(B)RUIS issue #2

Page 1

(B)RUIS

MAGAZINE

OVER & VOOR

#2 ISSUE

Featuring: * DIDI RECORDSHOP

Heerlense mega-winkel van internationale allure

* BOEKHANDEL VAN

DER VELDEN - VAN DAM

Een glas Heerlense champagne

(B)RUISEND HEERLEN

VAESSEN

Al 122 jaar een begrip in de stad

DEMI VAN BERGEN van Quatro Cinema: “We hebben veel tegenslagen gehad, maar ik zie de toekomst positief in.”

JUWELIERS

(B)RUIS

MAGAZINE

Mogelijk gemaakt door het Ondernemersfonds Heerlen

(B)RUIS magazine

Uitgegeven in eigen beheer info@bruismagazine.nl Mogelijk gemaakt door Ondernemersfonds Heerlen

Concept & design: Zindzi Slegers

Fotografie: Jonathan Widdershoven

Redactie: Judith Bouwels, Jop Delheij en Leonie Kohl

Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

ISSN: 2772-705X

© 2022, Zindzi Slegers

(B)RUIS is een magazine gemaakt door creatievelingen die belang hebben bij het bruisen van de stad Heerlen. De lokale ondernemer en initiatiefnemer die hart heeft voor de stad, biedt kleur en diversiteit en heeft een positieve invloed op de leefbaarheid van de stad. Zonder de Heerlense ondernemer is er geen bruis. In samenwerking met het Ondernemersfonds Heerlen vertellen wij het verhaal van de lokale ondernemer en initiatiefnemer om zo de Heerlenaar en de stad in beweging te brengen.

Dit magazine wordt mogelijk gemaakt door het Ondernemersfonds Heerlen.

6 14 24 36 42 48 * * *
Pauls plek met potentie: Geleenstraat 54
gesprek met Servaas van Vaessen Juweliers Nu een walhalla of in de toekomst? Een historische onderneming met allure over ‘hun’ Romeins godinnenbeeld Ondernemers van de Oranje Nassaustraat spreken zich uit INHOUD Boekhandel PPP (G)OUD Flexwerkplekken
Dortu
der Velden
champagne
* * *
In
Pieters
De stem van de straat Van
- van Dam: een glas Heerlense
* HET LICHT ZIEN * DIDI Recordshop * Het faalverhaal van... * (T)HUIS * 5 OP 1 RIJ * (B)RUIS in beeld * Quatro Cinema 56 70 80 84 90 106 110 Een rondje door de stad Een Heerlense mega-winkel van internationale allure Kas Hos over bistro Goei Goesting Bij Ernest Notermans: wonen tussen de uitgaansgelegenheden van Heerlen Kapperszaken in Heerlen Bruisende krachten achter (B)RUIS Stadsbioscoop in hartje centrum gerund door Heerlense ondernemersfamilie 5

BOEKHANDEL Van der Velden - van Dam: een glas Heerlense champagne

Is Heerlen een literaire stad? Zeker is er een aantal schrijvers actief, stadsdichters onder andere, die zich wijden aan poëzie of fictief proza. Activist en auteur Paul van der Velden (1946-2011) was daar één van. Naar hem is boekhandel Van der Velden - van Dam vernoemd. Of Heerlen nu een literaire stad genoemd kan worden of niet: deze boekhandel, gelegen aan de Promenade, geeft Heerlen zonder twijfel een literaire duw in de rug. Deze plek is veel meer dan een boekenwinkel, zo ontdekten wij in ons gesprek met Monique van den Kerkhof, de eigenaresse van de zaak. Door Jop

BOEKHANDEL

Allereerst kunnen we met gemak spreken van een ontmoetingsplek, of een hotspot voor Heerlenaren. “Ik spreek liever over gasten dan over klanten”, vertelt Monique. Je kunt er aan tafel gaan zitten om de krant te lezen of om een praatje met elkaar te maken. Of loop anders even de kelder in waar je kunst kunt bewonderen in de galerie. De gastvrijheid waar Monique over spreekt, stamt nog uit de tijd dat zij een horecazaak uitbaatte aan de Gasthuisstraat. De gasten die ze daar ontving, komen nog steeds over de vloer bij de huidige boekwinkel, en anekdotisch genoeg is de boekenhandel al ontstaan toen Monique nog verrukkelijke wijnen en Bourgondische gerechten serveerde. Sinds 2010 organiseerde zij namelijk jaarlijks een benefiet voor Hospice de Mantelhof in Heerlen. Eén keer was het thema: boeken. Monique had uiteindelijk zo veel boeken in haar bistro staan dat daar een handeltje uit is ontstaan. Om gezondheidsredenen zocht Monique naar alternatieven voor de bistro en toen brak er een verlicht moment aan: De Limburger berichtte over de oude Rabobank in de Honigmannstraat, thans het hoofdkwartier van IBA Parkstad, waarvoor de Gemeente Heerlen op dat moment een geschikte invulling zocht. Het hek was van de dam: Monique organiseerde een bijeenkomst over de vraag ‘wat een goede boekenwinkel zou zijn’, ging op zoek naar een geschikt pand en de rest is geschiedenis.

Monique van den Kerkhof
9
“Ik spreek liever over gasten dan over klanten.”

De oude Rabobank is het niet geworden, maar wel het pand aan de Promenade, en Van der Velden - van Dam werd daar feestelijk geopend op 8 juli 2019. Sinds dat heugelijke moment is Van der Velden - van Dam uitgegroeid tot veel meer dan een boekenwinkel. Gong Records heeft er een ‘shop in shop’, dus je kunt er ook terecht voor nieuwe en bijzondere LP’s. De Heerlense Heemkundevereniging is gehuisvest naast Galerie van Dam, in het souterrain. Daar zijn inmiddels vijf tentoonstellingen gerealiseerd.

Ook hebben talloze lezingen en gespreksmiddagen plaatsgevonden in de winkel. Iedere laatste zaterdag van de maand om 16:00 uur vindt de boekenborrel plaats, waar literatuurkenner Ben van Melick een boek bespreekt en journalist Wiel Beijer in gesprek gaat met lezers en schrijvers. Op deze manier is Van der Velden - van Dam een plek om iets te leren. Zo koop je er uitgaves over de stad Heerlen, kun je er iedere maand over literatuur leren en vinden er af en toe ook informatiemiddagen plaats. Bijvoorbeeld om de nieuwe plannen voor de Promenade in te zien met uitleg van een ambtenaar. “Ik ben een doorgeefluik, als er iets te communiceren valt dan doe ik dat”, stelt Monique. “Ik wil een beetje helpen met de ontwikkeling van de stad.” Ze wil dan ook actief maatschappelijk betrokken zijn bij Heerlen. “De bedoeling is om een vaste waarde te zijn waar mensen graag komen, informatie halen en boeken kopen. Ik wil ook naar buiten toe met dingen. Ik heb op oudjaarsdag wafels staan bakken. Ik doe dat ook om leven te brengen”, aldus Monique.

10
11
“Ik ben een doorgeefluik, als er iets te communiceren valt dan doe ik dat.”

“Het is misschien geen standaard prachtige stad, in Heerlen is het ruw. De littekens van het verleden vind ik veel interessanter, om de schoonheid daarvan te zien.”

13 misschien
het littekens verleden schoonheid zien.”

Nu terugkomend op onze eerste vraag, hoe literair Heerlen is, laat Monique ons weten dat Heerlen steeds literairder wordt. “Er wordt veel geschreven, en gelukkig ook door jonge mensen.” Daarnaast is er veel belangstelling voor de geschiedenis van Heerlen. ‘Wat moet ik lezen om iets te weten over de stad?’, is een veelgestelde vraag van de gasten. Voor Monique is Heerlen een stad die zich ontwikkelt, maar niet op een conventionele manier. “Het is misschien geen

standaard-prachtige stad, in Heerlen is het ruw. De littekens van het verleden vind ik veel interessanter, om de schoonheid daarvan te zien.” Voor Monique bruist Heerlen dan ook op een specifieke manier: als champagnebubbels. “In Heerlen komen de bubbels van onderuit en die stijgen naar boven om daar tot wasdom te komen. Precies zoals de Heerlense Culturele Lente.” Monique ziet haar onderneming daarom als “een glas waarin de culturele champagne bruist”.

15

Leegstand of kans? De binnenstad van Heerlen kampt - net als veel andere steden - met veel leegstaande winkelpanden. Hiertussen bevinden zich meerdere pareltjes van panden, echte kansplekken. Kun jij door de lege etalages, de gedateerde inrichting en het ‘lege witte vel’ heenkijken?

Stadmaker Paul Leufkens kan dat als geen ander. Heerlen is zijn werkveld en hij neemt ons mee naar een plek met potentie van zijn keuze. Door Leonie Kohl

plek potentiemet

Adres: Geleenstraat 54

Locatie: Hoek Geleenstraat - Honigmannstraat

Bouwjaar: 1900

Oppervlakte: 3 verdiepingen à 95m2

geleenstraat 54

18

Paul heeft weer een hoekpand te pakken, die staan normaal gesproken niet snel leeg. In het pand in kwestie zat lunchroom Moonen-Savelsbergh. Na jarenlang naam gemaakt te hebben, konden zij geen opvolging vinden voor hun alom gewaardeerde tijdscapsule. Iedereen weet deze plek op de hoek van de Geleenstraat en de Honigmannstraat te vinden. Veel mensen zullen er nostalgisch van worden en de lege ruiten doen pijn. Paul heeft een plan.

Pand

“Dit pand betrek je niet om de historische allure, maar om de locatie. Er zit meer potentie achter de glad gepleisterde muren dan je denkt. Het pand is van rond 1900, maar daar zie je niet meer veel van. Waarschijnlijk heeft de oorspronkelijke ingang op de schuine hoek gezeten, vandaar het vlakke deel op de hoek waardoor het geheel nu een beetje uit verhouding is. De entree zou je daarom terug kunnen brengen. Het gedeelte rechts van de huidige ingang is ideaal voor een afhaalgedeelte. Je hoort al dat ik naar een horecabestemming neig. Op de begane grond kun je gasten ontvangen, klanten laten afhalen en je product bereiden, hier zit ook de keuken. Op de eerste verdieping is er in de huidige situatie een zitgedeelte met een schouw. Op dezelfde verdieping heeft voorheen de bakkerij gezeten, dus daar heb je veel werkruimte en er is nog een voorraadkelder. De inrichting is wel toe aan een volledige vernieuwing.”

EEN STUKJE GESCHIEDENIS

Het pand is rond 1900 gebouwd, waarschijnlijk meteen met het oog op een woon-winkelcombinatie. De Geleenstraat was van oudsher een drukke straat met veel winkels en cafés. Mensen die hun jeugd in Heerlen hebben doorgebracht, herinneren zich rijwielhandel Pluymaekers die er tot minstens 1994 heeft gezeten. Hier kocht je je eerste fiets of brommer. Nadat Pluymaekers wegging, verhuisde Moonen-Savelsbergh van de Kruisstraat 8 naar dit hoekpand in de Geleenstraat. Tot eind 2021 hadden zij hier hun goedlopende zaak, waar vooral veel Heerlenaren op leeftijd genoten van de degelijke service en het kwaliteitsgebak. Een doosje bonbons ging mee voor thuis.

Locatie locatie locatie “De locatie is de kracht van dit pand. Het ligt aan een kruising met historie, aan de oude Romeinse weg (Via Belgica) in het hart van Heerlen. De Geleenstraat is een belangrijke toegangsweg en je hebt de parkeergarage tegenover. Er is loop zat en je legt aan een vreemde makkelijk uit waar

het is. De mensen in Heerlen zullen voorganger Moonen-Savelsbergh allemaal kennen. Je kunt net als zij een mooi terrasje neerzetten in de Honigmannstraat. Vanuit hier heb je uitzicht op de Koolpiet-mural, de grote plataan op de Promenade en de markante gevel van de Q-park. Het is een bedrijvige en gezellige hoek.”

20

Wat doet de buurt en wat doen de buren?

“Je ligt hier aan de rand van het Romeins Kwartier, vlak bij het nieuwe Stadskantoor en het Raadhuis. Die laatste wordt binnenkort helemaal opgeknapt en er komt een openbare leeszaal. In het hoekpand waar boekhandel Winants zat, wordt nu druk geklust. Hopelijk krijgt dat binnenkort een

invulling. Tegenover je zit JOKO bloemen, dus dat ziet er altijd fleurig uit, zeker voor de mensen op je terras. Schuin tegenover ligt eethuis Pammetje, ook met terras. Dat versterkt elkaar voor een horecafunctie.”

