VMT 11 (2020)

Page 13

VMT 11 • november 2020

CONTAMINANTEN & LABANALYSE

Foto Egon Notermans

Column

Minder dieren inzetten bij testen veiligheid nieuwe stoffen? Voordat een voedingsproduct op de markt komt, moet wetenschappelijk zijn aangetoond dat het veilig is. Eén van de overwegingen bij deze veiligheidsbeoordeling is of zo’n product gedurende een langere periode gebruikt kan worden. Het testen van deze zogeheten subchronische blootstelling wordt vaak gedaan door een dierstudie bij knaagdieren, waarbij het effect van verschillende doseringen van een specifieke stof wordt bestudeerd. In een onlangs gepubliceerde studie onderzochten we of het eigenlijk wettelijk verplicht is om juist deze 90-dagen-studie te doen om de veiligheid aan te tonen?

Dierstudie We zochten uit wat de Europese wettelijke vereisten zijn voor het aantonen van de veiligheid van nieuwe voedingsmiddelen, geneesmiddelen en chemicaliën. Daarbij hebben we ook richtlijnen bestudeerd die werden gepubliceerd door risicobeoordelaars (de Europese Voedselveiligheidsautoriteit, het Europees Geneesmiddelenagentschap en het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen). Voor dergelijke veiligheidsdossiers wordt bewijs verzameld op basis van verschillende studies. Zo wordt het effect van stoffen onderzocht in cellen (in vitro-onderzoek), wordt er gebruik gemaakt van computermodellen om risico’s te bestuderen en worden er dierproeven gedaan om de gevolgen van het innemen van een stof vast te stellen. Eén van die dierstudies is de 90-dagen orale toxiciteitstest. Deze wordt met name gebruikt om subchronische blootstellingseffecten te bestuderen. Hoewel diermodellen ontzettend belangrijk zijn om te kunnen voorspellen in hoeverre en vooral in welke dosis een nieuwe stof veilig is, wordt al jaren ingezet op het terugdringen van dieren voor wetenschappelijk onderzoek. En intussen worden er alternatieve mo-

dellen en onderzoeksmethoden ontwikkeld om bijvoorbeeld subchronische effecten van stoffen te kunnen voorspellen. Maar wanneer is een nieuwe studieopzet nu goed genoeg om dierproeven te vervangen? Of is het een ‘standaardoptie’ geworden van onderzoekers en risicobeoordelaars om de 90-dagen orale toxiciteitstest te gebruiken?

Geen vereiste Opvallend genoeg blijkt uit onze analyse dat voor levensmiddelen, geneesmiddelen en chemische stoffen het vaak wettelijk verplicht is om gegevens te verzamelen over subchronische of herhaalde blootstelling. Maar het uitvoeren van een 90 dagen durende orale toxiciteitsstudie is amper een vereiste. En toch lijkt de noodzaak voor subchronische effecten vaak vertaald te worden in een noodzaak om een 90-dagen orale toxiciteitstest te doen. De 90-dagen-studie wordt namelijk in diverse richtlijnen beschreven als onderdeel van de ‘standaard testbatterij’. Je kunt je daarom afvragen wanneer andere studies – die vergelijkbare (niet exact dezelfde), relevante informatie zouden kunnen bieden – een belangrijke rol kunnen gaan spelen. Onze studie was slechts een eerste theoretische analyse. Maar de bevindingen suggereren wel dat het hoognodig is om het gebruik van de 90-dagen orale toxiciteitstest verder te verhelderen. Alleen door een kritische blik te werpen op de huidige procedures voor het aantonen van de veiligheid kunnen zowel dierenwelzijn als de veiligheidsbeoordelingsdossiers worden verbeterd.

Dr. Alie de Boer Assistant Professor, Food Claims Centre Venlo, Maastricht University

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.