Facto Magazine 2, juni 2025

Page 1


DNB STAPT OVER OP ONE SERVICE TEAM

MN KIJKT VERDER DAN HET GEBOUW ALLEEN

STEDIN NAAR 100%

FUNCTIONELE WERKOMGEVING

Thema: Werkplek

DE DUURZAME WERKOMGEVING

Wij realiseren al meer dan 50 jaar doordachte grootkeukens op maat. Compleet van ontwerp tot realisatie. Wat uw keukenwensen ook zijn, wij realiseren een keukenoplossing die bij uw organisatie past, voor nu en de toekomst. Benieuwd naar ervaringen van onze klanten? hakpro.nl/projecten

De Timmerfabriek | VlissingenBeekse Bergen | Hilvarenbeek
Welkoop | Apeldoorn
Royal Smilde Bakery | Edam
Hoofdkantoor supermarktketen
Ikea

PASSIE

In dit nummer tref je een diverse mix aan verhalen aan over de werkomgeving aan die allemaal één ding gemeen hebben: er werkt een FM’er met een grote passie voor het vak.

Met allereerst een interview met Arnold Veenema, manager Facility Management & Real Estate bij PGGM. Hij vertelt op een dinsdagochtend in Zeist over de zoektocht naar een nieuw kantoor, die begon met een klassieke brochure. De zoekopdracht was: vind een bijzonder duurzaam, toekomstbestendig en flexibel in te delen kantoor worden, passend bij de organisatie en gelegen op een per openbaar vervoer uitstekend bereikbare locatie. Hij ervoer een klein Funda-moment toen het geschikte kantoor zich aandeed. Belangrijke succesfactor? De participatie van PGGM-medewerkers, benadrukt hij. Tijdens het interview zag ik in ieder geval een glinstering in zijn ogen. Passie.

Lees daarnaast over het luxeprobleem van een bezetting op piekdagen van 80% (kantoor The Finch van biotechbedrijf Galapagos), waarin David Verbeek trots laat zien waar de celtherapieën worden ontwikkeld en hoe hij daar met zijn werkplekconcept een bijdrage aan levert. Passie.

Lees ook over het nieuwe werkplekconcept van Vopak, dat een einde maakt aan stille werkvloeren (gesprek met Priscilla Kiemeney) en over het belang van samenwerkingsverbanden in de nabije omgeving voor een levendig en aantrekkelijk kantoor (interview met Arjan van ’t Klooster van vermogensbeheerder MN). Beiden zonder meer gepassioneerd. En we lichten een tipje van de sluier op over de facilitaire proeftuin, waar FM Haaglanden interessante conclusies over gaat delen tijdens het Facto Congres van donderdag 25 september. Ik zou zeggen: passie in het kwadraat.

Veel leesplezier!

P.S. Vergeet niet om een kijkje te nemen in het pas geopende kantoor van Just Eat Takeaway.com in Enschede, de nieuwe Factoreeks met video ‘Werkplek in beeld’.

SUSAN MEENHUIS-BOSBOOM HOOFDREDACTEUR (SUSANMEENHUIS@VMNMEDIA.NL)

www.facto.nl

Facto Platform Facility Management Facto_nl Factonl

‘DE VERHALEN OVER DE WERKOMGEVING HEBBEN ALLEMAAL ÉÉN DING GEMEEN’

8Het nieuwe kantoor van PGGM

PGGM verhuist eind 2027 naar een nieuw kantoor in het centrum van Utrecht. De herontwikkeling van het leegstaande Gildekwartier moet leiden tot een toekomstbestandige werkomgeving met focus op duurzaamheid en het welzijn van de gebruikers. Een gesprek met Arnold Veenema, manager Facility Management & Real Estate, over de plannen en aanpak.

12MN kijkt verder dan het gebouw alleen

Een werkgever moet zijn focus niet alleen richten op dat wat er ín het kantoor gebeurt. Samenwerken met andere organisaties om de nabije omgeving te vergroenen en te verlevendigen hoort daar ook bij, aldus Arjen van ’t Klooster, hoofd Facilitair bedrijf van vermogensbeheerder MN. ‘Gaandeweg heb ik gezien dat aandacht voor het gebied rondom het gebouw ook belangrijk is.’

‘Storytelling wordt steeds

belangrijker’

Rising Star Chelsea Noordermeer zie pag. 51

16Op naar de 100% functionele werkomgeving

Kantoren herinrichten zodat ze meer geschikt zijn voor ontmoeten en samenwerken, de Triple Excellence Pyramide inzetten als strategisch stuurinstrument, meer gebruik maken van facilitaire data en zorgen voor flexibiliteit en adaptiviteit. Het zijn belangrijk onderdelen van de strategie van de afdeling Facilities van Stedin om te komen tot een 100 procent functionele werkomgeving.

22 DNB en de optimale dienstverlening

De Nederlandsche Bank geeft op het Facto Congres inzicht in de renovatie van het hoofdkantoor. Onder meer de samenwerking in het One Service Team tussen eigen medewerkers en externe dienstverleners moet zorgen voor optimale dienstverlening aan medewerkers en gasten. Frank van Herpen, afdelingshoofd Facilitair Management, geeft alvast een voorproefje.

26 Galapagos sleutelt aan werkconcept

Biotech-bedrijf Galapagos is sinds 2020 gevestigd op het Bio Science Park Leiden. Het destijds geïntroduceerde werkconcept bevalt goed, maar er staan enkele aanpassingen in de planning. Een gesprek met David Verbeek, head of Facility Management NL. ‘Een bezetting tussen de 65 en 85 procent is prima. Dan is er sprake van een levendig kantoor en dat zie je graag.’

30 Vopak verbouwt hoofdkantoor

Maart volgend jaar wordt de compleet vernieuwde werkomgeving van het hoofdkantoor van Vopak in Rotterdam in gebruik genomen. De nieuwe inrichting en het uitgebreide aanbod aan services moeten leiden tot een fijn kantoor, waar medewerkers graag komen. Een gesprek met Priscilla Kiemeney, manager Facility NL over de veranderingen die worden doorgevoerd.

‘Verdiep je in de toekomst en niet in wat er in het verleden is gebeurd’

Hitte-expert

Eleni Myrivili zie pag. 46

34 Onderzoeken in de facilitaire proeftuin

Een hybride werkomgeving testen kan het beste door met een proeftuin bevindingen van gebruikers op te halen. FMHaaglanden, één van de grootste facilitair dienstverleners van het Rijk, deed dat. Yahya Yilmaz, productmanager werkomgeving, en Bart Konijn, senior productmanager werkomgeving ad interim, delen ze tijdens het Facto Congres.

Verder...

3

Column Susan MeenhuisBosboom

6 Nieuws

37 Boeken | Agenda

40 Next Gen catering

42 Werkplek in beeld

44 Data en FM

46 FM en crisismanagement

48 Provinciehuis Utrecht

51 Rising Star

52 Contacten & Contracten

54 Colofon

Kabinet maakt elektrisch rijden de norm

Vanaf 1 januari 2027 mogen werkgevers alleen nog volledig emissievrije auto’s ter beschikking stellen aan werknemers die de auto ook privé gebruiken, zonder dat daar een stevige fiscale consequentie aan verbonden is.

Dat is één van de maatregelen die minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) voorstelt in het Pakket voor Groene Groei. Wordt er na die datum toch gekozen voor een benzine-, diesel- of hybrideauto, dan volgt een forse extra heffing voor de werkgever. Deze zogenaamde pseudo-eindheffing bedraagt 52 procent over de bijtelling voor het privégebruik van de auto en wordt maandelijks geheven via de loonbelasting. De regeling geldt uitsluitend voor auto’s die vanaf 2027 nieuw ter beschikking worden gesteld aan werknemers. Om te voorkomen dat werkgevers massaal overstappen op gebruikte (fossiele) auto’s die fiscaal gunstig kunnen worden ingezet, onderzoekt het kabinet ook of aanpassing van de zogeheten youngtimerregeling nodig is. Deze regeling biedt momenteel belastingvoordeel voor auto’s ouder dan 15 jaar. Een mogelijke aanpassing moet voorkomen dat de verduurzamingsdoelstelling wordt ondermijnd.

In de praktijk betekent dit dat het leasen van niet-elektrische auto’s voor privégebruik vanaf 2027 financieel onaantrekkelijk wordt. Om extra heffing te vermijden, is het verstandig om het wagenpark – indien nodig – tijdig te verduurzamen en over te stappen op volledig elektrische modellen. Een aantal acties die je de komende tijd vast kunt ondernemen: >wagenparkplanning en contractbeheer; >infrastructuur voor laden op locatie; >afspraken met leasemaatschappijen en mobiliteitspartners; >interne communicatie richting werknemers.

Prognose ABN Amro: FM groeit gestaag door

De facilitaire dienstverlening groeit gestaag door, ondanks uitdagingen zoals arbeidsmarktkrapte en stijgende kosten. Dat blijkt uit de nieuwste sectorprognose van ABN Amro.

De sector zal in 2025 met 2 procent groeien. Deze groei is te danken aan aanhoudende vraag naar ondersteunende diensten in

combinatie met toenemende aandacht voor duurzaamheid. Net als in andere zakelijke diensten is het structurele personeelstekort een belangrijke remmende factor. De werkdruk neemt toe en werkgevers moeten creatiever worden in het aantrekken en behouden van medewerkers. Vooral in de schoonmaak en beveiliging leidt de arbeidsmarktkrapte tot hogere cao-lonen, wat marges onder druk kan zetten, volgens ABN Amro.

Een aanzienlijk deel van de facilitaire werkzaamheden wordt nog altijd intern uitgevoerd. Volgens onderzoek van TwynstraGudde bedraagt de totale Nederlandse FM-markt circa 75 miljard euro, waarvan 57 procent (43 miljard euro) wordt uitbesteed aan externe dienstverleners. Dit percentage is de afgelopen jaren stabiel gebleven. Er is een duidelijke trend richting duurzaam werken en circulaire oplossingen, mede onder druk van opdrachtgevers die hier steeds strengere eisen aan stellen. Ook de inzet van technologie kan zorgen voor verbetering van bedrijfsprocessen.

Vijf belangrijke bevindingen over thuiswerken

Universiteit Stanford onderzocht in veertig landen hoe het is gesteld met thuiswerken. Daaruit blijkt dat in Noord-Amerika en Europa thuiswerken het meest voorkomt. En dat vrouwen met kinderen het liefst thuis willen werken. 5 bevindingen.

1. Noord-Amerika koploper

Engelstalige landen hebben gemiddeld de hoogste niveaus van thuiswerken met ongeveer 1,5 tot 2 dagen per week. Europese landen liggen daar iets onder met ongeveer 1 tot 1,5 dag per week. Aziatische landen werken het minst thuis met 0,5 tot 1 dag per week.

2. Niveau van thuiswerken gestabiliseerd

De totale hoeveelheid thuiswerken daalde van gemiddeld 1,6 dagen in 2022 tot 1,33 dagen in 2023 tot 1,27 dagen in 2024/2025.

3. Hybride werken vaker bij ouders

Het rapport van Stanford laat ook zien in hoeverre mannen en vrouwen met en zonder kinderen een regeling hebben om

thuis te werken. Met name werknemers met kinderen hebben veel vaker een 'hybride regeling' waarbij 1, 2 of 3 dagen per week thuis wordt gewerkt. Medewerkers zonder kinderen zijn vaker volledig op de zaak en dus 0 dagen thuis aan het werk. Of - en dat is het andere uiterste - ze werken vaker volledig op afstand met 5 of meer dagen per week thuis.

4. Thuiswerkpercentages vergelijkbaar voor mannen en vrouwen

De thuiswerkpercentages voor mannen en vrouwen zijn vergelijkbaar in alle be-

langrijke regio's die de onderzoekers bestreken.

5. Wens om thuis te werken hoogst bij vrouwen met kinderen

Terwijl mannen en vrouwen vergelijkbare thuiswerkpercentages hebben, willen vrouwen met kinderen vaker thuiswerken dan vrouwen zonder kinderen. Vrouwen met kinderen willen gemiddeld 2,66 dagen per week thuiswerken. Dat is 0,13 dag meer dan vrouwen zonder kinderen. Er zit weinig verschil in de wens om thuis te werken tussen mannen met of zonder kinderen.

KOFFIEPRIJS OP HOOGSTE NIVEAU IN 40 JAAR

JDE Peet’s, het moederbedrijf achter merken als Douwe Egberts, overweegt de prijzen van zijn producten verder te verhogen. Contractmanagers moeten rekening houden met nieuwe prijsonderhandelingen. De wereldwijde prijzen van koffiebonen zijn in de eerste vier maanden van 2025 met 28 procent gestegen ten opzichte van de tweede helft van 2024 - een niveau dat in veertig jaar niet is gezien. Daarom overweegt JDE Peet’s aanvullende maatregelen, waaronder prijsverhogingen. JDE Peet’s zal niet de eerste zijn die prijsverhogingen overweegt. Een andere producent kondigde eerder al prijsverhogingen en duurdere verpakkingen aan om de prijs van koffiebonen te compenseren.

Het nieuwe hoofdkantoor van PGGM

‘NIET DE MAKKELIJKSTE KEUZE, MAAR HET VERTROUWEN IS ER’

PGGM verhuist eind 2027 naar een nieuw kantoor in het centrum van Utrecht. De herontwikkeling van het leegstaande Gildenkwartier moet leiden tot een toekomstbestendige werkomgeving met focus op duurzaamheid en het welzijn van de gebruikers. Een gesprek met Arnold Veenema, manager Facility Management & Real Estate, over de plannen en aanpak.

DOOR GERARD DESSING

De Nieuwe Tuin.

Dat is de naam van het kantoor dat pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM eind

2027 in het stationsgebied van Utrecht gaat betrekken. Aan het besluit om het huidige kantoor in Zeist, waar de organisatie sinds 1970 is gevestigd, te verlaten, liggen meerdere redenen ten grondslag, vertelt Arnold Veenema, manager Facility Management & Real Estate, in een van de vergaderzalen.

13.000 M 2 KANTOOR ONGEBRUIKT

Een daarvan betreft het feit dat door het toegenomen thuiswerken de kantoorruimte te groot is geworden. Van de beschikbare 40.000 m2 is momenteel zo’n 27.000 m2 in gebruik, aldus Veenema. Bedrijfsmatig en vanuit duurzaam gebruik gezien geen wenselijke situatie.

Een andere reden heeft te maken met de duurzaamheidsopgave waar PGGM voor staat. ‘De organisatie heeft hoge ambities op gebied van duurzaamheid. We willen absoluut naar een ‘net

zero’-omgeving, dus Paris Proof, en dat niet alleen qua gebouw maar ook in beheer en gebruik. Zo’n stap zou hier in Zeist wel mogelijk zijn, maar dan praat je over gigantische investeringen.’

Die duurzaamheidsambities van PGGM gaan overigens verder dan sec het gebouw, benadrukt Veenema. ‘Het heeft ook te maken met hoe medewerkers en stakeholders naar kantoor reizen. We zitten hier in Zeist een prachtige, lommerrijke omgeving. Alleen de openbaar vervoer-verbindingen zijn niet optimaal. Veel collega’s komen met de auto en dat heeft gevolgen voor je duurzaamheidsopgave. Als je dat wilt veranderen is vestiging vlakbij een primaire ov-locatie een veel betere keuze. Dan maak je op duurzaamheidsgebied een enorme stap.’

AANTREKKELIJK WERKGEVERSCHAP

De derde reden betreft de positie van de organisatie op de arbeidsmarkt. Voor zowel het behoud van medewerkers als het werven van nieuwe collega’s is een modern, duurzaam en gezond kantoor in een goed bereikbare, levendige en dynamische omgeving van groot belang, aldus Veenema.

‘Een kantoorlocatie met de beste ov-bereikbaarheid van Nederland in de directe nabijheid een verscheidenheid aan winkels, sportvoorzieningen, lunchrooms, terrasjes en dergelijke dat aan alle duurzaamheidseisen voldoet, is in het kader van aantrekkelijk werkgeverschap vandaag de dag belangrijk.’

EISEN NIEUWE HUISVESTING

Deze drie redenen waren voor PGGM het sein om begin 2024 – na een ‘stay or go’-analyse en een financiële business case - te starten met een zoektocht naar een nieuwe locatie. De eisen waren helder: het nieuwe onderkomen moest een bijzonder duurzaam, toekomstbestendig en flexibel in te delen kantoor worden, passend bij de organisatie en gelegen op een per openbaar vervoer uitstekend bereikbare locatie.

De zoektocht naar een nieuwe locatie, waarbij PGGM werd ondersteund door CBRE, leidde vlak voor de zomer van 2024 tot een intentieverkla-

‘Straks zal er niet altijd voor iedereen een arbowerkplek zijn’

ring om Zeist te gaan verlaten en te verhuizen naar een centrale locatie in Utrecht. Een paar maanden later, het was inmiddels december, werd het huurcontract (24.000 m2) ondertekend voor het Gildenkwartier, een leegstaand pand dat inmiddels door de vastgoedontwikkelaar en PGGM is omgedoopt tot De Nieuwe Tuin.

RENOVATIE

Voordat het pand uit de jaren zeventig, een iconisch gebouw met zijn kenmerkende achthoekige vormen, kan worden betrokken, is een enorme renovatie vereist. Zo wordt het gebouw voorzien van een vernieuwde gevel, extra verbindingstrappen, een centrale patiotuin en meerdere daktuinen, met als resultaat een fraai uitzicht over de stad.

Verder is het doel het pand ‘Paris Proof’, zowel qua energie als materiaalgebruik, op te leveren en volledig te moderniseren qua zaken als binnenklimaat, akoestiek en integrale toegankelijkheid. Om dat niveau te bereiken moeten tal van maatregelen worden getroffen op bouwkundig en technisch gebied.

De Nieuwe Tuin, het kantoor van PGGM vanaf eind 2027, in hartje Utrecht, vanuit de lucht gezien.

HUISVESTINGSPROGRAMMA

Om de verbouwing, en de uiteindelijke overgang van Zeist naar Utrecht eind 2027, in goede banen te leiden, is door een breed samengestelde projectgroep een omvangrijk huisvestingsprogramma opgesteld. Het programma, genaamd ‘Vitruvius’, verwijzend naar een Romeinse architect en ingenieur en auteur van een handboek over bouwkunst, is onderverdeeld in vier deelprojecten.

Deelproject 1 gaat over de gebouwontwikkeling zelf. Tot december vorig jaar betrof dat vooral het huurcontract, sindsdien richt de focus zich op alles rondom het ontwikkelen van het gebouw. Project 2 staat eigenlijk los van De Nieuwe Tuin en heeft als centraal onderwerp de vraag: wat gaat er met de huidige locatie in Zeist gebeuren na het vertrek van PGGM? Deelproject 3 betreft het interieur en het gebouwgebruik. Hier gaat het om het inbouwpakket, het meubilair en de dienstverlening die vanaf eind 2027 in het nieuwe kantoor wordt geleverd.

TRANSITIEPROGRAMMA

Het vierde deelproject is het transitieprogramma. Het is misschien wel het belangrijkste onderdeel van Vitruvius, aldus Veenema. ‘Er komen voor medewerkers grote veranderingen aan, daar moet je aandacht aan besteden. In de tijden van het Nieuwe Werken hadden we het over Bricks,

‘Vestiging bij een primaire ov-locatie is een enorme stap in duurzaamheid’

Bytes, Behavior & Belonging. Nou, hier gaat het dus echt om Belonging én Behavior; anders denken én doen.

Veenema geeft als voorbeeld de manier van reizen die flink gaat veranderen. ‘PGGM’ers zijn gewend om met de auto naar het werk te gaan. We hebben in Zeist een parkeergarage voor 900 auto’s. Straks reizen we met het openbaar vervoer. Dat zal wennen zijn. Of denk aan de werkomgeving zelf: PGGM’ers zijn gewend dat er altijd voldoende werkplekken zijn. Straks, in De Nieuwe Tuin, is er altijd voor iedereen een stoel beschikbaar. Maar er zal niet altijd voor iedereen een arbowerkplek zijn. Daar moet je echt een veranderprogramma voor maken.’

GROTERE VLOEROPPERVLAKTES

Een van de aspecten die Veenema bijzonder aanspreken in De Nieuwe Tuin betreft de gebouwstructuur en de grote vloeroppervlaktes. Hij is ervan overtuigd dat he t de organisatie gaat helpen om te komen tot meer onderlinge verbinding en samenwerking. ‘We beschikken momenteel over een groot kantoor, maar het zijn in feite allemaal kleine stukjes. Dat komt het contact tussen teams en afdelingen niet altijd ten goede. Het nieuwe kantoor kent grotere vloeroppervlaktes die onder andere door centrale verbindingstrappen in goede verbinding met elkaar staan. In zo’n ruimte kun je geborgenheid faciliteren door met kleinere gebieden te werken, maar tegelijk is er ook meer verbinding mogelijk doordat teams in de buurt van elkaar zitten en makkelijker contact kunnen leggen.’

VERSCHIL EIGENDOM EN HUUR

Bijzonder voor PGGM is het feit dat, in tegenstelling tot de situatie in Zeist, het nieuwe kantoor in Utrecht een huurpand betreft. ‘Het casco bevindt zich in momenteel in de Definitief Ontwerp-fase, maar we hebben vanaf het Voorlopig Ontwerp al meegekeken en onze wensen ingebracht. We lopen in het hele ontwerpproces met de projectontwikkelaar mee zodat waar mogelijk onze wensen al zijn geïntegreerd in het casco ontwerp. Kijk, als je een kant-en-klaar pand huurt, pas je je aan het

gebouw aan. Maar nu is het anders. De verhuurder heeft belang bij een marktconform, rendabel gebouw zodat, wanneer wij zouden vertrekken, het weer makkelijk verhuurd kan worden. Ook wat betreft het inbouwpakket zijn we nauw betrokken en nemen we het voortouw. Dat pakket wordt door de aannemer van de gebouwontwikkelaar gerealiseerd. Dat is redelijk uniek, en heeft voordelen zoals meer snelheid, integraliteit en betere functionaliteit en kwaliteit.’

PARTICIPATIE VAN MEDEWERKERS

Belangrijke succesfactor voor een soepele overgang naar De Nieuwe Tuin wordt de participatie van PGGM-medewerkers, benadrukt Veenema. ‘De input van medewerkers is heel waardevol, niet alleen om te weten wat ze nodig hebben om hier straks fijn en goed te kunnen werken. Maar hun inbreng is ook belangrijk voor validatie van bijvoorbeeld een nieuw catering- en hospitalityconcept.’

Verder is het betrekken van medewerkers belangrijk voor de draagkracht, vervolgt Veenema. Om dat alles te organiseren is het ‘Vitruvius Forum’ in het leven geroepen. Medewerkers die zich daar-

‘Belangrijke succesfactor wordt de participatie van medewerkers’

voor aanmelden kunnen over verschillende onderwerpen meepraten en hun mening geven.

‘Denk hierbij aan de sfeer & beleving, de inrichting en het gebruik van kleed- , douche en andere welzijnsruimten, maar ook aan restauratieve voorzieningen en mobiliteit‘.

ANDER SOURCINGMODEL?

Een van de onderwerpen die de komende periode op facilitair gebied op tafel zal komen is het toekomstige sourcingmodel. Momenteel werkt

PGGM met twee leveranciers: Sodexo voor de soft services en Spie voor de hard services. Omdat De Nieuwe Tuin een huurpand betreft zal een nieuw contract voor technisch beheer en onderhoud er heel anders uit gaan zien. Veenema: ‘We gaan ons oriënteren op de vraag hoe we onze facilitaire dienstverlening willen gaan organiseren. Wordt het multiservices, single service of misschien een IFM-contract? Alle mogelijkheden staan open. Wat het uiteindelijk wordt zal in de toekomst duidelijk worden.’

FUNDA-MOMENT

Wat Veenema dacht toen hij in de oriëntatiefase voor het eerst de documentatie over het Gildenkwartier doornam?

‘Toen we de eerste proposities ontvingen had ik niet verwacht dat deze locatie op de lijst terecht zou komen. Ik voelde in eerste instantie een Funda-momentje, in de zin van: je moet er doorheen kijken om de potentie te zien. Maar al snel werd ik heel enthousiast. Waarom? Het is een gebouw met karakter, mede door de achthoekige vormgeving. Het zijn grote vloeren, maar ook weer niet mega. Bovendien worden er elementen aan het gebouw toegevoegd, zoals twee houten optoppingen met fraai uitzicht over de stad, een nieuwe patiotuin op het dak van de Mediamarkt, een compleet nieuw atrium en een aparte ingang aan het stationsplein. En dan ook het idee dat je samen met de ontwikkelaar optrekt om er een voor onze organisatie mooi en passend kantoor van te maken, voor nu maar ook voor de toekomst. Die combinatie spreekt me aan. Het is niet de makkelijkste keuze, maar we hebben er alle vertrouwen in dat het allemaal gaat lukken.’ <<

Arnold Veenema, manager Facility Management & Real Estate PGGM: ‘Veel collega’s komen nu met de auto, dat heeft gevolgen voor je duurzaamheidsopgave.’

Arjen van ’t Klooster (MN)

‘STOP MET NAVELSTAREN

EN KIJK VERDER DAN HET GEBOUW ALLEEN’

Een werkgever moet zijn focus niet alleen richten op dat wat er ín het kantoor gebeurt. Samenwerken met andere organisaties om de nabije omgeving te vergroenen en te verlevendigen hoort daar ook bij, aldus Arjen van ’t Klooster, hoofd Facilitair bedrijf van vermogensbeheerder MN. ‘Gaandeweg heb ik gezien dat aandacht voor het gebied rondom het gebouw ook belangrijk is.’

DOOR GERARD DESSING

Arjen van ’t Klooster is sinds 2013 werkzaam bij MN, een fiduciair vermogensbeheerder voor zeven pensioenfondsen in Den Haag met circa 500 medewerkers. Ruim 25 jaar geleden ging hij in de facilitaire wereld aan de slag en vervulde hij (zowel als zelfstandig projectmanager als in dienstverband) verschillende leidinggevende functies bij organisaties als Indover Bank, woningcorporaties Stadgenoot en Parteon, GGZ InGeest en de Hogeschool van Amsterdam. Elf jaar geleden kwam hij aan boord bij pensioenuitvoerder en vermogensbeheerder MN in Amsterdam en Den Haag, eerst als manager Facilities en vanaf 2016 als Hoofd Facilitair Bedrijf en Inkoop.

KRIMP

EN CONCENTRATIE

In die jaren maakte hij van dichtbij de nodige veranderingen in de organisatie mee. Door strategische keuzes, digitalisering, het afstoten van taken zoals het verzekeringsbedrijf en recentelijk de overgang van alle pensioenuitvoering naar PGGM, kromp het bedrijf in de loop der jaren van zo’n 1.250 medewerkers naar momenteel zo’n 500

medewerkers. Tevens werd afscheid genomen van de locaties in Amsterdam en Londen en werden alle activiteiten geconcentreerd in de Zilveren Toren in Den Haag, een 75 meter hoog kantoorgebouw aan de Prinses Beatrixlaan (pal aan de Utrechtsebaan).

TERUG NAAR 5 VERDIEPINGEN

Had de organisatie aanvankelijk nog alle 16 verdiepingen in de Zilveren Toren in eigen gebruik, inmiddels is dat aantal teruggebracht tot vijf. Het is niet uitgesloten dat op termijn nog een verdieping wordt verhuurd. Daarmee zou het aantal vierkante meters uitkomen op 4.800 voor uiteindelijk zo’n 400 medewerkers.

De afgestoten verdiepingen zijn in de loop der jaren door het Facilitair Bedrijf verhuurd aan meerdere organisaties: PMT (1 vloer), CoMetec (2 vloeren), het ministerie van Economische Zaken (4 vloeren) en recentelijk PGGM (2 vloeren). Met deze onderhuurders deelt MN de algemene vloeren 0 (BG, receptie, Bakery Café), -1 (fitness, ontspanning, meditatie) en de hoogste etages (15 voor vergaderen en 16 voor het restaurant en de sky bar).

Arjen van ’t Klooster: ‘Als ik als huurder aan mijn gebouweigenaar vraag: kan je de straat niet vergroenen, is de kans groot dat hij me verbaasd aankijkt en me wijst op het feit dat ik een huurcontact voor de Zilveren Toren heb.’

NIET ALLEEN FM’ER

De veranderde situatie (van single naar multi-tenant) bracht voor Van ’t Klooster een aanzienlijke uitbreiding van zijn functie met zich mee: naast hoofd van het Facilitair Bedrijf van MN werd hij ook meer en meer vastgoedbeheerder/exploitant van de kantoortoren.

Als leidinggevende van het Facilitair Bedrijf zorgt hij met zijn team voor het welzijn en de ondersteuning van alle bezoekers en medewerkers werkzaam in de Zilveren Toren. Daarbij gaat het om 1000+ werkplekken en in totaal 28.000 m2. Verder is hij nauw betrokken bij de exploitatie en het vastgoedbeheer en heeft hij het dagelijks beheer van de VVE-Beatrixgarage met 440 parkeerplekken in handen.

HYBRIDE WERKEN

Eén van de actuele aandachtspunten voor Van ’t Klooster is het steeds weer aanpassen van de werkomgeving in verband met de ontwikkelingen rond hybride werken (50/50). Doel: zorgen voor een moderne, hybride werkomgeving met flexplekken en een grote diversiteit aan werk-, ontmoetings- en samenwerkruimtes. Voor collega’s die zich even willen afzonderen zijn er meerdere kleine, verplaatsbare belcellen gerealiseerd. Ook zijn de audiovisuele faciliteiten in een aantal ruimtes meer geschikt gemaakt voor hybride vergaderen. Van ’t Klooster: ‘We kijken continu hoe we hybride bijeenkomsten, met een aantal mensen in de zaal en een aantal mensen thuis, dusdanig kunnen faciliteren dat iedereen goed in beeld komt. Daarvoor testen we momenteel een V-opstelling zodat je het beeld op een rij kunt zetten en iedere deelnemer beter in beeld komt.’

Om optimaal hybride te kunnen vergaderen test MN momenteel een V-opstelling. Voordeel: het beeld wordt op een rij gezet en iedere deelnemer komt beter in beeld.

KLEINE VERBOUWING

Verder vindt een bescheiden verbouwing plaats om bijeenkomsten voor grotere groepen tot zo’n 100 medewerkers voor samenwerken en ontmoeten mogelijk te maken. Daartoe wordt de voormalige post-reproruimte, die sinds vorige zomer niet meer in gebruik is, opnieuw gestoffeerd en ingericht met verrijdbare tafels en stoelen, zodat de indeling gemakkelijk te veranderen is.

Een naastgelegen herentoiletgroep wordt omgebouwd tot een genderneutrale sanitaire ruimte en het schoonmaakhok wordt verplaatst om ruimte te creëren voor een koffievoorziening.

‘Het is een kleine investering die wel nodig is, omdat we niet meer beschikten over zo’n flexibel in te richten grote ruimte terwijl daar wel steeds meer behoefte aan is.’

SAMENWERKING

Samenwerking met anderen is een ander belangrijk aandachtspunt voor Van ’t Klooster. Hij doelt daar-

bij niet alleen op samenwerken ín het pand zelf, dus multi-tenant met andere huurders, maar vooral ook met andere kantoren in de nabije omgeving. Om die samenwerking steviger te positioneren startte hij vanuit MN samen met enkele andere kantoorhoudende buurtgenoten in 2014 de Green Business Club Beatrixkwartier, met als pijlers Mobiliteit, Energie en Verlevendiging van het gebied.

Deelnemers zijn organisaties als gemeente Den Haag, WTC Den Haag, Cromwell, Nationale-Ne-

‘Vraag je af wat je in de directe omgeving zou willen doen’

derlanden, Buysse en Partners, CAK, FMO, Rode Kruis, Belastingdienst en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. ‘Voorheen hoorde daar ook medeoprichter PostNL bij en hopelijk is binnenkort ook de ANWB aangesloten in verband met de opening van haar nieuwe hoofdkantoor (25.000 m2) eind 2026 in ons Beatrixkwartier.’

Waarom die samenwerking zo zinvol is en veel kan opleveren? Voor Van ’t Klooster is het duidelijk: als organisaties vergelijkbare wensen en uitdagingen hebben, is samenwerken het antwoord om dingen slim voor elkaar te krijgen. ‘Als ik als huurder aan mijn gebouweigenaar vraag of hij de straat niet kan vergroenen, is de kans groot dat hij me verbaasd aankijkt en me wijst op het feit dat ik een huurcontact voor de Zilveren Toren heb. Hij zal dan misschien zeggen: wil je een groen dak, dan help ik je daarmee, maar verder gaat het niet. Maar als je met meerdere organisaties en de gemeente samenwerkt, is zo’n wens toch eerder te vervullen. Het draagt bij aan duurzaamheid en het gebied wordt leuker voor bewoners en medewerkers die af en toe een rondje willen lopen waardoor je ook in dat aspect een aantrekkelijkere werkomgeving biedt.’

Van ’t Klooster is ervan overtuigd dat facility management een belangrijke rol speelt bij het aangaan van samenwerkingsverbanden in de nabije omgeving om het gebied te verlevendigen, te vergroenen en zo aantrekkelijker te maken als plek om te werken en te verblijven. Een groene en levendige omgeving kan ook helpen om medewerkers te verleiden wat vaker naar kantoor te komen.

Kijk verder dan je eigen gebouw en vraag je af wat je in de directe omgeving zou willen doen, is zijn devies. ‘Je moet niet blijven navelstaren’, benadrukt hij. ‘Ja, je moet je zaken intern goed regelen, je moet je houden aan wet- en regelgeving maar kijk vooral ook verder. Aantrekkelijk en goed werkgeverschap gaat verder dan wat er in het gebouw of op de thuiswerkplek gebeurt. Even weg van de beeldschermplek, bewegen in het groen stimuleert het welzijn van mensen. Denk

aan het mogelijk maken van een parkje, het uitzetten van wandelroutes waar je bijvoorbeeld een wandel-bila kunt lopen, ervoor zorgen dat een nabijgelegen horecagelegenheid of koffiekar wél een vergunning voor een terrasje krijgt, dat soort kleine dingen draagt bij aan de omgeving en trekt mensen weer naar kantoor.’

GEBIED RONDOM GEBOUW

Toen hij bij MN startte, was hij nog niet zo direct met het onderwerp bezig. Zijn focus lag toen met name op de interne dienstverlening en medewerkerstevredenheid. Gaandeweg ontstond bij hem het besef dat aandacht voor het gebied rondom het gebouw ook belangrijk is.‘Met elkaar zorgen dat de wereld in je directe omgeving beter wordt, daar gaat het ook om. Ik denk echt dat dat werkt.’

STAY OR GO?

Hoe Van ’t Klooster qua huisvesting de toekomst ziet? In verband met het aflopende huidige huurcontract ligt er momenteel een actuele vraag op tafel: stay or go? Het denkproces is al in gang gezet, iets wat overigens ook voor de onderhuurders geldt. Een vraag die in dit kader ook beantwoord moet worden is of MN zelfstandig verder gaat of dat er een plan komt om als collectief, samen met een of meerdere onderhuurders, te blijven of te verkassen.

Dat de organisatie in de buurt gevestigd zal blijven, ligt volgens Van ’t Klooster overigens wel voor de hand. Dat heeft onder meer te maken met de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer en de huidige CSRD-regelgeving. ‘Net als andere grote organisaties moeten ook wij de CO2-uitstoot verlagen. Dat is onder meer mogelijk door het autogebruik voor woon-werkverkeer terug te dringen door op een plek te zitten die per ov goed bereikbaar is. Groen en duurzaam is steeds meer een businessmodel en daar moet je wat mee. En denk eens aan de jongere generatie medewerkers, die vindt het belangrijk om ergens te werken waar het ertoe doet. Daar hoort ook duurzame bedrijfsvoering, dus het verlagen van je CO2-uitstoot, bij.’ ‘Medewerkers moeten voelen dat we aandacht

voor hun wensen hebben. Dat was tijdens corona soms lastig zichtbaar te maken, maar is zo belangrijk’, aldus Van ’t Klooster afsluitend.