21
22

Waar zit de potentie?

“Wist je dat je in de binnenstad van Heerlen nergens meer kunt zitten met een lekker sorbetijs? Dat terwijl het hier vroeger stikte van de ijssalons. Ik zie in dit pand een ijssalon, maar dan wel helemaal van deze tijd. Vegan ijs, op basis van gezonde ingrediënten met gedurfde smaken. Je kunt er zitten met een coupe of afhalen in de Honigmannstraat. Daar hoort wel echt goede koffie bij, gezet met de lekkerste verse koffiebonen. In de winter maak je vegan milkshakes en veggie wafels of ga je samen met vrienden voor een high tea met ijsbonbons. Met een aankleding van de zaak met natuurlijke materialen zoals hout, versterkt je boodschap: met frisse energie positief bezig zijn met je gezondheid.”

++ Hoeklocatie in de loop van en naar het centrum

+ Horecabestemming en mogelijkheid tot terras

++ Locatie met bekendheid

-- Redelijk wat renovatiewerk aan de gevel

- Interieur moet volledig vernieuwd

23

VaessenJuweliers (G)OUD

In de rubriek (G)OUD neemt de redactie van (B)RUIS een kijkje achter de schermen bij ondernemers die al jaren meedraaien in Heerlen. Dit keer is Vaessen Juweliers aan de beurt: de juwelierszaak in hartje centrum die al 122

jaar een begrip is in de stad. Servaas Vaessen, de vierde generatie die aan het roer staat, geeft ons een kijkje in het verleden, heden en de toekomst van de juwelierszaak en van Heerlen. Door Judith Bouwels

Servaas laat Judith een foto zien uit 1965 van de hele familie Vaessen in de winkel

“Vaessen Juweliers is ontstaan in 1900, toen mijn overgrootvader door ziekte te horen kreeg dat hij niet op het land kon werken. Hij was de jongste van het gezin en terwijl al zijn broers wel op het land werkten, heeft hij zichzelf het vak horlogemaker aangeleerd - vakscholen waren er voor dit beroep destijds niet. Het werk lag hem goed en hij vond het leuk. Hiermee is Vaessen Juweliers geboren, in Hoeve Morgenster in Voerendaal.”

“In 1915 verhuisde hij naar Heerlen, in het pand aan de Oranje Nassaustraat 7. Even later trouwde hij, met een dochter van Frank. Frank was toentertijd de grote houtleverancier van de mijnen. Dat gaf mijn overgrootvader een financiële boost om in 1926 het winkelpand waar wij vandaag de dag nog altijd in zitten - Bongerd 11 - te bouwen. In 1935 is Vaessen Juweliers hier zelf ingetrokken. Hij had het pand namelijk in eerste instantie gebouwd als investering, om te verhuren aan een Joodse familie. Deze voelde echter nattigheid vanuit Duitsland komen en is vertrokken. Daarna klopten veel potentiële huurders aan die een café wilden beginnen. Dat was iets wat mijn overgrootmoeder per se niet wilde, omdat Heerlen volgens haar al genoeg cafés had. Uiteindelijk zijn ze er zelf ingetrokken.”

De tweede en derde generatie Vaessen

“Na de Tweede Wereldoorlog heeft mijn opa het stokje overgenomen, die in 1950 een grote verbouwing heeft laten uitvoeren in de zaak. In 1974, het jaar waarin de mijnen sloten, nam mijn vader het bedrijf over. Dat was een zwaar jaar, aangezien de mijnen een hartstikke grote werkgever was voor mannen uit Heerlen en omstreken. Daarnaast was er een grote concurrent in Voerendaal: Vroemen-Thissen. Waar mijn vader vijf armbanden van een merk liet zien, lieten zij er vijftig zien. Toen besloot pa dat hij de vijf die hij liet zien van hoge kwaliteit moesten zijn en daarmee kostbaarder dan die vijftig van hen. Vanaf dat moment zijn we gaan upgraden in ons aanbod. Een hoger segment aanbieden is de redding geweest van Vaessen Juweliers.”

“Dit hebben we gedaan door vooral internationale merken af te gaan. Mijn vader was de eerste die topmerken zoals Cartier, Chopard en Piaget vanuit Frankrijk, Zwitserland en Italië naar Nederland bracht. Dat heeft tot een nichemarkt geleid, waarvoor mensen van veraf hierheen kwamen om deze producten te kopen. Op het hoogtepunt van juwelierszaken in Heerlen telde de stad zeventien juweliers. Dat was in de jaren zeventig. Daar moet ik wel bij zeggen: met Kerstmis was vroeger de keuze niet reuze. Je ging naar een juwelier of een bontzaak. De parfumeries en chocolateries zoals ze nu bestaan, bestonden toen nog niet. Om nog niet te spreken van de iPads en dergelijke. Ook was reizen in die tijd niet zo toegankelijk zoals nu. Een reisje naar de Eiffeltoren of naar Italië was exotisch.”

27

De vierde generatie Vaessen

“Ik kwam aan het roer van Vaessen Juweliers te staan tijdens de hype van online bestellen, in 2017. Ik zat op een tweesprong, wat ga ik doen? Ga ik op dezelfde voet verder als mijn vader of bewandel ik mijn eigen pad? Ik heb uiteindelijk toch een verandering ingevoerd. De nichemarkten zijn ondertussen in alle grote steden te vinden. Die vinden Heerlen - met alle respect - te klein, met haar 80.000 inwoners. En het overnemen van mijn vaders hoge segment was financieel vrij onmogelijk als starter. Daarom heb ik een nieuwe categorie geïntroduceerd: het merkenpakket tussen de duizend en vijfduizend euro. Daar wilde ik breed en sterk in zijn. Het topsegment wordt namelijk steeds meer teruggetrokken naar één partij en het onderlevel daarentegen wordt gigantisch. Daar tussenin is er bijna niets meer.”

“Dat is ook de reden dat ik nu bezig ben met een zaak in Maastricht (in de Maastrichtse Brugstraat) te openen. Omdat Maastricht niets meer heeft in deze ‘tussencategorie’. Of je shopt bij de Bijenkorf, of bij Schaap en Citroen. Daar tussenin is geen fatsoenlijke juwelier meer. Die zijn allemaal gestopt.”

Servaas

Van de Randstad terug naar het zuiden

“Ik vind het overigens totaal niet jammer dat Vaessen Juweliers in Heerlen ligt. Toen ik achttien was, ben ik naar Utrecht verhuisd, om Technische Bedrijfskunde te studeren. Gedurende de studie kwam ik erachter dat het werken voor een baas op een kantoor mij niet gelukkig zou maken. Tijdens het studeren besloot ik om het vak horlogemaker te leren. Zo ben ik in dezelfde wereld als mijn overgrootvader gerold. Later ben ik naar Amsterdam verhuisd, om te werken. Hier kwam ik terecht bij Schaap en Citroen. Dat begon met een bijbaantje en eindigde uiteindelijk in een volwaardige baan.”

“Ik woonde nog in Amsterdam toen mijn vader te kennen gaf dat hij het runnen van Vaessen Juweliers niet meer lang ging volhouden. Hij wilde mij de tijd geven om erin te groeien, zodat ik me goed kon voorbereiden. Ik had een appartement en mijn hele sociale leven in Amsterdam en binnen één maand ben ik teruggegaan naar Heerlen. Mijn jongere broer, Victor, was al hier. Mijn jongere zus Simone kwam erbij en zo werd het een familiebedrijf. Wat toevallig is, want mijn broer en ik hebben hier beiden niet voor gestudeerd en hebben ook niet erop ingespeeld om het bedrijf over te nemen. Wel hebben we beiden studies gedaan na afloop: ik ben horlogemaker geworden en Victor heeft gemmologie (edelsteenkunde) gestudeerd. Een gerichte opleiding tot het worden van juwelier is er niet meer zoals vroeger.”

Het dagelijks reilen en zeilen “Vroeger was Vaessen Juweliers niet zo’n familiebedrijf als nu. Mijn vader deed het ‘alleen’ toen hij het overnam van mijn opa. Hij had veertien personeelsleden rondlopen, maar niemand uit de familie. Alle reparaties gebeurden destijds nog in huis, dat is nu niet meer. Negentig procent wordt opgestuurd naar de merken. We zouden het hier in huis kunnen doen, maar dat kost heel veel tijd en geld. Repareren is een heel uitgebreid proces geworden, omdat elk merk tegenwoordig zijn eigen patenten heeft. Onderdeeltjes krijgen van een merk gaat ook niet zomaar, daar moet verkoop en reclame tegenover staan.”

“Simone doet de aftersales (reparaties). We hebben ondertussen een behoorlijk reparatienetwerk opgebouwd. Hier zijn we voornamelijk achter de schermen mee bezig. Sterker nog, tachtig procent van onze werkzaamheden bestaat uit reparaties. Helaas zijn vakmensen voor dit werk een uitstervend ras. Met een vakwerkhorloge is iemand drie maanden bezig: alle onderdelen uit elkaar halen, schoonmaken, kijken waar het probleem zit, in elkaar zetten, afregelen, oliën, polijsten, waterdicht maken, noem maar op. In het horloge dat ik vandaag draag zitten bijvoorbeeld 157 onderdelen.”

“We zijn hedendaags in totaal met een team van tien man, met ieder zijn of haar eigen expertise. Ook onze ouders werken nog mee. Vader is een nieuw bedrijf gestart: Morgenster B.V., vernoemd naar de boerderij

in Voerendaal waar het allemaal begon. Hij zit vooral in de antiek, vintage horloges en kunst. Opkopen, naar beurzen gaan, opknappen, verkopen. Pa zei onlangs nog: ‘Ik ben juwelier, dat is wat ik kan, dat is wat ik doe en dat is wat ik blíjf doen!’ Hij wordt 73 dit jaar. Het bijzondere is dat hij alles zichzelf heeft aangeleerd. Zijn vader gaf hem de sleutel en zei: ‘Zo, succes.’ Hij heeft niet de begeleiding gehad zoals wij die van hem wel hebben gehad.”

Klantenkring

“Ik zag een kans in Heerlen. De stad heeft mij meer dan Amsterdam, in dit vak althans, te bieden. We liggen op een steenworp afstand van Duitsland. Dat is momenteel - online - onze grootste afzetmarkt. Ook hebben we tegenwoordig veel Franse klanten. Oostenrijk begint ook te groeien, daar komen klanten uit de allerkleinste dorpjes. We zijn actief op onze webshops, op fora en op Facebookgroepen die we hebben opgericht.”

“Hier in de zaak hebben we twee soorten klanten: de gevestigde klant, dat is de klant uit de buurt die al jaren komt en nieuwe klanten die dankzij internet en reclame op ons afkomen. Een mooi voorbeeld van de gevestigde klant: toen ik de zaak net overnam, werd ik gebeld door een oudere heer van 94 jaar die vertelde dat hij van mijn overgrootvader, grootvader en vader een horloge had gekocht en nu ook een bij mij wilde kopen. Op een middag ben ik naar Imstenrade gereden om het horloge te brengen. Meneer was ontzettend trots.”

33
Steph Vaessen (vader van Servaas)
34

Ondernemen in Heerlen

“Ik denk dat ondernemen in de jaren tachtig a negentig makkelijker was dan nu. Nu heb je de grote concurrentie van internet. Internet kan je vriend, maar ook je vijand zijn. Qua ondernemen is Heerlen een fijne stad. Je wordt niet tegengewerkt en er zijn geen vervelende regeltjes. In Maastricht bijvoorbeeld bepaalt de gemeente hoe groot je reclame op de pui mag zijn. Over zulke dingen is de ondernemer in Heerlen helemaal vrij.”

“Verder hoop ik op een verjongingsslag in Heerlen. Dat hoop ik al heel lang. En het begin voel ik nu, met de nieuwe, jonge ondernemers die zich in de stad vestigen. Ik hoop dat die trend doorzet. Ook hoop ik op meer creativiteit. Dankzij onder andere de Nieuwe Nor, Parkstad Limburg Theater (by far het beste theater als het aan mij ligt) en Cultura Nova is Heerlen al een culturele, creatieve stad. Het mag van mij nog meer die kant op gaan. Het hoeft niet allemaal gesubsidieerd te zijn, het mag ook heel commercieel zijn wat mij betreft. Als het maar creatief, vernieuwend en onderscheidend is ten opzichte van andere steden. Ik hoop dat dat iets is wat men in Heerlen graag gaat uiten.”

