
4 minute read
Zwart scenario aardappelen afgewend
from VMT 11 (2020)
by VMN Media
DOOR AANPASSING MAXIMALE RESIDULIMIET VAN CHLOORPROFAM
De aardappelsector haalt opgelucht adem over de residunorm van chloorprofam. In plaats van een drastische verlaging van de maximale residulimiet (MRL) van 10 mg per kilo aardappelen naar 0,01 mg, besloot de Europese Commissie tot een tussentijdse MRL van 0,4 mg per kilo aardappelen. Toch blijft er werk aan de winkel voor telers en de verwerkende industrie.
Tekst Kees van Delft Beeld VAVI
Chloorprofam, ook bekend onder de merknaam CIPC, is jarenlang veelvuldig gebruikt als kiemremmer voor de opslag van aardappelen. Ook is het een veelgebruikte herbicide voor uien. Vorig jaar besloot de Europese Commissie echter dat chloorprofam per 8 oktober 2020 niet meer toegelaten mocht worden in de EU. Daarnaast moest de MRL omlaag, van 10 mg per kilo aardappelen naar 0,01 mg. Dit vanwege de gezondheidsrisico’s die het consumeren van chloorprofam volgens de European Food Safety Authority (EFSA) met zich meebrengen.
De aardappelsector in Europa kwam in het verweer tegen de rigoureuze verlaging van de residunorm en bepleitte een tussentijdse MRL (t-MRL). Op 8 oktober, exact de datum waarop het Europese verbod op het gebruik van chloorprofam inging, kwam de uitslag van de stemming over de t-MRL. Op voorstel van de EFSA ging de Europese Commissie akkoord met een t-MRL van 0,4 mg per kilo aardappelen.
Weerbarstig dossier “Het is goed nieuws dat de Europese Commissie inziet dat een t-MRL nodig is”, reageert Hylke Brunt, secretaris bij de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI). “Terugvallen naar 0,01 mg was onrealistisch, aangezien chloorprofam een hardnekkig middel is om volledig te verwijderen. Dat zou betekenen dat alle circa 15.000 bewaarschuren in Europa een grondige renovatie moeten ondergaan, of dat een groot deel van de aardappelen niet verwerkt kan worden. Dat zwarte scenario is afgewend. Het is goed om te zien dat we elkaar in de aardappelketen hebben gevonden op zo’n ingewikkeld en weerbarstig dossier.” Brunt houdt overigens nog een kleine slag om de arm. “De wetgeving over de t-MRL moet nog door het Europese Parlement en de Europese Raad. De verwachting is dat het negen tot twaalf maanden duurt voordat de t-MRL vervolgens ingaat. Tot die tijd is 10 mg per kilo aardappelen nog de norm.”
CHLOOR- PROFAM Aardappelen op de transportband.

Monitoring van het residuverloop Aangezien chloorprofam niet meer gebruikt mag worden, in Nederland zelfs sinds eind juli al niet meer, is een MRL van 0,4 mg volgens Brunt goed haalbaar. “In richtlijnen voor het bewaren van aardappelen hebben we telers verplicht om voor 1 oktober hun schuren te reinigen en afnemers daarvan op de hoogte te stellen. Op die manier ontvangen telers het voedselveiligheidscertificaat, dat nodig is om aardappels af te zetten.” Brunt verneemt dat telers voortvarend aan de slag zijn gegaan met het reinigen van bewaarplaatsen voor aardappelen. “Dat moet ook, want de Europese Commissie heeft tot een jaarlijkse monitoringseis besloten. Elk kalenderjaar zullen wij gegevens aanleveren over het residuverloop. Op een gegeven moment is dat voor de Europese Commissie wellicht aanleiding om de MRL weer een stapje te verlagen.”
Gehalte meten Daphne van Damme, senior accountmanager bij Eurofins, merkt dat steeds meer aardappeltelers willen weten in hoeverre hun bewaarplaats vrij is van chloorprofam. “Telers zijn beducht dat ze in de problemen komen door de nieuwe MRL, die uiteindelijk wellicht zelfs naar 0,01 mg per kilo aardappelen gaat.
Handleiding voor reiniging Europese organisaties uit de aardappelketen hebben eerder dit jaar een handleiding opgesteld voor het reinigen van chloorprofam in bewaarschuren. Op basis van onderzoek in verschillende landen geven de organisaties aan dat droog reinigen de voorkeur geniet. Alleen als er geen geschikte droge reinigingsmethode beschikbaar is of dit niet afdoende is voor de volledige reiniging, dient water als secundair middel gebruikt te worden. “Voorheen gingen we ervan uit dat nat reinigen het effectiefst is, maar daar zijn we op teruggekomen”, aldus VAVI-secretaris Hylke Brunt. “Met natte reiniging onder hoge druk verspreid je residuen en los je het risico op crosscontaminatie niet op. Begin dus grondig met droog reinigen en voeg daar op onderdelen nat reinigen aan toe als dat nodig is.” Ze willen die problemen natuurlijk voorkomen en willen weten waar ze aan toe zijn.” Eurofins Food, Feed, Water Benelux deed een omgevingsonderzoek om het gehalte aan chloorprofam te meten. “De swabs pasten we al toe voor andere nabehandelingsmiddelen, maar nu ook voor chloorprofam”, licht Van Damme toe.
Diep in het hout Chloorprofam is een plakkerig middel dat overal op blijft zitten, aldus Van Damme. “Denk aan transportbanden, apparatuur, vrachtwagens, ventilatoren of kisten, maar ook op voedingsmiddelen als sinaasappelen.” Een residunorm van 0,01 mg moet op termijn volgens Van Damme haalbaar zijn. “Maar dan moeten bewaarplaatsen écht op de juiste manier zijn gereinigd. Chloorprofam zit vaak diep in het hout. Als dat niet wordt verwijderd, kan de chloorprofam bij een behandeling met een nieuw olieachtig middel vrijkomen uit het hout en alsnog in de aardappelen komen. Een goede schoonmaakprocedure met de juiste middelen is daarom van groot belang.”
‘Niet lichtzinnig over denken’ Het verbod op het gebruik van chloorprofam is behoorlijk ingrijpend voor de aardappel- en uiensector, vindt Van Damme: “Los van de investeringen om chloorprofam uit te bannen, moeten telers ook op zoek naar alternatieven, die duurder en minder efficiënt zijn. Al met al maakt de sector meer kosten door het verbod.” Net als Brunt ziet ook Van Damme dat veel telers al in actie zijn gekomen om aan de MRL te voldoen, door loodsen te reinigen en het resultaat daarvan te testen. Ze roept telers op om er niet te lichtzinnig over te denken. “Zet goed doordacht alle variabelen op een rijtje. Dat klinkt eenvoudig, maar er komt meer bij kijken dan je denkt.” •