
5 minute read
Column Alie de Boer
from VMT 11 (2020)
by VMN Media
Column
Foto Egon Notermans
Minder dieren inzetten bij testen veiligheid nieuwe stoffen?
Voordat een voedingsproduct op de markt komt, moet wetenschappelijk zijn aangetoond dat het veilig is. Eén van de overwegingen bij deze veiligheidsbeoordeling is of zo’n product gedurende een langere periode gebruikt kan worden. Het testen van deze zogeheten subchronische blootstelling wordt vaak gedaan door een dierstudie bij knaagdieren, waarbij het effect van verschillende doseringen van een specifieke stof wordt bestudeerd. In een onlangs gepubliceerde studie onderzochten we of het eigenlijk wettelijk verplicht is om juist deze 90-dagen-studie te doen om de veiligheid aan te tonen?
Dierstudie We zochten uit wat de Europese wettelijke vereisten zijn voor het aantonen van de veiligheid van nieuwe voedingsmiddelen, geneesmiddelen en chemicaliën. Daarbij hebben we ook richtlijnen bestudeerd die werden gepubliceerd door risicobeoordelaars (de Europese Voedselveiligheidsautoriteit, het Europees Geneesmiddelenagentschap en het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen). Voor dergelijke veiligheidsdossiers wordt bewijs verzameld op basis van verschillende studies. Zo wordt het effect van stoffen onderzocht in cellen (in vitro-onderzoek), wordt er gebruik gemaakt van computermodellen om risico’s te bestuderen en worden er dierproeven gedaan om de gevolgen van het innemen van een stof vast te stellen. Eén van die dierstudies is de 90-dagen orale toxiciteitstest. Deze wordt met name gebruikt om subchronische blootstellingseffecten te bestuderen. Hoewel diermodellen ontzettend belangrijk zijn om te kunnen voorspellen in hoeverre en vooral in welke dosis een nieuwe stof veilig is, wordt al jaren ingezet op het terugdringen van dieren voor wetenschappelijk onderzoek. En intussen worden er alternatieve modellen en onderzoeksmethoden ontwikkeld om bijvoorbeeld subchronische effecten van stoffen te kunnen voorspellen. Maar wanneer is een nieuwe studieopzet nu goed genoeg om dierproeven te vervangen? Of is het een ‘standaardoptie’ geworden van onderzoekers en risicobeoordelaars om de 90-dagen orale toxiciteitstest te gebruiken?
Geen vereiste Opvallend genoeg blijkt uit onze analyse dat voor levensmiddelen, geneesmiddelen en chemische stoffen het vaak wettelijk verplicht is om gegevens te verzamelen over subchronische of herhaalde blootstelling. Maar het uitvoeren van een 90 dagen durende orale toxiciteitsstudie is amper een vereiste. En toch lijkt de noodzaak voor subchronische effecten vaak vertaald te worden in een noodzaak om een 90-dagen orale toxiciteitstest te doen. De 90-dagen-studie wordt namelijk in diverse richtlijnen beschreven als onderdeel van de ‘standaard testbatterij’. Je kunt je daarom afvragen wanneer andere studies – die vergelijkbare (niet exact dezelfde), relevante informatie zouden kunnen bieden – een belangrijke rol kunnen gaan spelen. Onze studie was slechts een eerste theoretische analyse. Maar de bevindingen suggereren wel dat het hoognodig is om het gebruik van de 90-dagen orale toxiciteitstest verder te verhelderen. Alleen door een kritische blik te werpen op de huidige procedures voor het aantonen van de veiligheid kunnen zowel dierenwelzijn als de veiligheidsbeoordelingsdossiers worden verbeterd.
Dr. Alie de Boer Assistant Professor, Food Claims Centre Venlo, Maastricht University