‘We hadden geen flexibele grote ruimte terwijl daar wel steeds meer behoefte aan is’

Hij verwacht dan ook dat HR en FM op dat gebied dichter bij elkaar komen, een goede ontwikkeling wat hem betreft. ‘Een goede facility manager moet sterk zijn in zowel ‘hard’ als ‘zacht’, waarbij dat laatste niet alleen de soft services betreft, maar ook de menskant. Voelt de persoon zich verbonden met de organisatie waar hij of zij werkt? Voelt hij zich thuis, wordt er goed voor hem gezorgd, is er aandacht voor hem? Die vragen worden steeds belangrijker, en aan de antwoorden kan juist FM een bijdrage leveren.’ <<

STEDIN OP WEG NAAR 100% FUNCTIONELE WERKOMGEVING

Kantoren herinrichten zodat ze meer geschikt zijn voor ontmoeten en samenwerken, de Triple Excellence Pyramide inzetten als strategisch stuurinstrument, meer gebruik maken van facilitaire data en zorgen voor flexibiliteit en adaptiviteit. Het zijn belangrijk onderdelen van de strategie van de afdeling Facilities van Stedin om te komen tot een 100 procent functionele werkomgeving.

DOOR GERARD DESSING FOTOGRAFIE INTERIEUR STUDIO BLAAK

Manager Supply Chain Services

Maarten van den Bergh en category manager Faci-

litair Sietze de Vries geven inzicht in de achtergronden en de aanpak. ‘Laten we eerst even een kijkje nemen op de zesde verdieping’, zegt Van den Bergh, voorafgaand aan het interview dat vijf minuten later in een van de vergaderkamers op het hoofdkantoor van Stedin in Rotterdam plaatsvindt.

De reden voor de rondgang is snel duidelijk: waar voorheen in de 400 m2 grote ruimte 34 bureauwerkplekken in blokken van vier of zes stonden opgesteld, is nu een levendig ontmoetings- en samenwerkgebied gecreëerd, met zitjes in diverse soorten, tweepersoons ‘treincoupés’, kleine tafels met stoelen, een aantal scrumruimtes, een brainstormhoek, enkele vergaderzalen en een koffiebar (naam: Stedin kV) met een gebaarista die op verzoek verse cappuccino’s, latte macchiato’s en andere koffies bereidt. ‘In deze ruimte bevinden zich

nu zo’n 85 stoelen, meer dan een verdubbeling dus ten opzichte van de oude situatie. En je ziet aan de drukte hier dat er flink gebruik van wordt gemaakt.’

SUPPLY CHAIN SERVICES

Van den Bergh (Facility Management, Diedenoort, 1993-1998) is ruim 25 jaar werkzaam in het facilitair werkveld. Sinds 2007 doet hij dat in de energiesector, bij Eneco als hoofd Huisvesting en vanaf 2010 bij Stedin als hoofd FM en Inkoop, hoofd Facilities en sinds juni 2022 als manager Supply Chain Services, waar Facilities onderdeel van uitmaakt. In die rol is hij verantwoordelijk voor alle servicegerelateerde activiteiten die bijdragen aan een functionele werkomgeving, zowel binnen (de werkomgeving in de kantoren), buiten (alles voor de medewerkers die buiten aan de slag zijn) als onderweg (mobiliteitsportfolio).

Zijn collega Sietze de Vries (Facility Management, Hogeschool Rotterdam, 1997-2001), sinds 1 maart 2024 bij Stedin in dienst als category manager Facilitair, is verantwoordelijk voor de kan-

tooromgeving. Daarvoor was hij werkzaam in verschillende facilitaire functies bij onder meer Delta Lloyd en Sodexo.

VERHOUDING 30-40-30

Een van de actuele aandachtspunten voor Van den Bergh en De Vries is de herinrichting van de kantoren, zo’n 30 in totaal, voortvloeiend uit het in november 2021 gelanceerde hybride werkconcept Stedin@Work. Dat nieuwe concept speelt in op de veranderende functie van het kantoor als plek waar medewerkers vooral komen om samen

5 DRIVERS FUNCTIONELE WERKOMGEVING BIJ STEDIN

Veilig: goed materieel, goede arbo-omstandigheden, veilige werkomgeving.

Service : doel is 7,7 klanttevredenheid.

Enabled : obstakels wegnemen die het werk minder efficiënt maken.

Stedin noemt dit ‘Hand on Tool Time’ (HOTT). Doel: elke verbetering moet leiden tot zo min mogelijk 'waste'-uren zodat personeel zo veel mogelijk uren kan maken in ‘de put’ of achter het toetsenbord.

Leveranciers : targets Stedin zijn ook targets leveranciers.

Duurzaam : CO 2 -neutraal mobiliteit, energiezuinig vastgoed, duurzame producten/diensten.

te werken en te ontmoeten. Om die functies te faciliteren werd als uitgangspunt de verhouding 30-40-30 geformuleerd:

>30 procent individuele werkplekken; >40 procent samenwerken; en >30 procent ontmoeten.

Voor de kantoorlocaties betekent dit dat op natuurlijke momenten, zoals het expireren van een huurcontract of een grote verbouwing, samen met de gebruiker de actuele huisvestings- en inrichtingsbehoefte in kaart wordt gebracht en waar nodig de inrichting wordt aangepast om samenwerken en ontmoeten nog beter te faciliteren.

SENSORING EN BEZETTINGSONDERZOEKEN

Dat de in 2021 gekozen verhouding 30-40-30 een kleine vier jaar na dato nog fier overeind staat, wordt gestaafd door de data, licht Van den Bergh toe. ‘Neem hier het hoofdkantoor. Uit sensoring en bezettingsonderzoeken die we periodiek uitvoeren, blijkt dat in dit pand op maandag tot en met donderdag ruim 900 mensen aanwezig zijn,

dat is een bezetting van meer dan 100 procent in vergelijking met de beschikbare arbo-werkplekken. Maar als je kijkt naar de bezetting van deze bureauwerkplekken zelf, dan haal je niet eens de 50 procent. Dat sterkt ons in de strategie om de vierkante meters te optimaliseren in functie, en het aantal individuele bureauwerkplekken te reduceren en meer samenwerk- en ontmoetingsplekken toe te voegen.’

De Vries haalt er voor de volledigheid nog wat cijfers bij. ‘Hier op de Blaak hadden we 860 individuele werkplekken, daar gaan er minstens 250 vanaf. In percentages zaten we op ongeveer 60% individueel werken, maar we gaan naar 30%. Verder zie je dat ontmoeten, zoals hier op de zesde etage gebeurt, ook nog gaat stijgen van 21 naar 40%.’

KLEINER BUREAUBLAD

In het verlengde van de afname van het aantal individuele bureauwerkplekken overweegt Stedin de afmetingen van de bureaubladen aan te passen. De Vries daarover: ‘Heb je vandaag de dag nog een groot werkblad nodig? Steeds meer mensen werken digitaal, een bureau van 1.40 meter is dan prima, dat hoeft echt niet de gebruikelijke 1.80 of 1.60 meter te zijn. Als je werkbladen kleiner maakt, blijven er uiteindelijk meer vierkante meters over om in te richten voor samenwerken en ontmoeten. Medewerkers die even hun mail willen doen tussen vergadermomenten door kunnen ook een aanlandplek zoeken en hebben niet echt een grote volledig geoutilleerde arbo-werkplek nodig.’

KLEINERE VERGADERZALEN

De metingen via sensoring betreffen overigens niet alleen de bezetting van een werkplek, maar ook de functie. Ook dat levert nuttige informatie en kansen voor optimalisatie op, vervolgt Van den Bergh. Als voorbeeld noemt hij de metingen in de

CIJFERS STEDIN

‘De in 2021 gekozen verhouding staat vier jaar na dato nog fier overeind’

vergaderzalen. ‘De vergaderzaal waar we nu zitten beschikt over een tafel met acht stoelen. We hebben via sensoring de bezetting gemeten, maar er is ook een personenteller geïnstalleerd. Wat bleek? Die zalen waren met 75 procent door de week flink bezet, maar de gemiddelde bezetting lag op 1,9. Blijkbaar gingen er hier dus regelmatig twee mensen videobellen, en namen ze een zaal voor acht mensen in beslag. Zonde van de ruimte natuurlijk. Conclusie: we moeten meer kleinere overleg- en hybride belruimtes voor bijvoorbeeld twee personen creëren.’

NIEUW HOOFDKANTOOR IN 2027?

Een ander aankomend aandachtspunt voor beide facility professionals is de oriëntatie op een nieuw hoofdkantoor in 2027. In verband met het aflopende huurcontract heeft een projectgroep vorig jaar een aantal criteria vastgesteld en werd een lijst met mogelijke panden opgesteld. Dat gebeurde niet alleen op basis van een objectieve ranking maar ook door rekening te houden met opgehaalde meningen van meer dan 300 medewerkers over een gewenste werkomgeving. Dit natuurlijke moment wordt vanzelfsprekend benut om de totale werkomgeving van het hoofdkantoor te herzien.

TOETSEN HUISVESTINGBEHOEFTE

Wat de medewerkers wilden? ‘Dat was eigenlijk niet zo verrassend, eerder bevestigend’, vervolgt Van den Bergh. ‘De eerste 80 procent van de uitkomsten had te maken met samenwerken en ontmoeten. Pas daarna kwam met 17 procent een goede werkplek. Ook dat sterkt ons in de gedachte dat we op de goede weg zijn. Het benadrukt ook het belang van het continue toetsen van de huisvestingbehoefte bij de business.’

> Aantal medewerkers: ongeveer 6.000 (eind 2025: ca. 7.000)

> Locaties: circa 30 (o.a. kantoren en opkomstruimtes)

> Hoofdkantoor: Blaak, Rotterdam, 14.000 m 2

> Distributiecentrum: Vianen (in aanbouw), 35.000 m 2

Het is overigens de verwachting dat het nieuwe hoofdkantoor qua vierkante meters even groot zal blijven. Door de andere invulling van de vierkante meters worden deze beter gebruikt. Dat maakt het mogelijk om de verwachte groei van de organisatie (er komen 1.000 nieuwe medewerkers per eind van het jaar bij, ongeveer 500 van hen komen op kantoor te werken) goed opgevangen kan worden.

TRIPLE EXCELLENCE PYRAMIDE

Met als doel te komen tot een 100 procent functionele werkomgeving heeft Supply Chain Services een methodiek bedacht om alle producten en diensten eenduidig en helder te kwalificeren, dit om de focus goed te kunnen bepalen zodat het juiste resultaat wordt behaald. ‘100% is voor ons een ambitie-KPI. Het is natuurlijk niet realistisch om dit te halen, laat staan te behouden. Maar we streven ernaar en zetten in op het hoogst haalbare resultaat’. De methodiek is visueel weergegeven in de Triple Excellence Pyramide met drie items:

>Customer Experience (klantbeleving); >Product Excellence (effectiviteit); en >Operational Excellence (efficiëntie).

Het is de bedoeling om voor ieder product of dienst een aantal waarde-drijvers en waarde-borgers te benoemen en enkele waarde-kpi’s waarop ze kunnen worden beoordeeld.

Van den Bergh is hoopvol dat het onlangs ingezette traject zijn vruchten zal afwerpen. ‘We zitten nog maar aan het begin hoor en zijn net gestart met het uitwerken van die driehoek. Maar als het goed is biedt deze manier van werken ons een strategisch stuurmiddel en geeft het richting in wat we doen - en moeten doen - om ons doel te behalen namelijk het realiseren van een optimale en 100% functionele werkomgeving.’

MEDEWERKERSTEVREDENHEID

Of Stedin de tevredenheid van de medewerkers rondom de werkomgeving meet? Ja, knikt Van den Bergh. Dat staat ook dit jaar weer op de planning, maar hij wil het wel anders gaan doen. Basale vragen als ‘Wat vindt u van de schoonmaak?’ hebben wat hem betreft weinig zin. De oude manier van uitvragen is tamelijk achterhaald, vindt hij. ‘Waarom moet iemand aangeven of hij 3 of 4 per jaar glasbewassing zou willen? Wij zijn als FM de specialist, laat dat aan ons over, op basis van de prijs/kwaliteitverhouding zijn we heel goed in staat dat goed te doen. Het is veel waardevoller om in gesprek te gaan met gebruikers op een ander niveau zodat we andere keuzes kunnen

Sietze de Vries, category manager Facilitair en (rechts) Maarten van den Bergh, manager Supply Chain Services bij Stedin.

gaan maken als het gaat om werkplekken of dienstverlening. Met die informatie kunnen we de Excellence Pyramide aanpassen.’

WORKPLACE MANAGEMENT

‘Heb je vandaag de dag nog een groot werkblad nodig?’

Aan het slot van het gesprek geeft Van den Bergh een samenvatting van de manier waarop workplace management de komende jaren meer toegevoegde waarde aan de organisatie gaat leveren. Hij somt de elementen op die daarvoor volgens hem belangrijk zijn. ‘We anticiperen op de veranderende huisvestingsbehoefte van de klant, werken vanuit een visie (zorgen dat de keten werkt), houden rekening met het actuele speelveld (in 2025 groeit de organisatie van 6.000 naar 7.000 medewerkers), gaan gebruik maken van het Triple Excellence-model en willen nog meer dan nu het geval is datadriven gaan werken. Dat alles met als doel het realiseren van een 100 procent functionele werkomgeving die voldoet aan de door ons gestelde eisen op gebied van veiligheid, service performance, productiviteit en duurzaamheid, alles aangestuurd vanuit een regiemodel waarin we nauw samenwerken met leveranciers. Al met al een veelomvattend en uitdagend traject.’ <<

Waarom Huawei op kantoor al jaren Nespresso serveert

Bij wereldleider in digitalisering en energieoplossingen Huawei technologies Nederland is Nespresso al jaren de vaste keuze als het om koffie gaat. Naast de ruime keuze aan smaken en de hoge kwaliteit van de koffie spelen gemak en service een grote rol. Site manager ISS Nederland Robin Mooij legt uit waarom Huawei zo tevreden is: ‘Gasten zijn vaak blij verrast.’

Huawei Nederland bestaat dit jaar 20 jaar en heeft in ons land vestigingen in Rijswijk, Waalwijk en Amsterdam. Daar werken in totaal ruim 500 mensen. ISS Facility Services verzorgt het facility management en Robin Mooij is namens ISS sinds 2020 site manager bij Huawei in Rijswijk. Toen de vraag aan de orde kwam met welke partner een contract voor de koffievoorziening moest worden gesloten, was het antwoord snel gegeven, zegt Mooij: ‘Ze wilden per se door met Nespresso, want ze waren heel blij met de koffie.’

Dat wil wat zeggen, want het van oorsprong Chinese Huawei legt de lat hoog als het om eten en drinken gaat. ‘De eet- en drinkcultuur is hier heel belangrijk. Zo zijn er eigen Chinese chefs in dienst om het eten te bereiden.’ Inmiddels worden er ook westerse maaltijden geserveerd, maar daar lag niet de prioriteit toen die vraag vanuit de top van de organisatie werd neergelegd: ‘Westers eten was best welkom, maar de koffie was nog belangrijker. Daar werd meteen werk van gemaakt en toen kwam Nespresso in beeld.’

Bij Huawei werken in totaal 30 nationaliteiten, maar lekkere koffie staat bij iedereen hoog op het verlanglijstje, zegt Mooij. ‘In de Aziatische cultuur is thee bijvoorbeeld heel belangrijk, maar dat doet niet af aan de vraag naar goede koffie. Bovendien valt het ook in de smaak bij gasten van Huawei. Die zijn vaak positief verrast dat we Nespresso hebben.’

VEEL KEUZE EN CONSTANTE KWALITEIT

Een van de pluspunten is dat er diverse soorten Nespresso verkrijgbaar zijn. Bij Huawei op kantoor zijn er acht verschillende smaken verkrijgbaar. De Creations, varianten met smaken als vanille en caramel, doen het goed, zegt Mooij. Naast de twee Creations-smaken zijn er nog zes ‘gewone’ koffievarianten verkrijgbaar, zoals Finezzo of het meer krachtige Intenso ‘Dat is veel meer variatie dan een gemiddelde koffiemachine aanbiedt.’ Behalve de variatie is de constante kwaliteit een punt dat hoog

scoort bij Mooij: ‘Je weet dat je altijd dezelfde kwaliteit krijgt, met altijd dezelfde koffie die uit de capsule komt. Het voordeel is dat de koffie in een beschermde atmosfeer zit, zodat de koffie goed blijft. Bonen kunnen na verloop van tijd aan smaak verliezen.’ Daarnaast is zijn de machines makkelijk en snel in het gebruik: ‘De doorloop van de koffie doet niet onder voor die van een bonenmachine. Je ziet direct en duidelijk welke koffie je hebt en je hoeft niet door een menu te scrollen om te kijken waar jouw voorkeurssmaak is.’ De kwaliteit en keuze van koffie wordt bij Huawei mede om die redenen met een 9 gewaardeerd. ‘Dat is voor Nederlandse begrippen heel hoog.’

SERVICE EN ONDERHOUD

Niet alleen de medewerkers zijn enthousiast, Mooij zelf is in zijn rol als opdrachtgever ook blij met Nespresso als partner. ‘Ik heb een eigen account waarmee ik alles kan bestellen en er is een accountmanager bij wie ik altijd terecht kan voor ondersteuning. We hebben een servicecontract voor de machines en als er iets is, staan ze de volgende dag voor de deur om het op te lossen.’

