2 minute read

Goed en slecht nieuws voor vissen

Next Article
Plezierjacht

Plezierjacht

✒ Jaap van Diggelen

Onlangs werd in de Biesbosch sinds 1960 weer voor het eerst een otter gezien. Ooit verwachtte ik de terugkeer van deze viseter in het helder klare water van de Afgedamde Maas. Het water wordt daar voorbereid om als drinkwater te dienen en heeft naar verluid ‘zalmkwaliteit’. Dat leek me uiterst geschikt.

Advertisement

Op mijn verzoek onderzochten twee zesdeklassers hoe reëel de spontane hervestiging van de otter in de Afgedamde Maas was. Dat was in het kader van een Profielwerkstuk, een examenverplichting voor HAVO en VWO, ongeveer tien jaar geleden. Het was een fantastisch onderzoek, maar de conclusie was dat het water dan wellicht wel van voldoende kwaliteit was, maar dat de oevers en uiterwaarden onvoldoende leefgebied boden. Dat had ik bij nader inzien ook wel kunnen vermoeden: Veense Putten, Esmeer bij Aalst, een betonfabriek en een baksteenfabriek; zo maar wat ingrepen waardoor het potentieel otter-leefgebied gemarginaliseerd is. Gelukkig is de Biesbosch ruimer bemeten en die heeft ‘ie nu gelukkig ontdekt. Het lijkt me sterk dat we last gaan krijgen van de terugkeer van dit prachtige beest: hij graaft niet in dijken, doodt geen schapen (voor zover bekend) en maakt geen burchten onder treintrajecten. Maar ja, je weet het niet. ‘De otter bliuwt in wrotter‘ was de slogan van het Friese beschermingscircus dat rond de eeuwwisseling werd opgetuigd bij de herintroductie van de destijds in ons land uitgestorven soort. Het betekent zoiets als: ‘de otter blijft een harde werker’, nou berg je maar! Voorlopig is het goede nieuws van de terugkeer van de otter alleen maar slecht nieuws voor de vissen van de Biesbosch. Ze vormen zijn hoofdmenu. Maar toch ook weer goed: als er een populatie otters in de Biesbosch ontstaat, betekent dit dat ze voldoende gezonde vis, zonder giftige stoffen, kunnen vinden.

Nog meer goed nieuws voor vissen: in het modderkruiperreservaat gelegen naast het Duyls Bos schepten ErnstJan van Haaften en ik op 1 maart voor de eerste maal vis. Het water in het reservaat is afgelopen jaar beter in contact gebracht met het

Hertogmolen

buitenwater door het plaatsen van een klein watermolentje. Meerdere jaren hiervoor troffen we nooit ook maar één vis aan, de buisverbinding tussen reservaat en buitenwater functioneerde niet. Onze vangst in het reservaat was weliswaar bescheiden, drie maal op verschillende plaatsen een driedoornige stekelbaars en één maal een Kaukasische dwerggrondel.

nu pas op letten, er wordt gesproken van een ‘onopgemerkte invasie’! De Kaukasische dwerggrondel lijkt op de andere exotische grondels (marmergrondel, Pontische stroomgrondel, zwartbekgrondel en Kesslers grondel) maar is veel kleiner. Sinds de stroomgebieden van Donau en Rijn via een kanaal met elkaar verbonden zijn worden rivieren en andere wateren in ons land overspoeld met exotische soorten. Het aantal loopt al voorbij de 100 (planten, insecten, vissen, kreeftachtigen, weekdieren). Dat is dan weer slecht nieuws voor ‘onze’ vissen. Beetje het gevoel van ‘eigen vis’ eerst. Gelukkig vonden we op verschillende andere plaatsen in Den Duyl die middag naast stekelbaarzen, de Kaukasische dwerggrondel en de marmergrondel, een scala aan inheemse vissen: ruisvoorn, bittervoorn, blankvoorn, vetje,

Laatstgenoemde is een bizar minivisje (max. 5 cm groot), pas in 2020 voor het eerst in ons land geconstateerd en nu op veel plaatsen te vinden. Misschien nog op veel meer plaatsen want we gaan er riviergrondel, pos, baars en kleine modderkruiper. En dat is dan opnieuw goed nieuws! We hopen de komende jaren op de hoofdprijs in het reservaat in Den Duyl: de grote modderkruiper. ✤

This article is from: