't Altenatuurtje 122

Page 1

' t A L T E N A T U U R T J E mei 2023 nr. 122

BESTUUR

’t ALTENATUURTJE

42e jaargang nr. 3, mei 2023.

Uitgave van natuurbeschermingsvereniging Altenatuur. Opgericht 5-11-1980, ingeschreven KvK 15-10-1981.

INTERNET

REDACTIE

Wouter van Rijsbergen, wjvanrijsbergen@online.nl, 06-38045664.

VORMGEVING

Jan van Haaften, Sleeuwijk. 06-49904862

DRUKWERK

RAD-drukkerij, Dordrecht.

Voorzitter

Jaap van Diggelen, Almkerk. 0183-402034

Secretaris Margo van Beem, Hillsestraat 12, 4269 VG Babyloniënbroek 06-55772591

Penningmeester Erik Gouw, Woudrichem. 06-52728142

Leden Len Bruining, Dussen. 0416-392373

Marga Oerlemans, Wijk en Aalburg 06-20548893

Wouter van Rijsbergen, Woudrichem. 06-38045664

Goof van Vliet, Woudrichem 06-28703838

Roel Wigman, Sleeuwijk. 06-20753888

www altenatuur nl

Facebook: Facebook.com/altenatuur

Twitter: @altenatuur

E-MAIL altenatuur@gmail.com altenatuurgastlessen@gmail.com

LIDMAATSCHAP

Ledenadministratie Altenatuur, Weth Kentiestraat 2a, 4285 CL Woudrichem

Keuze uit: gewoon lid €15,-- of gezinslidmaatschap €20,-- per jaar. Triodosbank NL02 TRIO 0320 0045 54 t.n.v. penningmeester Altenatuur.

Aanmeldingen, adreswijzigingen en opzeggingen opsturen naar de ledenadministratie of e-mail Altenatuur. Beëindiging van het lidmaatschap schriftelijk voor 1 december van het lopende jaar

Altenatuur heeft sinds 1-1-2011 de ANBI-status, het dossiernummer is: 77688 en het fiscaal nummer: 810362454

Redactioneel

✒ Wouter van Rijsbergen

Het voorjaar barst los. De koekoek liet al van zich horen, de eerste gierzwaluwen zijn al gesignaleerd. Het koude voor-jaarsweer hield dit jaar langer aan dan we gewend zijn, voor de komende dagen is wat warmer weer voorspeld. Zal ik komende zomer met weemoed terugdenken aan deze koele dagen? Zuchten we dan weer onder de hitte? Mijn ‘mussen-project’ levert nu drie broed-gevallen op. Vallen die straks weer van het dak? Op het moment dat ik dit schrijf wisselen felle zon en fikse regenbuien elkaar af. Ook de lintjesregen is weer gevallen, zie bladzijde 16 over Rinus Punt die door de Koning is onderscheiden. ‘Wij van Altenatuur’ vonden Rinus altijd al een topper en zijn blij dat Willem-Alexander dit nu ook inziet. Gefeliciteerd, Rinus!

Een artikel dat ik graag even onder uw aandacht breng, is het stuk van Margo van Beem over ‘het gazon’. Ik hoop dat Margo veel lezers zal inspireren om mee te doen met de sympathieke actie ‘Maai mei niet’. Een mooie start om saai, arbeidsintensief (en soms zelfs ronduit milieuonvriendelijk) gazon om te vormen tot een bloeiend en boeiend grasveld. Laat de grasmaaier staan en ga lekker liggen in het gras… natuurlijk met dit nieuwe Altenatuurtje erbij!

Kopij voor nummer 123 ontvang ik graag uiterlijk vrijdag 1 september. Denkt u ook aan foto’s bij uw tekst (voorzien van de naam van de fotograaf!).

Email: wjvanrijsbergen@online.nl

✤ 1

Fort Giessen 16

In nummer 122

1. Redactioneel

2. In nummer 122

4. Van het bestuur

9. Natuur Fort Giessen herstelt zich na restauratie

15. Uilenbalts

16. Koninklijke onderscheiding voor Rinus Punt

18. Notulen van de algemene ledenvergadering 23 februari 2023

22. Sperwers aan de Vissersdijk

24. Carbon farming in Altena

31. Flora

32. Bewoners van Altena willen investeren in schone energie

34. Zeehond in de Merwede

38. Linda's Jeugdrubriek: de gewone dwergvleermuis

2
34 9 38
Zeehond in de Merwede

42. Gazon of bloemrijk grasland

48. Jaar van de meervleermuis

51. Uilen, uilen, uilen .....

53. Contributie 2023

54. Er is leven na de groei

57. Plezierjacht

60. Goed en slecht nieuws voor vissen

62. Waarnemingen 3 dec '22 - 31 maart

64. Fermentatie

67. Stikstof

72. Jaar van de Scholekster

73 De activiteitenagenda

76. Advertentie - Altena Nieuwe Energie

77. Advertentie - Kringloopcentrum Altena

72

Voor het laatste nieuws, de agenda en achtergrondinformatie ga je naar www.altenatuur.nl.

Colofon; foto's en illustraties

◆ aircobuiten blogspot com, blz 42 ◆ animalrights nl, blz 58 ◆ akkerwijzer nl, blz. 30 ◆ Margo van Beem, blz. 6, 44, 45 ◆ biojournaal.nl, blz. 65 ◆ bloeiinarnhem, blz 69 ◆ Hans Blijenberg, blz 63 ◆ bijenstichting nl, blz 3, 47

Het keurmerk voor verantwoord bosbeheer

◆ Len Bruining, blz 2, 16, 17 ◆ depositphotos com, blz 4, 7, 15 ◆ Coby van Diggelen, blz. 5 ◆ Corry van Elzelingen, blz. 23 ◆ gettyimages.com, blz. 56 ◆ go2positive com, blz 25 ◆ A de Graaf, blz 28 ◆ greenselect nl, blz 43 ◆ grutto.com, blz. 7 ◆ Jan van Haaften, blz. 2, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 21, 29, 31, 46, 70, 73, 74 ◆ Ernst-Jan van Haaften, blz 61 ◆ Gerard Hardeman, blz. 32, 33 ◆ Wendy van der Hart, blz. 2, 38, 39, 40, 41 ◆ Andrea Kamerman, blz 22 ◆ kringloopcentrumaltena nl, blz 77 ◆ natura2000 nl, blz 67, 72 ◆ Stefan Nieuwenhuijsen, blz. 28 ◆ nrc.nl, blz. 68, 71 ◆ Niels van Pelt, blz. 75 ◆ linda nl, blz 42 ◆ Elly de Munnik, blz 19 ◆ news stanford edu, blz 55 ◆ pixabay.com, blz. 54, 56 ◆ Bart Pörtzgen, blz. 2 ◆ Rinus Punt, blz. 51, 52, 53 ◆ Paul Raams, blz 2 ◆ Kim Renders, blz 62 ◆ rethinkx com nl, blz 66 ◆ Saxifraga/Peter Meininger-Piet Munsterman-Bart Vastenhouw-Mark Zekhuis, voorkant, 2, 34, 35, 37, 57, 59, 60, 73 ◆ thehappyactivst com, blz 43 ◆ thestar.com, blz. 64 ◆ tno.nl, blz. 70 ◆ trouw.nl, blz. 55 ◆ Peter Twisk, blz. 50 ◆ vandintersemo nl, blz 27 ◆ vleermuisnet nl, blz 49 ◆ Goof van Vliet, blz 33 ◆ vlinderstichting nl, blz 8 ◆ vogelbescherming nl, blz 3, 72 ◆ waarneming nl, blz. 13, 14 ◆ wikiwijs.nl, blz. 68 ◆ youtube.com, blz. 36 ◆ zlto.nl, blz. 26 ◆ zoogdiervereniging nl, blz 48, 49, 50 ◆

3
42

Van het bestuur

We leven in roerige tijden. Inflatie, politieke aardverschuivingen en -versplintering, oorlog in Europa en een veelvoud aan crises die mensen onzeker en verdeeld maakt Bij Altenatuur houden we het klein en gaan door met wat we al meer dan 40 jaar doen: wij komen op voor de natuur op ons eiland en proberen onze cirkel van invloed te gebruiken ten gunste hiervan. En we proberen daarbij zoveel mogelijk samen te werken met andere partijen, zonder te dogmatisch te zijn.

Dat is ook de reden dat ik vier jaar geleden in het bestuur van Altenatuur ben gegaan. Dit is de eerste keer dat ik namens het bestuur een stukje schrijf en ik wil daarbij de nadruk leggen op mijn 2 voornaamste prioriteiten bij Altenatuur, naast mijn taak als penningmeester: de CO2-problematiek en een mooi landschap. En hoe oplossingen voor de eerste, de tweede kunnen verrijken. De allergrootste bedreiging voor een stabiele toekomst voor onze kinderen is en blijft voor mij toch het broeikaseffect. Het verbranden van fossiele brandstoffen doet de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer toenemen, de temperatuur verhogen, de oceanen verzuren en de zeespiegel stijgen. Maar wat kan Altenatuur hier nu aan doen? Samen met Goof van Vliet, ook bestuurslid, heb ik zoveel mogelijk invloed proberen uit te oefenen op de gemeente om een zo ambitieus mogelijke energie- en warmtetransitie na te streven Maar dat bleken uiteindelijk trajecten die meer frustratie opleverden dan resultaat en ik raakte er een beetje moedeloos van. Toen kwam de oorlog en is alles op slag veranderd Het is ineens normaal om het over je energierekening te hebben en welke maatregelen je neemt om deze omlaag te brengen, of het nu de aanschaf van zonnepanelen, (hybride) warmtepomp of extra isolatie maatregelen betreft.

4

Ik besef terdege dat er ook veel mensen zijn die deze mogelijkheid niet hebben, maar ik vind het toch bemoedigend. Niet alleen vanuit het perspectief van CO2-besparing, ook vanuit financiële duurzaamheid. Je verlaagt je toekomstige lasten, dat geeft stabiliteit en meer zekerheid en dat is juist wat onze samenleving nodig heeft. Het is nu aan de overheid om ook te focussen op de groep van mensen die dit allemaal niet kan betalen en deze mee te krijgen in de transitie De gemeente Altena doet haar best en voert van eind maart tot en met eind mei ‘Altena’s Isolatiegesprekken’ in de verschillende kernen. En ook Goof gaat gestaag door, maar focust zich nu meer op de vesting van Woudrichem waar hij zelf woont.

Ik zie grote bedrijven ook bewegen, waar ik al jaren als SAPconsultant werk SAP is software die met name grote bedrijven gebruiken voor hun administratie. Decennia lag de nadruk op de financiële component, maar sinds een jaar zijn er nieuwe modules waarmee men inzicht en grip kan krijgen op de CO2uitstoot. Binnenkort ga ik een project beginnen om deze nieuwe modules te implementeren bij één van de grootste bouwproducenten ter wereld, zij hebben een CO2-uitstoot even groot als heel Denemarken! Ook zij beseffen dat het roer om moet en dat zij op termijn CO2-neutraal moeten gaan produceren en dat is zeer bemoedigend en motiveert me enorm. Maar terug naar Altena, wat kunnen we lokaal doen en wat gebeurt er zoal de laatste tijd?

In december las ik over het initiatief ‘Carbon Farming Altena’ waarbij boeren maatregelen nemen om de hoeveelheid organische stof en dus koolstof in hun bodem te verhogen. Lokale bedrijven kunnen de CO2 uitstoot die ze (nog) niet kunnen vermijden hiermee compenseren en betalen de boer hier een bedrag per ton vastgelegde CO2 voor. Het leek de betrokken partijen leuk om hierover gezamenlijk met de ZLTO, Altenatuur en de ANV een lezing te organiseren Deze vond plaats op 16 maart en was met 85 bezoekers, waaronder 30 (veelal jonge) boeren een groot succes. Een uitgebreid verslag hierover leest u elders in dit nummer. Dit project legt niet alleen CO2 vast, maar levert ook een gezondere bodem op die veel meer vocht vasthoudt en een rijker bodemleven bevat Ten slotte levert het de deelnemende boeren een klein beetje extra geld op als beloning, win-win-win!

Vlnr: Marjon Krol, Arjan de Graaf, Stefan Nieuwenhuijsen en Erik Gouw

Sprekers bij Carbon farming
5

Struweelde

Een ander project dat een beetje koolstof vastlegt, maar met name het landschap verfraait en goed is voor de biodiversiteit, is het initiatief ‘Struweelde’ van Jos Schenkeveld, Henk Vink, Christian van Tilborg, Jochem de Graaf en Marcel Tromp. Vijf vrienden werkzaam bij Brabants Landschap, Gemeente Altena en Waterschap Rivierenland Hierbij kunnen boeren en particulieren zich aanmelden voor het planten van veldhagen langs perceelgrenzen in het buitengebied en dat is een groot succes. Er zijn al 70 deelnemers en in totaal zullen 70.000 struiken geplant worden, de veldhagen hebben samen een totale lengte van 10 kilometer! 17.000 stuks zijn deze winter geplant, de rest volgt aan het eind van het jaar. Echt een prachtig project dat het landschap zal aankleden en een huis zal worden voor vele insecten, vogels en zoogdieren. Hiervoor hebben zij verschillende geldschieters gevonden, Altenatuur draagt hier met veel plezier 1000 euro aan bij en we willen alle betrokkenen bij dit project een dikke pluim geven: de bedenkers en uitvoerders van het plan, maar ook de grondbezitters die bereid zijn om deze heggen op hun land te plaatsen.

Elders op de wereld wordt ook veel gedaan aan het vastleggen van CO2, bijvoorbeeld door bescherming en aanplant van nieuwe van bossen Ons oud-bestuurslid Jan Willem den Besten gaf daar afgelopen januari een lezing over in Fort Giessen, met name over het organisatorische aspect hiervan. Jan Willem was afgelopen december namens Nederland betrokken bij de onderhandeling over het biodiversiteitsakkoord in Montreal en gaf een klein inkijkje achter de schermen hiervan. Gelukkig is deze top afgesloten met een akkoord en hopelijk biedt dit akkoord betere bescherming voor de bossen wereldwijd. Deze lezing was de laatste activiteit als bestuurslid van Jan Willem voor Altenatuur, na 2 jaar heeft hij besloten zijn bestuurslidmaatschap niet te verlengen en zich te focussen op ziin activiteiten als vogelteller en gouverneur van Woerkum Dankjewel Jan Willem, met name voor je inzet en je bijdragen op het gebied van bomen en trekvogels!

Nog een positief nieuwsbericht uit de streek dat in januari naar buiten kwam is het besluit van ons eigen HAK uit Giessen dat over wil gaan naar biologische teelt voor alle groenten en peulvruchten uit Nederland. De overheid streeft naar een biologisch landbouwareaal van 15% in 2030. HAK wil per 2027 al haar lokale

6

groenten en peulvruchten biologisch telen, wat 85% van hun volume is. De eerste inschattingen zijn dat HAK hiermee ongeveer 10% van de totale groei van het biologische akkerbouwareaal in Nederland voor haar rekening zal nemen. Dit is ontzettend positief en bemoedigend nieuws. Hoe meer ik lees en leer over bodemgezondheid, des te meer ik tot het inzicht kom dat een landbouwsysteem met kunstmest op de lange termijn niet houdbaar is Het is goed om te zien dat nu ook grote bedrijven die switch beginnen te maken. Directeur Timo Hoogenboom zegt in Trouw: 'Wij maken ons zorgen over het klimaat, de staat van de bodem en de kwaliteit van het water. We krijgen meer droge en natte periodes. Om in die tijden ook voldoende productie te hebben moet de bodem weerbaarder worden, zonder kunstmest en chemicaliën.' Ook onze werkgroep Strokenteelt gaat met 33 deelnemers voor het vierde jaar weer geheel biologisch groente verbouwen in de Struikwaard. Er zijn nog een paar plekken, dus wees welkom als u hieraan mee wil doen! De kosten bedragen 55 euro per seizoen.

En zo is er toch allerlei positief nieuws in deze onzekere tijden en gaan we vol goede moed richting de lente. Het eerste kievitsei is inmiddels gevonden en de weidevogelaars staan weer te trappelen om het land op te gaan Daarvoor moet het eerst nog wel iets droger gaan worden, dus laat die lente maar komen!

Lezing over bossen en klimaat: Jan Willem den Besten

Oh ja, tenslotte nog wat over de financiën Altenatuur staat er zeer gezond voor met een dikke 50.000 euro op de bank. Dat geld laten we eigenlijk liever werken en daarom zijn we op zoek naar mooie projecten waar we een bijdrage aan kunnen leveren, of het nu gaat om biodiversiteits- of verduurzamingsprojecten, het liefst met een sociale component. Heeft u nog mooie ideeën of concrete projecten? Schroom niet om ons/mij te benaderen. Zo kunt u in dit Altenatuurtje lezen over de elektrificatie van bakker Hardeman uit Wijk en Aalburg Wij hebben met een gunstige lening van 10.000 euro bij kunnen dragen aan een 25-tal extra zonnepanelen op zijn dak. Hij gaat straks gedeeltelijk elektrisch brood bakken, overdag wanneer de zon schijnt, met biologisch graag uit onze omgeving. Dit vind ik echt een prachtig voorbeeld van hoe we om kunnen schakelen naar een nieuwe duurzame en circulaire economie en ik ben er trots op dat Altenatuur hier een bijdrage aan kan leveren! ✤

7

Kolibrievlinder ✒ Jan van Haaften

. omdat deze schichtige nachtvlinder steeds vaker wordt gezien.

Als je naar het aantal diersoorten kijkt dat in Altena wordt waargenomen zou je denken dat wij nachtactieve dagmensen zijn. Van de soorten die hier het meest worden gezien staan de nachtvlinders namelijk ruim op kop met 990 soorten! En ja, om ze te kunnen waarnemen moet je ’s nachts of minstens ’s avonds actief zijn als waarnemer *).

Eén van de nachtvlinders die in toenemende aantallen wordt gezien is de kolibrievlinder. En laat dat nu net een dagactieve nachtvlinder zijn. Dat komt mooi uit want dan hoef je niet op te blijven om hem te zien.

Net als een kolibrie(vogel) weet de vlinder zich stil te houden voor een bloem. Met een tong van bijna 3 cm kan hij op afstand van de bloem blijven om naar voedsel te zoeken. Om daarna weer supersnel naar de volgende te vliegen.

Wil je ook zo’n mooie vlinder in de tuin spotten zorg dan voor geschikte planten. Bijvoorbeeld, lavendel, dropplant, vlinderstruik of ijzerhard. Zie je dan plotseling oranje vlekken tussen de bloemen bewegen dan moet je snel gaan kijken. Want door het snelle fladderen wordt de oranje kleur van de onderkant van de vleugels mooi zichtbaar. Als het vlindertje eenmaal langs is geweest komt hij vast weer terug want hij weet goed te onthouden waar er bloemen zijn met nectar.

P.S. De Vlinderstichting heeft een mooi grafiekje gemaakt waarin je kunt zien wanneer de vlinders vliegen.

*) Veel waarnemingen worden gedaan met vlindervallen die de hele nacht vlinders lokken met een lamp. Je hoeft dan niet op te blijven maar kunt de volgende ochtend rustig kijken wat je ‘s nachts hebt gevangen.

o p d e v o o r k a n t . . . 8

Natuur Fort Giessen herstelt zich na restauratie

In 2016 en 2017 werd Fort Giessen grondig gerestaureerd De gronddekking van het hoofdgebouw werd verwijderd en de gevelmuren werden opnieuw gevoegd en waar nodig werden natuurstenen delen vervangen. In de kelders werden voorzieningen getroffen om de luchtvochtigheid hoog te houden tbv overwinterende vleermuizen.

Wat zijn de gevolgen van al deze ingrepen voor de biodiversiteit van het fort?

Vegetatie en dagvlinders

Nu, ongeveer vijf jaar na de ingrijpende werkzaamheden, raakt de helling van het hoofdgebouw langzaamaan weer begroeid met de bloemrijke grazige vegetatie van voorheen. Het gaat nog wel een paar jaar duren voor de karakteristieke begroeiing met knolboterbloem, gewone veldbies en reukgras hier weer in volle glorie terug is, maar het begin is er. Op het nieuw aangelegde vlakke, zandige stuk voor gebouw C is een gevarieerde flora van bermkruiden verschenen. Het vlakke deel van het hele fortterrein ondergaat sinds de restauratie een intensievere vorm van maaibeheer waardoor brandnetels en distels hier afnemen ten gunste van kruidenrijk grasland. De vele bloeiende planten hebben een positief effect op het voorkomen van dagvlinders, zie tabel 1 hierna.

9

De gegevens uit waarneming.nl geven een goede indicatie van de soortenrijkdom van de dagvlinders op Fort Giessen. Die lijkt wat te zijn toegenomen, kanttekening hierbij is dat het aantal waarnemingsdagen en dus ook het aantal ingevoerde waarnemingen, na de restauratie hoger ligt dan in de veel langere periode daarvoor. De ontwikkelingen in dagvlinderfauna van de laatste vijf jaren op het fort, zien we ook in heel Altena (Van Diggelen e.a. 2021). Het hooibeestje, nieuw op het fort, is na een lange periode van afwezigheid (1992 – 2015) helemaal terug in Altena. Het groot dikkopje, ook nieuw op het fort, wordt op steeds meer plaatsen in onze streek gezien, het zwartsprietdikkopje (op het fort verdwenen) gaat zelfs landelijk achteruit en in de recente warme zomers waren er overal veel oranje luzernevlinders.

10
Tabel 1. Dagvlinders Fort Giessen in de periode voor en na de restauratie (bron: waarneming.nl en rapport Biodiversiteit van Fort Giessen 2012). Groot dikkopje

Heel mooi is dat de argusvlinder die recent vrijwel is verdwenen uit Altena, jaarlijks nog wordt gezien op het fort. Het zou fantastisch zijn als deze soort hier standhoudt!

Vleermuizen

Op fort Giessen overwinteren al decennia lang vleermuizen. Bijna alle overwinteraars zijn baard- water- of grootoorvleermuizen, waarbij de watervleermuizen in de meerderheid zijn. Bijzonder is dat geen van deze soorten ’s zomers wordt aangetroffen in de tellingen die worden gedaan met behulp van batloggers vanuit een auto in 4 transecten van 30 km in Altena. Jan van Haaften is de drijvende kracht achter deze tellingen. Sinds 2015 rijdt hij jaarlijks tweemaal (in juli en in augustus) de vier transecten. Zijn vrouw Els, zoon Ernst-Jan en ondergetekende zijn om beurten bijrijder op deze nachtelijke ritten, met als taak het noteren van de tijd als de logger een vleermuisgeluid doorgeeft. Het monnikenwerk van de analyse (op soort brengen) van de ultrasone signalen die door de logger zijn vastgelegd doet Jan vervolgens thuis weer in zijn eentje.*

De overgrote meerderheid van de vleermuizen die in de zomer vroeg in de nacht worden geteld zijn dwergvleermuizen (75-80%), laatvliegers en rosse vleermuizen (in transecttellingen). Dit zijn alledrie soorten die ’s winters nooit in het fort worden aangetroffen. Het lijkt erop dat de soorten die wel op het fort overwinteren in de zomer niet in Altena verblijven of dat ze zo zeldzaam voorkomen, dat ze gemist worden op de transecttellingen. Meer lezen over vleermuizenonderzoek door Altenatuur? Zie Van Haaften, 2020.

De ingrepen gedurende de lange restauratieperiode lijken invloed te hebben gehad op de aantallen overwinterende vleermuizen die jaarlijks in januari worden geteld. Vóór de restauratie fluctueerden de aantallen al fors van jaar tot jaar, maar na de restauratie was sprake van een dalende lijn in de aantallen overwinteraars. Nadat vorig jaar wat wijzigingen zijn aangebracht in de toegankelijkheid van de gebouwen zijn er dit jaar gelukkig weer wat meer overwinterende water- en grootoorvleermuizen geteld. Momenteel wordt door vrijwilligers van Fort Giessen Beheer een voorziening gemaakt waardoor

11

gebouw C permanent nog toegankelijker wordt voor vleermuizen. Nu maar hopen dat het dieptepunt van de voorgaande winters achter ons ligt en dat we weer terugkeren naar de aantallen van voorheen.

Mossen en korstmossen

Bij de restauratie van de bakstenen gevels van het fort zijn deze grondig schoongemaakt en opnieuw gevoegd. De voorheen door korstmossen over hele stukken geel gekleurde muurvlakken, werden hierdoor ‘schoon’, letterlijk clean.

Op 28 februari 2023 werden, vijf jaar na de restauratie, de mossen en korstmossen van de gevels van de drie fortgebouwen geheel geïnventariseerd (Van der Kolk, 2023). Conclusie is dat de muurvegetatie zich langzaam, met name langs de randen, herstelt. Er zijn ruim 50 soorten mossen en korstmossen gevonden. Ook keerde de muurvaren op enkele plaatsen terug. Het terugkeren van de mossen en korstmossen heeft te maken met het achterblijven van sporen en schimmelfragmenten op de muren. De specialist die de inventarisatie deed geeft aan dat het niet nodig is de gevels schoon te maken. Mossen en korstmossen vergroten de natuurwaarde en het historisch aanzien van de gevels. Ze tasten de stenen niet aan maar gebruiken ze alleen om zich er op vast te hechten.

Het voert te ver om de lijsten met namen van aangetroffen soorten mossen en korstmossen hier weer te geven, vraag hiervoor het rapport op. Wel wil ik een aantal soorten noemen.

Het groot dooiermos, een algemene soort die in gele plakkaten vaak op muren te zien is, is uiteraard aangetroffen, evenals het gewoon dikkopmos, om nog maar eens een zeer algemene te noemen. Met name bij de korstmossen blijf je je verbazen over de, soms hilarische, namen. Lange tijd waren deze dwergen

12

onder de begroeiers de hobby van een handjevol nerds die alleen onderling de wetenschappelijke namen uitwisselden. De afgelopen decennia kwamen er gelukkig steeds betere determinatiegidsen, en werden voor alle 650 inheemse soorten, Nederlandse namen bedacht. Onder tijdsdruk kwamen daar de meest fantastische namen uit, die alles te maken hebben met de uiterlijke verschijningsvorm van de soorten. Wat denkt u van: witberijpt muurschriftmos, sinaasappelkorst, plat dambordje, Engelse dropkorst, stofglimschoteltje, verborgen schotelkorst (nochtans gevonden!), zwart-op-wit-korst. Dat het allemaal een of andere vorm van ‘korst’ is moge duidelijk zijn. Er zijn meerdere soorten schriftmos aangetroffen, zo genoemd omdat de zwarte lijntjes op lichte ondergrond, lijken op letters. Het ergens letters in ‘lezen’ is natuurlijk de vrucht van onze verbeelding. Soms hoeft die verbeelding niet zo sterk te zijn, omdat dieren onmiskenbaar letters op hun lijfjes hebben. Zo zien we een perfecte ɣ (Griekse letter gamma) op de vleugels van de gamma-uil (nachtvlinder) en een (Griekse letter tau) op de vleugels van een andere nachtvlinder, de prachtige Tau-vlinder. Het lijkt wel of de Schepper juist de nachtvlinders uitkoos om lettertekens op te plaatsen: zo kennen we ook nog de peppelorvlinder met groot de letters OR op zijn vleugels, de jota-uil, de brede w-uil, de chi uil, de psi-uil, de zwarte c-uil en de witte l-uil. Heel veel Griekse letters dus. Steekt hier de Algemene Openbaring (door de Natuur) de Bijzondere Openbaring (het Nieuwe Testament in het Grieks) naar de kroon?

13
Groot dooiermos Peppel-orvlinder

Groot laddermos

Slechts 14 van de 54 gevonden soorten betreffen bladmossen. In tegenstelling tot de korstmossen, die een symbiose van een schimmel en een alg zijn, zijn mossen echte minuscule plantjes. Ze bloeien niet, maar planten zich voort door middel van sporen. Van de veertien mossen noem ik alleen het Groot laddermos, dat vanwege zijn wetenschappelijke naam, Pseudoscleropodium purum, in een ver verleden PSP-mos werd genoemd. Dat was nog in de tijd dat een handjevol langharige, baardige, linkse, geitenwollensokkendragende biologiestudenten zich met mossenstudie bezighield. In onze tijd zouden we wellicht op zoek moeten gaan naar BBB-mos. Zou dat een stikstofminnende of stikstofmijdende soort zijn?

We laten de politiek voor wat het is. Het belangrijkste is dat de mossen en korstmossen gelukkig geleidelijk terugkeren op ons fort, daar gaat het om. Er werden voornamelijk algemene soorten gevonden, maar toch ook zeven zeldzame, waaronder 1 zeer zeldzaam korstmos. Vooruit, daarvan dan toch nog maar even de naam: rijpglimschoteltje. Schitterend toch!

*) Heeft u interesse om mee te doen met de vleermuis-transecttellingen, dan kunt u zich melden via altenatuur@gmail.com. ✤

Bronnen:

• Rapport Biodiversiteit van Fort Giessen (2012), gepubliceerd op issuu com

• Van Diggelen, J , Van Haaften, E J en Van Haaften, J (2021): Twintig jaar dagvlinderonderzoek in Altena Vlinders (2) 6-8

• Van Haaften, J. (2020): Vleermuizen. In: Diggelen, J. van, e.a.(red.) 2020: Biodiversiteit in kaart. Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur.

• Van der Kolk, H J (2023): Mossen en korstmossen op de gevel van Fort Giessen Inventarisatie en beheeradvies Brabants Landschap, intern rapport

14

Uilenbalts

Ransuil roept

Met een stil donker

Oerachtig keelgeluid

Krijgt een antwoord

Op haast dezelfde toon

Vanaf een andere tak

In een antwoordvorm

Met zachte bas

De taal der uilen een wijze taal

dialectische klank streekgebonden taal

Ze spreken het allemaal

Na gegroet te hebben

Elkaar even bevraagd

Klapwiekend de vleugels vraagt aandachtig

Roept de ander

Spreidt de vleugels

Magisch en machtig Hun oerverhaal

Jopke van Mersbergen, 27 januari 2023

15

L I N T J E S

Rinus Punt, wie kent hem niet?

’s Morgens vroeg werd hij volkomen onverwacht overrompeld tijdens de traditionele lintjesregen op 26 april waarbij hij een koninklijke onderscheiding op zijn uilentrui kreeg opgespeld door burgemeester Egbert Lichtenberg.

’s Middags werd hij nogmaals in het zonnetje gezet tijdens een geanimeerde Koningsreceptie in de Feesttent van Almkerk.

De middag werd afgesloten met een speciale bijeenkomst op Fort Giessen, waar hij door zijn familie en zo’n veertig natuurvrienden gefêteerd werd met toespraken en cadeaus. Uiteraard bracht het gezelschap een toost uit op deze bijzondere gebeurtenis.

Rinus kreeg zijn onderscheiding voor zijn onuitputtelijke vrijwilligerswerk van onze vereniging omdat hij zich meer dan veertig jaar voor de bescherming van kerk- en steenuilen inzet. Daarnaast is hij vijfentwintig jaar lang actief als één van de drijvende krachten in de succesvolle bescherming van weidevogels.

16
k
e r s c
v
i
K o n i n k l i j
e o n d
h e i d i n g
o o r R
n u s P u n t
16

R E G E N

17
17

Notulen van de algemene ledenvergadering

Donderdag 23 februari 2023, fort Giessen

✒ Wouter van Rijsbergen

1. Opening

Onze voorzitter, Jaap van Diggelen, noemt de leden die zich hebben afgemeld. Ongeveer 30 leden wonen deze ledenvergadering bij. De voorzitter heet iedereen van harte welkom en opent de vergadering. Ruim 40 jaar geleden nu is Altenatuur begonnen met de focus op de LUCHT: wat vliegt er, vogels en vlinders. Daar kwam al snel WATER bij: waterpeil in de sloten, waterkwaliteit van de oppervlaktewateren in Altena. De laatste jaren kreeg ook de BODEM steeds meer aandacht. Dit begon onder meer met het hoofdstuk dat Johan Koekkoek schreef over dit onderwerp in het biodiversiteitsboek, nu zijn we onder andere actief op dit terrein in Strokenteelt en Voedselbossen.

18

Gezonde groenten en gewassen telen, zonder kunstmest, zonder bestrijdingsmiddelen. We vragen hier al jaren aandacht voor, ook in besprekingen met de landbouw. Vorig jaar organiseerden we twee avonden over ‘het nieuwe boeren’ in samenwerking met de ANV en ZLTO. In maart staat een nieuwe avond op de planning, over ‘carbon farming’.

Tot zover de letterlijke ‘bodem’, maar helaas is de bodem in de ogen van velen ook bereikt, voor degenen die de crises van klimaat, bodemstikstof en afnemende biodiversiteit goed in zich opnemen. Kun je nog hoopvol en positief naar de toekomst kijken?

Tot hen zou de voorzitter willen zeggen: ‘Het beste is de aartsvijand van het goede’. Als al het goede wat we doen voor biodiversiteit en milieu niet direct tot zichtbare resultaten leidt, tot ‘het beste’, moet dat ons niet verlammen. Moeten we niet denken ‘waar doen we het allemaal voor’. We moeten voor ogen houden dat al het goede wat we doen, bijdraagt en voldoening kan geven. De voorzitter spreekt de wens uit dat onze vereniging in het komend jaar weer een bijdrage mag leveren in de goede richting!

2. Notulen ledenvergadering 12 april 2022

De voorzitter heeft de notulen voor zich -hij wel- de vergadering stemt in als hij voorstelt de notulen goed te keuren.

3. Jaarverslag secretaris

Onze secretaris, Margo van Beem, presenteert een enorme hoeveelheid fraaie beelden die een mooi beeld geven van het rijke verenigingsleven binnen Altenatuur. We zijn op steeds meer terreinen actief, iets om trots op te zijn!

19

4. Financieel jaaroverzicht 2022, begroting 2023 door de penningmeester

Onze penningmeester, Erik Gouw, licht de financiën toe. Het ledenaantal blijft stabiel, we verloren door leden overlijden, maar er kwamen ook leden bij. Inmiddels hebben 80 leden gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot automatische incasso. Dat scheelt de penningmeester een hoop werk, bij deze nog een oproep aan de leden hier gebruik van te maken. De inkomsten door donaties vallen fors hoger uit, grotendeels door een jaarlijkse donatie. De teruggave van de energiebelasting voor verwarming van het Fort (dankzij ANBI-status) is veiliggesteld. De penningmeester loopt de inkomsten en uitgaven langs en beantwoordt vragen hierover. Bij de uitgaven voor ’t Altenatuurtje komt de vraag ter sprake of men dit niet liever digitaal verspreidt, om de impact te verkleinen. De voorzitter vraagt via handopsteken wie hiervoor zou zijn, maar de grote meerderheid ziet het Altenatuurtje liever gedrukt in de brievenbus vallen. De voorzitter van PartNER, Jan Hak, is aanwezig en wijst ons op de mogelijkheid van extra carbon credits. Onze voorzitter neemt dit ter harte. Er is geld gereserveerd voor de viering van het 25-jarig jubileum van de weidevogelbescherming en ook voor de nieuwe werkgroep Voedselbossen. Een algemene oproep aan de leden volgt, om voorstellen te doen met onze gelden. We zien graag dat het geld waar we over beschikken ten goede komt aan projecten die positieve bijdrage leveren op het gebied van energie of natuur.