Het onderhoud van de machines is een van de punten waar een facility manager op moet letten. ‘Nespresso-machines hebben over het algemeen weinig onderhoud nodig’, zegt Mooij. ‘Af en toe moeten ze ontkalkt en gereinigd worden, maar vergeleken met andere oplossingen zijn ze onderhoudsvriendelijk. Je hebt er een stuk minder werk aan. Je kunt ervoor kiezen om de machine op de toe- en afvoer van het water aan te sluiten, zodat je niet steeds het reservoir hoeft bij te vullen.’

Intussen heeft Huawei ervoor gekozen om nog een extra machine neer te zetten. ‘We hebben al een tijdje de Momento, maar de vraag naar melkspecialiteiten was groot, zodat we ook een Aguila hebben laten neerzetten. Die maakt tot 310 kopjes koffie per uur en kan 19 verschillende recepten bereiden. Daar wordt intensief gebruik van gemaakt. En de Aguila levert een bovengemiddeld goede kwaliteit melkschuim.’

HERGEBRUIK

De werkwijze met capsules is heel handig, maar zorgt ook voor afval. Wat doet Huawei met al die lege cupjes? ‘Die worden bij ons opgevangen in een bak die door onze facilitair medewerkers wordt geleegd. De capsules verzamelen we in een kliko van 240 liter die wordt opgehaald door Nespresso. Er is wel afval, maar het wordt gerecycled en daar hebben wij verder geen omkijken naar. Alle grondstoffen worden hergebruikt.’

Nespresso heeft een B corp-certificatie: goed qua duurzaamheid dus. Mooij vindt het belangrijk dat de doelstellingen van een partner aansluiten bij de dienstverlening die Huawei zelf wil bieden. ‘Wij streven ook zoveel mogelijk duurzaam ondernemen na, dus we willen graag partners die hetzelfde doel hebben. Dan versterk je elkaar.’

Op het gebied van verantwoorde teelt en eerlijke prijzen voor koffieboeren loopt Nespresso voorop, onder meer met een samenwerking met Fairtrade waarbij een pensioenplan voor Colombiaanse koffieboeren is opgezet. Daarnaast bestaan de capsules voor 80% uit gerecycled aluminium, wat ook weer duurzamer is.

CAFEÏNEVRIJ

Met name jongere medewerkers zijn tegenwoordig bewuster bezig met hun cafeïne-inname. Dat ziet Mooij in de praktijk terug,

'De capsules verzamelen we in een kliko van 240 liter die wordt opgehaald door Nespresso'

omdat de decaf-variant van Nespresso populairder wordt. ‘Of omdat ze gewoon de koffie lekker vinden. Dan kiezen ze ’s ochtends voor gewone koffie en nemen ze ’s middags de cafeïnevrije variant. Het voordeel is je bij ons eenvoudig kunt wisselen tussen koffie met en zonder cafeïne.’

VOORDELIGE SERVICECONTRACTEN

Zijn er dan helemaal geen nadelen te bedenken aan het gebruik van Nespresso-koffie? ‘Je zou het een drempel kunnen vinden dat de cups in aanschaf wat prijziger zijn dan bijvoorbeeld bonen’, zegt Mooij. ‘Maar daar staat tegenover dat de machines veel onderhoudsvriendelijker zijn. Onderaan de streep zijn de kosten vergelijkbaar met die van een bonen-oplossing. De machines zijn niet duur in aanschaf en de servicecontracten zijn voordelig. Al met al is het voor ons de beste optie, want onze medewerkers maken we blij met kwaliteitskoffie en uitgebreide keuze.’

Dit artikel is gesponsord door Nespresso.

THEMA: WERKPLEK

Gerenoveerd hoofdkantoor DNB

MET ONE SERVICE TEAM NAAR OPTIMALE DIENSTVERLENING

Na een ingrijpende verbouwing van meer dan vijf jaar is begin januari het gerenoveerde hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank in gebruik genomen. Onder meer de samenwerking in het One Service Team tussen eigen medewerkers en externe dienstverleners moet zorgen voor optimale dienstverlening aan medewerkers, gasten en bezoekers. Een gesprek met Frank van Herpen, afdelingshoofd Facilitair Management.

Sinds december 2022 is Frank van Herpen werkzaam als afdelingshoofd Facilitair Management bij De Nederlandsche Bank (DNB). Na zijn studie Technische Bedrijfskunde vervulde hij ruim 25 jaar verschillende (management)functies in de wereld van openbare orde, veiligheid en gezondheid. In 2019 ging hij aan de slag als Directeur Faciliteiten en Informatietechnologie bij Hogeschool Rotterdam om drie jaar later de overstap te maken naar De Nederlandsche Bank.

BREED PAKKET AAN DIENSTEN

Van Herpen is eindverantwoordelijk voor een breed pakket aan diensten. Naast ‘reguliere’ aandachtsgebieden als services (waaronder receptie, catering en schoonmaak) en asset- en workplace management (vastgoed en huisvesting, beheer en onderhoud, werk(plek)concept), kent zijn afdeling een aantal specifieke expertisegebieden zoals informatiemanagement, procesmanagement en

innovatie. Continuïteit van de dienstverlening van DNB staat daarbij voorop. Verder is hij opdrachtgever voor diverse projecten, met name op het gebied van duurzaamheid en datagedreven bedrijfsvoering.

FACILITAIR TEAM: 44 MEDEWERKERS

Zijn team bestaat uit 44 medewerkers (fte, in dienst). Ze vervullen een verscheidenheid aan functies, van medewerker postkamer, beheer & onderhoud en groenvoorziening tot aan facilitair servicemanager, OST-coördinator en sectiehoofd.

De operationele dienstverlening is uitbesteed aan drie grote partijen: Hutten verzorgt de catering, EW doet de schoonmaak en zorgt voor een aantal aanverwante diensten zoals gladheidsbestrijding, afvalmanagement en glasbewassing (multiservices) en Embrace levert hospitalitydiensten.

NIEUW WERKPLEKCONCEPT

De opening van het duurzaam gerenoveerde DNB-kantoor aan het Frederiksplein op maandag

6 januari was het startsein voor de ingebruikname van het nieuwe werkplekconcept, vertelt Van Herpen in een van de vergaderzalen op de eerste verdieping. Dat concept is gebaseerd op activiteitgericht werken: medewerkers zoeken gedurende de dag het type werkplek dat past bij het type activiteit dat ze gaan uitvoeren.

VIER WERKPLEKTYPEN

Het kantoor van DNB beschikt over vier soorten werkplekken: open werkplekken met en zonder beeldscherm, omsloten overlegplekken, ondersteunende ruimtes voor ontspanning en aanvullende ontmoetingsplekken, zoals het restaurant, de tribunetrap en het ontvangstgebied. Deze werkplekken verschillen in grootte, soort meubilair en voorzieningen.

Het werkplekconcept is gebaseerd op onder andere werkprofielen van de verschillende functies die bij de bank bestaan. Van Herpen in een toelichting: ‘Van alle functies hier in huis, of dat nu een servicedeskmedewerker, beleidsmedewerker of een toezichthouder is, zijn eerst profielen gemaakt zodat we wisten welk type werk zo’n medewerker uitvoert. Vervolgens zijn de werkplekbehoeften in kaart gebracht en is dit vertaald naar werkplekinrichting. Zo is er een mix ontstaan met verschillende werkplekindelingen per type werk.’

Hoe dat in de praktijk in het gebouw uitpakt?

‘We hebben 3.000 stoelen, dus iedereen vindt altijd een plek’

Van Herpen: ‘In de basis zijn overal in ons kantoorgedeelte de vier verschillende werkplektypen terug te vinden. In de laagbouw vind je – ten opzichte van de hoogbouw – wat minder open werkplekken en wat meer overlegruimtes. Dat komt ook doordat een deel van de laagbouw (het ‘Forum’) ingericht is als vergaderlocatie voor onszelf en onze gasten.’

1.200 PLEKKEN MET BEELDSCHERM

Bij DNB zijn in totaal zo’n 2.300 medewerkers in dienst. Zij zijn niet (tegelijkertijd) werkzaam op het hoofdkantoor in Amsterdam, maar ook in Zeist, thuis of bij otsi's (Onder Toezicht Staande Instellingen, zoals banken, verzekeraars, pensioenfondsen, beleggingsinstellingen en dergelijke). In het pand aan het Frederiksplein zijn ongeveer 1.200 werkplekken met beeldscherm beschikbaar en daarnaast ruim 400 werkplekken zonder beeldscherm, overlegplekken en belplekken.

Van Herpen: ‘We hebben in ons kantoor 3.000 stoelen staan, dus iedereen vindt altijd een plek om fijn te kunnen werken.’

ONE SERVICE TEAM (OST)

Medewerkers, gasten en bezoekers worden tijdens hun aanwezigheid gefaciliteerd door het One Service Team (OST), een samenwerking tussen interne afdelingen (facilitair, beveiliging en De Nieuwe

Schatkamer, het publiektoegankelijke gebied) en vertegenwoordigers van de externe dienstverleners. De aansturing van het team is in handen van drie OST-coördinatoren, dat zijn nieuw gecreëerde functies. Ze zorgen ervoor dat alle bij de dienstverlening betrokken partijen dat op een goede manier in gezamenlijkheid doen, aldus Van Herpen. Met wat voorbeelden geeft hij aan wat hij daarmee bedoelt. ‘We vinden het belangrijk dat iedereen (medewerker, gast en bezoeker) zich bij DNB welkom en veilig voelt. Daarvoor is het van belang dat bijvoorbeeld beveiliging zich niet alleen richt op de security, maar dat ze ook een hospitalitytaak vervult. En de receptionisten ook op veiligheid letten.'

'We werken overigens al ruim twee jaar vanuit deze gedachte, maar dat zie je in de huidige omgeving eigenlijk nog beter uit de verf komen', vervolgt Van Herpen. 'Dit is een heel open en toegankelijk gebouw, prachtig natuurlijk. We heten iedereen van harte welkom maar we moeten ons ook realiseren dat niet iedereen zich altijd gedraagt zoals we dat graag zouden zien.’

VOORDELEN ONE SERVICE TEAM

Wat de grote voordelen van een One Service Team zijn? Van Herpen noemt er een aantal. ‘Door te werken met een OST creëer je het besef dat we met

‘We zijn er zowel kwalitatief als kwantitatief op vooruit gegaan’

zijn allen verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse operatie en ontstaat er een stuk bewustwording dat je alleen succesvol kan zijn als je het samen doet. En ook belangrijk: door elke ochtend met elkaar af te stemmen weet je van elkaar wat er op die dag te doen is, iets wat voorheen niet altijd automatisch gebeurde. Daardoor verklein je de kans op misverstanden en vergroot je kans op optimale dienstverlening en ben je in staat elkaar te helpen.’

MEER VERGADERZALEN

In het kader van de overgang naar het gerenoveerde kantoor is het aanbod aan services en voorzieningen de afgelopen periode tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast. Voor Van Herpen springen twee zaken eruit. Ten eerste: de vergaderfaciliteiten. ‘We zijn er zowel kwalitatief als kwantitatief op vooruit gegaan. In onze tijdelijke huisvesting, het Toorop-gebouw aan de Spaklerweg in Amsterdam, waren te weinig ruimtes beschikbaar om te vergaderen. En ook zaken als akoestiek en de beschikbare AV-middelen waren niet optimaal. Dat hebben we nu echt goed op orde.’

DE NIEUWE SCHATKAMER: 4.800 M2

Verder vormt de Nieuwe Schatkamer, een gebied van 4.800 m2 dat vanaf maart 2025 voor iedere bezoeker (ook zonder aanmelding!) toegankelijk

is, een nieuw aandachtsgebied.

In de kluis, waar voorheen het goud en geld van DNB was opgeslagen, is op de begane grond en in de kelder een inspirerend expositie- en belevingsgebied gecreëerd rondom financiële en monetaire onderwerpen, zoals de economie, de geschiedenis van geld en De Nederlandsche Bank.

Belangstellenden, jong en oud, kunnen meedoen aan games, rondleidingen, debatten en andere evenementen. Verder is er plek om te studeren of de krant te lezen onder het genot van een kop koffie. ‘Wat daar gaat gebeuren is helemaal nieuw voor de bezoeker, maar dat geldt ook voor ons als dienstverlener en de ‘gemiddelde’ DNB’er. Daar waar ons pand voorheen een gesloten bolwerk was kom je straks opeens bezoekers tegen, dat is echt anders. We zijn ons goed aan het voorbereiden op hoe we dat in goede banen gaan leiden.’

WELKOM EN VEILIG

De openheid van het pand brengt ten opzichte van de oude situatie een nieuwe uitdaging met zich mee: hoe zorg je voor een goede balans tussen veiligheid en gastvrijheid? Belangrijke succesfactor is ervoor zorgen dat medewerkers van bijvoorbeeld de receptie of de espressobar beseffen dat ze naast hun primaire taak ook oog hebben voor de omgeving.

‘Het is niet: u vraagt en wij draaien’

‘Ze hebben een signalerende functie als het gaat om afwijkend gedrag. Als mensen hier binnenkomen moeten ze niet in eerste instantie beveiliging zien, maar een vriendelijke host die hen welkom heet. En daarnaast zijn er natuurlijk ook beveiligers, maar meer op de achtergrond aanwezig. En ook Beveiliging zal op een vriendelijke manier iemand met een vraag helpen, maar ook ‘handhavend’ optreden als de situatie daarom vraagt.'

In aanloop naar de opening van het pand zijn medewerkers van de receptie en beveiligers hier extra op getraind, vervolgt Van Herpen. 'Als straks de Nieuwe Schatkamer opent en we veel meer bezoekers gaan ontvangen worden ook de rondleiders hierop getraind zodat ze naast hun primaire taak ook de ogen en oren van de organisatie zijn.’

MET EEN REDEN ‘NEE’ ZEGGEN

Aan welke eisen een facilitair medewerker moet voldoen als het gaat om gastvrijheid? Van Herpen benoemt zaken als empathisch vermogen, mensenkennis en goed kunnen observeren. Verder vindt hij het belangrijk dat medewerkers als dat nodig is stevig in hun schoenen kunnen staan. ‘Je hoeft niet altijd overal ‘ja’ op te antwoorden. Het is niet ‘u vraagt en wij draaien’ en ‘alles mag en kan’, zo werkt het niet. Met een reden ‘nee’ zeggen, liefst wel met een alternatief, is ook prima. En dan heb ik het overigens niet alleen over de omgang met gasten en bezoekers maar ook richting onze eigen medewerkers.’ <<

PARALLELSESSIE OP FACTO CONGRES

Maarten van Gestel, manager Services, en Stefanie Colnot, omgevings- en stakeholdermanager Huisvesting, gaan tijdens het Facto Congres in een van de parallelsessies in op de transformatie van het pand van een gesloten bastion naar een inspirerende en open werk- en ontmoetingsomgeving en over het leveren van optimale services aan medewerkers, gasten en bezoekers.

Meer weten? Kijk op Facto.nl/congres/sessies

David

Verbeek (head of FM Galapagos NL)

‘MEDEWERKERS WILLEN

MEER AFZONDERING VOOR VERTROUWELIJK WERK’

Biotech-bedrijf Galapagos is sinds 2020 gevestigd in een modern kantoor (15.000 m 2 vvo) op het Bio Science Park Leiden. Het destijds geïntroduceerde werkconcept bevalt goed, maar er staan enkele aanpassingen in de planning. Een gesprek met David Verbeek, Head of Facility Management NL. ‘Een bezetting tussen de 65 en 85 procent is prima. Dan is er sprake van een levendig kantoor en dat zie je graag.’

David Verbeek is sinds medio vorig jaar head of Facility Management Nederland bij Galapagos.

Zijn facilitaire carrière ging van start in 2003 toen hij, direct na afronding van zijn studie aan de Hotelschool Den Haag, als facility manager voor drie jaar aan de slag ging bij Grand Hotel Huis ter Duin in Noordwijk. Vervolgens werkte hij - voor Johnson Controls - vier jaar bij Sanofi-Aventis (facility manager), zes jaar bij BP (director Facilities Europe) en van 2015 tot 2024 bij CBRE als sales director Global Workplace Solutions EMEA.

Galapagos is een biotechnologiebedrijf met vestigingen in Europa en de VS. In Nederland is de organisatie gevestigd in een splinternieuw kantoor (eigendom) op het Bio Science Park Leiden, vlak aan de A44. Bij Galapagos werken in Nederland zo’n 300 medewerkers in het multi-tenant kantoor The Finch. Het kantoor, dat in 2020 in

gebruik werd genomen, telt 20.000 m2, waarvan 15.000 m2 vvo: 10.000 m2 voor kantoor, 5.000 m2 voor onderzoekslaboratoria.

THE FINCH

Het bedrijf is gevestigd op de vijfde en zesde verdieping van The Finch. De verdiepingen drie en vier zijn verhuurd aan farmaceutisch bedrijf Bristol Myers Squibb (BMS). Op de begane grond, eerste en tweede verdieping bevinden zich de algemene voorzieningen zoals de centrale hal met receptie, het bedrijfsrestaurant, een gym en een event center met meerdere vergaderzalen.

Het pand heeft een moderne uitstraling en beschikt over veel daglichttoetreding, mogelijk gemaakt door de pui met beglazing van vloer tot plafond. Andere opvallende kenmerken: de verdiepingsvloeren zijn flexibel in te delen, de verdiepingen zijn extra hoog en door tal van maatregelen is een duurzame en gezonde werkomgeving gecreëerd, getuige de toegekende certificaten ‘Breeam Excellent’ en ‘Well Gold’.

ACTIVITY BASED WORKING

Galapagos werkt voor al haar locaties, dus ook in Leiden, met een gestandaardiseerd werkplekconcept op basis van Activity Based Working met flexplekken. In grote lijn bevat het concept drie lagen: een basislaag die op ieder kantoor aanwezig is, een tweede laag die tegemoet komt aan de lokale teambehoefte en een derde met eventuele specialties.

Ieder team of afdeling werkt vanuit zijn eigen ‘neighbourhood’ (in Leiden zijn dat er veertien) met een combinatie van werkplekken, een phone booth, een OfaD (Office-for-a-Day) en een meetingroom. Verbeek: ‘Waar dat zinvol is, overlappen de plekken elkaar en werken we met een overflow. Het voordeel is duidelijk: afdelingen en teams die regelmatig met elkaar samenwerken zitten dan dicht bij elkaar in de buurt. Dat stimuleert samenwerking, is handig en praktisch.’

