
4 minute read
RAPHAËL JANSSENS: DE VADER VAN DE ZONNEWAGENS
ALUMNUS IN DE KIJKER
Het Punch Powertrain Solar Team en de zonnewagen zijn een uithangbord van de Faculteit Industriële Ingenieurs - wetenschappen. Koning Filip huldigde in 2015 de nieuwe wagen in, rector Rik Torfs reed er een rondje mee en overal – van Adelaide tot in Lennik – is de zonnewagen een publieks trekker. Maar wie ligt aan de oorsprong van dat succes? Een portret van Raphaël Janssens, industrieel ingenieur elektromechanica, afgestudeerd in 2004.
We schrijven 2002. Raphaël – student op campus Groep T – is op zoek naar een thesisonderwerp. Dankzij sponsoring van de toenmalige hogeschool slaagt hij erin te ‘infiltreren’ in het Nuon Solar Team van T.U. Delft, de pionier in het bouwen van zonnewagens en elk jaar opnieuw winnaar van de World Solar Challenge in Australië. Raphaël arriveert als ‘kleine Belg’ in een groot Nederlands team en werkt zich onmiddellijk in de kijker als een veelzijdige organisator en problem solver. In 2003 wint het Delftse team met glans de race in Australië. Raphaël reist en feest mee. Hij brengt de winnende wagen naar Groep T en wordt er als een held onthaald. Zijn voorbeeld werkt aanstekelijk. Onder het motto ‘Wat die Hollanders kunnen, dat kunnen wij ook’ vormt zich het eerste Leuvense Solar Team. Acht studenten bouwen in ijltempo de eerste Belgische zonnewagen. In oktober 2005 staan ze met de Umicore Solar Car aan de start in Darwin. Raphaël is erbij als de wagen in Adelaide finisht op de zevende plaats.
Hernieuwbare energie
“Inmiddels was het klimaatdebat wereldwijd op gang gekomen”, vertelt Raphaël. “Hernieuwbare energie kwam daarbij volop in de aandacht. Tijdens de race in Australië kwam ik in contact met docenten van de Universiteit of New South Wales in Sydney. Daar volgde ik anderhalf jaar lang het Postgraduate Programme in Photovoltaics & Renewable Energy. Om mijn studie en verblijf te financieren, werkte ik als jobstudent bij het Facility Management Department. Ik leerde er hoe je gebouwen energiezuiniger kunt maken door duurzame verwarmingstechnieken, isolatie- en – inderdaad – zonnepanelen.”
Eigen bedrijf
Eenmaal terug in het land gooit Raphaël zich op de markt van de zonnepanelen. Met een paar ex-Solar Team kompanen richt hij in 2010 Ecorus op, een dienstenbedrijf gespecialiseerd in pv installaties.
“Voor alle duidelijkheid, wij zijn geen installateurs van zonnepanelen”, vervolgt Raphaël. “Wij zorgen voor het projectmanagement, d.w.z. financiering, design, engineering, werfbegeleiding en service. De installatie zelf gebeurt door onderaannemers. Belangrijk is wel dat wij zelf mee investeren in elk project. Via het systeem van ‘recht van opstal’ blijven de installaties onze eigendom. De klant betaalt een vergoeding voor het gebruik maar wij garanderen hem een rendabele hoeveelheid energie en opbrengst.”
In 2012 stortte in Vlaanderen door het schrappen van de subsidies de zonnepanelenmarkt in elkaar. Tal van bedrijven gingen over kop. Raphaël kon het hoofd boven water houden door andere locaties op te zoeken. Om te beginnen Brussel en Wallonië waar een andere reglementering geldt maar ook Nederland waar de markt echt ‘booming’ is. Inmiddels heeft Ecorus ook kantoren geopend in New York en San Francisco.
Stabiele leveranciers
“Zonnepanelen zijn helemaal niet passé”, zegt Raphaël. “Ook zonder subsidies en groenestroomcertificaten blijven zonnepanelen een rendabele en veilige investering. Een doorsnee gezin betaalt gemiddeld 6400 euro voor een installatie maar die verdient zich op 11 jaar tijd terug. Meer nog, met een levensduur van 25 jaar, levert de installatie je op termijn een aardige winst op. Bovendien is de zon – net zoals de wind – een stabiele en onafhankelijke energieleverancier in tegenstelling tot fossiele energie - bronnen als olie en gas. Een regionaal conflict of internationale crisis volstaan om de prijzen de hoogte in te jagen en de bevoorrading in het gedrang te brengen.”
Olieconcern is klant
Bij de klanten van Ecorus vind je grote namen als de warenhuisketen Albert Heijn, machineproducent Heidelberg, de industriële grootbakkerij Patridor en – jawel – de Franse oliereus Total. Een groen-energiebedrijf dat werkt voor een producent van ‘dirty oil’, hoe valt dat te rijmen? “Eigenlijk is het goed te begrijpen”, antwoordt Raphaël. “Door de lage olieprijzen en de opgang van hernieuwbare energie zien de klassieke olie- en gasconcerns zich gedwongen om nieuwe markten te exploreren. Neem nu Total. Dat heeft de voorbije jaren verschillende zonne-energiebedrijven opgekocht, waardoor het momenteel op één na de grootste producent van zonne-energiesystemen is. Zie ook de overname van Lampiris, de grootste groene-stroomleverancier van België. Het bewijst dat het tij definitief gekeerd is en hernieuwbare energie letterlijk en figuurlijk de wind – en de zon – in de zeilen heeft.
Yves Persoons