De balans. De penningmeester geeft aan dat we geld hebben aangewend om bakker Hardeman in staat te stellen het bakken van brood elektrisch te gaan doen (overdag, met zonnepanelen), ook in samenwerking met de naastgelegen kerk/verwarming daarvan. Er zijn verder geen vragen vanuit de zaal.

Op bladzijde 76 staan het financieel jaaroverzicht 2023, de begroting 2024 en de balans per 31 december 2023.

20

5. Verslag kascontrolecommissie

Ernst-Jan van Haaften en Karin Zegwaard voerden de kascontrole uit. Ernst-Jan is aanwezig en licht toe dat Karin en hij geen onregelmatigheden hebben aangetroffen, dat het met zoveel terreinen waarop we actief zijn een complexe zaak is, de financiële huishouding van Altenatuur. Hij stelt voor décharge te verlenen aan het bestuur en de vergadering stemt in. Applaus. De voorzitter bedankt Karin en ErnstJan. Volgend jaar nemen zitting in de kascontrolecommissie: Ernst-Jan van Haaften en Cor Boer.

6. Bestuursverkiezing

Jaap van Diggelen en Wouter van Rijsbergen stellen zich beide opnieuw verkiesbaar en de vergadering stemt daarmee in.

Jan Willem den Besten (niet aanwezig) heeft besloten zich niet herkiesbaar te stellen, maar wordt bedankt voor zijn bijdrage in het bestuur (onlangs nog een lezing over ‘bomen’). Hij ontvangt op een later tijdstip een attentie.

7. Rondvraag

Er zijn geen vragen aan het bestuur.

8. Pauze

9. Korte presentatie Voedselbossen

Wijnand Veth vertelt over de activiteiten van de werkgroep voedselbossen.

10. Sluiting ✤

21

Sperwers aan de Vissersdij

van

met dank aan Corry van Elzelingen!

In het vorige Altenatuurtje heb ik over kepen geschreven in de tuin van Corry van Elzelingen wier naam ik had verhaspeld... Gelukkig voor mij vond ze het niet zo erg, maar ik wilde het toch graag rechtzetten. Haar tuintje aan de Vissersdijk 152 in Werkendam is een klein vogelparadijs en ook vlinders weten haar tuintje met de vele bloemen te vinden. Corry heeft van de waarnemingen (vogels én vlinders) in haar tuin twee prachtige boekjes gemaakt met van elke waarneming een foto. Vol ongeloof hebben Leida en ik de boekjes bekeken en ons verbaasd over de bijzondere waarnemingen midden in het grote dorp Werkendam.

Vaste gasten in de tuin van Corry zijn een paartje sperwers die het voorzien hebben op de vele mussen, vinken, groenlingen, koolmezen en pimpelmezen aldaar. Wekelijks worden ze waargenomen en soms hebben ze het voorzien op de Mozambiquesijs in het kooitje vlak bij het raam van haar huiskamer (zie ook ‘Keepvogel’ in nummer 121).

Begin 2023 vond Corry regelmatig vleugels van groenlingen die waarschijnlijk het slachtoffer zijn geworden van de ziekte ‘het geel’. Het geel (trichomonas gallinae) is een

zeer besmettelijke ziekte. Het is eigenlijk een eencellige parasiet die altijd in de mond en keelholte van de vogel leeft. Het enige wat je thuis kunt doen is eventuele water en voerbakjes in de tuin desinfecteren. Of liever zelfs even helemaal niet meer voeren... Ook vraagt de vogelbescherming om melding te maken van aan het geel gestorven vogels of vogels in ademnood. Het is belangrijk dat zij weten waar de ziekte voorkomt en of het aantal slachtoffers meer of minder wordt. De dode groenlingen liggen altijd op dezelfde plaats onder het afdak. Traag bewegend en opgezwollen worden ze in de nacht waarschijnlijk het slachtoffer van een kat óf een marterachtige die Corry weleens in haar tuin heeft gezien. Natuurlijk pakken de sperwers ook wel eens een groenling.

Vreemd genoeg zien wij in onze tuin in Babyloniënbroek zelden een sperwer terwijl het aantal mussen, vinken, groenlingen, koolmezen, pimpelmezen en ander klein grut groot is. Uitzondering op de regel waren een paar dagen begin maart

22

dit jaar toen een sperwervrouwtje in onze tuin verbleef en zich prima liet bekijken. Waarom midden in Werkendam wel sperwers en in Babyloniënbroek in de polder bijna niet? Het is me al meer opgevallen dat ik sperwers vooral zie in de bebouwing of aan de rand van dorpen. Vogelbescherming zegt het volgende over het leefgebied van de sperwer: ‘Broedt in bossen, soms tuinen en parken, meestal in een dicht, jong bos met naaldbomen (fijnspar, lariks), het liefst in halfopen landschappen. Soms ook in de stad of in tuinen, in open boerenland in windsingels, bosjes en op erven. Buiten de broedtijd vaak in open land, vooral de vrouwtjes. Mannetjes jagen meer in bos. Jaagt soms ver van het nest.’

En over het voedsel schrijft Vogelbescherming het volgende: ‘Vooral kleine zangvogels als mezen, mussen en vinken, maar de grotere vrouwtjes ook grotere als lijsters en spreeuwen. Soms vogels ter grootte van een Turkse tortel en in open gebieden steltlopers als tureluurs. Jongen komen uit in de piektijd van het uitvliegen van het stapelvoedsel, mezen. Jaagt vaak in dicht bos, waarbij de sperwer van zitplaats naar zitplaats verhuist, onderwijl goed luisterend en kijkend naar geschikte prooi. Vaak vanuit hinderlagen in tuinen, soms ook van grote hoogte schroevend.’

De sperwers zitten soms uren te rusten in de tuin van Corry en laten zich vanuit de kamer prima bewonderen. Corry maakt dan mooie foto’s die ik op mijn mobiel ontvang.

Op de Kringloop (waar we beide werken) bespreken we het met elkaar en maken we collega’s nieuwsgierig naar haar tuintje. Corry wil het u graag laten zien, dus als u in de buurt bent, schroom niet om eens langs te wippen. Hopelijk is ze dan thuis. U kunt dan ook de twee boekjes met haar waarnemingen bekijken. Wellicht wordt u ook enthousiast en schuilt er in u een vogelaar. Corry kan u vertellen hoe de vogels en vlinders te fotograferen, want dat doet ze al ruim 20 jaar. Veel plezier bij uw bezoek aan het mooie pittoreske huisje Vissersdijk 152 in Werkendam! ✤

Bronnen:

• website Vogelbescherming

• info van Corry van Elzelingen

23
Sperwer bij Corry in de tuin

Carbon farming in Altena

In december las ik een artikel over het project ‘Carbon farming’ in Altena en daar werd ik heel enthousiast van! Boeren kunnen bepaalde maatregelen nemen op hun land waardoor de hoeveelheid organische stof, dus koolstof, in de bodem wordt verhoogd. Voor elke ton CO2 die uit de atmosfeer gehaald wordt en vastgelegd wordt in de bodem krijgen ze een bepaalde vergoeding. Deze vergoeding wordt betaald door lokale bedrijven die de CO2-uitstoot die ze (nog) niet kunnen vermijden hiermee kunnen compenseren.

Sommigen van u zullen denken, ‘dat is toch greenwashing?’. Maar dat vind ik niet. Eén van de deelnemende bedrijven die hun CO2-uitstoot wil compenseren is Hakkers uit Werkendam. Zij zijn al jaren bezig met het omlaagbrengen van hun uitstoot, bijvoorbeeld door het massaal leggen van zonnepanelen op hun gebouwen en het elektrificeren van allerlei machines zoals heftrucks. Natuurlijk is het vermijden van uitstoot altijd beter, maar dat is simpelweg nog niet altijd mogelijk, met name bij bedrijven die met zware voertuigen zoals schepen werken.

Ik wilde er meer van weten en dacht dat dit een goed onderwerp was voor een lezing samen met de Agrarische Natuurvereniging en de ZLTO. Hier komt namelijk van alles samen: minder CO2 in de atmosfeer, een gezondere bodem en een aanvullend verdienmodel(letje) voor de boer. Alle betrokken partijen waren enthousiast en zo vond op donderdag 16 maart een lezing plaats in de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Waardhuizen. De opkomst was groot (te groot voor het fort): uiteindelijk waren er 85 belangstellenden, een gemêleerd publiek van natuurbeschermers en een stuk of 30 boeren. Een groot gedeelte daarvan waren jonge boeren en dat was echt bemoedigend om te zien.

24

Wat is Carbon Farming?

Doel: CO2 verwijderen uit de lucht en vastleggen in bodem of biomassa door verhoging organische stofgehalte.

1. Maximaliseren van fotosynthese via het gewas en groenbemesters (veel biomassa) en aanvoer via bemesting.

2. Minimaliseren verlies van koolstofDoor maximale bodembedekking en minimale grondbewerking.

Marjon Krol van het ZLTO beet het spits af en zij vertelde hoe het Carbon farming project is ontstaan en hoe het precies werkt. Deelnemende boeren kunnen kiezen uit de hiernaast staande maatregelen om de hoeveelheid organische stof in de bodem te verhogen.

Naast CO2 vastleggen heeft Carbon farming extra voordelen:

• Bodems met meer organische stof bevatten meer bodemleven.

• Door de organische stof kan vocht beter opgenomen en vastgehouden worden.

• Dit maakt de grond beter bestand tegen weersextremen: overvloedige regen of periodes met droogte.

• Meer bodemleven zorgt voor meer biodiversiteit, ook boven de grond!

25

Hoe werkt het programma?

• ZLTO berekent koolstofvastlegging met bodemmodel (BodemCoolstof tool WUR).

• Deelnemers passen hun landbouwpraktijk aan waardoor ze meer CO₂ opslaan.

• Bij de berekening worden nationale standaarden (Stichting Nationale Koolstofmarkt) gebruikt.

• ZLTO verbindt partijen met klimaatdoelstelling met ‘koolstofboeren’.

• ZLTO zorgt voor monitoring en rapportage.

En hoe zit het met de financiën?

Het compenseren van 1 ton CO2 kost 140 euro. Hiervan gaat:

• 100 euro naar de boer, waarvan 70 euro jaarlijks vast o.b.v. inspanning en 30 euro na 5 jaar op basis van het resultaat.

• 40 euro voor de organisatie, monitoring en rapportage.

In Altena doen vijf boeren mee en met elkaar leggen zij in 5 jaar 200 ton CO2 vast per jaar. 64 ton hiervan is ‘verkocht’ aan Hakkers en IVECO Schouten, dus er is nog 134 ton beschikbaar. Mocht u een bedrijf hebben, of bij een bedrijf werken dat hiermee bezig is, men zoekt nog afnemers!

De koolstofboeren in Altena zijn:

• VOF Vermuë en Kivits te Hank

• De Graaf VOF te Nieuwendijk

• Landbouwbedrijf van der Schans te Drongelen

• Landbouwbedrijf Straver te Almkerk

• Fa. Wink & Boll te Wijk en Aalburg

26

Na de toelichting van Marjon was het tijd om te horen hoe het in de praktijk gaat en daarvoor was akkerbouwer Arjan de Graaf uitgenodigd. Op zijn boerderij nabij Nieuwendijk doet hij op 7 percelen met een oppervlakte van 42 hectare mee aan dit project. Hij is hier niet alleen akkerbouwer, maar heeft ook een paardenpension. Zijn teeltplan bestaat voornamelijk uit aardappels, uien, wintertarwe, sperziebonen, vezelvlas, graszaad en suikerbieten.

Arjan is al jaren bezig om de organische stof in zijn bodem te verhogen en is daar niet mee begonnen vanwege dit project. Hij ziet het als voorwaarde om zijn bodem gezond en watervasthoudend te houden/krijgen. De maatregelen die hij neemt komen grofweg neer op het volgende:

• Meer rustgewassen in het teeltplan; dit zijn gewassen zoals graan, vlas en groenbemesters.

• Ruimere rotatie; dit heeft dus te maken met het eerste punt, dus hij is met bijvoorbeeld aardappelen van 1-op-3 naar 1-op-4 gegaan. Dat betekent dat hij maar eens in de 4 jaar eenzelfde gewas verbouwt op een perceel i.p.v. eens per 3 jaar.

• Meer (vaste) organische mest, compost e.d.; het is belangrijk om veel vaste mest of compost toe te voegen ter compensatie van de stoffen die worden opgenomen door de gewassen. Hij gebruikt hiervoor o.a. zijn eigen vaste paardenmest, maar ook drijfmest

Groenbemester; bladrammenas

• Groenbemesters zaaien; dit zijn gewassen die na de hoofdteelt worden ingezaaid en als doel hebben de grond te verrijken met koolstof en stikstof. Groenbemesters worden vaak niet geoogst. Een voorbeeld is klaver.

Arjans conclusie is dat het verhogen van de organische stof echt een uitdaging is en een project van de lange adem, een procent erbij duurt jaren. Organische mest is veel bewerkelijker en je hebt niet goed onder controle wanneer de voedingsstoffen vrijkomen, zoals bij kunstmest het geval is. Ook compost van buiten het bedrijf wordt steeds duurder en moet wel in orde zijn, want er mag geen zaad van onkruid in zitten. Over dit soort zaken ontstond ook een goede discussie na Arjan z’n verhaal. De belangrijkste conclusie is dat het wel werkt! Langzaam gaat de hoeveelheid koolstof in zijn bodem omhoog, zitten er meer nutriënten in zijn bodem en houdt hij meer water vast. Arjan ziet ook gewoon dat zijn grond er beter uitziet, dus hij gaat zeker door op de ingeslagen weg.

27

Langzaam gaat de organische stof omhoog

P.S. Het perceel AG1 is omlaag gegaan omdat dit voormalig meerjarig grasland is dat is omgezet naar een akker en het eerste bevat meer koolstof.

Na de koffie was het woord aan bodemregeneratiespecialist Stefan Nieuwenhuijsen uit Dussen. Hij geeft met zijn bedrijfje SoilGecko advies over bodemgezondheid en hoe je deze kan bevorderen. Zijn verhaal ging over het ‘bodemvoedselweb’ en was een fascinerend en helder inkijkje waaruit dit bestaat, hoe het werkt en hoe het ervoor zorgt dat koolstof wordt opgeslagen in de bodem.

28
Bodemvoedselweb

In het kort: het begint bij planten, die met behulp van fotosynthese zonlicht en water omzetten in zuurstof en koolstof / suikers. Deze koolstof wordt gebruikt o.a. voor het aanmaken van wortels en bladeren, maar wordt ook via de wortels afgegeven aan de bodem. Deze zogenaamde exudaten zijn het favoriete eten van vele soorten bacteriën en schimmels. In een gezonde bodem zullen voedingstoffen beschikbaar blijven in de bodem, gebonden in bacteriën. Ze komen weer vrij wanneer grotere bewoners van het bodemvoedselweb, zoals protozoa, de bacteriën opeten en de voedingstoffen weer uitscheiden. En zo komt de voeding weer in de rhizosfeer, bij de planten terecht. De plant krijgt zo allerlei mineralen en andere voedingsstoffen die hij extra nodig heeft.

Fotosynthese in planten: glucose ontstaat onder invloed van zonlicht uit water en koolstofdioxide

Al dit leven, dat ook weer dood gaat, zorgt in de bodem voor steeds meer organisch materiaal, samen met de plantresten zoals dode wortels en restmateriaal van planten.

Stefan legde uit dat een gezond bodemvoedselweb vele gevolgen heeft voor een bodem:

• Een goedwerkende nutriëntenkringloop

• Goede wateropslag

• Onderdrukking van onkruid

• Opslag van stikstof

• Verbeterde bodemstructuur

• Ontbinding van toxines

• Afremming van plagen

• Koolstofopslag

Voor de boer heeft het ook een aantal grote (financiële) voordelen:

• Hogere opbrengst

• Minder arbeid

• Minder input

• Minder gewasbeschermingsmiddelen

• Voedzamere gewassen

• Minder kosten voor beregenen

• Vergoedingen voor koolstofopslag

De vraag is dus, hoe krijgt een boer dit voor elkaar? En hier ontstonden interessante discussies, want het is niet altijd even gemakkelijk, bijvoorbeeld:

• Zo min mogelijk ploegen, zuurstof is niet goed voor de bacteriën en schimmels die je graag wilt hebben. Maar ja, hoe zit dat met aardappels?

29

• Zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen en glyfosaat, dit verstoort het leven in het bodemvoedselweb. Blijft een lastige discussie glyfosaat…

• Zo min mogelijk kunstmest, kunstmest doodt an sich niet actief het bodemleven, maar zorgt ervoor dat de plant lui wordt en geen exudaten meer uitscheidt, de plant heeft immers al voldoende voeding. En als gevolg is er dus minder eten voor de bacteriën en schimmels. Dat doet het bodemleven wel afnemen met alle gevolgen van dien, zoals bodemverdichting.

