
6 minute read
Carbon farming in Altena
✒ Erik Gouw
In december las ik een artikel over het project ‘Carbon farming’ in Altena en daar werd ik heel enthousiast van! Boeren kunnen bepaalde maatregelen nemen op hun land waardoor de hoeveelheid organische stof, dus koolstof, in de bodem wordt verhoogd. Voor elke ton CO2 die uit de atmosfeer gehaald wordt en vastgelegd wordt in de bodem krijgen ze een bepaalde vergoeding. Deze vergoeding wordt betaald door lokale bedrijven die de CO2-uitstoot die ze (nog) niet kunnen vermijden hiermee kunnen compenseren.
Advertisement
Sommigen van u zullen denken, ‘dat is toch greenwashing?’. Maar dat vind ik niet. Eén van de deelnemende bedrijven die hun CO2-uitstoot wil compenseren is Hakkers uit Werkendam. Zij zijn al jaren bezig met het omlaagbrengen van hun uitstoot, bijvoorbeeld door het massaal leggen van zonnepanelen op hun gebouwen en het elektrificeren van allerlei machines zoals heftrucks. Natuurlijk is het vermijden van uitstoot altijd beter, maar dat is simpelweg nog niet altijd mogelijk, met name bij bedrijven die met zware voertuigen zoals schepen werken.
Ik wilde er meer van weten en dacht dat dit een goed onderwerp was voor een lezing samen met de Agrarische Natuurvereniging en de ZLTO. Hier komt namelijk van alles samen: minder CO2 in de atmosfeer, een gezondere bodem en een aanvullend verdienmodel(letje) voor de boer. Alle betrokken partijen waren enthousiast en zo vond op donderdag 16 maart een lezing plaats in de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Waardhuizen. De opkomst was groot (te groot voor het fort): uiteindelijk waren er 85 belangstellenden, een gemêleerd publiek van natuurbeschermers en een stuk of 30 boeren. Een groot gedeelte daarvan waren jonge boeren en dat was echt bemoedigend om te zien.
Wat is Carbon Farming?
Doel: CO2 verwijderen uit de lucht en vastleggen in bodem of biomassa door verhoging organische stofgehalte.
1. Maximaliseren van fotosynthese via het gewas en groenbemesters (veel biomassa) en aanvoer via bemesting.
2. Minimaliseren verlies van koolstofDoor maximale bodembedekking en minimale grondbewerking.
Marjon Krol van het ZLTO beet het spits af en zij vertelde hoe het Carbon farming project is ontstaan en hoe het precies werkt. Deelnemende boeren kunnen kiezen uit de hiernaast staande maatregelen om de hoeveelheid organische stof in de bodem te verhogen.
Naast CO2 vastleggen heeft Carbon farming extra voordelen:
• Bodems met meer organische stof bevatten meer bodemleven.
• Door de organische stof kan vocht beter opgenomen en vastgehouden worden.
• Dit maakt de grond beter bestand tegen weersextremen: overvloedige regen of periodes met droogte.
• Meer bodemleven zorgt voor meer biodiversiteit, ook boven de grond!

Hoe werkt het programma?
• ZLTO berekent koolstofvastlegging met bodemmodel (BodemCoolstof tool WUR).
• Deelnemers passen hun landbouwpraktijk aan waardoor ze meer CO₂ opslaan.
• Bij de berekening worden nationale standaarden (Stichting Nationale Koolstofmarkt) gebruikt.
• ZLTO verbindt partijen met klimaatdoelstelling met ‘koolstofboeren’.
• ZLTO zorgt voor monitoring en rapportage.
En hoe zit het met de financiën?
Het compenseren van 1 ton CO2 kost 140 euro. Hiervan gaat:
• 100 euro naar de boer, waarvan 70 euro jaarlijks vast o.b.v. inspanning en 30 euro na 5 jaar op basis van het resultaat.
• 40 euro voor de organisatie, monitoring en rapportage.
In Altena doen vijf boeren mee en met elkaar leggen zij in 5 jaar 200 ton CO2 vast per jaar. 64 ton hiervan is ‘verkocht’ aan Hakkers en IVECO Schouten, dus er is nog 134 ton beschikbaar. Mocht u een bedrijf hebben, of bij een bedrijf werken dat hiermee bezig is, men zoekt nog afnemers!
De koolstofboeren in Altena zijn:
• VOF Vermuë en Kivits te Hank
• De Graaf VOF te Nieuwendijk
• Landbouwbedrijf van der Schans te Drongelen
• Landbouwbedrijf Straver te Almkerk
• Fa. Wink & Boll te Wijk en Aalburg

Na de toelichting van Marjon was het tijd om te horen hoe het in de praktijk gaat en daarvoor was akkerbouwer Arjan de Graaf uitgenodigd. Op zijn boerderij nabij Nieuwendijk doet hij op 7 percelen met een oppervlakte van 42 hectare mee aan dit project. Hij is hier niet alleen akkerbouwer, maar heeft ook een paardenpension. Zijn teeltplan bestaat voornamelijk uit aardappels, uien, wintertarwe, sperziebonen, vezelvlas, graszaad en suikerbieten.
Arjan is al jaren bezig om de organische stof in zijn bodem te verhogen en is daar niet mee begonnen vanwege dit project. Hij ziet het als voorwaarde om zijn bodem gezond en watervasthoudend te houden/krijgen. De maatregelen die hij neemt komen grofweg neer op het volgende:
• Meer rustgewassen in het teeltplan; dit zijn gewassen zoals graan, vlas en groenbemesters.
• Ruimere rotatie; dit heeft dus te maken met het eerste punt, dus hij is met bijvoorbeeld aardappelen van 1-op-3 naar 1-op-4 gegaan. Dat betekent dat hij maar eens in de 4 jaar eenzelfde gewas verbouwt op een perceel i.p.v. eens per 3 jaar.
• Meer (vaste) organische mest, compost e.d.; het is belangrijk om veel vaste mest of compost toe te voegen ter compensatie van de stoffen die worden opgenomen door de gewassen. Hij gebruikt hiervoor o.a. zijn eigen vaste paardenmest, maar ook drijfmest
• Groenbemesters zaaien; dit zijn gewassen die na de hoofdteelt worden ingezaaid en als doel hebben de grond te verrijken met koolstof en stikstof. Groenbemesters worden vaak niet geoogst. Een voorbeeld is klaver.
Arjans conclusie is dat het verhogen van de organische stof echt een uitdaging is en een project van de lange adem, een procent erbij duurt jaren. Organische mest is veel bewerkelijker en je hebt niet goed onder controle wanneer de voedingsstoffen vrijkomen, zoals bij kunstmest het geval is. Ook compost van buiten het bedrijf wordt steeds duurder en moet wel in orde zijn, want er mag geen zaad van onkruid in zitten. Over dit soort zaken ontstond ook een goede discussie na Arjan z’n verhaal. De belangrijkste conclusie is dat het wel werkt! Langzaam gaat de hoeveelheid koolstof in zijn bodem omhoog, zitten er meer nutriënten in zijn bodem en houdt hij meer water vast. Arjan ziet ook gewoon dat zijn grond er beter uitziet, dus hij gaat zeker door op de ingeslagen weg.

Langzaam gaat de organische stof omhoog

P.S. Het perceel AG1 is omlaag gegaan omdat dit voormalig meerjarig grasland is dat is omgezet naar een akker en het eerste bevat meer koolstof.
Na de koffie was het woord aan bodemregeneratiespecialist Stefan Nieuwenhuijsen uit Dussen. Hij geeft met zijn bedrijfje SoilGecko advies over bodemgezondheid en hoe je deze kan bevorderen. Zijn verhaal ging over het ‘bodemvoedselweb’ en was een fascinerend en helder inkijkje waaruit dit bestaat, hoe het werkt en hoe het ervoor zorgt dat koolstof wordt opgeslagen in de bodem.

