ConnectING 13 - juni 2020

Page 1

• Tweede ambtstermijn voor prof. Bert Lauwers • Nieuwe campusvoorzitters • Siemens Industry Academy • TechInVent voor ondernemende ingenieurs • Educatieve Master in W&T • Ingenieursbelevingen • Ethiek als mindset • KU Leuven Alumni Chapter Beijing Viermaandelijks • maart-april-mei-juni 2020 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663 Magazine van de Faculteit NR.KUIngenieurswetenschappenIndustriëleLeuven13-JUNI2020 Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen IN DE WEER TEGEN CORONA

FaculteitConnectINGIndustriële

86 connecting@kuleuven.be(secretariaat)  www.iiw.kuleuven.be Foto’s: Yasmina Besseghir, Julie Feyaerts, Rob Stevens, David Stockman, Tom Talloen, Johan Van Droogenbroeck en Filip Van Loock. Grafisch ontwerp en drukwerk:  artoos group – www.artoosgroup.eu INHOUD • Woord vooraf 3 • Nieuws uit de faculteit 4 • Nieuws van de campussen 11 • Onderwijsontwikkeling in de kijker 18 • Studenten in de kijker 22 • Docenten in de kijker 26 • Onderzoek(er) in de kijker 28 • Wetenschapscommunicatie 34 • Faculty Worldwide 36 • Alumni in de kijker 40 2 Marthe Truyen

BELGISCH KAMPIOENE BELOFTEN

ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt. uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans (voorzitter), Hilde Bonte, Niels De Brier, Greet Langie, Hilde Lauwereys, Bart Lievens, Yves Persoons, Sofie Pollin, Inge Van Cauter, Louis van Hoye, Rens Vervaeke Yves Persoons | Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter Redactieadres Ingenieurswetenschappen Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee 053 72 71

Verantwoordelijke

CYCLOCROSSCOLOFON

Eindredactie:

WAARCOVID-19:ZIJNDE INGENIEURS?

We worden nu, in crisistijd, om de oren geslagen met meningen van mensen die menen te weten waar het om draait. Deskundigen van diverse pluimage hebben hun huiswerk gemaakt. Zelfverzekerd voorspellen ze hoe het post-coronatijdperk eruit zal zien. De conclusie luidt steevast: niets zal meer zijn zoals voorheen. In het publiek debat zetten de wetenschappers de toon. Virologen, epidemiologen en infectiologen beheersen de frontpagina’s, de nieuwssites, de journaals en de praatprogramma’s. Terecht overigens. Als iemand ons wegwijs kan maken in de omvang, de risico’s, en impact en het verloop van de pandemie dan zijn zij het wel. Maar waar zijn de ingenieurs? Ook al voeren ze niet het hoge woord, toch zijn de ingenieurs meer dan ooit present. In bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen werken ze met wetenschappers aan oplossingen om uit deze crisis te geraken en de weg voor het post-coronatijdperk te bereiden. Ook onze faculteit laat zich niet onbetuigd. Dat blijkt uit onze inzet voor ziekenhuizen en zorginstellingen. Je leest er meer over in dit Verdernummer.hebben

Tot slot nog dit. Op 1 augustus 2020 nemen drie nieuwe campusvoorzitters de fakkel over in resp. Campus Brugge, Campus De Nayer en Campus Groep T. Bij hun verkiezing was corona nog een ver-van-mijn-bed-aandoening. Zes maanden later zitten ze in het oog van de storm. Hen wacht de taak om hun campus behouden het post-coronatijdperk in te loodsen. We wensen hen veel succes bij deze onderneming.

we aandacht voor de programmahervorming die in september 2020 ingevoerd wordt in het eerste bachelorjaar. Een van de blikvangers –de Ingenieursbeleving– stellen we graag aan je voor. Dit academiejaar stapten we in de Siemens Industry Academy en het Stage+ pilootproject. En volgend academiejaar start het vernieuwd programma ‘Postgraduate Tech Innovation in Ventures & Teams’. Docent in de kijker is prof. Martin Meganck. Zijn missie bestaat erin om aankomende industrieel ingenieurs te sensibiliseren voor ethiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bij de studenten tillen we onze kampioenen op het schild: het Agoria Solar Team en Marthe Truyen, Belgisch kampioene veldrijden.

In de onderzoeksrubriek focussen we op het werk van Esmael Kedir en Carlos André Munoz. Esmael ontwikkelde een technologie om bij de bevolking in de rurale gebieden in Ethiopië tijdig een kwalijke oogziekte te detecteren. En Carlos André belicht de voordelen van een VLAIO-mandaat voor postdocs. Alumnus in de kijker is Lin Zhang, de voorzitter van het nieuwe Alumni Chapter in Beijing. Aan de (pas) afgestudeerden met onderwijsambitie stellen we de Educatieve Master W&T voor.

Prof. Bert Lauwers Decaan, Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

WOORD VOORAF 3 CONNECT ING

Een adagium is een idee of een wijsheid die haar waarde heeft bewezen. Dat het beleid van prof. Lauwers onder deze noemer valt, wordt algemeen beaamd.

Strategische doelstellingen zoals de profilering van de opleiding, de vormgeving van het multicampusgegeven en de verdere internationalisering zijn in volle uitvoering en hebben al geleid tot nieuwe inzichten en aanzetten voor verdere ontwikkelingen. “De meest ingrijpende onderneming is en blijft de programmahervorming”, vindt prof. Lauwers. “Collega’s van alle campussen hebben hun schouders gezet onder de vernieuwing van het curriculum. Dat heeft een ongekende dynamiek op gang gebracht. We zijn vertrokken voor een traject van nog minstens vier jaar waarvan het resultaat niet alleen een scherper profiel van de opleiding moet zijn, maar ook een waarachtige multi-campusfaculteit waarin iedere campus zich herkent”.

DECAAN BERT CONTINUÏTEITLAUWERS:INVOORTGANG

NIEUWS UIT DE FACULTEIT 4

De rustige vastheid waarmee decaan prof. Bert Lauwers de voorbije vier jaren de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen heeft verenigd, uitgebouwd en versterkt wordt beloond. Op 10 februari 2020 werd hij met brio herkozen. Koers houden waar het kan, bijsturen waar het moet, wordt het adagium van zijn tweede ambtstermijn.

Yves Persoons

“We are proud to recognize the distinguished honourees for their essential and ongoing efforts in this vital industry”, said Sandra L. Bouckley, Executive Director of SME. “Our five awardees have changed the landscape of manufacturing and SME, making both stronger, more advanced and inclusive than ever before”.

SME helps manufacturers innovate, grow and prosper by promoting manufacturing technology, developing a skilled workforce and connecting the manufacturing industry.

LAURELS PROF. BERT LAUWERS

On 10 March 2020, the Society of Manufacturing Engineers (SME) announced its annual International Honour Awards. The prestigious Eli Witney Productivity Award was granted to Prof. Bert Lauwers, Dean of the Faculty of Engineering Technology, for his high-level contribution to manufacturing production, research education and scientific publications.

5 CONNECT ING

SME is an association of professional educators committed to promoting and supporting the manufacturing industry.

SOCIETY OF MANUFACTURING ENGINEERS

Wat het personeelsbeleid betreft, zal het volgens prof. Lauwers ook de volgende jaren niet eenvoudig zijn om de geschikte profielen te vinden voor vacante of nieuwe functies. “Daarom vind ik het niet verstandig om onderwijswerkvormen te sterk te koppelen aan statuten”. Doorbraak Internationaal heeft prof. Lauwers mee voor een doorbraak gezorgd. “De instroom van buitenlandse studenten in de Engelstalige bacheloropleiding is de voorbije jaren fors toegenomen. Tegelijk zien we een groeiend aantal internationale masters. Wat de impact van de coronacrisis hier zal zijn, valt nog af te wachten. Inzake internationale samenwerking ben ik voorstander van een beperkt aantal strategische partners in verschillende regio’s voor structurele mobiliteit van studenten, docenten en onderzoekers”.

Valorisatie Tijdens prof. Lauwers’ eerste ambtstermijn zagen niet minder dan zes nieuwe aanvullende opleidingen het levenslicht; masterna-masters, postgraduaten en internationale masters. Stuk voor stuk hebben ze heel wat potentieel in zich voor internationalisering en levenslang leren. De voorbije vier jaren steeg het aantal doctorerende industrieel ingenieurs exponentieel. Daar heeft volgens prof. Lauwers de inclusie van een component ‘valorisatie’ in elk doctoraat ongetwijfeld toe bijgedragen. “Het heeft in ieder geval de doctorandus uit zijn/ haar ivoren toren gehaald en met beide voeten in het werkveld gezet. Als we nu nog de bedrijven kunnen overtuigen van de meerwaarde ervan zitten we ook hier op een goed spoor”.

bestuur zal ook de volgende jaren een prioritair aandachtspunt van de decaan blijven. “Een goed geoliede interne communicatie is daarbij onmisbaar. In een grote universiteit en in een multicampusfaculteit zijn tal van bestuursen adviesorganen bedrijvig. Hier kan wel een en ander geoptimaliseerd worden. De regionalisering van de onderwijscommissies is daar een voorbeeld van”. Beleidsteam Op 11 mei 2020 keurde de Faculteitsraad de samenstelling van het nieuwe beleidsteam goed. De decaan zal de volgende jaren worden bijgestaan door twee vicedecanen. Prof. Dorine Bruneel, vicecampusvoorzitter op Technologiecampus Gent, neemt de fakkel over van prof. Greet Langie als vicedecaan Onderwijs. En prof. Koen Eneman, uittredend campusvoorzitter op Campus Groep T Leuven, neemt de taak van vicedecaan Internationalisering op zich. Met beide vicedecanen weet prof. Lauwers zich omringd door experten die op het terrein hun sporen hebben verdiend.

Yves Persoons

Een vergelijkbaar ‘quality first’ beleid wenst prof. Lauwers ook te voeren t.a.v. het werkveld. “Daar komt het erop aan om de expertise op de campussen nog meer ter beschikking te stellen van de ondernemingen in de regio. Ook omgekeerd wil ik via gastdocentschappen en deeltijdse functies voor ervaren ondernemers nog meer knowhow uit het bedrijfsleven in de opleiding Transparantinjecteren”.beleiden

Participatie Aan de studenten biedt het vernieuwde curriculum een nooit geziene waaier van kansen om zich te ontplooien, d.w.z. zich breder te oriënteren of verder te verdiepen in keuzepakketten en multicampusmodules. Verder wil prof. Lauwers een nieuw elan geven aan de studentenparticipatie op zowel lokaal als op facultair niveau.

Als door de wol geverfde decaan weet prof. Lauwers als geen ander dat de implementatie van een gedragen facultair beleid tijd en energie vraagt. Dat zal in zijn tweede ambtstermijn niet anders zijn. Een goede leidraad hierbij is de uitspraak die aan Vincent Van Gogh wordt toegeschreven: ‘grote dingen komen niet impulsief tot stand, ze zijn het resultaat van vele kleinere dingen die samengebracht worden’. Een multi-campusfaculteit vormt hierop geen uitzondering.

werd in 2016 opgericht met als doel de studententeams binnen de Groep Wetenschap & Technologie te ondersteunen en nieuwe initiatieven een kans te geven”, vertelt Chrisje Haenen. “De Technovation Hub Academy die in september 2020 van start gaat, organiseert specifiek voor de studenten van TechInVenT hands-on workshops over onderwerpen zoals product design, artificiële intelligentie, 5G, IP, wetgeving en digitale marketing. Hiervoor doen we een beroep op ervaren professionals uit de beroepspraktijk”. De optionele vakken stellen de toekomstige teamleden en starters in staat om de opleiding nog meer te personaliseren. “Dit onderdeel kunnen de studenten inderdaad volledig zelf invullen”, bevestigt Chrisje Haenen. “Uit het immense studieaanbod van de KU Leuven kiezen ze wat hen interesseert of wat ze menen nodig te hebben voor hun project. Het initiatief ligt bij hen. Leren ondernemen begint met in je eigen leren te ondernemen”.

Met TechInVenT willen we om te beginnen de continuïteit van onze studententeams garanderen”, legt Chrisje Haenen uit. “Het Agoria Solar Team, Formula Electric Belgium, Innovived, CORE, Flacra en iGEM zijn inmiddels zowat het uithangbord van onze faculteit en de Groep Wetenschap & Technologie geworden. Studenten die in hun voetspoor willen treden zijn bij TechInVenT aan het juiste adres. Maar er is meer. Verschillende teamleden hebben na hun studie effectief de stap naar het ondernemerschap gezet en zijn met een eigen bedrijf begonnen. Zulke entrepreneurs in spe vormen onze tweede doelgroep. Wat beide groepen met elkaar gemeen hebben, is gedrevenheid en passie voor innovatie en ondernemerschap. Als ingenieur willen zij de betreden studie- en carrièrepaden verlaten en zelf hun toekomst in handen nemen. Ook al betekent dit in menig opzicht een sprong in het onbekende”. Op maat gesneden “Onbekend terrein vraagt om een goede voorbereiding”, vervolgt Chrisje Haenen. “TechInVenT wil er precies voor zorgen dat kandidaat ingenieurs-ondernemers niet onbeslagen op het ijs komen. Daarom bieden we hun een vrijwel op maat gesneden programma aan waarin niet alleen technologie maar ook professionele skills aan bod komen. Tevens zorgen we voor een intensieve coaching door professionals”. De hoofdbrok van het programma bestaat uit het team- of startup project, goed voor 44 ECTS. Studenten die opteren voor het teamproject, kunnen bij een bestaand team de knepen van het vak leren. En er voldoende inspiratie opdoen om zelf een eigen teamproject op te starten. Wie gaat voor het startup traject kan rekenen op ondersteuning en coaching om een business plan te ontwikkelen dat hem/haar in staat stelt om na de opleiding zelf de vleugels uit te slaan. “Maar ook wie nog geen concreet business idee in mind heeft en toch gebeten is door het ondernemen vindt bij TechInVenT de voedingsbodem waarin nieuwe ideeën kunnen ontkiemen”, merkt Chrisje Haenen op.

