ConnectING 8 - oktober 2018

Page 1

Erik Van Mossevelde, Director Corporate Technology en lid van de Facultaire Senaat INGENIEUR IN HART EN NIEREN Magazine van de Faculteit NR.KUIngenieurswetenschappenIndustriëleLeuven8-OKTOBER2018 • Nieuws uit de faculteit • Creatief bij cocoon2440 • Nieuw Manufacturing Lab • Onderwijsontwikkeling in de kijker • Goud voor Formula Electric Belgium Team • Micro-algen kleuren blauw • Metalen verpakkingsafval spoorloos • Met zonnefiets naar China • Global Engineering Education Exchange Viermaandelijks • juli-augustus-september-oktober 2018 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663

ConnectING

faculteit een netwerk

FEESTDAGCOLOFON is het magazine van de de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per en is bestemd voor en de en haar campussen, en de onderhoudt.

7

alumni, externe relaties

alle studenten

het brede maatschappelijk veld waarmee

Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van

jaar

Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen Redactieraad: Anja Huysmans, voorzitter, Hilde Bonte, Niels De Brier, Greet Langie, Hilde Lauwereys, Bart Lievens, Sofie Pollin, Louis van Hoye, Rens Vervaeke Eindredactie: Yves Persoons Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter Redactieadres FaculteitConnectINGIndustriële Ingenieurswetenschappen Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee 053 72 71 86 connecting@kuleuven.be(secretariaat)  www.iiw.kuleuven.be Foto's: Yasmina Besseghir, Joren De Weerdt, Julie Feyaerts, Hans Otten, Johan Van Droogenbroeck, Filip Van Loock Grafisch ontwerp:  www.altera.be Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten 100% klimaatneutrale drukkerij  www.vanderpoorten.be INHOUD • Woord vooraf 3 • Nieuws uit de faculteit 4 • Onderwijsontwikkeling in de kijker 14 • Studenten in de kijker 18 • Docenten in de kijker 22 • Onderzoek in de kijker 24 • Faculty worldwide 28 • Alumnus in de kijker 32 2

KONINKLIJK BEZOEK OP DE NATIONALE

medewerkers van

faculteit

Onze faculteit vat het nieuwe academiejaar aan met meer dan 6100 studenten: bachelor-, schakel- master en master na masterstudenten, postgraduaatsstudenten en doctorandi. Hiermee blijven we de derde grootste faculteit van de KU Leuven na de faculteiten Geneeskunde en Economie & Bedrijfswetenschappen. Op onze zeven campussen verwelkomen we meer dan 1700 nieuwe gezichten.

Onderzoeker Matthias Faes van Campus De Nayer werd dan weer bekroond met de prestigieuze European Community on Computional Methods in Applied Sciences Award.

Prof. Bert Lauwers, Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

De internationale blikvanger is ongetwijfeld het Global Engineering Education Exchange Project (Global E3) voor ingenieursstudenten van de KU Leuven. Dit academiejaar gaan voor studenten uit de drie ingenieursfaculteiten wereldwijd nieuwe deuren open.

Op faculteitsniveau tekenen zich twee trends af. Om te beginnen vervrouwelijkt onze faculteit eindelijk: 15% meer meisjes bij de generatiestudenten. Toegegeven, de vrouwelijke aanwezigheid in het geheel blijft nog altijd ondermaats (12%), maar hopelijk is dit academiejaar een nieuwe trend ingezet. Meteen een oproep om extra hierop in te zetten want – zoals bekend kan het tekort aan jong ingenieurstalent enkel weggewerkt worden als meer vrouwelijk potentieel de weg naar onze campussen vindt.

Bij de internationale studenten blijkt dat alvast geen probleem te stellen. Dit is meteen de tweede trend. Het internationale aandeel in de totale populatie neemt dit jaar met 25% toe. Een stijging die hoofdzakelijk op rekening van Campus Groep T geschreven kan worden (+48% meer buitenlandse nieuwkomers), maar ook de European Master of Science in Food Science, Technology and Business van de Technologiecampus Gent doet een beduidende duit in het zakje (+20%). Over deze unieke masteropleiding van onze faculteit leest u meer in dit nummer. Het nieuwe academiejaar betekende ook de start van opmerkelijke initiatieven zoals de opening van cocoon2440, een splinternieuwe co-working en co-creatieruimte van Campus Geel waar wetenschap, technologie en ondernemerschap elkaar kunnen vinden en studenten, docenten, onderzoekers en jonge ondernemers vorm kunnen geven aan hun innovatieve ideeën.

WOORD VOORAF 3CONNECT ING 2018 –MEER2019

Verder werkten onderzoekers van de Technologiecampus Gent zich in de kijker met de ontwikkeling van een nieuw ecologisch procedé om blauwe kleurstof uit micro-algen te halen.

MEISJES, MEER INTERNATIONAAL

Die deuren zijn uitwisselingen met meer dan 75 gerenommeerde universiteiten in alle continenten. Academisch coördinator prof. Georges Gielen geeft er meer uitleg over. Op internationaal terrein zijn er trouwens nog andere dingen gebeurd waarover we berichten. Zoals het samenwerkingsakkoord met de Nanjing University of Aeronautics and Astronomy in China en de toetreding van onze faculteit tot de Engineers Europe Advisory Group van Europa’s grootste ingenieursfederatie FEANI. De studenten van het Formula Electric Belgium team leverden dan weer een opmerkelijke prestatie met hun elektrische racewagen in Tsjechië.

Uiteraard kan eveneens het nieuwe Manufacturing Lab op Campus Brugge niet onvermeld blijven. Ook daar kunnen toekomstige ingenieurs zich uitleven met behulp van een heel assortiment van maak- en vormgevingstoestellen. In dit nummer verwelkomen we verder prof. Johan Baeten, de nieuwe campusvoorzitter van Campus Diepenbeek. Hij neemt de fakkel over van prof. Myriam Lynen. We danken Myriam voor haar inzet en toewijding en wensen Johan veel geluk en succes in zijn nieuwe functie.

We wensen iedereen een vruchtbaar academiejaar.

En de gebroeders Auguste en Camille Colle van de Technologie campus Gent fietsten met hun zelfgemaakte tandem op zonneenergie helemaal naar China. Ook inzake onderwijsontwikkeling en onderwijskundige professionalisering werd een en ander ondernomen. Zoals de succesrijke Docententeamdag op Campus Diepenbeek en de nominatie van het project ‘multicampusmodules op basis van onderzoeksspeerpunten’ van Campus De Nayer voor de Prijs van de Onderwijsraad van KU Leuven.

Onze speciale gast in dit nummer is Erik Van Mossevelde, alumnus van de Technologiecampus Gent en als Director Corporate Technology verantwoordelijk voor technologische innovatie bij de Niko Group. Erik is tevens lid van onze Facultaire Senaat en als zodanig nauw betrokken bij de ontwikkelingen in onze faculteit.

4

Hans Rediers

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

“Elke keuzemodule beslaat twee weken waarin de studenten zich verdiepen in de specifieke onderzoeksexpertise op een andere campus”, vervolgt Hans. “Tijdens het eerder genoemde OOF-project zijn we begonnen met de bachelorprogramma’s van de betrokken campussen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Kwestie van problemen inzake voorkennis te voorkomen. Ook organisatorisch diende een en ander te gebeuren. Door een herschikking van het academiejaar konden er bij het begin van het tweede semester van het masterjaar twee weken worden vrijgemaakt om elke student van de betrokken opleidingen de kans te geven er effectief op uit te trekken. Over de administratieve en juridische aangelegenheden, zullen we het nu niet hebben, maar dat er bij projecten als deze heel wat komt kijken, dat staat vast”.

Het project van de facultaire POC Industriële Ingenieursweten schappen werd genomineerd, met felicitaties van de jury. We spraken met coördinator dr. Hans Rediers in het Scientia Terrae Research Institute van Campus De “OnderzoeksgedrevenNayer. onderwijs. Je kunt het gerust één van de stokpaardjes van de KU Leuven noemen”, zegt Hans. “Vandaar de oproep van de Onderwijs raad om projecten en realisaties te bekronen die ertoe bijdragen dit strategisch doel in de praktijk te brengen. Onze faculteit besliste om onze onderzoeksgebaseerde modules ontwikkeld door verschillende campussen voor te dragen. Dankzij een eerder samenwerkingsproject uit 2012, gefinancierd door het Onderwijsontwik kelingsfonds (OOF) van de Associatie KU Leuven, kwamen we niet onbeslagen op het ijs”.

Twee weken, zes studiepunten Waar gaat het om? “Onze multicampus modules situeren zich in de masteropleidingen chemie, biochemie en biowetenschappen van de campussen De Nayer, Geel, Diepenbeek en de Technologiecampus Gent”, legt Hans uit. “Het zijn volwaardige opleidingsonder delen, elk goed voor 6 studiepunten, die aansluiten bij het onderzoek dat in de betrokken campussen gebeurt. Wat deze modules zo aantrekkelijk maakt, is dat masterstudenten onafhankelijk van hun thuiscampus ze kunnen volgen als keuzevak. Een unieke kans om eens uit de vertrouwde omgeving te treden, de opleiding meer te personaliseren, kennis te maken met de onderzoeksinfrastructuur en -apparatuur elders, kortom zich ervan te vergewissen hoe het er op andere campussen van de faculteit aan toe gaat”.

Van 20 naar 57% Het multicampusconcept van Hans en zijn collega’s sloeg onmiddellijk aan. “Tijdens en na het OOF project ontwik kelden we 7 keuzemodules. Die gingen van start in 2013-2014 op vier campussen. Vandaag kunnen de studenten al kiezen uit 10 multicampusmodules. Waar bij de start 20% van de masterstudenten op de kar sprongen, is dat aantal inmiddels aangegroeid tot ruim 57% die een module opneemt in het studieprogramma. Op die manier is een almaar toenemende golf van studentenmobiliteit op gang gekomen die het predicaat ‘multicampusfaculteit’ alle eer aandoet. Om de studenten uit de derde bachelorfase en de schakelaars ervoor warm te maken, organiseren we sinds 2015-2016 een facultaire Research Day. Daar worden het complete aanbod en de betrokken onderzoeksgroepen voorgesteld”. Van werkveld tot leerveld Inmiddels kijken Hans en zijn team al verder. “Vanaf volgend academiejaar willen we de modules openstellen voor alumni en het werkveld in het algemeen. Zo kunnen we ons potentieel nog beter benutten, ditmaal om professionals uit bedrijven bij te scholen. Daarbij mikken we bewust op gemengde groepen, kwestie van interactie te creëren tussen studenten, docenten, onderzoekers én ervaren mensen uit de beroepspraktijk”.

Origineel en innovatief, een uitzonderlijk kwaliteitsniveau en inspirerend als ‘good practice’. Dat zijn de criteria die de Onderwijsraad van de KU Leuven hanteert voor de bekroning van bijzondere onderwijsrealisaties. Voor het academiejaar 2017-2018 was het thema ‘Onderzoeksgedreven onderwijs’.

GENOMINEERDOPMULTICAMPUSMODULESBASISVANONDERZOEK:VOORDEPRIJSVANDEONDERWIJSRAAD2017-2018

5CONNECT ING

Yves Persoons

De wedstrijdjury van de Onderwijsraad was alvast onder de indruk en sprak haar waardering uit voor o.m. de manier waarop de studenten uitgedaagd worden uit hun comfortzone te treden, de mogelijkheden tot schaalvergroting, de voorbeeldfunctie van het project en – last but not least de link met levens lang leren. “Wat wij voor de vakgebieden chemie, biochemie en biowetenschappen doen, kan even goed voor de andere masteropleidingen binnen onze faculteit opgezet worden”, besluit Hans. “Waar een wil is, is een weg”.

The members of the new Engineers Europe Advisory Group, an initiative of Europe’s largest Federation of Engineers (FEANI)

On behalf of the Faculty, Prof. Bert Lauwers signed the Advisory group’s Letter of intent, confirming the Faculty’s commitment to achieve these common objectives. In her speech on the employability of engineers, Prof. Greet Langie presented the PREFER project on employability of engineering graduates.

FACULTY OF ENGINEERING TECHNOLOGY JOINS THE ENGINEERS EUROPE ADVISORY GROUP

On 11 September 2018, Europe’s largest Federation of Engineers (FEANI) inaugurated a new alliance to strengthen the voice of Europe’s engineers by deepening the engagement with policymakers, industry and the academic world. The Faculty of Engineering Technology KU Leuven was presented by its Dean Prof. Bert Lauwers and its Vice-Dean Prof. Greet Langie. The main objective of the new Engineers Europe Advisory Group (EEAG) is to provide a unified voice for engineers at a European Keylevel.priorities for the group include a greater cooperation with employers’ organisations, enhancing the status of engineers and ensuring sufficient engineers to meet future demands and to explore the implications of digitalisation for the engineering education and profession.

