(B)RUIS issue #10

Page 1


* 3 OP 1 RIJ: voor altijd kind bij de SCOUTING * ANTIEKHUIS NICK TOMA meubileren kun je leren * NEDERLANDS MIJNMUSEUM hoe houd je steenkool cool?

Onze theatertips voor dit najaar!

– De Volkskrant

ShowmeisterTheater Oostpool

Een ontroerende komedie over voetbalcoach Mario, (Jim Bakkum) die het theater in wil.

di 8 okt

KovacsCATHARSIS

De muziek van Kovacs is doordrenkt met mysterie, intrige en betovering.

do 10 okt

Prima Facie - ITA

★★★★★

– De Volkskrant, NRC, Trouw

Tjitske ReidingaPortret

Tjitske wilde iets liefs, iets grappigs en schreef de voorstelling waar ze zelf naartoe zou gaan.

za 26 okt

Giselle - DOX

Één van de beroemdste balletten ter wereld wordt een knallende ontmoeting tussen songs, beats & hiphop.

zo 27 okt

Een snoeihard stuk dat blootlegt hoe het eeuwenoude rechtssysteem in stand gehouden wordt.

ma 28 + di 29 okt

Isabelle Beernaert - La Dame en Noir

Een mystiek en krachtig totaalspektakel met dans en live percussie.

do 31 okt

Pynarello - Guilty Pleasures

De beste guilty pleasures uit alle hoeken van de muziekwereld, van zoete klassieke aria’s tot popsongs.

ma 4 nov

Jesus Christ Superstar

‘Jesus Christ Superstar blijkt maar weer eens een tijdloze klassieker te zijn’ – De Limburger ★★★★★

wo 6 t/m zo 10 nov

Tom Johnson - The Four Note Opera

Tom Johnson - The Four Note Opera

De ultieme nietszeggende opera met duistere satire over zangers die niets te zeggen hebben.

De ultieme nietszeggende opera met duistere satire over zangers die niets te zeggen hebben.

di 12 nov

di 12 nov

Dansen op de Mijnen

Dansen op de Mijnen

Theatercollege en debat met een vleugje wetenschap over de transitie van de voormalige mijnstreek.

Theatercollege en debat met een vleugje wetenschap over de transitie van de voormalige mijnstreek.

za 16 nov

za 16 nov

TERECHT - Wabi Sabi Theater

TERECHT - Wabi Sabi Theater

Terecht gaat over de worsteling met criminaliteit, rechtspraak en vergi enis – Scénes ★★★★★

Terecht gaat over de worsteling met criminaliteit, rechtspraak en vergi enis – Scénes ★★★★★

do 14 nov

do 14 nov

Jakop Ahlbom CompanyHorror (anniversary edition)

Jakop Ahlbom CompanyHorror (anniversary edition)

Jakop Ahlbom’s Horror-theater is terug voor een angstaanjagende jubileum tournee. Durf jij het aan?

Jakop Ahlbom’s Horror-theater is terug voor een angstaanjagende jubileum tournee. Durf jij het aan?

za 23 + zo 24 nov

za 23 + zo 24 nov

Iris Hond - Dust Awakened By Dawn

Iris Hond - Dust Awakened By Dawn

Iris Hond in haar meest intrigerende vorm: puur, rauw, en ontwapenend.

Iris Hond in haar meest intrigerende vorm: puur, rauw, en ontwapenend.

za 7 dec

za 7 dec

S10 - Groeipijn

S10 - Groeipijn

Met zeggingskracht en authenticiteit neemt S10 je mee in persoonlijke verhalen.

Met zeggingskracht en authenticiteit neemt S10 je mee in persoonlijke verhalen.

za 7 dec

za 7 dec

Gabbers waren we

Gabbers waren we

Een losgeslagen muzikale toneeltrip die zich afspeelt in de gabberscene van de jaren negentig.

Een losgeslagen muzikale toneeltrip die zich afspeelt in de gabberscene van de jaren negentig.

vr 6 dec

vr 6 dec

ManuDe herontdekking van de hemel

ManuDe herontdekking van de hemel

Deze crossover tussen woordkunst en compositie is de ultieme spoken word beleving.

Deze crossover tussen woordkunst en compositie is de ultieme spoken word beleving.

wo 11 dec

wo 11 dec

Scan de QR code voor het complete programma en meer informatie

Scan de QR code voor het complete programma en meer informatie

MIJN-werk. Waar werk zijn plek vindt.

MIJN-werk Heerlen III

Jouw plek voor vergaderen én werken in het centrum van Heerlen.

Onderdeel uitmaken van onze community? Blijf op de hoogte!

www.mijnwerk.community

mijn-werk-community

MIJNwerk

info@mijnwerk.community

045 571 88 68

Museumplein 2, Kerkrade

Al 14 jaar inspiratie, avontuur en bijzondere verhalen over de bergen

ZONDAG 15/09/2024

START & FINISH: HEERLEN CENTRUM

INSCHRIJVING GEOPEND VOOR INDIVIDUELE RUN, TEAM RUN, BUSINESS RUN EN KIDS RUN!

Inclusief medaille, persoonlijke actiefoto, after finish drankje, gezamenlijke warming-up, gezellige finishlocatie en meer...

5 KM, 10 KM, 1/2 MARATHON + KIDS RUN! + 9 & 18 km wandelroutes (NIEUW)

(B)RUIS magazine

Uitgegeven in eigen beheer www.bruismagazine.nl info@bruismagazine.nl

Mede mogelijk gemaakt door Ondernemersfonds Heerlen, Gemeente Heerlen en onze adverteerders

Concept & design: Zindzi Slegers

Fotografie: Darcey Supelli

Redactie: Judith Bouwels en Leonie Kohl Drukwerk: Drukkerij Comar B.V.

Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

ISSN: 2772-705X © 2024, Stichting (B)RUIS

Dit is team (B)RUIS

Zindzi Slegers

•Projectleiding

•Vormgeving zindzi@bruismagazine.nl

Leonie Kohl

•Redactie

•Advertenties leonie@bruismagazine.nl

Judith Bouwels

•Hoofdredactie judith@bruismagazine.nl

Darcey Supelli

•Fotografie darcey@bruismagazine.nl

TE KOOP/ TE HUUR

ZELFSTANDIGE BEDRIJFSUNITS EIJSDEN (NABIJ MAASTRICHT)

BASISKENMERKEN

Adres:

Bouwjaar: Gebruik:

Oppervlakte: Parkeren:

Vraagprijs:

Aanvaarding:

Emmastraat ong., 6245 HZ Eijsden 2024 – 2025

Bedrijf t/m milieucategorie 3.2 ca. 220 m² b.v.o. per unit 3 of 4 eigen parkeerplaatsen per unit tussen € 245.000,- en € 255.000,- v.o.n. per unit oplevering ca. medio 2025

OOK INTERESSANT ALS BELEGGING MET VERWACHT RENDEMENT VAN CIRCA 8% OP JAARBASIS!

Guus de Bock

Vastgoedadviseur BOG www.aelmans.com 045-5753255

Wie winnen de Awards in 2024?

Op zaterdag 12 oktober vindt tijdens een spetterende feestavond in de Nieuwe Nor, de uitreiking van de Parkstad Limburg Talent & Economy Award 2024 plaats. De Top 3 kandidaten in de running zijn:

Talent Award

ZIJ Vrouwenzorg

Pat's Tosti Bar

Thomassen Automotive

Economy Award

Vijgen Inc. Horecagroep

Habenu - Van de Kreeke Groep 24ROSA

Over Stichting PLEA: Stichting Parkstad Limburg Economy Award (PLEA) zet zich in voor het versterken van de economische bedrijvigheid en het vergroten van de aantrekkelijkheid van de regio Parkstad. PLEA erkent daarbij ondernemers die een unieke bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling en maatschappelijke uitdagingen van de regio Parkstad.

Tickets & info: www.economyaward.nl

Winnaar Talent Award 2023: Velvet Dream Dresses

(B)RUIS

MAGAZINE

(B)RUIS is een magazine gemaakt door creatievelingen die belang hebben bij het bruisen van de gemeente Heerlen. De lokale ondernemer en initiatiefnemer die hart heeft voor de stad, biedt kleur en diversiteit en heeft een positieve invloed op de leefbaarheid van de stad. Zonder de Heerlense ondernemer is er geen bruis. Wij vertellen het verhaal van de lokale ondernemer en initiatiefnemer om zo de Heerlenaar en de stad in beweging te brengen.

Jaar van het

Heerlens erfgoed

Wat is het Jaar van het Heerlens erfgoed?

In 2025 staat Heerlen in het teken van haar rijke geschiedenis en haar veelbelovende toekomst. In Heerlen zijn er veel boeiende verhalen te vertellen die te maken hebben met onze geschiedenis. Landsfort Herle bestaat bijvoorbeeld 800 jaar, en op de laatste dag van 2024 is het 50 jaar geleden dat de laatste steenkool uit de Oranje Nassaumijn werd gehaald. 2025 is het jaar dat we onder andere deze verhalen in de schijnwerpers gaan zetten.

Wat gaan we doen?

Zowel in de buurten als bij de grotere culturele instellingen is er het hele jaar genoeg te beleven. Wat dacht je van een dance-battle in de voormalige mijnschacht? Een verhalen-wedstrijd?

Een gabberfeest in de Royal of een historische tentoonstelling in jouw eigen wijk? Samen zetten we ons cultureel erfgoed in de kijker en richten we een blik naar de toekomst!

Terug naar het begin

Tijdens het Jaar van het Heerlens erfgoed, ook wel Erfgoedjaar genoemd, keren we terug naar de belangrijkste periodes uit onze geschiedenis: De Romeinen, Ridders en Rovers, de Mijntijd en de Transitiejaren. Deze tijdlijnen vormen samen met een Nieuw Elan de rode draad voor het Jaar van het Heerlens erfgoed. Daarnaast blikken we ook vooruit op de toekomst, want Heerlen is volop in ontwikkeling.

Waarom is erfgoed zo belangrijk voor Heerlen?

Erfgoed vertelt iets over waar we vandaan komen, wie wij zijn en hoe we ons ontwikkelen. Het draagt bij aan onze identiteit en verbindt ons met elkaar.

Hoe kun jij bijdragen aan het

Erfgoedjaar?

Heerlens erfgoed.

Waar kun je aan denken?

Heerlens erfgoed is veel meer dan je misschien denkt. Natuurlijk is het Romeins badhuis een belangrijk onderdeel van ons erfgoed, maar ook belangrijke dans- en muziekstijlen die ontwikkeld zijn in Heerlen, of nieuwe kunstvormen zoals graffiti vormen ons erfgoed.

Doe mee! We zijn op zoek naar jouw unieke verhaal over Heerlen. Je kunt een aanvraag indienen om een activiteit te organiseren in de stad tijdens het Erfgoedjaar. Hiervoor kun je subsidie aanvragen. Ga naar heerlen.nl/ erfgoedjaar voor meer informatie en dien jouw aanvraag in.

Lees meer op heerlen.nl/erfgoedjaar of mail je vragen naar erfgoedjaar2025@heerlen.nl

Er valt nog zoveel te ontdekken...

Het is zover, je gaat naar de middelbare school. Er zijn er veel waar je uit kunt kiezen.

Maar wat nu als je kiest voor een school waar we je meer bieden dan lesstof alleen?

Waar we gericht helpen met je studie en je voorzien van slimme tools, zodat jij met plezier leert en vol vertrouwen groeit.

Op onze school hebben we oog voor elkaar en kijken we gericht naar wat jij nodig hebt.

Hier krijg je kansen en leren we je deze te benutten. Er valt nog zoveel te ontdekken...

Ben jij klaar voor de volgende stap?

Dan groeien wij met je mee.

Welkom op Grotius

Noteer alvast in je agenda!

Open avond: 8-10-‘24

Open dag: 18-1-‘25

Meeloopmiddagen: 13-11, 3-12-‘24, 28-01, 11-02-‘25

Informatie-avonden: 20-11-‘24, 9-1, 4-2-‘25

Kijk op www.grotius-lvo.nl voor meer informatie.

PROLOOG

Met de start van het cultuurseizoen staat deze editie volledig in het teken van cultuur en educatie, van leren dus. In deze editie kun je lezen dat je nooit te oud bent om te leren en dat leren voor iedereen is. Van peuters tot welpen en voor fans van de grote Warhol tot een kleinere expo over inclusiviteit. Leer je mee?

We trappen af met alles wat je moet weten over dé expositie in SCHUNCK. Na Jean-Michel Basquiat en Keith Haring weet SCHUNCK Museum nog een grote naam naar Heerlen te halen - Andy Warhol - en hiermee een iconische trilogie te creëren.

In 3 op 1 rij leer je dat je bij de scouting eeuwig kind kunt zijn en bij Pretu (de huidige tentoonstelling in de Nieuwe Galerij) leer je over inclusiviteit. Ook meubileren kun je leren. Nick van Antiekhuis Nick Toma verzamelt de mooiste antieke objecten en knapt deze op, ook samen met jongeren in zijn leerwerkbedrijf.

Zelfs onze (T)HUIS-rubriek staat in teken van leren. Fé, Joanie en Shaila wonen antikraak in een oude school waar basisschoolleerlingen hun voetsporen hebben achtergelaten. Over (oude) scholen gesproken: kun jij raden welke scholen onze fotograaf Darcey laat zien in onze middenkatern? In een monumentaal mijnwerkerswarenhuis in de Dr. Poelsstraat vind je het (voor sommige Heerlenaren nog nieuwe) Nederlands Mijnmuseum waar je kunt leren over ons mijnverleden.

Speel mee met de (schattige) peuters op de kleurrijke pagina’s over Peuteropvang Heerlen en lees in het faalverhaal over de geleerde lessen van Henny en Mischa van Jansen & Janssen coffee & more. Tot slot: wist jij al dat er in het oude IBA-gebouw een universiteit gevestigd zit? Bij deze dependance van RWTH Aachen worden grenzen uitgegumd.

Als kers op de kaart vieren wij een klein feestje achter de schermen: je hebt namelijk de tiende editie van (B)RUIS magazine in je handen (eigenlijk de elfde, voor de lezers die (B)RUIS-fan zijn vanaf haar geboorte). In 2021 studeerde ik af als grafisch ontwerper met (B)RUIS issue #0. Nu is het magazine uitgegroeid tot een gevestigde naam binnen de Heerlense stadspromotie. Hier ben ik supertrots op. Wij kunnen dit natuurlijk niet zomaar voorbij laten gaan. Op pagina 82 blikken we daarom samen terug op de afgelopen edities en delen we leuke feitjes over (B)RUIS-werk achter de schermen. Terugblikken op #0 tot en met #10 heeft ons doen realiseren hoe erg we gegroeid zijn en hoe trotser we iedere keer weer een beetje meer zijn op de nieuwe editie. Wij hopen dat jullie als lezer dit gevoel met ons delen. Heel erg bedankt voor jullie enthousiasme en nieuwsgierigheid. Op de naar de volgende tien?

