
7 minute read
Coverstory: scherp in de strijd tegen mycotoxines
from VMT 11 (2020)
by VMN Media
Scherp blijven in de strijd tegen mycotoxines
CONTROLE, SAMENWERKING EN ALERTHEID ZIJN SLEUTELWOORDEN
Mycotoxines zijn een groeiende uitdaging voor de voedingsmiddelenindustrie, zeker met het warmer wordende klimaat. Er wordt steeds meer bekend over deze stofwisselingsproducten van schimmels die bij te veel inname schadelijk kunnen zijn voor mens en dier. Recente onderzoeksgegevens tonen aan dat het nu weliswaar goed gaat, maar deskundigen waarschuwen: “Blijf alert.”
Ziekmakers zijn er in vele verschijningsvormen. Soms zijn niet de micro-organismen de ziekmaker, maar de stoffen die ze produceren. Sommige schimmels kunnen schadelijke stofwisselingsproducten produceren. Deze zogenaamde mycotoxines zijn een serieus probleem en behoren tot de opkomende gevaren voor de voedselveiligheid. Vooral noten, kruiden en specerijen en gedroogde vruchten lopen gevaar, maar ook maïs, tarwe en koffie. Doordat mycotoxines kunnen voorkomen in grondstoffen en ingrediënten, kunnen ze ook in eindproducten zoals brood, bier, wijn, gedroogd fruit en pindakaas terecht komen.
Gevaren Martien Spanjer van de NVWA schetst de gevaren van mycotoxines. “Mycotoxines kunnen verschillende aandoeningen veroorzaken. Dat kan variëren van aantasting van het immuunsysteem tot lever- of nierkanker. Ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken die leidt tot maag-darmstoornissen zoals overgeven, wat voor het lichaam de effectiefste manier is om snel van het gif af te komen. Als dit niet gebeurt kunnen mycotoxines onder meer kanker en groeistoornissen veroorzaken.” De meest voorkomende mycotoxines zijn aflatoxine B1 en ochratoxine A. “Aflatoxine B1 is het schadelijkste mycotoxine”, zegt Spanjer. “Die stof kan voorkomen in noten, zaden en gedroogde zuidvruchten. Ook ochratoxine A kan in die producten voorkomen.” Ochratoxine A komt ook voor op dierlijke pro-
Tekst Johan van Leipsig
Martien Spanjer (NVWA)
“Met het veranderen van het klimaat wordt het lastiger om mycotoxines te bestrijden. De industrie moet zich hiertegen wapenen.” ducten zoals kaas en vlees, zegt Ron Hoogenboom van de Wageningen Universiteit (WUR). “Het zou goed zijn als de industrie zich daar bewust van is.” Wat het bestrijden van mycotoxines bijzonder lastig maakt, is dat ze zeer stabiel en hittebestendig zijn. De giftige werking blijft zelfs overeind bij verhitting tot 200 à 300 graden Celsius. Bakken of koken helpt dus niet om ze te verwijderen.
Controle is de crux Mycotoxines zijn dus schadelijk voor de gezondheid. Een deugdelijke controle is daarmee essentieel. Dat zit op zich wel goed, zo blijkt ook uit het MANCP (Meerjarig Nationaal Controleplan Nederland) van de NWVA. Iedere lidstaat van de EU maakt jaarlijks zo’n plan. Met een jaarverslag rapporteren de lidstaten over de uitvoering en de resultaten van officiële controles aan de Europese Commissie. Aangezien de mate van aantasting door schimmels per oogstseizoen en per land van herkomst kan verschillen, vraagt handhaving van EU-regelgeving voor mycotoxines elk jaar opnieuw aandacht. Bemonstering van relevante producten is hierop afgestemd. Naast risicogerichte controle van import uit landen en bij productiebedrijven, wordt ook aandacht besteed aan producten uit andere EU-lidstaten, aangezien ook via die route risicoproducten binnenkomen. Voor de analyse van mycotoxines wordt een multimethode gebruikt, waardoor meerdere mycotoxines tegelijkertijd in één analyse van een monster kunnen worden gemeten. De monsters worden daardoor ge-
analyseerd op gemiddeld ongeveer 40 verschillende mycotoxines. De afgelopen jaren is bij de monsternameplanning nog meer dan daarvoor het accent gelegd op importeurs. Dat is in 2018 niet anders geweest. Wel is in 2018 een aanvullend controlemiddel gebruikt. Bij een aantal importeurs zijn bedrijfsgegevens in beslag genomen die zijn onderzocht op de aanwezigheid van onregelmatigheden. De bevindingen zijn nog in onderzoek bij het Openbaar Ministerie. Dit administratief toezicht is een goede aanvulling op het toezicht via monstername en analyse.