Yves Persoons  www.techinvent.be “ Vanaf volgend academiejaar wordt de postgraduaatsopleiding Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs opgesplitst. Het bestaande programma blijft qua opzet identiek, maar zal voortaan nog enkel bestaan uit in-company projecten. De nieuwe tegenhanger mikt op bachelor- en masterstudenten die een ambitieus teamproject willen realiseren of een eigen startup voor ogen hebben. Coördinator Chrisje Haenen stelt het Postgraduate Tech Innovations in Ventures and Teams (‘TechInVenT’) voor.

NIEUWS UIT DE FACULTEIT 6

Technovation Hub Academy Het programma bestaat verder uit een reeks workshops, verzorgd door bedrijfspartners van de Technovation Hub Academy, en een pakket optionele vakken, samen goed voor minimum 12 “TechnovationECTS.Hub

VOORVERNIEUWDTECHINVENT:PROGRAMMAONDERNEMENDEINGENIEURS

Chrisje Haenen

CONNECT ING 7 xxx

“De Educatieve Master bieden we aan in twee formules”, legt Hanne uit. “Een integraal traject van twee jaar (120 sp) voor studenten met een academisch bachelordiploma. En een verkorte opleiding van één jaar (60 sp) voor studenten die al master zijn. Ingenieursstudenten die leraar willen worden, opteren bijna altijd voor de verkorte versie. Na afloop hebben ze immers twee masterdiploma’s op zak”. Hanne Deprez staat in voor de coaching van teams van studentleraren. Haar ervaring als onderwijsondersteuner/monitor en medewerker aan de STEM-workshops voor leraren en leerlingen op de Technologiecampus Gent komt daarbij goed van pas. “In Didactiek van Interdisciplinair Onderwijs ontwerpen multidisciplinaire teams van 4 à 5 studenten leermateriaal over thema’s zoals ‘ontwerpen van een slimme koelkast’, ‘groene daken’ of ‘serres’. Met het eindproduct moet een leraar in de klas aan de slag kunnen. Deze manier van werken haalt de studenten uit de vertrouwde omgeving van hun vakgebied. En het anticipeert bovendien op de latere beroepspraktijk. Deze didactiek is creatieve en ondernemende ingenieursstudenten als het ware op het lijf geschreven”. Werkveld Kristien Van Loon en Kristiaan Mannaert staan als resp. lerares Wiskunde en leraar Informatica met beide voeten in het werkveld. Naast haar lesopdracht in het secundair onderwijs, is Kristien praktijklector Didactiek Interdisciplinair Onderwijs in de Educatieve

NIEUWS UIT DE FACULTEIT 8

VOOR DE KLAS

Jolien De Meester heeft haar naam niet gestolen. Na haar studie industrieel ingenieur trok ze resoluut de kaart van het onderwijs. De polyvalentie van haar opleiding maakte in haar de fascinatie wakker voor het interdisciplinaire lesgeven en de vakoverschrijdende didactiek. In haar doctoraal proefschrift ‘Designing iSTEM Materials for secondary education’ aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen ontwikkelde ze een instrument om STEM-activiteiten te transformeren in kwalitatief geïntegreerd STEM-onderwijs. Het engageren van lerarenteams bij het ontwerpen ervan genereerde overtuigende leerwinsten.

“STEM-onderwijs wil jongeren voorbereiden op de uitdagingen van de toekomst”, merkt Jolien op. “Die uitdagingen overstijgen de grenzen van vakken en disciplines, dus vraagt STEMonderwijs om een aangepaste didactiek. Daarom is het zo belangrijk dat iedere student in de Educatieve Master getraind wordt in het ontwerpen, implementeren en coachen van interdisciplinaire leeractiviteiten. Het kan de brede kijk van leraren op hun taak enkel ten goede komen. Bovendien is binnen de Groep Wetenschap & Technologie heel wat expertise aanwezig inzake vakdidactisch onderzoek. Zoals elke academische opleiding moet ook de Educatieve Master onderzoeksgebaseerd zijn. Daarom bevat elke masterproef eveneens een onderzoeksluik”.

Ingenieurs zijn van alle markten thuis. Met een educatieve master op zak gaan ook de schoolpoorten voor hen open. Als ingenieur-leraar kun je aan de slag in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs en in de volwasseneneducatie. Je kunt er niet alleen specifiek wetenschappelijke of technische vakken geven, maar je ook uitleven in interdisciplinair onderwijs en STEM-activiteiten. Jolien De Meester, verantwoordelijk voor Didactiek Interdisciplinair Onderwijs en haar collega’s Hanne Deprez, Kristien Van Loon en Kristiaan Mannaert geven tekst en uitleg.

EDUCATIEVE MASTER W&T: INGENIEURS

Twee trajecten Als educatieve master W&T kun je lesgeven in elk wetenschappelijk, technologisch, engineering- of wiskundevak. Afhankelijk van je vooropleiding kun je twee vakdidactieken kiezen uit: aardrijkskunde, bio-engineering, biologie, chemie, engineering & technologie, fysica, informatica en wiskunde. Eén van de twee vakdidactieken kan uit een andere educatieve master gekozen worden: economie, maatschappijwetenschappen, NT² (Nederlands als niet-thuistaal) of Project Algemene Vakken. En –zoals vermeld- leren de leraren in spe ook interdisciplinair lesgeven in wetenschap en technologie.

Yves Persoons  www.kuleuven.be/educatievemaster  www.edu-leraar.be ING Jolien De Meester “Leraar en ingenieur: geen beroep maar een roeping”

9 CONNECT

Master W&T. Kristiaan is er praktijklector Vakdidactiek Informatica. Net als Hanne zijn beiden actief in de stagebegeleiding en de coaching van studententeams binnen het vak Didactiek Interdisciplinair

“ZoalsOnderwijs.inelke lerarenopleiding nemen de stages een belangrijke plaats in”, vertelt Kristien. “Daar kunnen de studenten hun kennis, vaardigheden en attitudes toepassen in een authentieke leeromgeving. Van observatie en participatie tot zelfstandig leren, stap voor stap dompelt de stage hen onder in de beroepspraktijk. We besteden ook aandacht aan de diversiteit in interesse en talenten bij leerlingen en hoe daar op een creatieve manier kan worden mee omgegaan.”

“Stages zijn er in verschillende vormen en soorten”, vervolgt Kristiaan. “De meest voorkomende is de klassieke ‘pre-service training’, waarbij de student stageloopt als onderdeel van zijn/haar opleiding.

Daarnaast heb je de ‘leraar-in-opleiding’ (LIO) of ‘in-service training’, waar de student al effectief aan het werk is in een school en het praktijkgedeelte via werkplekleren realiseert. Deze formule is evenwel minder evident, want moeilijk te combineren met een voltijdse opleiding’.

Roeping Jolien besluit als volgt: “Een leraar is veel meer dan een lesgever. Net zoals een ingenieur veel meer is dan een klussendoener of dépanneur bij problemen. Leraren en ingenieurs zijn professionals met capaciteiten en talenten die geroepen zijn om die te blijven ontwikkelen en in te zetten voor anderen. Wat zij doen is meer dan een beroep, het is een roeping”.

EN SIEMENS INDUSTRY ACADEMY

Vierentwintig studenten Industrieel Ingenieur van de KU Leuven tekenden in voor dit traject en werden door Siemens en KU Leuven gekoppeld aan een bedrijf en een project. Siemens zorgt voor de omkadering, coaching en de technologie waarmee de student aan de slag gaat. De KU Leuven staat garant voor de inbedding in een academisch kader. “Met dit traject willen we de studenten verder op weg helpen in hun zelfontwikkeling tot ‘future-proof engineers’: ingenieurs die intelligente oplossingen vinden voor technologische problemen en daarbij steevast ruimdenkend en systematisch te werk gaan”, vertelt prof. Bert Lauwers, decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Academische excellentie De betrokken partners benadrukken dat dit traject veel meer is dan een gewone stage voor de student. Thierry Van Eeckhout, Vice President Sales van Siemens: “De ‘plus’ in ‘Stage+’ duidt op de grondige omkadering en de reële connectie met het werkveld die tot een unieke samenwerking leiden. De studenten krijgen een afgelijnd doel voorgesteld waarbij evenveel waarde wordt gehecht aan de technische vaardigheden als aan de professionele skills.”

SLAAN BRUG TUSSEN INDUSTRIE EN UNIVERSITEIT

FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPENINDUSTRIËLE

Siemens Industry Academy staat voor een nieuw structureel samenwerkingsverband tussen de academische wereld en een aantal grote industriële spelers in Vlaanderen. In een eerste fase worden vierentwintig studenten van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen gelinkt aan bedrijven voor een unieke Stage+-ervaring. In een tweede fase staan o.m. gastcolleges, job shadowing en bedrijfsbezoeken in binnen- en buitenland op het programma. De Faculteit IIW stapte als eerste in dit project. In het kader van de Siemens Industry Academy werd - in een eerste fase - voor een unieke aanpak gekozen, namelijk ‘Stage+’. Studenten gaan gedurende een af te spreken periode aan de slag bij een industrieel topbedrijf. Tien ondernemingen met een vestiging in Vlaanderen dienden automatisering- of digitaliseringsprojecten in die door Siemens werden gescreend op hun relevantie. Het gaat om Actemium, Agidens, Cloostermans, Kaneka, Lapauw, Merco, Soleras, Vandemoortele, VolvoCars en Wienerberger. Ook andere bedrijven hebben zich aangemeld om in een tweede fase in te stappen.

Katrien Valkiers, Head of Communications Siemens Belgium 10

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

tweede prioriteit sluit hier nauw bij aan. “Duidelijkheid creëert mentale rust, stabiliteit en positieve energie. Let wel, stabiliteit is niet synoniem van status quo. Als groeicampus willen we op het elan verdergaan. We hebben de mensen in huis om dat te realiseren. Met duidelijke afspraken omtrent taken en verantwoordelijkheden kunnen we de positieve energie omzetten in verdere groei”. De heldere afspraken kunnen op hun beurt een draagvlak creëren voor een snel en efficiënt bestuur.

er volgens prof. Rauwoens spoedig komen over het toekomstig onderwijsaanbod, vooral dan inzake de masteropleidingen. “Dat er van iedereen inspanningen gevraagd zullen worden, dat is inmiddels genoegzaam bekend. Het punt is dat de bereidheid om een tandje bij te steken beduidend zal toenemen wanneer duidelijk is binnen welk kader dat moet Prof.gebeuren”.Rauwoens’

Prof. Rauwoens: “ Een krachtdadig bestuur bestaat uit de campusvoorzitter die optreedt als moderator en zich weet te adviseren door een beperkte vertegenwoordiging uit elk van onze speerpunten in de zoektocht naar een consensus. Dit beperkt bestuurscollege heeft volheid van bevoegdheid. Efficiënt overleg en effectieve besluitvorming moeten ervoor zorgen dat wij als campus met één stem spreken in het Leuvense kapittel en erbuiten”. Groei en uitstraling gaan niet alleen hand in hand, ze versterken ook elkaar. “Excelleren is hier de boodschap”, aldus prof. Rauwoens. “En dat zowel in onderwijs als in onderzoek. De programmahervorming stelt ons in staat om het profiel van de industrieel ingenieur aan te scherpen en de opleiding aantrekkelijker te maken voor jongeren. En voor ons onderzoek kunnen we rekenen op de inzet van veelbelovende jonge professoren en doctorandi. Daarbij komt nog onze sterke verbondenheid en samenwerking met het werkveld”.

Het vijfde kernwoord ‘efficiëntie’ is inmiddels al een paar keer gevallen. Prof. Rauwoens wil er nog het volgende over kwijt: “Campus Brugge is een verzameling van fantastische en talentvolle mensen. Het is zaak om iedereen optimaal te laten functioneren door hem of haar de taken toe te wijzen waar hij of zij de meeste voldoening uit schept”.

PROF. PIETER RAUWOENS (CAMPUS BRUGGE):

Yves

INZETTEN OP EFFICIËNTIE EN UITMUNTENDHEID NIEUWS Prof. Pieter Rauwoens

Een groentje”, zo noemt hij zichzelf, want pas sinds 2014 verbonden aan KU Leuven, eerst in Oostende en dan in Brugge. Als hoofd van de onderzoeksgroep ‘Kustwaterbouw en Grondmechanica’ is prof. Rauwoens er in die korte periode in geslaagd om Campus Brugge op de kaart te zetten als het expertisecentrum in de ontwikkeling van klimaatscenario’s voor de Belgische kustlijn en kustgemeenten. Geen toeval dat in februari 2020 ’s lands eerste leerstoel ‘Kustwaterbouw’ in Brugge werd ingehuldigd. “We zijn een relatief kleine maar groeiende campus”, legt prof. Rauwoens uit. “Dat creëert dynamiek, maar zorgt ook voor uitdagingen. Om die te kunnen bolwerken, dient aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Ik heb ze samengebald in vijf kernwoorden: duidelijkheid, rust, krachtdadig bestuur, uitstraling en Duidelijkheidefficiëntie”.moet

VAN DE CAMPUSSEN 11 CONNECT ING

Als expert in Kustwaterbouw is prof Rauwoens vertrouwd met woelige waters, stromingen, storm en ontij. Langs wal blijven laveren zal er de volgende jaren allicht niet inzitten. Wetende dat men niet alles kan bezeilen wat men bestevent, rekent de campusvoorzitter op een hechte crew om het schip met treil en zeil door zijn ambtsperiode de sturen. Persoons

Met prof. Pieter Rauwoens als nieuwe campusvoorzitter is in Brugge de jongere garde aan zet.

INZETTEN OP PROFIEL EN INFRASTRUCTUUR

Campus De Nayer kan bogen op een rijke historiek – in 2022 wordt de 100ste verjaardag gevierd- en een stevige reputatie inzake kwaliteitsonderwijs in techniek. “Die troef zullen we blijven uitspelen”, bevestigt prof. Dewil. “De voordelen van een multicampusfaculteit en de solide gemeenschappelijke stam in de ingenieursopleiding zijn perfect te combineren met ons profiel en wat wij hier in huis hebben aan expertise en samenwerking met het bedrijfsleven. In de afstudeerrichtingen, opties en keuzepakketten zullen we eigen accenten blijven leggen. Al wie op deze campus afstudeert, zal trots het kwaliteitslabel ‘De Nayer’ blijven dragen”.