Namens team (B)RUIS

Zindzi

53 (B)RUIS WAS ERBIJ

Laatste maand Thermenmuseum & 25 jaar Emma’s Diner

54

3 OP 1 RIJ - Voor altijd kind bij de scouting

62 NEDERLANDS MIJNMUSEUM - 50 jaar mijnsluiting

66 WOONBOULEVARD HEERLEN - Iconische ambassadeur

70 (T)HUIS Bij Fé, Joanie en Shaila

74 HET FAALVERHAAL VAN Jansen & Janssen coffee & more

78 RWTH IN HEERLEN - grenzen uitgummen met goede ideeën

82

(B)RUIS BLIKT TERUG

Van 0 naar 10

ander verhaal over

SCHUNCK ANDY vertelt

Fabian de Kloe over de expositie

Andy Warhol: Vanitas

WARHOL

Een blik soep, Marilyn Monroe en een banaan op een albumhoes van The Velvet Underground. Popart-kunstenaar Andy Warhol maakte ze iconisch, kleurrijk en in veelvoud. Op 15 september opent in SCHUNCK Museum de tentoonstelling Andy Warhol: Vanitas, die een compleet ander beeld laat zien van de beroemde kunstenaar. Je zou het een schaduwkant kunnen noemen, maar de frivoliteit ontbreekt niet. Wij spraken de artistiek leider van SCHUNCK, Fabian de Kloe, die zijn enthousiasme over de tentoonstelling graag deelt. Door Leonie Kohl

“Warhol was geobsedeerd door vergankelijkheid.”

Na grote exposities over Jean-Michel Basquiat in 2019 en Keith Haring in 2022, is het SCHUNCK Museum gelukt om een trilogie te creëren met een nog indrukwekkender derde deel: een expositie over Andy Warhol met meer dan honderd werken uit de collectie van het Andy Warhol Museum in Pittsburgh. Mochten sommige Heerlenaren nog een wenkbrauw omhooggetrokken hebben bij Basquiat, de grote Warhol kent toch echt iedereen. Het is zeker niet vanzelfsprekend dat zo’n grote tentoonstelling in Heerlen landt. De laatste solotentoonstelling over Warhol in Nederland vond zestien jaar geleden plaats in het Stedelijk Museum Amsterdam.

“Toen we de werken van Basquiat naar Heerlen haalden, was een ‘trilogie’ nooit de bedoeling”, vertelt Fabian. “We zagen veel overeenkomsten met het verhaal van Heerlen en dat is nu bij Warhol weer zo. De familie Warhola emigreerde vanuit Polen [nu Ruthenia in Slowakije, red.] naar Pittsburgh, om daar werk te vinden in de steenkoolmijnen. Met zijn byzantijns-katholieke moeder ging hij elke zondag naar de kerk. Uiteindelijk verhuisde hij naar New York om daar kunstenaar te worden.”

“Om de kunststroming Vanitas te laten ervaren, zijn er werken uit het Rijksmuseum te zien.”

Vanitas

De titel van de expositie refereert aan een zeventiende-eeuwse kunststroming waar symbolen van tijdelijkheid en sterfelijkheid, zoals gedroogde bloemen, rottend fruit en schedels, verwerkt werden in stillevens. “Warhol was geobsedeerd door vergankelijkheid en heeft zich door deze Hollandse kunststroming laten inspireren. Veel van zijn werken bevatten schedels en hij bewaarde zo’n beetje alles en maakte daar een grootschalig kunstproject van: The Time Capsules. Een reeks objecten uit één van de 610 dozen is te bezichtigen tijdens de tentoonstelling.”

Om de bezoeker de oorspronkelijke kunststroming ‘vanitas’ te laten ervaren, zijn er werken uit het Rijksmuseum in Amsterdam te zien. Tussen de 300.000 objecten die hij gedurende zijn leven verzamelde en in dozen stopte, zat ook een kaartje van het Rijksmuseum. Hij bezocht het museum op 9 augustus 1956. “Aan de hand daarvan konden we achterhalen wat er destijds te zien was. Daar zaten ook werken uit de vanitas-stroming bij, die het Rijksmuseum ons in bruikleen heeft gegeven voor deze tentoonstelling.”

Andy Warhol, Self - portrait with Skull, 1977, Medium: PolaroidTM Polacolor Type 108.
The Andy Warhol Museum, Pittsburgh; Founding collection, Contribution The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc. 1998.1.2866 © The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc. c/o Pictoright Amsterdam 2024.

Niet te missen

Wat zijn werken van Warhol waarvoor je sowieso wilt komen? Een groots, niet te missen spektakel is The Last Supper, een gigantisch black light-kunstwerk geïnspireerd op het beroemde Laatste Avondmaal van Da Vinci. Het is meer dan vijf meter breed en laat zien hoe religie terug blijft komen in het leven en werk van Warhol. Ook Marilyn is te bewonderen, maar dan op onbekendere zwart-witwerken die perfect aansluiten op het thema van de tentoonstelling. Fabian: “De combinatie van de geselecteerde werken uit de collectie van The Warhol Museum voor de tentoonstelling is bijzonder. Een deel van de werken is iconisch en een deel is weinig tot nauwelijks getoond. De werken en objecten onthullen in zekere zin een meer existentiële kant van Warhol en zijn oeuvre.”

“Een deel van de werken is iconisch en een deel is weinig tot nauwelijks getoond.”

Tijdens Andy Warhol: Vanitas leer je de kunstenaar en zijn kwetsbare kant beter kennen. “Warhol werd in 1968 beschoten. Hij ontsnapte ternauwernood aan de dood en moest voor de rest van zijn leven een korset dragen. Deze aanslag heeft zijn fascinatie voor de thema’s tijdelijkheid, vergankelijkheid en de dood alleen maar verder aangewakkerd. Een paar van zijn bontgekleurde korsetten zijn te zien in de expositie.” Ook leer je Warhols onzekere kant kennen. Hij was ijdel en bezat talloze pruiken. Niet alleen de pruiken zelf zijn te bewonderen, maar ook het beroemde zelfportret Fright Wig waarin zijn gezicht veroudering en ook weer die kwetsbaarheid laat zien.

Warhol in Heerlen

SCHUNCK kennende blijft het niet bij de expositie alleen. Die wordt natuurlijk feestelijk geopend en het hele Glaspaleis krijgt een transformatie in Warholthema. Het publieksprogramma reikt tot ver buiten de vensters daarvan. Fabian: “We zijn ontzettend trots dat – nog lang voor de opening – al zevenduizend scholieren zijn aangemeld voor een bezoek aan de tentoonstelling! Als daar geen kunstenaars uit voortkomen, dan weet ik het ook niet meer”, lacht hij.

“Verder zijn er samenwerkingen met culturele partners in de stad. PLT opent het theaterseizoen met Gob Squad’s Kitchen, gebaseerd op Andy Warhol’s film Kitchen. Poppodium de Nieuwe Nor organiseert onder andere Andy Warhol Cafés en een Velvet Underground tribute door de Nederlandse alternatieve en indierockband Bettie Serveert. Filmhuis de Spiegel stelt een mooi programma samen rondom het thema vanitas in bredere zin, zoals een besef en reflectie op vergankelijkheid. Het voornemen is er om films van filmmaker en kunstenaar Jonas Mekas te tonen, hij had een sterke invloed op Warhol’s home video’s. Verder werken we samen met ondernemers in de stad om van een museumbezoek een stadsbezoek te maken.”

Andy Warhol, Marilyn Monroe (Marilyn) ca. 1978, Medium: screen print on Saunders Waterford (Hot Pressed) paper. Foto: Gene Korman. The Andy Warhol Museum, Pittsburgh; Founding Collection, Contribution The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc. 1998.1.2619. © The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc. c/o Pictoright Amsterdam 2024.

Het is duidelijk: in deze expositie leer je een andere Warhol kennen, veel kleurrijker dan alleen zijn glamoureuze voorkomen liet zien. Je bezoekt Andy Warhol: Vanitas vanaf 15 september 2024 tot en met 16 maart 2025 in SCHUNCK Museum. Kijk voor alle informatie op schunck.nl/andy-warhol.

Lezenbewegen spelen& leren

Al 23 jaar kunnen peuters terecht bij Peuteropvang Heerlen (POVH). Op 22 locaties, verdeeld over de hele gemeente Heerlen, krijgen peuters de ruimte om spelend te leren. Naast ruimte en tijd voor spelen worden niet alleen kinderen, maar ook ouders meegenomen in het belang van (voor)lezen, taalstimulering, bewegen en gezonde voeding. Ingrid van den Bunder en Francis Timmermans vertellen waarom dit laatste juist in de regio Parkstad zo belangrijk is. Door Judith Bouwels

Op locatie Pinokkio zit een groepje peuters op een warme zomerdag in een kring. Pedagogisch medewerkster Francis Timmermans leest ze voor. Na het voorleesrondje worden de kinderen klaargemaakt om buiten te spelen: alle kindjes worden ingesmeerd met zonnebrandcrème. Eenmaal buiten wordt er gefietst, geklommen, in de zandbak gespeeld en gevoetbald. Na afloop is er tijd voor water en een stukje fruit, net als op de andere locaties. Pinokkio zit in het schoolgebouw van basisschool de Horizon, aan de Grasbroekerweg in Heerlen. “In bijna elke basisschool in Heerlen en Hoensbroek zit een locatie van Peuteropvang Heerlen, meestal in het gedeelte van de onderbouw. Zo kunnen peuters en kleuters samen spelen en is de overstap naar groep 1 niet heel groot”, vertelt Ingrid van den Bunder, bestuurder van POVH.

De methodes

Het Pinokkio-lokaal is versierd in het thema ‘zomerkriebels’, in het kader van de piramide-methode. Francis vertelt: “De peuters krijgen woorden als ‘zomer’, ‘wolk’ en ‘parasol’ aangeleerd, die steeds herhaald worden in een liedje, boekje, in de blokkenhoek of tijdens gesprekjes. Door de herhaling blijven de woorden hangen. De week erna proberen we het thema uit te breiden met nieuwe woorden.” Bij POVH wordt er op sommige locaties ook gewerkt met de speelplezier-methode, waarbij peuters met nog meer speelse elementen aan de slag gaan en waar iets meer wordt uitgebeeld en nagedaan.

Ingrid werkt sinds 2001 bij POVH, tegenwoordig als bestuurder. “Voorheen bestonden de peuterspeelzalen in Heerlen uit losse locaties met eigen besturen. Nadat Gemeente Heerlen één bestuur wilde voor alle locaties, is in september 2001 Peuteropvang Heerlen ontstaan in de huidige vorm. Er werken ongeveer 85 medewerkers in loondienst bij ons en daarnaast ontvangen we veel ondersteuning van vrijwilligers en stagiaires.”

j e kinddezeontwikkeling, want die is zo waardevol!”
“Gun

Voorbereiding op de basisschool

Ingrid vertelt verder: “Het verschil met een kinderopvang is dat kinderen daar de hele dag terechtkunnen. Bij Peuteropvang Heerlen kunnen peuters van twee tot vier jaar verdeeld over drie ochtenden en twee middagen terecht. Wij richten ons in die dagdelen veel meer op taalontwikkeling, taalstimulering en de voorbereiding op de basisschool en zo bouwen we samen elke dag iets verder aan die voorbereiding. Hierin wordt Peuteropvang Heerlen gedeeltelijk gesubsidieerd door Gemeente Heerlen, omdat we de VVE-methode [Voor- en Vroegschoolse Educatie, red.] toepassen. Een deel van de middelen voor de VVE-methode gaat bij de overgang van het kind mee naar de basisschool.”

Ouders komen op eigen initiatief bij Peuteropvang Heerlen terecht of er wordt via het consultatiebureau een signaal afgegeven dat een peuter ontwikkelingsstimulering of ondersteuning kan gebruiken. In beide gevallen is Francis één van de pedagogisch medewerkers die een huisbezoek aflegt voorafgaand aan een mogelijke inschrijving. “Bij de huisbezoeken laat ik video’s zien zodat ouders een goed beeld krijgen hoe een dagdeel voor hun kind eruit zou komen te zien, leg ik uit met welke methodes we werken en licht ik de nadruk op taal en tellen toe. Ik vind de sociaal-emotionele kant het allerbelangrijkst. Kind én ouders moeten zich fijn voelen bij ons. Daarna komt het leren pas.”

Blij worden van groei

Francis is in 2001 begonnen als vrijwilligster en startte in 2002 als vaste kracht, na het afronden van haar opleiding. Ze heeft op meerdere locaties van Peuteropvang Heerlen gewerkt en zit nu al een hele tijd bij Pinokkio. “Het leukste aan mijn baan vind ik de ontwikkeling die ik zie bij kinderen. Sommigen zijn in het begin heel bang of verlegen en groeien enorm in de loop van de twee jaar. Ik kan zo blij worden als een kindje het woord ‘parasol’ zegt na maanden niet te hebben gepraat. Dan sta ik te klappen en te juichen”, vertelt Francis glunderend.

Het belang van taalontwikkeling

Ingrid en Francis benadrukken beiden sterk dat de taalontwikkeling één van de belangrijkste onderdelen is van Peuteropvang Heerlen. Ingrid: “De laaggeletterdheid in Parkstad ligt gemiddeld op twintig procent. Dat komt doordat er relatief weinig taalstimulatie is vanuit thuis. We proberen ouders op een ontspannen en respectvolle manier bij onze taalstimulatie te betrekken door voorlichtingen en cursussen te geven en een (voor)leesboekje mee naar huis te geven. We hebben zelfs sinds 2017 onze eigen reeks voorleesboekjes, over Pim en Poes, geschreven door de Heerlense schrijfster Sandra Israël.”

Soms komt het voor dat een peuter veel één-op-één aandacht nodig heeft, iets wat volgens Ingrid lastig kan zijn in een groep kinderen. “Ieder kind is welkom, mits de situatie werkbaar is. Als een peuter veel individuele aandacht nodig heeft en de ontwikkeling niet vanzelf gaat, is daar soms hulp bij nodig. De zorgcoördinator van Peuteropvang Heerlen zoekt dan samen met de ouders naar een plek waar het kind goed tot zijn of haar recht komt en zich kan ontwikkelen. Sommige kinderen hebben een wat grotere achterstand dan groepsgenootjes, bijvoorbeeld door veel schermtijd,

weinig lezen of weinig bewegen. Dan kan zestien uur per week opvang een druppel op een gloeiende plaat zijn, maar we hopen dat ouders de rest oppakken door onze stimulatie. Daarmee willen we absoluut niet belerend zijn richting ouders. We willen het beste voor de peuter en dat kunnen we alleen maar samen organiseren. Gun je kind deze ontwikkeling, want die is zo waardevol!”

De transitie van de Saffierflat

VAN RUMOER NAAR RUST

Wonen Limburg heeft in samenwerking met Gemeente Heerlen en buurtbewoners voor een make-over van de veelbesproken Saffierflat in de wijk Musschemig gezorgd. Van 36 vervallen studio’s naar vijftien appartementen en acht studio’s met een eigentijdse uitstraling en huurprijzen binnen de normen van de sociale huur. Het hele proces heeft zo’n zes jaar geduurd, waarbij de herhuisvesting van de voormalige bewoners met veel geduld werd opgepakt.

Door Judith Bouwels

Lars Rompen, manager Publieke Waarde van Wonen Limburg vertelt ons over het project van begin tot eind. “De Saffierflat was jarenlang een van de ergste plekken in Heerlen, waar mensen woonden die het verst van de samenleving af stonden. Ze woonden daar omdat ze nergens anders terechtkonden en hadden allemaal hun eigen zorg- of hulpvraag. De Saffierflat was voorheen van een Brabantse eigenaar, die de flat ooit kocht en zich niet bekommerde om wie er in het pand kwam te wonen.”

“Dat zorgde ervoor dat er mensen woonden die echt wel wat op hun kerfstok hadden, wat voor onrust zorgde. Er kwamen veel individuele klachten van buurtbewoners binnen bij politie en gemeente. In 2018 is de wijk in opstand gekomen, onder begeleiding van buurtorganisatie GMS [Grasbroek Musschemig Schandelen, red.]. Gemeente Heerlen heeft Wonen Limburg vervolgens gevraagd om de flat over te nemen en de overlast aan te pakken. Wonen Limburg kocht de flat over van de eigenaar, om er een nieuwe doelgroep te huisvesten en de situatie in en rondom de flat leefbaarder te maken.”

Herhuisvesting

“Op het moment van overname zaten er nog 22 bewoners in het pand. Het idee was om die mensen een nieuwe plek te bieden waar ze een nieuwe start konden maken”, vertelt Leny Vaessen, senior medewerker Leefbaarheid van Wonen Limburg. Leny heeft twee jaar lang hierin geïnvesteerd door met de bewoners in gesprek te gaan, die allemaal hun eigen, nare ervaringen hadden meegemaakt waardoor ze in de Saffierflat terechtkwamen. Leny: “De meesten hebben we kunnen herhuisvesten. Dit hebben we samen met allerlei partners gedaan: politie, Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad, de gebiedsregisseur en andere woningcorporaties. Ik heb mijn best gedaan om het vertrouwen van de bewoners te winnen, omdat iedereen kansen verdient. Vroeger was de Saffierflat een plek die geteisterd werd door overlast en verloedering, maar vandaag de dag is het een prachtige woonplek.”

“De Saffierflat was jarenlang een van de ergste plekken in Heerlen.”
“Voor ons is het een lot uit de loterij.”

Een thuis voor Fred, Nelly en hondje Bobby Fred en Nelly Storms waren een van de eerste bewoners van de gerenoveerde flat. “We waren er al een paar keer langs gefietst en steeds zei ik: ‘Nou, hier zou ik wel willen wonen.’ Het is zo mooi geworden na de renovatie”, aldus Nelly. “Tegenover een supermarkt, binnen zeven minuten sta je in het centrum van Heerlen en aan de andere kant in het centrum van Heerlerheide. Dankzij onze motivatiebrief hebben we een appartement gekregen. Het is een comfortabel appartement, groter dan ons vorige, in een leuke buurt. Veel wandelparkjes en vijvers in de omgeving en vlakbij de Brunssummerheide. En dat ons hondje Bobby mee mocht, was enorm fijn. Het is hier héérlijk! Voor ons is het een lot uit de loterij.”

Een flinke renovatie

Lars vervolgt: “Uiteindelijk verliet in 2021 de laatste bewoner de flat. Toen konden we beginnen met renoveren. Uit duurzaamheidsoverwegingen hebben we gekozen voor renovatie in plaats van sloop. Er lag een plan dat we hebben afgestemd met de buurtbewoners. Een architect heeft ons geholpen de flat een nieuwe uitstraling te geven. De buitengevels zijn aangepast, de entree werd flink opgewaardeerd, de balkons kregen een balustrade van glas en een flink aantal studio’s werd samengevoegd zodat er grotere appartementen ontstonden. Daarnaast kwam er een lift in het gebouw, werd het asbest verwijderd en werden badkamers, keukens en toiletten vernieuwd. Ook kozen we voor warmtepompen en zonnepanelen en plantten we groen tegen een gevel van de flat aan, zodat er een verticale tuin ontstaat. Een mooi middel tegen hittestress. De nieuwe bewoners werden gekozen op basis van hun motivatiebrieven, waarin zij uitleggen waarom zij goede huurders zouden zijn voor de woning. De doelgroep is heel divers: van studenten tot senioren.”

Een nieuwe start

Op 30 september is het zover: dan wordt het officiële oplevermoment van de ‘nieuwe’ Saffierflat gevierd, samen met bewoners, omwonenden en genodigden. “Om de flat een heel nieuwe start te geven, denken we samen met leerlingen van basisschool de Horizon na over een passende, nieuwe naam voor de flat. Kinderen hebben vaak verfrissende ideeën”, gaat Lars verder.

“Vandaag de dag is het een prachtige woonplek.”

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

“Het opkopen van het pand was toentertijd redelijk atypisch voor een woningcorporatie. Regio Deal Parkstad Limburg, Provincie Limburg, Stadsregio Parkstad Limburg en Gemeente Heerlen steunden ons in het proces. Wonen Limburg nam haar maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de hele buurt, waarin we zelf meerdere woningen beheren en waar we willen dat mensen fijn kunnen wonen. Dit project past dan ook heel goed bij de rol die Wonen Limburg graag neemt. Waarin we niet enkel bezig zijn met vastgoed, maar ook met het bieden van een thuis. Een sociale omgeving voor bewoners, waar ze zich veilig kunnen voelen.”

“Het project is het startpunt geweest van een grote wijkontwikkeling. In oktober 2021 is er een wijkontwikkelingsplan opgeleverd, een plan over waar we naartoe willen met GMS. Intussen is GMS één van de focuswijken van het Nationaal Programma HeerlenNoord. Ideeën voor de wijk komen vaak van bewoners zelf, zoals een jeu-de-boulesbaan in het Lange Jan Park, de 5G-kookgroep – die eenzame mensen uitnodigen voor een etentje – en een club die zorgt voor opkikkertjes voor buurtbewoners met wie het iets minder goed gaat. Daarnaast wordt er gewerkt aan een actieplan, waarmee veranderingen in de wijk direct zichtbaar worden.”

“Naar aanleiding van het wijkontwikkelingsplan is de buurtcoalitie opgericht, waarin alle stakeholders uit de buurt zitten die iets voor de buurt willen betekenen: buurtorganisatie GMS, inwoners, Gemeente Heerlen, Incluzio, Nationaal Programma Heerlen-Noord en woningcorporaties. Dit is voor Wonen Limburg een mooie manier om verbinding te houden met de bewoners, zodat we weten wat er leeft en waaraan behoefte is in de wijk. De coalitie denkt na over zaken als verkeer en veiligheid, maar ook over de herinrichting van het Lange Jan Park. Ook organiseert de coalitie sociale bijeenkomsten, zoals het GMS café, waarbij mensen uit de wijk vier keer per jaar welkom zijn om samen te eten. Dit gebeurt op diverse plekken in de wijk (Cultuurhuis Heerlen, Gemeenschapshuis Het Juphuis, appartementencomplex Aurora of Sporting Heerlen), waarbij een lokale partij voor het driegangendiner zorgt. Het GMS café heeft iedere keer een ander thema, waarover we een bespreekronde doen. Meestal komen daar zo’n negentig inwoners op af, maar dat mogen er nog meer zijn. Iedereen is welkom!”

RUIM 40 JAAR KASTEN

DIE STAAN ALS EEN HUIS

NICK TOMA ANTIEKHUIS

Aan de Heerenweg in Heerlen ligt Antiekhuis Nick Toma. Al meer dan veertig jaar gaat Nick markten in binnen- en buitenland af en schuurt, boent en restaureert hij de meest unieke antiekstukken om ze een nieuw thuis te geven. Met zijn erkend leerbedrijf hoopt hij die passie te kunnen overdragen aan jongere generaties. Dat betekent niet dat hij de pin erin slaat. Integendeel: als het aan Nick ligt, sluit het pand met de blauwe kozijnen zijn deuren pas als hij zelf niet meer overeind staat.

Door Judith Bouwels

Voor antiekliefhebbers uit Heerlen en omstreken zal Antiekhuis Nick Toma waarschijnlijk geen onbekende plek zijn. Voor degenen die wekelijks of misschien wel dagelijks langs dat huis met de blauwe kozijnen aan de Heerenweg komen, maar nog nooit binnen zijn geweest, schuilt er achter die voordeur een nieuwe ervaring. De hoeveelheid antieke meubels en gebruiksvoorwerpen, verdeeld over vijfhonderd vierkante meter op drie verschillende verdiepingen, is een verrassing. Hiervoor hoeven we niet naar Parijs of Brussel en zelfs niet naar Maastricht, maar wel ‘gewoon’ naar Heksenberg.

Tientallen kasten, bureaus, schilderijen, tafels, stoelen en nog meer stukken vullen Antiekhuis Nick Toma. Geen rommelige, stoffige tweedehandswinkel, maar een overzichtelijke en met gevoel gestylde antiekzaak met strakke, witte muren als achtergrond waar toch in elk hoekje iets te zien valt. “Dat is een bewuste keuze”, begint Nick zijn verhaal tijdens de rondleiding door het pand. “Ik wil dat er genoeg te zien is, maar niet dat mensen overprikkeld raken. De witte muren zorgen voor rust en tijdens het inrichten zorg ik altijd voor genoeg ruimte tussen meubels en kunst.”

“DIT IS HET HART VAN DE ZAAK.”

Eenmaal aangekomen bij de werkplek zien we waar de antiquair al 41 jaar antieke meubels een tweede leven geeft. “Dit is het hart van de zaak. Hier breng ik meubels weer in nette staat en maak ik nieuwe meubels op maat. Ik ben zelf niet zo van het pimpen, met kleurtjes en dergelijke. Ik behoud liever het origineel. Al moet ik zeggen dat stagiaire Lizzy onlangs haar stage afrondde door een kist uit 1805 te restaureren en opnieuw te beschilderen en dat is echt vakwerk geworden. Ze zocht een pigment uit, maakte zelf de verf – van melk, zoals dat in de zeventiende eeuw ook gebeurde – schetste een ontwerp en schilderde toen een prachtig eindresultaat.”

“VOORAL VOOR KASTEN HEB IK EEN ZWAK.”

Over elk antiekstuk in zijn winkel kan Nick een verhaal vertellen. Bijvoorbeeld over de schilderijen, waarvoor hij onderzoek doet in boeken en op internet, om zeker te weten dat de signatuur die erop staat klopt en hij echt een antiek stuk gevonden heeft. Ook over de beroemde Singer-naaimachines en zelfs over antiek bestek vertelt hij honderduit. Maar één soort meubel heeft opvallend de overhand in de zaak: kasten. “Ik voel steeds meer liefde voor kleingoed, maar de liefde voor grote meubels is er sinds het begin. Vooral voor kasten heb ik een zwak.”

Kasten, kasten, kasten Hoekkasten, Hollandse kasten, nachtkastjes, Limburgse buffetkasten, meidenkasten en ga zo maar door. Nick laat een kast uit de eerste jaren van de achttiende eeuw zien: “Driehonderd jaar oud en alles is nog perfect! Je voelt dat de kast generaties lang door mensen gebruikt is, dat is toch prachtig. En kijk, dit meidenkastje van honderdvijftig jaar oud: je ziet dat het hout uit één boom gezaagd is, waarschijnlijk door de meubelmaker uit het dorp. Met de originele scharnieren en het oorspronkelijke, leren beslag. Als ik zoiets op de kop tik… dan kan ik ’s avonds tegen mijn vrouw Suzanne zeggen: ‘ik ga nog even naar de werkplaats’. Gewoon om het kastje nog even te bewonderen”, glundert Nick.

De liefde voor antiek begon bij Nick op achttienjarige leeftijd. “Ik leerde iemand kennen met een antiekzaak in Ubach over Worms. ‘Misschien kun je me een beetje helpen’, zei hij. Na een paar dagen mocht ik al mee naar de markt in Brussel. Daar ging meteen het knopje om: dat wilde ik ook doen. Toen heb ik bij die antiquair uit Ubach over Worms een nachtkastje gekocht, zelf opgeknapt en verkocht en daar begon het avontuur. Ik startte met hem een magazijn en op twintigjarige leeftijd opende ik mijn eigen winkel in Spekholzerheide, onder de naam Oud en Antiek, in een kleine zaak van zo’n tachtig vierkante meter. Daar groeide de zaak al heel snel uit haar jasje. Dus ging ik op zoek naar iets anders.”

Heerenweg 57

Die zoektocht bracht een jonge Nick Toma naar de Heerenweg. “Met twee vrienden zocht ik een ruimte om te wonen. Onderweg naar die vrienden zag ik dat nummer 57 aan de Heerenweg te koop stond. In dat pand had de familie Schiffers hun Herschilimonadewinkel met bottelarij. Ik belde bij de buren aan, waar erfgenamen van de familie bleken te wonen. Nadat de schoonzoon me vertelde het niet te willen verhuren en zeker niet aan zo’n jonge man, heb ik nog twee of drie keer aangebeld. Het pand was perfect: aan een grote weg en parkeren kon voor de deur. Na mijn laatste bezoek ging hij overleggen met zijn vrouw en even later tekende ik een huurcontract voor één jaar.”

“Mijn vrienden trokken één voor één uit, waardoor ik mijn winkel steeds met een ruimte kon uitbreiden. Na twee jaar, toen ik 25 was, kon ik het pand kopen. Even later leerde ik Suzanne kennen en inmiddels hebben we een dochter van 24, Nova.”

Na de koop van het huis begon Nick met opknappen. Het woonhuis, de limonadewinkel, de bottelarij en de ruimte voor paard en wagen van de familie Schiffers maakten ruimte voor antiek.

Werken met jonge mensen

Na 25 jaar met een restaurateur te hebben gewerkt, zette Nick zijn zaak om in een erkend leerwerkbedrijf. “Ik vind het heel leuk om met jonge mensen te werken. Na een lange periode waarin weinig jonge mannen en vrouwen het vak van meubelmaker in gingen, zijn de ambachtelijke vakken nu weer in trek. Duurzaamheid is tegenwoordig een belangrijk thema en als duurzaamheid ergens een grote rol speelt, is het wel in een antiekzaak. Ook jongens die uit Eritrea of Ethiopië komen en de entreeopleiding binnen VISTA college volgen, komen ervaring opdoen bij mij. Ik vind het leuk om hen naast het vak ook te begeleiden in taal en ontwikkeling.”

Binding met Heerlen

“HET DOET ME SUPERGOED OM NIEUWE BEDRIJVEN TE ZIEN GROEIEN.”

“Wat ik jammer vind aan Heerlen is dat door de hoge huren die vastgoedbazen en projectontwikkelaars vragen veel winkelpanden leeg blijven staan. Ik vind het zo sneu dat jonge mensen bijna niet meer de kans krijgen om een zaakje te beginnen. Om gewoon, zoals ik, met bijna niks te starten en dan vanuit een passie iets op te bouwen. Er zijn tegenwoordig zoveel regels en alles is zo kostbaar, waardoor het steeds ingewikkelder wordt om te ondernemen. Gelukkig bestaan er organisaties zoals Streetwise, die een start voor (jonge) ondernemers toch mogelijk kunnen maken. Het doet me supergoed om nieuwe bedrijven te zien groeien.”

“Mijn binding met Heerlen is groot. Ik ben geboren en getogen in de wijk Grasbroek. Met onze plek aan de Heerenweg ben ik nog steeds hartstikke blij. Ik vind Heksenberg één van de leukste wijken van Heerlen. Er hangt een goede sfeer en het is hier heel relaxt. We hebben een goed gemeenschapshuis, waar veel georganiseerd wordt en de panden in het centrumpje beginnen weer langzaam vol te raken.”

Duurzame meubels

Inkopen, opknappen, taxeren, stagiaires begeleiden, meubels bezorgen en in elkaar zetten: Nick heeft het er maar druk mee. En dat doet hij nog altijd met heel veel plezier. “Ik doe alleen maar wat ik leuk vind en ik koop alleen maar wat ik mooi vind. Ik ben nooit meegegaan met trends. Dan kwamen de teakhouten meubelen, dan weer de witgeverfde en daarna de industriële. Iedere keer dacht ik: ik vind het niet mooi. En een jaar later was de trend weer voorbij. Gelukkig wordt er steeds meer gekozen voor duurzame meubels. Vaak denken mensen dat de prijs voor antieke stukken heel hoog ligt, maar in verhouding is dat niet waar. Bij bijvoorbeeld

IKEA betaal je bijna net zo veel voor een kast, maar die valt na één keer verhuizen uit elkaar. Dankzij het massieve hout van antieke kasten, staat zo’n kast als een huis.”

