ERVARINGSVERHAAL
Het verhaal van Roy
Pepels
R
Roy Pepels is 48 jaar, gelukkig getrouwd en heeft een zoon van 14. Ik ontmoet hem op een doordeweekse avond, in een gezellig en druk hotel in Limburg. Nadat wij onze koffie hebben besteld, vertelt Roy dat er bij hem op zijn 8e jaar afwijkende leverwaarden werden geconstateerd. De specialist diagnosticeerde een vergrote lever en milt. Na een leverpunctie volgt de boodschap: ‘levercirrose’. Er wordt een operatie overwogen om zijn milt te verwijderen, maar het werd een jaarlijkse bloedcontrole.
Roy vertelt laconiek over deze periode. Er werd eigenlijk weinig aandacht aan de afwijkende leverwaarden besteed. Last had Roy er immers niet van. Elk jaar werden zijn leverwaarden geprikt maar het speelde verder geen rol in zijn leven. Er werd niet gezocht naar de oorzaak. Hij kende een normale kinder- en pubertijd. Roy sportte veel en hield nergens rekening mee. Hij groeide op zonder zich bewust te zijn van een eventuele aandoening. Totdat hij op zijn 25e jaar een bloeding van een spatader in de slokdarm kreeg en er verhoogd ammoniak in zijn bloed werd gevonden. De bloeding werd behandeld door de spataders af te binden. De jaarlijkse controle wordt vervolgd. De weg kwijt Als Roy 43 jaar is, krijgt hij een kleine maagbloeding. Zijn vrouw vond hem op het toilet. Roy kan zich hier weinig van herinneren. Wel weet hij nog dat hij met zijn slippers in de sneeuw stond en dat hij
26
NLVisie maart 2020
onder een douche stond van een badkamer met groene tegeltjes. Dit terwijl thuis net een nieuwe badkamer geïnstalleerd was met zwart-witte tegels. Later bleek dat Roy door zijn vrouw naar het ziekenhuis gebracht werd, waar hij buiten door de sneeuw gelopen had en dat hij daar een kwartier onder een koude douche had gestaan zonder zich hiervan bewust te zijn geweest. Roy legt uit dat
list, naar huis. Nadat hij de pinautomaat een raar kastje had genoemd en niet wist hoe hij de koffiemachine moest bedienen, bleef hij nog drie dagen. Het was een
‘De pinautomaat noemde ik een raar kastje.’ hij door de verhoging van het ammoniak in zijn bloed de weg kwijtraakt. Roy zegt: “Het leek wel alsof ik in een zeepbel leefde. Ik zag alles, hoorde alles, maar het kwam niet binnen.” Na vijf dagen ziekenhuisopname wil hij, ondanks een ander advies van de specia-
heftige en angstige tijd. Roy geeft aan dat hij dacht dat het nooit meer goed zou komen en vertelde zijn vrouw dat, wanneer dit zo zou zijn, ze gewoon door moest gaan met haar leven. De verwardheid die Roy heeft, ontstaat door een te hoog ammoniakgehalte in het bloed. Dit