NIEUWS UIT DE FACULTEIT 6

Sofie Craps

From 17 till 21 September 2018, seven members of the Faculty of Engineering Technology took part in the SEFI Conference on ‘Creativity, Innovation and Entrepreneurship for Engineering Education Excellence’. According to the European Society for Engineering Education (SEFI), these three items are pillars of the engineers’ identity and should be included in any engineering educational programme. They offer a perfect pedagogical framework and create an authentic learning environment to teach all aspects of engineering with a holistic Vice-Deanapproach.Prof.Greet Langie, Prof. Luc Vandeurzen, Prof. Wim van Petegem, Sofie Craps, Chrisje Haenen, Maarten Pinxten, Julie Vermeersch and Daymy Tamayo Avila actively explored and contributed to the conference's themes through several sessions and workshops. They presented and discussed insights in educational research and practice in our faculty. The sessions on fostering entrepreneur ship, continuing education and lifelong learning, professional skills and quality assurance were well attended and the participants provided valuable feedback to take home. Next year, the conference will be hosted by the Budapest University of Technology and Economics in Hungary (16-20 September).

From 27 August till 2 September 2018 Prof. Chandrasekaran Vijayakumar, Director International Relations and Dr. Ramasubbu Seenivasan, Assistant Director from the Indian Vellore Institute of Technology (VIT) were welcomed by Prof. Bert Lauwers, Dean of the Faculty of Engineering Technology, Prof. Koen Eneman, Chair and Prof. Sabine Vercruysse, Vice-Chair of the Campus Group T Leuven.

Sofie Craps  www.sefi.be

VIT is a leading university in India offering 20 undergraduate, 34 postgraduate and doctoral programmes at four campuses. Over 25,000 students are enrolled in the schools of Engineering, Technology, Applied Sciences and Management. Yves Persoons

46TH INCONFERENCEANNUALSEFICOPENHAGEN

Furthermore, the possibilities of starting up exchange and twinning programmes in Engineering were discussed.

After the campus tour and the presentations of the programmes in Engineering, the Indian delegation visited Imec, the Arenberg Doctoral School of KU Leuven, the Indian House Leuven, the Indian Student’s Association, the Flemish research organisation VITO and the world’s largest brewery AB InBev.

VELLORE INSTITUTE OF VISITSTECHNOLOGYCAMPUSGROUP T

7CONNECT ING

fltr: Prof. Koen Eneman, Campus Chair; Prof. Vijayakumar, Director International Office; Prof. Bert Lauwers, Dean of the Faculty; Prof. Seenivasan, Assistant Director and Dr. An Descheemaeker, Director International Office KU Leuven

NIEUWS UIT DE FACULTEIT MANUFACTURING LAB: GEMAAKT OM TE MAKEN vlnr.: Stijn Debruyne, Rens Vervaeke, Luc Boone, Alexander Ameel en Steven Fevery 8

9CONNECT ING

Laagdrempelig Eenmaal je reservatie gemaakt, hoef je je bij aankomst in het lab nog enkel te registreren met je studenten- of personeels kaart. Daarna kun je onmiddellijk aan de slag. Laagdrempeligheid is een ander belangrijk kenmerk van ons lab. We mikken immers ook op de nieuwe eerstejaars met weinig of geen technische bagage of background. Er is voldoende didactisch materiaal voorhanden om snel je ‘draai’ te vinden in het Brugse Manufacturing Lab. Steven Fevery Hoe geef je vorm aan je creatieve ideeën? Daarvoor kun je vanaf dit academiejaar terecht in het nieuwe Manufacturing Lab, de Brugse variant van het FabLab in Leuven. Als student kun je er vrij gebruik maken van een uitgebreid assortiment van maak- en vormingstoestellen. Steven Fevery, doctoraal student van het Mechatronics Research Team van Campus Brugge, geeft tekst en uitleg. “Er is voorhandendidactischvoldoendemateriaalomsnel je ‘draai’ te vinden in het Brugse Manufacturing Lab.”

Rollen, plooien, knippen en zelfs laser snijden in metaal, het is allemaal mogelijk. Het is een welgekomen aanvulling bij de laboratoriumsessies uit de reguliere ingenieursopleiding waarin er onvoldoende tijd is om basisvaardigheden zoals lassen onder de knie te krijgen. Het Manufacturing Lab stelt de nodige apparatuur ter beschikking zodat studenten zich de nodige technische basic skills eigen kunnen maken; thuis hebben ze hiervoor veelal niet de mogelijkheid. Studenten waarderen sterk de ‘vrijheid’ die ze in het lab krijgen. In de klassieke laboratoria op de campus gelden doorgaans vaste regels voor het uitvoeren van proeven of experimenten. In het Manufacturing Lab heerst er een grotere vrijheidsgraad om je creatief uit te leven.

In het Manufacturing Lab kun je beschikken over 3D-printers, een CNC-lasersnijmachine, plooimachines voor kunststof en metaal en diverse conventionele en laagdrempelige frees- en draaimachines. Het aanbod gaat trouwens verder dan het vormgeven van voorwerpen. Je kunt in het lab ook terecht voor het maken en assembleren van complete constructies en opstellingen. Mechanische, las- en lijmtechnologie zijn ruimschoots voorhanden. Reserveren Het gebruik van de apparatuur en infra structuur is vrij voor KU Leuven-studenten en –personeel, maar vooraf reserveren is wel noodzakelijk. Op basis van een bestaande reservatietool van KU Leuven is een op maat gesneden versie voor het Manufacturing Lab ontwikkeld. Zo kun je bijvoorbeeld direct specificeren van welke materialen of voorraden in het lab je gebruik wil maken en zien welk prijskaartje daaraan vasthangt. In het lab zijn tevens permanent gekwalificeerde begeleiders aanwezig om je wegwijs te maken of te assisteren bij je activiteiten. Bovendien kan het lab ook heuse groepen van studenten aan voor een maaksessie of een creatieve namiddag waarin ze zich kunnen uitleven met een veelheid van maakprocessen. Prototypes Maar er is (nog) meer. In het Manufacturing Lab kun je ook complete prototypes maken in (plaat)staal.

Het is dan ook zeer belangrijk om bij te blijven en vanuit die ervaring les te geven. Dat voorkomt dat je boekenpraat staat te verkopen. Contacten met de industrie zijn uitermate belangrijk om aan toegepast onderzoek te doen en voor de onderwijs kwaliteit in het algemeen. Zeker iets om op te blijven inzetten. Johan

Eigenlijk ben je een stand-up comedian, en dan spreek ik voor mezelf, met een gegarandeerd publiek. En ze blijven terugkomen, want er worden echt wel zinvolle zaken verteld. De studenten zelf zijn door de jaren heen ook veranderd. Alhoewel, ze hebben zich aangepast aan de context. Waar ze vroeger op het einde van het academiejaar al dan niet geslaagd waren, is er nu een enorme flexibiliteit die de ‘zes op tien-cultuur’ misschien wel in de hand werkt.

Baeten

Myriam: Eind jaren ’80, begin ’90 zijn we begonnen met toegepast onderzoek.

Van praktijkassistent naar campusvoorzitter, een pad vol culturele veranderingen Myriam: Er zijn in al die jaren wel wat veranderingen geweest op de campus. Eerst was er de overgang van KIHL naar KHLim in 1995, en daarna de integratie met KU Leuven in 2013.

Naast organisatorische veranderingen is ook het lesgeven enorm veranderd in de afgelopen 36 jaar. Ik zie mezelf nog die eerste lesvoorbereidingen maken met mijn man naast me, die mijn transparanten maakte. Of die keren dat ik hoogzwanger de overheadprojector naar het leslokaal zeulde. Ondertussen zijn er zoveel nieuwe methodieken en technische snufjes … Maar uiteindelijk is lesgeven als een verhaal vertellen. Je moet geïnteresseerd zijn in je publiek. Hoe kan ik hen meenemen in mijn verhaal?

Myriam: Mijn rol als campusvoorzitter begon (in 2010) meteen ook met een enorme uitdaging: samen met Xios en UHasselt de lijnen uitzetten voor de gezamenlijke opleiding industrieel ingenieur in Limburg. Mensen met verschillende culturen samenbrengen en op één lijn krijgen om een sterk programma te kunnen aanbieden aan onze studenten, dat was het doel. Als we nu terugkijken, mogen we toch wel trots zeggen dat we daar in geslaagd zijn.

Myriam: 36 jaar onderwijs had ik er op zitten toen ik op 1 oktober met pensioen ging. En dan te bedenken dat ik tijdens mijn studies burgerlijk ingenieur scheikunde mij had voorgenomen om nooit in het onderwijs te stappen. Na het afstuderen heb ik eerst twee jaar bij het huidige Umicore gewerkt op de onderzoeks afdeling. Daar kwam het besef al snel dat omgaan met mensen toch een essentiële factor was in mijn welbevinden op het werk. Vandaar de switch naar het onder wijs. Als ik nu terugkijk zou ik net hetzelfde parcours afleggen, maar ik zou dan misschien toch net iets langer in de industrie zijn blijven werken. Maar de kansen in het onderwijs liggen nu eenmaal niet voor het rapen, dus die moet je grijpen als ze zich voordoen.

We zijn niet groot genoeg om te draaien met allemaal individualisten. De warmte wilden we zeker niet verliezen.

Johan: Als de studenten bij wijze van spreken uit je handen eten, geeft dat enorm veel voldoening.

NIEUWS UIT DE FACULTEIT 10 Prof.

Johan: Op de hogeschool waren we al een hecht multidisciplinair team. En dat wilden we zeker behouden na de overgang naar de grote universiteit. Het voordeel van een campus is die kleinere groep. Je moet wel samenwerken.

Zo’n negen jaar stond Prof. Myriam Lynen aan het roer op Campus Diepenbeek. Op 1 oktober, na 36 jaar onderwijs, gaf ze de fakkel officieel door aan Prof. Johan Baeten, die tot dan toe vicecampusvoorzitter onderwijs was. Tijd om even stil te staan bij vroeger, nu en de toekomst van Campus Diepenbeek.

DIEPENBEEKVOORCAMPUSVOORZITTERNIEUWECAMPUS

En blijven inzetten op groei in onderwijs én onderzoek. Kwaliteit is sowieso één van mijn stokpaardjes onder het motto ‘het is pas kwaliteitsvol als het met een redelijke inspanning niet beter kan.

Prof. Myriam Lynen

Tips voor Johan? Myriam: Blijf jezelf in alles wat je doet! En heb geduld. Johan is de man van het compromis, bemiddelend, maar zeer doortastend op de juiste momenten. En enorm efficiënt. Johan: We zijn trouwens ook heel blij met Leen Braeken als nieuwe vicecampus voorzitter onderwijs. Een zeer goede zaak voor de diversiteit, het evenwicht en de complementariteit in het team.

Ik ga het goede werk van Myriam verder zetten. Blijven inzetten op ons campusgevoel, wij samen. Blijven inzetten op de samenwerking met UHasselt en UCLL.

“De kansen in het onderwijs liggen nu eenmaal niet voor het rapen, dus die moet je grijpen als ze zich voordoen.”

Laatste vraag aan Myriam Bang voor het zwarte gat? Myriam: Ze hebben mij ervoor gewaarschuwd. Maar ik blijf nog eventjes actief als academisch beheerder. En ik stap in de Raad van bestuur van HAST (Middelbare school in Hasselt). Mijn hart blijft dus zeker in het onderwijs liggen. Daarnaast hoop ik nu ook tijd te hebben om wat bij te studeren, antropologie bijvoorbeeld en om meer te wandelen en te fietsen. Maar de collega’s ga ik zonder twijfel heel hard missen. Veerle Moons

11CONNECT ING

Johan: Myriam heeft enorm veel geduld. Luisteren, informeren, compromissen zoeken en delegeren zijn haar sterke punten. Daarnaast was ze zeer goed in het aanspreken van collega’s op hun kracht en talent. Met dank aan Myriam Johan: Er gaat niks drastisch veranderen nu ik de fakkel heb overgenomen.

Samen Myriam: Eigenlijk ben ik destijds in de functie van campusvoorzitter gerold. Want van nature ben ik niet echt een leiders figuur. Omgaan met mensen, teamwerk vind ik heel belangrijk. Ik heb deze job dan ook nooit alleen gedaan. Dat was altijd samen. Je draait als campus niet als je geen hecht managementteam hebt en geen team van gemotiveerde docenten. Wat mij dan wel een goede voorzitter maakte? Daar laat ik Johan op antwoorden.