“IK HEB HEEL VEEL GELEERD VAN DE OUDE ROTTEN IN BRUSSEL EN PARIJS.”

“Het leukst vind ik het inkopen. Dan ben ik weer op de markt in Bemelen, daarna in Tongeren. Ik kan het toch niet laten om even te snuffelen. Vroeger was ik iedere week op de antiekmarkt in Brussel te vinden, al vanaf drie uur ’s ochtends. Dat was toen the place to be. Als antiquair moest je daar ’s morgens met je zaklampje in de vrachtwagens gaan zoeken. Ik heb heel veel geleerd van de oude rotten in Brussel en Parijs.”

Geheim voor lang ondernemerschap

Een oude les van pa Toma neemt Nick nog altijd mee.

“Het is een heel oude formule: je hebt zeven arme jaren en zeven rijke jaren. Als je het goed hebt, moet je altijd zorgen dat je iets aan de kant legt voor mindere periodes. Dat is mijn geheim voor lang ondernemerschap. Ik zeg altijd dat ik zeker de vijftig jaar wil halen met het antiekhuis. Een halve eeuw, dat is toch echt wel het minimum voor een antiquair”, zegt Nick lachend.

“Maar ik blijf doorgaan zolang als ik kan. Ik ga hier in het harnas sterven.”

PRETU TENTOONSTELLING

In de Nieuwe Galerij kun je in september nog de tentoonstelling Pretu bezoeken. Pretu toont gedurende drie maanden hoe inclusiviteit in de maatschappij eruit zou kunnen zien. Kunstenaars, voornamelijk met een Afrikaanse achtergrond, vertellen ieder hun eigen verhaal over racisme, discriminatie en stereotyperingen met een blik naar een inclusievere, diverse toekomst. We gaan in gesprek met initiatiefnemer Raenys Martis en educatiemedewerker Tania Comenencia. Door Judith Bouwels

Wat houdt de tentoonstelling Pretu in?

Raenys: “We zitten in de 21e eeuw en er wordt nog te vaak gepraat óver ons in plaats van mét ons. Met ‘ons’ bedoel ik mensen met een Afro Diaspora achtergrond, zwarte mensen uit Afrika die om allerlei redenen elders terechtgekomen zijn. Dan heb ik het over onder andere de Antillen, Suriname en de voormalige Indische kolonie. Sommige delen zijn al onafhankelijk, maar de band met Nederland is niet verbroken. Er zijn familiebanden en er is zoveel opgebouwd wat in die werelddelen is ontwikkeld, waardoor we hier in Nederland vooruitgang hebben kunnen boeken. Als je naar beeldvorming kijkt, worden wij – zwart-wit gezegd – meer gezien als een probleem dan als de oplossing die we zijn geweest. Daardoor kwam ik op het idee om een tentoonstelling te creëren die op onderzoekende wijze ‘ons’ verleden in Nederland presenteert. Veel vanuit het verleden wordt niet verteld, zelfs niet in geschiedenislessen op scholen. Wat wel nog springlevend is, is racisme, discriminatie en stereotypering. In Pretu schetsen we hoe de toekomst eruit zou zien als niemand na hoeft te denken over die belemmeringen. Hoe zou inclusiviteit eruitzien? Hoe zou een maatschappij zijn die gelijkwaardig is? Daar spelen kunstenaars in deze tentoonstelling mee.”

“In Pretu schetsen we hoe de toekomst eruit zou zien als niemand na hoeft te denken over belemmeringen.”

Hoe laten de kunstenaars dit zien?

Raenys: “Vooral in beeld, maar wel in poëtische zin. We hebben een veelheid aan kunstenaars die allerlei verschillende praktijken hebben. Beeldhouwers, schilders en videomakers vertellen ieder hun eigen verhaal, die allemaal met het thema van Pretu – wat ‘zwart’ betekent in het Papiaments – te maken hebben. Het zijn veelal kunstenaars met een Afro Diaspora achtergrond, die veerkracht, creativiteit en nieuwe perspectieven willen meegeven. Tijdens de tentoonstelling kijken we naar de geschiedenis, waarbij we het verleden zoveel mogelijk proberen te reconstrueren. We kijken naar het heden: wat zijn de erfenissen uit het koloniale verleden? Wat is de impact van het slavernijverleden vandaag de dag? En we proberen ons een nieuwe toekomst voor te stellen waarin we loskomen van de belasting uit het verleden, een hoopvolle stip op de horizon.”

“Ik ben Raenys, ik woon in Heerlen. Ik ben wat men noemt een cultureel projectontwikkelaar. Ik organiseer, cureer en voer ook uit. In de breedste zin van het woord. Vooral het thema gemeenschap speelt daarin een grote rol. Maar ook beweging, dialoog en bewustwording. Beweging, omdat ik mensen bijeen wil brengen, onder andere door mijn werk als dj, waarmee ik mensen in beweging krijg door middel van dans. Dialoog is daar inherent aan: dans is een dialoog, maar ook gesprekken die ik voer door middel van kunstprojecten of tijdens lezingen en conferenties. Dialoog is een bindmiddel. En dat brengt me bij bewustwording: door in gesprek te gaan en uit te leggen, creëer je bewustwording.”

“Ik ben Tania. In 2013 ben ik in Maastricht gaan studeren en wonen en ben ik verliefd geworden op de stad. Doordat ik woonde ik Zuid-Limburg, heb ik Heerlen ook goed leren kennen en ben ik inmiddels ook verliefd op deze stad. Bij Pretu ben ik betrokken bij het stuk educatie. Ik heb het educatieboekje ontwikkeld, waarmee mensen op hun eigen tempo op onderzoek uit kunnen gaan. Mijn doel is dat Pretu nieuwsgierigheid en leergierigheid aanwakkert richting het verleden en heden van zwarte mensen in Nederland.”

Wat zijn jullie eigen ervaringen van gebrek aan inclusiviteit in Heerlen?

Raenys: “Loop eens door Heerlen. Ik vind het een kleurrijke stad met meer dan 120 nationaliteiten, waarin je veel talen hoort. Maar loop eens een publieke instelling binnen, dan zie je maar weinig mensen van kleur. Waar ligt dat aan? Is die brug nog te ver? Een organisatie moet geen kleur binnenhalen om maar kleur binnen te halen. Het gaat om verrijking van de kennis binnen je organisatie. Maak gebruik van elkaars kwaliteiten. Ik zou publieke instellingen in Heerlen willen adviseren hun eigen bedrijfscultuur te bekijken en te bedenken hoe hun organisatie aantrekkelijk kan zijn voor allerlei soorten culturen, maar ook voor laaggeletterden en invaliden, want ook die groepen horen betrokken te worden.”

Tania: “Toen we een keer in SCHUNCK zaten te werken aan de tentoonstelling, hoorden we twee examenleerlingen geschiedenislesstof bespreken. We vroegen hen wat ze geleerd krijgen over het slavernijverleden, zwarte mensen in Nederland en kolonialisme. De leerlingen gingen met ons in gesprek en we mochten hun geschiedenisboek doorbladeren. De inhoud is absoluut verbeterd ten opzichte van de tijd waarin ik op de middelbare school zat, maar het bevat nog steeds behoorlijk oppervlakkige informatie.”

Waar in Heerlen is volgens jou wel sprake van inclusie en diversiteit?

Raenys: “Bij ons. In mijn eigen stichting, Stichting Art in Contexture. En bij allerlei organisaties waarmee we samenwerken. Ik zeg niet dat het makkelijk is, want we moeten mensen veel uitleggen en elkaar bij de hand nemen. Dat doen we met plezier, we gaan graag met anderen in dialoog. Maar ook bij The Notorious IBE, Cultura Nova, PLT, bepaalde activiteiten in SCHUNCK en op scholen zien we ontwikkelingen in het kader van inclusie en diversiteit. En bij organisaties als Hart Voor Jou en Caritas045, die duizenden mensen helpen om aan een maaltijd te komen. Schoon GMS is ook een mooi voorbeeld. En zo zijn er vast nog meer stichtingen die kijken naar de mens en niet naar wat je wel of niet nodig hebt.”

Raenys

Hoe ziet het stuk educatie in Pretu eruit?

Tania: “We hebben een doeboekje gemaakt, waar een onderdeel ‘begrippen’ in zit, maar ook kijkopdrachten. Bij de opdrachten vragen we je om na te denken over het verhaal dat wordt verteld in ieder kunstwerk. Zo kun je zelf op onderzoek uitgaan in de tentoonstelling. Er zit ook een kruiswoordpuzzel in het boekje, waarvan ik zeker weet dat niemand die volledig in kan vullen zonder hulp van Google. Het doel is dat bezoekers beseffen hoe weinig ze eigenlijk weten en hoeveel de aanwezigheid van zwarte mensen in Nederland ongezien blijft. Denk aan vragen als ‘Wie is de eerste zwarte burgemeester van Nederland?’. Van Stichting Nederland Wordt Beter hebben we educatiematerialen voor basisschoolleerlingen ontvangen. Daarmee onderzoeken leerlingen wat de verhalen zijn uit hun eigen omgeving, met een referentie naar hun eigen verleden. We nodigen daarom zeker ook scholen uit om tijdens de start van het nieuwe schooljaar Pretu te bezoeken.”

Pretu is te bezoeken tot en met 15 september in de Nieuwe Galerij, aan het Raadhuisplein 119 in Heerlen. Kijk voor meer informatie op www.pretu.nu.

Welke mensen nodigen jullie nog meer uit om Pretu te bezoeken?

Raenys: “Iedereen. De deuren staan open voor alle mensen. Het lijkt me te gek om scholen van HeerlenNoord tot Heerlen-Zuid hier te krijgen. Kunst is niet voor een bepaald milieu, kunst is voor iedereen. We hopen natuurlijk dat er ook mensen van buiten Heerlen komen.” Tania: “Vertegenwoordiging op elk niveau is belangrijk. Je kunt op iedere leeftijd genieten van kunst, zelfs als je nog niet kunt staan of lopen. Met een peuter bijvoorbeeld heb je het over de kunst en niet over het achterliggende onderwerp.”

Wat hopen jullie dat bezoekers meenemen?

Tania: “Nieuwsgierigheid en leergierigheid. Die laatste is heel belangrijk. Hopelijk wakkert onder andere de kruiswoordpuzzel nog meer leergierigheid aan. En natuurlijk hopen we dat bezoekers naar huis gaan met een (nog) sterkere verbinding met kunst.”

Hoe zien jullie Heerlen over tien jaar?

Tania: “Ik hoop meer diversiteit te gaan zien binnen de institutionele instellingen. Hoe mooi zou het zijn als bijvoorbeeld Zuyderland meer diversiteit heeft met betrekking tot cultuur? Ik word dolgelukkig als ik ‘iemand zoals ik’ zie in het ziekenhuis.” Raenys: “Ik hoop in Heerlen te zien dat er meer aandacht is voor alle plekken dan alleen het centrum. En dat we de hele stad kunnen zien als een centrum. Er liggen mogelijkheden bij alle mensen en niet alleen bij een kleine groep in het centrum. Wees open en vrij en wees nieuwsgierig naar elkaar.”

Column door Paul Leufkens

IS GROEI NOG WEL OKÉ?

Als (B)RUIS-lezer ken je Paul Leufkens van zijn plekken met potentie. Hoewel die er nog volop zijn in Heerlen, draagt hij dit jaar bij aan (B)RUIS als gastcolumnist. Paul is al lang thuis binnen de wereld van wonen en volkshuisvesting, waar hij altijd oog heeft gehad voor de transitie van leefgebieden. Verder is hij een enthousiaste cultuursnuiver en deelt hij in (B)RUIS zijn visie op Heerlen, zijn stad.

Nog niet zo lang geleden werd krimp in onze regio het ‘nieuwe groeien’ genoemd. Bevolkingsdaling werd bij die gedachte juist als reële mogelijkheid gezien om welzijn en geluk te stimuleren. Dat uitgangspunt is inmiddels (ook) in Heerlen compleet gekanteld. De nadruk ligt op bouwen, bouwen en bouwen. Nieuwe voorzieningen komen in het centrum om meer bewoners en bezoekers te trekken. Is die soms blinde focus op de aantallen en stenen wel oké, vraag ik me dan af.

De krantenberichten over de grootse plannen in Heerlen vliegen ons om de oren. Er wordt gewerkt aan het aantrekken van duizenden bezoekers voor een Romeins museum, filmcentrum én een zwembad in een sacrale setting. Men laat zich daarbij niet hinderen door de bezuinigingsopgave. Het zijn nobele plannen die moeten bijdragen aan de wedergeboorte van Heerlen. Terwijl de echte knaller, Heerlen als culturele hoofdstad in 2033, steeds onzekerder wordt.

Aan groeiambities geen gebrek in Heerlen. De bestuurders willen zelfs meer bouwen dan de berekende opgave. Pronken op de lijst van grootste Nederlandse gemeentes kan alleen als de magische grens van honderdduizend inwoners wordt bereikt.

Maar waar maak ik me druk om? Ambities zijn immers nodig om stappen vooruit te zetten. Moeten we ons dan zorgen maken dat Heerlen te groot wordt? De uitgangspositie van de stad lijkt geen voedingsbodem voor ‘overtoerisme’ of zoiets als gentrificatie. Er blijft dus volop ruimte voor de Heerlense koers van experiment, vernieuwing en pioniersgeest. Ook om krimp van de retail – die wel evident is – op te vangen. Om tegelijkertijd het overblijvend winkelaanbod meer te laten voldoen aan de behoeftes van de groeiende groep locals. Kantoorfuncties omzetten in wonen en locatieontwikkeling voor onderwijs passen ook in die transitie.

Maar toch, het begrip groei heeft meerdere betekenissen. Je kunt het ook duiden met termen zoals veiligheid en brede welvaart voor iedereen. En dat niet alleen het centrum groeit, maar ook de omliggende stadsdelen. En meer cultuur in het centrum kan misschien sociaal beleid voor de wijken inhouden, maar de concretisering daarvan gaat niet vanzelf. Er is dus nog veel werk aan de winkel. Want iedere burger in Heerlen mag iets van de fysieke maar ook sociale groei merken.

RAAD DE SCHOOL

Herken jij de Heerlense scholen? We maken een rondje langs (voormalige) schoolgebouwen. Op de rechterpagina lichten we een tipje van de sluier op. Sla de pagina om en ontdek of jij de juiste school herkende.

Door Darcey Supelli

2019 - heden VISTA college

1913 - 1950 Ambachtsschool

1950 - 1995 Technische School (LTS, MTS, HTS)

1923 - 1993 Vroedvrouwenschool

1935 - 1969 Sint Claracollege

1969 - 1990 Coriovallumcollege tot 2012 Arcus College

1922 - 1940 afdeling mijnbouw van de Ambachtsschool

1940 - 1957 Technische School (MTS, HTS)

2022 - heden Basisschool Tarcisius (KindCentrum Bekkerveld)

Geopend in de jaren zestig - gesloten na de mijnsluiting Mijnschool

ZILVEREN JUBILEUM

VOOR DONNY’S GOUDEN FRIETEN

Zeg je Emma’s Diner en bijna niemand weet waar je het over hebt. Zeg je frietjes bij Donny, dan loopt heel Heerlen het water in de mond. Donny en zijn vrouw Nancy hebben veel frietenfans in de stad. Ook (B)RUISredactielid Leonie is zwaar verslaafd aan de goudgele gebakken aardappels van Donny en kreeg een uitnodiging voor het Jubelfeest naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de zaak.