“Daar hoop ik mee te bereiken dat Heerlen een bruisende stad wordt. Dat mensen van ver komen kijken uit nieuwsgierigheid. En toch nog steeds dat we van dat ‘negatieve’ tintje afkomen. Als we in het nieuws komen is dat nooit echt positief, helaas. We mogen met z’n allen trotser zijn op onze stad. Als we dat uitdragen, straal je dat ook uit. Dat is wat ik hoop. ‘De meest gevaarlijke stad van Nederland’ zijn we allang niet meer.”

“Positief is dat je merkt dat Heerlen ‘af’ begint te raken en begint op te vullen: de Nieuwe Nor is bijna af, straks is het Mijnmuseum in het centrum, de lege gaten in de Saroleastraat beginnen op te vullen. Ik hoop dat jonge ondernemers hierdoor denken: dit is een plek waar ik zou willen starten, beginnen, proberen.”

“Na zo’n lange tijd van bestaan is het de kunst om bij te blijven. Daarom zijn wij heel actief met het bedrijf. We bezoeken drie tot vier keer per jaar beurzen in onder andere Zwitserland, Duitsland, Italië, Hongkong en Dubai. Ook gaan we mee met wat de merken brengen. De blauwe wijzerplaat bijvoorbeeld komt eens in de zoveel tijd terug en dat is dan ook te zien bij Vaessen Juweliers.”

Predicaat Hofleverancier

“In de zaak hangt het Predicaat Hofleverancier aan de muur. Dat is een eerbetoon aan familiebedrijven die honderd jaar bestaan. Voorwaardes voor ontvangst zijn dat je in die honderd jaar nooit in aanraking bent geweest met justitie of de belastingdienst en dat je in de Tweede Wereldoorlog neutraal bent gebleven ofwel de ‘juiste’ kant hebt gekozen. We hebben het predicaat gekregen in 2000, van de gouverneur. In 2025 wordt het weer verlengd met 25 jaar. Dan ontvangen we een nieuw predicaat van het koningshuis, voor 125 jaar. We zijn de enige in Parkstad van de kleine tot middelgrote bedrijven die zo lang bestaat.”

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

“Voor mij bruis. Ik kan hier goed ondernemen en goed leven. En als het hier niet te vinden is, ben je zo in Duitsland of België. Als ik mijn

leven vergelijk met kennissen uit Amsterdam, zie ik dat het niveau van leven hier veel fijner is. Veel minder gehaast, minder moeten, minder duur.”

Nu een walhalla...

FLEXWERK
PLEKKEN

PLEKKEN of in de toekomst?

FLEXWERK
Onderzoek en opinie door Jop Delheij

Flexwerkplekken: in iedere stad heb je ze wel. Of het nu een bibliotheek is, of een ruimte die je kunt huren. Stadscentra worden gebruikt om te werken. Thuiswerkers kunnen even het huis verlaten en in een andere omgeving gaan zitten om zich te concentreren. En natuurlijk is het bij studenten vaak vaste kost om buiten de deur te studeren, omdat er in studentenhuizen te veel rumoer is, de kamer te klein is en het simpelweg saai is om thuis te blijven. Je krijgt zo iets mee van de stad en je kunt je begeven in een productieve omgeving. In Heerlen zo blijkt, heb je veel mogelijkheden om een ruimte als werkplek te huren. Om er een paar te noemen: Betahuis, Carbon 6, Brightlands of Superstudios. Natuurlijk kun je op talloze plekken een kantoor huren. Wat deze faciliteiten echter anders maakt, is dat er een soort broedplaatsen ontstaan waar verschillende ondernemers elkaar tegenkomen, waar er een gemeenschappelijke ruimte beschikbaar is om even een tijdschrift te lezen en elkaar te ontmoeten voor koffie.

Bij deze laatstgenoemde plekken kan men vrij recht toe recht aan ruimtes huren voor een vaste prijs, maar er zijn ook andere mogelijkheden in de stad. Zoals reeds genoemd kan men natuurlijk in de bibliotheek gaan zitten. Maar ook is er bijvoorbeeld Outpoet op de Oude Veemarkt waar jongeren zonder pardon mogen binnenlopen om van de wifi gebruik te maken, te studeren, te leren van creatievelingen die er bezig zijn, generatiegenoten te ontmoeten of een spelletje Dungeons & Dragons te spelen. Men kan zich wel inbeelden waarom dergelijke plekken waardevol zijn voor een stad. Het zijn ontmoetingsplekken, kansen om nieuwe mensen te leren kennen en nieuwe dingen te ontdekken. Liggen hier misschien meer kansen voor Heerlen? Is Heerlen op weg om een flexwerk-walhalla te worden? Of is dat het al?

Het aanbod zal ongetwijfeld groeien. De Limburger berichtte eind 2021: “Brabantse ondernemer ontdekt in Heerlen gat in de markt en bouwt 127 betonnen units.” Het bedrijf Top Boxx gaat deze units realiseren op het bedrijventerrein C-Mill, waar overigens al werkplekken benut worden. Dit ‘gat in de markt’ wordt ook door anderen opgemerkt. Op de eerste verdieping van het oude bankgebouw op het Pancratiusplein zullen in de toekomst flexwerkruimtes gerealiseerd worden. Deze ruimtes worden bewust aangeboden in combinatie met een sfeervol Grandcafé De Vrienden, zo stelt de organisatie: “Doordat vele bedrijven (mede door het coronavirus) in recordtempo het nieuwe werken hebben moeten omarmen, wordt het als kans gezien met Grandcafé De Vrienden te faciliteren in de behoeften waar het nieuwe werken om vraagt. Hierdoor ziet het team van De Vrienden een kans om deze Business-2Business doelgroep naar het horecahart van Heerlen te halen.” Het combineren van werken en ontmoeten, en formele en informele sferen binnen handbereik midden in het centrum van Heerlen is dus ook een manier om de stad een stimulans te geven, om ‘bruis’ te creëren.

Van beneden naar boven, van links naar rechts: Outpoet, SCHUNCK, Superstudios, Carbon6
39

Nu zijn er dus gratis werkplekken zoals de bibliotheek of Outpoet, alsook te huren units en flexwerkplekken in combinatie met horecagelegenheden. Daarnaast bestaat er een bijzondere plek die misschien wel het voorbeeld kan geven voor nieuwe initiatieven en exploitaties in Heerlen: de creatieve broedplaats House of Colors. Gelegen aan de Huskensweg, een zijstraat van de Sittarderweg, staat de invulling van dit oude douanekantoor in schril contrast met haar grauwe buitenkant. Creatieve ondernemers zijn hier samen gevestigd en creëren gezamenlijk een unieke sfeer die andere creatievelingen trekt. Er is een muziekstudio gebouwd waar de Zuid-Limburgse beau monde van de muziekindustrie producties maakt. Kunstenaars hebben er ateliers, zo ook een modellenbureau en tatoeëerder. We spreken Angelo Bombrini, de beheerder van het pand, die de goede sfeer verzorgd en gaat over de verhuur van de ruimtes. De te huren units zijn relatief

goedkoop, daar je er iets meer dan tien euro per vierkante meter per maand voor betaald, inclusief gas, water en licht. Die prijzen in combinatie met een goede sfeer is waar mensen voor in de rij staan. “Ik ambieer gastheerschap”, vertelt Angelo. “Ik krijg wekelijks aanvragen van mensen, de wachtlijst is erg lang.”

Dit soort plekken, waar creatievelingen bij uitstek een plek vinden en gezamenlijk een broedplaats creëren die wederzijdse inspiratie teweegbrengt, is nog een weinig voorkomend tafereel in Heerlen. Echter zou je denken dat dit toch goed op grotere schaal in Heerlen past, een stad die actief en openlijk haar creatieve industrie wil stimuleren. Toch is het niet makkelijk om bijvoorbeeld betaalbare ateliers te realiseren. Ook Angelo Bombrini had het gevoel “tegengewerkt” te worden omdat het niet makkelijk was om toestemming van de gemeente te krijgen om het oude douanekantoor als

Jop in gesprek met Angelo Bombrini

bestemming voor de creatieve industrie te gebruiken. “Heerlen is een aparte, bruisende stad, maar alles zou iets minder door beleidsmakers bepaald moeten worden”, is Bombrini van mening.

Wellicht dat het voorbeeld van House of Colors in de toekomst wordt opgevolgd. Zo zijn de eigenaren van ‘In de oude textielfabriek’ ook op zoek naar creatieve ondernemers om samen vorm te geven aan een grote ruimte, die boven hun antiekwinkel nog leeg staat. Dergelijke broedplaatsen zouden misschien ook goede kansen zijn om dit deel van de stad, de noordelijke kant van het treinspoor, meer te verbinden met het stadscentrum, omdat er zo meer redenen worden gegeven voor mensen om die kant op te gaan. Al met al weet natuurlijk iedereen dat er genoeg leegstand is om broedplaatsen in te creëren, de vraag is alleen: wie gaat het doen? En wie biedt de mogelijkheden?

De gemeente? Vastgoedeigenaren? Betaalbare ruimtes zijn hierbij sleutelwoorden, en dat vraagt ongetwijfeld om concessies en behartiging van meer belangen dan winstoogmerk.

Wederom kunnen we vaststellen dat er veel potentie is in Heerlen, in dit geval dus betreffende flexwerkplekken. Enerzijds wordt deze potentie al ingezien en vervuld, maar anderszijds lijken er nog veel kansen te liggen, met name voor de creatieve industrie. Het mooie is dat flexwerk ondernemingen en de verhuur van studio’s gecombineerd kunnen worden met horeca en ondernemers van verschillende stielen waardoor kruisbestuivingen onvermijdelijk zijn. Zou dit dan, in het licht van de krimpende retailmarkt in het stadscentrum, een goede alternatieve invulling zijn van het centrum, of een nieuwe hoofdfunctie kunnen bieden voor onze stad?

41

HISTORISCHE ONDERNEMING MET MUSEALE ALLURE

“Of we een tweeduizend jaar oud godinnenbeeld in onze etalage wilden plaatsen?” Jos Janssen, commercieel manager bij modewinkel Pieters Dortu, was gelijk enthousiast. Gelukkig gaat het om een replica, want dergelijke museale verantwoordelijkheid was misschien net te veel aan de ‘achterkant’ van hun zaak. Toch past het onverwacht goed om bij de ingang van de modezaak aan de Geleenstraat een dergelijk object te tonen. Jos vertelt aan (B)RUIS magazine over het vitrinekastjesproject in het Romeins Kwartier en ‘hun’ Minervabeeld. Door Leonie Kohl

IETERS DORTU

Pover ‘hun’

Romeins godinnenbeeld

Pieters Dortu, het is een van die weinige zaken die werkelijk alles in Heerlen heeft overleefd. De gouden mijntijd is allang voorbij. Na de mijnsluitingen kwamen vooral kantoren naar Heerlen, een markt waarop Pieters Dortu goed kon inspelen. Nu die coronacrisis nog. “Het is een kwestie van handhaven en dat gaat nog steeds goed”, aldus Jos. “We hebben in 116 jaar een goede naam opgebouwd en bedienen naast onze trouwe klantenkring ook de zakelijke markt.”

Een geschiedenis van 116 jaar, toen waren de Romeinen nog maar net weg. De oorspronkelijke hoofdingang van het pand van Pieters Dortu ligt aan de Geleenstraat 34-36, pal aan de Via Belgica. Dat is de oude Romeinse snelweg die helemaal van het Franse Boulogne-sur-Mer tot aan het Duitse Keulen liep. Coriovallum, Romeins Heerlen, is aan deze weg ontstaan, rond het kruispunt met een andere, grote Romeinse weg. Het is dan ook niet helemaal vreemd dat vlak bij Pieters Dortu een eeuwenoud Romeins godinnenbeeld werd gevonden.

. >>> 44 Jos

HET MINERVABEELD

Toen dit beeld in 1877 is opgegraven, werd in eerste instantie gedacht dat het een mannelijk figuur uitbeeldde. Het Minervabeeld ging de archieven in als “een zandstenen beeld van eenen baardloozen man op eenen zetel met rugleuning gezeten.” Zo’n beeld terugvinden is een wonder, maar het is ook flink verweerd. Toch zie je haar mooie hoge krullen, maar die mochten niet baten. Wellicht dat haar ietwat plompe figuur tot de verkeerde conclusie leidde. Gelukkig zorgden de typische attributen, het schild en de afgebroken lans ervoor dat experts het nu eens zijn. Hoewel met inheemse invloeden: dit is Minerva.