• Zorg voor zoveel mogelijk diversiteit boven de grond, dus qua gewassen. Dit zorgt ook voor diversiteit onder de grond en geeft altijd een veerkrachtiger systeem.

• Zorg dat de bodem bedekt is, dus geen kale akkers! Zaai na de oogst snel een groenbemester in. Dit voorkomt dat de regen de goede grond en mineralen wegspoelt.

• Gebruik levende compost, dus geen dood organisch materiaal.

• Het is maatwerk en je moet blijven kijken en uitproberen.

Na afloop kon er nog een drankje worden gedronken en dat deden vele mensen, om twaalf uur ging het licht pas uit! Het was echt mooi om te zien dat het idee dat we hadden om deze gezamenlijke lezingen te organiseren werkt. Je krijgt toch meer begrip voor elkaar als je de praktische problemen hoort waar een boer tegenaan loopt en ik ben er van overtuigd dat de boeren die deze avond aanwezig waren hun bodem als het grootste kapitaal zien en dat ze daar zuinig op willen zijn. En van verschillende boeren hoorde ik dat zij het verhaal van Stefan erg interessant en leerzaam vonden, alhoewel er natuurlijk ook best een paar waren die deze kennis al hadden. Kortom: op naar de volgende gezamenlijke avond! ✤

30
Groenbemester

Als de bermbeheerder het goed vindt. Ja, als deze plant mag uitgroeien. Dan kun jij deze foto ook maken. Gemakkelijk te vinden. In de wegberm. Ruim boven de andere planten. Schitterende bloemen. Lichtblauw, soms lila of wit. Mooi gerangschikt aan een stevige gladde stengel. Tweeslachtig. Goed te zien voor de bijen en voor ons. Bloeiend tot de middag. Aan de voet lichtgroen blad. Lijkt op de paardenbloem. Eetbaar, net als witlof (familie). Wat we niet zien is de wortel. Laat dat nu net het onderdeel zijn dat vroeger zo geliefd was. Men maakte er koffie van.

Cafeïnevrij!

Het is wilde cichorei. Cichorium intybus. ✤

✒ Jan van Haaften

31
F L O R A 31

Bewoners van Altena willen investeren in

schone energie

In het Altenatuurtje van januari schreef ik over de urgentie om energie te besparen en zelf schone energie op te gaan wekken. Wie is niet geschrokken van de enorme stijging van de energiekosten. Voor de komende winter zullen veel bewoners en ondernemers willen investeren in besparingen op energiekosten. In Wijk en Aalburg heeft bakker Gerard Hardeman ook een bijzonder initiatief genomen.

Gerard vindt dat je als ondernemer/ bewoner zelf kunt investeren. Het kan niet allemaal van de overheid komen. Als kleine bakker werd hij met enorme energiekosten geconfronteerd. Als hij niet in schone energie zou investeren zou dat wel eens een faillissement kunnen betekenen. Dat zwaard van Damocles hangt nog steeds boven alle kleinere bakkers (grote broodfabrieken krijgen forse kortingen op hun energieverbruik). Vorig jaar vertienvoudigden Gerards kosten voor energie!

Een extra kabel moest worden 32

Gerard houdt ervan om de koe bij de horens te vatten. Hij werkte direct een idee uit om in de buurt een eigen energienetwerk aan te leggen (de nieuwe Energiewet biedt die mogelijkheid). Helaas is dit idee tot nu toe nog geen werkelijkheid geworden. Gerard legt nu wel zelf zonnepanelen.

De voorbereidingen voor het leggen van de panelen op de bakkerij

Hij wil zo snel mogelijk van het gas af en overschakelen op elektrische ovens om zijn brood te bakken. Vanwege de netwerkschaarste kan hij nu nog niet volledig overstappen op schone elektriciteit. Hij gebruikt dus nog gas maar heeft wel een enorme besparing op de stookkosten gerealiseerd door vloerbrood te bakken in plaats van het bekende busbrood. Busbrood wordt in stalen vormen gebakken en verbruikt daardoor 80% meer energie dan vloerbrood dat direct op de bodem van de oven wordt gebakken. In plaats van 275 graden kan hij toe met 215 graden. Die laatste 60 graden warmte verbruikt zeer veel gas en daar zit dus de besparing. ✤

Vloerbrood 33

Zeehond in de Merwede

Vorig jaar oktober kreeg ik via Whatsapp een filmpje binnen, gemaakt vanaf één van de St. Ayles skiff roeiboten van Woudrichem, met daarop beelden van een zeehond die de boot tot op 15 meter naderde. Telkens weer dook het dier op. De roeiers zaten op de Boven-Merwede ter hoogte van Gorinchem. Op het filmpje hoor je de roeiers enthousiast en vertederd reageren op dit schattige beestje. Iemand roept dat ze eerst dacht dat er een zwemmer achter de boot aan kwam. Niet vreemd dus dat men denkt dat de mythe van zeemeerminnen ontstaan is uit waarnemingen van zeehonden,robben en andere gladde, ronde zoogdieren door zeevarenden. Toch moet je heftig door je eigen endorfinen beneveld zijn om een grote bos met lang haar op zo’n

afgerond koppie te zien… De ontberingen, waaronder ook de onthoudingen, leidden bij zeelui kennelijk tot dit type van hallucinaties. Het gaat goed met de zeehonden in ons land (zie figuur). We hebben het

dan over de gewone zeehond en de minder algemene iets grotere grijze zeehond. Na een absoluut dieptepunt in de jaren zestig van de vorige eeuw zijn de zeehondenpopulaties weer helemaal hersteld.

Gedurende twee decennia waren zeehonden vrijwel uit de Delta verdwenen en op de wadden gedecimeerd! Oorzaak hiervan was de jacht die pas in 1961 werd verboden en aansluitend de verontreiniging van het water door PCB’s (giftige chloorverbindingen). Verbetering van de waterkwaliteit, immigratie uit de Gewone zeehond

34

Duitse en Deense wateren en maatregelen tegen verstoring, hebben bijgedragen aan het uiteindelijke herstel van de zeehondenpopulatie in ons deel van de Waddenzee. De Zeeuwse populatie groeit voornamelijk door migratie van

Grijze zeehond

exemplaren uit de Waddenzee. Van beide zeehondensoorten worden er tegenwoordig tussen de 1 en 2 duizend exemplaren in de Delta geteld. Het Haringvliet heeft duidelijk minder waarnemingen dan de andere deltawateren, omdat de dam moeilijk te passeren is. Zeehonden horen bij het getijdengebied en waarnemingen op de rivieren rond Altena waren ook vroeger zo bijzonder dat ze in de krant werden vermeld. Nu de Haringvlietdam op een kier is gezet komen er de laatste tien jaar meer waarnemingen in de Oude Maas en de wateren rond de Biesbosch/Altena voor. De sterke groei van de populatie aan de kust vergroot de kans dat er één hier bij ons verdwaalt. De berichtgeving over biodiversiteit gaat meestal over achteruitgang, die ontegenzeggelijk aanwezig is. Toch

valt het me op dat het met een groot aantal diersoorten, zie de zeehond, goed gaat. Meestal omdat ze zich herstellen van de dieptepunten in de tweede helft van de vorige eeuw, veroorzaakt door jacht, pesticiden en teloorgang van habitat. Uit mijn keukenraam zie ik regelmatig een groene specht op de knotwilgen rond het overigens steriele kunstgrasvoetbalveld voor mijn deur. Begin jaren tachtig moest ik op de fiets naar de Drunense duinen om mijn eerste groene specht te zien. De voorspelling was toen dat hij met het verdwijnen van de bossen door zure regen, spoedig zou uitsterven. Nu is hij in Altena algemeen. Vorige week liep ik langs de Alm en er vloog een blauwe schicht over het water: ijsvogel. Zo ook op Fort Giessen: zie je hem niet langs de fortgracht dan hoor je hem wel. Mijn eerste ijsvogel zag ik in een ver verleden in Winterswijk, toen ik op bezoek bij mijn zus. Nu is hij altijd wel ergens te zien in Altena. Eenzelfde verhaal geldt voor ooievaar en grote zilverreiger. Mijn eerste zeearend zag ik in 2005 op excursie met Altenatuur in Polen. Twee jaar geleden vloog er één boven ons huis in

Zeearend

35

Almkerk. De schrijver Jan Wolkers (die zich eerder ook al bekommerde om verlaten zeehondenbaby’s op Rottumerplaat) nam zich voor om een miljoen te geven om de zeearend in ons land terug te krijgen, als hij de Nobelprijs voor literatuur zou winnen. Dat was rond 1980. Hij heeft de prijs nooit gewonnen en de zeearend kwam zelf terug. Er zijn nu bijna dertig broedparen! Ook zoogdieren als bever, das, boommarter, wolf en otter maken een absolute comeback in grote delen van ons land. Recent werd uit dit rijtje ook als laatste de otter teruggezien (in de Biesbosch). Ook veel soorten libellen en waterjuffers zijn terug van weggeweest, al weten we dat in Altena niet echt omdat ze vroeger niet gemeld werden. Het heeft alles te maken met verbetering van de waterkwaliteit.

Tegenover deze succesvolle ‘terugkomers’, de winnaars, staan de verliezers waarvan de verspreiding alleen maar afneemt: hermelijn, bunzing, veel dagvlindersoorten. ‘Nothing is constant but change’, ‘ Verandering is de enige constante’ en daar worden wij mensen zenuwachtig van: bij verandering ten goede wordt al snel geroepen dat ‘er veul-ste veul ‘ van komen: wolf, bever, ‘witte’ reigers, kauwen, ganzen. ‘Men’ moet er ‘iets’ aan doen, hoor je dan. Bij afname luiden we de noodklok en wordt al snel gesproken over ‘de laatste dit of dat’. Helaas geldt dit op wereldschaal ook echt voor veel soorten.

Eind 2021 publiceerde Sovon het boek ‘Verschenen of verdwenen’, over de ontwikkeling van 70 vogelsoorten in ons land sinds 1900. Van de in totaal

250 broedvogelsoorten worden deze 70 eruit gelicht vanwege, de titel zegt het al, verschijnen in, of verdwijnen uit ons land. Twaalf soorten zijn verdwenen en 58 (waaronder 9 exoten) verschenen. Uitgestorven zijn bosruiter, goudplevier, roodkopklauwier, griel, hop, bonte kraai, klapekster, ortolaan, duinpieper, korhoen, kuifleeuwerik en grauwe gors. Alleen van de grauwe gors weet ik nog dat hij begin jaren tachtig territoria had op de Groesplaat bij Sleeuwijk. Enkele andere soorten hebben mogelijk in een ver verleden hier in Altena gebroed (hop, bosruiter, goudplevier). Bij de nieuwkomers vallen algemene soorten als knobbelzwaan, kuifeend en Turkse tortel op en exoten als halsbandparkiet (op termijn ook in Altena te verwachten, zie Van den Herik en Van Rijsbergen 2020) en nijlgans. Ook roofvogels als slechtvalk, de al eerder genoemde zeearend en zwarte wouw keerden terug. Als alles verandering is en de verandering bestaat uit netto 49 soorten broedvogels erbij (58 nieuw/ terug minus 9 exoten, soorten die zich niet op eigen kracht vestigden), dan is het toch dik in orde? Dat is inderdaad

36

een hele mooie toename, met een aantal soorten ‘terug van weggeweest’ omdat we er in geslaagd zijn natuur te beschermen of ontwikkelen (nieuwe natuur) waar deze soorten de ruimte kregen. Belangrijkste criterium voor verdwijnen of voorwaarde voor verschijnen is in hoeverre de betreffende soort kan leven in de directe omgeving van steeds meer mensen in ons land en met wat die mensen met z’n allen aanrichten in landschap, ruimte en ecosystemen. Dat geldt ook op wereldschaal. Mijn moeder overleed in 2021 en heeft 102 jaar van de 120 jaren van dit boek meegemaakt. Toen ze werd geboren in 1919 waren er 1,5 miljard mensen waarvan zo’n 7 miljoen in ons land, toen ze overleed was de wereldpopulatie bijna 8 miljard en had ons land ongeveer 17,5 miljoen inwoners. Ze vertelde mij als kind over Friesland als over mijn vaderland in de verte, het had weinig gescheeld of ik was er nog geboren (mijn ouders emigreerden in 1955 naar Genderen). Als je daar de weilanden in liep struikelde je over de kievitsnesten, zo was haar herinnering. En altijd vond je dan in de buurt van kievitslegsels de

nesten van tjirken (tureluurs). Op de laatste Sovon-dag, werd deze broedsymbiose van beide soorten nog genoemd. De Friese weidevogelrijkdom is grotendeels verloren gegaan. Dat in Brabant de kieviten op akkers broedden was voor mijn moeder onvoorstelbaar. Dat er hier in Altena nu nog weidevogels zijn, is te danken aan intensieve samenwerking tussen boeren en weidevogelbeschermers.

Wat moeten we met al deze informatie?

De groei van de wereldbevolking moet geremd worden, dat staat buiten kijf. We zien gelukkig ook dat grote inspanningen in bescherming van biodiversiteit en milieu zoals in ons land, een positief effect daarop hebben. De klimaatcrisis blijft echter de grootste bedreiging voor ons allen, hoe goed we natuur- en milieu verder ook op orde krijgen. Laten we er gezamenlijk op inzetten om hier ook de goede ontwikkelingen boven water te krijgen, als een onverwachte zeehond in de Merwede. ✤

Bronnen:

• Gewone en grijze zeehond in Waddenzee en Deltagebied, 1960-2021 | Compendium van de leefomgeving (clo.nl)

• SOVON Vogelonderzoek Nederland 2021: Verschenen of verdwenen: ruim een eeuw Nederlandse broedvogels in beweging. Kosmos uitgevers

• Van den Herik, A. en Van Rijsbergen, W. 2020 : Vogels. In: Van Diggelen, J. e.a. 2020: Biodiversiteit in kaart De rijke natuur van Altena. Altenatuur.

37
Tureluur

Gewone dwergvleermuis

Vleermuizen vind ik altijd heel bijzonder. Ze vliegen net zo goed als en soms zelfs beter dan vogels, maar zijn echte zoogdieren net als een muis, kat, hond of koe. En vleermuizen zijn vooral ‘s nachts actief. Dat betekent dat wij vleermuizen maar weinig zien.

38

De vleermuis die het meest voorkomt in ons land is de gewone dwergvleermuis. Deze vleermuis is maar 4 cm groot en weegt slechts 3,5 tot 8 gram. Dat is niet veel, hij weegt zelfs nog minder dan het winterkoninkje uit de vorige jeugdrubriek. Maar als de gewone dwergvleermuis zijn vleugels spreidt dan is hij wel 20 cm breed en goed te zien in de schemer.

De gewone dwergvleermuis laat zich weliswaar niet veel aan ons zien, maar het beestje woont wel graag bij ons! In kieren en spleten van onze huizen kruipen de vleermuizen graag weg. Hier kunnen de dieren overdag lekker rustig en in het donker slapen, want vleermuizen houden niet van licht.

Als de dag voorbij is, kruipen de vleermuizen uit de kieren en onder de dakpannen vandaan en gaan ze op jacht. Vleermuizen vangen hun eten in de lucht, ze eten veel muggen en af en toe een nachtvlinder.

39
39

Om goed te kunnen jagen in het donker kan de gewone dwergvleermuis snel en heel beweeglijk vliegen. Heel speciaal is dat de vleermuizen echolocatie gebruiken. Dat is bijzonder, het is jagen door te luisteren met hun oren!

Echolocatie betekent dat de vleermuis een geluid maakt dat ergens tegenaan kaatst en weer terugkomt. Een soort radar. De vleermuis weet daardoor precies hoe groot de afstand is tot het insect dat hij wil vangen. Knap hè!

40

wegweze!!!

De vleermuizen krijgen hun jonkies in juni en juli. Vleermuizen hangen altijd ondersteboven maar gaan even recht hangen als het jong geboren wordt. De kleine vleermuizen kunnen al na drie weken vliegen en zijn na zes weken zelfstandig. Dat gaat zo snel, omdat hun moeders de kleintjes goed voeren door iedere nacht op jacht te gaan, zelf muggen te vangen en hun kleintjes te voeden met moedermelk. Vleermuizen zijn tenslotte zoogdieren!

En dat de gewone dwergvleermuizen muggen vangen… is voor ons natuurlijk mooi meegenomen ✤

41 ✒
Zwet
Linda van
41

Gazon of bloemrijk grasveld?

??

Ik kreeg van één van onze leden de vraag wat te doen met het gazon in hun achtertuin. Ze houden dit al jaren keurig bij. In de zomer wekelijks maaien, in het voorjaar het ‘onkruid’ eruit steken, verticuteren en de kale plekjes die ontstaan zijn inzaaien met graszaad. Daarna nog kalk en kunstmest erop. Alles om maar een mooi ‘ groen ’ grasveld te hebben, waar de kinderen natuurlijk heerlijk op kunnen spelen. Maar… wat als je al deze ‘grasverbeterende maatregelen’ achterwege zou laten? Zul je het dan nooit meer winnen van het onkruid óf zou dat nog best eens goed uit kunnen pakken?