‘Qua bezetting hebben we een luxeprobleem’

Centraal op de verdiepingen bevindt zich de ‘Living room’, een sfeervol aangeklede ruimte met onder meer een lange tafel, stoelen, twee koffiemachines en gratis vers fruit. In de living room kunnen medewerkers onder het genot van een koffie elkaar ontmoeten, even loskomen van het werk en eventueel de lunch gebruiken, iets dat ook mogelijk is op de tweede verdieping, in het met BMS gedeelde bedrijfsrestaurant.

GEEN ALGEMENE COFFEEBAR MEER

Op de tweede verdieping was aanvankelijk een coffeebar met barista ingericht, maar vanwege gebrek aan belangstelling is die voorziening enige tijd geleden gesloten. Of Verbeek hier een verklaring voor heeft? ‘Blijkbaar ervaren mensen de loop naar beneden, dus vanaf de vijfde of zesde naar de tweede, om even koffie te halen toch als een te grote barrière. Ze blijven liever op de verdieping, dicht in de buurt van hun werkplek. Daar hebben ze toegang tot alle voorzieningen en ontmoeten ze collega’s, binnen een inspirerende en levendige omgeving.’

Dat de algemene ruimte en het auditorium in de onderste laag van het gebouw relatief weinig worden gebruikt betreurt Verbeek. Hij oriënteert zich dan ook op mogelijkheden om die vierkante meters beter te benutten en aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door het aanbieden van het atrium voor repetities van orkesten, die bijgewoond kunnen worden door de lokale gemeenschap.

PIEKBEZETTING: MEER DAN 80%

Hoe het met de bezetting in het kantoor is gesteld? ‘We hebben een luxeprobleem’, zegt Verbeek. ‘Op dinsdag en donderdag zitten we gewoon vol. Dan is de bezetting meer dan 80 procent qua unieke bezoekers, maar in de basis zitten we rond de 70 procent. Kijk je naar de werkplekbezetting op piekdagen, dan zijn eigenlijk alle werkplekken bezet en kan het gebeuren dat het voor collega’s om elf uur ‘s ochtends niet makkelijk is om een werkplek te vinden.’ Hoe dat komt? Verbeek constateert in de praktijk vaak dat aardig wat medewerkers twee werkplekken bezet houden. ‘Handdoekje leggen’ dus, iets wat overigens vaak onbewust gebeurt.

David Verbeek: ‘De bezetting hier is minimaal 60 procent, dat is prima want dan is er sprake van een levendig kantoor en dat zie je graag.’

‘Dat zit hem duidelijk in gedrag’, vervolgt hij. ‘We willen dan ook een campagne starten waarin we het activity based working en het bijkomende clear desk-principe nog een keer goed uitleggen. Er zijn mensen die het heel normaal vinden om achter hun bureau een conference-call te voeren in de open space, maar er zijn ook collega’s die voor ieder kort telefoontje netjes een phone booth in duiken. Je moet blijkbaar beter uitleggen wat ze in bepaalde situaties eigenlijk zouden moeten doen.’

Volgens Verbeek speelt er nog een factor: namelijk het feit dat Galapagos in Nederland het afgelopen jaar veel nieuwe collega’s heeft aangenomen. ‘Zij zijn waarschijnlijk niet goed op de hoogte van activity based working en de bijkomende voorzieningen. Daar gaan we dus beter en meer over communiceren.’

MEER AANLANDPLAKKEN

Een van de manieren waarop Verbeek het tekort aan werkplekken op piekdagen wil tegengaan is het creëren van een overflow. Concreet: er komen additionele werkplekken waar medewerkers kun-

‘Waar dat zinvol is, overlappen de plekken elkaar’

nen aanlanden en tussen vergaderingen en besprekingen door even een uurtje kunnen werken. Daartoe worden de lange tafels in de living rooms voorzien van stopcontacten voor het opladen van een laptop. ‘Als we dat doen, gaat dat al schelen. Er is echt voldoende plek, maar de uitdaging is voorkomen dat mensen ergens gaan zitten en die plek bezet houden terwijl ze een aantal uur elders in het pand in een vergadering zitten.’

WERKPLEKONDERZOEK

Om te weten hoe tevreden medewerkers zijn over de werkomgeving heeft Verbeek het afgelopen jaar een werkplekonderzoek uitgevoerd. Daar deden ongeveer 60 medewerkers en vertegenwoordigers van teams aan mee. In een vraaggesprek van zo’n drie kwartier kreeg de geïnterviewde de kans om rondom onderwerpen als de werkplekbeleving, de voorzieningen en de werkcultuur zijn ervaringen te delen en zijn mening te geven.

De grote lijn van de uitkomsten? Medewerkers van Galapagos zijn zeker tevreden over het pand en het werkconcept, mede omdat het in het algemeen

zeer intuïtief werkt, aldus Verbeek. Wel kwam er een aantal verbeterpunten aan het licht. Een daarvan was het nadeel van de open werkomgeving als het gaat om vertrouwelijkheid en privacy. Verbeek: ‘Medewerkers zoeken meer afzondering om vertrouwelijk werk te kunnen doen.’

Verder vond men het aantal vergaderzalen te laag, bleek er behoefte aan kleinere zalen en werden opmerkingen gemaakt over het aantal ‘no shows’. Ook kwam er een behoefte aan meer phone booths en/of een zone waar in stilte gewerkt kon worden aan het licht.

De uitkomsten hebben inmiddels geleid tot een aantal aanpassingen, vertelt Verbeek. Zo zijn er zeven nieuwe phone booths besteld en wordt met een systeemaanpassing (een gebruiker moet binnenkort binnen 10 minuten na start van de vergadering een bevestiging doorgeven, anders wordt de vergaderzaal vrijgegeven) getracht het aantal ‘no shows’ te verminderen.

Een ander voornemen is om aan een aantal vergaderzalen een andere functie toe te kennen, zoals een ‘war room’ voor strategische of creatieve bijeenkomsten. Ook wordt nagedacht over het creëren van een ruime ‘quiet zone’ om geconcentreerd te kunnen werken.

ONTMOETEN EN VERBINDEN: VOORBEELDEN VAN ACTIVITEITEN

Galapagos vindt het belangrijk medewerkers regelmatig samen te brengen, zowel tijdens inhoudelijke bijeenkomsten (bijvoorbeeld de maandelijkse town hall meeting inclusief lunch) als tijdens informele activiteiten. Enkele voorbeelden van die social meetings:

> Open huis voor familie en vrienden;

> Lasergame (‘s avonds in het pand);

> Kerstborrel/Nieuwjaarsbijeenkomst;

> Weekbijeenkomst (iedere donderdag);

> Welness breakfast (1x per kwartaal);

> Massages (door ingehuurde masseurs);

> Sessies met ontspanningsoefeningen (door eigen personal trainer vanuit de gym).

‘We willen activity based working nog een keer goed uitleggen’

De prioriteiten van Verbeek voor de komende maanden hebben te maken met een aantal zaken. Het belangrijkste is meer en beter communiceren over het werkplekconcept. Dit in combinatie met het doorvoeren van een aantal facilitaire aanpassingen om tegemoet te komen aan de feedback uit het werkplekonderzoek en aanpassing van de neighbourhoods om in te spelen op de nieuwe teams en teamstructuren. Verder staat het optimaliseren van de laboratoria en cleanrooms hoog op de prioriteitenlijst.

LEVENDIG KANTOOR

Al met al is hij tevreden over de indeling en het gebruik van het kantoor en de lab-faciliteiten. Een aantal jaar geleden was hij op bezoek bij een groot kantoor van een corporate organisatie en zag hij lange, vooral lege ruimtes met weinig mensen. ‘Het was er uitgestorven’, blikt Verbeek terug. ‘Dat is funest voor je organisatie want dan komt er niemand meer. De bezetting hier is minimaal 60 procent. Dat is prima, want dan is er sprake van een levendig kantoor en dat zie je graag. Als we ook de pieken beter gaan faciliteren met meer werkplekken, meer kleinere vergaderruimtes en phone booths, denk ik dat we een goede en fijne werkomgeving bieden waar mensen graag komen.’ <<

Vopak

verbouwt hoofdkantoor ‘NIEUWE WERKOMGEVING GEEFT MEER GEBORGENHEID EN THUISGEVOEL’

In maart is de compleet vernieuwde werkomgeving van het hoofdkantoor van Vopak in Rotterdam in gebruik genomen. De nieuwe inrichting en het uitgebreide aanbod aan services moeten leiden tot een fijn kantoor, waar medewerkers graag komen, optimaal worden ondersteund in hun werk en zichzelf kunnen zijn. Een gesprek met Priscilla Kiemeney, manager Facility NL, over de veranderingen die zijn doorgevoerd.

Het is ons doel een werkomgeving te creeren waar mensen graag naartoe ko-

men, niet alleen om te werken maar ook om elkaar te ontmoeten, waar geen ongezellige lege ‘spookvloeren’ zijn en waar men zich prettig voelt. Waar voldoende mogelijkheden zijn om een video call op te zetten, maar ook waar men op een teamdag genoeg ruimte heeft met elkaar.’ Deze woorden sprak manager Facility NL bij Vopak Priscilla Kiemeney in november 2021 in de rubriek ‘Spotlight’ van Facto.

Het was de tijd waarin corona veel invloed had op het dagelijkse leven en organisaties zich meer en meer afvroegen hoe ze in de toekomst, als de pandemie ten einde zou zijn, zouden gaan werken en samenwerken en wat de rol van kantoor dan zou zijn. Nu, meer dan drie jaar later, zijn de woorden van Kiemeney werkelijkheid. Begin november is het startsein gegeven voor de realisatie van een

nieuw werkplekconcept, een concept dat inspeelt op de veranderende behoeftes vanuit de organisatie en medewerkers als het gaat om werken en samenwerken.

Kiemeney studeerde Facility Management (20052009) aan de Hanze Hogeschool in Groningen en werkt sinds april 2012 bij Vopak, eerst als interim Facility Coördinator en vanaf mei 2016 als manager Facility NL. Vopak biedt infrastructuur voor de opslag van essentiële producten die het dagelijks leven van mensen verbeteren. Het bedrijf beschikt over 76 terminals in 23 landen, er werken wereldwijd 5.500 medewerkers.

In haar functie is Kiemeney - inhoudelijk én financieel - eindverantwoordelijk voor het vastgoed en de facilitaire dienstverlening op de Vopaklocaties in Nederland. Daarbij gaat het om het hoofdkantoor aan de Westerlaan in Rotterdam (5 kantoorvloeren en de begane grond, totaal 10.000 m2) en de locaties in Europoort (5.000 m2), Vlaardingen (3.000 m2), Vlissingen (1.500 m2) en de Eemshaven (400 m2) en alle contractorhuisvesting on site.

In de fraaie boardroom (Captains Cabin) op de vijfde verdieping van het hoofdkantoor vertelt ze over de totstandkoming van het nieuwe werkplekconcept. Ze gaat terug naar de periode na corona, toen de kantoren hun deuren weer openden en medewerkers stap voor stap vaker op kantoor gingen werken.

HYBRIDE WERKEN

Net als veel andere organisaties besloot Vopak na een aantal maanden over te stappen op hybride werken met als richtlijn drie dagen per week op kantoor en twee dagen thuis. Maar ondanks dat bleef het, afgezien van de piekdagen, tamelijk rustig op de werkvloeren met veel onbezette werkplekken en weinig reuring en dynamiek. Kiemeney: ‘We hadden gezien dat thuiswerken prima mogelijk was. Het had geringe gevolgen voor de kwaliteit van het werk en mensen vonden het fijn in verband met een verbeterde werk-privébalans. Prima natuurlijk, maar tegelijkertijd wil je ook zorgen dat mensen zich verbonden voelen met Vopak en hun collega’s.’

WERKPLEKBEZETTING 34 PROCENT

Om helder zicht te krijgen op de werkelijke bezetting werd besloten om voor een aantal maanden dagelijkse metingen uit te voeren. Doel: achterhalen hoeveel medewerkers op een dag in het pand aanwezig zijn, waar ze verblijven en hoe ze optimaal hun werk kunnen uitvoeren. De metingen leverden een helder beeld op: de maanden na corona kwam de bezetting niet boven de 28 procent uit (gemiddeld genomen over maandag tot en met donderdag voor 450 werkplekken), een percentage dat langzaam is opgelopen tot ongeveer 34 procent.

Met deze bevindingen en de constatering bij het senior management dat de stille werkvloeren weinig inspirerend waren en niet echt bijdroegen aan de onderlinge interactie, ging Kiemeney medio 2023 in gesprek met de raad van bestuur met als uitkomst de opdracht om een nieuw, passend werkplekconcept te ontwikkelen.

Ze ging aan de slag en stelde een brede klankbordgroep met zo’n 10 collega’s samen. Na een flink aantal brainstormsessies en enkele bezoeken

Priscilla Kiemeney (Vopak): ‘Ik hoop dat mensen het bijzonder inspirerend ervaren, zichzelf kunnen zijn, dat ze écht de connectie met Vopak voelen en trots zijn om bij ons bedrijf te mogen werken.’

aan organisaties met een moderne, hybride werkomgeving ontstond een steeds beter beeld van hoe de nieuwe werkomgeving bij Vopak eruit zou moeten gaan zien en welke veranderingen nodig zouden zijn.

NIEUW WERKPLEKCONCEPT

Een van de veranderingen die zijn doorgevoerd is de omvorming van de huidige grote open werkgebieden (met de nodige rijen van bureaublokken en meeting rooms) in kleinere zones met minder standaardbureaus, meer diversiteit aan samenwerk- en ontmoetingsplekken, kleinere ruimtes voor twee tot vier personen voor hybride overleg, informele plekken om samen te komen, focus area’s en veel meer groen.

Voornaamste feedback vanuit de klankbordgroep was dat de werkomgeving vrij massaal aanvoelde, licht Kiemeney toe. ‘Daarom hebben we besloten de lay-out aan te passen en proberen we veel meer een huiselijk gevoel te creëren door te werken met kleinere gebieden, het toevoegen van meer kleur in het design, met kasten die anders gepositioneerd worden zodat ze voor meer rugdekking zorgen en verschillende functies daarom heen. Dat zorgt voor meer geborgenheid en creeert een thuisgevoel.’

Een van de veranderingen is de omvorming van grote open werkgebieden in kleinere zones

GROTE DIVERSITEIT IN GROEN

Een bijzonder aspect in het concept is de integratie van meer groen op de werkplek, vervolgt Kiemeney. ‘Op ons kantoor werken meer dan 35 nationaliteiten. Bij de keuze van het groen proberen we hier zo harmonieus mogelijk op aan te sluiten. Er is dus een grote diversiteit in het groen.’

In het nieuwe werkplekconcept blijft de organisatie werken met afdelingszones, dat is niet veranderd. Ze zijn alleen opgedeeld in kleinere gebieden, vertelt Kiemeney. ‘Alles is zo ingericht dat er op piekdagen voor iedereen voldoende werkplekken beschikbaar zijn, bij voorkeur in je eigen zone, maar soms kan dat ook in een andere (flex) zone zijn.’

REDUCTIE AANTAL WERKPLEKKEN

De introductie van het nieuwe werkplekconcept is gepaard gegaan met een flinke reductie van het aantal bureauwerkplekken van 450 naar 250. Een nieuw reserveringssysteem zorgt ervoor dat medewerkers altijd realtime inzichtelijk hebben waar vrije plekken beschikbaar zijn. Die plekken kunnen dan meteen gereserveerd worden. Ook als iemand een eigen kantoor voor een dag(deel) nodig heeft, is dat een optie. Via het systeem is het verder mogelijk collega’s te vin -

Impressie van de focus area.

den, worden (bij toestemming) agenda’s gematched en suggesties gedaan voor bijpassende meetingruimtes.

‘UNWIND’-ROOM

Een andere toevoeging aan de werkplekmix is de ‘unwind’-room, vervolgt Kiemeney. Dat is een ruimte voor medewerkers die tussendoor even willen loskomen van hun werk en behoefte hebben aan een moment voor zichzelf. In de ruimte zullen ook fysiotherapiebehandelingen, meditatie- en ademhalingssessies worden aangeboden.

Het nieuwe werkplekconcept voorziet verder in een gameroom, een auditorium voor pakweg 50 personen en in een opnamestudio voor onder andere video-opnames en webcast-sessies. Deze ruimte is zo ingericht dat er tevens virtuele opleidingen mogelijk zijn.

NIEUWE SERVICES

Naast de ‘harde’ kant is bij de introductie van het nieuwe werkplekconcept ook aandacht besteed aan de services en de mogelijkheden die bijdragen aan een betere work-life-balance. Zo staat er een ‘AH to Go’-achtige voorziening, een plek waar medewerkers kleine producten kunnen kopen zoals persoonlijke verzorgingsmiddelen.

En als de momenteel lopende pilot slaagt, is het straks mogelijk om uit de Healthy Fridge gezonde snacks en dito maaltijden te krijgen. Medewerkers zijn tot nu toe zeer positief over deze service, zegt Kiemeney. ‘Onze restauratieve voorziening sluit om half twee. Dan hebben we de coffee corner op de begane grond, maar die sluit om half vier. Met name de beschikbaarheid van een gezonde maaltijd voor als je een avond niet kan of wil koken valt goed in de smaak.’

Verder is het de bedoeling dat de catering meer gaat inspelen op actuele foodtrends en de diversiteit aan medewerkers. Denk hierbij aan de introductie van wereldthema- of vega-weken.

Andere nieuwe services zijn een pakketpunt waar medewerkers een besteld pakket kunnen ophalen,

‘De werkomgeving voelde vrij massaal aan’

een fietsreparatieservice, gratis groente en fruit en de mogelijkheid om in het pand een fysiotherapeut te bezoeken.

LUXE?