NIEUWS UIT DE FACULTEIT 12 EEN VASTE STEK

INSTUDENT-ONDERNEMERSVOORHETCENTRUMVANGEEL

Op 4 oktober opende cocoon2440 officieel zijn deuren. “cocoon staat voor co-working, co-creation en ondernemerschap en verwijst naar een beschermende cocon zoals we die kennen in de wondere wereld van de insecten” aldus Prof. Flora Carrijn academisch beheerder. “Dankzij de steun van stad Geel (vandaar het postnummer ‘2440’) komt KU Leuven nu extra in beeld in het centrum van Geel.” Cocoon2440 bestaat uit drie ruimtes, een technologisch atelier, eenpop-up & vergaderruimte en een professionele keuken. Deze laatste geeft studenten van de master biowetenschappen voedingsindustrie de mogelijkheid om ook met voeding innovatieve recepturen uit te werken. In het techno logisch atelier kunnen studenten eigenhandig aan de slag met elektronica-apparatuur, 3D-printing e.d. De pop-up & vergader ruimte geeft zichtbaarheid langs de drukke Stationsstraat.

Van microchips tot duurzame voeding Medewerkers van Campus Geel zijn bedrijvig in tal van projecten die in cocoon2440 vorm zullen krijgen. Met het AETHER-project wil men binnen vier jaar een mini-satelliet lanceren waarbij een wetenschappelijke proef wordt uitgevoerd in de ruimte. Studenten van het Postgraduaat Innoverend Ondernemen, master- en bachelorstudenten kunnen er samenwerken om de nodige technologieën omtrent communicatie, sturing en de ontwikkeling van geschikte microchips onder de knie te krijgen. Prof. Bert Lauwers, decaan

En dat er interesse is vanuit bedrijven om mee te werken aan de initiatieven van cocoon2440 bleek tijdens de opendeurdag van vrijdag 5 oktober. Tal van ondernemers uit de regio kwamen langs om de mogelijkheden tot samenwerking in onderzoek, studentenprojecten of masterproeven af te toetsen.

Een evenement waarbij studententeams worden uitgedaagd een creatieve, technologische oplossing te vinden voor een probleem in de “3D-printingruimtevaart.enscanning is een item dat in cocoon2440 zeker een gebruikstopic zal worden” geeft Rita Thijs, coördinator van cocoon2440 aan.

Tal van ideeën liggen er op tafel binnen de slimme technologie van internet of actions, ondersteuning door de onderzoeksgroep Advise is hier verzekerd.

Toegankelijk voor iedereen “Met cocoon2440 willen we de wondere wereld van technologie en wetenschap toegankelijk maken voor iedereen” aldus Bert Lauwers, decaan van de faculteit. “cocoon2440 is een plek waar STEM-initiatieven van de laatste graad van de secundaire scholen ondersteuning krijgen van KU Leuven.” Ook de burger die hulp wil bij de uitwerking van zijn innovatief, technologisch idee is van harte welkom. Op gepaste ogenblikken organiseert cocoon2440 wetenschapssessies en workshops waarop iedereen welkom is.

Marc Geerinckx

vbno.: Rita Thijs, projectcoördinator; Prof. Luc Sels, rector van KU Leuven; prof. Flora Carrijn, academisch beheerder en Vera Celis, burgemeester van de stad Geel Meer info:  www.cocoon2440.be of contacteer ons via cocoon2440@kuleuven.be

Tijdens de Dag van de Wetenschap op 25 november staan de deuren van cooon2440 natuurlijk open voor het brede publiek.

13CONNECT ING

In november vindt er voor het eerst een Shackleton plaats.

De bouw, aansturing en communicatie van drones wordt er als studentenproject gelanceerd door prof. Valentijn Desmedt, die hier spreekt over een uit de hand gelopen hobby.

Studenten van de opleiding voeding werken er aan hun deelname aan Ecotrophelia een wedstrijd van de federatie van voedings bedrijven FEVIA, waarbij studenten aan productontwikkeling doen in het kader van duurzame voeding.

Rector Luc Sels loofde het initiatief tijdens zijn openingsspeech, sprak woorden van dank uit aan allen die hebben bijgedragen tot de realisatie van cocoon2440 en gaf de boodschap het project tijd te geven om te groeien. “Hier staat de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van KU Leuven voor, dit maakt jullie uniek binnen de universiteit,” aldus Luc Sels.

PRINTING

PROJECT-GEBASEERD2020:ONDERWIJS

Onderwijskundig kader De methodologie werd al met succes uitgetest op relatief kleine schaal. “Wij wilden in eerste instantie een breder onder wijskundig kader ontwikkelen voor zulke interdisciplinaire projecten”, aldus Veerle. “ Bovendien wensten we ook het concept op te waarderen tot een nieuw en volwaardig team project binnen het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs, te vergelijken met succesvolle projecten als het Punch Powertrain Solar team, het Formula Electric Belgium team en het CORE team. Met dit verschil dat het ons er in eerste instantie om te doen was innovatieve projecten te realiseren in en voor de biomedische sector met behulp van 3D-(bio)printers”.

In juni 2018 stelde ‘ Innovived’ zich voor aan onderzoekers en ondernemers tijdens de eerste Innovation & Networking Night van Technovation Hub in Leuven. Het verzorgde er een workshop over ‘3D-printing binnen de life sciences’.

De ingenieur van 2020, dat is een professional die vanuit wetenschappelijkgebaseerde concepten technologische toepassingen ontwikkelt en ze vertaalt naar de industriële of maatschappelijke praktijk. Interdisciplinaire competenties zoals probleemoplossend vermogen, implementatievaardigden en verantwoorde lijkheidszin zijn daarbij onontbeerlijk. Interdisciplinair projectwerk kan de toekomstige ingenieurs hierop voorbereiden. Het PRINTING 2020-initiatief is daar een goed voorbeeld van. Het kon rekenen op de steun van het Onderwijsontwikkelingsfonds van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen en resulteerde in een nieuw team in het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs. Prof. Veerle Bloemen licht toe. Project-gebaseerd onderwijs is niet meer weg te denken uit de ingenieursopleiding. “Dat is maar goed ook”, vindt Veerle. “Projecten zijn dé aangewezen manier om toekomstige ingenieurs de nodige beroepscompetenties bij te brengen. Het PRINTING 2020-project had als doel om studenten uit verschillende opleidingen – chemie en biochemie maar ook elektromechanica en elektronica-ICT samen te brengen in één team. De opdracht bestond erin een technologische innovatie te realiseren door bestaande technologieën te integreren in een nieuw product. Dit gebeurde onder begeleiding van docenten met uiteenlopende background en – niet te vergeten in interactie met het werkveld”.

Het team heeft de vuurdoop met glans doorstaan en zet gedurende dit academiejaar versterkt met nieuwe krachten zijn werkzaamheden enthousiast verder.

VAN DE COMPETENTIES

“Ons uitgangspunt was dat binnen zo’n interdisciplinair project elke student vanuit een bepaald profiel de opdracht benadert en een specifieke technische verantwoordelijkheid op zich neemt die rechtstreeks aansluit bij zijn of haar opleiding en expertise”, vervolgt Veerle. “Je zou het model kunnen vergelijken met een ketting, waarbij elke student als een schakel een rechtstreeks contact onderhoudt met zowel de voorgaande als de volgende schakel. Een goed gesmeerde informatiedoorstroming tussen de studenten en duidelijke taakomschrijvingen zijn in deze opzet cruciaal om tot de gewenste innovatie te komen en de vooropgestelde competenties te verwerven”.

Julie Vermeersch, Yves Persoons  www.innovived.be

Tijdens het vorige academiejaar is ‘Innovived’ van start gegaan, een interdisciplinair team van ingenieurs en masterstudenten van Campus Groep T. “Onze missie bestaat erin om uit dagende projecten te realiseren op het raakvlak van biologie en technologie”, legt teamleider Pieterjan Uytterhoeven uit. “Daarbij willen we in samenwerking met bedrijven innovatieve initiatieven nemen in het domein van de ‘life sciences” en de transfer van kennis en knowhow faciliteren tussen en naar wetenschappers en ingenieurs. Verder willen we via een STEM-aanbod toekomstige studenten warm maken voor technologieën in de biomedische sector. Momenteel focussen we op toepassingen met behulp van 3D-printen die ingezet kunnen worden in o.m. de plastische chirurgie, de tand heelkunde en de weefselregeneratie”.

14 ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

VOOR DE INTEGRATIE

VAN ING2020

Veerle Bloemen

15CONNECT ING

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

Op Campus Diepenbeek ontwikkelden een docententeam van het departement Werktuigkunde en een paar gedreven alumni/ doctorandi een interactieve e-learning module. Die moet bachelor- maar ook masterstudenten Elektromechanica in staat stellen om zich op eigen houtje de basisprincipes van het mechanisch ontwerpen eigen te maken. Het accent ligt daarbij op de maaten geometrische toleranties, vandaar de naam ‘Tolerantiewijzer’. Het project werd gerealiseerd met de steun van het Onderwijsontwikkelings fonds van de faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen.Prof.KarelKellensschetstde

“De Tolerantiewijzer vormt de brug tussen opleidingsonderdelen zoals grafisch ontwerpen, CAD, materiaal kunde, machine-ondervormgevingstechnieken,delen,ondernemen en de bachelorproef”, aldus John Bijnens. “Maar er is meer. Onze module is zodanig geconcipieerd dat ze ook breder inzetbaar is. Als bij- of nascholingstool voor jonge en meer ervaren ingenieurs bijvoorbeeld. Of gewoon voor iedereen die geïnteresseerd is in mechanisch ontwerpen. Aangezien onze studenten hun bachelorproef – en ook hun masterthesis in of in ieder geval i.s.m. een bedrijf realiseren, zien we dat onze Tolerantiewijzer ook zijn weg weet te vinden in de ingenieurspraktijk”.

16

HOE LEER JE

Open source Voor de concrete uitwerking van de modules stonden twee alumni van Campus Diepenbeek in: Jeroen en Martijn Cramer, inmiddels allebei doctorandi aan de KU Leuven. Daarbij maakten ze gebruik van het open source pakket Xerte.

Om deze niveauverschillen recht te trekken tijdens de reguliere opleiding, daarvoor ontbreekt ons de tijd. Dus besloten we met een aantal collega’s een online module te ontwikkelen die de studenten kan ondersteunen bij het correct toepassen van toleranties op bematingen en plaats- en vormtoleranties op een mechanisch werkstuk. En dat alles op een interactieve en attractieve wijze, dus met veel praktische voorbeelden, oefeningen, inclusief een heuse slotquiz met een uitgebreide mix van vragen”. Voorwaarden “Een machine bouwen houdt meer in dan de assemblage van kant-en-klare of zelfontworpen onderdelen”, vervolgt projectcoördinator ing. John Bijnens. “De aangekochte accessoires moeten geselecteerd kunnen worden op basis van de juiste toleranties. Hetzelfde geldt voor de zelfontworpen stukken. Ook die moeten voldoen aan strikte voorwaarden inzake bemating en aangepaste toleranties. De meeste handboeken hebben vooral aandacht voor het creëren van aanzichten en de bemating ervan. De consequenties op het vlak van maakbaarheid, de montage, de kostprijs en de impact op het milieu komen pas op het tweede plan. Met onze online leermodule willen hieraan tegemoetkomen”.

“ Met het materiaal van de Tolerantiewijzer kun je op twee manieren aan de slag”, voegt Martijn eraan toe. “Enerzijds in chronologische volgorde, wat de meest aangewezen weg is voor studenten met een veeleer beperkte voorkennis.

“De Tolerantiewijzer vormt de brug tussen opleidingsonderdelen zoals grafisch ontwerpen, CAD, materiaalkunde, enonderdelen,technieken,vormgevings-machine-ondernemendebachelorproef.”

Op termijn willen we dat studenten of afgestudeerden er ook op hun tablet weg mee kunnen”.

MECHANISCHZELFSTANDIGONTWERPEN?