Maai Mei Niet

Het is zeker niet dom om deze manier van onderhoud los te laten. Er is veel te doen omtrent maaien van gras. No Mow May begon een aantal jaar geleden in het Verenigd Koninkrijk. Daar leerden ze al snel dat je op deze eenvoudige manier tot wel tien keer meer bijen kunt aantrekken. Na het VK volgde België en nu zijn ook de Nederlandse grasmatten aan de beurt om in bloei te zetten met de actie Maai Mei Niet. Er is berekend dat alle gazons in Nederland gelijk zijn aan 11.000 voetbalvelden. Door die niet te maaien, creëer je een gigantisch bijenbuffet. De actie is natuurlijk vooral bedoeld om een andere mindset te verkrijgen, want door één maand niet te maaien, krijg je echt niet ineens een

42

bloeiend grasveld of een bloemenweide. Aan de actie kun je kosteloos meedoen en wie weet kun je ook de buren en de gemeente enthousiasmeren om ook mee te doen en mei niet te maaien. Sowieso is het goed voor de biodiversiteit om anders om te gaan met gazon.

Waarom maaien?

Je kunt je natuurlijk afvragen welke functie het gazon in jouw tuin heeft. Heeft het alleen een ruimtelijke functie, of is het ook een speelveld voor de kinderen en de hond? Maai je het gazon, omdat het er nu eenmaal ligt en je gewend bent om het iedere week te maaien en iedereen zegt dat er in een gazon niks anders dan gras hoort te groeien?

Wil je het gewoon netjes hebben, omdat je niet weet wat er gaat gebeuren als je het niet maait? Of weet je niet wat je anders op zaterdagmiddag moet doen?

Er zijn allerlei redenen om je gras te maaien! Maar als je iets wilt doen voor het milieu, een waterprobleem wilt oplossen (droogte of wateroverlast) en de biodiversiteit wil vergroten, dan is een bloemrijk grasveld beter dan een gazon. Een gazon heeft natuurlijk de functie om groen te zijn, maar als je goed oplet is er voor jezelf ook veel meer te beleven als je het door allerlei kruiden (die je vaak ook kunt maaien) ook aantrekkelijk maakt voor bijen en vlinders. Dit kan zonder dat het gelijk een bloemenweide wordt die ruimtelijk en functioneel gezien heel anders is.

Gazon

Een gazon is per definitie een grasveld met alleen maar gras, meestal zijn het wel verschillende soorten gras. Gazons worden ingezaaid met een graszaadmengsel of er worden graszoden gelegd. Graszoden worden op grote velden gekweekt en worden daarvoor ingezaaid Als de zoden voldoende ontwikke worden met een speciaal daarvoor gebouwde graszodensteker. Daarna worden deze opgerold voor transport.

43

Zo’n grasmengsel voor een gazon bestaat meestal uit zo’n 5 of 6 soorten gras die allemaal een eigen functie invullen en elkaar aanvullen. De ene soort is beter bestand tegen betreden, de ander vormt beter een zode of verdraagt veel vocht of juist weinig. Samen vormen ze een zo gesloten mogelijke grasmat in de tuin, mits je goed maait en bemest. Er worden voor vele doeleinden grasmengsels samengesteld. Een graszaadmengsel voor een voetbalveld heeft weer een hele andere samenstelling in grassoorten dan een mengsel voor een speelgazon in de tuin. Voor gazon in de tuin, maar ook voor openbaar groen, zijn er mengsels voor zonnige situaties of voor in de diepe schaduw. Je hebt zelfs keuze in snelgroeiende en langzaam groeiende gazonmengsels. Om graszaad te telen, maar ook in de graszodenteelt zelf, gebruikt men veel kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt voor de bestrijding van onkruiden en schimmels.

Bij het juiste onderhoud (voor het gras), krijgen andere kruiden weinig kans. Het juiste onderhoud voor gazon is een samenspel tussen bemesten (kunstmest), verticuteren, bestrijden van mos en onkruid, bezanden, bekalken, frequent maaien (minimaal 26 keer per jaar) en afvoeren van het maaisel.

Bloemrijk grasveld

Met gazon gaat het mis als we de natuur gaan toelaten! En dat begint misschien wel in de herfst. Het blad dat op het gazon blijft liggen is voor de grasmat ongunstig en kan het gras verstikken. Er ontstaan open plekken, waardoor ‘onkruiden’ de kans krijgen om te kiemen. Blad op het gazon is natuurlijk ook voedsel voor bodemleven. Regenwormen leven vaak nog wel onder de grasmat en anders gaan deze de boel wel bevolken vanuit omliggende plantvakken als er blad ligt wat ze op kunnen ruimen. Dan is natuurlijk het hek van de dam! Want waar wormen zijn, en misschien wel emelten en engerlingen, komen ook mollen. Merels, lijsters en groene spechten vinden het hartstikke fijn om hun kostje bij elkaar te scharrelen in het gazon dat al een beetje ‘slechter’ wordt verzorgd.

Bloemrijk grasveld in de Schau- und sichtungsgarten Hermannshof in Weinheim

44

Ik moet zeggen dat ik in mijn tuinplannen nooit van gazon uitga. Wel van grasvelden waar ook andere kruiden mogen groeien. In een grasveld zaai ik zelfs het liefst een kruidenmengsel mee bij aanleg. Dit zijn mengsels van inheemse planten die redelijk goed tegen maaien kunnen, maar 26 keer per jaar maaien is daarvoor wel heel veel en helemaal niet nodig, want het gras hoeft niet per se maximaal 3,5 cm hoog te zijn. De kruidenmengsels die je toe kunt voegen aan een grasmengsel bestaan vaak uit zogenaamde tredplanten en zodevormende planten.

De naam tredplant zegt het al: een plant die in staat is om te groeien op plaatsen die veel betreden worden. Ze kunnen dus enige betreding door voeten (of hoeven van grazers) verdragen. Bekende tredplanten zijn madeliefjes, leeuwentand, biggenkruid, grote weegbree, en paardenbloem. Klaver (wit en rood), bijenkorfjes, pinksterbloemen, hondsdraf, draadereprijs worden niet bij de tredplanten gerekend,

Grasveld bij de school in Babyloniënbroek. De boomspiegel is inmiddels begroeid met Kaukasische smeerwortel, gele dovenetel, hangende zegge en narcissen.

Links een detail van dit grasveld

maar kunnen juist door ze kort te maaien, samen met gras wel prima een zode vormen en betreden worden.

In de praktijk blijkt het dat als er behalve gras ook andere kruiden groeien het veld in drogere periodes veel groener blijft. De kruiden wortelen vaak dieper en halen dus hun water en voedingsstoffen van dieper uit de bodem naar boven. Andersom kan het water ook beter de bodem in. Klavertjes in het gras binden stikstof uit de lucht die ook beschikbaar komen voor andere planten.

45

Geduld

Om een bestaand gazon om te vormen tot een bloemrijk grasveld heb je wel wat tijd nodig. Soms zijn er al zaden aanwezig die kunnen gaan kiemen, of mogelijk komen ze uit de omgeving wel aanwaaien. Dat zal in het buitengebied wellicht makkelijker gaan dan in een nieuwbouwwijk met de nodige schuttingen en verharding. De concurrentiekracht van grassen zal afnemen naarmate er minder voedingsstoffen beschikbaar zijn én gras kan wel net iets beter tegen maaien dan de meeste kruiden. De voedingsstoffen die eerder toegevoegd werden voor het gras zijn niet onmiddellijk opgebruikt. Afhankelijk van de bodem zullen kruiden zich snel of wat langzamer gaan vestigen tussen het gras. Kleigrond is bijvoorbeeld van nature rijk aan voedingsstoffen, daar heeft gras voordeel van.

Afhankelijk van het moment dat je gaat maaien kunnen zich verschillende kruiden gaan ontwikkelen. Op een beetje vochtige bodem, klei of venig, kunnen in het voorjaar prachtig pinksterbloemen gaan groeien. Dan moet je zeker niet voor mei gaan maaien. Madeliefjes en klaver zijn wat makkelijker en zullen eerder gaan groeien tussen het gras.

Laat maaien heeft ook mogelijkheden om vroegbloeiende bolgewassen in het gras te laten groeien. Het loof van bijvoorbeeld krokussen, sneeuwklokjes en narcissen kan het beste eerst goed afsterven voordat je het gras gaat maaien. Daarna kun je het bloemrijke grasveld prima gaan maaien tot een grasveld waar je in de zomer op warme dagen lekker kunt zitten of waar de kinderen kunnen spelen. Blad dat in de herfst blijft liggen wordt makkelijker opgenomen tussen een kruidenrijke grasmat dan door een gesloten gazon. Uiteindelijk is een bloemrijk grasland ook beter voor bomen die mogelijk in het gazon staan. Een echt gazon met een dichte zode verstikt op termijn de bomen die erin staan. Hierover later meer!

Stop met kunstmest

Grasveld met pinkster- en paardenbloemen in de voortuin van een bewoner in Sleeuwijk

Behalve laat maaien, kun je ook stoppen met kunstmest. Kunstmest is geen goed idee. Om kunstmest te produceren worden veel fossiele brandstoffen gebruikt en daarbij wordt veel CO2 uitgestoten. Voor fruitbomen in gras kan het

46

wel goed zijn om rondom de boom wat stalmest of gedroogde koemest te geven. Door de oogst van het fruit haal je behoorlijk wat voedingsstoffen bij de boom weg die niet aangevuld worden met alleen het eigen blad van de bomen. Het maaisel van vooral gras in het begin van de transitie naar bloemrijk grasveld kun je het beste wel opharken en afvoeren. Hoe meer kruiden erin zitten, uiteindelijk, hoe makkelijker het maaisel ook kan verteren op een composthoop.

Veerkracht

Watergeven in de zomer kun je het beste nalaten. Je hebt wel kans dat het in het begin sneller bruin is, maar het is ook fantastisch om te zien dat na de eerste regenbuien de begroeiing weer heel snel terugkomt. Uiteindelijk is een bloemrijk grasland voor de gehele waterhuishouding beter. Te veel aan water gaat makkelijker de grond in door betere doorworteling en meer organische stof en meer bodemleven. Te weinig water wordt opgevangen door een veerkrachtigere natuurlijke vegetatie die beter past bij de aanwezige grondsoort.

Tot slot ben ik altijd weer verrast hoe snel een bloemrijk grasland weer in bloei is na een maaibeurt. Doordat de kruiden in het grasveld heel gedrongen en laag uitgroeien, zijn de bloemen in aanleg ook veel lager dan in een niet gemaaide situatie. Ook ben je flexibeler met maaien. Het is echt niet erg om eens een weekje niet te maaien. De bloemen in het gras hebben dan de kans om langer te bloeien en daarmee ook meer voedsel te bieden voor de bijen en vlinders in de zomer. En als je een flink grasveld hebt, kun je er ook voor kiezen niet alles tegelijk te maaien.

Wat levert het op om gazon om te vormen naar bloemrijk grasland?

• Minder gebruik van brandstof door minder vaak maaien

• Geen gebruik van kunstmest (kost veel energie in het productieproces)

• Meer opslag van CO2 in de bodem door meer organische stof

• Meer biodiversiteit, aantrekkelijk voor vlinders en bijen, meer bodemleven (ook voer voor vogels en egels)

• Betere waterhuishouding

• Mogelijkheid voor bolgewassen

• Geen punt als je een weekje niet maait, dus geen gestress

Een prachtig gezicht en veel meer te beleven. ✤

47

JAAR VAN DE MEERVLEERMUIS

✒ Jan van Haaften

Veel organisaties roepen, na Nieuwjaarsdag, het nieuwe jaar uit tot ‘Het jaar van … ’ De reden is vaak dat er zorgen zijn om het voortbestaan van een bepaalde plant- of diersoort.

De Zoogdiervereniging is zo’n organisatie en richt al heel wat jaren de schijnwerper op een bepaald zoogdier. Gelukkig niet altijd omdat het slecht gaat. Zo vroeg men de afgelopen jaren aandacht voor de bever (2012), de steenmarter (2013) en de das (2015) omdat het er juist goed mee ging. De reden is dan om meer informatie te geven over het leefgedrag van het dier en de aanpassingen die nodig zijn in ons landschap. In allerlei publicaties is te lezen en te zien waar wij, burgers en overheden, op voorbereid moeten zijn en wat wij kunnen doen.

Voor dit jaar heeft men besloten om de meervleermuis alle aandacht te geven. Uit tellingen is gebleken dat het aantal meervleermuizen snel achteruitgaat. Met name de laatste jaren. In 1994 telde men in Nederland nog zo’n kleine 12.000 meervleermuizen, in 2021 waren dat er nog maar 7.000!

De meervleermuis is in nood.

Aannemelijke oorzaken van de snelle achteruitgang van het aantal zijn:

• Gebrek aan voedsel - er vliegen veel minder insecten.

• Gebrek aan verblijfplaatsen - steeds meer gebouwen worden goed geïsoleerd.

• Gebrek aan donkere plaatsen - Nederland wordt ’s nachts steeds lichter.

De donkerbruine meervleermuis met witgrijze buik heeft een lengte van ongeveer 6,5 cm en behoort tot de grotere vleermuizen in ons land. Het diertje weegt zo’n 18 gram en heeft een spanwijdte tot 35 cm. Vrouwtjes van de Europese populatie krijgen in bijna 30 procent hun jongen in Nederland. Per vrouwtje 1 jong. Dat gebeurt in grote kraamgroepen van soms honderden dieren. Gebouwen zijn daarvoor erg belangrijk. Meestal hangt een kraamgroep in de spouwmuur op het zuiden of westen. Stiekem, want we merken daar dikwijls niets van. Vanwege de energieschaarste en het besef dat er minder fossiele brandstof moet worden gebruikt worden onze gebouwen steeds beter (na)geïsoleerd. Dat heeft grote gevolgen voor de vleermuis in het algemeen. De snelle achteruitgang van de meervleermuizen heeft daar waarschijnlijk veel mee te maken.

Bijzonder aan de meervleermuis is dat hij jaagt boven grote open wateroppervlakten. Al vliegend schept hij met achterpoten en staarthuid de insecten op van het water of er net boven. Dat kunnen kevertjes zijn en allerlei soorten muggen en motten. Dat gaat met snelheden tot 35 km/uur. De meervleermuis wordt ook jagend boven weilanden, sloten en kanalen gezien. Ze hebben veel voedsel per dag nodig. Daar zit een ander probleem. Net als bij onze onze weidevogels is schaarste van insecten fnuikend. Als je iedere dag één derde van je lichaamsgewicht aan voedsel moet vangen is dat wel een uitdaging.

Het derde probleem is dat Nederland één van de meest verlichte landen ter wereld is. De Zoogdiervereniging noemt dat een probleem voor de vleermuizen. Ondanks of misschien wel dankzij betere led-verlichting blijven lampen soms de gehele nacht branden. Nachtdieren zijn daar niet bij gebaat. De Zoogdiervereniging gaat samen met Artis en veel vrijwilligersgroepen met het volgende aan de slag:

• Extra aandacht vragen voor de soort; zorgen dat veel meer mensen de meervleermuis kennen en waarderen.

• Hopelijk heb ik met dit artikel daar een aanzet voor gegeven. Duidelijk is dat vleermuizen een belangrijke functie hebben in het bestrijden van bijvoorbeeld muggen.

Het doen van onderzoek om de levenswijze en uitdagingen van de meervleermuis beter te begrijpen.

- We weten best al veel van meervleermuizen maar nog lang niet alles. Zo ‘verdwijnen’ in de winter veel vleermuizen. Waar blijven ze? En wat zijn geschikte plaatsen nu het verblijven in woningen minder of niet meer gaat?

• Bovendien gaat de Zoogdiervereniging met overheid, bouwsector en architecten om tafel, om te zorgen dat meervleermuizen in Nederland weer kunnen floreren.

- Wat verlichting van straten betreft lijkt me daar wel winst te halen. Zo zouden er lichtpalen kunnen komen met speciale ledlampen (amberkleurige, UV-vrije ledlamp) waar vleermuizen veel minder hinder van hebben. Of lichtpalen zouden uitgerust kunnen worden met sensoren. Wanneer er ’s nachts geen verkeer is dimmen de lampen. Komt er een auto aan dan wordt de verlichting weer sterker. Dat levert ook nog een besparing op! Lichtpalen zouden niet hoger moeten zijn dan 6 meter.

Altenatuur doet al jaren mee met het NEM-VTT *) project van de Zoogdiervereniging. We rijden daarvoor in de zomer vastgestelde routes met de auto en een batlogger. Zo kunnen we alle vleermuizen die we tegenkomen registreren. Later worden dan achter de computer de waarnemingen gecontroleerd. Benje ook geïnteresseerd in vleermuizen of zoogdieren in het algemeen dan horen we dat graag. Misschien wil je informatie of wil je meehelpen met ons project, mail dan naar altenatuur@gmail.com en wij reageren snel. ✤

*) VleermuisTransectTellingen

Bronnen:

• Atlas van de Nederlandse zoogdieren – S. Broekhuizen e.a. – Natuur van Nederland 12

• https://www.meervleermuis.nl/meer-vleermuis/dit-is-de-meervleermuis

• https://www.rijkswaterstaat.nl/leefomgeving/duurzameprojecten/ natuur/vleermuisvriendelijke-verlichting

• https://www.zoogdiervereniging.nl/wat-we-doen/bijzondere-themas/ jaar-van

Uilen, uilen, uilen .....

Je wilt gaan minderen, een stapje terugdoen…

Een belletje. Rinus heb je tijd? Er zit een kerkuil in mijn schuur en die schijt alles onder. Dus… toch weer werk aan de winkel. Gelukkig hadden Joost en ik kortgeleden bij Joost in de werkplaats in Eethen drie kasten in elkaar gezet (zie foto’s). Joost had, toen we bij elkaar waren voor de weidevogels, spontaan aangeboden om bij hem kerkuilenkasten in elkaar te zetten. Die krijgen wij namelijk als bouwpakket van Brabants Landschap. Ideaal zo’n werkplaats. Super Joost! Drie kasten stonden klaar en kregen al na een week hun bestemming.