>>>
Het winkelpand van Pieters Dortu is opvallend hoog. Tijdens de bouw wilde Pieters dat zijn zaak nét boven die van SCHUNCK uitstak. Zo geschiedde.

Pieters Dortu zet een eeuwenoude traditie van ambacht door aan de Geleenstraat. Oprichter Pieters had hier een kledingatelier. Samen met zijn vrouw (Dortu) breidde hij de zaak uit. Het moederbedrijf aan de Geleenstraat werd bij de aanleg van de Promenade doorgetrokken tot een - zeker voor Heerlense begrippen - enorme winkel met meerdere etages. Tijdens de laatste verbouwing is er een roltrap geplaatst. De wenteltrap met kroonluchter is de echte eyecatcher. In de loop der tijd groeide de zaak uit tot een klein mode-imperium in Zuid-Limburg, want er zijn ook filialen in Maastricht, Sittard en zelfs Deurne. De zaak is van de familie Pieters-Dortu overgenomen door de heer Limpens.

Het vitrinekastjesproject in het Romeins Kwartier is mede mogelijk gemaakt door het Ondernemersfonds Heerlen.

“We raakten betrokken bij het project toen iemand van het Thermenmuseum ons hiervoor benaderde. Aan onze Geleenstraat-kant, die in het Romeins Kwartier ligt, kregen we een vitrine met een museumobject. De vitrinekastjes staan inmiddels al bij tientallen ondernemers, maar het werd al snel duidelijk dat wij er een kregen met een wel heel bijzonder object. Het was destijds in 1877 al een spectaculaire vondst. Alleen maar mooi dat wij dit object op deze manier onder de aandacht kunnen brengen. Als echt oud-Heerlense zaak wilden we meteen onze medewerking verlenen. Het resultaat mag er zijn: het object is indrukwekkend en ook stijlvol gepresenteerd in onze etalage.”

De XL-vitrinekast bij Pieters Dortu is onderdeel van een groter project. Het idee is dat tijdens de verbouwing van het Thermenmuseum, het museum tijdelijk sluit. Tijdens een route door het Romeins Kwartier kun je dan toch een klein, maar bijzonder deel van de

Romeinse museumcollectie bewonderen. De objecten staan in vitrinekastjes van cortenstaal bij meer dan dertig ondernemers. Als je de QR-code bij het kastje scant, lees je waar en wanneer het object is gevonden, waarom het hier ligt en waarvoor het tweeduizend jaar geleden werd gebruikt. Jos: “Vanuit de zaak zie ik mensen soms ervoor staan. Ze scannen de QR-code en bewonderen het beeld. Het valt toch op, zoiets in je etalage.”

“Ik hoop dat dit soort projecten mensen weer op de been brengt in Heerlen. Er ontstaat een routing door de stad langs ondernemers waar je normaal niet zo snel zou komen, of die aan je aandacht zijn ontsnapt. De leegstand is een enorm probleem in Heerlen, ook voor ons en vooral aan de Geleenstraat-kant. Als je lege winkelruiten ziet, ben je niet geneigd om de winkelstraat verder af te lopen. Op weg naar het volgende vitrinekastje lopen mensen misschien toch nog even door.”

De stem van Oranje

De Oranje Nassaustraat: een charmant straatje waar het vaak lekker rustig is. De nietsvermoedende voorbijganger zal niet weten wat een bedrijvigheid hier door de jaren heen heeft plaatsgevonden. Ooit wemelde het hier van mensen en auto’s, het was het middelpunt van Heerlen zou je kunnen zeggen, deze straat vanwaar je zo mooi

van de straat Nassaustraat

uitkijkt op de Pancratiuskerk. Tegenwoordig is dat echter anders. Het lijkt wel een vergane glorie hoe de straat er nu bij ligt. Het lijkt bijna alsof de straat niet meedoet aan het stadscentrum. Maar een aantal ondernemers werken

keihard om van deze straat weer een bruisende hotspot te maken. Onderzoek en opinie door Jop Delheij

50
Daniël

Naast oudgedienden zoals Vaessen Juweliers, de oudste zaak van Heerlen en Satisfaction Records (zie editie #0), zijn er afgelopen jaren nieuwe zaken bijgekomen. FLY Conceptstore lijkt er goed te gedijen met een eigen specifieke klantenkring en ook de hybride zaak Kakauw springt in het oog met veel groen en gezelligheid. Zij zetten een toon die naar meer smaakt. En eigenlijk heb je alles binnen handbereik in de Oranje Nassaustraat. Een reisbureau, taartenbakkerij, tattooshops, platenzaak, tot voor kort een tweedehands boekenzaak, restaurants, juweliers in overvloed, biljartbar, kledingzaken; en dat in combinatie met de gemoedelijkheid van een woonwijk. Want je merkt wel als je er doorheen loopt: hier wordt gewoond.

De ondernemers lijken zich degelijk te redden, ondanks de aanzienlijk mindere aanloop van mensen in vergelijking met bijvoorbeeld de Saroleastraat. Zij hebben hun eigen klantenkring en zorgen daardoor voor meer volk en beleving in de Oranje Nassaustraat. Echter bestaan er wel frustraties bij de ondernemers, die zich toch benadeeld voelen daar zij met obstakels moeten omgaan ondanks die mindere aanloop. De redactie van (B)RUIS ontmoette op een ochtend een aantal ondernemers om hun verhaal te horen, hun stem van de straat. Al snel wordt een gemeenschappelijke, dagelijkse frustratie duidelijk: de gemeentelijke regels omtrent laden en lossen. Ondernemers mogen alleen van 7.30 uur tot 12.00 uur laden en lossen, wat voor veel ondernemers niet werkbaar is. Velen zijn in de ochtend al open, en je kunt niet zomaar overal terecht op de vroege ochtend om grote bulken in te kopen waar je overigens natuurlijk ook veel tijd voor nodig hebt.

“Ik ben echt aan het strijden en het wordt je niet makkelijk gemaakt. Ik heb al drie keer een boete gekregen”, zegt Angie Pieters van FLY Conceptstore. “Ze moeten met ons mee gaan denken.” “Te meer in een stad die al ontzettend veel leegloop heeft”, vult Daniël Kloekke van Kakauw aan. ”En ik denk dat wij zeker ook in de Oranje Nassaustraat voor meer beleving zorgen en ook voor meer volk. En dan word je dan op die manier door de gemeente dwarsgezeten.” “Dat voelt gewoon echt heel naar”, vult Angie op haar beurt weer aan.

Angie

De gemeente Heerlen laat omtrent deze zaak het volgende weten: “Er bestaat altijd een spanningsveld tussen laden en lossen enerzijds en leefbaarheid, aantrekkelijkheid en veiligheid anderzijds. Daar probeert de gemeente evenwicht in te vinden. Daarom is het centrum niet altijd toegankelijk voor laden en lossen. Regel is dat laden en lossen mogelijk is van 7.30 uur tot 12:00 uur. In bepaalde gevallen kan een ontheffing verleend worden voor laden en lossen buiten de venstertijden. Op deze manier zorgen we voor een centrum dat werkt voor de ondernemers én een autoluw centrum dat veilig en aantrekkelijk is voor de bezoekers.” Welke voorwaarden er gesteld worden voor het verkrijgen van ontheffing laat de gemeente vooralsnog in het midden, op heerlen.nl staat dan ook: ‘Of u in aanmerking komt voor een ontheffing berijden binnenstad is afhankelijk van veel verschillende factoren. Wilt u weten welke? Neem dan contact op met de gemeente.’

De eigenaar van Di’s Sweets & Chocolates legt daarentegen uit dat het moeilijker is voor de detailhandel om een vergunning te krijgen dan voor een horecagelegenheid. Zij hebben dan ook een vergunning en kunnen 24 uur per dag hun zaak met de auto bereiken. Echter stelt Di’s dat deze kwestie slechts één uiting is van het volgens hen slechte beleid van de gemeente. Veel ondernemers hebben het gevoel dat de gemeente hun straat letterlijk en figuurlijk links laat liggen. Als je vanuit het Maankwartier de stad inloopt en je auto misschien aldaar hebt geparkeerd, is er geen enkele reden om via de Oranje Nassaustraat te lopen als je daar niet hoeft te zijn. Dat komt onder andere doordat de parkeergarages aan de andere kant van het Maankwartier liggen. “Alleen al de bouw van het Maankwartier zorgde voor een doodsteek”, vertelt de eigenaar van Di’s. “Ik heb de straat afgelopen jaren alleen maar achteruit zien gaan. De gemeente zet allemaal dingen op, maar in de praktijk kunnen ze die niet ondersteunen.” Ook Victor Vaessen van Vaessen Juweliers beaamt die visie: “Wat ik een gemiste kans vind, is dat mensen niet via het politiebureau de parkeergarage onder het Maankwartier in kunnen. Deze kant van de stad is gewoon afgesloten.” En daarnaast stelt Victor: “Het wordt ons eigenlijk onmogelijk gemaakt om te ondernemen in deze straat omdat het gemeentebeleid erop is gestoeld om het Maankwartier te vullen.”

Dex (hond van Victor)

Voor het gros van de ondernemers in de straat zou het een oplossing zijn als de straat weer wordt geopend voor autoverkeer. “Dan komt er weer wat beweging in de straat”, aldus de eigenaar van Di’s. Weliswaar zou dat met beleid moeten gaan. Zo wordt er geopperd om autoverkeer op bepaalde tijden toe te laten, of kleurrijke parkeerplaatsen te realiseren zodat er enige charme behouden blijft. Want zoals Angie misschien terecht opmerkt: “Eigenlijk is deze straat te charmant voor autoverkeer.” Er moet in ieder geval iets veranderen, zo veel is volgens de ondernemers duidelijk. En dat zou op verschillende manieren kunnen. Een goed kunstwerk als publiekstrekker zien de ondernemers bijvoorbeeld ook wel zitten. In ieder geval is een dialoog nu nodig: “Ik wil dat we rond de tafel gaan en dat ze begrijpen dat dit niet langer zo kan en dat er iets meer flexibiliteit nodig is”, zegt Angie.

53
Victor

Er lijkt dus een gedeelde mening te bestaan dat de gemeente een gebrek aan flexibiliteit en visie heeft wat de Oranje Nassaustraat betreft. De reactie van de gemeente lijkt hier inderdaad op aan te sluiten: “De Oranje Nassaustraat maakt onderdeel uit van het centrum. We zijn nu in de fase van visievorming. Dus uitgewerkte plannen zijn er nog niet. We bekijken de situatie breed en nemen thema’s als verkeer, wonen, kwaliteit van de omgeving, voorzieningen, Cityplan en wensen van de omgeving mee. Daarna komen we met een concreet plan van aanpak voor deze straat.” Volgens de ondernemers met wie gesproken is, duurt deze ‘fase van visievorming’ al jaren. In een notendop is de stem van de straat het volgende, zoals Angie treffend samenvat: “Wij zijn er al en wij lopen tegen problemen aan terwijl we eigenlijk heel graag de positiviteit willen behouden en we graag willen groeien, samenwerken en verbinden. Dat wordt tegengewerkt.”

Nu is het helaas nog even wachten tot de gemeente met een duidelijke visie komt. Ondertussen zou het niet deren als er weer een direct dialoog plaatsvindt tussen de ondernemers en de gemeente. Gelukkig is er nog de inzet van haar ondernemers die haast in koor roepen: “Wij blijven vechten voor deze straat!”.

HET LICHT ZIEN.

Een rondje door de stad Door Jonathan Widdershoven

het licht zien (=begrijpen wat men daarvoor nog niet begreep)

HEB JIJ HET LICHT GEZIEN?

