
4 minute read
MULTICAMPUSMODULES OP BASIS VAN ONDERZOEK: GENOMINEERD VOOR DE PRIJS VAN DE ONDERWIJSRAAD 2017-2018
NIEUWS UIT DE FACULTEIT
Origineel en innovatief, een uitzonderlijk kwaliteitsniveau eninspirerend als ‘good practice’. Dat zijn de criteria die de Onderwijsraad van de KU Leuven hanteert voor de bekroning van bijzondere onderwijsrealisaties. Voor het academiejaar2017-2018 was het thema ‘Onderzoeksgedreven onderwijs’.
Het project van de facultaire POC Industriële Ingenieursweten - schap pen werd genomineerd, met felicitaties van de jury. We spraken met coördinator dr. Hans Rediers in het Scientia Terrae Research Institute van Campus De Nayer.
“Onderzoeksgedreven onderwijs. Je kunt het gerust één van de stokpaardjes van de KU Leuven noemen”, zegt Hans. “Vandaar de oproep van de Onderwijs - raad om projecten en realisaties te bekronen die ertoe bijdragen dit strategisch doel in de praktijk te brengen. Onze faculteit besliste om onze onderzoeksgebaseerde modules ontwikkeld door verschillende campussen voor te dragen. Dankzij een eerder samenwerkingsproject uit 2012, gefinancierd door het Onderwijs ontwikkelingsfonds (OOF) van de Associatie KU Leuven, kwamen we niet onbeslagen op het ijs”.

Hans Rediers
Twee weken, zes studiepunten
Waar gaat het om? “Onze multi campus - modules situeren zich in de masteropleidingen chemie, biochemie en biowetenschappen van de campussen De Nayer, Geel, Diepenbeek en de Technologiecampus Gent”, legt Hans uit. “Het zijn volwaardige opleidingsonderdelen, elk goed voor 6 studiepunten, die aansluiten bij het onderzoek dat in de betrokken campussen gebeurt. Wat deze modules zo aantrekkelijk maakt, is dat masterstudenten onafhankelijk van hun thuiscampus ze kunnen volgen als keuzevak. Een unieke kans om eens uit de vertrouwde omgeving te treden, de opleiding meer te personaliseren, kennis te maken met de onderzoeksinfrastructuur en -apparatuur elders, kortom zich ervan te vergewissen hoe het er op andere campussen van de faculteit aan toe gaat”. “Elke keuzemodule beslaat twee weken waarin de studenten zich verdiepen in de specifieke onderzoeksexpertise op een andere campus”, vervolgt Hans. “Tijdens het eerder genoemde OOF-project zijn we begonnen met de bachelorprogramma’s van de betrokken campussen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Kwestie van problemen inzake voorkennis te voor komen. Ook organisatorisch diende een en ander te gebeuren. Door een herschikking van het academiejaar konden er bij het begin van het tweede semester van het masterjaar twee weken worden vrijgemaakt om elke student van de betrokken opleidingen de kans te geven er effectief op uit te trekken. Over de administratieve en juridische aangelegenheden, zullen we het nu niet hebben, maar dat er bij projecten als deze heel wat komt kijken, dat staat vast”.
Van 20 naar 57% Het multicampusconcept van Hans en zijn collega’s sloeg onmiddellijk aan. “Tijdens en na het OOF project ont wik - kelden we 7 keuzemodules. Die gingen van start in 2013-2014 op vier campussen. Vandaag kunnen de studenten al kiezen uit 10 multicampusmodules. Waar bij de start 20% van de masterstudenten op de kar sprongen, is dat aantal inmiddels aangegroeid tot ruim 57% die een module opneemt in het studieprogramma. Op die manier is een almaar toenemende golf van studentenmobiliteit op gang gekomen die het predicaat ‘multicampusfaculteit’ alle eer aandoet. Om de studenten uit de derde bachelorfase en de schakelaars ervoor warm te maken, organiseren we sinds 2015-2016 een facultaire Research Day. Daar worden het complete aanbod en de betrokken onderzoeksgroepen voorgesteld”.
Van werkveld tot leerveld
Inmiddels kijken Hans en zijn team al verder. “Vanaf volgend academiejaar willen we de modules openstellen voor alumni en het werkveld in het algemeen. Zo kunnen we ons potentieel nog beter benutten, ditmaal om professionals uit bedrijven bij te scholen. Daarbij mikken we bewust op gemengde groepen, kwestie van interactie te creëren tussen studenten, docenten, onderzoekers én ervaren mensen uit de beroepspraktijk”.
De wedstrijdjury van de Onderwijsraad was alvast onder de indruk en sprak haar waardering uit voor o.m. de manier waarop de studenten uitgedaagd worden uit hun comfortzone te treden, de mogelijkheden tot schaalvergroting, de voorbeeldfunctie van het project en – last but not least – de link met levens - lang leren. “Wat wij voor de vakgebieden chemie, biochemie en biowetenschappen doen, kan even goed voor de andere masteropleidingen binnen onze faculteit opgezet worden”, besluit Hans. “Waar een wil is, is een weg”.
Yves Persoons