De eerste kast ging richting het Pompveld naar Bram Mol. Brams uilen waren met hun kast uit de boom gevallen (Altenatuurtje 120). Op 8 december gingen we hier binnen een kast plaatsen, met uitloop naar buiten. Alles stond klaar. Maar geen geluk… de camper die daar in de weg stond wilde niet starten. En hij moest naar buiten om de kast te kunnen plaatsen. Jammer van dit uitstel. Ik had graag deze kerkuilen een premie A woning gegeven. Toch maakte ik me nog nuttig. Lekke band bij Bram zijn vrouw. En zij moest naar haar werk. Snel naar haar ouders de familie Van Suijlekom gebracht voor een auto. Bij de Suijlekommers aan de keukentafel kom je geen praat te kort. Daar werd nu definitief besloten om geen steenuilenkast te plaatsen. De boerenzwaluwen zijn belangrijker. Later in januari heb ik de kast toch nog bij Bram geplaatst. Een kast binnen tegen achterwand met opening naar buiten (zie foto’s). Met extra steunen is dit een ideale kast om je ladder tegen te zetten tijdens de controle.

51

De volgende dag naar Jachtlaan 44 in Hank waar Robbin Klein woont. ‘s Morgens vroeg was het mistig toen ik ernaartoe reed. Zijn boerderij was vanaf de Jachtlaan niet te zien. Als je dan dichterbij komt, zie je uit de mist de boerderij tevoorschijn komen. Prachtig! (zie foto’s) Hartelijke ontvangst door Robbin. Eerst maar koffie in een ruimte waar een gezellig vuur brandde van de houtkachel (zie foto). Lekker behaaglijk warm. Voor het plaatsen van de kast even de boel doorpraten. Wel makkelijk voor mij dat hij het klimmen geen probleem vindt (zie foto’s). Toch weer een aardig klusje. Ik was de gelukkige om foto’s te maken. Robbin hing daarboven in zijn tuigje. Maar het ging voorspoedig. Wat zal de kerkuil gaan genieten in deze mooie kast! Prachtig vond ik wat Robbin zei toen ik voor het eerst met hem kennismaakte: ‘Deze kerkuil was hier eerder dan ik, dus hij mag blijven!’ Geweldig dat dit jonge stel het aandurft om deze oude boerderij onder handen te nemen en zo origineel mogelijk te herstellen.

Contact met Meeuwis. Bij hem huizen twee kerkuilen in de schuur die hun sporen duidelijk achterlaten. Ik kan goed begrijpen dat je geen uil in de werkplaats wilt hebben waar je een oude tractor opknapt. Wij kwamen tot de conclusie om deze kast achter in het voorste gedeelte te plaatsen. En zo de uil na het dichtmaken van de doorgang naar het achterste gedeelte deze kast aan te bieden. Dan moeten we wel zeker zijn dat ze ‘s avonds allebei op jacht gaan voor we de boel dichtmaken. Fijn om dit zo met Meeuwis op te lossen. Deze kast zaterdag geplaatst (zie foto’s) en de zondag erop via een wildcamera al een kerkuil op de kast. Een week later al twee uilen op de kast waarvan er eentje nieuwsgierig naar binnen keek.

Bij Kobus Kolff zat ook een kerkuil met duidelijke poepsporen. Contact met Henk van Diest gehad om hier een kast te plaatsen. Laat ik nu net weer een kast met Joost gemaakt hebben… dus gelijk boter bij de vis. Op naar Kobus. Hij zat lekker te eten. Oh, Rinus, ik plaats hem zelf wel. Ik dacht: waarom niet nu? Ladder erbij en hop naar boven met de kast (zie

52

foto’s). De kast hangt net om de hoek waar regelmatig een uil zat. Nu maar hopen dat hij de kast gaat gebruiken.

Heel mooi zo van deze vier gastgevers met ieder een kerkuilenkast met specifieke wensen voor de uil. Een kast bij Bram waar de uil wel in de kast kan maar niet in de hal. Een kast bij Meeuwis die voorlopig de uil moet verleiden, zodat hij niet verder achter de isolatieplaten kruipt. En een kast bij Robbin helemaal vrij in de schuur waar de uil van schuur en kast gebruik maakt. Ten slotte een kast bij Kobus Kolff net om hoek van de roldeur waar hij regelmatig zat. Toch wel mooi om dit samen met gastgevers te ontwikkelen en te realiseren! ✤

Contributie 2023

Het is weer tijd om de jaarlijkse contributie te voldoen. Leden die dat nog niet gedaan hebben wordt vriendelijk verzocht de contributie over te maken naar NL02 TRIO 0320 0045 54 t.n.v. Altenatuur onder vermelding van ‘Contributie 2023’ en uw naam en adres Voor een gewoon lidmaatschap is het 15 euro, een gezinslidmaatschap bedraagt 20 euro

Zoals vermeld in het vorige Altenatuurtje is het sinds kort ook mogelijk om de contributie automatisch te laten incasseren. U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website, via de knop ‘Contact’. Daar vindt u onderaan een link waarmee een formulier ingevuld kan worden. Nogmaals, automatische incasso is niet verplicht, maar wel zo gemakkelijk voor u en het wordt zeer op prijs gesteld

Hoe dan ook, hartelijk bedankt weer voor uw jaarlijkse bijdrage! ✤

Erik Gouw, penningmeester.

53
53

b o e k b e s p r e k i n g

r is leven na de groei'

Een

boek dat te denken geeft

'Een beter milieu begint bij jezelf' is een veel gehoorde slogan. Een misleidende slogan echter. Ze zorgt ervoor dat je je gaat focussen op wat jíj kunt doen, wat jouw ecologische voetafdruk is, enzovoorts. Het is echter zo goed als onmogelijk om als Nederlander níet een te grote footprint te hebben of om CO2-neutraal te leven. De enige manier om dat te bereiken is wanneer de samenleving als geheel flink verandert. Anders gezegd: ' een beter milieu begint bij een systeemverandering'.

Over systeemverandering gaat het laatste boek van Paul Schenderling, 'Er is leven na de groei' *). Het boek, geschreven in samenwerking met een groep deskundigen, gaat uit van de basisgedachte dat het huidige paradigma van voortdurende economische groei onhoudbaar is. We beginnen nu al tegen de grenzen van de draagkracht van onze planeet op te lopen, en dat zal alleen meer worden. Daarbij richten de rijken de grootste schade aan, en worden de armsten het eerst getroffen. Systeemverandering is dus dringend nodig. Eén vraag doet zich dan wel direct voor: hoe dan? Hoe kom je tot een andere, meer duurzame maatschappij-inrichting zonder dat de economie instort of er grote maatschappelijke onvrede ontstaat? Volgens zeggen van de auteur is dit het eerste boek dat concreet aangeeft hoe een transitie naar duurzaamheid daadwerkelijk kan worden ingezet.

54
54

De auteur begint direct met het uiteenzetten van zijn oplossing. Deze bewaar ik bewust voor het einde van dit artikel. Daarna schetst hij contouren van een samenleving 'voorbij de groei'. Die ziet er aanlokkelijk uit: het leven zal minder een 'rat race ' zijn, en doorgeschoten individualisme buigt om naar meer samenwerking in bijvoorbeeld coöperaties. Ook zal wat je bezit van aanmerkelijk betere kwaliteit zijn dan nu, om er langer mee te kunnen doen. Er worden hier inspirerende vergezichten getekend, ongeacht of je het eens bent met de door de auteur gewezen weg om er te komen.

Wat de auteur ook doet, en wat ik zeer inzichtgevend vind, is aangeven waarom de huidige milieu- en duurzaamheidsmaatregelen niet werken, terwijl er wel miljarden in worden gestoken. In het bijzonder bestrijdt de auteur fel de mogelijkheid van ' groene groei'. Dit is de populaire (en door grote bedrijven gepromote) gedachte dat door nieuwe technieken er economische groei mogelijk kan blijven, zonder dat de milieu- en klimaatschade meegroeit. Trefzeker wordt er afgerekend met dit idee: we moeten simpelweg mínder gaan consumeren, dat is de enige werkende optie.

Een ander kritiekpunt dat Schenderling aansnijdt is het volgende. Veel huidige maatregelen ter verduurzaming vergroten de kloof tussen arm en rijk. Subsidies, enerzijds, komen onvermijdelijk het meest terecht bij wie al welvarend zijn – denk aan subsidies op zonnepanelen of de 'Tesla-subsidie'. Heffingen op consumptie, anderzijds, zullen de armeren het hardste treffen omdat die een groter deel van hun inkomen uitgeven aan basisbehoeften. Terecht is er dus weerstand tegen een 'vleestaks' of een heffing op vakantievluchten – ze raken de armeren het hardst, terwijl juist de rijkeren het meeste vervuilen.

Hoe is dan wel de gewenste maatschappelijke transitie te bereiken? Daar zet het boek mee in en ik sluit er mee af. Volgens Schenderling is de overgang naar een ander systeem te bereiken met slechts één vrij simpele maatregel1): een progressieve belasting op consumptie, gecombineerd met een lagere belasting op arbeid. Dit zorgt ervoor dat wie het meest consumeert (en dus vervuilt en uitstoot) flink zal moeten betalen, terwijl de minder welvarenden weinig verschil zullen merken. Let wel: het gaat hier dus om een progressieve belasting op uitgaven, niet op inkomsten! Hoe milieuvriendelijker je leeft, hoe rijker je kunt zijn binnen de grenzen van je inkomen.

55
55
Paul Schenderling

deze voorgestelde maatregel zitten mijns inziens echter ke haken en ogen. Zo zal de belastingdienst flink aan de bak eten, en de afgelopen jaren geven weinig hoop dat ze zonder blemen grote veranderingen zal kunnen doorvoeren… Een er principieel probleem is dat de overheid het consumptierag van elke burger gedetailleerd zal moeten registeren. Ik ag me sterk af of je dat moet willen en of de overheid daar goed mee kan omgaan. De haalbaarheid van de geschetste oplossingsrichting betwijfel ik daarom. Gelukkig worden er in het boek ook andere opties geschetst waarmee hetzelfde doel zouden kunnen worden bereikt: een maatschappij aan de groei voorbij.

Ondanks deze kanttekeningen gooit dit boek een belangrijke steen in de vijver. Niet alleen 'het roer moet om ' – dat besef leeft inmiddels vrij breed - maar vooral 'hóe kun je het roer daadwerkelijk omgooien? In welke richtingen is het wel, en in welke níet te zoeken als je aan het huidige paradigma voorbij wilt?' Leesvoer dus voor politici, maar ook voor maatschappelijk betrokkenen met een hart voor de planeet. Want zoals Schenderling terecht aangeeft: een eerste voorwaarde is dat we het met zijn allen anders willen. Daarvoor zijn perspectieven zoals dit boek aanreikt onmisbaar en inspirerend. ✤

*) Er is leven na de groei: Hoe we onze toekomst realistisch veiligstellen. Paul Schenderling Oktober 2022 ISBN 9789083256443, 272 pag; €25

1) Voor de fijnproevers: dit idee is gebaseerd op een minder bekende gedachtegang van de Franse econoom Thomas Piketty, wiens werk de l t t j ld ijd l d ht h ft k

56
56

Plezierjacht

Zonder reden behalve vanuit je hobby wilde dieren afschieten, dat is in Nederland vast verboden – zou je zeggen. Toch is het gewoon toegestaan. In Nederland zijn vijf diersoorten vogelvrij verklaard doordat ze door de politiek op een zogenaamde wildlijst zijn gezet. Het gaat om de wilde eend, haas, fazant, houtduif en het konijn. Zij mogen in het jachtseizoen zonder opgaaf van reden, dus zonder grenzen of voorwaarden, afgeschoten worden.

Daar moeten we vandaag nog mee ophouden, want met een aantal soorten op deze lijst gaat het in Nederland helemaal niet goed.

De Dierenbescherming pleit al sinds jaar en dag voor een verbod op deze plezierjacht. Men is van mening dat het doden van wilde dieren enkel te rechtvaardigen is, als er sprake is van gevaarlijke verkeerssituaties of als dieren schade aan bijvoorbeeld dijken veroorzaken én als er al uitgebreid geprobeerd is om de dieren te verjagen zonder ze te doden. Dit valt dan onder de zogeheten ‘beheerjacht’.

Er wordt door jagers graag gepraat over het schieten van dieren vanuit de beheerjacht. De honderdduizenden dieren die worden geschoten puur voor de hobby, daar wordt liever over gezwegen. Want hoe een overgrote meerderheid van het Nederlands publiek daarover denkt, blijkt wel uit het onderzoek ‘Nederlanders en de jacht’ uit december 2018 uitgevoerd in opdracht van de Dierenbescherming door Blauw Research: plezierjacht vindt het overgrote deel van Nederland echt niet acceptabel.

57

Zaterdag 10 december, de dag van de rechten van de mens, was het in Altena koud en mistig. De temperatuur kwam niet boven nul. Na een ochtend hard werken op het Kringloopcentrum in Almkerk lag ik op de bank wat uit te rusten, slapen én soms te lezen toen ik werd opgeschrikt door een boze echtgenote. Leida werd kwaad op een jager die langs de sloot achter ons huis zat aan de rand van de akkerstrook. Een wat oudere man die vorig jaar ook op deze plek zat eind december. Over de akker kwamen vijf andere jagers op ons huis afgelopen. Een treurigstemmende drijfjacht, ook twee jonge dames leenden zich voor dit zeer onsportieve tijdverdrijf. Voor het goede begrip: Leida eet nooit vlees. Zelf wil ik incidenteel wel eens wat smokkelen bij een speciale gelegenheid met hardnekkige carnivoren bij bijvoorbeeld Kees van Japkes in Genderen of op fort Giessen. Een haas kwam over de akkerstrook naast ons huis richting de wat oudere jager afgerend. De jager kwam door ouderdom en kou traag in beweging om aan te leggen toen de haas ineens een haakse bocht maakte en over de akker richting Ruttensteeg verdween. Er werd niet geschoten en de haas ontsnapte gelukkig aan zijn belagers. Over de akkerstrook kwam een jongedame met een hond aan een opzichtig oranje touw richting ons huis gelopen. De groep jagers liep ietwat sjokkend door de zware rivierklei vlak langs ons huis over de akkerstrook naar de Hillsestraat. Onbegrijpelijk voor ons dat jagers het wilde dieren nóg lastiger willen maken in de winterse kou.

De haas is een zoogdier dat tot dezelfde familie behoort als het konijn. De jacht op deze dieren als sport is erg populair in Europa en Zuid-Amerika. Dit is een van de belangrijkste redenen waarom ze nu met uitsterven worden bedreigd. Hoewel sommige landen maatregelen hebben genomen om de sport onder controle te krijgen, blijven hazen nog te vaak het slachtoffer van een nietsontziende jacht. Ondanks het feit dat ze er bekend om staan dat ze zich snel voortplanten, is het aantal hazen

58

aanzienlijk afgenomen. Daarom moeten er stappen worden ondernomen om de invloed van de mens op hun leefomgeving te verminderen.

Het gaat dus slecht met hazen én konijnen. In het jachtseizoen (2022) mocht er nergens op konijn gejaagd worden en gold het jachtverbod voor de haas in de provincies Groningen, Limburg en Utrecht. Dat heeft minister Van der Wal van Natuur en Stikstof besloten. Ruim een jaar geleden nam de Tweede Kamer een motie aan van de Partij voor de Dieren en de SP om de jacht op het konijn en de haas helemaal te verbieden. Die soorten staan sinds 2020 op de rode lijst van bedreigde diersoorten. Leida en ik snappen samen met de Dierenbescherming niet waarom plezierjacht in Nederland nog niet is verboden. Wat geeft jagers het recht om wilde dieren, waar wij bijna dagelijks van genieten, te doden? Het is al erg genoeg dat wilde dieren gedood worden in het kader van het eufemisme ‘beheer’. De Nederlandse natuur komt namelijk steeds verder onder druk te staan. Dat daarbovenop ook nog gejaagd mag worden voor de lol zorgt voor veel onnodig leed en verstoring van onze kwetsbare natuur. Onnodig leed: niet alle dieren zijn in één keer dood, zeker niet bij de drijfjacht op hazen. Ongeveer 25% van de in Nederland verblijvende ganzen kampt met nadelige gevolgen van de jacht doordat ze zijn aan geschoten (bron: Faunabescherming).

wildlijst: fazant haas houtduif konijn wilde eend

Ons pleidooi is: laat wilde dieren zoveel mogelijk met rust, verbeter hun leefomgeving en gun roofdieren hun prooien. Schaf de wildlijst af. Als ergens serieus sprake is van schade of overlast en diervriendelijkere alternatieven niet voor handen zijn om deze te voorkomen, zijn er in de huidige wetgeving meer dan genoeg mogelijkheden om dieren te doden. ✤

Bronnen:

• Website NOS

• Dierenbescherming

59

Goed en slecht nieuws voor vissen

Onlangs werd in de Biesbosch sinds 1960 weer voor het eerst een otter gezien. Ooit verwachtte ik de terugkeer van deze viseter in het helder klare water van de Afgedamde Maas. Het water wordt daar voorbereid om als drinkwater te dienen en heeft naar verluid ‘zalmkwaliteit’. Dat leek me uiterst geschikt.