DIDI Re Een Hee van

Recordshop

erlense mega-winkel

Op een industrieterrein vlakbij de Woonboulevard huist een onderneming die je pet te boven gaat. Misschien is het zelfs dé Heerlense particuliere onderneming die het best bekend is buiten onze eigen regio. Van heinde en verre komen klanten naar Heerlen om uren in deze winkel te kunnen rondneuzen. We hebben het hier over de gigantische zaak DIDI Recordshop, te vinden in een loods In de Cramer. Iedereen weet dat Duitsers graag komen winkelen op de Woonboulevard, maar menig Duitser rijdt de IKEA voorbij en parkeert de auto voor DIDI’s deur om de motor uren koud te laten staan. Klanten komen voor muziek, het echte ouderwetse vinyl, cd’s of dvd’s, of voor de stripboeken en oude videospelletjes. Door Jop Delheij

van internationale
allure

Op een grauwe woensdagmiddag bezoeken we de loods waar de indrukwekkende collectie van Mathew Villain en Esther Paas huist. Mathew en Esther werken gewoon door ondanks de lockdown (januari 2022, red.): ze hebben genoeg pakketjes om te verzenden. Mathew is het aanspreekpunt en regelt de verkoop en inkoop van de zaak. Hij is ook nu druk bezig om zijn nieuwe aanwinsten via een video op Instagram (@didirecordshop) kenbaar te maken. Esther zit in het keukentje achter de toonbank platen vinyl schoon te maken, in gezelschap van de honden Jooles, Pumpkin en Mingus. Af en toe zie je glinsterende, nieuwsgierige ogen van een van de honden boven het bord uitkomen dat de viervoeters moet beletten om de winkel onveilig te maken. De gemoedelijke sfeer in de winkel die er ook nu hangt, ook al worden er tijdelijk geen klanten ontvangen, is één van de krachten van DIDI Recordshop. Die gaat namelijk gepaard met een persoonlijk klantencontact waar je voor terugkomt. Mathew kent zijn klanten en weet waar ze naar op zoek zijn. Mocht hij de ene keer een product niet op voorraad hebben, dan attendeert hij je er de volgende keer op dat die plaat, dat stripboek of spel, nu voor je klaarligt. “‘Weet jij dat nog?!’ is dan vaak de reactie”, vertelt Esther. Zeker is het erg indrukwekkend hoe zij ondanks hun grote aanbod en afzetmarkt een persoonlijke aanpak hanteren voor hun winkel.

Er zit dan ook hart en ziel in de zaak. Als vijftienjarige liep Mathew in 1998 de platen- en stripboekenzaak DIDI in Hoensbroek binnen en dacht ‘dit is het helemaal voor me’. Sindsdien heeft Mathew niet meer omgekeken en dat is te zien aan het succes dat de winkel heeft geboekt: sinds hun overname van de winkel van wijlen oprichter John Diederen hebben Mathew en Esther de winkel uitgebouwd tot een van de grootste platenzaken van West-Europa. De zaak staat vol met duizenden LP’s die het gros van DIDI’s verkoop behelzen. De markt van langspeelplaten heeft dan ook de afgelopen tien jaar een enorme groei gekend die nog steeds in gang is, zo vertelt Mathew. “Toen ik hiermee begon verklaarden mensen me voor gek. ‘LP’s, wat moet je ermee?’ zeiden ze dan.” Het tegendeel is lang en breed bewezen. Mathew neemt ons mee naar een bovenverdieping waar hij zijn nieuwe bulk LP’s laat zien. Maar liefst 20.000 platen heeft Mathew in één keer opgekocht, om maar één indicator te geven van de schaal waarop DIDI te werk gaat. En groeien doen ze nog steeds. Het aanbod is sinds een paar jaar verbreed naar de verkoop van nieuwe LP’s en oude retro videospellen, waarmee DIDI inspeelt op de vraag van zijn klanten. Mathew legt ons uit dat er mensen voor iets specifieks naar de loods komen, of die bijvoorbeeld een combinatie van interesses hebben waardoor de loods een walhalla voor ze is: klanten die onder het genot van obscure funk retro videospellen spelen of klassieke en zeldzame strips lezen. Voor hen bezit DIDI een zeer specifieke niche.

73 Esther
Mathew
74
75
76

Vanwege deze mix tussen een breed aanbod voor een breed publiek en bijzondere items voor een specifieke niche komen er veel verschillende mensen over de vloer. Opvallend is dat meer dan de helft van buiten Parkstad komt. Mathew en Esther prijzen dan ook de ligging van Heerlen die hen bereikbaar maakt voor mensen uit Duitsland en België. Maar niet alleen weten liefhebbers uit de Benelux DIDI te vinden. Zelfs Amerikanen en Russen komen er over de vloer. En als we aan liefhebbers denken, bedoelen we niet alleen die liefhebber die de platen in huis draait en van een privécollectie geniet. Nee, ook professionals komen zich verwonderen over de enorme collectie. Namen als Motorcity Drum Ensemble, Jazza Nova en Dj Spinna zijn eveneens voorbijgekomen, naast alle Heerlense muzikale legendes. Mathew heeft een muur ingericht waar Heerlense trots wordt geëtaleerd. Wijlen Lex Nelissen hangt er bijvoorbeeld met zijn plaat ‘Let Me Cover You’, in zwarte smoking met een blonde krullenkop en snor. De eigentijdse band YinYin liet er een plaat achter met de boodschap: “Je bent een legende DIDI.” Ondanks het grote publiek blijft DIDI echt Heerlens.

77

Dat DIDI in Heerlen opereert is voor Mathew en Esther vanzelfsprekend. Ze zitten lekker dicht bij de grens, maar hebben ook een hart voor Heerlen. Allebei komen ze hier vandaan en vinden het goed hier. “Ik ben heel blij met Heerlen, ik zou niet weg willen. Ik ben jong en gezond en ik heb er zin in. Je moet er zelf wat van maken”, aldus Mathew. Natuurlijk hebben Mathew en Esther ook hun generatie zien vertrekken naar de Randstad of elders, maar toch lijken ze daar niet om te treuren.

Integendeel, de twee zijn eigenlijk heel tevreden over hun zaken en de stad. Natuurlijk zien ze ruimte voor verbetering. Zo storen zij er zich aan: “dat Heerlen vaak ten onrechte in een negatief daglicht wordt gezet door verschillende landelijke media.” Het Heerlense imago kan dus wel worden opgekrikt. Daarnaast zou hun straat wat groener mogen, of mag er wat meer commerciële bedrijvigheid in hun omgeving komen. Maar desondanks staan Mathew en Esther voor een dikke ‘bruis’. Ze zijn tevreden, hoeven nergens naartoe en vinden het goed hoe het gaat.

79

HET FAALVERHAAL VAN

KAS HOS

In deze rubriek spreken we Heerlense ondernemers, die hun project, winkel of initiatief ondanks alle investeringen, plannen en goede wil niet hebben kunnen laten slagen. Waar ging het mis? En wat zijn de geleerde lessen?

Door Leonie Kohl

Kas

*Postbezorger die leeft voor de horeca

*Geboren en getogen in Heerlen

*Faalde met bistro Goei Goesting

*Belandde in een achtbaan waarvan hij nu nog aan het bijkomen is

Kas Hos is geen onbekende in de horeca. Na het afronden van de hotelschool in Maastricht deed hij zijn eindstage bij Château St. Gerlach in Houthem. Daarna werkte hij bij het Kurhaus in Den Haag en bij Beluga in Maastricht. Als rasechte Heerlenaar wilde hij op het Pancratiusplein, het horecahart van Heerlen, zijn ondernemersdroom realiseren. Hij nam Hey Heële over en opende hier Goei Goesting, een bistro waar Kas én Heerlen niet lang genoeg van hebben kunnen genieten.

“Op de Smart Services Campus in Brightlands kreeg ik de kans om als start-up de catering te verzorgen. Dat is het eigenlijke begin van mijn ondernemersverhaal. Dat liep anderhalf jaar best goed, maar toen volgde de overstap op een grote cateraar waar ik als kleine ondernemer niet tegenop kon. Ik vond het jammer, maar ik zag het ook als een kans. Ik zocht contact op met een horecamakelaar om te kijken of ik eventueel een horecazaak in het centrum kon overnemen.”

“Herberg Bijsmans stond toen al leeg, maar dat was te groot en te duur. De makelaar attendeerde mij op Hey Heële, de eigenaren wilden het van de hand doen. Niet omdat het niet liep, maar omdat ze toe waren aan iets anders. Een geweldige plek, midden op het Pancratiusplein. Ik zag het helemaal zitten. Ik ben uitvoerig in gesprek geweest met de eigenaren, zij hadden ook nog eens een heel trouw klantenbestand.” Vanaf het moment van de onderhandelingen belandde Kas in een achtbaanrit die een jaar zou duren.

“Het ging allemaal veel te snel. Aan de ene kant was ik nog zaken aan het afsluiten bij de Smart Service Campus, dat wilde ik goed achterlaten. Aan de andere kant duurde de complete overname maar twee en een halve maand. Ik had helemaal geen tijd om mijn eigen concept uit te werken en te realiseren. Daarop besloot ik de naam en het concept van Hey Heële tijdelijk aan te houden. Dat leek verstandig, aangezien de vorige eigenaren een vaste klantenkring hadden opgebouwd. Ik had niets veranderd: dezelfde kok, dezelfde kaart, dezelfde setting, maar klanten gaven aan dat het compleet anders was. Die bleken vooral voor de eigenaren te komen. Al snel bleven de mensen weg.”

Goei Goesting

“Toen ik Hey Heële van de gevel haalde, had ik al vier maanden achterstand opgelopen. Ik kon nu wel mijn eigen concept uitrollen: Goei Goesting. Een brasserie is niets voor mij, die heb je ook al genoeg in Heerlen. Ik ging voor een niveautje hoger, zoals ik leerde bij Beluga, St. Gerlach en Neercanne. Ik wilde van Goei Goesting een bistro maken, met wat meer elan. Dat liep wisselend. De ene dag zat alles vol en liep de keuken op rolletjes. Dat gaf me écht een kick. Andere dagen was het weer veel te rustig. Dat demotiveerde niet alleen mij, maar ook mijn personeel.”

Kas had meer wind tegen dan alleen de (te?) late wisseling van het concept. “In 2018 hadden we een heel warme zomer, dat is geen goed terrasweer. Daar doe je niks aan, maar het kan je opstartjaar wel maken of breken. Achteraf heb ik ook verkeerde mensen aangekomen. Je team is ontzettend belangrijk. Daarnaast wilde ik misschien ook te veel, waardoor we geen duidelijke identiteit hadden.”

Rock bottom

“Na nog geen jaar open te zijn geweest, brak ik. Ik heb de tent drie dagen dichtgegooid. Achteraf was de stapel zorgen die zich opbouwde gewoon te groot geworden. Ik droeg het allemaal zelf, wilde het in mijn eentje oplossen en vroeg geen hulp. Ik had van meet af aan open en eerlijk moeten zijn naar iedereen. Ook toen het slecht ging, maar ik schaamde me ervoor. Het aanvragen van het faillissement kwam keihard binnen. Ik had gefaald. Ik kwam in de schuldsanering en ben een half jaar niet in het centrum van de stad geweest. Ik had rock bottom bereikt. Steeds had ik het gevoel gehad dat ik niet mocht falen, maar daar ben ik helemaal van teruggekomen: je mag gewoon falen.”

Als Kas terugkijkt op Goei Goesting, is dat ook met een glimlach. “Ik heb heel mooie herinneringen aan de RaboRonde. Dat was een gekkenhuis, maar echt geweldig. Toen kon ik ook een en ander bijtrekken. En er waren mooie zomeravonden met een volle zaak, mooi gedekte tafels en opgemaakte borden. Zeker heb ik genoten, maar ik liep vanaf het begin al achter de feiten aan en dat stapelde zich alleen maar op. Het mooie is dat ik er ontzettend veel van heb geleerd. Zo zou ik anderen willen adviseren om bij je concept te blijven en je meer te laten leiden door de wens van de klant dan door mensen om je heen.”

En wat brengt de toekomst? “Horeca is en blijft mijn passie, lust en leven. Ondanks alles - in 2025 kan ik Goei Goesting pas helemaal financieel afsluiten - smaakt het ondernemen naar meer. Zodra mijn kinderen wat ouder zijn, zie ik wel kansen. Ik ben bezig met een wijncursus en ook het gastheerschap blijft trekken.” Zien we je terug in Heerlen? “Dat is nog te vroeg om te zeggen... Ik vond ondernemen op het Pancratiusplein wel heel leuk: vriendelijke gasten, vriendelijke ondernemers die elkaar wat gunnen. Je kunt er samen echt iets moois neerzetten. Voor nu werk ik eigenlijk hartstikke graag bij de post. Ik ben mezelf nog steeds opnieuw aan het uitvinden en denk dat je dat steeds moet blijven doen.”

Heb jij een goed faalverhaal en wil je het - samen met jouw leermomenten - aan (B)RUIS kwijt?

Stuur een mail naar

info@bruismagazine.nl.

83

ErnestNotermans (T)HUIS

In deze rubriek neemt (B)RUIS een kijkje achter de voordeur van iemand die in hartje Heerlen-Centrum boven een winkelof bedrijfspand woont. Dit keer is het de beurt aan Ernest Notermans, die - naar eigen zeggen - de Pancratiusstraat als zijn voortuin heeft en het Pancratiusplein in zijn achtertuin.