“Het idee om Xerte te gebruiken kwam van John Bijnens”, vertelt Jeroen. “Hij heeft deze omgeving geïnstalleerd en geconfigureerd en ontwikkelt er al geruime tijd zijn cursusmateriaal mee. Xerte maakt het mogelijk om er op alle campussen mee te werken, onafhankelijk van het aldaar gebruikte systeem: PC, Mac of Linux.

achtergrond. “Aan de basis van de Tolerantiewijzer ligt de constatatie dat studenten in de derde bachelorfase het vaak moeilijk hebben om in hun bachelorproef de onderdelen van hun mechanisch ontwerp op een correcte manier te bematen en te tolereren. Voor de machinebouw en de werktuig kunde in het algemeen zijn deze aspecten wel cruciaal om tot een degelijk eind product te komen. Een en ander heeft te maken met de diverse vooropleiding van zowel de instromers uit het middelbaar onderwijs als de zij-instromers: schakelaars, studenten van andere campussen, enz.

Nederlandstalige) Tolerantie wijzer heeft alvast in Diepenbeek zijn start niet gemist. “We weten inmiddels dat nagenoeg alle bachelors en tal van masterstudenten er gebruik van maken. Ieder op zijn of haar eigen manier, ieder op zijn of haar tempo, ieder volgens zijn of haar behoeften. Precies zoals we het gewild en bedoeld hebben”, besluit Johan Bijnens.

diepenbeek.be/tolerantiewijzer/nl/ 17CONNECT ING

Anderzijds thematisch. Gevorderden met specifieke vragen kunnen via de inhouds opgaven tussen de verschillende hoofdstukken navigeren om hun gading te vinden”. Perfectioneren “Nu de inhoud praktisch helemaal op punt staat, gaan we de module verder finetunen”, legt prof. Kellens uit. “ Aan de vormgeving en de gebruiksvriendelijkheid in het algemeen kan bijvoorbeeld nog gesleuteld worden. Uiteraard kunnen op elk moment nieuwe oefeningen of ‘best practices’ toegevoegd worden. We zijn eveneens van plan om een Engelse versie uit te brengen. Je ziet immers dat het aantal internationale studenten in onze faculteit jaarlijks toeneemt. Onze ‘Tolerance Indicator’ kan hen in staat stellen om een professioneel mechanisch dossier volgens internationale normen af te leveren of te beoordelen”.De(vooralsnog

Yves Persoons http://technologiecampus vlnr.: John Bijnens, Jeroen Cramer, Martijn Cramer en prof. Karel Kellens

Yonathan Adam, Matthijs Minten, Vincent Minten, Ruben Elektronica-ICT:Wetzels

• Campus Groep T Biochemie: “The Development of a Bacteria-based Bio-actuator and its Integration into Electronic Circuits” Seppe Goovaerts, Ruben Vleugels, Alexander Paulussen Chemie: “Evaluatie en optimalisatie van synthese- en analyse methodes voor een polyaniline zuur-base gas sensor”

Thema Mens en Maatschappij: Ikram Mohout Thema Ecologie en Duurzaamheid: Bernd Verdyck Thema Innovatie en Vernieuwing: Stijn Tuezney Thema Bedrijfsimpact: Nicholas Decleyre

GOLDEN S-CURVE 2018

• Technologiecampus Gent Biochemie: “Screening van de intrinsieke eigenschappen van functionele ingrediënten met behulp van een mager modelvleessysteem” Quinten Masijn Chemie: “Implementatie van Good Manufacturing Practices voor cosmetica” Inge De Preter

• Campus Brugge Elektronica-ICT: “Implementatie van een Internet-of-Things protocol” Klaas Govaerts (promotoren Piet Cordemans en Jean-Jacques Vandenbussche)

“Synthesis and Characterization of organically Modified Metal Oxide Surfaces by Surface Initiated Radical Polymerization” Astrid Dugardyn

18 STUDENTEN IN DE KIJKER

• Campus De Nayer Biochemie: “Optimalisatie van een expressiesysteem voor recombinante productie van het ijsnucleatieproteïne en het antivriesproteïne” Lise Chemie:Steenkiste

ALUMNI INGENIEURS BACHELORPRIJZEN 2018

• Campus Groep T Biochemie: “Ontwikkeling van een duurzaam auditsysteem om de effectiviteit van Cleaning-in-Place te garanderen” Lina De Chemie:Belder

“Ontwerp van een geautomatiseerd multifunctioneel ladingsplatform voor politietrucks”

• Campus De Nayer Dries Tampère en Evy Peeters

“Invloed van verschillende spuitgietparameters op de hechting tussen thermohardende rubbers en thermo plasten bij het 2K-spuitgieten” Michiel Gijsen

IN DE PRIJZEN

“Development of a Monitoring System for Photovoltaic Installations” Hilton Khadka, Koen Van Kerckhoven, Robin Kessels, Selwin Elektromechanica:Konijn

WINNAARS KVCV (Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging) MASTERPRIJZEN 2018

“Optimaliseren van de procedure om een lijmof dichtingskit te ontleden in zijn componenten” Daan Steurs

• Campus Geel Elektronica-ICT: “Off grid solar system” Aaron Verheyen, Bram Verheyen, Stef Rommes, Karel Appels, Dries Dingenen WILLY ASSELMAN AWARDS 2018

Anthony van Heymbeeck, Jeroen Depla, Joachim Vanderstuyft

KPMG – INNOVATIEPRIJZEN 2018

• Campus De Nayer

• Campus Diepenbeek Biochemie: “Transformatie van Gc-globuline tot GcMAF” Gudrun Chemie:Conings

Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs Alexander Van Bellinghen, master Industriële wetenschappen: elektromechanica (focus Clinical Engineering): ‘Implementatie van het V&V-framework’. Bedrijf: Siemens Industry Software (Haasrode) ‘Optimalisering van software-interfaces’. Bedrijf: Materialise (Haasrode)

Sinds 2011 neemt een veertigkoppig studententeam van KU Leuven en de hogeschool Thomas More deel aan de internationale Formula Student Competitions in diverse landen. Bij deze wedstrijden komt het er niet alleen op aan om als snelste over de meet te komen of om de beste prestaties neer te zetten inzake acceleratie en uithoudingsvermogen. Professionaliteit en innovatie werpen minstens evenveel gewicht in de schaal. In Tsjechië imponeerden de studenten van Formula Electric Belgium de jury met het technische ontwerp van hun wagen. Naast goud voor het beste ontwerp behaalde de Umicore Pulse ook brons in het onderdeel ‘acceleratie’. Geen wonder, want de wagen haalt zonder moeite 100 km per uur in amper 2,6 seconden. “De eerste plaats is de mooiste prijs die we konden winnen”, zegt teamleider Arthur Coppieters. “Bovendien is het de bekroning van ons innovatief vermogen. Ik ben dan ook heel trots op alle teamleden voor wie een jaar lang geen inspanning te veel was”. AI en 3D Wat innovatie betreft, pakte het team dit jaar uit met een uniek koelsysteem ontworpen met behulp van artificiële intelligentie en geproduceerd via 3D-printen. Zo werd de elektrische motor niet alleen efficiënter gekoeld maar ook een stuk performanter. Samen met het innovatieve batterijpakket, de zelfontwikkelde boordcomputer en tal van andere technologische hoogstandjes leverde het de eerste plaats op in de categorie ‘ontwerpen’. Met de race in Tsjechië sluit het Formula Electric Belgium Team het seizoen glorieus af. Yves Persoons

STUDENTEN IN DE KIJKER De Umicore Pulse, de elektrische racewagen van Formula Electric Belgium, blonk op 5 augustus 2018 uit op de Formula Student Czech Republic Competition.

FORMULA ELECTRIC BELGIUM TEAM STUNT IN TSJECHIË

19CONNECT ING

Studententeams van meer dan 50 universiteiten van over de hele wereld namen het tegen elkaar op met een zelfgebouwde race wagen. De studenten van de campussen Groep T en De Nayer en de Thomas More hogeschool wonnen de hoofdprijs voor het beste ontwerp.

STUDENTEN IN DE KIJKER

EEN DERDE

Inzake sortering en recyclage van afval zou Vlaanderen in Europa en ver erbuiten tot de koplopers behoren. Fost Plus, de organisatie die instaat voor de promotie, sortering en selectieve inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval, spreekt zelfs over bijna 100% recyclage van metalen verpakkingen. Geen vuiltje aan de lucht dus. “Volgens de letter van de wet, kan dat wel kloppen”, meent promotor Prof. Jo Van Caneghem. “De praktijk die onze studenten proefondervindelijk in kaart hebben gebracht, geeft echter een ander en vooral correcter beeld”. VAN VERPAKKINGSAFVALMETALENISSPOORLOOS vlnr. Evita De Coster, Katrien Vandenbergh, Loes Weemaels, prof. Jo Van Caneghem, Stijn De Broyer en Niels Lambrix 20

Vlaanderen recycleert slechts 65% van de metalen verpakkingen. Tot die vaststelling kwamen vier bachelorstudenten industriële wetenschappen Chemie van Campus Groep T. Zij onderzochten in het kader van hun bachelorproef de materialenstroom van metalen verpakkingen zoals conserven- en drankblikjes, koekendozen en diens meer. De resultaten van Evita De Coster, Katrien Vandenbergh, Niels Lambrix en Stijn De Broyer werden meteen voorpagina nieuws. En deden overal te lande de wenkbrauwen fronsen.

Volgens Prof. Van Caneghem moet men niet alleen de consumenten met de vinger wijzen. Er is ook een belangrijke taak weggelegd voor de bedrijven om meer bewust te worden van het belang van eco-design waarin de ‘end of life’ fase van de verpakkingen mee wordt opgenomen als design criterium.

Achtergrond “De bachelorproef van het Groep T-viertal werd uitgevoerd in opdracht van Recover”, legt Loes Weemaels uit. Zij is project coördinator bij Interafval, een onderdeel van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). “Omdat verschillende lokale besturen in Vlaanderen problemen ondervinden met de inzameling van verpakkingsafval en zwerfvuil, besloten elf Vlaamse afvalintercommunales en de Stad Antwerpen in 2016 de krachten te bundelen. Dit samenwerkingsverband kreeg de naam Recover. Er werd besloten een reeks studies op de rails te zetten met het oog op een verhoogde en efficiëntere inzameling van verpakkingsafval. Vooral het zwerfvuil is voor menig burger een bron van ergernis. Ga maar eens kijken naar de eerste de beste festivalweide of het parcours na een wielerwedstrijd om je te vergewissen hoeveel troep daar achter gelaten wordt. En dan hebben we het nog niet eens over de blikjes die rondslingeren op straten en pleinen, in bermen en parken. Recover wil de beleidsmakers wetenschappelijk verantwoorde data presenteren over de recyclagegraad van – in dit geval metalen verpakkingen”.

Hoe los je dit probleem op? “Een pasklaar antwoord is er vooralsnog niet”, zegt Stijn. “Het invoeren van statiegeld op blikjes en petflessen ligt politiek nog altijd moeilijk. Blijft dus niet veel anders over dan de consument te informeren en te sensibiliseren. Om een voorbeeld te geven. Veel mensen weten niet dat kroonkurken in de pmd-zak moeten en niet bij het restafval.

“Als je ziet welke fenomenale bedragen frisdrankproducenten en brouwerijen spenderen aan reclame, sponsering en PR in het algemeen, dan kan het toch niet teveel gevraagd zijn om mee het probleem aan te pakken. Met om te beginnen een blik te werpen op wat er gebeurt of niet gebeurt met hun blik”.

