijke speler in het internationaliseringsbeleid van de faculteit is Penn State University, een reus met niet minder dan 24 campussen verspreid over de staat Pennsylvania, 100 000 studenten, 17 000 docenten en stafleden en een half miljoen actieve alumni. “Met Penn State zijn al pilootprojecten opgestart met prof. Wim Van Petegem en Prof. Erik Claessens die via videoconference hun cursussen openstellen voor studenten op verschillende campussen daar”, zegt Hilde Lauwerys. “Wat ons bij Penn State University bijzonder interesseert is hun ‘learning factory’ gebaseerd op het concept van ‘Engineering in Context’, het creëren van een inclusieve leer- en werkomgeving waarin studie en beroepspraktijk naadloos in elkaar overvloeien in een weldoordachte balans tussen het academische en het professionele. Het academisch ziekenhuis van de universiteit is daar een goed voorbeeld van. Ze noemen het een ‘teaching hospital’. Jaarlijks worden er 1 miljoen patiënten verzorgd in een unieke leer- en werkomgeving voor zowel aankomende artsen en verplegers als professoren.” “In dezelfde lijn ligt de ‘co-operative education’”, vervolgt Sabine Vercruysse. “Het is een gestructureerde aanpak om het klassieke onderwijs op de campus en werkervaring te integreren in het curriculum. Het komt erop neer dat je met wat je doet in de beroepspraktijk ook academische credits kun verwerven.” Beloofde land Nog in de USA werkt de faculteit samen met Purdue University (Indiana) waar Neil Armstrong, de eerste astronaut op de maan, afstudeerde. Drie Purdue-docenten gaven op Technologiecampus Gent al les in het kader van de ErasmusMundus masteropleiding. Verder staan nog op stapel: ETS in Montréal en San Jose State University in Californië, de ‘hofleverancier’ van ingenieurs aan Silicon Valley. In Californië onderhoudt technologiecampus Gent ook goede contacten met UC Davis, een topuniversiteit in landbouw- en biowetenschappen en voedingstechnologie. “Amerika was van bij de ontdekking van de Nieuwe Wereld het beloofde land voor vele generaties Europeanen”, besluit prof. Vercruysse. “Welnu, dat is het in tal van opzichten nog altijd: jong, inspirerend en uitdagend voor al wie iets in zijn of haar mars heeft. Onze faculteit is ook nog jong. We kunnen uit de pioniersgeest die we in de States hebben ervaren inspiratie putten om van de uitdagingen die ons te wachten staan opportuniteiten te maken.” Yves Persoons Prof. Sabine Vercruysse



Brother and sister are determined to become Master in Biochemical Engineering Technology. Ponnapat is dreaming of a career in an international company. Pattaraporn’s preference is research. “Biology, living beings and life sciences have always fascinated me more than machines and computers. It is my hope that as a biochemical engineer I can contribute my bit to dealing with big world problems like famine, disease, child mortality, the degradation of the environment and climate change. My profession and that of my brother will be engineering for a better life.”
FACULTY WORLDWIDE 34
Life science
Pushing boundaries In 2014 Pattaraporn joined her brother in Leuven. When asked what made her leave her familiar surroundings and step into the unknown, her answer is clear. “Push boundaries, gain experience abroad, discover new things, improve career opportunities and collaborate with Belgian and other international students.”
At Campus Group T in Leuven, he told us, the engineering programmes are offered entirely in English in a country that is not. That was exactly what I was looking for.”
“As luck would have it, in 2011 we were host family to a Belgian student who was staying in Thailand as a part of an exchange programme with a school in Leopoldsburg. He told us a lot about Europe, Belgium, Flanders and KU Leuven.
International family “KU Leuven and Campus Groep T in particular have a major advantage”, says Ponnapat. “They are compact, so you are constantly running into each other.”