“Ik vind het jammer dat Shooters weg is, want je weet nooit wat je ervoor in de plaats krijgt.”

Terwijl de koekjes en de koffie klaarstaan, komt het in de eerste vijf minuten al ter sprake dat Ernest niet bewust op zoek was naar een woonruimte in het centrum van Heerlen. Toen hij vanwege persoonlijke omstandigheden met enige spoed een nieuwe woning nodig had, werd hij getipt over het leegstaande appartement in de Pancratiusstraat. “Zo simpel zit het”, zegt hij met een glimlach. “Ik kom oorspronkelijk uit Nuth en heb mijn hele leven op veel verschillende plekken gewoond. Of ik nou in de kern van een stad woon of op het platteland; het is me om het even.”

Hartje Heerlen

En toch woont Ernest al bijna twaalf jaar in, wat hij zelf noemt, hartje Heerlen. En dan ook nog op een plek die op het eerste oog niet bepaald rustig lijkt: bijna recht tegenover zijn voordeur liggen de Heerlense cafés. Aan de achterkant, waar zijn bed staat, liggen links de kerktoren van de Pancratiuskerk (die vooral in de avond een prachtig uitzicht geeft met al zijn verlichting) en Grand Café de Vrienden (voormalig Oppidom/Beerkompanie, red.) en rechts Poppodium de Nieuwe Nor. “Af en toe moet ik bij geluidsoverlast even op mijn tong bijten, maar in het algemeen is het een rustige, fijne plek om te wonen.”

Wonen boven Shooters

Houdt dat in dat Ernest van 2013 tot 2020, de zeven jaar waarin Shooters gevestigd was op de begane grond van het pand, op zijn tong heeft moeten bijten?

“Nee hoor. Met de eigenaars van Shooters had ik goed contact. De eerste avonden en nachten voelde ik de bassen door mijn slaapkamervloer heen trillen. Toen ik dat heb aangegeven, hebben zij vrijwel meteen geluidsdempers op de boxen geplaatst. Ik vind het zelfs een beetje jammer dat het café weg is, want je weet nooit wat je ervoor in de plaats krijgt.” Ondertussen staat het ondernemersgedeelte op de begane grond sinds de sluiting van Shooters in 2020 leeg.

De entree van het pand waarin Ernest woont, is voor het grootste gedeelte betegeld met grote, donkere tegels, die het een chique uitstraling geven. De brede trappen leiden je naar de derde verdieping, waar de voordeur naar Ernests appartement zich bevindt. Een heuse klim, als je geen liefhebber bent van traplopen. Een lift is er niet. De tegels trekken zich door naar de grote hal van zijn woning en zijn ook terug te vinden in de toiletruimte en de badkamer. Vanuit de grote hal loop je de grote, open woonkamer en keuken in. De plek waar Ernest niet alleen leeft, maar ook werkt.

“Toen de terrassen afgelopen

86

zomers het hele plein bezetten, was Heerlen op haar allermooist.”

Werken en leven in één ruimte Zijn werkplek is ook zijn leefruimte, waar Ernest geen problemen mee heeft. Aan het bureau met computer, beeldschermen en grote printer voert hij elke dag zijn werkzaamheden als inspecteur van elektrische installaties uit. “Dit is slechts een klein gedeelte van mijn werkgerei. Op de Beitel heb ik een loods waar mijn gereedschap en machines te vinden zijn. Naast de inspecties maak ik ook nieuwe meterkasten. Als ik enkel de inspecties zou uitvoeren, zou mijn werk erg saai en eentonig zijn.”

Geen plek voor zijn materiaal en motor is voor Ernest een nadeel aan wonen in het centrum. “Een ander nadeel zijn toch echt die trappen die ik elke dag, vaak een paar keer per dag, omhoog moet. Dat went bij mij nooit. En ondanks dat ik een garage om de hoek heb, zou ik mijn auto het liefst naast de deur hebben staan.” Betekent dat dat er een verhuizing op het programma staat? “Nee. Niet binnenkort althans. Wonen buiten het centrum heeft zijn voordelen, maar nu zijn er ook voordelen. Daarnaast heb ik hier iets opgebouwdeen huis, een leven, vrienden. En ik woon hier best wel lekker.”

87

Het parkeerbeleid

Op straat is voor hem ook één groot punt van ergernis: “Het parkeerbeleid. In de eerste plaats dat bezoekers niet gratis kunnen parkeren, niet eens één uurtje! Ja, ik weet dat parkeren in bijvoorbeeld Maastricht nog duurder is, maar we zitten in Heerlen. Maak het laagdrempelig, zodat mensen daadwerkelijk naar de stad komen. Een ander hekelpunt aan het parkeerbeleid is dat ik als monteur en inspecteur mijn auto met materialen in de binnenstad niet bij zaken voor de deur kan zetten. Zelfs als ik geen spoedopdracht heb en de tijd heb gehad om een vergunning te regelen, krijg ik op straat van boa’s te horen dat ik daar niet mag staan. Zonder materialen kan ik mijn werk niet doen, en dat probleem geldt waarschijnlijk niet voor mij alleen.”

Voordelen van wonen in Heerlen-Centrum Of Ernest ook een paar van die voordelen aan wonen in hartje Heerlen kan noemen. “Natuurlijk. Als ik vanuit mijn werk kom en ik mijn handen niet vol heb, is het eerste wat ik doe naar café D’r Klinge lopen. Even een biertje doen. Heerlijk!” zegt Ernest glunderend. “Ik kan overal te voet naartoe. Heb ik geen brood meer? Dan loop ik even naar de supermarkt. Daarnaast ben ik altijd zo thuis, aangezien van reisafstand geen sprake is. Als ik op tijd in bed lig, heb ik geen last meer van de muziek van de omliggende cafés. Dankzij mijn twee en een half meter balkon aan de voorkant gaat al het geluid daarlangs omhoog.”

“Maak het parkeerbeleid mensen daadwerkelijk

88

Terwijl Ernest een nieuwe kop koffie zet, voegt hij vanuit zijn keuken toe: “Weet je wat ik ook jammer vind? Dat alle cafés met hun terrassen op het Pancratiusplein aparte eilandjes zijn. Je hebt een groepje D’r Klinge, een groepje Pelt, een groepje Bolero en ga zo maar door. Toen de terrassen afgelopen zomer (2021, red.) het hele plein bezetten, was Heerlen op haar allermooist. Zo heb ik de stad nog nooit gezien. Ik hoop toch echt dat de gemeente hier permanente vergunningen voor gaat geven.”

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

Op dit moment absoluut ruis. Bruis zijn een paar momenten: zomer, carnaval. Het grootste gedeelte van het jaar mag je de ‘b’ weglaten.

parkeerbeleid laagdrempelig, zodat naar de stad komen.”

89

5 OP 1 RIJ HEERLENSE KAPPERSZAKEN

Door Judith Bouwels

lupalupa Cynthia

Sittarderweg 156B 91

Wanneer ben je gestart als ondernemer?

“In juli 2011 ben ik voor mezelf begonnen met lupalupa, waar ik niet alleen een kappersgedeelte heb, maar ook af en toe werk in mijn stukje schoonheidssalon. Daarvoor heb ik bij Kinki Kappers in Heerlen en Maastricht gewerkt.”

Waarom ondernemen in Heerlen?

“Omdat ik zelf Heerlense ben. Het lijkt me niks om elke dag naar een andere stad te moeten reizen voor mijn werk, maar op de eerste plaats omdat Heerlen echt mijn stad is.”

Hoe is ondernemen in Heerlen?

“Lastig toen mijn zaak nog in de Kruisstraat zat. Ik moest maandelijks een hoge huur betalen en klanten vonden het vervelend dat ze betaald moesten parkeren en dat er zelfs soms geen parkeerplek in de buurt vrij was. Het kwam wel eens voor dat een klant vijf minuten te laat was met nieuw kleingeld in de parkeerautomaat gooien en dat diegene een boete onder de ruitenwissers vond. Sommige klanten kwamen daardoor zelfs niet meer. Toen ik naar dit pand op de Sittarderweg verhuisde voor zowel privé als zakelijk gebruik, was dat wennen. Het is niet ‘ver’, totaal niet, maar toch zit ik buiten het centrum. Inmiddels bevalt deze plek me supergoed. Mijn vaste klantenkring is bij me gebleven en er lopen regelmatig nieuwe klanten binnen.”

Hoe onderscheid je jezelf van andere kappers?

“Ik heb andere kniptechnieken dan de meeste andere kappers. Knippen gebeurt vooral op nat haar, dat daarna gedroogd wordt. Ik knip het als het droog is nog voor een groot gedeelte na. Ik neem lang de tijd voor een klant. Een gemiddelde knipbeurt duurt bij mij een uur. Daarnaast vind ik het leuk om klanten uit hun comfort zone te halen, maar natuurlijk alleen als ze dat zelf ook willen.”

Welke verzoeken vind je het leukst?

“Nieuwe kapsels en nieuwe kleurtjes. Het ‘gewone’ bijknippen moet ook gebeuren, maar staat niet in mijn top drie.”

Wat heb jij nodig van inwoners in Heerlen?

“Hmm, lastige vraag. Het is fijn als klanten hun kennissen doorsturen naar mij door mond-op-mondreclame. Een netwerk hebben is belangrijk als ondernemer. Daarnaast vond ik het heel fijn dat klanten tijdens de lockdown mijn (vegan) producten kochten. Dit mag van mij zo blijven. Daarnaast mag de Sittarderweg wat mij betreft aantrekkelijker worden gemaakt, maar dat ligt niet zo zeer bij de inwoners van Heerlen.”

92

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

“Bruis. Ik vind Heerlen een vrolijke stad, ondanks dat het een en ander nog leegstaat. Culturele evenementen zoals IBE maken Heerlen levendig.”

93
Barbershop De Baard
Heerlerbaan 108A
Tom
Femke

Wanneer ben je gestart als ondernemer?

“In januari 2017 ben ik met De Baard gestart in mijn eigen huis, in een omgebouwd slaapkamertje. Ik was meubelmaker, maar het kappersvak heeft me altijd getrokken. In het begin knipte ik alleen vrienden, met een biertje erbij. Die vrienden namen vrienden mee, er kwamen een aantal bekenden van vroeger en zo werd mijn klantenkring groter en groter. Toen ik het niet meer kon combineren met mijn fulltime baan, ben ik parttime aan de slag gegaan. Op donderdag, vrijdag en zaterdag knipte ik in het kamertje. Even later vulde ik mijn werkdagen volledig als barbier vanuit thuis. Toen ik op het punt kwam dat ik iemand aan moest nemen was vanuit huis werken geen optie meer. Na lang zoeken naar een authentiek pand kwam ik hier, op de Heerlerbaan 108A terecht. Na acht maanden klussen en onzekerheid, ben ik op 1 mei 2021 officieel geopend.”

Waarom ondernemen in Heerlen?

“Ik kom zelf uit Kerkrade, maar ik woon al zeventien jaar in de wijk Molenberg. Gezien ik er graag woon, Heerlen een goede ligging heeft en de meeste klanten hier vandaan komen, was de keuze niet moeilijk.”

Hoe is ondernemen in Heerlen?

“Als je wilt beginnen: lastig. Alle type aanvragen moeten online worden ingediend. Ik heb meermaals geprobeerd met iemand van de gemeente om tafel te kunnen zittrn, om een kijkje in mijn wereld te geven. Waar zit het gevoel voor Heerlen, als je alles online moet invullen? Als je eenmaal bezig bent, kom je zelden in aanraking met de gemeente. Al heb ik wel scheve stoeptegels voor de deur, die voor een hoogteverschil zorgen met de dorpel. Er is iemand vanuit de gemeente komen kijken, maar die liet me weten dat het niet wordt aangepast omdat het niet scheef genoeg is en omdat ik niet op een A-locatie zit. Het door een ander laten doen, mag niet. Dat vind ik op z’n zachtst gezegd jammer.”

Hoe onderscheid je jezelf van andere kappers?

“De eerste keer bij mij komen is niet anders dan de vijftigste keer bij mij komen. Mijn klanten verdienen nog steeds dezelfde aandacht als de eerste keer dat ze kwamen. Plus, ik behandel iedereen hetzelfde.”

“En hij is perfectionistisch, we mogen pas weg als hij alle tijd genomen heeft”, zegt de klant die in de stoel zit.

Welke verzoeken vind je het leukst?