Moet je je voorstellen: het is 1999 en je opent een friture in het uitgaansgebied van Heerlen. Donny en Nancy zagen niet alleen half Heerlen opgroeien, maar ook half Heerlen dronken. Elke dag staan ze tot laat in de zaak te zwoegen boven het dampende frituurvet. Ze onthouden alles, zijn supervriendelijk en onverstoorbaar. En geen airco, dat werd weer eens duidelijk tijdens de warme feestdag. Wethouder Jordy Clemens – zelf groot fan – hield een toespraak, Merlijn Huntjens – idem dito – droeg een gedicht voor waarna tranen vloeiden. Zelfs de burgemeester was present. Laten we hopen dat Heerlen ook nog een goud jubileum mag vieren.

(B)RUIS WAS ERBIJ

ALLERLAATSTE WEEK THERMENMUSEUM

Het Thermenmuseum sluit na een kleine vijftig jaar haar deuren voorgoed. Op 8 september zal de laatste openingsdag zijn en dat wordt gevierd met een feestje! De Romeinse resten in het Thermenmuseum – het oudste stenen gebouw van Nederland – krijgen namelijk een nieuw onderkomen, waardoor dit belangrijke erfgoed beter bewaard blijft en een museumbezoek weer helemaal van deze tijd wordt.

De bouw van het nieuwe museum, Het Romeins Museum, duurt wel nog even. Er wordt verwacht dat de deuren pas in 2027 opengaan. Tot die tijd kun je het Romeinse badhuis dus niet bezoeken. Daarom gingen wij nog even langs, om voorlopig afscheid nemen. Nog één keer in dat bijzonder lelijke gebouw, met die bijzonder interessante resten. Herinneringen ophalen aan die keer dat je met je klas naar het museum ging en je verwonderen hoe slim de Romeinen waren die de eerste stenen van ‘ons’ Heerlen hebben gelegd.

Tip! Tijdens Cultura Nova bezoek je het museum met 25% korting (code CN2024) en zijn er avondopenstellingen met lichtprojecties. Op zondag 8 september beleef je een extra feestelijk museumbezoek en zijn er buiten gratis Romeinse activiteiten.

3 OP 1 RIJ SCOUTINGS

De portretreeks: drie van dezelfde, met deze keer Heerlense scoutingverenigingen. Na de jaarafsluiting met het lang naar uitgekeken zomerkamp, zijn de leden van Scoutinggroep De Stutters, Scouting Kapelaan Berix en Scouting Don Bosco Heerlerbaan begonnen in september aan het nieuwe scoutingjaar. Alle drie hebben ze hun eigen gebruiken en tradities met in ieder geval één overeenkomst: elk kind is welkom.

Door Judith Bouwels

TruijensKattenberg

Jelle Adema & Inge

SCOUTINGGROEP

DE STUTTERS

Wat is de geschiedenis van De Stutters?

Jelle: “In september 1937 werd in Treebeek de padvindersgroep ‘NPV Treebeek’ opgericht. De groep kwam bij elkaar in een oud magazijntje van de bruinkoolfabriek ‘Carisborg’ en later ook in een paar leegstaande houten woningen op de Steenberg, die Staatsmijn Emma beschikbaar stelde. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de naam van de vereniging ‘Protestant Christelijke verkennersgroep de Stutters’. De groep veranderde nog een aantal keer van locatie. Omdat het verhuizen langzaamaan vervelend werd, is er in 1955 op een grondstuk bovenaan de Zandbergsweg in Hoensbroek een eigen troephuis gebouwd. Op deze locatie zitten we nog steeds. Eind jaren vijftig liet de vereniging ook meisjes toe aan de verkennersgroep. De jaren zeventig schijnen moeilijke tijden te zijn geweest; het ledenaantal liep ver terug. In 1973 fuseerden vier verenigingen, die verdergingen onder de naam ‘Scoutinggroep De Stutters’.”

Hoe zijn jullie zelf bij de vereniging terechtgekomen?

Inge: “Omdat de groep bij De Stutters vol zat, ben ik bij een andere scoutinggroep in Hoensbroek begonnen. Toen er plek was, ben ik bij de kabouters – tegenwoordig zijn dat de welpen – gestart bij De Stutters. Na alle groepen te hebben doorlopen, ging ik aan de slag als leider en sinds veertien jaar zit ik in het bestuur als secretaris.” Jelle: “Nadat ik gestart ben als welp, heb ook ik alle groepen doorlopen. Sinds mijn achttiende zit ik bij de leiding en tegenwoordig ben ik voorzitter van het bestuur.”

“HET

MOOIE AAN DE SCOUTING IS DAT JE ER ALTIJD BIJ HOORT.”

Hoe zien jullie groepen en activiteiten eruit?

Inge: “We hebben gemengde groepen, bestaande uit de bevers, welpen, scouts, explorers, jongerenstam en ouderenstam. De gemengde groepen zijn eigenlijk uit nood geboren, vanwege een tekort aan leiding en dat heeft gelukkig heel goed uitgepakt. De explorers lopen vaak al mee als aspirant-leiders, om voor een deel begeleiding aan de jongere groepen te bieden. De jongerenstam bestaat uit leden van 18 tot en met 23 jaar, die hun eigen activiteiten organiseren en de ouderenstam zijn leden van 24 jaar en ouder, van wie het merendeel een leidinggevende of bestuurlijke rol heeft. Scouting NL biedt trainingen aan, waardoor lid zijn van de scouting gepaard gaat met een stuk zelfontwikkeling. Wat activiteiten betreft, beginnen we na een zomerstop in augustus weer. Tijdens de derde bijeenkomst vliegen de leden die een maximale leeftijd hebben bereikt over naar de volgende groep, wat altijd een bijzonder moment is. Begin december staan de eerste overnachtingen van het seizoen op het programma: dan gaan we een weekend weg.” Jelle: “De explorers en de jongerenstam regelen het hele weekend alles zelf. Hoe ouder je wordt, hoe zelfstandiger je wordt bij de scouting.”

Hoe is jullie band met Hoensbroek?

Inge: “Voor mij is het scoutinggebouw mijn tweede thuis. Van de omgeving maken we veel gebruik: met de bevers gaan we regelmatig naar het hertenparkje, we spelen vaak in de speeltuin aan de overkant van de straat en we bezoeken graag het centrum van Hoensbroek. We werken soms samen met partijen uit Hoensbroek, bijvoorbeeld met de Plus tijdens onze flesseninzamelingsactie. En door onze huis-aan-huisacties, bijvoorbeeld met de speculaasactie, behouden we de binding met de buurt.” Jelle: “We hebben gelukkig een goede relatie met de buren. Omdat we alleen van vrijdagavond tot zaterdagmiddag gebruikmaken van het scoutinggebouw, proberen we het zo veel mogelijk te verhuren. We lichten onze buren in als er huurders in het pand komen.”

Wat vinden jullie zelf het leukst aan lid zijn van de scouting?

Jelle: “Samen leuke dingen kunnen doen, zowel met de kinderen als met de leiding. Soms zijn de voorbereidingen van activiteiten of het zomerkamp veel gedoe, maar uiteindelijk waren die het altijd waard.” Inge: “Het mooie aan de scouting is dat je er altijd bij hoort. De één is goed in voetballen en de ander in klimmen, maar je helpt elkaar altijd. Iedereen mag zijn wie die is en in plaats van te focussen op wat een kind niet kan, focussen we bij De Stutters op wat iemand wél kan.”

Luc Mulkens & Brecht van Wijk

DON BOSCO SCOUTING

HEERLERBAAN

Wat is de geschiedenis van Don Bosco?

Luc: “Don Bosco is in eerste instantie opgericht vlak na de Tweede Wereldoorlog. Een jaar of twintig later is die vereniging weer opgedoekt. In 1970 heeft de toenmalige kapelaan Widdershoven de vereniging nieuw leven ingeblazen. Dat begon in de kelder van de SintJosephkerk. Toentertijd alleen nog als vereniging voor jongens, maar later zijn er gelukkig ook meisjesgroepen bijgekomen. Halverwege de jaren tachtig verhuisden we naar onze huidige locatie ‘Doboheem’. Op de naam van de vereniging na is er tegenwoordig niks meer te herkennen van de katholieke oorsprong. Wij tellen de leeftijd van onze club vanaf de heroprichting, we gaan nu dus richting ons 55-jarig jubileum.”

Hoe zijn jullie zelf bij de vereniging terechtgekomen?

Brecht: “Via een spreekbeurt die vriendinnen gaven op de basisschool. Wat ze vertelden, klonk zo leuk dat ik meteen zelf ook bij de scouting wilde! Tegenwoordig draai ik mee als staflid bij de bevers.” Luc: “Ik ben op mijn zevende bij de welpen van Don Bosco begonnen, via mijn broer Bart. Inmiddels ben ik staflid bij de welpen en kabouters. We zien veel broers, zussen, neven en nichten elkaar aansteken om lid te worden. Er ontstaan ook veel koppels bij Don Bosco. En tegenwoordig beginnen de kinderen van onze stafleden bij de bevers.

Dat is heel leuk om te zien.”

Hoe zien jullie groepen en activiteiten eruit?

Luc: “De jongsten beginnen bij de bevers, daarna gaan de meisjes naar de kabouters en de jongens naar de welpen. In de praktijk draaien de kabouters en welpen veel samen en ook gaan ze samen op kamp. Daarna volgen de gidsen (meisjes) en verkenners (jongens). Dat is jeugd van elf tot en met vijftien jaar, die al een stuk zelfstandiger hun programma’s draaien. De laatste groep zijn de sherpa’s (meisjes) en de rowans (jongens) die ook volledig samen draaien. Leden ouder dan achttien vallen onder de pivo’s. De pivo’s draaien geen programma meer, maar komen wel nog vaak samen. Sommige leden blijven contributie betalen en komen niet meer elke week, maar wel met activiteiten zoals het zomerkamp of rond Kerstmis, omdat ze de sfeer toch niet helemaal kunnen missen.” Brecht: “Op 28 september is de officiële opening van ons nieuwe scoutingjaar, waarbij iedereen samenkomt. Het is leuk om alle rode, groene, beige en donkerrode bloesjes dan weer bij elkaar te zien. Elk seizoen en elke feestdag wordt gevierd, van decoratie tot verkleden. Vooral de kerstviering is altijd gezellig, als alle families bij elkaar komen en we samen zijn bij het kampvuur.”

Hoe is jullie band met Heerlen?

Luc: “Goed! In juni vond de Stad-als-Speelbos plaats, een initiatief van Gemeente Heerlen waaraan Don Bosco heeft meegewerkt. Op het Raadhuisplein hebben we tenten gebouwd, hangmatten geplaatst en een grote vuurtoorts gebouwd, waar een heel weekend geklommen en gespeeld werd door inwoners. We willen ons als vereniging steeds meer laten zien buiten onze Doboheem, om te laten zien dat de scouting supergaaf is.”

Brecht: “We hebben lang in ons eigen ‘hoekje’ gezeten, maar we merken dat het veel leuker is om naar buiten te gaan en speeltuinen en natuurplekken in de omgeving te gebruiken tijdens onze activiteiten.”

“ALS

VOLWASSENE VERGEET JE VAAK OM TE SPELEN.”

Wat vinden jullie zelf het leukst aan lid zijn van de scouting?

Brecht: “Ik heb onlangs een van de mooiste momenten meegemaakt: we brachten een bezoekje aan de Zilverbeek. Een voorzichtig en verlegen kindje vond het in het begin een beetje eng om in het water te lopen. Na een uur liep ze vooraan in de beek met alle grote, stoere jongens achter zich. Ze had een heel andere houding, ze was helemaal opgebloeid. Ik vind het waardevol dat ik daar een beetje aan kan bijdragen door kinderen te motiveren. Ik was zelf ook een verlegen kind en het is goed om te weten dat ‘rare’ kanten er ook mogen zijn.” Luc: “Als je het over raar hebt, kom je ook bij mij terecht. Als kind vond ik het zomerkamp het meest fantastisch, daar keek ik het hele jaar naar uit. Ik wist zeker dat mijn vriendjes en vriendinnetjes die niet bij de scouting zaten niet zo’n leuke zomer hadden gehad als ik. Mijn nieuwe rol als staflid vind ik erg leuk. Ik vind het heerlijk dat ik in die rol nog steeds kan spelen. Als volwassene vergeet je vaak om te spelen.”

Marie Boehmer & Laurens van der Laan

KAPELAAN BERIX SCOUTING

Wat is de geschiedenis van Berix?

Marie: “De vereniging is opgericht in 1932 onder de naam Sint Paulus, met toen nog enkel speltakken voor jongens. We hebben op meerdere locaties in en om Heerlen-Centrum gezeten, onder andere in de Schelmentoren, de Nobelstraat, de Klompstraat en in de kelder van de Luciushof. Kapelaan Berix, naar wie onze scouting vernoemd is, heeft als aalmoezenier veel betekend voor onze groep. Hij is gestorven in concentratiekamp Bergen-Belzen, waarna de naam van onze scoutinggroep ter ere van hem veranderd is in Scouting Kapelaan Berix. Na de Tweede Wereldoorlog startte bij ons de eerste speltak voor meiden. We zijn lang een rondtrekkende groep geweest, zonder een eigen, vaste locatie. Dat maakt dat onze vereniging niet gekaderd is en dat we ons makkelijk aanpassen aan de behoeften. We leven dan ook niet alle ‘regels’ van Scouting Nederland na tot in de puntjes, wat niet wil zeggen dat we ze niet serieus nemen. Het uniform, de blouse en de das bijvoorbeeld horen bij scouting, alleen dragen onze scouts de blouse niet altijd in de broek en is de das niet altijd bij iedereen gestreken.”

Hoe zijn jullie zelf bij de vereniging terechtgekomen?

Laurens: “Ik zit sinds 2002 bij Berix en heb als kind alle speltakken doorlopen. In 2011 begon ik als leider bij de welpen en in 2019 bij de junior scouts. Sinds twee jaar ben ik secretaris van het bestuur.” Marie: “Ik ben op mijn achtste begonnen bij de welpen – toen heette die speltak nog welpen-kabouters. Ik kwam met een vriendinnetje mee en ben nooit meer weggegaan. Ik heb altijd al staflid willen worden en met vijftien mocht ik eindelijk gaan meedraaien met de leiding. Ik ben begonnen als leider bij de welpen en daarna heb ik een jaar of tien bij de scouts gedraaid. Ook ben ik secretaris van het bestuur geweest en heb ik het een en ander op regionaal niveau gedaan. Daarna ben ik weer bij een speltak begonnen: bij de bevers. Sinds een jaar ben ik voorzitter van de groep en geen staflid meer.”

is heel leuk. Het zomerkamp is voor de meesten het hoogtepunt van het jaar.” Laurens: “En zo hebben we nog meer activiteiten die elk jaar terugkomen: het overvliegen van de oudste kinderen naar de volgende speltak na de zomerstop en de ‘Thuisdag’ – een ode aan leden Dick en Frans Thuis, die veel betekenen voor de vereniging. Op deze dag staan we stil bij ons verleden, met al onze gebruiken en tradities. We organiseren ook altijd een kerst-/winteractiviteit, de ‘Wanterwindeling’ en een zomeractiviteit. De animo van ouders om ook mee te doen aan deze activiteiten is elk jaar groot, waar we heel blij mee zijn.”