Trends Ron Hoogenboom hamert vooral op scherp blijven. “De controles op aflatoxine zijn prima in orde en de regelgeving ook. Door het gevaar van aflatoxine is het wel van belang dat we focus blijven houden en er bovenop blijven zitten. Iets anders ligt dat bij ochratoxine A. Nog niet alles over de gevolgen ervan is duidelijk en dat maakt het lastig om goede grenswaardes te bepalen. Risicomanagers moeten dus ook wat die stof betreft bij de les blijven. Het is daarom zaak dat de voedselindustrie ook de rapporten van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) goed in de gaten houdt, omdat de conclusies kunnen leiden tot maatregelen door de Commissie in samenwerking met de lidstaten.” Spanjer ziet dat de voedselindustrie en de handel zich inspannen om contaminatie te voorkomen. “Op een termijn van twintig jaar zie je een afname van het percentage overschrijding van de bestaande limieten voor verschillende productgroepen (zie figuur 1). Dat komt door de inspanningen van handel en industrie, maar ook door de druk van de regelgeving. Controlemaatregelen en wetgeving worden
Wat ziet men in laboratoria?
Bas van Driel van de Duitse laboratoriumgroep GBA Group: “Voor aflatoxine en ochratoxine A is de regelgeving aardig uitgekristalliseerd maar voor beide geldt dat de EFSA geconcludeerd heeft dat bepaalde bevolkingsgroepen waarschijnlijk meer van deze stoffen binnenkrijgen dan goed voor ze is. Er staat ons dus aanpassing van de regelgeving te wachten. Voor Alternaria-toxines zijn momenteel geen wettelijke limieten vastgesteld maar laboratoriumstudies hebben aangetoond dat deze stoffen gevaarlijk kunnen zijn voor de menselijke gezondheid. Ook heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) in een voedselconsumptieonderzoek aangetoond dat drempelwaarden voor sommige Alternaria-toxinen worden overschreden. Daarom heeft het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid (DG SANTE) in juni 2019 voorgesteld dat er een EU-brede monitoring van Adie-toxinen moet worden uitgevoerd. In het conceptvoorstel worden indicatieve niveaus genoemd. Wanneer blijkt dat deze niveaus worden overschreden, moeten de oorzaken worden onderzocht. Tot slot bestudeert de Europese werkgroep Agricultural Contaminants de mogelijkheid om voor meerdere productgroepen (nieuwe) maximum limieten (MLs) vast te stellen voor de trichothecenen (DON, T-2 en HT-2). Wij zien dat er veel verandering op til is op het gebied van kennis en regelgeving in de wereld van de mycotoxines en plantentoxines. Dat dit consequenties zal hebben voor producenten, kwaliteitsmanagers, laboratoria en handhaving is duidelijk. Het is dus zaak de vinger aan de pols te houden en nieuwe ontwikkelingen in de gaten te houden.”
jaarlijks waar nodig bijgesteld. Dat gebeurt regelmatig. Onlangs stond in Brussel mogelijke wetgeving voor T-2 en HT-2 op de agenda. Ook voor een aantal deoxynivalenol-verbindingen is dat de afgelopen maand gebeurd. Eerder dit jaar zijn voorstellen gedaan voor maximum limieten voor ergot-alkaloiden en uitbreiding van het aantal levensmiddelen waarvoor maximum limieten voor ochratoxine A gaan gelden. Mocht de NVWA buitensporige contaminatie meten van een product/stofcombinatie die niet in
Mycotoxines zijn een serieus probleem en behoren tot de opkomende gevaren voor de voedselveiligheid. Vooral noten, kruiden en specerijen en gedroogde vruchten lopen gevaar, maar ook maïs, tarwe en koffie.