Kiemeney kan zich best voorstellen dat mensen die dit allemaal horen zeggen: jeetje, wat een luxe. Maar, zo benadrukt ze: veel van de nieuwe voorzieningen zijn bedoeld om de werk-privébalans te optimaliseren. En ook belangrijk: ze hebben een preventieve werking. ‘Als je bepaalde lichamelijke klachten hebt, maar je geen tijd neemt om in een vroeg stadium een medisch professional te raadplegen, is het superhandig als je zo’n afspraak hier op het werk kunt maken. Het scheelt tijd en je voorkomt dat mensen te lang doorlopen met een klacht met mogelijke nadelige gevolgen van dien.’

DUURZAAMHEID

Bij alle beslissingen die in het kader van het nieuwe werkplekconcept zijn genomen, speelde duurzaamheid een rol. Zo is voor het nieuwe auditorium gebruikgemaakt van bestaande tribunebanken en geldt als uitgangspunt dat aanwezig meubilair zoveel mogelijk wordt hergebruikt. Dat er op het gebied van facilitair en huisvesting aandacht is voor duurzaamheid, is voor Vopak overigens niet nieuw. Al sinds enige tijd zijn sanitaire ruimtes circulair ingericht, ligt er vloerbedekking gemaakt van oude visnetten, heeft reductie van voedselverspilling de aandacht en worden in het bedrijfsrestaurant lokale producten aangeboden.

INSPIREREND

Wat Kiemeney verwacht dat medewerkers ervaren in de nieuwe werkomgeving? ‘Ik hoop dat mensen het bijzonder inspirerend ervaren, zichzelf kunnen zijn, dat ze écht de connectie met Vopak voelen en trots zijn om bij ons bedrijf te mogen werken. De werkomgeving moet motiveren om elkaar te ontmoeten en in contact te komen met elkaar. En het is natuurlijk belangrijk dat datgene waarvoor medewerkers naar kantoor komen ook echt wordt ondersteund en het werk gemakkelijker maakt.’ <<

DE FACILITAIRE PROEFTUIN

‘Weet wat je wilt onderzoeken’

Wie een hybride werkomgeving wil testen, kan het beste met een proeftuin bevindingen van de gebruikers ophalen. FMHaaglanden, één van de grootste facilitair dienstverleners van het Rijk, deed dat en kwam tot interessante conclusies. Die delen Yahya Yilmaz, productmanager werkomgeving, en Bart Konijn, senior productmanager werkomgeving ad interim bij FMHaaglanden tijdens het Facto Congres op 25 september.

Hier lichten ze alvast een tipje van de sluier op. Yilmaz: ‘Na de coronaperiode merkten we, net als veel andere organisaties, dat er een andere behoefte in de manier van werken ontstond. Meer vanuit huis werken had ook consequenties voor hoe we werkten bij de ministeries. Maar hoe zit het dan precies? En: welke behoefte is er?’ FMHaaglanden besloot een proeftuin in te richten. En waar was dat handiger dan in de eigen werkomgeving van FMHaaglanden? En zo ondergingen 3 etages, 137 werkplekken en 36 ruimtes aan de Koningskade 4 in Den Haag een metamorfose. ‘In deze omgeving experimenteerden we met verschillende werkplekconcepten om inzichten op te doen voor de toekomstige werkomgeving. We testten en visualiseerden de werkomgeving van de toekomst.’

NULMETING

Het project werd afgerond met een eindrapportage en een heus magazine waarin de lessen werden opgeschreven. Daarin

allerlei bevindingen. Ook over het onderzoek zelf. Konijn: ‘Een van de eerste stappen tijdens het experimenteren was het uitvoeren van een gedetailleerde analyse van hoe we op dat moment werkten. Een nulmeting. Anders weet je ook niet of bepaalde ingrijpen in de bestaande omgeving werken. Op basis van die resultaten hebben we een proeftuin ingericht, samen met onze collega’s van SSC-ICT, onze ICT-organisatie. We hebben ruimtes ingericht voor verschillende doeleinden, zoals brainstormen of juist werken in stilte. In ons eigen pand hebben we niet te maken met een opdrachtgever die zijn eigen wensen en eisen heeft. Hier konden we volop experimenteren om lessen voor die opdrachtgevers te trekken en hen te kunnen adviseren.’

HYBRIDE WERKEN WERKT NIET

Een van de eerste lessen: facilitaire organisaties zijn geneigd een blauwdruk voor hybride werken te maken. Konijn: ‘Zo

van: “zo zit het”. Met deze en deze producten en diensten. Maar eigenlijk moet je, omdat het hybride werken zich nog alle kanten op ontwikkelt, zorgen dat je flexibel bent. Kortom, beweeg mee met de behoeftes van de gebouwgebruikers.

Pin niet te vast wat de nieuwe norm is, want die kan over twee jaar weer anders zijn. Natuurlijk, je kunt als facilitaire professional wel een richting aangeven, maar houd binnen die richting ruimte voor teams om hun eigen invloed te hebben. Want de behoefte aan werkomgeving verschilt per individu en team.’

OVERLOOPRUIMTES NUTTIG

Nog een les: facilitair managers kunnen plaatsen zoals bibliotheken en bedrijfsrestaurants gebruiken om flexibiliteit, vrijheid en diversiteit te creëren. Konijn: ‘Afdelingen werden nog wel eens als druk ervaren, zo bleek uit onderzoek. Die algemene ruimtes, die eerder vaak alleen rond lunchtijd een uur werden gebruikt, wenden we steeds vaker aan om

Gebruikers ervaren meer welbevinden en privacy als de groenvoorziening als afscheiding dient.

een overloop te creëren, in de vorm van “ontmoetingspleinen”. In de proeftuin hebben we diverse ruimtes onderzocht waaronder gesloten en open teamruimtes, eenpersoonswerkplekken en een huiskamer. Op een ontmoetingsplein komen verschillende functies samen in een open ruimte zonder verschillende omsloten ruimtes te creëren en zonder grote bouwkundige ingrepen. De onderzochte teamruimtes waren ook heel populair. Teams willen graag bij elkaar werken. En dat hielp weer om spreiding over de week te creëren. Met verschillende afdelingen spraken we verschillende dagen af en dat werkt. Dat doorbrak het kameelpatroon op de dinsdagen en donderdagen.’

EXPERIMENTEREN

FMHaaglanden voerde op diverse manieren metingen uit. Met 196 sensoren een jaar lang, via 6 bezettingsgraadme-

tingen, op 188 meetpunten, met 30 meetdagen, met 8 meetrondes per dag en in totaal 45.120 registraties. Verder werden er 7 onderzoeken uitgevoerd en werden er 745 reacties verwerkt. FMHaaglanden analyseerde ook 845 opmerkingen. Yilmaz: ‘Onderzoeken is natuurlijk niet onze core business, dus we moesten ook experimenteren met het onderzoek zelf. Wat werkt wel en niet? Waar reageren deelnemers op? Een QRcode op een meubel kan een eerste keer werken, maar na een paar keer zien gebruikers zo’n code niet meer. Ook een vragenlijst via de e-mail kan behulpzaam zijn, maar dan moet je dat vooraf en na de ingreep doen. Dat om te kunnen vergelijken. Kortom, doe altijd een nulmeting.’

GROEN WERKT POSITIEF

Uit het onderzoek kwam ook dat het functioneel inzetten van groenvoorzie-

ning een uiterst positief effect heeft op het welbevinden. Yilmaz: ‘Gebruikers ervaarden meer welbevinden en privacy als we de groenvoorziening als afscheiding lieten dienen. Dan hebben ze, om het zo te zeggen, meer rugdekking in open ruimtes van groen. Het bijzondere daarbij is dat dat ook geldt als het kunstplanten zijn.’ De tevredenheid over groenvoorziening steeg significant na de implementatie van de proeftuin. Van slechts 2 procent tevredenheid voor de implementatie naar 93 procent uiteindelijk. Ook experimenteerde FMHaaglanden met een reserveringsysteem. ‘Op de maandag, dinsdag en donderdag werd er, vanwege de drukte, volop gereserveerd, maar woensdag en vrijdag niet. Dan is er genoeg ruimte.’

DRIE ONTMOETINGSPLEINEN

FMHaaglanden vertaalde de uitkomsten van het onderzoek naar drie ontmoetings-

‘Algemene ruimtes wenden we steeds vaker aan om een overloop te creëren in de vorm van ontmoetingspleinen.’

FM & WORKPLACE

Het Facto Congres vindt op 25 september plaats in het NBC Congrescentrum in Nieuwegein. Thema is dit jaar ‘FM & Workplace: de kracht van innoveren’.

Keynote-sprekers zijn prof. Deborah Nas en Wouter de Jong. Nas is deeltijdhoogleraar ‘Strategic Design for Technology-Based Innovation’ aan de TU Delft en thought leader in technologiegedreven innovatie. Ze zal ingaan op wat nieuwe technologieën gaan betekenen voor specifieke sectoren én voor de maatschappij. De Jong is spreker, auteur en (mindfulness)trainer en richt zich op het verhogen van mentale fitheid. Zijn keynote voor het Facto Congres is interactief, bevat humor en veel momenten van persoonlijk inzicht. Het programma telt daarnaast weer tal van boeiende parallelsessies. Kijk voor meer informatie en aanmelden op Facto.nl/congres.

pleinen bij ministeries. Konijn: ‘We hebben beperkte invloed op de vierkante meters die departementen huren, maar we horen wel de behoeftes van gebruikers die naar kantoor komen. We hebben in de panden geen heel hoge bezettingsgraden, maar toch ervaren gebruikers de situatie al snel als druk. En dus kwamen bij ons de overloopruimtes in beeld. Dat zijn die ruimtes waar we het eerder over hadden, die eigenlijk alleen rond de lunch werden gebruikt. Als je deze met verschillende werkmogelijkheden uitrust en met het nodige groen en een goede akoestiek, kun je daar de tevredenheid mee omhoog brengen. Als de akoestiek niet goed is, ervaren gebruikers het al snel als te druk. Het is dus een productiviteitskiller. Kortom, met alles moet je in zo’n overloopruimte mensen het gevoel geven dat ze in een rustige, natuurlijke omgeving werken.’

BIOPHILIC DESIGN

Daarbij paste FMHaaglanden biophilic design toe. Konijn: “Oftewel het integreren van de natuur in onze werkomgeving. ‘Als mens hebben we altijd geleefd in en met de natuur. Nu leven we gemiddeld 90

procent van de tijd binnen en in kunstlicht. Met natuurlijke elementen op de werkvloer kunnen we het cortisolniveau, wat stress veroorzaakt, verlagen en de werkomgeving prettiger en beter maken. Dat gaat verder dan alleen planten. Denk aan natuurlijke materialen, vormen, patronen en afbeeldingen, maar ook geuren en geluiden kunnen een kalmerend effect hebben. Bij ons hebben we bijvoorbeeld gebruikgemaakt van stoffen, natuurgeluiden, planten en andere natuurlijke materialen.’

In dit verhaal dat als tipje van de sluier dient, zijn niet alle lessen te vatten. Maar Konijn noemt er toch nog een: ‘Storytelling is een sterk wapen voor facilitaire managers. We hebben in de proeftuin diverse circulaire onderdelen gebruikt. Als je als FM’ers de oorsprong daarvan vertelt, komen die producten veel dichter bij de gebruiker te liggen. Anders gezegd: als een meubelstuk anoniem is, ga je er anders mee om.’

EEN 8 OF SOMS ZELFS EEN 9

Uiteindelijk alles om mensen een prettige werkomgeving te bieden, stellen de twee productmanagers tot slot. Yilmaz: ‘Een inspirerende, groene omgeving waar we als facilitair management bijdragen aan welzijn, productiviteit en werkgeluk.’ Konijn: ‘Daar zijn de ontmoetingspleinen een mooi voorbeeld van. Die kregen een 6 in de oude situatie, maar zitten nu op een 8 of zelfs soms een 9. Kortom, experimenteren loont. Mijn advies aan andere FM’ers is dan ook: durf proeven aan te gaan. Maar zorg er wel voor dat het onderzoek horende bij zo’n proef goed in elkaar zit. Zodat je er duidelijke resultaten uit krijgt. Zoals bij ons het overweldigende belang van groen, rust en een diversiteit aan ruimtes duidelijk werd. Dat is de winst van experimenteren en de uitkomsten vertalen naar de praktijk.’ <<

De impactmissie – Hét

handboek voor sustainability in organisaties

• auteur: Marlot Kiveron

• ISBN 978 90 470 1844 5

• uitgever Business Contact

• prijs e 24,99

• conclusie: bruikbaar voor ervaren en minder ervaren professionals

DE IMPACTMISSIE

DHESTER VAN SPRANG

SENIOR DOCENT EN ONDERZOEKER FM

HOGESCHOOL SAXION

e klimaatproblemen waar we als samenleving een antwoord op moeten vinden, zijn groot en complex. Dat kan verlammend werken, maar dit boek is geschreven vanuit de overtuiging dat als we onze loopbanen allemaal richten op het maken van positieve impact, een significant verschil wél mogelijk is. Maar hoe doe je dat? Marlot Kiveron - een pionier op het gebied van sustainability management in organisaties - beschrijft het in 7 stappen. De rol van sustainability professionals in het economische systeem is complex en tegelijkertijd vaak vaag omschreven. Dat geeft de vrijheid om er zelf invulling aan te geven, maar zorgt er ook voor dat je je mandaat zult moeten bevechten. Stap voor stap legt Marlot uit hoe organisaties werken en hoe je jouw missie geagendeerd kunt krijgen. Het is een zeer bruikbaar boek, zeker als je nog niet veel ervaring hebt met organisatiedynamiek en -politiek. Ook voor meer ervaren professionals bevat het handboek bruikbare tips en inzichten, met name over de stap naar strategische invloed en transformatie. De toon van het boek is er een van optimisme en aanpakken, en tegelijkertijd van realisme over de lange en soms eenzame weg die veel sustainability professionals afleggen. Ook daar heeft Marlot aandacht voor. Verfrissend: ze sluit het boek af met een verantwoording van de waardeketen en de impact van het boek zelf en de keuzes die ze heeft gemaakt in het productie- en distributieproces. Het boek is vlot geschreven. Ik heb het gelezen tijdens een – duurzame – retourtreinreis naar Londen. Als je ook wil bijdragen aan een positieve impact en je kunt wat houvast gebruiken, dan is dit een prima tijdsinvestering.

PROVADA

Datum: 17-19 juni

Locatie: RAI Amsterdam

Organisator: VMN media

GREEN BUILDINGS REGATTA

Datum: 5 september

Locatie: n.n.b.

Organisator: CFP

INSTALLATIE VAKDAGEN

Datum: 9-11 september

Locatie: Evenementenhal Hardenberg

Organisator: Easyfairs

FACTO CONGRES

Datum: 25 september

Locatie: NBC Nieuwegein

Organisator: Facto

VAKBEURS ENERGIE

Datum: 7 t/m 9 oktober

Locatie: Brabanthallen, Den Bosch

Organisator: 54events

MASTERCLASS OPERATIONAL EXCELLENCE

Datum: v.a. 29 oktober (4 dagen)

Locatie: Nyenrode

Organisator: Facto

REBF FESTIVAL

Datum: 24 november

Locatie: Babylon Den Haag

Organisator: Holland ConTech

FMN JUBILEUMFEEST

Datum: 27 november

Locatie: Flint, Amersfoort

Organisator: FMN

HORECAVA

Datum: 12 t/m 15 januari 2026

Locatie: RAI Amsterdam

Organisator: RAI

ZORG & FACILITY 2026

Datum: 14 t/m 16 april 2026

Locatie: Jaarbeurs Utrecht

Organisator: Jaarbeurs

Hoe schoonmaak impact maakt op educatie en participatie

Schoonmaak raakt alles. Toch blijft de impact van de sector vaak niet altijd even zichtbaar, juist omdat schoonmaak zo vanzelfsprekend lijkt. Maar wie goed kijkt, ziet dat schoonmaak een essentiële maatschappelijke rol vervult. Niet alleen draagt het bij aan een gezonde en goed functionerende leef- en werkomgeving, het fungeert ook als voorbeeld op grotere thema’s als educatie, arbeidsparticipatie en samenwerking.

Janneke Verkerk, directeur bij EW Facility Services, pleit ervoor om die waarde nadrukkelijker zichtbaar te maken. ‘Als sector hebben we meer maatschappelijke impact dan we zelf soms beseffen. En die begint al bij de jongste generatie.’

JONGSTE GENERATIE INSPIREREN

Om de maatschappelijke waarde van schoonmaak zichtbaar te maken, begint EW bewust bij de jongste generatie. Via de waterhelden tentoonstelling, in samenwerking met het Nederlands Watermuseum in Arnhem. In deze zomertentoonstelling maken bezoekers, voornamelijk gezinnen, kennis met mensen die elke dag het verschil maken. Verkerk: ‘Van een dijkenbouwer tot

schoonmaker: allemaal zorgen ze voor schoon water, droge voeten of een leefbare toekomst. Ook onze collega doet mee. En daar zijn we trots op.’

'Alleen als zij zich gezien en gesteund voelen, kunnen zij het verschil blijven maken'

‘Kinderen zien in de tentoonstelling van dichtbij wat ons vak inhoudt en hoe innovatief het kan zijn, door zelf hun lunchtafeltje schoon te maken met gestabiliseerd ozonwater’, vertelt Verkerk. ‘Dat vergroot niet alleen het respect voor het werk, maar helpt ook bij het doorbreken van hardnekkige vooroordelen.’

VAN KENNISDELING TOT INSPIRATIE

Naast de tentoonstelling, draagt EW ook bij aan educatie in het klaslokaal. Een voorbeeld daarvan is het werk van duurzaamheidsmanager Jeannot Peijen in het onderwijs. Hij geeft masterclasses over duurzaamheid bij de Vrije Universiteit Amsterdam en is lid van de advisory board van Hotel Management School Leeuwarden van NHL Stenden. ‘Het onderwijs is dé plek om jonge mensen te inspireren om het anders te doen,’ aldus Peijen. ‘En dat begint met laten zien dat duurzaamheid niet alleen belangrijk is, maar ook praktisch en haalbaar.’