Hoe zien jullie groepen en activiteiten eruit?

Laurens: “We hebben een paar jaar geleden tussen de welpen en de scouts de groep ‘junior scouts’ gevoegd, waarna we de scouts omdoopten tot ‘senior scouts’. Het leeftijdsverschil binnen de welpenspeltak (zeven tot elf jaar) was erg groot, waardoor het lastig was om activiteiten te organiseren die zowel voor de jonge als voor de oude welpen uitdagend waren. Ook werken we binnen al onze speltakken veel in thema’s, die de staf zelf bedenkt en uitwerkt.” Marie: “De speltakken zijn al vrij lang gemengd. Gelukkig maar, want de mix tussen jongens en meisjes

“HET

KLINKT CLICHÉ, MAAR ONZE VERENIGING IS ÉÉN GROTE FAMILIE.”

Hoe is jullie band met Heerlen? Marie: “We hebben lang gespaard voor onze huidige locatie aan de Gasthuisstraat. Daarnaast hebben we een stuk hypotheek opgenomen en heeft Gemeente Heerlen een deel gefinancierd. Sinds 2018 zitten we hier en we merken een groot verschil. We zijn veel zichtbaarder en liggen centraler. Nu melden ook kinderen uit omliggende wijken zich aan, in plaats van alleen vriendjes en vriendinnetjes van kinderen die al bij Berix zitten. Het is leuk om te zien dat sommige kinderen elkaar niet kennen door school, maar juist door de scouting.” Laurens: “In het Aambos zijn we uiteraard vaak te vinden – dat is zo’n beetje onze achtertuin, maar we zijn ook te vinden in het Imstenraderbos en op Kaldeborn. Ook helpen we ieder jaar bij de opening en de sluiting van Speeltuin ’t Olifantje en zijn we vaak in het centrum van Heerlen te vinden met activiteiten.”

Wat vinden jullie zelf het leukst aan lid zijn van de scouting?

Laurens: “Eens in de vier jaar gaan we met alle speltakken op groepskamp. Dat is een hele organisatie, maar zo leuk. De band onder de stafleden is enorm goed. Het klinkt cliché, maar onze vereniging is één grote familie.” Marie: “De scouting is mijn passie. Ik vind het heel erg leuk om met de ontwikkeling van kinderen bezig te zijn. Sommigen zie je letterlijk en figuurlijk stapje voor stapje vooruitgaan. Dat geeft mij heel veel voldoening.”

HOE HOUD JE STEENKOOL COOL?

Ondanks een decennialange, vakkundige opruimactie is het mijnverleden onlosmakelijk verbonden met Heerlen. De opening van het vernieuwde Nederlands Mijnmuseum in de Dr. Poelsstraat in 2022 deed de geschiedenis weer eer aan. Nu stevenen we af op een nieuwe, grote mijlpaal: vijftig jaar mijnsluiting. (B)RUIS bezoekt het Nederlands Mijnmuseum en blikt samen met directeur-conservator Leen Roels vooruit op een jaar van herdenking. Door

64 )

Kleur

Het was in Heerlen waar er definitief een einde kwam aan een ongelofelijk omvangrijke en allesbepalende industrie. Op 31 december 1974 kwam in de Oranje Nassau I-mijn de allerlaatste steenkool naar boven, binnenkort een halve eeuw geleden. Sindsdien is de relatie tussen Heerlen en het mijnverleden op z’n zachtst gezegd turbulent te noemen. De stad kreeg klap na klap, maar bleef ook veerkracht tonen: een veelzijdig verhaal dat niet eerder in z’n geheel verteld werd, zoals nu in het Nederlands Mijnmuseum.

Het Nederlands Mijnmuseum bestaat sinds 2005 en was tot begin 2022 gehuisvest in het schacht- en ophaalgebouw van de voormalige Oranje Nassau I-mijn. Eigenlijk had je wellicht in 1975 al een museum in Heerlen verwacht, maar na de sluiting was de blik gericht op een nieuwe toekomst zonder steenkool. In 2005 lukte het dan toch, maar lag de focus van het museum op het technische, ondergrondse verhaal. Dat veranderde in 2022.

“ER ZIJN NOG ZOVEEL VERHALEN TE VERTELLEN.”

Warenhuis werd mijnmuseum

Er opende een nieuw museum in de Dr. Poelsstraat. Het iconische schachtgebouw bleef onderdeel van het museum en vertelt letterlijk en figuurlijk een verdiepend verhaal. De locatie in de Dr. Poelsstraat is op meerdere manieren symbolisch. Het pand is een rijksmonument, een ‘klein Glaspaleis’ ontworpen door Peutz in de bloeitijd van de mijnbouw. Warenhuis Kneepkens was er gevestigd en tegenwoordig vormen de vier verdiepingen van het voormalige warenhuis, vier museumzalen met elk een eigen thema: Zwart, Goud, Grauw en Kleur die refereren naar het bredere verhaal van de steenkoolmijnbouw in Zuid-Limburg.

Zwart vertelt het technische, veelal ondergrondse verhaal van de steenkoolmijnbouw: mijnlampen, fossielen en afbouwhamers brengen oud-mijnwerkers die met hun (klein)kinderen op bezoek komen in vervoering. Goud is voor een groter publiek een feest van herkenning en toont de relatieve welvaart uit de jaren zestig, waaronder het typische verenigingsleven en huishoudelijke apparatuur die het leven thuis op z’n kop zette. Nog meer Heerlenaren zullen herinneringen hebben aan Grauw, een museumzaal die niet alleen aandacht schenkt aan fatale mijnongelukken en stoflongen, maar ook de problematiek na de mijnsluiting niet uit de weg gaat. Sloop, drugs, prostitutie en werkloosheid: de voormalige Mijnstreek van haar grauwste kant.

Zoveel verhalen

De vierde verdieping genaamd Kleur gaat over het heden en de toekomst van het gebied. Dat blijkt een lastige opgave. De initiële opstelling, een interactieve film met beelden van vroeger en nu, zal binnenkort worden losgelaten. Zo is het een museum in ontwikkeling, legt directeur Leen Roels uit: “In het huidige museum tippen we heel veel onderwerpen oppervlakkig aan, maar er zijn nog zoveel verhalen te vertellen. Die komen dagelijks – vooral via de bezoekers – bij ons binnen. Daar willen we nog veel meer mee gaan doen, binnen een correcte historische context.”

Want daar gaat het nog weleens mis. Het mijnverleden zoals behandeld in het museum betreft een tijdspanne van grofweg 1900 tot 1974, met een focus op de naoorlogse jaren. “De jaren dertig waren heel anders dan de jaren vijftig. Mijnwerkers uit de Westelijke Mijnstreek hebben heel andere ervaringen dan zij die in de Oostelijke Mijnstreek hebben gewerkt. Al die verhalen lijken voor de bezoeker nog door elkaar te lopen, wij willen ze in een duidelijker tijdsbeeld en een grotere context plaatsen.”

“ALS MUSEUM WILLEN WE IN BEWEGING BLIJVEN.”

Vijftig jaar mijnsluiting

Dan het aankomende jubileum rondom de mijnsluiting. “Eind december wordt voorlopig het laatste grote moment in de Nederlandse mijnbouwhistorie dat we nog kunnen vieren met oud-koempels. Daarom kiezen we voor evenementen die in het teken staan van herdenking, maar ook een blik op de toekomst bieden. Enkelen van hen zijn ooit het Nederlands Mijnmuseum gestart met het idee om het erfgoed door te geven aan de volgende generaties. In het kader daarvan treden wij toe tot het Canonnetwerk. Het geschiedenisonderwijs in Nederland is gebaseerd op deze Canon en met de toetreding proberen we het mijnverleden nog verder in het onderwijs te verankeren.”

Goud Zwart

Toen het vernieuwde museum in 2022 opende, werd duidelijk uitgesproken dat het de ambitie was om een netwerkmuseum te zijn. “Voor vijftig jaar mijnsluiting gaan we nog intensiever samenwerken met relevante partners. Sowieso vinden de meeste activiteiten plaats in aanloop naar en tijdens het Jaar van het Erfgoed, georganiseerd door Gemeente Heerlen. Samen met de Open Universiteit loopt een onderzoek naar de periode na de mijnsluiting, ‘Kinderen van de Kolonie’. SCHUNCK beheert sinds kort de DSM-collectie, een kunstverzameling waarin wij graag zouden grasduinen om thematische exposities samen te stellen. Op basis van al deze samenwerkingen komt er een gevarieerd publieksprogramma. Als museum willen we in beweging blijven en steeds nieuwe verhalen vertellen, die we samen met partners en publiek ophalen.”

Grauw

WOONBOULEVARD HEERLEN

Wat betekent deze publiekstrekker voor de stad? Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Woonboulevard Heerlen.

Na 33 jaar is de Woonboulevard niet alleen een begrip binnen en buiten Heerlen, maar dit icoon is ook uitgegroeid tot ambassadeur van de stad en regio Parkstad, met bekendheid in heel Limburg. Generaties groeiden op met een ijsje op woensdagmiddag en een bezoekje aan de ballenbak van IKEA op een regenachtige dag. Waarschijnlijk is je huis nog steeds gevuld met aankopen van de Woonboulevard en doe je er nog vaak genoeg wooninspiratie op. (B)RUIS neemt die enorme publiekstrekker eens goed onder de loep en blaast je omver met feitjes waardoor de Woonboulevard (weer) een speciaal plekje krijgt in je Heerlense hart.

De Woonboulevard in Heerlen is gigantisch, dat staat als een paal boven water. De winkeloppervlakte van 135.000 vierkante meter zegt je misschien niet veel, maar ter vergelijking: het centrum van Heerlen heeft 75.000 vierkante meter. Slik! Het is daarmee de grootste woonboulevard in zijn soort van Nederland en zelfs van Europa. IKEA Heerlen is zelfs een van de grootste wereldwijd. En deze ga je maandag op kantoor vertellen: ‘onze’ Woonboulevard trekt jaarlijks meer bezoekers dan… de Efteling!

Al die records stralen af op de omgeving van de Woonboulevard, maar eerst duiken we kort in de geschiedenis. Op de plek waar nu de Woonboulevard gevestigd is, stond eerst een woonwagenkamp met autosloperij. Dit stuk wilde de gemeente destijds herontwikkelen. Gelegen bij zowel de A76 als de N281, leek dit de perfecte plek voor een woonboulevard. Je had destijds wel al meubelboulevards, maar een woonboulevard met ook een bouwmarkt en tuincentrum was wel degelijk nieuw en sloeg in als een bom.

Terug naar toen

Op 26 september 1991 opende Woonboulevard Heerlen met zesentwintig ondernemers en winkelformules, waarvan de meeste nog steeds aanwezig zijn. Die waren allemaal gevestigd op wat nu Plein I is, het begin van de Woonboulevard met destijds zo’n 29.000 vierkante meter winkeloppervlakte. Het succes van het nieuwe concept werd al snel duidelijk. De gratis parkeerplaatsen stonden binnen de kortste keren vol.

Zo’n twee jaar later deden IKEA en Vegers Meubelen hun intrede: het was de eerste van vele uitbreidingen. Vooral IKEA floreerde. Binnen vijf jaar verdubbelde IKEA in oppervlakte en tegenwoordig is IKEA Heerlen met 38.000 vierkante meter zelfs een van de grootste in Europa. Hoeveel bezoekers van de Woonboulevard zouden dat weten?

Het succes van de Woonboulevard is er een van saamhorigheid. Nog lang voor de opening is er een vereniging opgericht van ondernemers die vanaf het prille begin het gezamenlijk belang inzagen van het bewaken van de formule, de relatie met de omgeving en een krachtig promotiebeleid binnen en buiten de gemeentegrenzen. Sommige ondernemers zitten al vanaf dag één bij deze vereniging om zich blijvend sterk te maken voor het succes van Woonboulevard Heerlen.

Bijschrift beeld: De autoweg werd deels ingericht als parkeerplaats om extra parkeergelegenheid te creëren voor de opening van IKEA in 1994.

Ambassadeur van Heerlen Loop je over de parkeerplaats van de Woonboulevard, dan wordt het snel duidelijk dat hier lang niet alleen Heerlenaren komen. Zo’n 40% van de bezoekers steekt de grens over om hier te komen winkelen. Met Duitsland en België zo dichtbij is dat niet gek. Ook vanuit Maastricht, Heuvelland en de rest van Limburg en Nederland komen bezoekers. Zo zet de Woonboulevard de regio Parkstad, en Heerlen in het bijzonder, op de kaart bij een groot publiek.

Woonboulevard Heerlen is zich bewust van zijn rol in de regio en vervult dan ook met trots zijn rol als ambassadeur. Buiten dat zo’n duizend mensen hier hun boterham verdienen, probeert de vereniging steeds meer partnerschappen op te zetten met regionale, sociaal-maatschappelijke partners, waaronder… (B)RUIS magazine! De Woonboulevard is een product van samenpakken en versterken en dat wil de vereniging steeds verder uitrollen naar de regio. Andersom is de vereniging ook trots op de stappen die HeerlenCentrum en Parkstad de laatste jaren hebben gezet.

Woonboulevard anno 2024: alles voor in en om het huis

Leuk die nostalgie en ambities, maar waarom ga je vandaag de dag naar de Woonboulevard? De kans is groot dat datgene wat je zoekt voor in en om het huis te vinden is in één van de 53 (speciaal)zaken. Ook als je nog geen idee hebt wat je zoekt, is een berg wooninspiratie de grote gratis trekker van de Woonboulevard. Ook na 33 jaar kom je hier nog steeds een ijsje eten en ga je nu met je eigen (klein)kinderen naar de ballenbak van IKEA. Sommige dingen zijn hetzelfde, maar de belangrijkste verandering is eentje die nog lang niet iedereen weet…

Woonboulevard Heerlen bestaat uit drie pleinen. Het komt nog heel vaak voor, afhankelijk van je aanrijdroute, dat je maar één of twee van de drie pleinen kent. De pleinen liggen in elkaars verlengde over een afstand van 1,2 kilometer. Plein I is waar het allemaal begon met de Woonboulevard, gemarkeerd door de fontein. Nu shop je hier onder andere voor keukens, badkamers en luxe meubels. Plein II is waar IKEA en tuincentrum BijSTOX zijn gevestigd en Plein III is de laatste uitbreiding van 2004 met onder andere de bouwmarkten, Pet’s Place, Kwantum, Leen Bakker en Xenos. Nog steeds genoeg te ontdekken dus, de volgende keer dat je afslag Woonboulevard Heerlen neemt.

PLEIN II
PLEIN I
PLEIN III

(T)HUIS

Bij Fé, Joanie en Shaila

“We zorgen voor het gebouw, zodat het niet in verval raakt.”

In het oude schoolgebouw van Basisschool Tarcisius hebben lesborden en schoolbanken plaatsgemaakt voor hoogslapers en geïmproviseerde keukens. In het gebouw aan de Aarweg wonen sinds twee jaar vijftien jongvolwassenen in de voormalige klaslokalen. Tijdens ons bezoek spreken we Fé, Joanie en Shaila, die ons laten zien dat antikraak wonen een way of life is. Door

In plaats van vierhonderd kinderen lopen er nu dagelijks vijftien jongvolwassenen door de gangen van de voormalige Tarcisius-school. Zo’n 67 jaar lang kregen leerlingen van Basisschool Tarcisius les in het schoolgebouw in Aarveld. Sinds maart 2022 gebeurt dat in KindCentrum Bekkerveld, dat in het pand van de voormalige HTS [Hogere Technische School, red.] zit. Nadat het schoolgebouw aan de Aarweg leeg kwam te staan, werd het medio 2022 beschikbaar gesteld als antikraakpand. Samen met Fé Verhoeven, Joanie Leijssenaar en Shaila Sijstermans wonen er nog twaalf andere bewoners – allen in hun twintiger jaren – in het voormalig schoolgebouw.