“Add to this the global expertise that Campus Group T and KU Leuven in general have accumulated and you find yourself in a really attractive learning and living environment. Many Belgian students don’t realise how thoroughly spoilt they are. They don’t even have to move to experience other continents, nationalities and cultures”, Ponnapat says.
“Furthermore, the educational approach is very attractive. Not only lectures but also seminars, labs and practical sessions are organized. They all culminate in the Engineering Experiences, the interdisciplinary team-based projects that present you with open and challenging assignments and allow you to go all “Campusout.”Group T can be considered as one big international family”, Pattaraporn continues. “The concentration of so many international students produces a cosmopolitan atmosphere that is rarely found elsewhere. Not only among students but also between students and professors the contact is very informal. If you have a problem or something is unclear, you can always take it to your prof. Also, there is a sound study guidance service and you can make use of an elaborate assortment of student facilities. And – last but not least – there is a professional International Office helping you with your application and accommodation.”
“Push boundaries, gain experience abroad, discover new things, improve career opportunities and collaborate with Belgian and other international students.”
Ponnapat and Pattaraporn Watjanatepin are from Nonthaburi in Thailand. After completing their secondary studies at the international Global English School in Bangkok, they decided to continue their education on the other side of the planet. Brother and sister are studying Biochemical Engineering at the Faculty of Engineering Technology of KU Leuven. She in the bachelor’s programme, he in the master’s.
Brother and sister found their way easily in Belgium. “Belgium may not be English-speaking officially, but we noticed that nearly everybody speaks English, especially in Leuven. People are friendly and helpful and the cuisine is much more appetizing and varied than the American fore we, in Thailand, know as Western food.
Yves Persoons
PONNAPAT & PATTARAPORN: IT RUNS IN THE FAMILY
Ponnapat arrived in 2012 in Leuven. “Because I was used to study in an international environment at home and familiar with English as a language of instruction, I decided to pursue higher education in a country where English isn’t the official language”, Ponnapat explains.

35CONNECT ING


Kinderen zijn ontzettend nieuwsgierig om te ontdekken wat er gebeurt als ze aan een knopje of een hendel (of in mijn geval code) mogen draaien.”




“Interactiviteit en véél demonstraties, dat wordt de tactiek om al dat jong geweld te boeien”, aldus de professoren. “Zo zullen we onderzoeken hoe een fiets getuned kan worden met technologische snufjes uit de wagen van de papa of mama. Fietsen naar school wordt nooit meer als voorheen!”
Proffen en hun fans Kris Aerts zakt op 15 oktober al voor het vierde jaar op rij af naar de kinderuniversiteit in Leuven. “Kinderen warm maken over een stukje wetenschap is erg leuk. Hun experimenteerdrang is zo groot, veel meer nog dan bij onze echte studenten.