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

Yves

De nieuwe campusvoorzitter is ten slotte ook sterk begaan met het welbevinden van ‘zijn’ studenten en personeel. “Periodes van transitie brengen onvermijdelijk operationele problemen met zich mee op het gebied van planning, logistiek, inzet van resources, overgangen, enz. Als procestechnoloog weet ik dat bij het omzetten van grondstoffen naar een eindproduct een en ander fout kan lopen. De campusvoorzitter is de allround operator die maakt dat het flowproces voor iedereen binnen de grenzen van het mogelijke en het haalbare verloopt. Waar een wil is, is een weg” Persoons

De nieuwe campusvoorzitter van Campus De Nayer in Sint-Katelijne-Waver ressorteert onder het Departement Chemische Ingenieurstechnieken en is gespecialiseerd in geavanceerde technologieën voor de behandeling van (afval)water. Op zijn thuiscampus leidt hij het ‘Process & Environmental Technology Lab’ (PETLab). Deze onderzoeksgroep is bedrijvig in o.m. de recuperatie van grondstoffen en de productie van hernieuwbare chemicaliën en energiedragers uit afval- en nevenstromen. Prof. Dewils team telt 25 onderzoekers, van wie 15 doctorandi. Hijzelf is gespecialiseerd in geavanceerde technologieën voor de behandeling van “In(afval)water.deonderzoeksgroepen op onze campus zijn tientallen jonge en ambitieuze krachten aan het werk”, vertelt prof. Dewil. “Sommigen bevinden zich nog in de opstartfase, anderen zijn al gesetteld en nemen ook onderwijstaken op. Deze jonge garde is de toekomst van onze campus en verdient alle steun en bijbehorende (interne en externe) middelen om de vleugels uit te slaan. Dit is meteen een eerste beleidsprioriteit voor de komende vier jaar”. De verdere uitbouw van onderzoek, onderwijs en dienstverlening veronderstelt ook ruimte. Dat is de tweede prioriteit waar prof. Dewil zal op inzetten. “Onze campus barst uit zijn voegen en de infrastructuur voldoet op tal van punten niet meer. Dat is op zich niets nieuws. Er circuleren al langer plannen voor een nieuwe campus. Deze komen nu wel in een finaal stadium waarop cruciale knopen moeten worden doorgehakt. Gaat KU Leuven onmiddellijk voor een complete nieuwbouw of wordt geopteerd voor en gefaseerde aanpak? Ik zal alvast ijveren voor de eerste formule”.

12 PROF. RAF DEWIL (CAMPUS DE NAYER):

Prof. Raf Dewil

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN 13 CONNECT ING

BLIJVEN INZETTEN OP INNOVATIE

Prof. Wim Dewulf

De nieuwe campusvoorzitter van Campus Groep T Leuven maakt deel uit van het Departement Werktuigkunde. Hij is gekend als een gedreven lesgever en onderzoeksleider in de domeinen life cycle engineering, ecodesign, dimensionele kwaliteitscontrole en computertomografie. Als programmadirecteur van de POC stofverwerkingElektromechanica-Kunst-speeldehijalvanbij de aanvang een voortrekkersrol in de facultaire kerngroep Programmahervorming. Hij gelooft dan ook sterk in de troeven van het vernieuwde curriculum: “Innovatieve technologieën voor Industrie 4.0 krijgen bijvoorbeeld een uitgesproken plaats in het vernieuwde curriculum elektromechanica. Daarnaast verweven we in alle opleidingen training van professionele skills met de technologische opleidingsonderdelen, en is er ruimte voor ingenieursbelevingen, de Ingenieur voor 1 dag en duurzaamheid. Door de samenwerking binnen de faculteit zullen de studenten bovendien meer dan ooit hun programma volgens hun eigen interesses vorm kunnen geven. De nieuwe optie Bedrijfsbeleid in de master Elektromechanica is dan weer een voorbeeld van hoe ‘management’, altijd al een sterkte van Campus Groep T, in het curriculum verankerd zal blijven.” Andere troeven die prof. Dewulf wil blijven uitspelen zijn de samenwerking met het werkveld, het unieke internationale programma en de teamprojecten van de studenten. “We moeten de banden met het bedrijfsleven nog nauwer aanhalen”, geeft hij aan. “Ik denk hierbij o.m. aan keuzemodules i.s.m. de industrie, het aantrekken van deeltijdse praktijkassistenten met bedrijfservaring en opnieuw meer masterproeven in company.” Inzake internationalisering zal de nieuwe campusvoorzitter sterk inzetten op duurzame internationale partnerships waar ook de onderzoeksgroepen actief bij betrokken zullen zijn. “De teamprojecten – die op Campus Groep T ontstaan zijn – kunnen op blijvende steun rekenen als voorbeelden van innovatie en ondernemerschap. En als visitekaartje van de faculteit in binnen- en buitenland”. Doorgaan op het elan, dat is ook de boodschap van prof. Dewulf aan de onderzoekers. “Met ons toepassingsgedreven onderzoek creëren we aantoonbare meerwaarde voor bedrijven en de social-profitsector, maar ook voor ons onderwijs. Dat laatste zal in de loop van de verdere programmahervorming nog duidelijk blijken”.

PROF. WIM DEWULF (CAMPUS GROEP T):

“Geen sterke faculteit zonder sterke campussen”, besluit prof. Dewulf. “Dat we op Campus Groep T stijgende studentenaantallen kunnen combineren met een snelle groei van onderzoek, is te danken aan de gedrevenheid, innovatiegerichtheid en teamspirit die onze campus kenmerken. Dit toont zich ook in de schitterende manier waarop we tijdens deze Corona-periode de stap naar digitalisering van ons onderwijs genomen hebben. Ik wil alle collega’s en studenten hiervoor trouwens van harte bedanken en hoop alvast deze dynamiek in de toekomst verder te kunnen ondersteunen”. Yves Persoons

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

kledij en mondmakers mogen dan wel onmisbaar zijn, ze zorgen ook voor heel wat ongemakken bij de dragers ervan. Zo laten de maskers drukwonden na op het aangezicht, rond de oren en de neus. In samenwerking met het AZ Sint-Lucas produceerde Campus Brugge o.l.v. prof. Stijn Debruyne anti-compressie pleisters. “Die worden met behulp van een laser uitgesneden en aan de binnenkant van het masker gekleefd om de druk te verzachten. Momenteel zijn er zowat 400 stuks geleverd en in gebruik”, verduidelijkt doctorandus Steven Fevery.

Snorkel- i.p.v. mondmaskers Tal van landen kampen met een mondmaskerschaarste. Hoewel in België de voorraden stilaan worden aangevuld, blijven de ziekenhuizen naarstig zoeken naar manieren om tekorten op te vangen. In AZ Sint-Lucas liggen gelaatsbedekkende snorkelmaskers klaar die in geval van nood dienst kunnen doen als gezichtsmasker voor het verplegend personeel en als beademingsmasker voor patiënten. Voor beide doeleinden doet het ziekenhuis een beroep op Campus Brugge. Bij gebruik door het personeel hebben deze maskers een aangepaste filter nodig die de uitgeademde lucht zuivert en voorkomt dat een besmette persoon zonder symptomen toch anderen zou besmetten. Doen ze dienst voor de beademing van patiënten, dan is er een koppelstuk nodig dat het masker met de beademingsapparatuur verbindt. Campus Brugge beschikt over én ingenieurs én een 3D-printer om beide onderdelen te ontwikkelen en te Voorlopigperfectioneren.werden al een 100-tal hulpstukken geprint en geleverd aan het Brugse ziekenhuis. Alex Masquelier, directeur Infrastructuur en Facilitaire Diensten van AZ Sint-Lucas, benadrukt: “Het is in de eerste plaats de bedoeling om de maskers te gebruiken ter bescherming van ons eigen personeel en pas in tweede instantie bij patiënten. In tegenstelling tot Italië, dat kampt met een groot tekort aan beademingsapparatuur, is er in onze contreien niet meteen een gebrek aan machines. Bovendien bieden dergelijke toestellen veel meer mogelijkheden in diverse toepassingen van beademing”. ‘Gewone’ beschermende kledij Daarmee is evenwel de grote vraag naar standaard mondmaskers nog niet van de baan. Ook daar ondernam Campus Brugge actie met de schenking van 10.000 exemplaren aan AXXON, de Beroepsvereniging voor kinesitherapeuten. Deze levering kwam er dankzij de inspanningen van Provincie West-Vlaanderen en de connecties van prof. Jiabin Li met het Chinese bedrijf Hangzhou Lynong Environment Engineering Corporation dat in oktober 2018 de Lynong-leerstoel in Construction Waste Recycling mee oprichtte om het onderzoek in deze materie te stimuleren. Nog in West-Vlaanderen laat Campus Kortrijk zich niet onbetuigd in de strijd tegen COVID-19. In samenwerking met het IRF schonk de campus nitril handschoenen, FFP3-mondmaskers en wegwerp isolatiejassen aan het AZ Groeninge. IRF staat voor Interdisciplinary Research Facility. Onderzoekers van diverse disciplines wisselen er expertise uit en maken gebruik van gemeenschappelijke apparatuur.

In tegenstelling tot de knellende drukmaskers, sluiten de typische FFP2 en FFP3-mondmaskers niet altijd even goed aan bij iedereen. Ook daar hebben de ingenieurs op Campus Brugge iets op gevonden. “De klok rond printen we zogenaamde mondmaskers comforters naar een ontwerp van 3DPLANNER. Dit zijn verstelbare elastiekjes die de standaard mondmaskers beter doen aansluiten. Daarvan zijn er een 200-tal in gebruik in AZ Sint-Lucas en nog eens 100 zijn in de maak”.

14

Elke Van Nieuwenhuyse

In de strijd tegen het coronavirus zijn beschermende kledij en mondmaskers cruciaal. Op Campus Brugge zijn ingenieurs met hun 3D-printers en lasermachines aan de slag om onderdelen te produceren voor de bescherming van artsen en verplegend personeel in het AZ Sint-Lucas. Ook het AZ Groeninge in Kortrijk kreeg hulp vanuit KU Leuven-hoek. Het ziekenhuis mocht een lading beschermende kledij en mondmaskers in ontvangst nemen.

IN DE WEER TEGEN CORONA

Beschermende

“Als universiteit beschikken we niet alleen over een hoop bruikbare kennis en tools, maar hebben we ook een voorbeeldfunctie”, verklaarde vicerector Piet Desmet. “De zorgsector verdient meer dan ooit alle steun. En zeker die van ons”.

Brugfunctie Prof. Frederik Desplentere, campusvoorzitter Industriële Ingenieurswetenschappen in Brugge, sluit zich daarbij aan. “Onze campus huisvest twee faculteiten: Industriële Ingenieurswetenschappen enerzijds en Revalidatiewetenschappen & Kinesitherapie anderzijds. We slaan hier dagelijks de brug tussen technologie en zorg. Het is onze plicht om in deze moeilijke tijden deze rol te blijven spelen. Bovendien hebben we op onze campus al langer nauwe banden met de Brugse ziekenhuizen en werken we nauw samen in zowel onderwijs als onderzoek”.

WEST-VLAAMSE CAMPUSSEN

v.l.n.r.: Prof. Stijn Debruyne, Steven Fevery, Korneel Van Massenhove en Alex Masquelier 15 CONNECT ING

Extra-activiteiten Wim Adriaens, gedelegeerd bestuurder van de VDAB, opende de beurs: “In de lijst van knelpuntenberoepen staan –op verpleegkundige na- uitsluitend beroepen waarvoor een STEMopleiding nodig is. Alleen al in het beroep ICT-analist/ontwikkelaar stonden eind januari 2020 zo’n 800 vacatures open. Er is dus ongelofelijk veel vraag naar technische profielen en dat zal niet snel veranderen. Het is dan ook goed dat VDAB en de campussen nauw samenwerken om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de krapte”. Naar goede gewoonte voorziet Campus De Nayer tijdens de jobbeurs in tal van extra-activiteiten. “Dat was dit jaar niet anders”, bevestigt Lieze. “Tijdens de ochtend kregen de laatstejaars info over o.m. solliciteren, ondernemen, doctoreren, maar ook over verder studeren in postgraduaten, verkorte programma’s of een educatieve master. Wie dat wenste, kon individuele feedback krijgen over zijn/haar cv of een proefsollicitatiegesprek voeren. ’s Namiddags werden de derdejaars bachelor en de schakelstudenten gebriefd over de stages en de masterproef, waarna ook zij de beurs konden bezoeken”. Geel

Campus De Nayer kon nog net de dans ontspringen. Op 10 maart namen 300 bedrijven deel aan het ‘Technologie, ICT, Engineering & Management’-event, een gemeenschappelijk initiatief van KU Leuven en Thomas More. Hiermee is de jobbeurs in Sint-Katelijne-Waver uitgegroeid tot de grootste in haar soort. Dat geldt ook voor de opkomst van studenten. Dat zijn niet alleen masterstudenten industrieel ingenieur maar ook professionele bachelor- en graduaatsstudenten in technologische, ICT en managementrichtingen. “In twee weken waren alle standplaatsen de deur uit”, zegt communicatieverantwoordelijke Lieze Rombauts. “Bedrijven die geen felbegeerde plek op de fysieke jobbeurs konden bemachtigen, kregen de kans om zich voor te stellen op de aansluitende virtuele jobbeurs.

JOBBEURZEN 2020: VOOR EN NA 03/11

COVID-19

16

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

De jobbeurs behoort op alle campussen tot de belangrijkste evenementen. Het is de jaarlijkse hoogmis waar de samenwerking met het werkveld wordt gecelebreerd en honderden studenten, docenten, onderzoekers, alumni en ondernemers elkaar ontmoeten. De editie 2020 kondigde zich veelbelovend aan met een recordaantal inschrijvingen. Tot op 11 maart bekend raakte dat een eerste dode had geëist en twee dagen later fase 3 van het noodplan in voege trad. Leuven

Campus te klein Op 19 februari beten de campussen Geel en Groep T Leuven de spits af. Van een corona-pandemie was toen nog geen sprake.

Op Campus Groep T kwam de virtuele beurs, die in februari maar matig aansloeg, in april tot leven tijdens drie chatsessies van rekruteerders en laatstejaars studenten.