Antikraakwoningen worden beheerd door vastgoedbeheerders, die tijdelijke huurders in (lang) leegstaande panden plaatsen om de mogelijkheid van kraken [het zonder toestemming van de eigenaar in gebruik nemen van een onroerende zaak in de vorm van een ongebruikt terrein, gebouw of ruimte daarvan, red.], verval en vandalisme tegen te gaan. Voor een relatief lage huurprijs kunnen huurders in antikraakwoningen wonen. Shaila trapt af: “Doordat wij de verwarming en de waterleidingen in het pand gebruiken, raakt het niet in verval. We zorgen als het ware voor het pand.”

Sporen van kinderen

Dat het (t)huis van de drie bewoonsters ooit een school was, is nog goed te zien. De basisschoolleerlingen hebben hun sporen achtergelaten in het pand: de gekleurde voetafdrukken op de tegels en de trappen en de kinderwc’s waar er voor de huidige bewoners amper plek is voor hun benen, bewaren een stukje geschiedenis. In de gangen staan er nog altijd schoolstoeltjes en de kapstokjes hangen nog op kleuterhoogte, maar tegenwoordig zijn de gangen ook gevuld met fietsen, verdwaalde wasmachines en hangen er grote, kunstzinnige tekeningen aan de muren.

“Het is best wel luxe wonen hier”, vertelt Shaila. “Als we een beetje rekening houden met elkaar, kunnen we doen en laten wat we willen. We kunnen sporten in onze eigen gymzaal en we hebben denk ik zo’n beetje de grootste tuin van Heerlen – met moestuintje tegenwoordig! Mensen denken weleens dat we in een soort van studentenhuis wonen, maar hier hebben we het veel beter dan in een studentenhuis.”

Oude schoolelementen gebruiken

Dat de huidige bewoners creatief zijn, blijkt niet alleen uit de tekeningen in de gangen maar ook uit de creatieve oplossingen die te zien zijn in de woningen. Zo gebruikt Joanie een oude lerarentafel als keukenblad. “Die was niet opgehaald. In plaats van de tafel weg te brengen, gebruiken we de oude schoolelementen liever.” De oude schoolstoeltjes worden weleens gebruikt voor verjaardagen. Fé: “Die zetten we naderhand netjes terug. En alles wat nog aan de muren hangt, de kapstokjes bijvoorbeeld, laten we hangen. Die horen gewoon bij het gebouw.”

“Het trekt creatievere, vrijere mensen aan, die zonder vastigheid kunnen.”

Er hangt een gemoedelijke sfeer in het antikraakpand. Er wordt op een relaxte manier geleefd, zonder dat er rommel rondslingert. Shaila vertelt: “We zorgen voor het gebouw, zodat het niet in verval raakt. We hebben drie douches en een overschot aan toiletten, die we samen schoon houden en ook de andere openbare ruimtes ruimen we op. Antikraak wonen is niet per se voor mensen die een laag inkomen hebben. Het is zeker ‘anders’, maar dat vind ik juist leuk.” Joanie vult aan: “Het trekt creatievere, vrijere mensen aan, die zonder vastigheid kunnen.”

Extra genieten

Zonder vastigheid kunnen betekent dat de kans bestaat dat de verhuurder de huurovereenkomst opzegt. In het geval van de drie dames zouden ze één maand hebben om te verhuizen. Joanie: “Dat is zeker spannend, vooral omdat ik hier heel fijn woon. Daarom geniet ik er extra van. Iedere maand die ik hier woon, is mooi meegenomen.”

Dat de drie er een bescheiden leefstijl op nahouden, is te zien tijdens de rondleiding. “We hebben meerdere buitenplaatsjes”, vertelt Joanie. “En zelfs een terras!”, doelend op een overdekte trap, waar bewoners zitten als het regent. Dat er geen warm water in het gebouw is en dat de stroom rond etenstijd weleens uitvalt omdat iedereen tegelijk kookt, hoort bij de mindset van vrijer leven, vinden de bewoonsters. “Als we willen afwassen, koken we water. En als we willen koken, sturen we een berichtje in onze groepsapp: dan weten de anderen dat ze nog even moeten wachten. Zelf heb ik een vaatwasser aangeschaft. Ik vind het niet erg om een beetje primitiever te moeten leven, maar er zijn grenzen”, lacht Joanie.

De lokalen waar Fé, Joanie en Shaila wonen zijn even groot en toch erg verschillend. De ruimtes worden anders benut. Fé heeft een relatief ruime keuken ‘gebouwd’, heeft meer meubels in het lokaal staan dan haar buurvrouwen en slaapt in een hoogslaper om ruimte te creëren voor haar drumstel. Ze vertelt: “De grote ruimte is zowel een voor- als nadeel. In september ga ik studeren en wonen in Tilburg en dus moet ik op zoek naar een nieuwe woonruimte. Nu vind ik alles onder de vijftig vierkante meter klein!”

Een gemeenschap

Soms staan er oud-leerlingen voor de deur die binnen willen spieken. Shaila: “Dan laten we ze natuurlijk even binnen. Vaak nemen bewoners ook vrienden mee om bijvoorbeeld te voetballen in de gymzaal. We hebben gelukkig genoeg privacy – tussen elk bewoond lokaal staat een leeg lokaal zodat je geen (geluids)overlast ervaart. Iedereen doet lekker zijn eigen ding, er zijn geen verplichtingen. En als je zin hebt in gezelschap, is er altijd wel iemand met wie je kunt chillen. ’t Is echt een gemeenschap.”

HET FAAL VER HAAL VAN

MISCHA JANSEN & HENNY JANSSEN

Na zeven jaar een lunchroom te hebben gehad die niet eens in de loop van het centrum lag, kun je moeilijk van falen spreken. Toch stoppen Henny en Mischa met Jansen & Janssen coffee & more. Mischa is al eerder uit de zaak moeten stappen, voor Henny vond het emotionele afscheid plaats op 25 juli. Op het allerlaatste moment nam het verhaal van Jansen & Janssen wel een onverwachte wending! Door Leonie Kohl

Heb jij een goed, Heerlens faalverhaal en wil je het –samen met jouw leermomenten –aan (B)RUIS kwijt? Stuur een

In deze rubriek spreken we Heerlense ondernemers wiens project, horecazaak, winkel of initiatief ondanks alle investeringen, plannen en goede wil niet is geslaagd of heeft moeten stoppen. Waar ging het mis? En wat zijn de geleerde lessen?

Horeca op een plek waar eerder geen horeca zat. Dat betekent aanpoten, vergunningen aanvragen, verbouwen en naamsbekendheid opbouwen. In 2017 begon het spontane ondernemersavontuur van schoonmoeder Henny en schoonzoon Mischa, die met nagenoeg dezelfde achternaam bijna voor geen andere bedrijfsnaam konden kiezen: Jansen & Janssen. Henny vertelt: “Van origine ben ik kok, dus horeca-ervaring had ik. Ik droomde al heel lang van een eigen zaak. Toen Mischa verkering kreeg met mijn dochter bespraken we tijdens een handbalwedstrijd wat hij later wilde doen. Voordat de wedstrijd voorbij was, was het idee van Jansen & Janssen ontstaan.”

Mischa: “Het was allemaal vrij impulsief. Ik kwam van het mbo en doorstuderen zat er niet in. Ik zag mezelf wel als barista werken en Henny bakt heel graag, een perfecte combinatie. We pikten meteen de Horecava mee in januari waar ik sprak met koffieleveranciers. Vanuit de koffiebranderij zou ik een eerste opleiding tot barista kunnen gaan doen. Intussen waren we ook druk op zoek naar een pand.” Henny vult aan: “Met de eigenaar van dit pand viel te spreken, de huur was redelijk en de locatie leek ons ook perfect: tussen de Saroleastraat en het Pancratiusplein in. Het was alleen nog geen horecapand, dus we hebben met de hele familie er enorm in verbouwd, tot aan de riolering aan toe.”

Bouwhekken

Toen Jansen & Janssen openging, was dat – zeker voor Henny – een droom die uitkwam. Het concept was een lunchroom met baristakoffie, heel veel soorten thee, huisgemaakt gebak en een lunchkaart. De lunchroom met huiskamergevoel was na intensief verbouwen en inrichten klaar om de eerste gasten te ontvangen. “Voor de inrichting hebben wij heel Nederland afgereisd: van de haven in Rotterdam tot het hoge noorden. Dat was een leuke tijd”, mijmert Mischa. De eerste maanden liep de zaak goed, maar toen volgde de eerste tegenslag. “Wat ons door niemand was verteld, is dat vlak na onze opening het oude stadskantoor gesloopt zou worden. Dat lag tegenover ons en binnen de kortste keren stonden de bouwhekken voor onze neus”, vertelt Henny.

MISCHA & HENNY

Runden zeven jaar lang de lunchroom

Jansen & Janssen coffee & more in de Dr. Poelsstraat

Maakten de sloop van het oude

stadskantoor van wel heel dichtbij mee

‘Faalden’ omdat uiteindelijk de energiecrisis hen nekte

Kijken met een goed gevoel terug, mede omdat het verhaal nog een staartje heeft

Hier had het ondernemersduo geen rekening mee gehouden. “Toen we teruggingen naar de gemeente, werd ons verteld: ‘jullie hadden er dan ook niet naar gevraagd.’” Van die sloop- en later bouwwerkzaamheden hebben Henny en Mischa veel last gehad. Maanmannetjes die asbest kwamen verwijderen, de straat was wekenlang afgezet en er was heel veel lawaai. “Soms kwam je naar buiten en leek het alsof je gezandstraald werd in combinatie met een douche. Dat laatste kwam door die sproeiers om het bouwstof snel te laten dalen”, herinnert Mischa zich. Henny: “Soms waren er momenten dat je dacht: waar doe ik dit voor?” Ondanks alle ongemak in de straat wisten toch steeds meer mensen Jansen & Janssen te vinden.

Misset Horeca Koffie

Top 100

“We hebben heel veel vaste gasten gehad. Veel oudere mensen kwamen koffie drinken en namen later hun hele familie mee. We merkten dat nieuwe gasten ons vooral door mond-tot-mondreclame vonden.” Niet dat de zaak nooit onder de aandacht kwam. “Al in ons eerste jaar stonden we met de zaak in de Misset Horeca Koffie Top 100, dat was ongelofelijk”, vertelt Mischa. “Ik ben nog nooit zo zenuwachtig geweest. Er zijn zaken die jarenlang bezig zijn om erin te komen. Uiteindelijk behaalden we een heel trotse 64e plaats.”

Een tweede dieptepunt na de werkzaamheden in de straat was corona. “Ellende!”, slaakt Henny uit. “Eerst werkten we nog allebei zes dagen per week in de zaak, toen was er opeens helemaal niks. Ik belde Mischa en zei: ‘ik word er gek van, kom we gaan schilderen.’ De eerste drie weken hebben we de inrichting verbeterd.” Mischa: “Corona was echt verschrikkelijk. Vlak voor corona hadden we ook nog ons huurcontract verlengd. We zijn meteen begonnen met een to go-menu voor koffie en lunch. Als we dat niet gedaan hadden, was het meteen afgelopen, want we kregen amper huurkorting. Het bezorgen liep wel als een tierelier, door heel Parkstad.” Henny vult aan: “Uiteindelijk hebben we één keer steun aangevraagd, maar als je dan net honderd euro te veel verdient, moet je alles weer terugbetalen. Dus we hebben vooral op onze buffer ingeteerd en keihard gewerkt.”

Uiteindelijk zijn Henny en Mischa samen de coronaperiode doorgekomen. Mischa werd intussen vader en kon zijn kleine spruit in de zaak zien opgroeien, wat een voordeel was. Maar kort op de pandemie volgde de energiecrisis. Mischa: “Onze energierekening verdrievoudigde. We hebben weer ingeteerd en doorgezet. Leveranciers gooiden de prijzen omhoog met elf tot zestien procent. Op een gegeven moment kun je het niet meer doorberekenen en leverden we er zelf op in. Dat was heel zuur.”

Geen personeel

Het lukte niet meer om twee inkomens uit de zaak te halen. Inmiddels had Mischa een klushuis gekocht en was er een tweede kind op komst. Voor Mischa was dat het moment om uit de zaak te stappen: “Het was uiteindelijk de bedoeling dat het tijdelijk zou zijn. Ik vond het best wel pijnlijk, maar het gaf me ook rust die ik in de zeven jaar daarvoor niet gekend had. Ik mis het wel, maar voor mij persoonlijk was het beter.” Henny runde vanaf die tijd de zaak alleen, ondersteund door personeel. “Aan het eind van de energiecrisis hadden we besloten de zaak in de stille verkoop te zetten, maar een koper diende zich niet aan. We waren wel zo eerlijk naar ons personeel geweest om het te zeggen. We nemen het ze niet kwalijk, maar iedereen ging op zoek naar ander werk. Toen liepen we tegen een gigantisch personeelsprobleem aan.”

Het verhaal neemt plots een positieve wending als op de valreep een meneer de zaak binnenloopt die zegt: “Laat alles maar staan, ik neem het graag van jullie over.” Henny: “We waren op aan het ruimen en konden onze oren niet geloven. Zelfs het portret van mijn opa in zijn mijnwerkerspak mag blijven hangen.” Jansen & Janssen gaat dus niet dicht, een enorme opluchting voor Henny: “De gasten die ons door al die jaren en moeilijkheden hebben gesteund, wil je niet in de steek laten. Daarom ben ik blij dat het zo is gelopen.” Mischa heeft gemengde gevoelens. “Aan de ene kant ben ik blij dat het niet stopt. Het scheelt ons ook veel werk. Toch voelt het nog vreemd, want de naam blijft nagenoeg hetzelfde. Je hebt het zelf opgezet, maar in hoeverre gaat het veranderen? De nieuwe ideeën klonken wel allemaal goed. Zo wil de nieuwe eigenaar ook in de avonduren open.”

Terugkijkend was het een bewogen ondernemersavontuur voor Henny en Mischa. Geleerde lessen zijn afspraken vastleggen, wat zakelijker zijn. Dat wil Henny meegeven. Verder kijken ze er beiden heel positief op terug. Henny: “We willen vooral alle gasten bedanken, uit het contact haalde ik de meeste voldoening. Nu ga ik een half jaar niks doen, op vakantie en iedereen die ik heb verwaarloosd in de afgelopen zeven jaar weer aandacht geven.”

“Goede ideeën ontstaan als je je niet laat beperken door grenzen of blokkades.”

RWTHgrenzengumt uit

De Akense universiteit RWTH heeft haar eerste academische jaar in Heerlen erop zitten. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk in het voormalige Rabobank-gebouw aan de Promenade, recenter bekend als het IBAhoofdkantoor? We spreken met docente en architect Nicole Maurer en met professor Christa Reicher, beiden verbonden aan RWTH Aachen.

De bouwhekken die tijdens het (B)RUIS-bezoek vóór de ingang van de Heerlense RWTH-dependance staan, konden niet toepasselijker zijn. Vorig jaar opende hier het New Regional Bauhaus, het studiehuis voor de opleiding transforming city regions van de Akense universiteit. Achteraf lijkt de nieuwe invulling heel logisch, maar dat was allesbehalve vanzelfsprekend.