“Het probleem waarmee we geconfronteerd werden, kun je best als volgt omschrijven”, vertelt Evita. “Uit studies blijkt dat in Vlaanderen jaarlijks zowat 45.000 ton metalen verpakkings materiaal op de markt komt. Daarvan komt na gebruik slechts de helft terecht waar het moet: in de blauwe pmd-zak. Een flink deel belandt waar het niet hoort: in de zak voor restafval, in gemengde straatvuilniszakken of slingert rond als zwerfvuil. Wat men van deze categorie nog kan inzamelen, gaat mee de afvalverbrandingsinstallatie in. Metalen verbranden in principe niet – een paar uitzonderingen niet te na gesproken dus kunnen uit de as die overblijft in de roosteroven waardevolle metalen gesorteerd worden voor verdere recuperatie”. Met schop en blik De studenten voerden hun onderzoek uit bij Indaver in Antwerpen. “Een bijzondere ervaring”, aldus Stijn. “Gewapend met schop en vuilnisblik trokken we de verbrandingsinstallatie in om monsters te nemen. Let wel, we schepten er niet zomaar in het wilde weg op los, maar volgden nauwgezet wetenschappelijke methodes om representatieve stalen te verzamelen. Daarop voerden we dan sorteerexperimenten uit met de bedoeling de hoeveelheid metalen verpakkingen in de as te bepalen evenals de effectieve recyclagegraad. Zonder al te technisch te worden: de recyclage breuk bereken je door de metalen verpakkingen uit de bodemassen bij de metalen ingezameld uit de pmd-zakken te tellen. Dit cijfer deel je vervolgens door de op de markt gebrachte metalen “Eerlijkverpakkingen”.gezegd, het was even schrikken toen we de resultaten zagen”, vervolgt Niels. “Wat bleek? Uiteindelijk zat er slechts 3,7 ton metalen verpakkingsafval in de verbrandingsas. Dat komt overeen met een effectieve recyclagegraad van in het beste geval 64,8%. Als we vervolgens nog een aantal correcties uitvoerden – o.m. door de verliezen aan aluminium tijdens de verbranding in rekening te brengen dan kwamen we niet verder dan 4 ton, ‘goed’ voor 65,6%. Conclusie: één derde van de metalen verpakkingen wordt na gebruik niet gerecycleerd”. Geen antwoord Waar is dat derde dan naar toe? “Blijkbaar kan niemand hier een steekhoudend antwoord op geven”, zegt Katrien. “Tenzij je aanneemt dat de Vlaamse huishoudens massaal conserven en drankblikjes zijn gaan hamsteren. Maar ook als we de berekeningswijze van Fost Plus toepassen, blijf je ver onder de 100% waarmee uitgepakt wordt. Je moet weten dat Fost Plus wettelijk een deel van het schroot uit de verbrandingsassen – ongeacht of het verpakkingen zijn of niet mag laten meetellen als zijnde gerecycleerde verpakkingen. In 2015 ging het bijvoorbeeld om bijna 19.000 ton metalen uit het schroot van de verbrandingsovens. In de realiteit bestaat deze hoeveelheid dus voor minder dan één vierde uit verpakkingsafval.

Probleemstelling

Yves Persoons 21CONNECT ING

Er vertrok een oproep naar universiteiten en onderzoeks instellingen. Prof. Van Caneghem en vier van haar derdejaars bachelor studenten sprongen meteen op de kar. “Een unieke kans en een grote uitdaging om een maatschappelijk relevant onderwerp te onderzoeken”, aldus Katrien. “En als bachelor nu al nuttige praktijkervaring op te doen voor later”.

Onverschilligheid en nonchalance spelen zonder twijfel ook een niet te onderschatten rol”.

Dat de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen de professionalisering van haar onderwijs hoog in het vaandel voert, is bekend. Een van de ‘schoolvoorbeelden’ hiervan zijn de Docententeamdagen. Elk academiejaar steken docenten van de verschillende campussen twee keer de koppen bij elkaar om na te denken en van gedachten te wisselen over een relevant onderwijsthema dat iedereen aanbelangt. Op 11 september 2018 vond de 6de editie plaats, ditmaal op Campus Diepenbeek. Ann Nestor, event- en projectondersteuner van onderwijskundige projectinitiatieven, geeft tekst en uitleg bij het in alle opzichten geslaagde evenement. Samen met prof. Wim van Petegem stond zij in voor de organisatie ervan. “In Diepenbeek lieten we ons licht schijnen op twee thema’s”, legt Ann uit. “We formuleerden ze als vragen. Om te beginnen: hoe kan je de taalvaardigheid van je studenten ondersteunen en bevorderen? En vervolgens: hoe kan ICT bijdragen tot je onderwijspraktijk? Hoe actueel beide thema’s zijn, blijkt uit de opkomst. We verwelkomden niet minder dan 110 deelnemers.

DOCENTEN IN DE KIJKER 22

SAMENDOCENTENTEAMDAGEN:WERKENAANONDERWIJS

Alle campussen en alle permanente onderwijscommissies van de faculteit waren vertegenwoordigd. Dat laatste is niet onbelangrijk want het zijn de POC’s die instaan voor de kwaliteit van het onderwijs binnen een opleiding”.

Meerwaarde Tijdens het ochtendprogramma stond de problematiek van de taalvaardigheid van de studenten industrieel ingenieur centraal. “Dat taal en communicatie in het algemeen een meerwaarde betekenen voor toekomstige ingenieurs, daar is inmiddels iedereen van overtuigd”, aldus Ann. Jeroen Lievens vertelde daar in zijn presentatie een paar interessante dingen over. “Wist je dat ingenieurs gemiddeld 50 tot 60% van hun werktijd besteden aan talige communicatie? Uitschieters daarbij zijn tweegesprekken, op de voet gevolgd door telefoneren, overleggen en onderhandelen – vergaderen dus en – niet te vergeten presenteren. Ook het netwerken en de almaar toenemende videoconferenties veronder stellen de nodige communicatieve vaardigheden. In de schriftelijke communicatie staan e-mail, rapporteren en verslaggeving aan de top.

Online support Het namiddagprogramma stond volledig in het teken van ICT. Deskundigen van ICTS en van de Dienst Onderwijskundige Professionalisering boden samen 5 workshops aan waarin besproken, gedemonstreerd en uitgeprobeerd werd hoe ICT in de onderwijspraktijk nog beter en intensiever ingezet kan worden.

“Met als uitgangspunt: wat kan ik in mijn onderwijspraktijk en/of mijn opleiding concreet doen en welke ondersteuning heb ik daarbij nodig. Tijdens de terugkoppeling werden de prioritaire actiepunten op een rijtje gezet en een aanzet gegeven naar de vertaling ervan in leerlijnen. Een van de conclusies was dat er op verschillende niveaus gewerkt moet worden. Om te beginnen moeten de studenten ‘aan den lijve’ de noodzaak en het belang van een goede taalbeheersing ondervinden. De docenten van hun kant hebben als taak om in hun onderwijspraktijk betekenisvolle en krachtige taalopdrachten te integreren. En het beleid moet ervoor zorgen dat een inclusief en coherent taalbeleid een essentieel onderdeel van elk curriculum vormt”.

Ook de zgn. collaborative tools zoals Skype for Business en het gebruik van Box voor het opslaan en delen van gegevens en documenten konden op flink wat belangstelling rekenen.

“Aan keuze was er inderdaad geen gebrek”, bevestigt Ann. “Het aanbod varieerde van videobewerkingsprogramma’s en het creëren van cloudplatformen over digitale stemsystemen tot de aanmaak van online schrijfopdrachten en de detectie van plagiaat.

Wie denkt dat taal en communicatie in eerste instantie de commerciële ingenieurs aanbelangen, heeft het verkeerd voor. Ook in technische jobs, in R&D en – uiteraard in management functies wordt quasi even intensief gecommuniceerd. En dan hebben we het nog niet gehad over het feit dat de voertaal overwegend het Engels is. Kortom, engineering wordt in almaar toenemende mate een sociale en communicatieve bedrijvigheid”. Taalbeleid Aan de KU Leuven is de ontwikkeling van academische taal vaardigheid al langer een hoeksteen van het taalbeleid. In de plenaire sessie presenteerden deskundigen van het Instituut voor Levende Talen - Lieve De Wachter, Margot D’Hertefelt en Machteld Hauben - de krachtlijnen. Zo moet het taalbeleid bijvoorbeeld inclusief zijn – dus bedoeld voor alle studenten met extra support voor specifieke doelgroepen én afgestemd op de noden van elke faculteit en opleiding. “Aan onze multicampusfaculteit zorgt een en ander voor bijkomende uitdagingen”, zegt Ann. “Let wel, het is niet zo dat we van nul starten. FIIW heeft al curriculaire en extra-curriculaire initiatieven genomen om de taalbeheersing van de studenten actief te ondersteunen”.

Na de plenaire sessie stonden 5 parallelle workshops op het programma: één per POC. “Daarin werden specifieke schrijf- en spreekvaardigheden onder de loep genomen, good practices geïnventariseerd en nagedacht over de inzet van nieuwe of alternatieve strategieën en didactische methodes”, vervolgt Ann.

23CONNECT ING

Succes “Met de organisatie van een eenmalig evenement is de kous natuurlijk niet af”, besluit Ann. “Vanaf nu gaat de aandacht naar de opvolging van de vele voorstellen en bevindingen in de POC’s en op campusniveau. Maar dat de docententeamdag zelf een succes was, dat staat vast. Oordeel zelf: de deelnemers beloonden ons met een score van 85%. Dat is – bij mijn weten een grootste onderscheiding”. Yves Persoons  https://iiw.kuleuven.be/personeel/docententeamdagen/

En toeval of – net niet: de workshop over online examineren en toetsen was in een mum van tijd volzet”.

VLAAMSE GLASTUINBOUW?

DEMICRO-ALGEN:TOEKOMSTVANDE

Blauw mag dan wel een primaire kleur zijn in het systeem van kleurenmenging, in de natuur komt het maar zelden voor. Geen wonder dat gedurende eeuwen blauw werd omgeven door een mysterieuze waas. Van het blauwe kleed van de Maagd Maria (nota bene nog altijd de kleur van onze universiteit) over de beruchte Blauwbaard tot de blauwe bloem, het symbool van de romantiek. En bij de royals zou zogezegd blauw bloed door de aderen stromen.

De glastuinbouw in Vlaanderen heeft het moeilijk. De internationale concurrentie maakt dat vele bedrijven overkop gaan. Maar er is volgens onderzoekster Orily Depraetere een mogelijk en bovendien duurzaam alternatief: de teelt van micro-algen en de extractie van blauwe kleurstof eruit. Orily is verbonden aan de Technologiecampus Gent en staat het Proefcentrum voor de Groententeelt (PCG) met raad en daad bij.

Iedere wetenschapper weet dat wat op laboratoriumschaal werkt, niet altijd hetzelfde effect heeft in andere omstandigheden.

Onderzoekers blijven daar uiteraard nuchter bij. Ons project bestaat erin uit micro-algen blauwe kleurstof te halen. De micro-algen die we hiervoor gebruiken heten in vaktermen ‘spirulina’, kunnen tot 16% blauwe kleurstof bevatten, ‘fyco cyanine’ genoemd. Welnu, om dat blauw is het ons precies te doen. De vraag naar natuurlijke kleurstoffen neemt namelijk met de dag toe: in de cosmetica, de textielen de voedingsindustrie en dat ten koste van het synthetische blauw (E133 in voedingsproducten) dat in verband gebracht wordt met gezondheids- en andere risico’s.

ONDERZOEK IN DE KIJKER Orily Depraetere en Jolien Devaere 24

Van teelt tot afgewerkt product Micro-algen vind je vooral in Azië en de VSA. Het Interreg project dat – niet toevallig ‘De Blauwe Keten’ heet, heeft precies tot doel hier ook spirulina-algen te kweken van teelt tot afgewerkt product. Daarvoor heeft PCG een pilootinstallatie gebouwd en hebben we de micro-algen bij elkaar gezocht die het meest geschikt zijn voor ons klimaat en de productie van blauwe kleurstof voor gebruik in cosmetica, textiel en voeding. Onze bijdrage bestaat erin om het productieproces en het rendement te optimaliseren. Uit studies is gebleken dat de factor licht hierbij een belangrijke rol speelt. Dus hebben we de microalgen via lichtfilters blootgesteld aan verschillende kleuren van licht. En wat bleek? Rood licht zorgde voor een toename van 45% blauwe kleurstof.

Moortel CAMPUS DE NAYER

ONDERZOEK IN DE KIJKER

Efficient parametric modeling, identification and equalization of room acoustics.

Investigation of the stimulation of anaerobic digestion processes via application of low energetic microwave and ultrasonic irradiation.

CAMPUS DIEPENBEEK

• Prof. Hervé Degée (promotor UHasselt)

• Prof. Youri Meuret (promotor)

End zone design and detailing of pre-tensioned concrete elements.

Niccolò29/08/2018Antonello

Treatment of activated sludge to improve the biological waste water treatment process: Ultrasound versus plasma treatments.

 www.grensregio.eu/projecten/de-blauwe-keten

Nina18/09/2018Vande

Rik07/09/2018Steensels

ponds voor

CAMPUS GROEP T

• Prof. Peter Hanselaer (co-promotor)

• Dr. Rob Van den Broeck (co-promotor)

Giacomo13/07/2018Vairetti

Solving inverse problems in room acoustics using physical models, sparse regularization and numerical optimization.