Yves Persoons

“De virtuele versie heeft onze jobbeurs gered” De Nayer Virtuele beursstand

17

Campusvoorzitter Koen Eneman toonde zich eveneens opgetogen. In een interview met de regionale tv verklaarde hij: “Onze industrieel ingenieurs zijn erg gegeerd op de arbeidsmarkt. En daar is een logische verklaring voor. Naarmate computers en machines almaar slimmer worden en effectief taken overnemen, groeit de vraag naar professionals die deze technologieën kunnen ontwikkelen, implementeren en beheren. En dan kom je onvermijdelijk bij de ingenieurs terecht”. Toeloop in Geel Op Campus Geel stelden 205 bedrijven uit Vlaanderen en Nederland hun vacatures voor. “De plaatsen in de landbouwhal van Thomas More vlogen de deur uit”, zegt communicatieverantwoordelijke Ellen Mostmans. “Zelfs met 40 extra standplaatsen was er niet voldoende ruimte om aan alle aanvragen een positief gevolg te geven”.

In Sportoase Leuven verwelkomde burgemeester Mohamed Ridouani de vertegenwoordigers van 150 bedrijven. “Voor het eerst sinds de start van de onder-nemersdagen moet Campus Groep T uitwijken naar een andere locatie”, aldus de burgemeester. “De campus was te klein om iedereen een standplaats te geven. Het succes bewijst niet alleen de kwaliteit van de afgestudeerden maar ook de aantrekkelijkheid van onze stad. Wie in Leuven studeert en afstudeert, doet dat niet alleen aan de meest innovatieve universiteit maar ook in een stad die Europees in de eerste klasse speelt”.

“Voor wie er geen plaats meer is, organiseren we al enkele jaren een virtuele jobbeurs”, zegt campusvoorzitter Paul Leroux. “De deelnemers kunnen hun vacatures posten en krijgen toegang tot een online databank met cv’s van onze masterstudenten en alumni. De rekruteerders kunnen zo gericht op zoek gaan naar interessante profielen. En de studenten kunnen op hun beurt gericht solliciteren. Ook dit jaar was het een succes. Op de ‘reële’ jobbeurs in Geel waren nog infosessies te volgen over solliciteren en verder studeren. Professionele bachelors van de hogeschool konden deelnemen aan presentaties van de schakelprogramma’s naar master. Een grotere tent in Gent Op Technologiecampus Gent was de jobbeurs gepland op 13 maart. “Net als vorig jaar waren de plaatsen in een mum van tijd uitverkocht”, zegt communicatieverantwoordelijke An Devuyst. “En dat terwijl we net een extra grote tent hadden besteld waarin we 150 bedrijven konden huisvesten. Sinds enkele jaren geven we de deelnemers de kans om op de website van de jobbeurs een pagina aan te maken waarop ze zich kunnen voorstellen en vacatures plaatsen. We communiceren dit goed op voorhand naar de studenten zodat zij hun cv kunnen uploaden als ze gecontacteerd willen worden door de bedrijven met een interessant aanbod. Deze versie van een virtuele beurs, heeft uiteindelijk onze jobbeurs ‘gered’. Op 12 maart besliste de federale regering immers tot een feitelijke lockdown over te Daarmeegaan”. was meteen een streep getrokken door de jobbeurs op Campus Brugge. Op 23 maart –de datum van het evenementmaakten de statistieken melding van 263 overlijdens en meer dan 6000 besmettingen. Drie dagen eerder waren de landsgrenzen gesloten.

Het vernieuwde curriculum van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen zet niet alleen in op de beheersing van de technologie maar ook op vele andere kwaliteiten en capaciteiten die van een industrieel ingenieur worden verwacht. Een opvallende nieuwigheid in de opleiding is de ‘Ingenieursbeleving’, in het eerste bachelorjaar alleen al goed voor 9 ECTS. Waar staat dit opleidingsonderdeel voor? En wat valt er te beleven? Christel Willemaerts, coördinator van het docententeam, geeft het antwoord.

Ingenieursbeleving 1 in het eerste bachelorjaar bestaat uit vier onderwijsleeractiviteiten; een, geïntegreerd lab, een project, ruimtelijk inzicht & CAD en een reeks ondersteunende seminaries die focussen op professionele competenties. “Hierin leren de studenten de methodieken en de skills die vereist zijn om in de loop van de studie almaar complexere opdrachten en uitdagingen aan te kunnen “, aldus Christel.

INGENIEURSBELEVING:

OP DE BEROEPSPRAKTIJK

18

Een ingenieursbeleving is zowel een opleidingsonderdeel als een werkvorm”, legt Christel uit. “Ze behoort tot de categorie van alternatieve werk- en leervormen die tot doel hebben het probleemoplossend vermogen, de zelfstandigheid en de creativiteit te bevorderen evenals professionele competenties zoals communicatie, teamwork, ondernemingszin en kritische reflectie bij te brengen. Wat de ingenieursbeleving bijzonder maakt, is dat ze de studenten ‘raakt’ en daardoor memorabel –dus leerrijk- is. Pine en Gilmore, die de term ’experience economy’ bedachten, maken een onderscheid tussen ‘absorptie’ en ‘immersie’. Waar bij klassiek projectwerk veelal sprake is van absorptie, zorgt een beleving voor een onderdompeling, een ‘totaalervaring’ die ook appelleert aan emoties en zodoende een grotere en langere herinneringswaarde oplevert. Wat maakt een ingenieursbeleving nu echt beklijvend? Om te beginnen de aantrekkelijkheid uiteraard, maar andere factoren spelen eveneens een rol: de uitdaging, het competitie-element, de beloning of –gewoon- de fun. Ingenieursbelevingen maken het leren leuker”.

Hoe opener de opdracht, hoe meer je er zelf een creatieve invulling kunt aan geven”. “Niet alleen de mate van openheid varieert, ook de aanpak: individueel of in teamverband. Verder neemt de complexiteit en de authenticiteit –d.i. de mate van betrokkenheid van het werkveld- toe naarmate de opleiding vordert. Belangrijk is verder dat van de student, resp. het team, een concreet resultaat of een tastbaar product wordt verwacht. Dit al doende leren met vallen en opstaan draagt eveneens in grote mate bij tot de intensiteit en het leerpotentieel van de beleving. Het ultieme doel van de ingenieursbeleving is een afspiegeling te zijn van de latere beroepspraktijk”.

Inzet “In de ingenieursbeleving kun je er helemaal voor gaan”, vervolgt Christel. “Je wordt uitgedaagd om al je kennis, vaardigheden en attitudes aan te spreken en samen te brengen. Bovendien kun je ook volop je eigen talenten of elders verworven competenties naar believen inzetten. Dat gebeurt in opdrachten die van die aard zijn dat de uitkomst of het resultaat niet altijd vooraf vastligt.

ANTICIPEREN

Het Geïntegreerd Lab bestaat uit het uitvoeren van afgelijnde hands-on opdrachten waarbij verschillende disciplines aan bod komen. De proeven gaan over valversnelling, massaversnelling, microscopie en elektrochemie.

Onderwijsleeractiviteit

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

CONNECT ING 19

Ruimtelijk inzicht & CAD handelt over het lezen, interpreteren en maken van technische tekeningen. Deze worden gebruikt in de voorbeelden en ontwerpen die in het project moeten worden gerealiseerd. Professionele competenties De seminaries Professionele Competenties zijn een wezenlijk bestanddeel van Ingenieursbeleving 1. “Hier worden de studenten vertrouwd gemaakt met het wetenschappelijk kader en leren ze specifieke skills zoals schrijfvaardigheden, projectmanagement, presentatietechnieken, groepsdynamica en creativiteit”, verduidelijkt Christel. “Daarvoor is een facultair team van experten samengesteld dat voor de input zorgt. Het inoefenen van de competenties gebeurt in het project en het Geïntegreerd Lab”. “De experten staan eveneens in voor de coaching van de studenten. Een en dezelfde coach begeleidt de student, resp. het team, gedurende de hele ingenieursbeleving. Binnen eenzelfde onderdeel kan de coach niet tegelijk docent of vakinhoudelijk begeleider zijn. Zo ontstaat geen rolvermenging en weten de studenten duidelijk bij wie ze met wat terechtkunnen”.

Het project is een open opdracht die elementen uit de afstudeerrichtingen bevat waaruit de studenten na het eerste jaar moeten kiezen. De studententeams bouwen een onderdeel van een grote Rube Goldbergmachine, dit is een ingenieus apparaat dat zodanig in elkaar steekt dat het een mechanische kettingreactie teweegbrengt die aan het eind haar doel bereikt.

“Kettingreacties maken zorgt niet alleen voor spanning en suspense, maar is ook bijzonder leerzaam”, merkt Christel op.

Vervolgtraject In september 2020 gaat het nieuwe curriculum, inclusief Ingenieursbeleving 1, van start. “De experts werken nu al volop aan een vervolgtraject dat het ‘trackrecords’ van de studenten gedurende hun hele opleiding zichtbaar maakt”, meldt Christel. “Dit moet op termijn resulteren in een e-portfolio gekoppeld aan een persoonlijk ontwikkelingsplan waarin de studenten zelf leerdoelen kunnen uitzetten en bewezen competenties inbrengen.

Onze taak bestaat erin hierop zo goed mogelijk te anticiperen”

Yves Persoons Christel Willemaerts

Na de studie beschikken ze meteen over een cv-supplement om hun startbekwaamheid aan te tonen. En –niet te vergeten- een instrument om hun ontwikkeling tijdens hun loopbaan te blijven documenteren. Leren houdt immers nooit op. En de échte ingenieursbeleving, die begint bij het uitoefenen van het beroep.

“Energieomzetting, wrijvingsweerstand, sterkteberekening, sensoren, actuatoren, materialen, constructietechnieken, … de studenten kunnen echt alles tonen wat ze in hun mars hebben”.

DE SOM

Tijdens het tweede semester draaide het Stage+ project van de Siemens Industry Academy proef in de bacheloropleiding Elektromechanica op Campus Groep T. Vierentwintig studenten werden door Siemens gekoppeld aan een industrieel topbedrijf en een automatiseringsproject. “Evident was het niet in volle coronacrisis, maar het concept heeft de vuurdoop doorstaan. Stage+ verdient een plaats in onze opleiding”, aldus coördinator prof. Wim De Roeck. Prof. Wim De Roeck

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER 20

DESTAGE+:PROEFOP

Gemengde teams “Het pilootproject was niet alleen voor de studenten een bijzondere ervaring”, merkt Wim op. “Ook wij hebben er veel uit geleerd. De onvermijdelijke kinderziekten en praktische problemen bij de implementatie wegen niet op tegen de voordelen. Wij zijn er alvast voorstander van om in het kader van de programmahervorming Stage+ meer gewicht te geven (9 i.p.v. 4 ECTS). Gemengde teams met studenten uit verschillende afstudeerrichtingen kunnen dan weer voor interdisciplinariteit zorgen. Maar het meest doorslaggevende pluspunt is dat de toekomstige ingenieur niet meer hoeft te wachten tot de masterproef om in de bedrijfspraktijk te duiken maar dat al tijdens de bachelorstudie kan doen”. Yves Persoons

21CONNECT ING Siemens Industry Academy is een samenwerkingsverband tussen Siemens, de academische wereld en de industrie. Een van de doelen bestaat erin om aankomende ingenieurs vertrouwd te maken met de nieuwste technologieën en met het werkveld, waar naast vakkennis ook professionele vaardigheden van tel zijn.

“Onze faculteit sprong als eerste op de kar om Stage+ uit te proberen en liet haar oog vallen op de bachelorproef in de afstudeerrichting Elektromechanica”, legt prof. De Roeck uit. “Engineering Experience nr.5 –zo heet de bachelorproef op Campus Groep T- bestaat in het ontwerpen van een geautomatiseerde machine. Zoals in alle Engineering Experiences gaat het om een open opdracht, uit te voeren in teamverband, die moet leiden tot een concreet resultaat: in dit geval een gedetailleerd ontwerp. Belangrijk is ook dat de projecten vraaggestuurd zijn, d.w.z. ze worden gerealiseerd voor een industrieel bedrijf dat als opdrachtgever fungeert. Gedurende het eerste semester maken de studenten een conceptueel ontwerp en de bijbehorende technische tekeningen (6 ECTS). In het tweede semester wordt het goedgekeurde ontwerp verder uitgewerkt en gefinaliseerd (4 ECTS)”. Meerwaarde “Een ander kenmerk van Engineering Experience nr. 5 is de flexibiliteit”, vervolgt Wim. “Die was nodig want de projecten verschillen in omvang en in de mate van persoonlijke invulling. Voor de Erasmusstudenten is er sowieso al een apart traject. Welnu, het is die flexibiliteit met variabele weging van de scores op specifieke competenties die het mogelijk maakte om Stage+ uit te proberen in het tweede semester. Uiteraard waken we erover dat op het einde van de rit alle studenten de vooropgestelde leerdoelen bereikt hebben”. “Al van bij de opzet van het pilootproject kwamen een aantal troeven van Stage+ aan het licht”, zegt Wim. “De technologische meerwaarde stond buiten kijf, maar wat opviel was de aandacht voor professionele vaardigheden en het belang van coaching. Daarbij waren de rollen netjes verdeeld. Siemens staat in voor de softwaresupport en de technische training. De industriële partner is verantwoordelijk voor de projectdefinitie, de training van de professionele skills en de coaching door een bedrijfsmentor. Op de campus zorgen wij voor de administratieve afhandeling en de coördinatie van de evaluatie”.

Hard & soft skills De vierentwintig studenten kwamen in groepjes van twee terecht in tien industriële bedrijven die vooraf door Siemens waren gescreend. “Bij de start waren tien dagen aanwezigheid in het bedrijf vooropgesteld, maar door de coronaperikelen waren we genoodzaakt deze te reduceren tot vier. Na elk bezoek moest wel een voortgangsrapport ingediend worden”. De evaluatie bestond uit twee delen. “De zgn. hard skills weren geëvalueerd aan de hand van een wetenschappelijke paper en een presentatie. De beoordeling van de soft skills gebeurde door de bedrijfsmentor in samenspraak met Siemens en de campus”.