“Het allermooist vind ik als er iemand binnenkomt die nog nooit eerder bij een barbier is geweest. Dan ziet zowel de klant als ik de transformatie goed.”

Wat heb jij nodig van inwoners in Heerlen?

“Een stukje loyaliteit. Die toon ik naar mijn klanten en die hoop ik ook terug te krijgen. Van inwoners van Heerlerbaan heb ik nodig dat we samen de wijk netjes houden, voor een fatsoenlijk straatbeeld.”

95

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

“Voor mij persoonlijk bruis. Ik moet nog altijd elke dag mensen teleurstellen omdat mijn collega Femke en ik gewoon propvol zitten. Ik heb het goed. Maar als ik naar de stad kijk, zeg ik ruis. Ik vind het leeg en ik mis authentieke zaakjes.”

96

Hair Matterz

Dautzenbergstraat 9A 97
Peggy

Wanneer ben je gestart als ondernemer?

“Ik zit al veertig jaar in het kappersvak. Via een groot kappersbedrijf heb ik mooie dingen mogen doen: werken in verschillende kapsalons, coachings, spreken op congressen voor duizenden mensen, fotoshoots en tv-werk. Met het project ‘Making Waves’ van Unicef en Wella heb ik zelfs de eer gehad om minderbedeelde jongeren uit onder andere Brazilië het vak te leren. Zeven jaar geleden wilde ik voor mezelf werken en ben ik neergestreken in mijn eigen stad Heerlen.”

Waarom ondernemen in Heerlen?

“Omdat ik overal geweest ben en me alleen in Heerlen echt thuis voel.”

Hoe is ondernemen in Heerlen?

“Top. Ik heb iedere dag een volle agenda, ik heb fijne klanten en ik hoor de meest leuke, bizarre (Heerlense) verhalen. Mijn oud-stagiaire, Joppe Snijders, die ik heb mogen opleiden is nu boven mij zijn eigen barbershop ‘Snijders’ kunnen beginnen.”

Hoe onderscheid je jezelf van andere kappers?

“Ik ben zowel een gespecialiseerd dameskapper als barbier. De variatie in mijn kapsalon is groot: het ene moment sta ik een oudere dame van tachtig de haren te föhnen en het volgend moment kleur ik de haren van een jongere in een felle kleur.”

Welke verzoeken vind je het leukst?

“Het leukst vind ik als klanten mij vertrouwen om er iets moois van te maken. “Peg, ik vertrouw je, doe maar iets”, hoor ik vaker. Er zijn zelfs klanten die het leuk vinden als ik de spiegel afplak, zodat ze aan het eind compleet verrast worden met het eindresultaat.”

Wat heb jij nodig van inwoners in Heerlen?

“Nou, daar kan ik je een heel mooi voorbeeld van geven. Tijdens de zoveelste lockdown wilde ik een koffiemomentje buiten de zaak organiseren voor klanten. Op een gegeven moment zat ik op zeventig aanmeldingen! Dit heb ik in de WhatsAppgroep voor ondernemers gezet, waarna de actie van 15 januari (jl.) is uitgerold, waarop de Heerlense ondernemers als vanouds opengingen, ondanks de restricties. Dat gevoel van saamhorigheid met ondernemers moeten we vasthouden. Maar wat ook ontzettend mooi was: klanten kwamen in grote getalen, kochten haarpakketjes en er was zelfs een klant die muffins had gebakken om uit te delen. Iemand zei tegen me: “zonder ondernemers geen stad.” Die liefde en steun is wat ik nodig heb van inwoners in Heerlen.”

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

“Alle twee, eigenlijk. Bruis vanwege alle huidige, goede ontwikkelingen op het gebied van cultuur, waaronder de murals. Bruis is voor mij ook dat er tegenwoordig weinig daklozen rondlopen hier, sinds de opvang weg is uit de Klompstraat. En fietsers in de stad zijn voor mij bruis; heerlijk die stromende beweging. Ruis is voor mij dat de studenten uit het centrum weg zijn. Dat had nooit moeten gebeuren. Tevens is de grootte van de stad voor mij ruis. We moeten ons centrum kleiner maken. Is het vol? Dan pas breiden we uit. Nu zijn we al jaren bezig met uitbreiden zonder dat er vraag naar is.”

Hana Hair

Maanplein 86
Hana

Wanneer ben je gestart als ondernemer?

“Met 19 jaar ben ik begonnen in het kappersvak. Toen ik online het project van het Maankwartier ontdekte, wist ik meteen dat ik hier een kijkje wilde komen nemen. Ik was al een poos op zoek naar een bijzondere plek om voor mezelf te beginnen. Die kon ik in Duitsland, waar ik woonde, niet vinden. In december 2019 was het zover: Hana Hair op het Maanplein opende haar deuren.”

Waarom ondernemen in Heerlen?

“Eigenlijk alleen vanwege het Maankwartier. Ik kende Heerlen niet. Toen ik hier kwam kijken, was mijn eerste indruk: zeer rustig en klein. Ik heb niet veel rondgelopen en niet veel gezien toen ik in 2019 naar Heerlen verhuisde.”

Hoe is ondernemen in Heerlen?

“Ik vind het leuk om in Heerlen te werken. De inwoners zijn erg vriendelijk. Ik kom af van een grote kapperszaak met tien collega’s. Dat het zo leeg is in het Maankwartier vind ik héél jammer. Ik zou zo graag meer zien hier. Ik heb nog steeds hoop dat het goed komt en ik ga zelf nergens naartoe.”

Hoe onderscheid je jezelf van andere kappers?

“Unglaublich hoeveel collega-kappers er zijn!”, roept Hana lachend. “Of ik me onderscheid weet ik niet, maar ik weet wel dat ik gepassioneerd ben en van mijn werk houd.”

Welke verzoeken vind je het leukst?

“Voornamelijk het verven. Grote transformaties vind ik ook erg leuk: van heel lang naar kort bijvoorbeeld. Maar ik zal nooit iets doen wat niet bij de klant past, ook al wordt erom gevraagd.”

Wat heb jij nodig van inwoners in Heerlen?

“Er wordt veel georganiseerd, zowel door ondernemers als inwoners. Wat ik graag zou willen zien is dat inwoners van Heerlen iets nieuws beginnen in de stad. Vooral jongeren zie ik graag komen. Er is genoeg creativiteit, maar de moed mist soms nog. Als je de juiste mensen vindt, vind je meestal ook steun. Daarnaast heb ik als ondernemer vertrouwen nodig van Heerlenaren. Misschien denken mensen dat ik vooral gespecialiseerd ben in Syrische haarstijlen, aangezien ik daar vandaan kom. Dat is zeker niet het geval.”

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

“Ruis. Ik mis iets in Heerlen, maar ik kan mijn vinger er niet op leggen. Vooral ’s morgens en ’s avonds, de uren waarop ik vrij ben, mis ik leven en sfeer in de stad. Leven is voor mij drukte, veel mensen. Heerlen heeft potentie om te bruisen, maar het duurt nog even.”

102
Akerstraat 40
Haerhuys
Marion

Jazz, de hond van Marion en mascotte van Haerhuys, is elke dag te vinden in de kapsalon. Ze houdt alles rustig in de gaten en stelt zenuwachtige kinderen op hun gemak. De hypoallergene labradoodle wordt graag geaaid door klanten, maar zal niet snel in de weg lopen.

Wanneer ben je gestart als ondernemer?

“In 1986 ben ik begonnen in het kappersvak, in 1993 opende ik mijn eerste zaak in Heerlen: Shaggy Kappers. Na acht jaar verkocht ik dit bedrijf en ben ik aan huis gaan werken. Sinds 2013 bestaat Haerhuys, aan de Akerstraat.”

Waarom ondernemen in Heerlen?

“Ik woon sinds mijn achtiende in Heerlen en na in elf filialen in heel Zuid-Limburg te hebben gewerkt, heb ik met Heerlen de beste klik.”

Hoe is ondernemen in Heerlen?

“Doordat ik me altijd gefocust heb op mijn eigen missie en visie en ik vanuit mijn eigen kracht alles zelf heb opgebouwd zonder ondersteuning, bevalt het ondernemen mij goed. Specifiek in Heerlen omdat de (stijl van) klanten en hun verwachtingen bij mij passen. Hetgeen dat ik mis bij ondernemen in Heerlen is de samenwerking tussen en betrokkenheid van ondernemers onderling. Al staat er binnenkort een ontbijtje met meerdere kappers uit Heerlen op de agenda, om de toekomst van het vak in onze stad te bespreken.”

Hoe onderscheid je jezelf van andere kappers?

“Ik ga niet voor trends in mijn salon. Trends zijn gevaarlijk, omdat deze ervoor zorgen dat iemand iets gaat dragen wat hem of haar helemaal niet mooier maakt. Uiteraard ga ik wel met de tijd mee, maar ik doe vooral datgene bij een klant wat diegene mooier maakt.”

Welke verzoeken vind je het leukst?

“Als de klant zich mooi en goed voelt als ik klaar ben, ben ik het meest blij. Het maakt mij daarbij niet uit of ik een permanent indraai voor een dame op leeftijd of een fade maak voor mannen.”

Wat heb jij nodig van inwoners in Heerlen?

“Ik heb van die lieve klanten die tijdens de lockdown cadeaubonnen kochten en ze vervolgens niet inleverden. De lockdowns hebben mij oprecht geleerd hoe goed mensen zijn en wij zijn heel blij met de Heerlenaar zoals-ie is.”

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

“Bruis. Ik ben een positieveling die betrokken is bij ontwikkelingen in Heerlen en ik geloof in de stad. De enthousiaste jeugd is de toekomst van Heerlen. Ja, Heerlen komt van een slechte plek, maar ik zeg altijd ‘no shit, no glory’. Heerlen is zo diep gegaan en nu rijzen we alleen maar verder omhoog.”

105

(B)RUIS in beeld

Wie vormen de bruisende kracht achter (B)RUIS magazine? In dit voorstelrondje maak je kennis met de fotograaf van het tijdschrift. Jonathan Widdershoven (1991) schiet de weergaloze platen waardoor je (B)RUIS extra lang op je salontafel laat liggen.

Jonathan (30)

*Opgegroeid in Nieuw-Einde en Vrieheide (Heerlen-Noord)

*Woont nu op de Heesberg in Heerlen

*Werkt als freelance fotograaf

*Richtte met een aantal anderen stichting 4 feet 9 op als positieve reactie op de coronamaatregelen

*Is naast fotograaf ook vormgever, creative director, sportfanaat, hobbykok en horecatijger

*Heerlen in één woord: thuis

Jonathans top 3 favoriete

plekjes in Heerlen:

1. Glaspaleis

2. Brunssummerheide

3. Bernardinuscollege

BRUIS

*Pancratiusplein

*Parkstad Limburg Theater

*evenementen als

Notorious IBE en Cultura Nova

RUIS

*maar ‘wat’ doen

*verrommeling

*kansenongelijkheid bij de jeugd

Hoe kwam (B)RUIS magazine in jouw leven?

“Ik was al zo’n vijf jaar bezig met fotografie en had eerder foto’s gemaakt voor Tableau, de vorige onderneming van Zindzi (bedenker van (B)RUIS, red.). Ze vroeg me (B)RUIS en ik zat net in een proces waarin dit geweldig paste. In plaats van jarenlang bedenken wat ik nou wilde, ben ik gewoon dingen gaan doen. Omdat ik zelf zo geïnspireerd ben geraakt door het nemen van initiatief, vind ik het alleen maar leuk om andere Heerlense initiatiefnemers in beeld te brengen.”

Wat wil je met (B)RUIS bereiken?

“Ik wil met (B)RUIS mensen inspireren om zelf iets te gaan doen in Heerlen. Het is een stad die zich gedraagt als een dorp. Mensen beseffen niet hoeveel kansen hier liggen. Als je in Heerlen iets probeert, is de kans groot dat het lukt. Iedereen schiet te hulp, initiatief wordt omarmd. Probeer dat maar eens in een andere stad. Daar is de concurrentie moordend en liggen de kansen niet op straat zoals hier in Heerlen.”

Wat doe je naast (B)RUIS?

“Ik werk als freelance fotograaf. Daarin ben ik selfmade Ik vind dat niet erg, het is tekenend voor mij als persoon. School is een rode draad van negativiteit in mijn leven. Het bleek dat ik gewoon niet in het systeem paste, ik heb het jarenlang geprobeerd. Het gaat meer om het papiertje dan om je passie. Ik heb een tijd geleden besloten dat ik er zelf iets van ga maken. Zo ben ik betrokken geraakt bij 4 feet 9, een geweldig Heerlens

initiatief waarin we de anderhalve meter overbruggen met muziek.”