• Prof. Patrick A. Naylor (co-promotor, Imperial College London)

CAMPUS GROEP T

• Prof. Søren Holdt Jensen (co-promotor, Aalborg University)

CAMPUS DE NAYER

25CONNECT ING

Daarom stelde het PCG voor om de belichtingsproef uit te proberen in een echte serre. Hierbij zijn op een eerste raceway pond een LED-belichting voorzien met een lichtspectrum van 95% rood licht, een tweede met een klassieke SON-T-lamp. En een derde pond moet het stellen met natuurlijk licht. Enkel tussen zonsondergang en -opgang wordt daar het licht aangezet. En nu is het uitkijken naar de opbrengst aan kleurstof. De hamvraag hierbij is of een grotere opbrengst de extra kosten van de belichting kan compenseren. Dat gaan we uitzoeken in ons lab op onze campus in Gent. Zullen er in de nabije toekomst minder groenten gekweekt worden in de Vlaamse glastuinbouw? Zou best kunnen, maar – geef toe beter een blauwtje gelopen dan een groentje gebleven. Orily Depraetere Raceway belichtingsproeven

• Prof. Jan Degrève (co-promotor) Bert27/09/2018Bastiaens

• Prof. Toon van Waterschoot (promotor)

• Prof. Toon van Waterschoot (promotor)

• Prof. Marc Moonen (co-promotor)

• Prof. Lucie Vandewalle (promotor KU Leuven)

• Prof. Raf Dewil (promotor)

Jana19/10/2018Ryckaert

TECHNOLOGIECAMPUS GENT

Novel remote phosphor configurations for lighting and display applications.

• Prof. Raf Dewil (promotor)

• Prof. Marc Moonen (co-promotor)

DOCTORATEN AAN FIIW

• Prof. Lise Appels (co-promotor)

“Wie bij het ontwerpen ervan uitgaat dat alle parameters van zijn simulatiemodel op voorhand gedetermineerd zijn, waagt zich op glad ijs.”

In zijn proefschrift ‘Interval methods for the identification and quantification of inhomogeneous uncertainty in Finite Elements’ ontwikkelde Matthias Faes (Campus De Nayer) een generieke methode om dit specifieke probleem aan te pakken. Het leverde hem in juni 2018 de prestigieuze ECCOMAS Award op (European Community on Computational Methods is Applied Sciences).

Invers “Als je deze

Dat er geen zekerheden zijn in het leven, is algemeen bekend. De techniek vormt hierop geen uitzondering. Ontwerp ingenieurs worden er dagelijks mee geconfronteerd. Om vat te krijgen op de onzekerheid maken ze gebruik van numerieke simulatietechnieken, zoals de eindige elementenmethode.

onzekerheidskwantificeringsmethoden.”jeeendenietworden.eenvoudigdemodelparameterswordt”,depassen,modelleringstechniekenniet-deterministischecorrectwiltoeishetcruciaaldatdespreidingofonzekerheidookpreciesgemodelleerdvervolgtMatthias.“JehebtdiedirectmeetbaarzijndeplaatdiktebijvoorbeeldwaardooronzekerheidofdespreidingrelatiefgekwantificeerdkunnenMaarerzijnookparametersdierechtstreekswaarneembaarzijn:stijfheidinboutverbindingenisdaargoedvoorbeeldvan.Daarvoormoetgebruikmakenvandezgn.inverse

“Wie bij het ontwerpen ervan uitgaat dat alle parameters van zijn simulatiemodel op voorhand gedetermineerd zijn, waagt zich op glad ijs”, vertelt Matthias.

“De werkelijke waarde van de parameters is in de meeste – zoniet alle gevallen inherent onzeker en variabel. Om die onzekerheid in rekening te brengen in een numeriek model, zijn de voorbije jaren verschillende niet-deterministische tech nieken ontwikkeld. Je kunt ze indelen in twee groepen: de probalistische methode enerzijds en de possibilistische aanpak anderzijds. De eerste categorie vertrekt vanuit een gezamenlijke waarschijnlijkheids dichtheidsfunctie om de mogelijke spreiding van de responsen in te schatten. De possibilistische me thoden modelleren de onzekerheid omtrent de werkelijke parameter waarden als een interval. En als de onzekerheid ook nog eens plaatsafhankelijk is, kun je gebruik maken van zgn. intervalvelden”.

Dit laat hen toe om de onzeker heidsfactor te berekenen en in de mate van het mogelijke te voor spellen hoe een materiaal, een onderdeel of een component zich mechanisch, thermisch en aërodynamisch zal gedragen als het in gebruik is. Zolang er voldoende en accurate data beschikbaar zijn, is dat geen onoverkomelijke kwestie. Maar wat te doen als dat niet het geval is of de parameters zelf onzeker en variabel zijn?

“Over deze inverse methoden om de intervalveldonzekerheid te identificeren en te kwantificeren, vind je echter zo goed als niets terug in de vakliteratuur. Die lacune wou ik opvullen”. Meteen wist Matthias wat hem te doen stond: op zoek gaan naar een generieke methode die dat wel zou kunnen.

“Uiteraard moet deze methode aan een aantal voorwaarden voldoen. Om te beginnen moet ze op een zo breed mogelijke scala van computermodellen toepasbaar zijn. Bovendien moet ze efficiënt kunnen omgaan met computer matig zware exemplaren en op een grote hoeveelheid van data. En – last but not least moet de performantie van de methode uitgetest worden op zowel kleinschalige gevalstudies – kwestie van zo precies mogelijk de nauwkeurigheid te kunnen inschatten als op realistische modellen met experimenteel verworven datasets omdat deze je gegarandeerd voor bijkomende uitdagingen plaatsen”.

Schatting Matthias’ proefschrift start met de beschrijving van de onzekerheid in de numeriek voorspelde en fysisch gemeten modelresponsen. Op basis hiervan wordt een regio afgebakend waarin de onzekere respons voorspeld wordt te zullen liggen, wat dan weer toelaat de intervalonzeker heid te identificeren en te kwantificeren. Om de rekenkost binnen de perken te houden, stelt Matthias twee methoden voor die de berekening beperken tot een voorstelling in een laag-dimensionele ruimte. Om de methode toepasbaar te maken op zowel dynamische als statische numerieke modellen, ontwikkelde Matthias de nodige uitbreidingen en aanvullingen die de nauwkeurigheid van de identificatie en kwantificering bevorderen.

ONZEKERHEIDBEREKENBARE

26 ONDERZOEK IN DE KIJKER

Persoons 27CONNECT ING

De case studies die Matthias uitvoerde, tonen alvast aan dat zijn methode in staat is om een zeer precieze schatting te geven van de intervalveldonzekere parameters van een numeriek simulatie model en dat aan een relatief lage rekenkost. Anderzijds is hij zich ook bewust van de limieten van zijn methode. “Om te beginnen staat of valt het resultaat met de kwaliteit van de meetgegevens. Ik heb wel een aantal technieken ingebouwd om met schaarse datasets om te gaan, maar die hebben ook hun beperkingen. Verder is gebleken dat de rekenkost van de methode fors kan oplopen als er veel onzekere parameters op hetzelfde moment geïdentificeerd moeten worden. Dat heeft dan weer te maken met het hoogdimensionele karakter van intervalonzekerheid en de kwantificering ervan. Tevens hebben we kunnen vaststellen dat de visuele metingen een voldoende hoge resolutie moeten hebben om effectief een intervalveld te kunnen identificeren, maar dat is geen onoverkomelijk probleem. Het is veeleer een kwestie van de beschikbaarheid van de nodige meetapparatuur”.

Postdoc Tijdens zijn proefschrift had Matthias de gelegenheid om met de belangrijkste specialisten in zijn vakgebied uitgebreid van gedachten te wisselen: aan de KU Leuven uiteraard maar ook aan de Leibniz Universität in Hannover. Zijn case studies kon hij uitvoeren op de DLR AIRMOD testinfrastructuur in Duitsland en bij Materialise in Leuven. Een bijzondere vermelding verdient volgens Matthias zijn promotor prof. David Moens. “Hij heeft gemaakt dat we in ons vakgebied aan de top in Europa staan”.

Momenteel zet Matthias als postdoc met een FWO mandaat zijn onderzoek aan Campus De Nayer verder. Hij werkt nu aan de ontwikkeling van andere geavanceerde technieken voor onzekerheidskwantificering met zo mogelijk (nog) meer geavanceerde toepassingen die niet alleen in de werktuigkunde maar ook in de bouwkunde, de geologie en andere disciplines bruikbaar zijn. Terugblikkend op zijn prille carrière, besluit Matthias als volgt. “Van kindsbeen af was ik al gefascineerd door wetenschap en techniek en benieuwd hoe de dingen in elkaar zitten en werken. Mijn favoriete speelgoed was Lego Technics, gekregen op mijn tweede van mijn ouders – beiden ingenieur nota bene. Dat ik ingenieur en onderzoeker zou worden, stond bij wijze van spreken in de sterren geschreven. Er zijn blijkbaar toch nog zekerheden in het leven”. Yves Matthias Faes

28 FACULTY WORLDWIDE

“Uiteraard zijn er selectiecriteria, zowel aan de KU Leuven als bij Global E3 zelf”, merkt Georges Gielen op. “De allereerste screening van onze kandidaten gebeurt door de faculteit, die bekijkt of en in welke mate het vakkenpakket gekozen aan de buitenlandse universiteit compatibel is met het onze. De studenten worden uiteraard ook verondersteld het Engels prima te beheersen. Global E3 verwacht dan ook dat elke faculteit een voldoende aantal opleidingsonderdelen in het Engels aanbiedt voor binnenkomende studenten.

Vragen De eerste vraag die geïnteresseerde studenten zich zullen stellen, is ongetwijfeld ‘hoeveel zal dat kosten?’. Iedereen weet dat bij Amerikaanse universiteiten het inschrijvingsgeld flink kan oplopen. En dan – tweede vraag – hoe zit het met de credits? Moeten deelnemende studenten nog vakken volgen of inhalen wanneer ze terug in Leuven zijn? En – tenslotte – wat zijn de toegangsvoorwaarden? Georges Gielen stelt gerust, maar merkt tegelijk wel op dat een Global E3-programma niet voor iedereen is weggelegd. Antwoorden De uitwisseling zelf levert volgens Georges Gielen geen grote problemen op. “Integendeel. We proberen dit te organiseren zoals voor Erasmus. Voor elk van de drie ingenieursfaculteiten blijven de eigen regels van toepassing, of het nu om een uitwisseling van een of twee semesters gaat. Aangezien het om allemaal topuniversiteiten gaat, verwachten we geen problemen inzake kwaliteit. Cruciale voordelen zijn – en dat is meteen een antwoord op de eerste en tweede vraag – dat er in de ontvangende universiteit geen extra inschrijvingsgeld betaald moet worden, en dat de elders verworven credits erkend worden door de faculteit in Leuven (tenminste àls die voorafgaand het studieprogramma heeft goedgekeurd).”

Die ‘deuren’ zijn uitwisselingen met meer dan 75 gerenom meerde universiteiten uit alle continenten. Samen maken ze deel uit van het Global Engineering Education Exchange Program (Global E3). Voormalig vicerector prof. Georges Gielen is academisch coördinator van Global E3 aan de KU Leuven. Hij geeft tekst en uitleg.

“Het opzet van Global E3 bestaat erin om ingenieursstudenten – meer bepaald undergraduate studenten, bij ons zijn dat studenten tot en met de eerste fase van de master – van de betrokken universiteiten de kans te geven om tijdens hun studies gedurende een of twee semesters kennis alsook internationale ervaring op te doen en zich interculturele vaardigheden eigen te maken aan een buitenlandse universiteit van het consortium. Zo zijn ze gewapend om te excelleren in de internationale technologie- en businesswereld van vandaag.” Buitenkans Georges Gielen is overtuigd van de kracht van het programma. “Dit is werkelijk een buitenkans. Geef toe, bij welke ambitieuze ingenieursstudent gaat bij het horen van namen als Michigan University, Georgia Institute of Technology, University of Illinois in Urbana-Champaign, New York University, Texas Tech geen belletje rinkelen? En dan heb ik het nog niet over de Shanghai Jiaotong University in China, de Hong Kong Polytechnic University, KAIST in Zuid-Korea of enkele universiteiten in Latijns-Amerika of Australië. Global E3 heeft inderdaad zijn naam niet gestolen”.

“Sinds dit jaar is KU Leuven – als enige Belgische universiteit nota bene – lid van het Global E3 consortium,” legt Georges Gielen uit. “Collega prof. Michiel Steyaert, decaan van de faculteit Ingenieurswetenschappen, en ikzelf hebben onze schouders onder het project gezet, en daarbij alle ingenieursfaculteiten betrokken. Simpel was het niet, als je bedenkt dat alle leden van de selecte club hun fiat moeten geven voor nieuwe leden.”

GLOBALNIEUWENGINEERING EDUCATION EXCHANGE (GLOBAL E3) VOOR INGENIEURSSTUDENTEN KU LEUVEN

Vanaf het academiejaar 2018-2019 gaan voor studenten uit de drie ingenieursfaculteiten van onze universiteit wereldwijd tal van nieuwe deuren open. We mikken op de fase 1 masterstudenten van de faculteiten Ingenieurswetenschappen (burgerlijk ingenieurs) en Bio-ingenieurswetenschappen (bio-ingenieurs) en de studenten uit bachelor 3 en de masteropleiding van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (industrieel ingenieurs).