Op mijn verzoek onderzochten twee zesdeklassers hoe reëel de spontane hervestiging van de otter in de Afgedamde Maas was. Dat was in het kader van een Profielwerkstuk, een examenverplichting voor HAVO en VWO, ongeveer tien jaar geleden. Het was een fantastisch onderzoek, maar de conclusie was dat het water dan wellicht wel van voldoende kwaliteit was, maar dat de oevers en uiterwaarden onvoldoende leefgebied boden. Dat had ik bij nader inzien ook wel kunnen vermoeden: Veense Putten, Esmeer

bij Aalst, een betonfabriek en een baksteenfabriek; zo maar wat ingrepen waardoor het potentieel otter-leefgebied gemarginaliseerd is. Gelukkig is de Biesbosch ruimer bemeten en die heeft ‘ie nu gelukkig ontdekt. Het lijkt me sterk dat we last gaan krijgen van de terugkeer van dit prachtige beest: hij graaft niet in dijken, doodt geen schapen (voor zover bekend) en maakt geen burchten onder treintrajecten. Maar ja, je weet het niet. ‘De otter bliuwt in wrotter‘ was de slogan van het Friese beschermingscircus dat rond de eeuwwisseling werd opgetuigd bij de herintroductie van de destijds in ons land uitgestorven soort. Het betekent zoiets als: ‘de otter blijft een harde werker’, nou berg je maar! Voorlopig is het goede nieuws van de terugkeer van de otter alleen maar slecht nieuws voor de vissen van de Biesbosch. Ze vormen zijn hoofdmenu. Maar toch ook weer goed: als er een populatie otters in de Biesbosch ontstaat, betekent dit dat ze voldoende gezonde vis, zonder giftige stoffen, kunnen vinden.

Nog meer goed nieuws voor vissen: in het modderkruiperreservaat gelegen naast het Duyls Bos schepten ErnstJan van Haaften en ik op 1 maart voor de eerste maal vis. Het water in het reservaat is afgelopen jaar beter in contact gebracht met het

60

De Hertogmolen

buitenwater door het plaatsen van een klein watermolentje. Meerdere jaren hiervoor troffen we nooit ook maar één vis aan, de buisverbinding tussen reservaat en buitenwater functioneerde niet. Onze vangst in het reservaat was weliswaar bescheiden, drie maal op verschillende plaatsen een driedoornige stekelbaars en één maal een Kaukasische dwerggrondel.

nu pas op letten, er wordt gesproken van een ‘onopgemerkte invasie’! De Kaukasische dwerggrondel lijkt op de andere exotische grondels (marmergrondel, Pontische stroomgrondel, zwartbekgrondel en Kesslers grondel) maar is veel kleiner. Sinds de stroomgebieden van Donau en Rijn via een kanaal met elkaar verbonden zijn worden rivieren en andere wateren in ons land overspoeld met exotische soorten. Het aantal loopt al voorbij de 100 (planten, insecten, vissen, kreeftachtigen, weekdieren). Dat is dan weer slecht nieuws voor ‘onze’ vissen. Beetje het gevoel van ‘eigen vis’ eerst. Gelukkig vonden we op verschillende andere plaatsen in Den Duyl die middag naast stekelbaarzen, de Kaukasische dwerggrondel en de marmergrondel, een scala aan inheemse vissen: ruisvoorn, bittervoorn, blankvoorn, vetje,

Laatstgenoemde is een bizar minivisje (max. 5 cm groot), pas in 2020 voor het eerst in ons land geconstateerd en nu op veel plaatsen te vinden. Misschien nog op veel meer plaatsen want we gaan er

riviergrondel, pos, baars en kleine modderkruiper. En dat is dan opnieuw goed nieuws! We hopen de komende jaren op de hoofdprijs in het reservaat in Den Duyl: de grote modderkruiper. ✤

61
Kaukasische dwerggrondel in kuvet Bittervoorntjes en vetjes

Waarnemingen van 3 december 2022 t/m 31 maart

✒ doorgegeven aan Rinus

In deze rubriek staan alle waarnemingen in Altena gedaan door oplettende natuurliefhebbers. Doet u ook een bijzondere waarneming?

Geef die dan door aan Rinus via 06-48638377 of mlpunt@hetnet.nl.

Datum

Waarneming

Plaats en waarnemer

3 dec. 10 patrijzen Dussen, Hoek Ruttensteeg, Rinus Punt

14 patrijzen Meeuwen, Meeuwensedijk, Rinus Punt

5 dec. 1 roodborsttapuit

6 ransuilen Genderen, wandelpad, Rinus Punt

14 dec. 7 ransuilen Genderen, Jeffrey Bouman

15 dec. 1 waterral Andel, Andelse Sluis, Sjaak Schreuders

16 dec. 13 patrijzen

18-19 dec. 7 patrijzen

Eethen, Nieuwe Steeg, Hans en Greet Wijkniet

Uppel, in de tuin, Ieta Verschoor

19 dec 5 patrijzen Meeuwen, omgeving molen, Rinus Punt

4 patrijzen Eethen, Langen Bruggert, Rinus Punt

27 dec. 1 ijsvogel Sleeuwijk, Munnikendreef, Gert-Jan en Greet Boer

29 dec. 4 goudhaantjes Giessen, Struikwaard, Wim Smits

1 jan. 1 rode wouw Woudrichem, overvliegend, Arie van den Herik

2 jan 11 patrijzen Genderen, Hoofdstraat, Hans Thur

10 patrijzen Wijk en Aalburg, Klaverplak, Hans Thur

3 jan. 5 patrijzen Babyloniënbroek, Hillsestraat, Gert-Jan en Greet Boer

9 jan. 7 patrijzen Dussen, Goepoortsesteeg, Rinus Punt

14 jan. 3 grote zaagbekken Andel, op de Afgedamde Maas, Cees van Andel

20 jan 150 kramsvogels

10 staartmezen

1 zanglijster Veen, in de tuin, Cobi Schreuders

21 jan. 1 goudvink (roepend) Werkendam, Peter Verhelst

22 jan. 120 kieviten Genderen, uiterwaarden, Henk Kraaijkamp

25 jan 8 staartmezen Rijswijk, in de voortuin, Sylvia v d Horst-Blom

2 febr. 8 patrijzen Dussen, Nieuwe Steeg, Jeffrey Bouman

10 staartmezen Drongelen, in de tuin, Jopke en Nico van Mersbergen

7 febr. 4 staartmezen Dussen, in de voortuin, Jeanette Pollema

8 febr. 2 patrijzen (paartje) Hank, Peerenboom, Rinus Punt

62
62

Datum Waarneming Plaats en waarnemer

12 febr. wulpen (roepend) Genderen, uiterwaarden, Hans Thur en Henk Kraaijkamp

14 febr. 1 patrijs Dussen, op het erf, Meeuwis Millenaar

17 febr. 1 zwarte roodstaart Giessen, in de tuin, Wim Smits

19 febr. 1 sneeuwgans

21 febr. 1 kolgans

Nabij Heusdense brug, in de uiterwaarden, Emiel Vos

Drongelen, Bergsche Maas, Jopke van Mersbergen

3 paartjes patrijzen Babyloniënbroek, Finn en Sil met opa Punt

26 febr. 1 scholekster Uppel, in de tuin, Ieta Verschoor

28 febr. 2 scholeksters Rijswijk, Doornse Weg, Margreet Elsing

4 mrt 2 scholeksters Sleeuwijk, Nieuwe Roef, Margreet Elsing

10 mrt. 2 patrijzen (paartje) Genderen, Elsdijk

11 mrt. 7 lepelaars Drongelen, overvliegend, Jopke van Mersbergen

2 gele kwikstaarten Wijk en Aalburg, in de tuin, Petra Furster

2 patrijzen (paartje) Wijk en Aalburg, Zwaansheuvel, Hans Thur

16 mrt 2 patrijzen (paartje) Wijk en Aalburg, Dodesteeg, Hans Thur

17 mrt. 2 patrijzen (paartje) Genderen, Buitenstraat, Hans Thur

19 mrt. 1 gehakkelde aurelia Meeuwen, in de tuin, Cees de Gast

22 mrt. 5 fazanten Genderen, Brabant Water, (haan, 4 hennen) Cris en Ankie Treffers

24 mrt 1 zwarte roodstaart Genderen, in de tuin, Jeffrey Bouman

1 roodborsttapuit Giessen, Struikwaard, Erwin Klompenbouwer en Rinus Punt

1 zwartborstlijster Genderen, omgeving Spar, Hans Blijenberg

29 mrt. 2 patrijzen Oudendijk, Middelvaart, Wini Verhagen van Andel

31 mrt 2 patrijzen Werkendam, in de tuin, Lilian Pruisen

Bedankt voor het melden, ik blijf op mijn post om nieuwe waarnemingen te noteren!

Met vriendelijke groet, Rinus. ✤

63
63

Fermentatie

De zee biedt ons kansen om uit zeewier voedsel te produceren. Enkele jaren geleden nog een mooi idee, maar nu bevinden zich al de eerste zeewierboerderijen op de Noordzee. Ze zijn nog klein: op halve hectares doen wetenschappers kleinschalig onderzoek, om straks de hele wereld van genoeg eiwitten en andere belangrijke voedingsstoffen te kunnen voorzien. Ik schreef al vaker over alternatieve wijzen van voedsel produceren. In dit artikel sta ik stil bij ‘fermentatie’.

In zijn meest recente boek Regenesis neemt de Britse zoöloog, journalist, activist en Guardian-columnist George Monbiot de moderne landbouwindustrie op de korrel. En hij komt met een alternatief: fermentatie. ‘Het probleem bij landbouw,’ vertelt Monbiot, ‘is dat bijna niemand de sommetjes maakt, en dat terwijl alles draait om landgebruik…’

Als het om landgebruik gaat, staat vee met stip op één. Koeien en schapen zijn de SUV’s onder de boerderijdieren. Voor honderd gram eiwit uit runderen is maar liefst 146 vierkante meter land nodig terwijl bijvoorbeeld de erwt slechts 3,4 vierkante meter per ons claimt. De realiteit is volgens Monbiot dat extensieve veeteelt nauwelijks calorieën oplevert.

64
George Monbiot

Zijn mening wordt bevestigd in een interview (Vrij Nederland #11 2022) met akkerbouwer en onderzoeker Meino Smit: “De Nederlandse landbouw gebruikt geweldig veel fossiele energie, vervoer, kunstmest en grond en dat staat in geen verhouding tot wat het oplevert.” Volgens hem moeten we investeren in een duurzaam landbouwsysteem met weinig emissies.

In zijn boek draagt Monbiot fermentatie aan als oplossing. Of nauwkeuriger geformuleerd: precisie-fermentatie. Dit is een geavanceerde vorm van brouwen waarbij micro-organismen (bacteriën, schimmels of gisten) moleculen maken die in niets te onderscheiden zijn van hun dierlijke of plantaardige equivalenten.

Palmolie? Geen probleem. Melk? Makkie. Vanille, insuline, stremsel? Maken we allang met precisiefermentatie!

Op praktisch ieder terrein verslaat fermentatie de veeteelt. Door eiwitten en vetten te maken via micro-organismen en niet via de enorme omweg van dieren, is er minstens tien keer minder land nodig, komen er tien keer minder broeikasgassen vrij en is er twintig keer minder water nodig. In haar meest spectaculaire vorm kan fermenteren zelfs helemaal losgekoppeld worden van akkers en fotosynthese. De enige ingrediënten zijn dan elektriciteit en lucht. Met elektriciteit kan waterstof worden gemaakt (of methanol) die door bacteriën wordt opgegeten. Als we op deze manier onze eiwitten gaan produceren, is er ruim 100.000 keer minder land nodig voor de huidige eiwitten. Monbiot: ‘Fotosynthese is fantastisch om natuurlijke ecosystemen mee te bouwen. Maar het is enorm inefficiënt om eten mee te maken. We kunnen die efficiëntie met gemak verslaan en zo onze impact op aarde drastisch verminderen.’ Volgens hem ‘zal het niet lang meer duren voordat gefermenteerde eiwitten goedkoper zullen worden dan vlees en zuivel’. Efficiëntie is niet het enige voordeel van voedselproductie middels fermentatie. Ons huidige voedselsysteem is fragiel. Omdat fotosynthese aan de basis van de voedselpiramide staat, pakt een periode met bijvoorbeeld minder zonlicht desastreus uit dankzij

65
Meino Smit

tegenvallende oogsten. Door onze voedselproductie deels los te koppelen van zonlicht, sluiten we een soort verzekeringspolis af tegen catastrofen. Deze verlaagde afhankelijkheid van de landbouw lijkt me vanuit risicomanagement-perspectief toe te juichen. In de huidige stikstofdiscussie lees en hoor ik regelmatig ‘zonder boeren geen voedsel’. Dit klopt niet helemaal en de vraag is over wat voor boeren we het dan hebben als we de aarde een beetje fatsoenlijk willen achterlaten voor de generaties na ons. De huidige veeteelt is veel te belastend voor de aarde en zal dus voor een deel moeten worden afgebouwd. Fermentatie, boekweit, kweekvlees, zeewier en andere oplossingen zijn prima alternatieven voor de huidige veeteelt. Problemen met de voedselvoorziening hebben vaak economische achtergronden en zijn hoofdzakelijk een verdelingsvraagstuk. Voorraden worden bijvoorbeeld vastgehouden tot de prijs hoog is en liggen daardoor soms zelfs te verrotten in de havens.

Terwijl we de intensieve veehouderij op een voor de boer verantwoorde wijze verduurzamen, moeten we wat mij betreft goed nadenken over alternatieven voor vlees en zuivel. Alleen op die manier kunnen we de generaties na ons een leefbare aarde nalaten waar welzijn belangrijker is dan economisch gewin met private rijkdom en publieke armoede. ✤

Bewerking interview met George Monbiot over Fermentatie. Vrij Nederland #01 2023.

De Vergister: Thuisbasis van biljoenen productieve

De eiwitproducerende eigenschappen van de pens zonder het 'chassis' van de koe

66
mocroben gist cultuur Pichia Pastoris DNA Design

Stikstof

De laatste jaren gaat het heel veel over stikstof. Dat het de natuur verziekt, dat het goed voor de groei van gewassen is, dat het vooral van koeien komt, dat het verkeer en de bouw te veel stikstof uitstoten. Maar wat is het nou eigenlijk en wanneer is het goed en wanneer slecht? Daarom maar wat basiskennis bij elkaar gezet. Uit Wikipedia, Voedselbosrand en de laatste winteruitgave van Brabants Landschap. Jammer is dat het geen eenvoudige zaak is om het te beschrijven. Er vinden zeer complexe processen plaats. Om die reden gebruik ik vooral de samenvattende tekst uit het blad van Brabants Landschap nummer 216.

De allerbeste en eigenlijk de enige duurzame maatregel om de problemen met stikstof op te lossen is de uitstoot van industrie, verkeer en landbouw te verminderen. Op 2 maart heeft de provincie bekend gemaakt geen vergunningen meer te geven voor activiteiten die stikstofeffecten hebben op Natura 2000-gebieden. Uit natuurdoelanalyses blijkt dat de natuur in de Brabantse Natura 2000-gebieden de afgelopen jaren nóg verder is verslechterd. Wanneer er weer wel wat mag is onduidelijk.

67
N2

Stikstof is een scheikundig element met N als symbool. Lucht bestaat voor 78% uit stikstofgas en voor 21% uit zuurstofgas.

koolstofdioxideargon overige (CO2)

zuurstof

stikstof

Het heet stikstof omdat dieren doodgingen als ze 100% stikstof toegediend kregen. Voor alle levende dieren en dus ook mensen is lucht met stikstof en zuurstof in de goede verhoudingen cruciaal om te kunnen ademen en te kunnen leven. Er bestaan verschillende stikstofverbindingen. Bijvoorbeeld luchtstikstof, ammonium, nitraat, ammoniak en stikstofoxiden. Het komt ook op verschillende plekken voor. In de lucht, in de bodem en in het water. Het probleem zit in de reactieve stikstof, die gaat chemische reacties aan met andere stoffen.

In de bodem is stikstof (nitraat) cruciaal voor de groei van planten. Daarmee kunnen ze eiwitten bouwen. Bacteriën in de grond zijn in staat om stikstof uit de lucht in de bodem vast te leggen. Biologische afbraak van organisch materiaal zorgt ook voor het vrijkomen van nitraat in de

bodem.

Al miljoenen jaren draait de stikstofkringloop op Aarde. De laatste tientallen jaren werden er echter veel te veel stikstofverbindingen uitgestoten waardoor vooral de bodem en het water te veel vervuild zijn. Stikstof is niet giftig! Een teveel ervan zorgt wel voor problemen. Sinds enkele jaren neemt de overheid de gevolgen van stikstof voor natuur en onze leefomgeving serieus. Boeren weten er alles van maar zij worden nu wel plotsklaps in hun bestaan bedreigd. Dat geeft stress en protest.

Verzuring en stikstofproblemen zijn niet nieuw. In de tweede helft van de vorige eeuw was er ook al grote bomensterfte in Europa. We hadden toen last van ‘zure regen’, vooral veroorzaakt door zwavelzuur in lucht

en bodem door energiecentrales, raffinaderijen en verkeer. Er zijn toen bijvoorbeeld katalysatoren in auto’s verplicht gesteld. Nu veroorzaakt vooral stikstof de problemen. Bepaalde stikstofverbindingen zijn

68

het probleem. Stikstofoxiden (NOx) komen vooral vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen. De belangrijkste bronnen van stikstofoxiden zijn het verkeer, energiecentrales en de industrie.