“Ik heb nog nooit een echte student om een handtekening weten vragen.”
Sofie Craps
Gerichte aanpak De kinderuniversiteit vraagt om een creatieve aanpak. “Elke editie heeft een ander thema”, verduidelijkt Kris. “Ik maak er een punt van om mijn workshop in het thema in te kleden. Sommige collega’s uit andere faculteiten durven wel eens jaar na jaar hetzelfde pakketje aanbieden. Dat een industrieel ingenieur klantgericht moet werken – de rol van customer intimacy is niet voor niets gedefinieerd – heeft daar wellicht wel wat mee te maken. Utopia is dit jaar een dankbaar onderwerp. In de workshop ‘Wat als iedereen kleurenblind was’ ga ik met de kinderen kleuren simuleren op de computer. Ze mogen in Java zelf een programma schrijven en testen dit dan uit op eigen foto’s. Pret verzekerd!”
Slimme fietshelmen voor slimme
500 jaar geleden publiceerde de Engelse humanist Thomas More zijn wereldberoemde boek Utopia. KU Leuven dompelt zich vier maanden onder in de Utopia-sfeer met lezingen, tentoonstellingen, een heus stadsfestival en een kinder universiteit die op zoek gaat naar de ideale wereld. Laat ‘Wat als…’-vraagstukken nu op het lijf geschreven zijn van de industrieel ingenieur! Elke zaterdag kan je kroost tussen 8 en 13 jaar een lezing of workshop volgen van een van onze collega’s.
KINDEREN MET DE GEKSTE HERSENKRONKELS LEVEN ZICH UIT OP DE KINDERUNIVERSITEIT
Toekomst gegarandeerd Ietwat serieuzer vervolgt Kris: “De kinder universiteit kent een erg groot succes. Maar wat me wel opvalt is dat de deelnemers niet echt een doorsnee groep uit de samenleving vormen. We tellen opvallend veel kinderen van proffen en personeelsleden. Dat is eigenlijk wel een aandachtspunt. Voor onze ingenieurs opleidingen is er wel hoop: er schrijven beduidend meer meisjes in voor de kinder universiteit dan voor onze opleidingen.”
kinderen Collega’s Hans Hallez en Sammy Verslype beten op 8 oktober de spits af op Campus Kulak. Ze werden gecontacteerd door de organisatie nadat hun onderzoeks experiment de kranten haalde. Met een lezing ‘Slim en veilig door het verkeer met je fiets’ gaan ze de uitdaging aan een aula vol 8 tot 13-jarige te laten kennismaken met elektronica in slimme toepassingen.

36 VAN DROOM NAAR WERKELIJKHEID
“Die verwondering is prachtig om te zien. Vooral ook omdat ze dat spontaan tonen. Terwijl het bij onze studenten niet bepaald cool is om enthousiast te zijn over je prof, is dat bij kinderen net omgekeerd. Ik was dan ook verbaasd om na een eerste work shop handtekeningen te kunnen uitdelen.”
37CONNECT ING
Van vakschool tot hogeschool. Het door prof. Oosterlinck alom geprezen zalmmodel, dat bracht Noël Lagast in de praktijk lang vóór van deze of andere modellen sprake was. Na de vakschool trok hij naar de Hogere School voor Technisch Ingenieurs in Oostende en studeerde er af als technisch ingenieur elektronica.
Onderwijs Al tijdens zijn studie raakte Noël gefascineerd door technische opleidingen. Lang vóór de huidige STEM-hype gaf hij voordrachten in scholen om jongeren te sensibiliseren voor wetenschap en techniek. De overstap naar het onderwijs lag voor de hand. Noël werd docent aan de toenmalige KIH Oostende, inmiddels omgedoopt tot Technologiecampus Oostende, een vestiging van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven die in 2017 naar Brugge Ookverhuist.als docent zag Noël zijn job breed. Zo lag hij mee aan de basis van het ‘Technologiecentrum’ van KIH en de beurs ‘Technologie aan zee’ van VVTI. Hij werkte zich overigens niet alleen in de kijker in zijn hogeschool maar ook erbuiten, o.m. bij de koepel van het Katholiek Onderwijs in Brussel. >
Prof. Frank Baert, Noël Lagast en René Peeters

NOEL VAKMANLAGAST:ENBEZIELER
PORTRET VAN EEN GEDREVEN INDUSTRIEEL INGENIEUR
Na zijn studie dook Nöel het bedrijfsleven in en ontpopte zich meteen als een ingenieuze duizendpoot. Van Antwerpen tot in Amerika, van wasmachines tot automatisering van verkeerslichten, Noël was van alle markten thuis. De contacten die hij in die periode opbouwde, kon hij blijven onderhouden als bestuurder van de Oostendse handelskamer, de latere Kamer van Koophandel, nu VOKA.
“Dat dit mooie huzarenstuk een ruim lezerspubliek mag vinden”. Hiermee besluit prof. dr.ir. André Oosterlinck, ererector van de KU Leuven, zijn voorwoord in het boek ‘Vijfhonderd jaar geschiedenis van de ingenieur – van 1500 tot 2010’. Auteur is ing. Noël Lagast, erevoorzitter van de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK – nu ie-net). Maar de ere-voorzitter is meer dan een auteur. Hij is bovenal een ingenieuze duizendpoot.

Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren met een lidmaatschap van de ie-net ingenieursvereniging. www.alum.kuleuven.be > Alumninet Het was tevens een springplank voor gast docentschappen aan het Europacollege in Brugge en verschillende buitenlandse universiteiten. Woord Noël was en is nog altijd een man van het woord. Een inspirerende spreker tijdens lezingen en vergaderingen maar evenzeer een talentrijk schrijver. Van zijn hand verschenen tientallen artikels in tijd schriften en kranten, gebaseerd op intensief studiewerk over de ingenieurs opleidingen in Vlaanderen, Europa en de wereld. Toen het ingenieursmagazine I-mag – het maandblad van de Vlaamse Ingenieurskamer – een hoofdredacteur zocht, hoefde het niet ver te zoeken. Als hoofdredacteur werd Noël een van de vurigste pleitbezorgers van de beroeps belangen van de industrieel ingenieur. De standpunten en memoranda die toen verschenen, gelden in de ingenieurs vereniging nog altijd als een leidraad. In 2011 verscheen Noëls ‘magnum opus’, het boek ‘Vijfhonderd jaar geschiedenis van de ingenieur – van 1500 tot 2010’, het resultaat van eruditie, studiewerk en jarenlange ervaring. Netwerken In de loop van zijn carrière heeft Noël een wijdvertakt netwerk van contacten uitgebouwd. Ook dat is geen toeval. Mensen ontmoeten, daar is het de erevoorzitter in eerste instantie om te doen.
René Peeters 38 Blijf in contact Word lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven of hernieuw je lidmaatschap 3 4 keer per jaar ConnectIng in je brievenbus, uitgegeven door de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in samenwerking met de alumnikringen 3 Maandelijkse Campuskrant KU Leuven met alumnibijlage 3 Sponsoring van promotiebijeenkomsten 3 Steun aan leden via hulpfondsen en studiebeurzen 3 Uitnodigingen op heel wat universitaire activiteiten en exclusieve events 3 Kortingen op oa Festival van Vlaanderen en andere Samenaankoop KU Leuven-voordelen zoals kortingen op Kinepolis filmtickets, pretparkbezoeken e.a. 3 … NOEL LAGAST: VAKMAN EN BEZIELER Bouw aan je kennis. Deel BlijfVerruimervaringen.jenetwerk.verbonden.

Zijn rubriek ‘Collega in de kijker’ was vele jaren zowat het gezicht van het ingenieursmagazine I-mag. Elk interview resulteerde in een helder verhaal met veel aandacht voor de mens achter de ingenieur of wetenschapper. Dit materiaal wordt binnenkort gebundeld in een boek ‘Innoverende ingenieurs’. Noëls netwerk houdt evenwel niet op aan de landsgrenzen. Als lid van het dagelijks bestuur en het Departement Beroeps belangen van het VIK verrichtte Noël intensief vergelijkend onderzoek naar de ingenieurs opleidingen wereldwijd. Dit resulteerde in studies zoals ‘Panorama opleiding industrieel ingenieur’ en tal van duurzame internationale contacten. Profiel Al wie bedrijvig is in een ingenieurs vereniging kent Noël Lagast. Het profiel en de beroepsbelangen van de industrieel ingenieur liggen hem nog altijd na aan het hart. Zo werkte hij vorig jaar nog actief mee aan het ‘Memorandum 2015’ van het VIK. Volgens Noël betekent de integratie van de opleiding in de universiteiten een belangrijke stap vooruit, maar daarmee is de kous niet af. De technologie en de economie evolueren razendsnel, dus moet de opleiding zich blijven vernieuwen wil de industrieel ingenieur nog een rol van betekenis blijven spelen. Dit moet volgens de erevoorzitter het uitgangspunt zijn bij de discussies over het al dan niet verlengen de studieduur.
van