Supplementair “Aangezien het om een uitwisselingsprogramma gaat, wordt er van de uitsturende universiteit verwacht dat ze (grosso modo) evenveel buitenlandse studenten ontvangt. Maar ook daar hebben onze faculteiten een vinger in de pap. Ze bekijken het door de studenten gewenste vakkenpakket en de vereiste voorkennis. Deze inkomende studenten kunnen ook een beperkt aantal keuzevakken uit andere faculteiten opnemen. Onze universiteit heeft alvast beslist om jaarlijks tot 16 (semester)studenten uit te sturen en te ontvangen, en we starten met acht semester studenten in het tweede semester van 2018-2019.”

PRAKTISCH

Natuurlijk wordt ook het studieverleden van de kandidaat onder de loep genomen. Eenmaal de faculteit het licht op groen heeft gezet via de interne KU Leuven-selectie, stuurt de student(e) het dossier naar de beoordelingscommissie van Global E3, waar de finale selectie plaatsvindt. Goed om te weten is dat je tot drie universiteiten mag opgeven, in volgorde van voorkeur.”

“Maar er is meer,” voegt Georges Gielen eraan toe. “Het Global E3 programma voorziet ook dat studenten ervoor kunnen kiezen om in het buitenland een stage te lopen in een onderzoekslabo of een bedrijf, veeleer dan formele vakken te volgen. Die mogelijkheid kunnen we ook aanbieden aan inkomende studenten, en dat verloopt dan net zoals de stages van onze Vlaamse studenten.”

• FIIW: Hilde Lauwereys global-e3-fiiw@kuleuven.be Deadlines voor kandidaatstellingen: Contacteer ruim op tijd de programmadirecteur en/of uitwisselingscoördinator van je masteropleiding om je keuze te bespreken. Indicatieve deadlines (de exacte data kunnen jaarlijks lichtjes variëren): • intern: 15 februari, Global E3: 1 maart (voor het daaropvolgende 1ste semester) • intern: 15 september, Global E3: 1 oktober (voor het daaropvolgende 2de semester)  UtilityNav/Program-Applicationhttps://www.iie.org/en/Programs/global-E3/ vlnr Prof. Georges Gielen, academisch coördinator; prof. Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen; prof. Nadine Buys, decaan Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen en prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

Georges Gielen verwijst ten slotte naar een verre oude collega aan de KU Leuven. De grote humanist Desiderius Erasmus schreef niet lang na de stichting van de universiteit: “Viatores sumus in hoc mundo, not habitationes.” Of te wel: “Reizigers zijn wij in deze wereld, geen sedentairen.” Welnu, dat geldt nu nog steeds voor wetenschappers, technologen en uiteraard ook voor Global E3-ingenieurs”. Yves Persoons 29CONNECT ING Meer info en kandidaatstelling bij: • FirW: Pascale Conard global-e3-firw@kuleuven.be FBIW: Matt Tips global-e3-fbiw@kuleuven.be

FACULTY WORLDWIDE 30

Prof. Jan Van programmacoördinatorImpe,

INTERNATIONALEFOOD4S: MASTER IN EEN NIEUW KLEEDJE

Dit academiejaar wordt de Erasmus Mundus Master of Science in Food Science, Technology and Business grondig onder handen genomen. Een update drong zich op, zeker in een sector waarin vitale aangelegenheden zoals voedselproductie en -kwaliteit, gezondheid en duurzaamheid in volle ontwikkeling zijn. Prof Jan Van Impe, programmacoördinator en recent nog bekroond met een eredoctoraat van de ULB, licht een en ander toe. Wat in 2005 ‘bescheiden’ startte als een partnership van de Hoch schule Anhalt, de Universidade Catolica Portugesa en KU LeuvenTechnologiecampus Gent is inmiddeld uitgegroeid tot één van de paradepaardjes van de Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen. In drie jaar tijd verdriedubbelde het aantal nieuwe inschrijvingen.

Prof. Van Impe weet waarom. “Om te beginnen bieden we een volwaardige masteropleiding van 120 studiepunten aan dus internationaal compatibel en dat aan een topuniversiteit als de KU Leuven. Bovendien situeert onze master zich in een domein dat wereldwijd relevant en actueel is. Alle aspecten van food science en technologie komen aan bod, wat maakt dat onze afgestudeerden in alle schakels van de food chain kunnen “Ookfunctioneren”.de‘business component’ draagt bij tot het succes. Cursussen zoals Product Development en Product Management vallen bij de studenten erg in de smaak. Hetzelfde kan gezegd worden over de intensieve samenwerking met bedrijven en “Eenonderzoeksinstellingen”.anderpluspuntisongetwijfeld het ‘joint degree’ dat de afgestudeerden ontvangen. Dat is van bij het begin een strategische keuze geweest. Studenten die voor deze opleiding inschrijven, kiezen ervoor om al reizend te leren. Dit draagt niet alleen bij tot hun persoonlijkheids ontwikkeling en maturiteit, het maakt hen ook gegeerd in de industrie. Belangrijk is wel dat we de instroom onder controle houden zodat iedereen op hetzelfde niveau kan starten. Daarom organiseren we bij de start van het academiejaar een crash course chemie, biochemie en technologie om eventuele hiaten in de voorkennis op te vullen”. Nieuw consortium FOOD4S de nieuwe naam van de master staat voor Sustainable Food Systems Engineering. “De nieuwe naam is meer dan een uithangsbord”, vervolgt prof. Van Impe. “Het staat in eerste instantie voor een vernieuwd curriculum waarmee we de ontwikkelingen op het terrein op de voet willen volgen. Zo hebben we er bijvoorbeeld voor gekozen om in een nieuw consortium samen te werken met een nog grotere groep van internationale partners. Voeding is immers een wereld wijde materie en met meer partners kunnen we ook een groter aantal internationale stages en masterproeven aanbieden”.

On 25 June 2018, a delegation of NUAA, headed by Chancellor Prof. Yongan Zheng, was welcomed at KU Leuven by Prof. Luc Sels, Rector and Prof. Gerard Govers, Vice-Rector of the Science, Engineering and Technology Group. At the end of the visit, a Memorandum of Understanding has been signed, expressing the intention to establish a cooperative relationship in the areas of education and research, more specifically in the fields of science, engineering and technology, including the exchange of academic staff and students and the promotion of joint research projects. Within the framework of this memorandum, Prof. Bert Lauwers, Dean of the Faculty of Engineering Technology, has been invited as a guest professor in Nanjing. NUAA is ranked in the national top 100 universities in China. At two campuses, more than 27,000 students are enrolled in 46 undergraduate, 127 master and 52 doctoral programmes, mainly in the areas of Aerospace Engineering, Mechanical, Electromechanical and Manufacturing Engineering, Automation, Economy and Management. Each year dozens of inter national scholars and exchange students come to NUAA.

31CONNECT ING

Yves Persoons Signing ceremony at the Rector's office “FOOD4S blijft immers een internationale master par excellence.”

Uit ervaring weten we dat studenten in verhouding meer leren in een kleine onderneming dan in een grote doos. In het consortium volgen we nu de regel: vier tot zes maanden voor de masterthesis en in de mate van het mogelijke dezelfde duur voor de stage”. Beurzen Vijftien jaar lang krijgt de master in Food Science, Technology and Nutrition al Europese financiering, wat op zichzelf al heel uitzonderlijk is. Na 2020 zal het consortium zelf voor studenten beurzen zorgen. Wat eveneens behouden blijft in de Food4S nieuwe stijl, dat is de service aan de studenten. “Met onze partners zijn we overeengekomen dat we zullen blijven investeren in competitieve beurzen om de aantrekkingskracht van onze opleiding voor niet EU-studenten te handhaven. FOOD4S blijft immers ook volgend academiejaar een internationale master par excellence”, besluit prof. Van Impe.

“In FOOD4S volgen we een tweesporentraject. Een technologische ‘track’ en een meer computationele richting. Voor beide sporen zijn partners aangezocht met de nodige expertise en knowhow in huis. We gaan ervan uit dat 2/3 van de studenten kiest voor ‘innovative technology’ en 1/3 opteert voor de ‘computational track’. Overigens zal voorzien worden in de mogelijkheid om te switchen onderweg. Wat beide sporen met elkaar delen is de onderzoeksgerichtheid. Je bent immers pas volwaardig academisch bezig als je onderwijs gebaseerd is op onderzoek”. Stagesemester Wat alvast behouden blijft, is de zgn. ‘professional competence module’, d.i. een volledig semester praktijkstage in de industrie. Prof. Van Impe is zich goed bewust van de organisatorische en praktische consequenties hiervan, zeker als het aantal studenten blijft toenemen. “Voor 50 studenten of meer een internship vinden dat aan onze hoge eisen voldoet, is geen sinecure, te meer omdat de inhoud van de stage moet verschillen van het onderwerp van de masterthesis. Daar komt nog bij dat stages hoe dan ook een intensieve en efficiënte opvolging en kwaliteitsbewaking vragen.

Hilde Lauwereys, Yves Persoons

NANJING UNIVERSITY OF AERONAUTICS & ASTRONAUTICS AND KU LEUVEN SIGN A MEMORANDUM OF UNDERSTANDING

Sinds 2017 is hij als Director Corporate Technology voor de hele Niko Group verantwoordelijk voor de technologische langetermijnstrategie, IP en de samen werking met externe researchgroepen.

ERIK VAN MOSSEVELDE: INGENIEUR IN HART EN NIEREN

Als je thuis of op kantoor het licht aansteekt of een elektrisch apparaat aanzet, dan is de kans erg groot dat je gebruik maakt van een schakelaar of stopcontact afkomstig van de Niko Group, de Belgische nummer één in de sector. Maar het bedrijf heeft meer pijlen op zijn boog. Inspelend op de nieuwste trends in de samenleving en de snel evoluerende technologie ontwerpt en produceert Niko eveneens complete systemen voor lichtsturing, huis- en gebouwautomatisering, energie- en zorgtoepassingen. Eén van de drijvende krachten achter Niko’s innovatieve projecten is Director Corporate Technology Erik Van Mossevelde, alumnus van de Technologiecampus Gent en tevens lid van de senaat van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van KU Leuven. Een “Eenportret.ingenieur

in hart en nieren”, zo typeert Erik zichzelf in Bijbelse termen. Hij kan zich niet herinneren ooit niet met tech nologie bezig te zijn geweest. De keuze voor industrieel ingenieur Elektronica (Computertechnieken) lag dan ook voor de hand. In 1990 studeerde Erik af aan de toenmalige KaHo Sint-Lieven in Gent. Zijn professionele carrière begon bij Alcatel Bell in Antwerpen, eerst in de afdeling chip design en vervolgens in de Space & Defense Division waar hij als verantwoor delijke voor HW en productontwikkeling instond voor de telecom oplossingen die verkocht werden aan o.a. het Belgische en EU leger. In 2001 stapte Erik over naar Niko in het industriepark van Sint-Niklaas. “Ik had het geluk terecht te komen in een bedrijf in volle groei”, vertelt Erik. “In Europa werden nieuwe vestigingen geopend, het assortiment van producten breidde zich in snel tempo uit, nieuwe markten werden aangeboord. Mijn taak bestond er op dat ogenblik in de aanpak van elektronicaproducten te professionaliseren. Hiervoor werd dan ook een specifieke business unit elektronica opgestart waar voor ik verantwoordelijk was.” Vanaf 2007 werd Erik verantwoordelijk voor R&D in verschillende start-ups binnen Niko Group.

Responsive home “Niko zet volop in op innovatie en investeert daarom meer dan ooit in R&D”, vervolgt Erik. “Daarbij willen we meer doen dan alleen maar inspelen op aan de gang zijnde ontwikkelingen. We willen er ook op anticiperen. De trends liegen er trouwens niet om. De consumenten worden almaar veeleisender en kieskeuriger op het gebied van design, comfort, energiezuinigheid en gebruiksvriendelijkheid in het algemeen.