Het was namelijk – zover bekend – nog niet eerder gelukt om binnen Europa een dependance van een universiteit te openen over de grens. Hoewel het slechts om enkele kilometers afstand gaat, is die grens nog steeds merkbaar. Het eerste jaar waren er dan ook allerlei obstakels te overwinnen. Openbaar vervoer, wetgeving en de vraag uit welk potje de elektriciteit komt. Wat hier gebeurt, in het oude IBA-kantoor, is pas echt pionieren, legt Nicole Maurer uit.

Een leegte die IBA Parkstad achterliet Voor het ontstaan van het idee moeten we terug naar de IBA-periode. IBA is een Duits concept, ontstaan in 1901 en staat voor Internationale Bauausstellung. Het poogt een versneller te zijn in de stedelijke ontwikkeling van gebieden waarin de stedenbouw gestagneerd of problematisch is. IBA landde in 2012 in Parkstad, als eerste IBA die volledig buiten Duitsland werd gehouden. In 2020 liep het IBA-programma af en later kwam het pand – dat als onderdeel van het programma volledig gerenoveerd was – leeg te staan.

Architect Nicole Maurer is al vier jaar verbonden met RWTH Aachen en geeft er één dag in de week les, samen met haar zakenpartner en man Marc Maurer. Beiden waren ook betrokken bij IBA Parkstad en gooiden bij de RWTH een balletje op over deze grensoverschrijdende samenwerkingskans. RWTH Aken, Gemeente Heerlen, Stadsregio Parkstad Limburg en Provincie Limburg sloegen de handen ineen en op 1 september 2023 opende het New Regional Bauhaus.

“We willen het thema stadsontwikkeling tot een stadsgesprek maken.”

New Regional Bauhaus

De opleiding transforming city regions bestond al drie jaar voordat deze deels naar Heerlen verhuisde. Deze planologische studie richt zich op regionale ontwikkeling, duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en erfgoed. Binnen RWTH Aachen is Christine Reicher, professor Stedenbouw, kartrekker van het grensoverschrijdende project. “We kijken zeer positief terug op het afgelopen jaar en hebben het idee dat het New Regional Bauhaus nu echt geland is. Het is de plek van waaruit we samen met de studenten onderzoek doen dat over de grenzen reikt. Goede ideeën ontstaan als je je niet laat beperken door grenzen of blokkades. Onze regio’s staan bijvoorbeeld niet aan de rand van ieders land, maar in het hart van Europa.”

Vlak over de grens gaan er de komende tijd grote ontwikkelingen plaatsvinden, vertelt Nicole. “Het gebied tussen Aken en Keulen is een enorm wingebied voor bruinkool. In 2030 wil de Duitse overheid stoppen met het delven van deze fossiele brandstof. Voor het hele gebied dienen nieuwe plannen gemaakt te worden, onder andere in samenwerking met de RWTH Aachen.”

In die dynamiek was het – mede dankzij een Regiodeal van de Rijksoverheid – mogelijk om het New Regional Bauhaus in Heerlen te openen. Die maakt nu deel uit van de grootste technische onderzoeksinstelling van Duitsland met ruim 42.000 studenten (ter vergelijking: TU Delft heeft ongeveer 25.000 studenten).

Op 4 september om 19:00 –tijdens Cultura Nova –organiseert het New Regional Bauhaus zijn eerste verjaardagsfeest. Alumnus/-na of niet: je bent welkom!

Talk of the town

Heerlen als universiteitsstad maakt stappen vooruit, maar wat merkt de Heerlenaar van de komst van de RWTH? “Allereerst hebben wij een prachtig, monumentaal pand betrokken dat leegstond”, vertelt professor Reicher. “Ook brengen wij studenten van over de hele wereld [Canada, China, India, Zuid-Afrika, red.] naar de stad. Zij leren de regio goed kennen.” Nicole vult aan: “De studenten zijn zo enthousiast over deze regio, hoe mooi zou het zijn als ze na hun studie zich in zouden zetten voor grensoverschrijdende projecten?” Maar de ambities voor Heerlen zijn groter. Uiteindelijk moeten er meer opleidingen gaan landen en gaat de RWTH actief aan de slag om de discussie rondom stadsontwikkeling op gang te brengen, onder andere door het organiseren van lezingen en discussies, bijvoorbeeld tijdens Cultura Nova. Reicher: “We willen het thema stadsontwikkeling tot een stadsgesprek maken.”

(B)RUIS BLIKT TERUG

Hoera! Je hebt de tiende editie van (B)RUIS magazine in je handen. Reden voor een korte terugblik. En tijd om jou te bedanken, want zonder jou als lezer hadden we issue #10 niet kunnen maken. We geven je een kijkje achter de schermen, met een paar wel heel bijzondere details.

#1

Leonie trapt af met een interview met Jos van de Mortel, een veelbesproken vastgoedeigenaar, die met Fortunasjaal op de foto staat.

Onze rubrieken deden hun intrede: faalverhaal, (G)OUD, Pauls Plek met Potentie en 5 op 1 rij.

De allereerste editie (issue #0) is het afstudeerproject van Zindzi. Ze studeerde af als grafisch vormgever. Het was Zindzi’s droom als vormgever én ondernemer om een magazine te maken, het liefst over Heerlen. Ze bedacht de naam van het magazine, omdat vol gens haar Heerlen bruist én ruist.

Ondernemersfonds Heerlen zag potentie en zorgde voor de financiering voor de eerste edities (en is nog steeds partner).

Jonathan maakte de foto’s en Judith schreef de teksten. Angie Pieters van FLY Conceptstore trok voor de foto een écht (T)HUIS-gevoel haar broek naar beneden en nam plaats op de wc.

De allereerste keer dat we een advertentie op de achterkant verkochten! En wel aan Vaessen Juweliers, hoe sjiek is dat?!

Bij Judith is haar interview met Demi en Mick van Quatro Cinema het meest bijgebleven en Leonie was onder de indruk van de openhartigheid van Kas Hos voor de rubriek Faalverhaal. Het Maankwartier kwam in de eerste edities het vaakst uit de bus als ‘ruis’.

In issue #3 verschijnt de eerste column, geschreven door journalist en Heerlen-liefhebber Leonie Collombon, én de eerste (B)RUISwoordpuzzel. De top 3-woorden uit de woordenteller zijn ‘gemeente’, ‘leegstand’ en ‘huur’.

Judith vond dit een enorm leuke 5 op 1 rij, waarbij ze samen met Jonathan op de bonnefooi marktkooplieden vroeg om een interview.

‘Inhoud vs. vorm’ van Jop is een van de favoriete opiniestukken van de redactie. Eén van Judiths leukste (B)RUIS-momenten is op het dakterras van Emma Lempers, waarbij ze over het hele centrum uitkeek. Er ontstond een vurige discussie in de redac-

WIST JE DAT...

Onze eerste thema-editie! Letterlijk en figuurlijk in het teken van groen.

(B)RUIS staat meer en meer op eigen benen. Leonie neemt vanaf deze editie de advertentieverkoop op zich.

(T)HUIS gaat verder dan wonen boven winkels: Judith krijgt een inkijkje in De Schiffelerhof.

Redactievergaderingen er soms best verhit aan toegaan? In de zoektocht naar een zo gevarieerd mogelijke inhoud zijn we het niet altijd met elkaar eens.

Team (B)RUIS zelf alle magazines rondbrengt door heel Heerlen? Spierpijn achteraf niet uitgesloten!

In bijna elke editie een trouwe viervoeter terug te vinden is? Dat krijg je met een team dat bestaat uit hondenliefhebbers.

Eén doos met (B)RUIS’jes ongeveer elf kilo weegt? Lang leven steekkarretjes! Leonies grootste stressfactor het vinden van een faalverhaal is?

Eén interviewkandidaat drie keer op rij zijn afspraak vergeten was?

Zindzi oude edities bijna niet durft open te slaan, omdat ze (te) kritisch is over haar werk?

Tegen al onze verwachtingen in konden we geen vijf ijssalons vinden (bummer!): 3 op 1 rij was geboren.

Over ijssalons gesproken: Judith en Jonathan konden na de interviewdag geen ijsje meer zien, zoveel hebben ze er geproefd.

Viel jou het op? Dat het matte fotopapier van de middenkatern door een foutje van

#8

ambassadeurs. Team (B)RUIS heeft 4000 (!) stickers op de covers geplakt (en nu niet allemaal gaan peuteren aan die sticker!). The show must go on! van der Heijden terwijl hij aan het werk was tijdens een lopend buffet.

#7

(B)RUIS groeit! Per 2024 vier edities in plaats van drie: een écht kwartaalblad.

Jullie maakten kennis met onze nieuwe fotografe Darcey Supelli.

Leonies interview met Frans Timmermans duurde welgeteld 3 minuten en 41 seconden! Normaal zitten we gerust twee uurtjes met onze interviewkandidaten te kletsen…

De Oostenrijkse woning – ofwel het boshuisje – is de favoriete (T)HUIS van de redactie tot nu toe.

Zindzi maakte tijdens Kerstmis maar liefst drie keer de meringue volgens het recept van Petra uit deze editie.

#9

Darcey had geluk: ze zocht een plekje met bloemen om Lotte Walda vast te leggen en ze vond een veld met bloesembomen aan de Tichelbeekstraat.

Judith kreeg een mini-matchaceremonie van tea queen Mirjam Bouwels tijdens het interview. Darceys hoogtepunt van deze editie was de kennismaking met puppy Potter bij Groene Start. Weetje: de hele redactie is Harry Potter-fan. De eerste keer ‘(B)RUIS was erbij’! De redactie zag tijdens de opening van de Nieuwe Galerij een bijzondere samenstelling: gemeente meets ‘Gen Z’, met als special guest Ronnie Flex. #6

gratis entree paul logister & band hey angie! lotte walda somethin’ fresh fleur smits freya company4U dj’s vinyl only bloom’s, handmade empanada’s, het parapluiehuis, kakauw, less is more, natuurlijk! charlotte, toko patja en zwamburg maken gerechten die lief zijn voor de aarde & haar bewoners.

88 )

Team (B)RUIS

Mede mogelijk gemaakt door:

Ondernemersfonds Heerlen en Gemeente Heerlen

Met dank aan:

Fabian de Kloe

Ingrid van den Bunder & Francis Timmermans

Lars Rompen & Leny Vaessen

Nick Toma

Raenys Martis & Tania Comenencia

Paul Leufkens

Jelle Adema & Inge Truijens - Kattenberg

Luc Mulkens & Brecht van Wijk

Marie Boehmer & Laurens van der Laan

Leen Roels & Eva Klinkenberg

Ger Hazelhof

Fé, Joanie & Shaila

Mischa Jansen & Henny Janssen

Nicole Maurer & Christa Reicher

En een grote dank aan de adverteerders van (B)RUIS issue #10

Jóuw evenementenstad

Jóuw historische stad

#heerlenmijnstad

Jóuw cultuurstad

Jóuw street art stad

Elke dag jóuw stad!

Jóuw winkel- en horecastad

Hey jij daar!

Kom je bij ons spelen ?

Want peuters die spelen, leren heel veel. Bijvoorbeeld nieuwe woorden, tellen, sámen spelen, delen, plezier maken, opdrachtjes uitvoeren en nog veel meer.

Peuteropvang Heerlen heeft 22 locaties in Heerlen en Hoensbroek. Er is vast wel een locatie bij jou in de buurt.

Nieuwsgierig geworden?

Bel ons via 045 4007700 of mail via info@povh.nl

Kijk voor meer informatie op peuteropvangheerlen.nl

www.theprojectheerlen.nl

Sittarderweg 81, 6412CC Heerlen

Tel. 06-54224150 info@theprojectheerlen.nl

Enne

Kums d e efkes binne?

Gaathetmetjou niet OK? Praat Gratiseroverbij@ease. & Anoniem!

Voor jongeren van 12-25 jaar Check de openingstijden @ease Heerlen | @ease_heerlen

3

Vijf jaar resultaten voor en door ondernemers van Heerlen in onze stad.

Stichting Ondernemersfonds Heerlen gelooft dat een sterk ondernemersklimaat bijdraagt aan een mooie stad die bruist en vol is van bedrijvigheid. Daarom ondersteunt het fonds lokale ondernemers en organisaties bij het uitvoeren van inspirerende initiatieven, die de stad meer aantrekkingskracht geven. Wij willen echter ook ondernemers stimuleren om samen een toekomstbestendig Heerlen te ontwerpen. Visie gaat over de ‘waarheen-vraag’. In gesprekken met onze gebiedsmanagers geven ondernemers en organisaties aan dat ze behoefte hebben aan een gemeenschappelijke richting voor de lange termijn. Daarom hebben we een economische visie voor Heerlen in 2040 ontwikkeld. Zonder verbeelding geen vooruitgang. Horizon 2040 is geen toekomstvoorspelling, want dat is een onmogelijke opgave. Wij tasten in de toekomst en stellen de grenzen vast waarbinnen mogelijke toekomsten van Heerlen moeten liggen.

Visie zonder actie is slechts een hallucinatie. Om een visie in de realiteit te brengen, moeten mensen besluiten nemen. Het is uiteindelijk aan de bestuurders, ondernemers en burgers van onze stad om binnen hun eigen cirkel van invloed te kiezen voor de economische toekomst die zij wenselijk en realistisch achten. Wij staan klaar om hun grootse toekomstplannen voor de winkelgebieden, bedrijventerreinen en overige economische hotspots te voorzien van financiële injecties en kennisproductiviteit. Samen verleggen we grenzen. Samen maken we Heerlen.

projecten - totale uitgaven per trekkingsgebied

cultuur

schoon, heel veilig

muziek 3 daagse, carnaval, carisven, gebrook lacht & zingt, corneliushuis, Cultura nova, Parkstad Limburg (kunst) prijs cultuur schoon, heel veilig €duurzaamheid

138 K

circulariteit

schoon,

muziek 3 daagse, carnaval, carisven, gebrook lacht & zingt, corneliushuis, Cultura nova, Parkstad Limburg (kunst) prijs

bloembakken, Kids Weekend, Telefleur, Winterparade, vergroening winkelcentrum, Fabulous Fifties Festival, Miserabal circulariteit

schoon, heel veilig € 162 K

beleving duurzaamheid

163 K

bloembakken, Kids Weekend, Telefleur, Winterparade, vergroening winkelcentrum, Fabulous Fifties Festival, Miserabal

144 K

ke

ke

nnis

nnis schoon, heel

Heerlen

winterverlichting, leegstand, AED kijkdoos *, preuve ongewaegs, qr bezoekerstool, heerlen 2040, KVO, city branding

winterverlichting, leegstand, AED kijkdoos *, preuve ongewaegs, qr bezoekerstool, heerlen 2040, KVO, city branding

winkeldeurbordjes “deur dicht, winkel open”, van OFH naar OFP, internat vrouwendag, ON12 en IKB, corona, haal het lokaal

winkeldeurbordjes “deur dicht, winkel open”, van OFH naar OFP, internat vrouwendag, ON12 en IKB, corona, haal het lokaal

(Incl. Willemstraat t/m 30-6-21)

sfeerinrichting winkelpleinen, OFH Award, PLEA, seizoeninrichting, (B)RUIS, terrasuitbreiding

sfeerinrichting winkelpleinen, OFH Award, PLEA, seizoeninrichting, (B)RUIS, terrasuitbreiding

Bedrijventerreinen

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.