Wat heb je met Heerlen?

“Dat vind ik moeilijk onder woorden te brengen. Ik woon er al mijn hele leven en heb de contrasten van de stad goed leren kennen. Ik ben opgegroeid in Nieuw-Einde en Vrieheide, maar ging naar het Bernardinuscollege… over contrasten gesproken. Ik ben heel betrokken bij Heerlen, altijd al geweest. Ik ben zelfs nooit weggeweest. Ik heb me wel heel erg afgevraagd hoe het is om een ander thuis te hebben. Misschien vinden sommige mensen het triest, maar ik vind het ergens wel romantisch dat ik hier altijd wil blijven wonen.”

Hoe zou Heerlen eruitzien als jij het voor het zeggen had?

“Met de nieuwe plannen die er liggen denk ik dat de binnenstad in ieder geval een stuk mooier gaat worden. Graag zou ik nu nog een situatie zien met een betere ondernemerscultuur, onder andere met meer gezonde concurrentie. Ik denk ook dat je bestemmingsplannen makkelijker moet kunnen wijzigen. Waarom geen horeca aan de Promenade? We moeten flexibeler omgaan met de leegstand, want iedereen wil daar vanaf. Het kán toch gewoon niet dat een pand drie jaar leegstaat? Dus alle voorwaarden creëren voor creativiteit en ondernemerschap, en initiatieven met kwaliteit een steuntje in de rug (blijven) geven.”

Quatro stadsbioscoop in hartje centrum gerund door Heerlense ondernemersfamilie

Cinema:

Van Royal en H5 bioscoop tot Quatro Cinema. Familie

Van Bergen is dé bioscoopfamilie van Heerlen. Demi en Mick van Bergen, de vierde generatie van de onderne-

mersfamilie, doen hun verhaal over de ups en downs die ze hebben gehad en al het mooie dat ze zien in Heerlen.

“We hebben veel tegenslagen gehad, maar ik zie de toekomst positief in.”

Van een grijze betonnen blok met een gedateerde inrichting en apparatuur is de H5 bioscoop sinds 2011 in stappen omgetoverd tot de huidige Quatro Cinema. Een stadsbioscoop in hartje Heerlen-Centrum, met vier zalen en de Quatro Bar & Bistro. Demi en Mick van Bergen lopen hier bijna dagelijks rond en ze kunnen het zich niet anders voorstellen. “Wij weten niet beter dan dat de bioscoop van Heerlen ons familiebedrijf is geweest. We zijn opgegroeid in de bioscoop”, vertelt Demi. “Dat begon natuurlijk bij de Royal voor ons en inmiddels is deze kleine, gezellige stadsbioscoop het familiebedrijf.”

In 2011 kochten Laurens en Paola van Bergen, de ouders van Demi en Mick, de H5 bioscoop van Heerlen over. Demi: “We zijn meteen begonnen met verbouwen. Zaal 4 en 5, bovenin het pand, waren erg klein. Daar hebben we één grote, comfortabele zaal van gemaakt. Met veel beenruimte en brede stoelen. We willen een knus gevoel creëren, een huiskamergevoel. We hebben meerdere tegenslagen gehad, maar met het eindresultaat zijn we enorm blij.”

112
“We zijn opgegroeid
Demi Mick

opgegroeid in de bioscoop.”

113

Royal bioscoop

Een van die tegenslagen is het moeten sluiten van de deuren van de Royal bioscoop. De plek waar het allemaal begon. “De opa van mijn vader heeft de Royal in 1937 laten bouwen. Vroeger stond hij met een stoomcarrousel op de kermis. Omdat hij het reizen zat was, besloot hij een bioscoop te beginnen. Later heeft mijn opa het overgenomen en daarna mijn vader. Mick en ik hebben altijd gedacht dat wij de volgende generatie aan het roer zouden zijn.”

Echter heeft familie Van Bergen het pand in 2009 noodgedwongen verkocht aan de gemeente Heerlen.

Demi: “Er was een ultimatum gesteld: het pand moest brandveilig gemaakt worden en er moesten ingrijpende en zeer kostbare investeringen gedaan worden, die onmogelijk terug te verdienen waren.”

Het verdriet gaat na 2009 verder. Mick: “Mijn ouders huurden de Royal vanaf dat jaar voor €10.000 per maand terug van de Gemeente Heerlen, om te beginnen voor een periode van vijf jaar.” In die vijf jaar opent de JT (inmiddels Vue, red.) haar deuren: een megabioscoop in Kerkrade, bij de Roda JC Ring, met gratis parkeermogelijkheid. Mick: “We zagen de bui al hangen. En we kregen gelijk. Onze bezoekersaantallen

114

zijn in de Royal destijds met 75% omlaag gegaan. Hierdoor konden we de huur van het pand en ons eigen personeel niet meer betalen. De zaken gingen niet goed. In korte tijd dalen de inkomsten voor de Royal bioscoop gestaag. Demi: “Na vijf jaar, in 2014, zijn we officieel uit de Royal moeten gaan. Het is pijnlijk dat dit heeft moeten gebeuren. Het familiebedrijf verlaten waarin we zo hard hebben gewerkt, was onwerkelijk. De toekomst zag er voor Mick en mij ineens anders uit.”

Mick voegt daaraan toe: “Wat nog pijnlijker is aan het verhaal, is dat mijn vader in eerste instantie is benaderd om een plan te maken voor een megabioscoop

in de gemeente Kerkade. Op diezelfde plek. Omdat de aangeboden koopoptie veel te hoog was en mijn vader zei dat er meer entertainment omheen moest komen dan enkel een bioscoop, hebben wij bedankt.”

Het zal altijd een gevoelig punt blijven, maar Demi en Mick zijn trots op wat ze als familie hebben gerealiseerd met Quatro Cinema. Mick: “Het is jammer als we mensen horen praten over ‘de H5’ in negatieve zin, want de Quatro lijkt inmiddels niks meer op wat de H5 ooit is geweest. Gelukkig beginnen steeds meer mensen dit te ontdekken.”

115
“Dat doet pijn.”

“De lokale ondernemers hebben

Bar & Bistro

Sinds 2015 zit ook de Quatro Bar & Bistro in het bioscooppand gevestigd. Een horecagelegenheid waar mensen de ruimte hebben om te wachten voor de film start of om na te borrelen na de film. Ook gasten die alleen iets willen komen eten of drinken, zonder naar de film te gaan, zijn welkom. “Voorheen was deze ruimte een appartement annex grote pauzeruimte. Omdat we geen wachtruimte hadden, behalve de ontvangstruimte beneden, hebben we deze plek voor onze gasten gecreëerd”, vertelt Mick. Demi vult aan: “De Flammkuchen waren paps idee. Hij is met ideeën gaan experimenteren en inmiddels staan er al veertig verschillende Flammkuchen op de kaart. Hij blijft ze maar verzinnen. En allemaal met een filmnaam.”

116

hebben een grote gunfactor onderling.”

Broer en zus zijn bijna dagelijks te vinden in de Quatro Cinema. De werkzaamheden gaan van beeld en ondertiteling controleren vanuit de controlekamers tot aan kassadiensten draaien en van het weekprogramma maken tot aan snoep verkopen. Ook werken in de Bar & Bistro is waar ze een groot gedeelte van hun werktijd doorbrengen. Demi: “Mijn zoontjes van acht en tweeënhalf jaar zijn ook meermaals per week in opa’s bioscoop te vinden. De oudste is het liefst ieder weekend hier en de jongste vindt het leuk om achter de kassa mee te helpen.”

117

Heerlen

Demi en Mick kunnen zich niet voorstellen dat de bioscoop op een andere plek dan hun Heerlen zou liggen. Mick: “Ik voel me thuis in Heerlen, ik ben hier geboren en getogen. Er komen steeds meer nieuwe, particuliere zaken in de stad. Een ontwikkeling die we graag zien gebeuren. Het is ook goed voor Heerlenaren, aangezien het een publiek is dat graag met trends meegaat. Aan de andere kant heeft Heerlen ook veel niet-trendgevoelige inwoners. Inwoners die graag enkel naar hun oude, vertrouwde lokale ondernemers gaan.”

Een stukje - nou ja, zeg maar groot stuk - dat Heerlen uitstraalt, is te zien op de gevels van Quatro Cinema. Murals van Pichiavo (voorzijde), James Jetlag en Yasja Ligtelijn (zijkant) en Studio Giftig (achterzijde) maken het bioscooppand een locatie die mensen met grote

regelmaat doet stilstaan. “Ik denk dat we meest gefotografeerde bioscoop van de wereld zijn”, zegt Demi trots. “We hebben de gevel een aantal jaar terug laten verven en die kleur kwam heel anders uit dan we hadden gehoopt - hij was een soort van levergroen. Toen David Doelen van Heerlen Mijn Stad ons vroeg of wij murals op onze gevels wilden hebben, zeiden we direct ja. Toen Pichiavo begon aan de voorkant, werd de ondergrond knalroze. Omdat we het ontwerp niet hadden gezien, schrokken we ons kapot”, voegt ze lachend toe.

Een paar maanden geleden heeft Mick een moeilijke beslissing genomen. Hij heeft zijn ouders en zus verteld dat zijn toekomst niet in het overnemen van de bioscoop ligt. “We hebben samen een potje gejankt”, zegt Demi,

118

terwijl ze haar broertje glimlachend aankijkt. “Ik neem hem niks kwalijk. Het belangrijkst is dat hij iets doet waar hij gelukkig van wordt.” Mick: “De avonden en weekenden werken braken me op. Hoeveel pijn het ook doet, dit is niet iets wat ik voor de rest van mijn werkleven wil blijven doen. Ik zal zeker niet verdwijnen uit het Quatro beeld. Ik blijf stand-by als het zover is.” Demi ziet de toekomst voor Quatro Cinema met zelfvertrouwen tegemoet. “We hebben veel tegenslagen gehad, maar ik zie de toekomst positief in. Pap is voorlopig nog niet klaar met werken, dus ik heb nog voldoende tijd om van hem te leren. Prioriteit is dat het in Quatro goed gaat. En wie weet als het súpergoed gaat, waag ik nog wel eens de sprong om ergens een tweede bioscoop te runnen.”

HEERLEN, BRUIS OF RUIS?

Mick: “Bruis! Het begint steeds weer drukker te worden in de straten van het centrum. Nieuwe zaakjes poppen op.” Demi: “Zeker bruis. Denk aan alle culturele en seizoensevenementen die in Heerlen worden georganiseerd. En een van de belangrijkste zaken die zorgt voor bruis in onze stad: de lokale ondernemers hebben een hoge gunfactor onderling.”

* Ben jij ondernemer

leuk initiatief? Mail naar: zine.nl en wie weet sta editie van (B)RUIS magazine.

benieuwd naar

jullie

tips, feedback, opmerkingen

naar: info@bruismagazine.nl

Instagram: @bruismagazine een leuk idee voor Heerlen

nemersklimaat versterkt?

ondernemersfondsheerlen.nl

en vind je dit een

naar: info@bruismagasta jij in de volgende magazine. * Wij zijn erg reactie. Voor vragen, opmerkingen en info, mail info@bruismagazine.nl * Volg ons op @bruismagazine * Heb je zelf

Heerlen dat het onderversterkt? Mail naar info@ ondernemersfondsheerlen.nl

ondernemer

(B)RUIS magazine

Uitgegeven in eigen beheer info@bruismagazine.nl Mogelijk gemaakt door Ondernemersfonds Heerlen

Concept & design: Zindzi Slegers

Fotografie: Jonathan Widdershoven

Redactie: Judith Bouwels, Jop Delheij en Leonie Kohl

Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

ISSN: 2772-705X

© 2022, Zindzi Slegers

*

Team

(B)RUIS heeft

jou nodig! Wij zijn blij met alle reacties: positief en negatief, bruis en ruis. Laat ons weten wat jij van deze editie vindt. Mail naar info@bruismagazine. nl of stuur ons een berichtje via Instagram.

Morgenster is onderdeel van Vaessen Juweliers. Binnen Morgenster kunnen wij onze passie voor mooie en antieke sieraden en horloges kwijt. Wij nemen deel aan verschillende beurzen zowel nationaal als internationaal. Geïnteresseerd geworden? Neem dan contact op via morgenster1900@gmail.com.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
(B)RUIS issue #2 by bruismagazine - Issuu