Klimaatverandering is een van de belangrijkste drijfveren om de hedendaagse economie, die draait op fossiele grondstoffen, om te vormen naar een economie die draait op biomassa. Welke uitdagingen stelt deze conversie op wetenschappelijk vlak? Wat zullen de gevolgen zijn voor de chemische industrie in de wereld en in Vlaanderen in het bijzonder. Zal de nood aan bio-gebaseerde chemicaliën leiden tot voedselschaarste? Deze en andere vragen komen aan bod tijdens de forumavond op Technologiecampus De Nayer.
9 december 2016, 18.15 – 21.30 u. KU Leuven Technologiecampus De Nayer
15 april 2017 KU Leuven Technologiecampus Gent
NIEUWS VAN DE ALUMNI
Dat is de titel van de volgende forumavond. In 2020 zal namelijk 95% van de verlichting in de wereld gebaseerd zijn op “solid state” lichtbronnen zoals leds en oleds. Deze spectaculaire transitie is nog volop aan de gang: energiezuinigheid was dan wel de eerste bekommernis, vandaag wordt er volop gewerkt aan de integratie van intelligentie, individualisering en lichtkwaliteit van visuele en niet-visuele aspecten. Deze verlichtingstransitie biedt enorme opportuniteiten voor multidisciplinaire samenwerking. Welke die zijn wordt jullie op verlichte wijze toegelicht door Peter Hanselaer, hoofd van het Laboratorium voor Lichttechnologie en Rik Vereecken van ByNUBIAN. Meer info en inschrijven via www.alum.kuleuven.be/forumavond
Op 10 oktober ontvingen Ben Jacobs en Jens Kusters, master studenten Elektronica- ICT, elk een geldprijs van €125 van de Alumnivereniging Ingenieurs KU Leuven voor hun bachelorproef met als titel ‘Solar+’. De prijs werd uitgereikt door Kris Cools tevens oud-student van Technologiecampus Geel. ‘Solar+’ handelt over het optimaal afstemmen van lokaalverbruikers (airco’s, batterijsystemen, ….) op de eigen energieproductie via zonnepanelen. “Bedrijven kunnen hun extra energieproductie beter zelf benutten en hoeven deze dan niet aan lage prijzen op het net te zetten” aldus Ben en Jens.

39CONNECT ING
BIO-GEBASEERDE CHEMIE

EERSTE ALUMNIPRIJZEN BESTE
TECHNOLOGIECAMPUSBACHELORPROEVENOOSTENDE
LICHTFORUMAVOND:VERTEERBAAR
Op de promotie van de bachelor- en masterstudenten van Technologiecampus Oostende deelde Alumni Ingenieurs de eerste award voor beste bachelorproef uit. Bram Vandekerckhove verdiende de prijs voor zijn bachelorproef Numerieke studie van het gepulseerd contactloos opwarmen van thermoplastische kunststofplaten voor thermovormen.

KUINGENIEURSALUMNILEUVEN
CONVERSIEFORUMAVOND:VAN FOSSIELE NAAR
TECHNOLOGIECAMPUS GEEL
Opleidingen:bacheloropleidingen3afstudeerrichtingen(bachelor)7masteropleidingen16master-na-masteropleiding1postgraduaten3 Faculteit inIngenieurswetenschappenIndustriëlecijfers(26/09/2016) Totaal 5631studenten:aantal Totaal 759personeelsleden:aantal Aantal 460studenten:buitenlandse 7854846 Top 3 opleidingen met meeste bouwkundechemiebiochemiemeisjes: Totaal 70nationaliteiten:aantal Totaal 3 Indiaas34Nederlands65Chinees151nationaliteiten: Aantal 85partnerinstellingen:EU-partners Top 3:DuitslandFrankrijkSpanje Aantal 16partnerinstellingen:nietEU-partners Top 2:ChinaUSA















