de EU-wetgeving is opgenomen, dan kan een meer algemeen artikel uit de Warenwet worden gebruikt. Zo kan de NVWA indien nodig toch handhavend optreden bij een onverwachte situatie.” Kijken we naar enkele productgroepen uit het MANCP-rapport van 2018, dan blijft het afwijkingspercentage van noten en zaden zo rond de vijf procent schommelen, hoewel het in 2014 en 2015 lager uitviel. Het afwijkingspercentage voor kruiden en specerijen blijft ook rond de vijf procent schommelen. Opvallend is dat het in alle gevallen gemalen, dus homogene producten betreft. Dat gold in 2018 ook voor nootmuskaat. Eerder werden die vooral als gehele noten ingevoerd, maar steeds meer worden die als gemalen noten via de import aangeboden.
Superfoods Een in het oog springende categorie zijn de zogenaamde superfoods. Dat is een brede productgroep waarbinnen allerlei producten worden aangeboden, waaronder minder gangbare gedroogde (zuid)vruchten. De stijging van het afwijkingspercentage in de productgroep gedroogde vruchten is een gevolg van onderzoek van de als superfood aangeboden (gedroogde) moerbeien die in deze categorie vallen. Zoals in alle gedroogde vruchten kunnen in moerbeien hoeveelheden aflatoxine B1 en ochratoxine A leiden tot overschrijdingen van de limieten. Dankzij het toepassen van de multimethode voor de analyse van deze monsters werden er veel meer mycotoxines gevonden dan aflatoxine B1 en ochratoxine A. In een kwart van deze monsters is bijvoorbeeld tenuazonzuur in concentraties van 100 tot 61.000 μg/kg gemeten. Deze mycotoxine behoort tot de groep van Alternaria-toxinen, waarover de Europese Commissie nog discussieert wat betreft het vaststellen van
maximumlimieten. Daar waar eerder superfood als een apart project werd uitgevoerd, is deze categorie nu in de reguliere planning opgenomen.
Wapenen tegen veranderingen Mycotoxines ontstaan in schimmels. En die groeien bij optimale vocht- en temperatuurcondities, oftewel onder vochtige en warme condities. “Met het veranderen van het klimaat gaat dat een probleem worden. De industrie kan dat ondervangen door na de oogst de gewassen te drogen en die met het juiste vochtpercentage bij een geschikte temperatuur op te slaan. Opslagplaatsen zoals loodsen en silo’s hebben daar klimaatinstallaties voor die de juiste condities per computersysteem reguleren en registreren.” Wat betreft de groeiende markt voor superfoods wijzen Spanjer en Hoogenboom vooral op het belang van goede controle. Een aparte categorie superfoods hoeft er wat Spanjer betreft niet te komen. “De NVWA controleert producten die onder deze noemer worden verkocht en vergelijkt de gevonden meetresultaten met de wettelijke maximum limieten voor het betreffende levensmiddel. Dus lijnzaad valt gewoon onder de limiet voor de categorie zaden.” Hoogenboom voegt daaraan toe dat niet alles wat de natuur maakt, ook gezond is voor de mens. “Iedere dag worden er weer nieuwe dingen ontdekt. Ook hier geldt weer dat de instanties goed moeten blijven opletten wat er op de markt komt, en de levensmiddelenindustrie moet letten op wat zij de consument aanbiedt. Houd de history of safe use in de gaten. Dat geldt niet alleen voor superfoods maar ook voor supplementen.” •