MARTHE TRUYEN:

Troef Op Campus De Nayer heeft Marthe het statuut van topsporter. “Dat biedt zeker een aantal voordelen. Zo hoef ik niet per se deel te nemen aan alle activiteiten waar aanwezigheid verplicht is en kan ik mij permitteren om twee weken op trainingsstage te gaan. Maar het blijft een zware dobber. Ik weet nu al dat ik een jaar langer zal doen over mijn studie, maar zo uitzonderlijk is dat ook niet. Het ingenieursdiploma behalen blijft een topprioriteit. Die troef wil ik achter de hand houden”. Hoe groot de impact van Marthes sport wel is, blijkt uit de volgende cijfers. “Gemiddeld train ik 15 uur per week. Als je daar nog verplaatsingen, het onderhoud van het materiaal en de kine bij telt, kom je tot ongeveer 25 uur, wedstrijden niet inbegrepen. Voor een doorsnee wedstrijd ben je een hele dag in de weer”.

Motivatie Veldrijden is Marthes kinderdroom. Haar idool was (en is) Sven Nys. In zijn fietssporen kunnen rijden is haar hoogste betrachting. Vader en moeder daarvan overtuigen, dat was een ander paar mouwen. Zij zagen dochterlief niet graag door modderige velden en beemden ploeteren. “Daar kwam nog bij dat veldrijden geen goedkope sport is”, vervolgt Marthe. “Een wedstrijdfiets kost al gauw 6000 euro. En je hebt er minstens twee of drie nodig om een cross te kunnen uitrijden”.

Bicycling engineering Marthe fietst bij de beloften in de groep ‘elite met contract’. “Stel je bij dat ‘contract’ vooral geen riante geldsommen voor”, merkt Marthe op. “In de praktijk betekent het dat je ploeg –in mijn geval TelenetBaloise- je materiaal, uitrusting en kledij voor zijn rekening neemt en ook je stage betaalt. De meeste eliterenners met contract combineren sport dan ook met een job of –in mijn geval- met een studie. Bij de profs liggen de kaarten anders. Zij zijn wel fulltime in dienst van de ploeg en leven van hun sport”.

KAMPIOENE IN HET VELD

Marthes debuut in het veldrijden was niet bepaald een succes. “Ik zat toen in het vierde jaar middelbaar en de prestaties bleven ondermaats. Toen ik mijn motivatie voelde afnemen, heb ik een trainer onder de arm genomen en mezelf een ijzeren discipline opgelegd om te blijven trainen. Dat wierp uiteindelijk vruchten af. Na een jaar afzien, klom ik op tot de vijfde plaats. Daarna ging het in stijgende lijn met vorig jaar een zilveren medaille en dit jaar goud op het Belgisch kampioenschap”.

STUDENT IN DE KIJKER 22

Yves

Prof veldrijden of industrieel ingenieur? “Een moeilijke keuze”, vindt Marthe. “Het liefst van al zou ik beide combineren. De moderne wielersport, inclusief het veldrijden, dat is niet harde business, maar ook hightech. De nieuwste generatie koersfietsen zijn uitgerust met de laatste snufjes inzake aerodynamica, materiaalkeuze, ergonomie, enz. ‘Bicycling engineering’ is een vak met toekomst” Persoons

Op vrijdag een examen ‘Bedrijfsmanagement’ afleggen en een dag later schitteren als Belgisch Kampioen Veldrijden bij de beloften. Weinigen hebben het haar voorgedaan. Op 10 januari 2020 haalde Marthe Truyen haar eerste nationale titel in volle examenperiode. “Veldrijden en studeren hebben meer met elkaar gemeen dan je zou denken”, zegt Marthe. “Met talent alleen kom je er niet. Het is vooral keihard knokken. Maar de voldoening achteraf is des te groter”. Marthe is derdejaars bachelor industriële wetenschappen afstudeerrichting Elektromechanica op Campus De Nayer. Dat elektromechanica en veldrijden bekend staan als ‘mannenbastions’, is Marthe geen zorg. “Technologie is de toekomst en veldrijden mijn passie. Voor mij is het niet het ene of het andere. Integendeel, als je in het ene goed presteert, straalt dat positief af op het andere. Een koers winnen geeft goesting om harder te studeren”.

23 CONNECT ING Marthe Truyen

STUDENT IN DE KIJKER 24

Paradepaardje Zoals haar voorgangers is ook de Aurora uitgerust met een aantal technologische nieuwigheden. “Het neusje van de zalm is de semi-actieve ophanging”, zegt Lorenz. “Die maakt dat we energie kunnen halen uit de dempers. Via de boordcomputer kan de piloot dit systeem activeren. Het moet zorgen voor een betere weglogging in de bochten en een snellere acceleratie op de rechte stukken van het parcours”. “Zelfrijdende auto’s vertrouwen op camera’s, sensoren en software”, vervolgt Lorenz. “Een van de centrale elementen is de LiDAR-technologie. Die staat voor ‘Light Detection and Ranging of Laser Imaging Detection and Ranging’. Hierbij worden korte pulsen laserlicht uitgezonden en gemeten hoe lang het duurt voor die naar de bron worden terug gereflecteerd. Op basis van de tijd tussen uitzenden en ontvangen wordt de afstand t.o.v. een object of een oppervlakte berekend. Daar komen nog een paar extra 3D-camera’s bij om te assisteren bij het nauwkeurig uitstippelen van de te volgen weg en van alles wat rondom te voertuig gebeurt”.

Toekomst “Van het succes van de autonoom rijdende Eclips zou weleens de toekomst van het Formula Electric Belgium Team afhangen”, meent Lorenz. “Aan de competitie volgend jaar in Duitsland mogen bijvoorbeeld nog enkel wagens deelnemen die met én zonder piloot rijden. Als deze trend gevolgd wordt in de andere Europese wedstrijden, dan zou de Aurora weleens onze laatste ‘klassieke’ elektrische racewagen kunnen zijn. De ‘dageraad’ zou tegelijk de ‘avondschemering’ van een generatie worden.”

Statisch en dynamisch Het Formula Electric Belgium Team telt 32 leden, 30 studeren aan de KU Leuven (Campussen Groep T en De Nayer) en twee aan de hogeschool Thomas More. Zij engageerden zich in 2019 om in amper negen maanden tijd een compleet nieuwe elektrische racewagen te ontwerpen, te bouwen en te prepareren voor de competitie tegen de beste soortgenoten ter wereld. “In tegenstelling tot de World Solar Challenge in Australië, is de Formula Student Competition geen race”, legt Lorenz uit. “De performantie van de auto, maar ook de competenties van het team worden getoetst in twee reeksen van proeven of ‘events’. Tijdens de ‘dynamics events’ wordt gekeken naar o.m. de acceleratie, de wegligging en het uithoudingsvermogen van de wagen. De ‘static events’ dienen dan weer om het design, het kostenplaatje en het businessplan te beoordelen. Bij de presentatie van dat plan moet je de jury kunnen overtuigen om te investeren in je project. Tijdens de voorbije edities scoorden we altijd goed op acceleratie en design, ook al omdat we onze auto’s volledig zelf ontwerpen en bouwen”.

NIEUWE DAGERAAD

De morgenstond heeft goud in de mond. Als deze spreuk nog altijd klopt, dan ziet de toekomst voor het Formula Electric Belgium Team er rooskleurig uit. In mei 2020 legde het team de laatste hand aan zijn nieuwste elektrische racewagen. Met de Aurora –genoemd naar de Romeinse godin van de dageraad en naar het Latijnse woord voor ‘noorderlicht’- wil het team stunten tijdens de internationale Formula Student Competition 2020. Tegelijk wordt de Eclipse van de editie 2019 omgebouwd tot een volledig zelfrijdende bolide. Lorenz Van Damme, Chief Engineer Electronics & Control, doet het verhaal. De Aurora is de twaalfde elektrische race wagen van Formula Electric Belgium. “Met de jaren zijn onze wagens almaar performanter geworden”, vertelt Lorenz. “Oordeel zelf: het eerste exemplaar –de LRT02- had een vermogen van 120 kW, een gewicht van 340 kg en accelereerde van 0 tot 100 km/uur in 4,1 seconden. De Eclips van vorig jaar beschikte over 145 kW power, woog 200 kg en trok op naar 100 km/uur in 2,6 seconden. Uiteraard zaten onze concurrenten in die periode ook niet stil. Maar het illustreert wel dat de uitdagingen elk jaar groter zijn geworden”.

BIJ FORMULA ELECTRIC BELGIUM

Voorbeeldfunctie In zijn toespraak op het stadhuis beklemtoonde prof. Bert Lauwers, decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen, de voorbeeldfunctie van het Agoria Solar Team. “Dit team belichaamt het profiel van de industrieel ingenieur dat onze faculteit wil opleiden: hoogtechnologisch geschoold, veelzijdig, ondernemend, communicatief en internationaal georiënteerd”, aldus de decaan. “Hiermee is het Solar Team het gezicht van onze faculteit in binnen- en buitenland. Het team staat eveneens model voor de samenwerking met het bedrijfsleven en het geloof in hernieuwbare energie als alternatief voor de vervuilende en almaar schaarser wordende fossiele brandstoffen. Het Solar Team is tenslotte ook een inspirerend voorbeeld voor jongeren. Het ontwerpen en bouwen van een zonnewagen toont hoe boeiend en uitdagend de ingenieursstudie wel kan zijn”.

IN DE KIJKER

Yves Persoons

25 CONNECT ING

STUDENT

Leuven kent een lange traditie van feestelijke intredes. Op 25 februari 2020 was het de beurt aan de twintig ingenieursstudenten van het Agoria Solar team van de KU Leuven. Zij wonnen op 17 oktober 2019 met hun zelfgebouwde zonnewagen ‘BluePoint’ de Bridgestone World Solar Challenge in Australië, het wereldkampioenschap voor wagens op zonne-energie. Zowel de stad als de universiteit zorgden voor een feestelijke ontvangst van het team.

’s Namiddags werd verzameld in de rectorale salons voor de plechtige ontvangst door prof. Luc Sels, rector van KU Leuven; prof. Gerard Govers, vicerector Groep Wetenschap & Technologie en prof. Hilde Feys, vicerector Diversiteits- en Studentenbeleid. De kers op de taart was de officiële ontvangst op het stadhuis door Mohamed Ridouani, burgemeester van de stad Leuven. Met de Blijde Inkomst van het Agoria Solar Team werd aangeknoopt bij een eeuwenlange Leuvense traditie van blijde intredes. Hiermee traden de teamleden in het voetspoor van de grote Leuvenaars en vele andere prominenten uit kerk en staat, wetenschap en kunst en economie en politiek die hen de voorbije zes eeuwen vooraf zijn gegaan.

STAD EN UNIVERSITEIT HULDIGEN AGORIA SOLAR TEAM

Op 17 oktober 2020 schreven de studenten van het Agoria Solar Team geschiedenis toen ze met hun zonnewagen, de ‘BluePoint’, als eerste over de finishlijn van de Bridgestone World Solar Challenge reden. Aan de race van maar liefst 3021 km namen in totaal 46 andere teams uit 23 verschillende landen deel. De overwinning was de ultieme bekroning voor de Leuvense studenten die 15 maanden lang hard gewerkt hadden aan hun wagen. Blijde Inkomst De festiviteiten in Leuven begonnen al ’s ochtends met een huldiging op Campus Groep T. Na de verwelkoming door campusvoorzitter prof. Koen Eneman evoceerden teamleider Willem-Jan Claes en piloot Nelis Geurts in een levendige presentatie de spannende wedstrijd in Australië en de intensieve voorbereidingen die eraan voorafgingen.

ETHIEK ALS MINDSET VOOR DE INGENIEUR

“Wat ben je aan het doen? En waarom doe je dat? En waarom doe je dat op die manier?” Vragen die aan iedereen gesteld worden – ook aan organisaties en ingenieurs. Die vragen au sérieux te willen nemen, en er in alle eerlijkheid op te willen antwoorden: dat is de basishouding die prof. dr. ir. Martin Meganck aan zijn studenten op de Technologiecampussen Gent en Aalst wil meegeven. In wie heb je het meeste vertrouwen: in een leraar die gewoon goed les kan geven, of in een leraar die niet alleen goed lesgeeft, maar daarnaast ook nog een wijze kijk lijkt te hebben op opvoeding en onderwijs? In een arts die alleen maar goede diagnoses kan stellen en behandelingen begeleiden, of in een arts die daarnaast ook verstandige dingen weet te zeggen over gezondheid en ziekte? In een ingenieur die creatief en trefzeker producten en processen weet te ontwerpen en op te volgen, of een ingenieur die daarnaast ook nog kan meepraten over hoe techniek een rol speelt in de samenleving?

terwijl wiskunde, fysica, chemie en technische vakken bij de ‘exacte wetenschappen’ worden gerekend.

“reflective practitioners” genoemd. Bij studenten die reflex losweken, hoort bij het werken aan de “disciplinary future self” waar KU Leuven volgens haar onderwijsvisie naar streeft. Soms wordt beweerd dat dit allemaal weinig onmiddellijk nut heeft. Toch blijf ik ervan overtuigd dat je daardoor betere professionals krijgt.

Prof. Martin Meganck

DOCENT IN DE KIJKER 26

Deze opdeling is niet alleen artificieel, ze is stilaan ook achterhaald. Wetenschappen en techniek zijn net zo goed sociale werkelijkheden. Techniek is een product van menselijke activiteit en daar spelen altijd sociale factoren mee. Dat is trouwens nu meer dan ooit het geval. Techniek doordringt het totale leven: van prenatale diagnostiek tot psychotherapie, van mobiliteit tot telematica. Dus is het niet meer dan normaal dat mensen zich vragen stellen bij de impact ervan en de gevolgen voor de samenleving, de cultuur en de natuur. Verantwoordelijkheid In de maatschappelijke discussies rond techniek staan ingenieurs vaak aan de techniek optimistische kant van het spectrum. Als je voor ingenieursstudies kiest, houdt dat wellicht in dat techniek je interesseert, en dat je gelooft in de positieve mogelijkheden van techniek. In ingenieursverenigingen vond je vroeger vaak een nogal éénzijdig, blind vooruitgangsoptimisme: wie vragen durfde te stellen bij het vanzelfsprekend goede van technische groei, werd beschuldigd van domheid of slechte bedoelingen. Vandaag realiseren bedrijven en ingenieursverenigingen zich dat techniek geen tovermiddel is: dat sommige problemen toch wel zéér weerbarstig zijn, en dat er zelfs problemen zijn die mede veroorzaakt worden door techniek. Dat zoveel ingenieursverenigingen nu gedragscodes ontwikkelen, en dat zoveel bedrijven de ‘sustainable development goals’ in hun beleid opnemen, is alvast een teken dat men geen vrede meer neemt met de kritiekloze goede bedoelingen van weleer.