Gluten- en lactosevrije claims: blijvend relevant
Op basis van productintroducties in West-Europa sinds 2010, zijn gluten- en lactosevrije claims op vlees- en vleesalternatieven aanzienlijk toegenomen. Deze claims zijn inmiddels relevant in de vleesindustrie en vormen een belangrijke drijfveer voor productintroducties en -innovaties. Dit geldt ook in Nederland (in de top 3). Populaire smaken zijn smoked en barbecue.
Smaakmakers op vleesproducten of vleesvervangers Een groot deel van de smaakmakers wordt gebruikt op vleesproducten of vleesvervangers. Binnen de kruidenmixen nemen voornamelijk rub-producten toe in populariteit. Deze dry rubs hebben een oorsprong in de zuidelijke staten van de VS. Tot voor kort wonnen ze terrein via de barbecue en we zien nu dat dit steeds meer mainstream wordt. Door rubs op de juiste wijze te gebruiken (enige tijd laten intrekken) en de juiste ingrediënten, blijft het vlees lekker mals. Ook zien we een toenemend gebruik van marinades op vleesproducten in vis. Deze worden vooral ‘op-smaak-gemaakt’ aangeboden en gekocht door de consument. Dit sluit aan op de toenemende convenience-behoefte van de consument. Naast de traditionele sauzen zoals knoflooksaus, whisky-cocktailsaus en satésaus, nemen de meer donkere en uitgesproken smaken toe in populariteit.
Clean label Clean label blijft populair. De term clean label is niet wettelijk vastgelegd, want een keiharde definitie is hier niet voor. Als je consumenten vraagt wat clean label is, dan lopen de antwoorden zeer uiteen (zie kader). In Europa heeft 23 procent van de productintroducties (categorie food & beverage) de claim ‘geen additieven en conserveermiddelen’. Dit is dus een belangrijk thema voor voedselproducenten en -aanbieders.
Allergenen verminderen zet door Het verminderen van allergenen kan ook onder de term clean label worden gezet. Deze situatie is al diverse jaren aan de
Betekenis clean label (perceptie van de consument):
30% geen additieven en conserveermiddelen 24% geen kunstmatige kleur- en smaakstoffen 23% biologisch geproduceerd

gang. Dit geldt in de B2B- maar zeker ook in de B2C-keten. Er is een groeiende groep consumenten die vanuit hun lifestyle bepaalde ingrediënten weert. Het weren van gluten komt dan vaak voor.
De beheersing van kruisbesmetting wordt steeds relevanter. De aanwezigheid van kruisbesmetting in een product kan voor de NVWA een reden zijn voor het opleggen van een recall. Nieuw is dat er wetgeving komt over het voorkomen van kruisbesmetting. Dutch Spices maakt smaakvolle en allergeenveilige smaakproducten. Deze zijn alle zonder de 24 meest voorkomende allergenen en kruisbesmetting is conform de VITAL-norm. Een waarschuwing van sporen van allergenen blijft dan ook achterwege.
Allergeenvrije claims: blijvend relevant Dat het verminderen van allergenen in voeding relevant is, blijkt wel als we de cijfers eens onder de loep nemen. Door in te zoomen op de productintroducties in West Europa binnen vlees, dan zien we een zeer hoge toename van gluten- en lactosevrije claims. In 2010 stond op vier procent van de introducties een gluten- en/of lactosevrije claim vermeld op de verpakking.* Dit aandeel is steeds relevanter geworden. Productintroducties worden voor een groot deel gedreven door dit soort claims. In 2019 is dit aandeel inmiddels gestegen naar zestien procent.
Nederland in de top 3 Binnen West-Europa staat Nederland sinds 2017 in de top 3 als het gaat om het aandeel van de eerder genoemde introducties. Het VK en Spanje staan ook in de top 3. In Nederland worden deze producten vooral in de AH en de Lidl verkocht.
Populaire smaken ‘Smoked’ is de laatste jaren de meest populaire smaak binnen de vleesintroducties met een gluten- en/of lactosevrije claim. Dat geldt ook voor de smaakrichting ‘barbecue’. Dit wordt ook gedreven doordat beide smaken op diverse vlees- en vleesalternatieven toepasbaar zijn.

Benieuwd naar de gehele analyse en benieuwd naar smaakvolle productoplossingen voor vleesproducten of vleesalternatieven, met een smoked-smaak en geschikt voor de BBQ?
Meer informatie: dutchspices.nl
*Bron: Innovamarketinsights
Dutch Spices
Dutch Spices wil lekkere, veilige en betaalbare voeding maken die beschikbaar is voor iedereen. De producten zijn allergeenveilig en daarom ook geschikt voor mensen met voedselallergieën. Tevens bevatten de producten geen ingrediënten van dierlijke oorsprong en zijn ze dus ook geschikt voor vegetarische en veganistische producten. - Smaakvolle, veilige en betaalbare smaakmakers - Veilig voor 24 allergenen, inclusief de 14 wettelijke allergenen - Vega - Vegan - Glutenvrij - Lactosevrij