SAMEN VERANTWOORDELIJK

Initiatieven zoals waterhelden passen bij een bredere visie op samenwerking. ‘Wij zien onze opdrachtgevers als partners. We zijn niet alleen de schoonmaakdienstverlener, maar één team dat samen werkt aan een prettige beleving voor bezoekers, bewoners, cliënten en medewerkers’, vertelt Verkerk. Bijvoorbeeld in de zorg waar EW samen met zorginstellingen werkt aan maatwerkoplossingen die aansluiten op de behoeften van cliënten én zorgmedewerkers.

Janneke Verkerk, directeur bij EW Facility Services.

MENSEN MAKEN HET VERSCHIL

De maatschappelijke waarde van schoonmaak komt uiteindelijk tot uiting in de mensen die het werk doen. Zij dragen dagelijks bij aan een schone, veilige en gastvrije omgeving. Tegelijkertijd vervult de sector een belangrijke rol in arbeidsparticipatie. verkerk vertelt trots: ‘Onze mensen zijn vakmensen. Ze zijn vaak het eerste aanspreekpunt, signaleren bijzonderheden, en dragen met hun aanwezigheid bij aan het gevoel van veiligheid en comfort. Dat vraagt om waardering, begeleiding en perspectief. Want alleen als zij zich gezien en gesteund voelen, kunnen zij dat verschil blijven maken.’

MAATSCHAPPELIJKE IMPACT

‘We hebben als sector een verantwoordelijkheid én een kans. Door zichtbaar te maken welke maatschappelijke waarde schoonmaak toevoegt, versterken we niet alleen het imago van ons vak, maar ook de relevantie van facilitaire dienstverlening als geheel’, aldus Verkerk.

Dit artikel is gesponsord door EW Facility Services.

Waterhelden in Nederlands Watermuseum

Deze zomer vormt het Nederlands Watermuseum in Arnhem het decor voor de tentoonstelling Waterhelden. Een ode aan mensen die dagelijks bijdragen aan schoon water, droge voeten en een leefbare toekomst. Van dijkenbouwers tot rioolbeheerders, en van hydrologen tot schoonmakers: de tentoonstelling laat zien hoe breed het werk rond water is.

Ook EW Facility Services levert een bijdrage. Niet alleen met een eigen waterheld in de expositie, maar ook door bezoekers te laten ervaren hoe innovatief schoonmaak kan zijn. Zo kunnen kinderen zelf hun lunchtafeltje schoonmaken met gestabiliseerd ozonwater een veilige, chemievrije methode die EW op steeds meer locaties toepast.

De tentoonstelling nodigt uit tot verwondering en bewustwording. Want wie goed kijkt, ziet dat ook achter ogenschijnlijk alledaagse beroepen een groot verhaal schuilt.

KEUZEVRIJHEID CRUCIAAL

en vijf andere inzichten uit de reeks Next Gen Catering

Van een snelle energieboost tot een momentje voor jezelf: de nieuwe generatie werknemers heeft andere verwachtingen van eten en drinken op de werkplek. Hoe kan je als facility manager tegemoet komen aan de wensen van generatie Z? Facto zocht het uit in de reeks Next Gen Catering. De zes belangrijkste inzichten zetten we op een rij.

DOOR ANNE TJON-A-JOE

Generatie Z, geboren tussen 1995 en 2010, betreedt massaal de arbeidsmarkt. En ze nemen hun eigen waarden en voorkeuren mee, ook als het gaat om eten en drinken op kantoor. Uit de Facto-serie Next Gen Catering blijkt dat deze jonge werknemers waarde hechten aan gezondheid, duurzaamheid en personalisatie. FM’ers spelen in op deze behoeften door onder andere een focus te leggen op keuzevrijheid.

Interviews met professionals uit het facilitaire werkveld brachten interessante inzichten. Facto sprak onder meer met experts en bij organisaties als Booking.com, de Sociale Verzekeringsbank, Provincie Fryslân en met FM'ers van TU Delft, Deltion College Zwolle, Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Leiden. Ook gingen we in gesprek met adviseurs, een generatie-expert én vroegen we generatie Z zelf naar hun behoeften en gedrag.

1. DRANKENVOORZIENING ALS STRATEGISCH

MIDDEL

Wat blijkt? De drankenvoorziening wordt strategisch ingezet om ontmoeting en community building te stimuleren. Bij Booking.com maakt koffie een belangrijk onderdeel uit van de totaalbeleving op kantoor. Volgens Angeline Zijlstra, Manager Workspace Services HQ bij Booking.com, komen mensen naar kantoor voor toevallige ontmoetingen, bijvoorbeeld bij de espressobar. FM'ers die proactief inspelen op de veranderende behoeften, creëren een aantrekkelijke, gezonde en verbindende werkomgeving die bijdraagt aan het aantrekken en behouden van jong talent.

2. GEZONDHEID EN DUURZAAMHEID

Gezondheid en duurzaamheid zijn belangrijk voor de jonge generaties. FM'ers bij bedrijven en onderwijsinstellingen

spelen hierop in met een breder assortiment, inclusief plantaardig eten en drinken, suikervrije opties en biologische theesoorten. Ook de opkomst van 'functionele dranken' met specifieke gezondheidsvoordelen sluit aan bij de focus op gezondheid onder Gen Z. Hoewel deze dranken nog geen gemeengoed zijn op kantoor, zien experts wel een verschuiving van traditionele koffie naar gezondere alternatieven.

3. KEUZEVRIJHEID EN TOEGANKELIJKHEID

De uitdaging voor facility management ligt in een balans vinden tussen vernieuwing en toegankelijkheid, zoals Chris Groen, manager Facilitair en Operationele Veiligheid bij de Hogeschool Rotterdam zei in een recent interview: 'We willen een passende innovatiesnelheid, zodat alle studenten het kunnen bijbenen.' Bovendien is het kiezen voor duur-

zaam product lang nog niet altijd vanzelfsprekend door de verkoopprijs die er tegenover staat, en voldoen richtlijnen vaak niet aan de verwachtingen van de gemiddelde gast, vooral wat betreft gezondheid en portiegrootte. Dat merkte Jos van Boven op, facilitair manager bij Deltion College Zwolle.

4. GEMAK

Generatie Z staat bekend als de gemaksgeneratie. Zij waarderen het als werkgevers zorgen voor een gevarieerd aanbod op kantoor zelf, zodat ze de deur niet uit hoeven voor een goede kop koffie. Ze drinken namelijk vaker koffie tijdens werk, dan uit koffiebars en restaurant.

5. PERSONALISATIE EN ZELFEXPRESSIE

Uit een gesprek met hospitalityexpert Michiel van Noort blijkt dat functionele dranken een effectieve manier zijn om je

identiteit uit te dragen. Denk hierbij aan eiwitlimonades of sportdranken, die laten zien dat je gezondheid en sport belangrijk vindt.

Bij Booking.com worden seizoensspecials en trendy dranken aangeboden die veel enthousiasme oproepen. Medewerkers zijn zo enthousiast over specialiteiten zoals chocolate orange mocha of crème brûlée latte, dat ze deze dranken fotograferen en delen op social media.

6. BEWUSTE CONSUMPTIE

Gen Z drinkt minder koffie dan oudere generaties. Uit onderzoek blijkt dat 47 procent van Gen Z dagelijks koffie drinkt, tegenover 65 procent van de millennials en meer dan 70 procent van de babyboomers, vertelde Marielle Hintzen, ruim 17 jaar werkzaam bij Contrast als hospitalityexpert. Deze verschuiving

vraagt om een heroverweging van de traditionele koffievoorziening.

Organisaties spelen hierop in door minder koffiemachines te plaatsen en uit te breiden met teabars en een centrale baristabar met verschillende warme dranken, waaronder de matcha latte, een groene thee die de cafeïneafgifte in het bloed gelijkmatiger doseert. Door de overvloed aan informatie op sociale media is generatie Z goed geïnformeerd, vertelde expert Emma Agricola. Hierdoor kiezen jongeren voor alternatieve dranken. <<

MEER WETEN?

Bekijk hier alle artikelen uit de reeks over Next Gen Catering.

JUST EAT TAKEAWAY

‘Het kantoor moet aansluiten op hoe mensen willen werken’

Dit is het eerste deel van de nieuwe Facto-serie ‘Werkplek in beeld’, waarin steeds de werkplek van een organisatie centraal staat: van de aanpak en inzet van technologie tot de grootste uitdagingen rondom hybride werken. Deze keer: Just Eat Takeaway.com.

Voor deze editie hebben we gesproken met Arjan Bosgraaf, facilities manager van de locatie van Just Eat Takeaway. com in Enschede.

1. Wat doen jullie om het kantoor aantrekkelijker te maken?

Voor een aantrekkelijke werkomgeving investeren we in het creëren van inspirerende en comfortabele werkplekken die aansluiten bij de behoeften van de medewerkers. Voorheen zaten zij verspreid over twee kleinere kantoren, maar door de verhuizing wordt er nu samengewerkt onder één dak. Sindsdien is de bezettingsgraad verder toegenomen. Onze aanpak heeft de volgende drie uitgangspunten:

>Een goede basis. Van verstelbare bureaus en goed werkende schermen tot lekkere koffie en een prettige temperatuur, we zorgen ervoor dat de essentiële voorzieningen van ons kantoor in orde zijn.

>Het kantoor moet een plek zijn waar medewerkers zich thuis voelen. Ruimtes waar collega’s rustig kunnen wer-

ken, wisselen we af met gezellige zitjes met banken waar je even kunt bijkletsen. Ook gebruiken we veel groen en planten voor een huiselijke sfeer.

>Verschillende taken vereisen verschillende omgevingen. Daarom bieden we een mix van ruimtes, waaronder focusplekken en stille zones voor geconcentreerd werk en voldoende mogelijkheden voor zowel kleine als grote samenwerkingen.

2. Hoe zorgen jullie dat thuiswerken en op kantoor werken goed samengaan? Om te zorgen voor een optimale samenwerking tussen teams op kantoor, bieden we verschillende ‘buurten’ aan waar afdelingen zich kunnen vestigen. Om met buitenlandse collega’s of op andere locaties te kunnen samenwerken, zijn al onze samenwerkingsruimtes en vergaderzalen uitgerust met videobelinstallaties. Teams kunnen hybride vergaderingen starten, waardoor iedereen effectief kan deelnemen. Hierdoor verloopt de overgang tussen thuis en kantoor naadloos, ongeacht de locatie.

3. Welke verandering in jullie kantoor heeft echt goed uitgepakt?

Een van de meest succesvolle veranderingen in onze kantoorindeling is de doordachte verdeling en diversiteit van onze werkplekken en vergaderruimtes. Er is meer contact met je collega’s, want je ziet ze gedurende de hele week wat meer in plaats van dat je maar net op dinsdag of donderdag je collega moet treffen. Er is geïnvesteerd in een mix van grotere vergaderzalen voor teammeetings, kleinere overlegruimtes en phone booths. Alle ruimtes zijn voorzien van alle benodigde apparatuur voor geconcentreerd bellen en korte overleggen. Dit sluit beter aan op de uiteenlopende werkbehoeften en verhoogt het comfort en de efficiëntie van het werken.

Daarnaast hebben we gekozen voor open kantoorvloeren, maar met een indeling in kleinere groepen. Dit creëert openheid en verbondenheid, terwijl we een knusse en overzichtelijke sfeer houden. Hierdoor voelen collega’s zich niet overweldigd door een grote, onpersoonlijke ruimte.

Arjan Bosgraaf: ‘Een van de meest succesvolle veranderingen in onze kantoorindeling is de doordachte verdeling en diversiteit van onze werkplekken en vergaderruimtes.’

Verder is er sinds de verhuizing naar één pand een sterkere onderlinge band en een betere informele kennisuitwisseling ontstaan. Hier heeft de kantine ook positief aan bijgedragen: het fungeert niet alleen als plek om te lunchen of om koffie te halen, maar ook als informele ontmoetingsplek.

4. Hoe zetten jullie technologie in voor efficiënt gebruik van het kantoor?

We zetten datagedreven oplossingen in om inzicht te krijgen in hoe onze ruimtes daadwerkelijk worden benut. Dit doen we bijvoorbeeld door middel van werkpleksensoren, die data genereren over de bezetting. Zo krijgen we inzicht in de populaire zones en de fluctuaties in gebruik gedurende de dag. Dit is essentieel voor de optimalisatie van ons ‘neighborhood plan’. Verder maken we gebruik van een checkin systeem, wat ruimteverspilling door noshows voorkomt en de benutting van onze vergaderfaciliteiten optimaliseert.

Ook stelt data ons in staat om schoonmaakdiensten efficiënter aan te sturen. Denk bijvoorbeeld aan sensoren die in sanitaire ruimtes automatisch de voorraad van onder andere zeep en handdoekpapier monitoren. Zo hoeven facilitaire medewerkers niet handmatig te controleren of de dispensers moeten worden bijgevuld.

5. Wat is de grootste uitdaging voor jullie werkplek op dit moment?

De grootste uitdaging ligt in het optimaal inzetten van kantoorruimte in een hybride tijdperk. Dit betekent dat we continu zoeken naar de juiste balans tussen de behoefte aan kantoorruimte en de realiteit van flexibel werken. Hier komen vragen bij kijken als: hoe gaan we om met variërende bezettingsgraden gedurende de week, zoals de vaak lagere bezetting op vrijdag? Hoe maak je het kantoor aantrekkelijk voor medewerkers die wél op kantoor zijn? Lage bezetting

moet niet leiden tot een minder levendige of aantrekkelijke kantoorervaring.

Een specifieke uitdaging is het waarborgen van de visie achter het nieuwe kantoor, die gericht is op het creëren van een werkomgeving die aansluit bij de behoeften en het welzijn van de medewerkers. De faciliteiten en de inrichting moeten daadwerkelijk hun behoeften ondersteunen. Dit vraagt om een proactieve houding: actief luisteren, onderzoeken en, waar nodig, bijsturen om ervoor te zorgen dat de kantooromgeving optimaal aansluit bij de wensen van de gebruikers. <<

BEKIJK HET KANTOOR ZELF

Op Facto.nl is het artikel te lezen inclusief video van de werkomgeving.

‘IK HEB HET IDEE DAT...’

Hoe data binnen FM steeds meer waarde toevoegt

‘Ik heb het idee dat er meer mensen op kantoor komen.’ De onderbouwing van deze bewering was eerst vaag, maar met de komst van dataspecialisten binnen FM glashelder. Hoe een facility manager met een blik op data patronen in je organisatie blootlegt, is een goudmijn. Maar wat doe je dan eigenlijk de hele dag? Facto sprak twee gedreven data-officers FM, Marieke van Buijtene en Tessa Döpp.

DOOR SUSAN MEENHUIS-BOSBOOM

Marieke van Buijtene is twee jaar dataofficer Facilitair Domein voor de Provincie Zuid-Holland. Doordat meer mensen naar kantoor komen, wordt duurzaamheid en welzijn binnen de werkomgeving steeds belangrijker. Van Buijtene analy-

Marieke van Buijtene, data-officer Facility Services, Provincie Zuid-Holland: ‘We halen de onzekerheid weg en dat is heel fijn om te kunnen doen.’

seert de data en brengt advies uit over onder meer het gebruik van het kantoor.

Collega’s van afdeling Huisvesting komen bij haar met vragen die beginnen met ‘ik heb het idee dat…’. Van Buijtene kan dan aan de slag om het ontstane beeld over bijvoorbeeld de populariteit van bepaalde ruimtes te bevestigen dan wel te ontkrachten. Dat bevestigt Tessa Döpp: ‘De onderbouwing is nu veel beter. Je kunt gedrag van je collega’s en leveranciers uit de data halen en dat is heel waardevol.’

DATAVISIE EN - STRATEGIE

Döpp werkt bijna zes jaar als dataspecialist voor de Provincie Noord-Holland. Zij heeft het afgelopen jaar de opdracht gekregen om een datavisie- en strategie voor de lange termijn op te stellen, omdat de vraag naar analyses, rapportages en dashboards bleef toenemen. Dit visiedocument helpt te prioriteren en te blijven werken aan de juiste doelstellingen van de sector en de organisatie. Uitein-

delijk zal de functie van Döpp zich meer richten op voorspellen van bepaalde uitkomsten op basis van data, zodat haar collega’s nog beter een afgewogen keuze kunnen maken in hun contracten/ dienstverlening en een stip op de horizon kunnen zetten.

WAT IS DUURZAAM GEBRUIK?

Voor een duurzaam gebruik van de werkomgeving analyseert Van Buijtene data van gebouwbeheersing. Daaruit kan een beeld naar voren komen die strookt met de wens om energiezuinig te zijn, maar minder goed aansluit bij de maximale CO2-piek die past bij een gezonde werkomgeving. Ook met de vraag ‘hoeveel afval produceren we nu eigenlijk?’ is Van Buijtene druk. Reden is dat de organisatie zich tot doel heeft gesteld om in 2050 geen restafval meer te produceren.

DASHBOARDS

Kansen vanuit haar rol als data-officer ziet Van Buijtene voor het koppelen van de data aan dashboards. ‘Onze facilitaire

collega’s kunnen dan wekelijks, dagelijks en liefst realtime meekijken met de dienstverlening.’ Tessa Döpp heeft op dit moment zeven grote en drie kleine dashboards neergezet voor de Provincie Noord-Holland, waar haar collega’s zelf

Tessa Döpp, dataspecialist Provincie

Noord-Holland: ‘Ik heb zeven grote en drie kleine dashboards neergezet waar mijn collega’s zelf aan de knoppen kunnen zitten.’

aan de knoppen kunnen zitten. Deze dashboards zijn ook onderwerp van gesprek in strategische overleggen met hun leveranciers. De wens is om data bij iedere leverancier real time uit te lezen, zover is het helaas nog niet. Hier wordt door de partijen hard aan gewerkt.