Leraren, artsen of ingenieurs die niet alleen pragmatisch efficiënt optreden, maar die daarnaast ook nog bewust nadenken over hun functioneren in de maatschappij: ze worden weleens

Sociaal vs. Exact “Op de campussen in Gent en Aalst doceer ik wetenschaps- en techniekfilosofie in de tweede bachelor en beroeps- en bedrijfsethiek in het masterprogramma. Mijn vakken behoren tot de zgn. ‘sociale’ of ‘geesteswetenschappen’

Hoe ga je daar als individu én ingenieur mee om? Soms is het verleidelijk om de verantwoordelijkheid van zich af te wentelen: door te zeggen dat techniek neutraal is, bijvoorbeeld, en dat alles afhangt van hoe de gebruiker ermee omspringt. Of door te beweren dat je de vooruitgang toch niet kan sturen of tegenhouden. Of door zich te verschuilen achter een rolverantwoordelijkheid: ik doe alleen maar wat van mij gevraagd wordt. Of door verantwoordelijkheid te laten verdwijnen in ‘het systeem’: structuren of

27 CONNECT ING procedures waardoor men de indruk heeft dat men als individu toch geen verschil kan maken. Of de dag van vandaag: achter ‘de computer’, die alles zou berekenen en beslissen.

Al bij al is en blijft het beter om wél voor je verantwoordelijkheden uit te komen. Als je iets doet, kan je niet zeggen dat je er niets mee te maken hebt. Het traject rond filosofie, RZL en beroeps- en bedrijfsethiek dat in het nieuwe curriculum is uitgetekend, heeft als bedoeling om beter voorbereid dat gesprek aan te gaan: gesprek met familie en vrienden, met opdrachtgevers, klanten en medewerkers, en met de maatschappij als geheel. En soms zal dat inhouden dat je ook vervelende beslissingen moet durven nemen. Ik geloof zo niet in de ethiek van de ‘propere handjes’. Soms bestaat ethiek er vooral in dat je durft uitleggen waarom je je handen wél vuilmaakt aan dit, en niet aan iets anders. Ethiek moet vooral realistisch zijn. Aan een ethiek die alleen geldt voor de engelen in de hemel, hebben we niet veel. Ethiek gaat precies over de spanning tussen ‘het leven zoals het is’, en ‘het leven zoals we het zouden willen’. Ethiek voor elke dag Over ethiek wordt vooral gesproken naar aanleiding van schandalen of ongelukken, of wanneer iemand een moment van uitzonderlijke moed heeft getoond. In mijn cursussen heb ik het weleens over die uitzonderlijke momenten waarop iemand zijn of haar nek heeft moeten uitsteken. Maar als je de indruk geeft dat ethiek vooral iets is voor morele helden, maak je er iets wereldvreemds van. In mijn contacten met ingenieurs merk ik vooral dat de meesten proberen in eer en geweten hun werk goed te doen: op een professionele manier, met zorg. Net zoals ze hun leven als vader of moeder ernstig nemen, of als partner, of in hun verhoudingen met vrienden, buren… , in het alledaagse leven. Eigenlijk bestaat er geen ethiek die alleen voor ingenieurs zou gelden. Er is alleen de ethiek van alle mensen, die ingenieurs ook in hun werk meenemen.

Prof. Martin Meganck

ONDERZOEK IN DE KIJKER 28

AAN

KONINKLIJK BEZOEK ALAMIRE INTERACTIVE SOUND LAB

De Alamire Foundation werd in 1991 opgericht als een joint venture tussen KU Leuven (Onderzoeksgroep Musicologie) en het impulscentrum Musica met als doel het onderzoek naar de oude muziek –meer in het bijzonder de rijke Vlaamse polyfonie- te coördineren en te stimuleren. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar het inventariseren, conserveren en toegankelijk maken van dit waardevolle erfgoed. De onlangs gerestaureerde Norbertuspoort van Abdij Van Park huisvest de Library of Voices waar kostbare muziekhandschriften

Op 4 februari 2029 was H.M. Koningin Mathilde te gast bij de Alamire Foundation, het interdisciplinair studiecentrum van de muziek in de Lage Landen, gevestigd op de site van de Abdij van Park in Heverlee. Op het programma stond ook een voorstelling van het Alamire Interactive Sound Lab van prof. Toon van Waterschoot (Campus Groep T). Prof. Toon Van Waterschoot

• Dr. Torstein Skåra (Nofima) (co-promotor)

T Potential of insect-microbe chemical interactions to improve biological control of insect pests

TechnologiecampusMarlies26/05/2020Govaert Gent Cold Atmospheric Plasma (CAP) for inactivation of pathogenic biofilms -Case study on foodborne Listeria monocytogenes and Salmonella Typhimurium • Prof. Jan Van Impe (promotor)

• Dr. Maria Baka (European Commission) (co-promotor)

• Dr. Eduard (co-promotor),NeefsBelgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie • Prof. dr. ir. Emmanuel Van Lil (co-promotor)

Frederico03/03/2020Mosquera

TechnologiecampusDavy29/05/2020Verheyen Gent Micro- and microstructuralinvestigationmacroscopicofthefoodinfluence on microbial dynamics: Case study in/on fish products

DOCTORATEN DOCTORATEN AAN FIIW (JANUARI – JUNI 2020)

• Prof. dr. ir. Jan Van Impe (promotor)

CampusTim09/03/2020GoelenGroep

• Prof. dr. ir. Bart Lievens (promotor)

CampusJori03/03/2020WinderickxDiepenbeek Energy-efficient and secure implementations for the IoT • Prof .dr. ir. Nele Mentens (promotor)

Nuñez Technologiecampus Gent Personalized decision support models • Prof. dr. ir. Greet Vanden Berghe (promotor) • De heer Pieter Smet (copromotor)

• Mevrouw. Cindy Smet (co-promotor)

29CONNECT ING worden ontsloten, gedigitaliseerd en ‘geprepareerd’ voor uitvoering. Dat laatste gebeurt in twee sound labs. In het Alamire Analytical Sound Lab van prof. Bart De Moor wordt de gelaagdheid van de meerstemmige muziek ontrafeld. Het Alamire Interactive Sound Lab van prof van Waterschoot concentreert zich op het vertolken van de polyfonie in akoestisch gereconstrueerde historische ruimtes. Het onderzoek in de Library of Voices gebeurt i.s.m. de onderzoeksafdeling ESAT-STRADIUS. In het Huis van de Polyfonie krijgt het publiek de resultaten van het onderzoek te horen. Het huis biedt onderdak aan een concertruimte en een collectie historische muziekinstrumenten. Akoestiek Prof. van Waterschoot en zijn team onderzoeken geluid niet alleen als een fysisch fenomeen, maar ook als een drager van informatie in de communicatie tussen mensen onderling en tussen mens en machine en omgeving. Dit resulteerde in een multidisciplinaire onderzoeksmethodologie waarin ingenieurs, wiskundigen, musicologen en uitvoerders samenwerken. Een sub domein van dit onderzoek is de zgn. ‘archaeaakoestiek’, meer specifiek de reconstructie van de kerk-akoestiek in de late middeleeuwen en haar impact op de uitvoering van de Gregoriaanse en polyfone muziek in de Lage Landen. I Fiamminghi Vanaf de 15de eeuw verdrongen pausen, vorsten, hovelingen en al wie naam en faam had elkaar voor de sterren van de nieuwe meerstemmige muziek, die later de ‘Vlaamse polyfonie’ genoemd zal worden. De ‘Fiamminghi’ waren de idolen van hun tijd met ware cultfiguren als Guillaume Dufay, Johannes Ockeghem, Josquin Des Prez, Jacob Olbrecht, Pierre De la Rue; … Petrus Alamire (Nürnberg 1470 – Mechelen 1536) –naar wie de Leuvense Foundation werd genoemd- maakte hen ‘wereldberoemd’ met fraai verluchte kopieën van hun werk die lange tijd de belangrijkste relatiegeschenken van de Europese vorstenhuizen waren. Petrus Alamire heette eigenlijk Imhoff. Zijn artiestennaam verwijst naar de toonhoogte A en de noten la-mi-re. H.M. Koningin Mathilde is sinds 2018 de Beschermvrouwe van de Alamire Foundation in Leuven. Yves Persoons

• Prof. dr. ir. Paul Leroux (promotor)

Thati Campus Brugge Software Strategies to Improve Immunity of Programmable Embedded Systems against Disturbances • Prof. dr. ir. Jeroen Boydens (promotor) • Prof. dr. ir. Davy Pissoort (co-promotor)

Venu02/04/2020Babu

• Prof. dr. ir. Hans Rediers (co-promotor) • Prof. dr. Hans Jacquemyn (co-promotor)

• De heer Dave Singelée (co-promotor)

CampusJurgen20/02/2020VanhamelGeel

Analysis, design and realization of an RF driving system for spacebased Acousto-Optical Tunable Filter applications

Every year, Flanders Innovation & Entrepreneurship (VLAIO- Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen) provides funding for doctoral and postdoctoral research in close collaboration with a Flemish company. In 2019, thirty Baekeland-mandates (PhD) were submitted in collaboration with an academic promotor from KU Leuven. Nineteen projects were approved amounting to a success rate of 63%. We caught up with André Carlos Munoz Lopez (Ghent Technology Campus), current Baekeland mandate –holder.

After an initial pre-doctoral phase at the KU Leuven research group, BioTeC+, I am now in my second year of PhD supported by a Baekeland mandate from VLAIO. The project plan was developed during that pre-doctoral phase and successfully defended in front of a mixed academia-industry jury. The scope of my research falls within the framework of Industry 4.0. It aims at developing novel methods for data-driven modelling, control, and optimization of chemical production processes. I use data that is continuously generated at the production sites of Janssen Pharmaceutica (Johnson & Johnson) to construct mathematical models for a better understanding, controlling and optimizing their processes. My PhD research contributes to a more efficient production of medicines to meet the volumes required for the patients but also, and more importantly, to the quality standards of those medicines.

What was your motivation to collaborate with a company?

What I love about the Baekeland formula is that, today, I share an office with my colleagues from KU Leuven –BioTeC+: an internationally recognized research group at Ghent Technology Campus, founded by Professor Jan Van Impe and with over 25 years of research experience in model-based design, monitoring, optimization, and control of (bio)chemical conversion processes.

Tomorrow, I will sit at my desk at Janssen Pharmaceutica, the largest pharmaceutical company in Belgium. With my colleagues at the university, I have the opportunity to discuss fundamental topics related to process modelling, monitoring and optimisation, while with my colleagues from industry I contribute to the continuous improvement of production processes to bring medicines to the patients.

Iason Passaris  baekeland-mandatenwww.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/ OR ACADEMIA? IS BOTH

Which type of work do you perform at which location?

As a student finishing my studies in chemical engineering, I was intrigued by science and research. Having the opportunity to contribute to novel ideas and developments to the understanding of a given phenomenon, and building new possibilities to exploit that understanding to improve human life, is something that attracts many young students. But as a rather practical person, with a strong feeling for engineering, I was also aware that transformations do not occur from one moment to the next by themselves. Someone needs to put the effort in bringing powerful ideas and technologies to practice in order to demonstrate their benefits and limitations in the real world. I am quite sure that many others before and after me, had and will face the same question: Industry or Academia? Well, with this Baekeland mandate, the answer is both.

Towards the end of my PhD, my goal is to have developed novel and broadly applicable approaches for data-driven modelling of (bio) chemical production processes. These will have been validated directly on the production of medicines and will have resulted in significant improvements that guarantee meeting the stringent quality standards. Meanwhile, I have already obtained significant progress in this direction. For example, I have developed a new method to train tensor-based models that result in more informative models that allow a more robust identification and factorization of the system variability. The more interpretable data-driven models help engineers to identify the root cause for deviations, monitor the processes and offers the opportunity for continuous improvement of these processes. The application of this methodology to a largescale spray-drying unit used in the commercial production of an Active Pharmaceutical Ingredient has resulted in a benefit to Janssen Pharmaceutical in fault identification and quality prediction. Similar applications in other production lines are currently ongoing, with objectives such as process optimisation and real time release.

THE ANSWER

Could you introduce your research project?

What will be the tangible outcomes from your research?

ONDERZOEK IN DE KIJKER 30 INDUSTRY

André Muñoz Lopez

31 CONNECT ING

ONDERZOEK IN DE KIJKER 32 Esmael Kedir

33 CONNECT ING

For his research, Ismael works closely with the Ophthalmology Department of the University Hospitals in Leuven and the Medical Centre of Jimma University in Ethiopia. Several versions of his application have been tested and validated in Leuven. In addition to the clinical validation, usability tests have been carried out at Jimma University. The results are promising. In terms of specificity and sensitivity, Esmael’s tool easily achieves 85 to 90% of what the professional equipment in university hospitals can do”.

Yves Persoons

“As a miracle there was a project that was, as it were, written for me”, Esmael explains. “As you know, the e-Media Research Lab is specialised in human centred systems that can be applied in various areas such as health care, learning, arts and entertainment.

Shortly before my arrival, a proposal had been received from the Ophthalmology Department of the Leuven University Hospitals to develop a visual screening tool for the detection of a malignant eye disease: glaucoma. Not only did this offer fit in perfectly with the activities of the lab, it also enabled me to contribute to a better health care in my home country”.

Glaucoma is a chronic eye disease that leads to irreparable damage of the visual field. It affects more than 60 million people worldwide. Only an early diagnosis can prevent blindness. However, this requires expensive and non-transportable equipment, which means that a large part of the population in developing countries is deprived of this aid. Esmael Kedir, PhD student at the e-Media Research Lab of Group T Leuven Campus, has developed an affordable and mobile solution. At the annual conference of the European Association for Visual and Eye Research, he won the Best Paper Award in the Glaucoma Category.

Affordable technology Other critical success factors of Esmael’s tool are its userfriendliness and cost. “A complete test run on site takes about 10 minutes: 2.5 minutes for the test itself and the rest for explanation. The cost of the complete set, including the smartphone, is 200 euro, which is only a fraction of the price of the specialized equipment in hospitals”.