32 ALUMNUS IN DE KIJKER

“Het zgn. responsive home kunnen we vergelijken met een mens die autonoom beslissingen kan nemen”, aldus Erik. “Het heeft een lichaam, beschikt over zintuigen en verstand en gebruikt taal om te communiceren. Vertaal dit naar ICT en je weet meteen wat je nodig hebt: een doordachte mix van infrastructuur, sensoren, artificial intelligence en interactie. Wij spreken in dat verband gemakkelijk heidshalve over een 4 C-model wat staat voor connect, context, comprehend en customise”. Partnership Elk van de 4 C’s die Erik opsomt, veron derstelt een intensieve samenwerking met externe partners. “Om te beginnen moeten we samenwerken in O&O wegens de grote complexiteit en hoge snelheid van technologische evoluties. Zelf alles ontwikkelen is een utopie. We zoeken dan ook voortdurend naar bedrijven om onze oplossingen te vervolledigen. We denken hier aan kwaliteitspartners uit verwante domeinen zoals bv. VELUX, Reynaers en Renson maar ook andere zoals bv. Bose en Sonos. Daarnaast experimenteren we ook met mogelijkheden voor de toekomst, zoals de koppeling met voicecontrol van Amazon. Maar ook met de universiteiten en gereputeerde onderzoekscentra zoals Imec in Leuven onderhouden we nauwe

Veranderde gezinssituaties en familie banden vragen dan weer om meer geïndividualiseerde oplossingen. Mensen worden bovendien ook steeds ouder en wensen zo lang mogelijk thuis te blijven, wat dan weer om aanpassingen vraagt in hun woning, enz. Waar traditioneel de bewoners hun huis of flat bedienden, zetten we nu de woonruimte centraal om de mens van dienst te zijn. Humanise your home, noemen we dat”.

ontwikkelingen.

De innovatieve aanpak heeft Niko alvast geen windeieren gelegd. Dat blijkt o.m. uit de vele prestigieuze prijzen die het bedrijf de voorbije jaren in de wacht sleepte.

“De manier waarop Niko omgaat met innovatie blijkt dan ook duidelijk aan te slaan”, besluit Erik niet zonder enige terechte trots. “Het bewijst dat een Vlaams familiebedrijf in een superconcurrentiële markt zijn man kan staan. De 100ste verjaardag volgend jaar wordt beslist een groot feest”.

Prijzen Om kort op de bal te kunnen blijven spelen, organiseert Niko met de regelmaat van een klok marktonderzoeken. Er worden panels opgezet met installateurs en consumenten. Medewerkers gaan mee op pad met installateurs om er zich van te vergewissen hoe met de producten wordt omgesprongen. “Eigenlijk zijn de installateurs onze eerste ‘klanten’”, verduidelijkt Erik. “Zij moeten uiteraard op de hoogte blijven van de nieuwe ontwik kelingen en producten. Onze opleidingslokalen zijn dan ook permanent volzet”.

Van de Reddot Award – de ‘Oscar’ van het productdesign en de Fedibel Vendor Rating Awards tot de International Forum Design Award en recent nog de Innovation Award en de European Consumer Choice Award.

Yves Persoons

33CONNECT ING

“We willen meer doen dan alleen maar inspelen op aan de gang zijnde We willen er ook op anticiperen.”

contacten in snel evoluerende gebieden als artificial intelligence, sensoren en infrastructuuroplossingen. Master en masterna-masterstudenten kunnen hier dan ook gedurende kortere of lange periodes mee ingeschakeld worden. Voor meer omvangrijke projecten doen we graag een beroep op doctorandi. Momenteel zijn er hier verschillende aan de slag. Op deze wijze brengen wij dan ook kwalitatieve nieuwe personen dichtbij Niko en kunnen wij hen warm maken om bij Niko te komen werken en onze strategie helpen te Erikverwezenlijken”.kanzichnaar eigen zeggen geen betere job wensen. “Elke dag dient zich wel iets nieuws aan. Een vaste groep medewerkers heb ik bijvoorbeeld niet. Voor elk project wordt een ander team samengesteld met medewerkers uit de verschillende afdelingen van het bedrijf. Zij krijgen de kans om zich gedurende een relatief korte periode in een complexe materie vast te bijten om na afloop verrijkt met nieuwe ideeën en inspiratie opnieuw hun operationele job op te nemen. Zo geraakt op termijn het ganse bedrijf door drongen van innovatie.

MET DE ZONNEFIETS

Camille en Auguste Colle in Kiev

Een fiets, een aantal zonnepanelen, en een fenomenaal doorzettingsvermogen. Dat zijn de ingrediënten van de jaarlijkse Sun Trip. De bestemming van de editie 2018 was Guangzhou (Kanton) in Zuidoost-China, een tocht van meer dan 12.000 km. De Franse organisatoren noemden het in de hun kenmerkende ‘bescheidenheid’: ‘la plus grande aventure terrestre du monde’. De broers Auguste en Camille Colle van de Technologiecampus Gent gingen de uitdaging aan. Op 13 juni vertrokken ze uit Lyon. “Het hoeft niet altijd een zonnewagen te zijn”, moeten Auguste en Camille gedacht hebben toen ze beslisten deel te nemen aan de Sun Trip 2018. “Met een zelfgebouwde fiets op zonne-energie, pure spierkracht, zin voor avontuur en een flinke dosis technisch vernuft, kun je ook best een stunt uithalen. Al is het er de organisatoren en de deelnemers niet om te doen om met heroïsche prestaties uit te pakken. De bedoeling is in eerste instantie om jongeren en het brede publiek te sensibiliseren voor hernieuwbare energie en eco-mobiliteit in het algemeen. Dat hebben de World Solar Challenge voor zonnewagens en de Sun Trip alvast met elkaar gemeen”. Passie voor fietsen Auguste studeerde in 2013 af als industrieel ingenieur aan de Technologiecampus Gent. Camille doctoreerde aan de UGent en studeerde vervolgens theoretische fysica in de VS. Beiden zijn verbonden aan de Technologiecluster Elektrotechniek (ESAT) van de Technologiecampus Gent, meer bepaald binnen de onderzoeksgroep Energie & Automatisering. Daar wordt expertise opgebouwd over o.m. autonome hybride energiesystemen, industriële datacom en –beveiliging, PV metrologie, industriële energiemetingen en lichte elektrische voertuigen. Wat de Sun Trip betreft, waagden beide broers zich alvast niet op glad ijs. Camille trok tijdens zijn verblijf in de VS al met de fiets van ‘coast to coast’. En Auguste begeleidde in 2017 twee masterstudenten bij het ontwerp van een elektrisch voertuig voor deelname aan de Sun Trip in de regio Auvergne en de Franse Alpen. “Met onze passie voor fietsen en de nodige knowhow opgedaan in diverse projecten rond geavanceerde systemen voor zonne-energie en batterij-opslag besloten mijn broer en ikzelf dit jaar onze kans te wagen”, vertelt Auguste. “Al is een trip in Zuid-Frankrijk maar klein bier in vergelijking met een tocht naar Zuidoost-China”.

“Het is m.a.w. aan de deelnemers om uit te maken hoe ze best de duizenden kilometers doorheen 10 landen in Europa en Azië afleggen. Je kunt bijvoorbeeld de route nemen doorheen de steppen van Kazakhstan en over de bergen van Centraal-Azië. Of je kunt opteren voor een meer noordelijk parcours door Siberië en Mongolië. Om de uiteindelijke bestemming te bereiken, wachten iedere deelnemer nog de ruige Taklemakan en Gobiwoestijnen en de plateau’s van het Chinese binnenland.

Vrije keuze “Wat de Sun Trip fundamenteel onder scheidt van de World Solar Challenge dwars door Australië, is dat je vrij je parcours kunt kiezen”, vervolgt Camille.

NAAR CHINA

ALUMNI IN DE KIJKER 34

NIEUWS VAN ALUMNI 35CONNECT ING

“Met een energie-efficiëntie die boven die van de klassieke en elektrische wagens ligt, konden we gemakkelijk en kruissnelheid van 35 km per uur aanhouden”, voegt Camille eraan toe. “Al was dat in tal van streken die we doorkruisten, niet meer dan een vrome wens. De vaak erbarmelijke staat van de wegen en het klimaat met grote temperatuursverschillen, zorgden geregeld voor pannes.

Tandem ligfiets De bouw van de zonnefiets en – niet te vergeten het vinden van de nodige sponsors nam veel tijd in beslag. “Na veel denkwerk bedachten we een tandem ligfiets met een dak waarop de zonnepanelen liggen”, legt Auguste uit. “We bouwden een lichte mechanische en aerodynamische constructie met speciaal ontworpen zonnepanelen. De fiets was verder uitgerust met energierecuperatie bij remmen en een batterijpakket samen gesteld uit gerecupereerde cellen, live monitoring van het energieverbruik, continu instelbare vermogenslimieten en een zelfontworpen bagagekoffer uit glasvezel. Wat de sponsoring betreft, kregen we de steun van acht bedrijven en van de KU Leuven”.

“Gelukkig hoefden we de hele weg niet terug te fietsen”, besluit Auguste. “De trein bracht ons vanuit Wuhan terug naar Lyon”. Op 1 september stonden beide avonturiers weer op vertrouwde bodem in Gent, meer dan ooit overtuigd van de woorden van Chinese filosoof Confucius: ‘Het is beter één mijl te reizen dan duizend boeken te lezen’. Yves Persoons

Daarnaast konden bezoekers ook hun krachtwerking op een fiets nagaan en het verschil tussen acht soorten velcrosluitingen testen. De onderzoekers vertaalden hun complex onderzoek naar een boeiend verhaal voor een breed publiek.

In Samara aan de Wolga moesten we bijvoorbeeld de hulp van een depannage en een lokale garagehouder inroepen. En in Turfan in het Noord-Chinese Xinjiang brak een van de velgen. Op zulke momenten is het wel even vloeken. Maar achteraf heb je stof voor alweer een goed verhaal.”

OPEN BEDRIJVENDAG

GENT T ijdens de Open Bedrijvendag op KU Leuven Technologiecampus Gent konden bezoekers de logistieke technologie van de toekomst ontdekken.

Het was een heel mooie dag waarbij de talrijke deelnemers weer iets wijzer terug naar huis keerden. An Devuyst

De onderzoekers van de onderzoeksgroepen ‘Mechanica van Materialen, Producten en Processen’ en ‘ Mechanica en Sturing van Aandrijfsystemen’ toonden op meerdere standen waar ze dagelijks mee bezig zijn, gaande van intelligente magazijnsystemen over het opmeten van vervormingen in materialen tot allerlei soorten robots.

Omdat de organisatoren niet overal tegelijk kunnen zijn, sta je er onderweg eigenlijk alleen voor. ‘Chacun prend ses responsabilités’, heet dat in het Frans”.

Linkedin pagina  https://www.linkedin.com/company/ku-leuven-fiiw/ 3G vinden we maar povertjes, 4G is inmiddels de standaard geworden. Maar de volgende stap kondigt zich al aan: 5G. Wat zijn de implicaties hiervan? Voor de operatoren, voor de consumenten, voor de ongeruste milieu-activisten …? Eén zaak is zeker: de impact van de nieuwe netwerkstandaard overstijgt de grenzen van de technologie. De gevolgen zullen ook economisch en financieel voelbaar zijn. Tijdens de Forumavond lichten we een tipje van de sluier op. Chief Corporate Affairs, Telenet Geert Standaert, Chief Technology Officer, Proximus • Prof. Sofie Pollin, KU Leuven – Ingenieurswetenschappen Prof. Frank Verboven, KU Leuven – Economische journalist Datum: dinsdag 20 november 2018, 19 u. - 22 u. Locatie: Aula Campus Groep T Leuven, A. Vesaliusstraat 13 Inschrijven: www.alumninet.alum.kuleuven.be onze nieuwe website  https://alum.kuleuven.be/alumni-ingenieurs/

•Sprekers:AnnCaluwaerts,

Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren met een lidmaatschap van de ie-net ingenieursvereniging.  www.alum.kuleuven.be > Alumninet Blijf in contact Word lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven of hernieuw je lidmaatschap 3 3 keer per jaar ConnectING in je brievenbus, uitgegeven door de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in samenwerking met de alumnikringen 3 Maandelijkse Campuskrant KU Leuven met alumnibijlage 3 Sponsoring van promotiebijeenkomsten 3 Steun aan leden via hulpfondsen en studiebeurzen 3 Uitnodigingen voor heel wat universitaire activiteiten en exclusieve events 3 Kortingen op o.a. Festival van Vlaanderen en andere Samenaankoop KU Leuven-voordelen zoals kortingen op Kinepolis filmtickets, pretparkbezoeken e.a. 3 Bouw aan je kennis. Deel BlijfVerruimervaringen.jenetwerk.verbonden.

•Moderator:WetenschappenMichaëlVanDroogenbroeck,

UITNODIGING FORUMAVOND ‘5G: nieuwe standaard, brede impact’ Bezoek

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.