In het kort: het begint bij planten, die met behulp van fotosynthese zonlicht en water omzetten in zuurstof en koolstof / suikers. Deze koolstof wordt gebruikt o.a. voor het aanmaken van wortels en bladeren, maar wordt ook via de wortels afgegeven aan de bodem. Deze zogenaamde exudaten zijn het favoriete eten van vele soorten bacteriën en schimmels. In een gezonde bodem zullen voedingstoffen beschikbaar blijven in de bodem, gebonden in bacteriën. Ze komen weer vrij wanneer grotere bewoners van het bodemvoedselweb, zoals protozoa, de bacteriën opeten en de voedingstoffen weer uitscheiden. En zo komt de voeding weer in de rhizosfeer, bij de planten terecht. De plant krijgt zo allerlei mineralen en andere voedingsstoffen die hij extra nodig heeft.
Fotosynthese in planten: glucose ontstaat onder invloed van zonlicht uit water en koolstofdioxide
Al dit leven, dat ook weer dood gaat, zorgt in de bodem voor steeds meer organisch materiaal, samen met de plantresten zoals dode wortels en restmateriaal van planten. Stefan legde uit dat een gezond bodemvoedselweb vele gevolgen heeft voor een bodem:
• Een goedwerkende nutriëntenkringloop
• Goede wateropslag
• Onderdrukking van onkruid
• Opslag van stikstof
• Verbeterde bodemstructuur
• Ontbinding van toxines
• Afremming van plagen
• Koolstofopslag
Voor de boer heeft het ook een aantal grote (financiële) voordelen:
• Hogere opbrengst
• Minder arbeid
• Minder input
• Minder gewasbeschermingsmiddelen
• Voedzamere gewassen
• Minder kosten voor beregenen
• Vergoedingen voor koolstofopslag
De vraag is dus, hoe krijgt een boer dit voor elkaar? En hier ontstonden interessante discussies, want het is niet altijd even gemakkelijk, bijvoorbeeld:
• Zo min mogelijk ploegen, zuurstof is niet goed voor de bacteriën en schimmels die je graag wilt hebben. Maar ja, hoe zit dat met aardappels?
• Zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen en glyfosaat, dit verstoort het leven in het bodemvoedselweb. Blijft een lastige discussie glyfosaat…
• Zo min mogelijk kunstmest, kunstmest doodt an sich niet actief het bodemleven, maar zorgt ervoor dat de plant lui wordt en geen exudaten meer uitscheidt, de plant heeft immers al voldoende voeding. En als gevolg is er dus minder eten voor de bacteriën en schimmels. Dat doet het bodemleven wel afnemen met alle gevolgen van dien, zoals bodemverdichting.
• Zorg voor zoveel mogelijk diversiteit boven de grond, dus qua gewassen. Dit zorgt ook voor diversiteit onder de grond en geeft altijd een veerkrachtiger systeem.
• Zorg dat de bodem bedekt is, dus geen kale akkers! Zaai na de oogst snel een groenbemester in. Dit voorkomt dat de regen de goede grond en mineralen wegspoelt.
• Gebruik levende compost, dus geen dood organisch materiaal.

• Het is maatwerk en je moet blijven kijken en uitproberen.
Na p g j g om twaalf uur ging het licht pas uit! Het was echt mooi om te zien dat het idee dat we hadden om deze gezamenlijke lezingen te organiseren werkt. Je krijgt toch meer begrip voor elkaar als je de praktische problemen hoort waar een boer tegenaan loopt en ik ben er van overtuigd dat de boeren die deze avond aanwezig waren hun bodem als het grootste kapitaal zien en dat ze daar zuinig op willen zijn. En van verschillende boeren hoorde ik dat zij het verhaal van Stefan erg interessant en leerzaam vonden, alhoewel er natuurlijk ook best een paar waren die deze kennis al hadden. Kortom: op naar de volgende gezamenlijke avond! ✤