Esmael is convinced that he has developed an affordable, accessible and effective testing platform that can significantly improve the quality of life and prospects of countless potential eye patients in Ethiopia and elsewhere in the world. “Even if the silent thief of sight is still sneaking around in the poor rural areas, he will soon be faced with an unexpected strong resistance”, Esmael concludes.

HOW TO SAVE THE SIGHT OF MILLIONS OF PEOPLE?

Silent thief What exactly is Glaucoma? Esmael describes it as follows: “Glaucoma is caused when pressure builds up inside the eye, damaging the optic nerve that connects the eye to the brain. If it is not treated in time, it may cause irreversible blindness. It is thought that 4.5 million people across the globe are blind because of glaucoma, making it the third highest cause of blindness worldwide. The condition is difficult to diagnose because symptoms do not appear straight away. Instead, they develop slowly over many years. That is why glaucoma is called ‘the silent thief of sight’. This means that many patients only seek treatment when they notice they are losing their sight, when significant damage has already occurred. Prevention through early detection is the only effective remedy for the time being”.

“That’s exactly where the problem lies”, Esmael continues. “In many countries, the detection equipment is not available to the inhabitants of poor rural areas. This gave us the idea to come up with an affordable and mobile solution. After a thorough study of the devices in the University Hospitals in Leuven, we decided to develop an Android app for a smartphone that can function as an alternative Glaucoma Easy Screener (GES)”.

Virtual Reality Esmael’s tool consists of a virtual reality head set, a smartphone and a gaming joystick. “The smartphone sends light signals that vary in size and intensity to the headset. The test subject uses the joystick to indicate if he/she has observed something in the visual field. If it turns out that certain signals are systematically not or incorrect responded to, the local nurse knows that something is wrong. What is more, the tool allows him/her to determine where in the visual field the problem arises. The nurse can then refer the person in question to the hospital for the treatment of the disease in the making.”

Esmael comes from Oromia, a region in Western Ethiopia. He went to school there and then studied Computer Science at Haramaya University (BSc) and Addis Ababa University (MSc). After graduation, Esmael became lecturer at Jimma University, a partner university of KU Leuven. The collaboration between the two universities brought Esmael to Leuven in 2016, first as a predoc, then as PhD student at Group T Leuven Campus.

 www.hogent.be/projecten/gelijkgestemd/ “

Troeven Aan de Technologiecampus Gent hebben Hanne Deprez en Dimitri Coppens, twee door de wol geverfde wetenschapscommunicatoren, hun schouders onder het partnerschap gezet. “We hebben hier niet alleen wetenschappelijke en technologische knowhow in huis, maar ook heel wat materiaal en infrastructuur die we ter beschikking kunnen stellen”, merkt Dimitri op.

Aan de buitenschoolse STEM-activiteiten nemen nog altijd sommige groepen van jongeren weinig of niet deel”, zegt Fatima Diouani, doelgroep coördinator (Odisee). “Dan hebben we het niet alleen over etnisch-culturele minderheden, maar ook over meisjes en leerlingen uit het TSO-BSO-onderwijs. De STEM-partnerschappen hebben precies tot doel om de drempel te verlagen en het aanbod te verbreden. Dit gebeurt door de creatie van netwerken van bedrijven, kennisinstellingen, overheid en burgers, de zgn. ‘quadrupel helix’. De partnerschappen krijgen twee jaar de tijd (en de middelen) om zulk netwerk tot stand te brengen”.

Hanne van haar kant wijst op de didactische troeven. “In de Educatieve Master in Wetenschap en Technologie staan wij in voor de vakdidactiek STEM en de opleiding van de leraren die mee de STEM-Academies zullen bevolken”.

we op gemiddeld vijftien deelnemers. Dat is goed voor 900 kinderen, wat overeenkomt met zes uren workshops per groep. In het voorjaar van 2021 volgt een tweede netwerkevent voor terugkoppeling en evaluatie met het oog op het continueren van de samenwerking en een mogelijke verlenging van het project”.

Pilootprojecten “In een eerste fase zijn we begonnen met de actoren in de provincie te inventariseren”, vervolgt Fatima. “Dat zijn de bekende STEM-aanbieders maar ook organisaties uit het middenveld en bedrijven, kortom al wie expertise heeft in het werken met of voor kansengroepen. Op basis van deze bevindingen stellen we richtlijnen op, bouwen we een website en organiseren we een vijftiental workshops over o.m. diversiteit en co creatie. Dit alles wordt gepresenteerd tijdens een eerste netwerkmoment. Daarna lanceren we een oproep voor pilootprojecten. We rekenen op een tiental projecten die we zowel inhoudelijk als materieel “Perondersteunen”.projectmikken

GELIJKGESTEMD PARTNERSCHAP IN OOST-VLAANDEREN

Yves Persoons

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE 34

Dimitri hoopt bovendien de ervaring te kunnen inbrengen van collega’s als Alexis Versele die vertrouwd zijn met kansengroepen. “Alexis is voorzitter van Domus Mundi vzw dat duurzaam (ver) bouwen en wonen wil mogelijk maken voor en met kwetsbare groepen. Momenteel werkt hij met zijn collega’s Lode Lefevre en Stijn Verdoodt van de onderzoeksgroep Duurzaam Bouwen aan een ‘Living Lab,’ dat – in het kader van het Europees project CBCI rond circulair en bio-based bouwen - op de campus een plaats zal krijgen en waar workshops voor een breed doelpubliek zullen plaatsvinden. Deze expertise willen we uiteraard meenemen in het partnerschap. Gelijkstemmen begint met eerst samen af te stemmen.”

 Partners: UGent, Artevelde Hogeschool, HoGent, Odisee Hogeschool, Steunpunt Diversiteit & Leren, KU Leuven –Technologiecampus Gent, Provincie Oost-Vlaanderen, RTC Oost-Vlaanderen, Fedustria, Ekoli vzw, Beroepenhuis, Divengo vzw, Fablab Erpe-Mere, De Creatieve STEM vzw, TAJO talentatelier voor jongeren Gent.

‘Samen sterk. Gelijke kansen. Co creatie. Duurzaam’. Onder deze vlag zijn in het najaar van 2019 dertien STEM-partnerschappen in Vlaanderen van wal gestoken. Met de steun van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) steunen en stimuleren ze buitenschoolse STEM-belevenissen voor jongeren van 5 tot 18 jaar. In het Oost-Vlaamse partnership ‘GelijkgeSTEMd’ van Odisee en HoGent is ook de Technologiecampus Gent van de partij.

35 CONNECT ING

Dimitri Coppens (KU Leuven Technologiecampus Gent), Fatima Diouani (Odisee) en Fien Nelis (HoGent)

The student team worked ten days intensively and in an agile way on this challenge, with sprint meetings every day and four intermediate milestone meetings where they met with other teams in Bologna and in Krakow working on the same challenge. A Slack and Google Drive environment ensured a fluent sharing of insights and materials. This resulted in a new, challenge-based type of collaboration with virtual mobility.

UNA.TEN…. A LIVING LAB CHALLENGE FOR NEW FORMATS IN EDUCATION AND MOBILITY

UNA EUROPA is a unique alliance of eight European research universities, with KU Leuven as one of the leading members. Funded among the first “European University” pilot projects selected by the European Commission in June 2019, UNA EUROPA’s 1Europe project will establish a Europe-wide living lab for testing Joint Innovative Formats for education and mobility. One of KU Leuven’s four student teams in the UNA.TEN challenge was set up by KU Leuven KICK in collaboration with Technovation Hub of the Faculty of Engineering Technology. Online digital consent Chrisje Haenen, Executive Committee Member of Technovation Hub, together with the coaches Rudi Lenaerts (Laurion BV) and Prof. Wim Van Petegem, joined forces to support the student team on the “online digital consent” theme. The team worked on the question of “How to protect our privacy and help fight dangers, fears, and misconceptions in a digital world?”

36 FACULTY WORLDWIDE

On 8th May, UNA EUROPA concluded UNA.TEN – “Transform Emergency Now! 10 days for change”. UNA.TEN was set up as a pan-European student hackathon to tackle challenges in COVID19 post-emergency times. Based on an open innovation design process, student teams from all participating UNA EUROPA universities joined forces with local partners to find solutions to four specific COVID-related challenges: (1) Rethinking entertainment and culture, (2) Securing privacy and preventing misconceptions in a digital world, (3) Ensuring traveller safety, and (4) Avoiding food waste.

“I was pleasantly surprised by the eagerness and the willingness of the team to pick-up the challenge and to really deliver a solution” adds Rudi Lenaerts, “Moreover, working with an international team (Anirudh is from India, Isidora from Chile and Jorrit from Belgium) added an extra very positive dimension to it”.

“Actually coaching this team was easy,” explains Prof. Van Petegem. “We started each day with a short stand-up meeting with the team. Our main role as coaches was to bring students in contact with stakeholders in the field of education, research and industry so that they could get feedback for their ideas”.

CONNECT ING 37

“The multidisciplinarity in the team proved to be a main asset in coming up with the challenge”.

Jorrit Willaert and Anirudh Pabba, two of the team members, add: “The multidisciplinarity in the team proved to be a main asset in coming up with an approach to the challenge. The mix of expertise in our team with law (from Isidora Gonzalez Rios, a third team member), science (Anirudh) and engineering (Jorrit) turned out to be very successful, and resulted in a holistic experience.”

In total, UNA.TEN attracted more than 100 students who worked together in 19 teams, in this way paving the road for challenge-based learning, not only in times of virtual mobility, but maybe for the future of higher education in Europe and beyond. Hilde Lauwereys  www.una-europa.eu

Roles The roles in the team were clearly defined in the first few days. Anirudh took the responsibility as a project planner, whereas Isidora worked on the legal and juridical aspects and Jorrit was responsible for the practical implementation of the choices made. All their hard work eventually resulted in a blueprint for a customisable add-on for browsers to protect the user’s digital rights. Needless to say that this solution was highly appreciated by all participants of the final presentation at the end of the two weeks challenge.

Prof. Wim Van Petegem, Chrisje Haenen en Rudi Lenaerts

“A second goal that we have in mind is a proper location where the teams can get to work. The space we dream of is a casual meeting area as well as a learning environment that facilitates the making of physical artefacts and is accessible to the local and global academic and business community through a virtual window. We are therefore looking for a location that allows different ways of learning, working and sharing in a single space. We are convinced that Technovation Hub 2.0 will soon have its own place in the sun”.

FACULTY WORLDWIDE 38

From its founding in 2016, Technovation Hub had big plans. Where the assignment initially was to support the student teams on the faculty’s campuses, the organization had grown into an incubator of engineering talent and an accelerator of innovation. On 8 January 2020, Technovation Hub joined the Design Factory Global Network at Aalto University in Helsinki. Stijn De Jonge

TECHNOVATION HUB JOINS DESIGN FACTORY GLOBAL NETWORK

“Technovation Hub is an initiative of the Faculty of Engineering Technology. It was founded five years ago with the support of the Science, Engineering & Technology Group of KU Leuven to support the emerging engineering talent on the campuses and at the same time to be the incubator of new and promising projects. There are already six student teams under the wing of Technovation Hub, each of which is an example of entrepreneurship and innovation.

“One of the basic principles of a Design Factory is that innovation is not something that is accomplished by an individual. Instead, innovation is by definition a social and a collaborative matter. Another important characteristic of a Design Factory is the revaluation of the concept of ‘space’. Creativity needs a space that is separated from the activities of daily working life. Building a space away from the routine job is key to enhancing a team’s creative capability. At Aalto University, Design Factories can have spaces ranging from 5 to 5,000 m². Interesting in that context are the ‘traveling projects’ that literally move to the locations where the most suitable expertise or equipment can be found”. Double purpose As a recognized Design Factory, Technovation Hub 2.0 pursues a dual goal. “Our main assignment is to encourage even more scientific or engineering students to participate in team projects, both inside and outside the curriculum”, says Chrisje Haenen. “Therefore, we want to appeal to our partner companies more than ever to serve as a commissioner or a client. It encourages the teams to think more thoroughly about the valorisation of their concept or product.”

One of them, the Agoria Solar Team, became world champion in the World Solar Challenge in October 2019. These examples work contagiously, also within our community. We found that the time was ripe to push the boundaries and to look for like-minded partners in other countries and continents”. Co-creation These like-minded partners were found in DFGN. “What brings us together is passion-based co-creation”, explains Stijn De Jonge. “The network consists of innovation hubs such as ours that are active in universities and research centres around the world, from CERN in Geneva to Tongji University in Shanghai. Design Factories are platforms for experimentation, action and co-creation. In addition to the local activities of each factory, there are also numerous shared initiatives.”

Tuesday 8 January 2020 was a special day at Aalto University. The institute not only celebrated its 10th birthday, but also the entry of the 30th member to the Design Factory Global Network (DFGN). Chrisje Haenen and Stijn De Jonge, administrators of Technovation Hub, could not have imagined a better time to sign the cooperation agreement in Helsinki.

Yves Persoons

Like-minded Chrisje Haenen looks back in time.

Thanks to ERICA Campus (Education Research Industry Cluster at Ansan), HYU is recognised as the most active industry cooperation university in South Korea combining research and education with business. ERICA Campus is famous for its cluster programme in which students acquire knowledge and skills that make them immediately employable in professional practice.

The figureheads –the so called ‘proud Hanyangians’- include Chung Mong-koo, Chairman of Hyundai Motor Group and Yoon Boo-keun, CEO of Samsung Electronics.