Ammoniak (NH3) komt vooral uit de landbouw, maar ook het verkeer en mensen produceren ammoniak.

Twee problemen voor de natuur Vermesting en verzuring. Vermesting betekent dat stikstofminnende planten als bramen, brandnetels en het grijs kronkelsteeltje (een mos-soort) snel en veel groeien. Zij verdringen daardoor bijzondere planten als bijvoorbeeld orchideeën en door een aaneengesloten mostapijt groeien de stuifzanden dicht. Het voedselweb gaat slechter functioneren omdat ook het voorkomen van insecten verandert.

Door stikstof verzuurt de bodem zeer snel. Door deze verzuring verweert de bodem zeer veel sneller. Mineralen raken los en daardoor spoelen zij uit

met het regenwater. Planten en bomen kunnen dan niet meer de hoogstnoodzakelijke mineralen bereiken met hun wortels. Er komen daardoor steeds minder voedingsstoffen ter beschikking. Als planten onvoldoende mineralen kunnen opnemen en door te veel stikstof andere eiwitten maken verandert de samenstelling van het blad. Bladetende insecten zullen daardoor verzwakken en dit heeft weer een effect op de hele voedselketen. Vogels, kleine zoogdieren en uiteindelijk roofdieren zullen tekorten aan essentiële eiwitten krijgen. Huisjesslakken verdwijnen, koolmezen vinden onvoldoende kalk voor de schaal van hun eieren. De laatste jaren worden jonge koolmezen met gebroken pootjes gevonden. De sperwer heeft het ook zwaar omdat hij juist graag koolmezen en mussen eet. Al deze effecten van verzuring treden vooral op zandgronden op. Ook de verruiging van vegetaties door vermesting is sterker op zandgronden dan op de klei.

69

Stikstof heeft ook een groot effect op bomen. Vooral op armere (zand) bodems zijn bomen afhankelijk van schimmeldraden die rondom de dunste wortels van de bomen zitten. Wederzijds geven ze elkaar voedsel. De mycorrhiza schimmels kunnen niet goed tegen zure bodems. Je krijgt dan kwijnende en dode bomen. De verzwakte bomen zijn weer extra gevoelig voor droogte en insectenvraat. In Brabant sterven fijnspar, lariks en eik. Er treedt geen verjonging meer op in het bos.

is kampioen stikstof uitstoten. Het stikstofprobleem in Nederland wordt veroorzaakt door stikstofoxiden en ammoniak, staat in dit rapport. De ammoniak komt voor het overgrote deel uit mest in de veeteelt. Runderen en varkens leveren hierbij de grootste bijdrage. Stikstofoxiden komen vooral vrij uit het wegverkeer (vooral van dieselmotoren) en van de industrie.

Oplossingen

Bosplanten als bosanemoon, salomonszegel en gevlekte aronskelk zijn zo goed als verdwenen. Heidevelden veranderen in grasvelden omdat de meststoffen uit de lucht de grasgroei bevorderen waardoor heide wordt weggeconcurreerd.

In 2019 heeft TNO op verzoek van de kamer een Factsheet over de uitstoot van stikstof in Nederland en in andere Europese landen gemaakt. Nederland

De uitstoot van stikstof door landbouw, industrie en verkeer moet drastisch naar beneden. Vervolgens kunnen verzuurde en vermeste bodems worden verbeterd door deze af te plaggen, steenmeel (met mineralen) te strooien, andere bomen te planten. Vermindering van uitstoot van stikstof door veeteelt kan worden bevorderd door omschakeling naar een minder intensieve en meer circulaire landbouw. Er moet wel economisch perspectief zijn. Bij lagere productie moet de prijs omhoog en meer zorg voor landschap en biodiversiteit moeten voldoende inkomsten opleveren. Het zou wel eens

70
opname met Micorrhiza opname zonder Micorrhiza

kunnen dat daarvoor juist méér boeren nodig zijn, in plaats van minder! De bouw kan veel meer met biomassa (hout, vlas, hennep, lisdodden, enz.) gaan bouwen. Boeren kunnen deze gewassen verbouwen. De

industrie zal de uitstoot fors moeten verminderen of verhuizen naar plekken op de aarde waar hun bedrijfsvoering duurzamer kan plaatsvinden. Denk voor de staalindustrie bijvoorbeeld aan het opwekken van schone elektriciteit met zon en wind waarmee waterstof kan worden geproduceerd om voldoende warmte te produceren. Dicht bij de evenaar dus.

Altenatuur zoekt graag verder met boeren, landschapsorganisaties en de gemeente naar concrete oplossingen. De stikstofoverlast in Altena is beperkt omdat we overwegend kleibodems hebben en veel grondgebonden veeteelt. Op het eiland Altena zijn er al boeren die experimenteren. Denk aan Josien Boll en Jacco Wink in Wijk en Aalburg die voor hun koeien een stalvloer hebben

ontworpen waardoor pies en poep gescheiden worden. Dat levert veel minder ammoniakuitstoot op. Of Jan en Willem Groenenberg in de Oostwaard die dit ook hebben toegepast. Als biologische akkerboeren hebben ze een veeteeltbedrijf toegevoegd om aan voldoende droge mest te komen. Christian van Winden heeft samen met zijn zus in Almkerk gekozen voor een grondgebonden melkveebedrijf met kleinere maar robuustere koeien. Grondgebonden betekent dat zij zelf al het benodigde voer verbouwen of laten groeien. Behoud van de natuur is namelijk niet alleen van levensbelang voor flora en fauna maar zeker ook voor de mens. Voorwaarde is dat we de boeren meer betalen voor hun andere manier van werken. ✤

71
Boeren Saskia en Christian in Almkerk

2023 - Jaar van de scholekster

✒ Jan van Haaften

Na de opmaak van dit Altenatuurtje had ik deze bladzijde nog over. Een mooie kans om - op de valreep - nog de oproep van Vogelbescherming Nederland en SOVON mee te nemen. Ze hebben 2023 uitgeroepen tot 'Jaar van de scholekster' omdat het niet goed gaat met deze prachtige vogel. Lees hierna de oproep die in het blad Vogels van Vogelbesccherming staat.

In 2023 organiseren Vogelbescherming en SOVON het jaar van de scholekster, want het gaat niet goed met deze soort in Nederland. Daarmee lijkt de geliefde tepiet-roeper op de grutto en de kievit, maar vergeleken met die weidevogels heeft de scholekster nog een probleem. Hij maakt daarom zeker kans op de droeve titel 'Nationale Pechvogel'. Naast weidevogel zijn scholeksters immers ook wadvogel en in toenemende mate ook stadsvogel. Maar ook daar hebben ze te maken met bedreigingen. Hoewel hiernaar al onderzoek is gedaan, weten we nog steeds te weinig over de uitbreiding naar de stad en het broedsucces in de stad en het landelijk gebied. We nodigen beschermers uit om mee te doen aan onderzoek naar de scholekster. Maar ook als je 'ongeschoold' bent kun je soms helpen!

Op de hierna genoemde website van SOVON is te lezen wat je allemaal kunt doen.

• Je kunt als natuurliefhebber een vogel doorgeven als je die ziet.

• De weidevogelbeschermers kunnen nesten en pullen melden.

• Fotografen kunnen de geringde scholeksters doorgeven.

•Tot slot zijn er nog tips voor een betere leefomgeving voor de scholekster.

https://sovon.nl/tellen/ telprojecten/jaar-van-descholekster ✤

72

d e a c t i v i t e i t e n a g e n d a

PROGRAMMA VOORJAAR/ZOMER 2023

Activiteiten worden vooraf aangekondigd in de streekbladen. Let ook op de website en op Facebook voor eventuele wijzigingen: www.altenatuur.nl. Noteer de data alvast in uw agenda!

Zaterdag 20 mei:

Verzamelen om 6.00 uur op parkeerterrein bij Fort Giessen

Vroege vogelwandeling rond Fort Giessen en Almbos

Het voorjaar kun je in heel Altena ‘proeven’: buitelende kieviten boven de akkers, slootkanten vol speenkruid, natte grasveldjes met pinksterbloem en kikkerdril in de slootjes. In mei is het hartje voorjaar: alle zomervogels zijn terug en de wilde flora is op zijn mooist. We gaan heel vroeg op pad want in de ochtendschemer breekt er een kakofonie aan vogelzang los in het Almbos en als dat voorbij is gaat de aandacht uit naar wat er groeit en bloeit. Kom dit meebeleven!

Rond 10.00 uur eindigt de wandeling. Bepaal zelf aan de hand van de weersverwachting uw kleding en schoeisel.

Zaterdag 10 juni:

Plaats: Fort Giessen is open van 13.00 – 17.00 uur

Slootjesdag op Fort Giessen - Zoektocht in de natuur onder water In het kader van de landelijke slootjesdagen voor jong en oud die de IVN jaarlijks organiseert, gaan we deze middag beestjes vangen in de sloten die om het fort heen liggen. Om 13.30; 14.30; 15.30 en 16.30 uur gaat een gids met een groep kinderen op pad Als er genoeg bijzondere diertjes zijn geschept gaan we ze op het fort bekijken en op naam brengen. Ga op onderzoek uit, gewapend met schepnet, waterbak en loeppot!

Natuurlijk kun je ook wandelen over het fortterrein en door de fortgebouwen, de openstelling is van 13.00 – 17.00 uur. Deelname en toegang is gratis, aanmelden niet nodig.

73
73

Vrijdag 25 augustus:

(aanmelden tot 24-08, 20.00 uur via altenatuur@gmail.com)

Plaats: Fort Giessen is open vanaf 19.30 uur, aanvang 19.45 uur

Nacht van de vleermuis

In het laatste weekend van augustus wordt jaarlijks de Europese Nacht van de Vleermuis georganiseerd. Door heel Nederland worden er activiteiten zoals vleermuisexcursies met batdetector georganiseerd voor volwassenen en kinderen. Altenatuur doet ook mee. We starten met een presentatie over vleermuizen in het Fort waarin naast algemene informatie ook de resultaten van de vleermuizeninventarisaties in onze streek worden toegelicht. Na de presentatie maken we, als het goed donker is, een rondje om het Fort met een batdetector om te ‘luisteren’ welke soorten er vliegen.

Aanmelden kan tot donderdag 24 augustus 20.00 uur

Zaterdag 9 september:

Openstelling Fort Giessen op Monumentendag van 10.00 uur tot 17.00 uur Activiteiten en rondleidingen

Fort hele dag open voor jong en oud Archeo en Altenatuur presenteren zich in verschillende stands, er zijn meerdere rondleidingen met gidsen maar je mag ook zelf het fort verkennen. Uiteraard kunt u ook terecht voor een hapje en een drankje. U bent welkom op het Fort!

Zaterdag 16 september:

Plaats: Fort Giessen vanaf 20.30 uur Nationale Nachtvlindernacht

Altenatuur doet dit jaar weer mee aan de Nationale NachtvlinderNacht (NNN). Door jaarlijks op het Fort te tellen hebben we inmiddels een aardig beeld van wat hier voorkomt aan nachtvlinders Al meer dan 200 soorten staan op de lijst! Komt u meekijken welke prachtige soorten nachtvlinders er deze keer op het laken vallen? We beginnen om 20.30 uur dan begint het een beetje donker te worden

74

Afhankelijk van de aantallen vlinders die door onze lampen worden aangetrokken, wat afhangt van het weer, gaan we door tot een uur of twaalf. U bent tussen 20.30 uur tot 23.30 uur van harte welkom om mee te kijken, ook al is het maar voor een kwartiertje. De vlinders worden gedetermineerd en geadministreerd en vervolgens weer losgelaten.

Woensdag 20 september:

Plaats: Gereformeerde kerk Vrijgemaakt in Waardhuizen, aanvang 19.30 uur Viering 25 jarig bestaan Weidevogelbescherming Altenatuur

In verband met het 25 jarig bestaan van de weidevogelbescherming Altenatuur wordt een feestelijke avond georganiseerd. Er zal onder andere een interessante lezing over de wulp zijn en een lezing over het onderzoek naar broedsucces bij kieviten waarvoor in ons gebied kieviten werden gezenderd Natuurlijk is er ook aandacht voor de betekenis van 25 jaar weidevogelbescherming. Een gevarieerd programma om dit bijzondere jubileum te vieren. Nadere informatie volgt tezijnertijd.

PROGRAMMA NAJAAR 2023

Vooraankondigingen:

In oktober en november hopen we weer twee lezingen te organiseren waarover u later wordt geïnformeerd.

Er zijn plannen om rond de Nacht van de Nacht (28 oktober) een cursus Sterrenkunde (2 avonden ) te organiseren. Let u op nieuwsbrieven of andere communicatie vanuit de vereniging

Zaterdag 4 november:

Vooraankondiging Landelijke Natuurwerkdag 2023

Ook dit jaar doet Altenatuur weer mee aan de Natuurwerkdag. Informatie is vanaf september beschikbaar op de landelijke site www.natuurwerkdag.nl (zoek onder provincie Noord-Brabant de locatie in het Land van Heusden en Altena). Op deze site kunt u zich tevens aanmelden Ook kunt u kijken op www. altenatuur.nl voor meer informatie. ✤

75
75
76 Opgewekt Nederland (en ook in Altena) ✔ Al 3 jaar de energieleverancier ✔ Zónder winstoogmerk Pak uw verbruiksgegevens erbij en vergelijk op www.altenanieuweenergie.nl Ga mee om! Kies de groenste energie! Ga mee Kies de groenste energie! Kies de groenste energie! Ga mee om! Altenatuur jaaroverzicht 2022 en begroting 2023 Altenatuur balans per 31 december 2022 ALTENATUUR BALANS PER 31 DECEMBER 2022 2021 2022 2021 2022 Kas 133,00 € 133,00 € Crediteuren - € - € Rabobank (Strokenteelt) 16.445,00 € - € Reserve Natuurgebieden 28.500,00 € - € Triodos (Altenatuur 54.182,00 € 60.672,00 € Reserve initiatieven duurzaamheid 15.000,00 € - € Debiteuren 500,00 € 5.000,00 € Eigen vermogen 18.715,00 € 62.042,00 € Lening Campus 10.400,00 € 9.900,00 € Batig saldo Forteducatie 3.000,00 € 3.000,00 € Batig Saldo Strokenteelt / Patrijzenmeel 16.445,00 € 10.663,00 € Totaal 81.660,00 € 75.705,00 € Totaal 81.660,00 € 75.705,00 € Campus lening wordt in 20 jaar afgelost en we ontvangen 4% rente.

N I E U W E M E U B E L E N ?

G R O T E S C H O O N M A A K ?

O P R U I M E N ?

V E R H U I Z E N ?

B e l m a a n d a g t / m v r i j d a g

v a n 9 t o t 1 2 u u r

h e t K r i n g l o o p c e n t r u m

v o o r h e t o p h a l e n v a n a l u w

b r u i k b a r e s p u l l e n !

B A N K J E N O D I G ?

O F E E N L E U K E B L O U S E ?

O F S E R V I E S G O E D ?

O F D A T E N E B O E K ?

B e z o e k d e K r i n g l o o p w i n k e l

o p d e h o e k v a n d e

K e r k s t r a a t e n d e

W o u d r i c h e m s e w e g

i n A l m k e r k !

77
OPENINGSTIJDEN KRINGLOOPCENTRUM winkel afgeven bruikbare goederen maandag 13.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uur dinsdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uur woensdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uur donderdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uur vrijdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uur zaterdag 09.00 - 16.00 uur 09.00 - 16.00 uur K r i n g l o o p c e n t r u m A l t e n a Héél divers! ● Inzameling bruikbare goederen ● Verkoop bruikbare goederen ● Educatie & Voorlichting ● Recycling Kerkstraat 1, 4286 BA Almkerk. tel. 0183-403080 www.kringloopcentrumaltena.nl 77

Werkgroepen

Het doel van Altenatuur

• De mooie flora en fauna in het rijkgeschakeerde landschap van Altena in beeld, en onder de aandacht van de inwoners te brengen.

• De bestaande milieukwaliteit en voorkomende biodiversiteit in Altena te behouden en waar mogelijk te verbeteren.

• Bijdragen aan besef dat wij als inwoners verantwoordelijk zijn voor een gezonde leefomgeving en rijke biodiversiteit, voor nu en de toekomst

Voor contact:

• Beheercommissie Jaap van Diggelen, Almkerk 0183-402034 natuurgebieden

• Gastlessen op basisscholen Henk van Diest, Sleeuwijk. altenatuurgastlessen@gmail.com

• Natuurinclusief Altena Roel Wigman, Sleeuwijk. natuurinclusiefaltena@gmail.com

• Milieu en Klimaat Goof van Vliet, Woudrichem. 06-28703838

• Plantenwerkgroep Margo van Beem, Babyloniënbroek. 06-55772591

• Voedselbossen Altena Wijnand Veth, Nieuwendijk 06-83083579 of voedselbossenaltena@gmail com

• Vogelwerkgroep Arie van den Herik, Woudrichem. 0183-304193

• Weidevogelbescherming Marga Oerlemans, Wijk en Aalburg. 06-20548893

• Zoogdierwerkgroep Jan van Haaften, Sleeuwijk. 06-49904862

Altenatuur is betrokken bij:

• Altena Nieuwe Energie www altenanieuweenergie nl

• Kringloopcentrum Altena www kringloopcentrumaltena nl

• F

Act

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.