Yves Persoons

KU LEUVEN AND HANYANG UNIVERSITY: COLLABORATING ON PROJECTS AND STUDENT EXCHANGE

39 CONNECT ING

FACULTY WORLDWIDE

On January 29, 2020, Prof. Luc Sels, Rector of KU Leuven and Prof. Woo-seung Kim, President of Hanyang University (South Korea) signed two cooperation agreements. The first deals with the set-up of joint research projects. The second relates to the exchange of students with the Faculty of Engineering Technology. Three years of preparation preceded the signing ceremony at the Rector’s Office in Leuven. In June 2017, Prof. Sabine Vercruysse, Vice-Campus Chair of Group T Leuven Campus and Wim Polet, Director of the International Office, paved the way during the official Belgian trade mission to South Korea. In November 2017 and 2018, Director Wim Polet continued negotiations in Seoul, resulting in the signing of a Memorandum of Understanding during Rector Luc Sels’ visit to HYU in March 2019. Growth machine HYU started in 1939 as the first engineering institute in Korea. Currently, the university is generally regarded as an essential part of the growth machine that has made South Korea an economic and technological global player. HYU has campuses in the capital Seoul and the nearby city of Ansan. Together they count 25 colleges and 107 departments, good for 24,500 undergraduate and 8,300 graduate students. The university welcomes 7,500 foreign students annually and more than 3,000 students go abroad every year. HYU counts Massachusetts Institute of Technology (MIT), University of Cambridge and Tsinghua University among its 820 partner universities in 88 countries. Industry cooperation

Presentations After the signing ceremony, President Woo-seung Kim and his retinue were received at Group T Leuven Campus. Professors Ronald Cools, Bert Lauwers and Peter Slaets gave a presentation about, resp. the Science, Engineering & Technology Group, the Faculty of Engineering Technology and the research on Autonomous Vehicles. The programme also included visits to the Department of Electrical Engineering, more specifically the research group of Prof. Sofie Pollin, the inter-university microelectronics centre imec and the high-tech company Materialize, specialized in 3D printing.

Steering Committee When on 24 August 2019 a new International Alumni Chapter was officially installed in Beijing together with the commemoration of the 20th anniversary of the Double Degree Programme in Engineering Technology from KU Leuven and BJTU, Martine Torfs, Director of the university’s International Office did not have to look for a pioneer for long. All the tracks led to the BJTU student who came to Leuven in 2003 to study and to teach and who runs his own business in Beijing today. Together with five like-minded colleagues, Chairman Lin Zhang forms a steering committee that is committed to connecting the 200 KU Leuven alumni in China’s capital with each other and with their alma mater in the far Leuven.

Yves Persoons

A living signboard of the Faculty of Engineering Technology and at the same time a model ambassador of KU Leuven abroad. Both descriptions apply to Lin Zhang. As an alumnus of Group T Leuven Campus, he is not only a brilliant engineer, but also a driven entrepreneur and an inspiring educator. It was therefore obvious that he was appointed as the first Chairman of the new KU Leuven International Alumni Chapter Beijing.

ALUMNUS IN DE KIJKER 40 Lin Zhang arrived in Leuven together with 30 fellow students from Beijing Jiaotong University (BJTU) in 2003. It was a record number of students that has not been matched since. “It was quite a job before we could leave”, he remembers vividly. “We arrived with a month’s delay due to the consequences of the SARS epidemic. It was hard to make up for the missed lessons, but once we had met, everything went smoothly”. At Group T Leuven Campus, Lin Zhang studied Electronics & ICT Engineering Technology option Hardware Design. He gained his first business experience at the high-tech company Agilent during his master’s thesis. It prompted him to follow an extra master’s in Industrial Management at KU Leuven after his engineering study. Both master’s degrees formed a solid steppingstone for an academic career, first as a teaching assistant on Group T Leuven Campus, then as a PhD student and postdoc at the Department of Mechanical Engineering of KU Leuven. STEM education In 2017, Lin Zhang decided to take a different approach and took his chance as an entrepreneur in China. He had already discovered a niche in the market in Belgium: a dire shortage of STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics) teachers to interest young people in the jobs of the future. In China, high schools appeared to be struggling with the same problem, so Lin Zhang started his own business as an educational consultant in STEM matters. His clients are high schools that he advises on the development and implementation of a STEM policy. This also includes educating teachers according to the ‘train-the-trainer’ principle and developing educational materials that teachers can use in their own class.

LIN ZHANG: CHAIRMAN OF KU LEUVEN ALUMNI CHAPTER BEIJING

41 Lin Zhang CONNECT ING

Ismaël Ben-al-Lal richtte in 2007 Futech op, een ingenieurs-bedrijf gespecialiseerd in fotovoltaïsche installaties. Daar kwam in 2012 iLumen bij dat met behulp van de technologie ontwik-keld bij Futech de opbrengst van zonnepanelen met 7% wist op te voeren. Ismaël raakte gefascineerd door zonne-energie én ondernemen bij het tweede Solar Team van Groep T. Daar bouwde hij met 15 medestudenten de Umicore Infinity die in de World Solar Challenge, het wereldkampioenschap voor raceauto’s aangedreven door zonne-energie, als tweede finishte. Nog in hetzelfde jaar 2007 ging Ismaël met Futech van start. Midden in de overgesubsidieerde zonnehype, besloot hij om meer te doen dan zonnepanelen te installeren. De toegevoegde waarde bestond volgens hem in het optimaliseren van de opbrengst van zonnepanelen. Tevens introduceerde hij een project business naar een model met wederkerende inkomsten, waarbij energie als een dienst wordt opgevat. Dat gaat als volgt: Futech plaatst gratis zonnepanelen bij particulieren en bedrijven die de energie daaruit kosteloos mogen gebruiken. In ruil betalen ze voor elke euro die ze maandelijks aan de elektriciteitsmaatschappij zouden betalen, 80 euro aan Futech, een bedrag dat niet geïndexeerd wordt. Na 20 jaar wordt de installatie eigendom van de klant. In zijn lab ontwikkelde Ismaël een technologie om de aftakeling van de zonnepanelen ten gevolge van de hoge spanningen quasi ongedaan te maken. Met die inmiddels gepatenteerde technologie is het mogelijk om het rendement van een zonnepark met gemiddeld 7,4% te verhogen en kan een paneel vijf tot tien jaar langer dienst doen.

Vandaag telt Ismaëls bedrijf 35 medewerkers en is het een van de grootste Belgische spelers op de markt van de groene energie.

U www.linkedin.com/company/ku-leuven-fiiw/ Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren met een lidmaatschap van de ie-net ingenieursvereniging.  www.alum.kuleuven.be > Alumninet Blijf in contact Word lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven of hernieuw je lidmaatschap 3 3 keer per jaar ConnectING in je brievenbus, uitgegeven door de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in samenwerking met de alumnikringen 3 Maandelijkse Campuskrant KU Leuven met alumnibijlage 3 Sponsoring van promotiebijeenkomsten 3 Uitnodigingen voor heel wat universitaire activiteiten en exclusieve events 3 Kortingen op o.a. Festival van Vlaanderen en andere Samenaankoop KU Leuven-voordelen zoals kortingen op Kinepolis filmtickets, pretparkbezoeken e.a. 3 Bouw aan je kennis. Deel ervaringen. Verruim je netwerk. Blijf verbonden. NIEUWS VAN ALUMNI WORDT ISMAËL BEN-AL-LAL DE NIEUWE LIMBURGSE JONGE ONDERNEMER VAN

Op 8 oktober 2020 wordt in Hasselt de JCI Award 2020 uitgereikt en weten we of Ismaël de Jonge Ondernemer van het Jaar wordt. Yves Persoons HET

JAAR? Een jaar na de verkiezing van Filip Timmermans tot Limburgse Jonge Ondernemer van het Jaar staat opnieuw een industrieel ingenieur van Campus Groep T als opvolger klaar.

centrumpostuniversitair ACADEMIEJAAR 2020  puc.kuleuven.be/opleidingen/postgraduaten2021 POSTGRADUATEN Leuven of Kortrijk I.s.m. Faculteiten Economie en Bedrijfswetenschappen, Ingenieurswetenschappen en Rechtsgeleerdheid KU Leuven I.s.m.LeuvenFaculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven Kortrijk of Antwerpen I.s.m. Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven en Flanders Business School Evenwichtige spreiding over Brugge – Gent – Kortrijk I.s.m. Faculteiten Economie en Bedrijfswetenschappen en Industriële Ingenieurswetenschappen KU Leuven I.s.m.LeuvenFaculteit Economie en Bedrijfsweten schappen KU Leuven I.s.m.Gent Faculteiten Industriële Ingenieurswetenschappen en Architectuur KU Leuven en VIBE vzw POSTGRADUAAT SMART LOGISTICS ► 25 september 2020 tot 28 maart 2021 POSTGRADUAAT IN HET FINANCIEWEZEN  CORPORATE FINANCE ► 2 oktober 2020 tot 6 maart 2021 POSTGRADUAAT MENS EN MILIEUVRIENDELIJK BOUWEN EN WONEN ► 5 oktober 2020 tot 29 juni 2021 POSTGRADUATE STUDIES IN BIG DATA AND ANALYTICS IN BUSINESS AND MANAGEMENT ► 16 oktober tot 11 december 2020 POSTGRADUAAT IN DE VASTGOEDKUNDE ► 4 februari tot 10 december 2021 POSTGRADUAAT ONDERNEMERSCHAP EN INNOVATIE ► 15 oktober 2020 tot 20 maart 2021 Postuniversitair Centrum • KU Leuven Campus Kulak Kortrijk E. Sabbelaan 53, bus 7643 - 8500 Kortrijk • +32 56 24 61 84 info.puc@kuleuven.be • puc.kuleuven.be

van Frank Baert, Mark D’hoker, Gerda Friant, Marc Hanson, Frans Ingels, Erik Van Achter, Toon Van den Abeele, Luc Vanhooymissen, Chris Van Keer en Louis Vos. €22,00, hardback, 344 p., geïllustreerd in kleur www.upl.be - info@upl.be +32 (0)16 32 53 45

Het rijke verleden van de opleiding industrieel ingenieur aan de KU Leuven Technologiecampus Gent Op 1 oktober 2013 integreerde de KaHo Sint-Lieven in de KU Leuven. Met dit boek wordt het verhaal dat hieraan vooraf ging, verteld vanuit een breed historisch perspectief. Zowel de geschiedenis van de opleiding tot industrieel ingenieur en die van de instellingen K.I.H.O en KaHo Sint-Lieven als het rijke industriële verleden van de Gentse Technologiecampus komen aan bod. Tien thema’s vormen de structuur van het boek. De geschiedenis start met de oprichting van de Gentse katoenfabriek La Louisiane in de negentiende eeuw. Dit wordt gekaderd binnen de ontwikkeling van de Rabotwijk. Met mooie illustraties zien we hoe een oud fabrieksterrein transformeerde tot een stijlvolle studentencampus. Vervolgens komt de lezer meer te weten over de opleiding tot industrieel ingenieur. Wetten en decreten, de onderwijs- en onderzoekscultuur, de groeiende internationalisering en de veranderende studentenpopulatie komen aan bod. Er gaat aandacht naar het ontstaan, de groei en de samenstelling van de onderzoeksgroepen die de opleiding industrieel ingenieur vandaag ondersteunen. Tot slot is er een lijst met alle personeelsleden die tewerkgesteld waren in de periode van 1 oktober 1977 tot 30 september 2013. Met dit boek krijgt de lezer een beeld van hoe het vroeger was, hoe de opleiding en haar omgeving evolueerden en hoe ze er vandaag uitzien. Van fabrieksterrein tot Technologiecampus Gent is een rijk geïllustreerd boek dat met nooit eerder gepubliceerde documenten, foto’s en getuigenissen een fascinerende campusgeschiedenis

K.I.H.O. - KaHo Sint-Lieven - KU Leuven

Geschiedenis van de opleiding industrieel ingenieur:

Metbrengt.bijdragen

Verkrijgbaar bij Universitaire Pers Leuven Van fabrieksterrein tot Technologiecampus Gent

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

WORDT ISMAËL BEN-AL-LAL DE NIEUWE LIMBURGSE JONGE ONDERNEMER VAN HET JAAR?

2min
page 42

LIN ZHANG: CHAIRMAN OF KU LEUVEN ALUMNI CHAPTER BEIJING

3min
pages 40-41

KU LEUVEN AND HANYANG UNIVERSITY: COLLABORATING ON PROJECTS AND STUDENT EXCHANGE

2min
page 39

TECHNOVATION HUB JOINS DESIGN FACTORY GLOBAL NETWORK

4min
page 38

UNA.TEN.... A LIVING LAB CHALLENGE FOR NEW FORMATS IN EDUCATION AND MOBILITY

4min
pages 36-37

GELIJKGESTEMD PARTNERSCHAP IN OOST-VLAANDEREN

3min
pages 34-35

HOW TO SAVE THE SIGHT OF MILLIONS OF PEOPLE?

5min
pages 32-33

INDUSTRY OR ACADEMIA? THE ANSWER IS BOTH

4min
pages 30-31

KONINKLIJK BEZOEK AAN ALAMIRE INTERACTIVE SOUND LAB

3min
pages 28-29

ETHIEK ALS MINDSET VOOR DE INGENIEUR

5min
pages 26-27

STAD EN UNIVERSITEIT HULDIGEN AGORIA SOLAR TEAM

3min
page 25

NIEUWE DAGERAAD BIJ FORMULA ELECTRIC BELGIUM

4min
page 24

MARTHE TRUYEN: KAMPIOENE IN HET VELD

4min
pages 22-23

STAGE+: DE PROEF OP DE SOM

4min
pages 20-21

INGENIEURSBELEVING: ANTICIPEREN OP DE BEROEPSPRAKTIJK

5min
pages 18-19

JOBBEURZEN 2020: VOOR EN NA 03/11

5min
pages 16-17

WEST-VLAAMSE CAMPUSSEN IN DE WEER TEGEN CORONA

4min
pages 14-15

PROF. WIM DEWULF (CAMPUS GROEP T): BLIJVEN INZETTEN OP INNOVATIE

3min
page 13

PROF. RAF DEWIL (CAMPUS DE NAYER): INZETTEN OP PROFIEL EN INFRASTRUCTUUR

3min
page 12

PROF. PIETER RAUWOENS (CAMPUS BRUGGE): INZETTEN OP EFFICIËNTIE EN UITMUNTENDHEID

3min
page 11

FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN SIEMENS INDUSTRY ACADEMY SLAAN BRUG TUSSEN INDUSTRIE EN UNIVERSITEIT

2min
page 10

EDUCATIEVE MASTER W&T: INGENIEURS VOOR DE KLAS

4min
pages 8-9

TECHNIVENT: VERNIEUWD PROGRAMMA VOOR ONDERNEMENDE INGENIEURS

3min
pages 6-7

DECAAN BERT LAUWERS: CONTINUÏTEIT IN VOORTGANG

4min
pages 4-5

COVID-19: WAAR ZIJN DE INGENIEURS?

3min
page 3
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.