KWALITEIT

De kwaliteit van de data is iets waar Van Buijtene voor moet blijven waken. Voor de vraag ‘hoeveel mensen werken er op kantoor?’ kun je de data van de toegangspoortjes verzamelen en analyseren. Iemand die alleen een laptop komt ophalen, komt ook door deze poortjes, maar staat een half uur later weer buiten. ‘We scannen meer passen’ is dan niet hetgeen wat je zou moeten onderzoeken. Het hebben van facilitaire kennis is daarom essentieel om de juiste zaken te onderzoeken.

‘WERK VOOR TWEE’

Welke vaardigheden moet je in huis hebben voor een FM facilitair dataspecialist? Volgens Van Buijtene is het hebben

van een analytisch brein een vereiste. ‘Je moet het leuk vinden om je te verdiepen in wiskunde, onder andere statistiek. En het zorgvuldig omgaan met de data is extreem belangrijk. We moeten rekeninghouden met de AVG-richtlijnen en zorgen dat we bijblijven op dat gebied’.

Je moet het ook echt leuk vinden om collega’s te helpen, zegt Döpp. ‘Ik heb er plezier in als ik data kan uitzoeken, dashboards kan opzetten en daarmee bijdraag aan het werk van collega’s.’ De functie heeft zich zodanig ontwikkeld dat er nu meerwaarde is ontstaan voor de organisatie, omdat verschillende collega’s en sectoren inzien dat het gebruik van data helpt hun werk te verbeteren. Van Buijtene: ‘We halen de onzekerheid weg en dat is heel fijn om te kunnen doen’.

Ze hebben beiden ‘werk voor twee’, dus een portie relativeringsvermogen en stressbestendigheid is ook welkom als je als facilitair data-officer aan de slag wilt. <<

‘TOON LEIDERSCHAP BIJ RISICO’S’

Hitte-expert Eleni Myrivili over FM en klimaatverandering

Extreme hitte niet in ons koude kikkerlandje? Facto sprak hitte-expert dr. Eleni Myrivili in een exclusief interview op World Workplace Europe over de kansen voor FM.

Myrivili is helder over de gevaren van klimaatverandering, maar ook optimistisch en ze ziet kansen voor facility management. Het is volgens haar ontzettend belangrijk om leiderschap te tonen in de voorbereiding op risico’s waar we ons minder bewust van zijn.

Wat is het voornaamste dat we moeten weten over klimaatverandering?

Myrivili: ‘Klimaatverandering uit zich onder andere in extreem hoge zomertemperaturen. Hitte is minder zichtbaar dan bijvoorbeeld een overstroming, maar het is een ernstig gevaar voor de gezondheid. Zo is er bijvoorbeeld meer sterfte aan verbonden dan aan andere extreme weersomstandigheden. We moeten ons voorbereiden op risico’s waarvan we ons minder bewust zijn. Denk aan ziekten die het gevolg zijn van warme temperaturen en worden overgedragen door muggen die we tot nu toe alleen kenden uit tropische landen. Nu de temperaturen veranderen, moet je erover nadenken of het bijvoorbeeld slim is om gaas voor de ramen te plaatsen om je daartegen te beschermen. Of dat ongedierte dat houten constructies aantast in de toekomst misschien vaker voorkomt

dan we ons nu kunnen voorstellen. Het heeft te maken met veerkracht: ben je in staat om je open te stellen voor verschillende toekomstscenario’s?’

STRATEGISCH LEIDERSCHAP

Hoe kunnen facility managers die op strategisch niveau opereren zich voorbereiden op een crisis, gerelateerd aan klimaatverandering, zoals extreme hitte of regen? Myrivili: ‘Ten eerste moet je goed geïnformeerd zijn, want we hebben dagelijks te maken met verkeerde informatie en desinformatie. We worden gebombardeerd met nieuws dat moeilijk te prioriteren is. Goed leiderschap zal helpen. Facility managers kunnen hun verantwoordelijkheid nemen om de belangrijkste kwesties eruit te pikken, waar mensen zich zorgen over moeten maken.’

‘Verdiep je daarnaast in toekomstige scenario’s in plaats van wat er in het verleden is gebeurd. Facility managers kunnen daarin meer het voortouw nemen en in de schijnwerpers gaan staan. Het is ook belangrijk om te zorgen voor kennisuitwisseling tussen steden en landen. Wetenschappers en onderzoekscentra weten wat de belangrijkste risico’s op elk

stedelijk niveau zijn. Maak een risicoanalyse voor jouw locatie en schrijf op hoe jij als facility manager mensen kunt helpen hun productiviteit te behouden en hun veiligheid en gezondheid te garanderen tijdens een crisis.’

DRIE STAPPEN

Facility managers dragen vanuit hun functie bij aan duurzame bedrijfsvoering, maar doen dit vaak samen met andere afdelingen.

Wat zijn jouw lessen als het gaat om (politieke) besluitvormingsprocessen die zij ter hand kunnen nemen?

Myrivili: ‘Zorg dat je drie stappen opneemt in de beleidsstukken die je met elkaar opstelt:

1. Vergroot het bewustzijn Vergroot het bewustzijn om mensenlevens te redden. Veel mensen kennen de gevaren van hitte niet. Vergroot de aandacht door goede communicatiematerialen te maken. Informeer mensen over het schaduwnetwerk in de stad of van je organisatie, want dat bestaat. Maak gebruik van de gegevens die voor jouw plaats toegankelijk zijn en verspreid de kennis.

2. Bereid je voor

Bereid je voor en stel jezelf de volgende vragen: Heb je generatoren als de elektriciteit uitvalt? Wat is de koelste plek voor je medewerkers, zodat ze hun werk kunnen voortzetten? Wat doe je als er een tekort aan water is? Heb je back-ups? Als je verantwoordelijk bent voor een groter woongebouw, heb je dan ongeveer 10 mensen die op deuren kunnen kloppen om te controleren of ouderen of andere kwetsbare mensen in orde zijn? Kun je anders het Rode Kruis of de gemeente waarschuwen zodat deze mensen tijdens hittegolven bereikt kunnen worden?

3. Herontwerp gebouwen

Kijk met een scherp oog naar je huisvesting en richt dat indien nodig opnieuw in. We moeten ons voorbereiden op duurzame huisvesting en verder kijken dan de afspraken van Parijs. Leg de nadruk op zelfvoorziening in energievoor-

ziening en hernieuwbare energiebronnen. Geef bij hitte prioriteit aan schaduw en luchtcirculatie in je gebouwen. Het gaat daarbij niet om business as usual, maar om het waarborgen van productiviteit en gezondheid van je medewerkers.’

Het succes van deze aanpak staat of valt met menselijk gedrag, om uiteindelijk een betere omgeving neer te zetten. Wat is jouw visie vanuit je achtergrond in de culturele antropologie?

Myrivili: ‘Laat ik dit voorop stellen: het is moeilijk om mensen te veranderen. De afgelopen jaren is de aanwezigheid van extreme hitte toegenomen. We zijn begonnen te leren van onze ervaringen, ons eigen lijden, en dat verandert ons gedrag. We hebben niet meer de luxe om het enorme effect op onze gezondheid te negeren. FM kan het voortouw nemen om de juiste omstandigheden te creëren

in kantoor- en woonomgevingen. Dit is uiterst belangrijk. Zij hebben de taak om mensen te waarschuwen het gevaar van extreme hitte niet te onderschatten en te zeggen: ‘Jongens, het wordt gekkenhuis volgende week, let hier op’.

Tot slot: Je woont zelf in Athene. Hoe is het om te leven in extreme omstandigheden in de zomer?

Myrivili: ‘Het is heel frustrerend, want ik hou van de zomer. Maar nu ben ik er bang voor, want het is een heel gedoe om in Athene te blijven gedurende de bijzonder hete maanden. Ik kan naar mijn zomerhuis gaan en vanaf daar werken. Ik besef mij dat dat niet voor iedereen is weggelegd. Sommige mensen kunnen niet weg en zijn aangewezen op parken om de hitte te ontvluchten en voor hun eigen vakanties. Ook leidt de extreme hitte in de zomer tot branden, die onze gezondheid aantasten door de luchtvervuiling die ermee gepaard gaat. Ik kan niet zeggen dat ik hoop heb voor de toekomst, want ik ben bezorgd, maar ook een optimist. We zullen door moeten.’ <<

FM EN CRISISMANAGEMENT

Hoe wapent FM zich tegen klimaatverandering en zijn we bestand tegen een mogelijke crisis? In de serie ‘FM en crisismanagement’ duiken we dieper in de materie. In deel 2 van deze serie komt dr. Eleni Myrivili, global chief heat officer voor het Atlantic Council’s Climate Resilience Center en UNHabitat aan het woord. Lees ook deel 1 van de serie over het managen van een waterbacterie.

dr. Eleni Myrivili tijdens haar keynote op de World Workplace Europe 12-13 maart 2025 in Den Haag.

EEN ANDERE DYNAMIEK

Het nieuwe werkconcept bij het Huis voor de Provincie Utrecht

Het Huis voor de Provincie in Utrecht is sinds april 2012 gevestigd in het voormalige hoofdkantoor van Fortis. Om het destijds geïntroduceerde werkconcept te moderniseren en af te stemmen op hybride werken zijn in twee fases vier etages opnieuw ingericht. Welke veranderingen zijn doorgevoerd? Een gesprek met Nathalie van Woensel, manager Facilitair. ‘Andere mensen horen en tegengeluid krijgen, dat is lastig als je thuis achter je laptop zit.’

DOOR GERARD DESSING

Nathalie van Woensel is sinds anderhalf jaar manager Facilitair bij Provincie Utrecht. In die hoedanigheid stuurt ze een team van 38 medewerkers (in dienst) aan die, in samenwerking met een aantal ingehuurde dienstverleners, de hard en soft services leveren. Na haar opleiding Facility Management aan Hogeschool Diedenoort werkte ze, voordat ze bij de provincie aan de slag ging, ruim 25 jaar in diverse facilitaire managementfuncties bij onder meer het Wereld Natuur Fonds, woningcorporatie De Alliantie en de gemeentes Ede en Wijk bij Duurstede.

De provinciale bestuurlijke organisatie (ongeveer 1.200 medewerkers) is gehuisvest in het achttien verdiepingen tellende provinciehuis in Utrecht-Oost (Rijnsweerd). Als eigenaar heeft de provincie elf verdiepingen (inclusief openbaar toegankelijk gebied) in gebruik. De overige verdiepingen zijn verhuurd aan andere

organisaties. Bijzonder voor een kantooromgeving: drie etages worden gebruikt voor de tijdelijke noodopvang voor Oekraïense vluchtelingen, die er 24/7 wonen en verblijven.

LABELSPRONG

Het gebouw (totaal 47.000 m2 BVO) dateert van 1995 en staat – als eind van het jaar mogelijk een definitief besluit wordt genomen - aan de vooravond van een grondige verduurzaming. Doel: het realiseren van een energieneutraal pand met een labelsprong van C naar maar liefst A+++++.

Tegelijk met de verduurzaming moet ook een grootschalige renovatie plaatsvinden, inclusief een herinrichting van de kantoorverdiepingen.

HERINRICHTING

Mede om straks scherp in beeld te hebben welk werkconcept het meest geschikt zou zijn om tijdens de renovatie door te

voeren, maar vooral ook om nu al te kunnen voldoen aan de veranderde behoeftes van medewerkers en teams als het gaat om werken en samenwerken in een hybride kantoor, zijn in de afgelopen tijd in twee fases vier verdiepingen heringericht.

Dat die herinrichting is uitgevoerd was niet onlogisch, vertelt Van Woensel. Dit omdat sinds de ingebruikname van het kantoor in 2012 de kantoorinrichting niet meer is aangepast. ‘De inrichting was en is oké hoor, maar eerlijk gezegd was het allemaal wel wat gedateerd. Op zich niet vreemd omdat alles al 13 jaar oud is. Veel vloeren zijn ingericht met werkplekken in open ruimtes en vergaderruimtes, maar je ziet bijvoorbeeld dat die steeds meer gebruikt worden voor bijvoorbeeld Teams-meetings of als overlegplek. Dat is vooral op de drukke dagen als maandag, dinsdag en donderdag niet altijd even efficiënt en je hebt te maken met een tekort aan overlegplekken.’

Nathalie van Woensel: ‘Als je gaat verduurzamen is het slim om meteen te verbouwen. Maar als je dat doet komen er allerlei extra dingen op je af.’

VERBOUWING

Bij de verbouwing van de verdiepingen 3 en 4 werd er onder meer voor gekozen om op de kantoorvloeren meer te laten zien waar de provincie vooral mee bezig is, namelijk: indelen van ruimte, natuur en milieu, klimaat en energie en vervoer. Dit resulteerde in water, stad en natuur als totaalconcept en het gebruik van het ontwerp van bruggen uit de provincie in de pantry’s als symbool voor verbinding.

Daarnaast werd de werkomgeving meer geschikt gemaakt voor hybride werken. Met als resultaat twee grote veranderingen. Ten eerste de toevoeging van een grote variëteit aan werk-, samenwerk- en ontmoetingsplekken, allen goed afgestemd op de behoeftes van de medewerkers.

Ten tweede is de kantoorvloer opgedeeld in kleinere gebieden en zones met een eigen functie, met meerdere vergader-

plekken in diverse opstellingen, een pantry met koffie en thee, werk- en overlegplekken, zitjes en ga zo maar door.

De ervaringen opgedaan met de nieuwe inrichting en indeling zijn inmiddels gebruikt bij de tweede verbouwing, namelijk die van de verdiepingen 15 en 18. Deze verbouwing is in november 2024 afgerond.

Een feedbackpunt vanuit de eerdere verbouwing van verdieping 3 en 4 betrof onder andere het kleurgebruik. Van Woensel: ‘Medewerkers vonden de gebruikte kleuren te somber. Op de 15e en 18e zijn nu meer aardse en zachte tinten gebruikt en het ziet er inderdaad beduidend lichter uit. Naast de kleurstelling is overigens ook rekening gehouden met toegankelijkheid voor mensen met een visuele beperking. Verder werden de belcellen als te klein ervaren waardoor ze te

weinig werden gebruikt. Er zijn dan ook geen losse belcellen meer geplaatst, maar meer teams- en concentratieplekken.'

BETERE WERKPLEKMIX

In een paar zinnen zou Van Woensel de doorgevoerde veranderingen in het werkconcept als volgt omschrijven. ‘Als ik het even heel plat zeg, hadden we hokjes en werkplekken. En de hokjes werden multifunctioneel gebruikt, zo werd een projectruimte bijvoorbeeld ook als vergaderruimte en Teams-plek gebruikt. Gevolg: we hadden soms te weinig hokjes beschikbaar. Nu hebben we een veel betere mix aan arbo-werkplekken, overlegruimtes, samenwerk- en ontmoetingsruimtes.’

VINDBAARHEID VERBETEREN

Voor de toekomst staan er enkele verbeterpunten op het programma. Een daarvan is ervoor zorgen dat teams elkaar

beter kunnen vinden. Van Woensel: ‘Iedereen is nu vrij om overal in het pand te gaan zitten waar hij of zij wil. Maar in de praktijk is dat niet altijd handig, je wilt ook je collega’s makkelijk kunnen vinden. We starten dan ook een onderzoek naar de behoeften en mogelijkheden op dat gebied. Je kunt denken aan het toekennen van een thuisbasis per team of domein, wat er maar gewenst is.’

VERGADERCENTRUM

Voor het vergadercentrum is het de bedoeling om het aanbod aan grotere zalen uit te breiden. Uit interne geluiden blijkt dat ruimtes voor grote groepen soms worden gemist. Van Woensel: ‘We beschikken momenteel over zalen voor 10 tot maximaal 25 personen. Als je dat kunt ophogen tot 35 tot 40 personen zou dat mooi zijn, daar is behoefte aan. Dan kun je ook bijeenkomsten met grote groepen, die nu vaak buiten de deur plaatsvinden, hier intern faciliteren.’

BEZETTINGSMETING

Op korte termijn staan er enkele actiepunten op het programma. Een daarvan is het uitvoeren van een bezettingsmeting, en dan niet alleen gericht op de bezetting van werkplekken en vergaderruimtes, maar ook op de benutting. Samen met actuele input van gebruikers over de tevredenheid van de werkomgeving kan dat leiden tot verdere aanscherping van het hybride werkconcept, een concept dat na de afronding van de eventuele renovatie in 2028 in gebruik kan worden genomen.

COMPLEXITEIT

Het tegelijk uitvoeren van zowel de verduurzaming als de renovatie is logisch, maar zorgt voor de nodige complexiteit, weet Van Woensel. ‘Je wilt het efficiencyvoordeel behalen, want als je gaat verduurzamen is het slim om meteen te verbouwen. Maar als je dat doet, komen er allerlei extra dingen op je af. Je moet onder meer zorgen dat planningen goed op

elkaar zijn afgestemd, dat alle stakeholders op het juiste moment hun eisen en wensen gereed hebben, dat je je geldstromen goed inzichtelijk houdt enzovoort, dat is een uitdagend traject.’

Een van de belangrijke succesfactoren in het gehele traject zal de betrokkenheid van de hele organisatie zijn, aldus Van Woensel. ‘We willen zelf de regie houden op wat er komt en wat wordt gemaakt. Mede daarom is er drie keer een moment ingebouwd voor een second opinion.’ En ook belangrijk, vervolgt ze: ‘We hebben zelf de projectleiding in handen. Ik wil dat niet extern beleggen. Dan krijg je het opgeleverd en denk je: oei, dit is niet wat we voor ogen hadden. We hebben goede projectleiders, het is van grote waarde als dat iemand is die het pand kent, snapt hoe het hier werkt, begrijpt waarom bepaalde regelingen bijvoorbeeld voor het klimaat wel of niet zouden werken. We hebben hier veel kennis in huis, daar maken we zeker gebruik van.’

TOEGEVOEGDE WAARDE

Terug naar de werkomgeving zelf. Wat voor Van Woensel de toegevoegde waarde van kantoor is? Ze is er van overtuigd dat mensen voor creatie en inspiratie een fysieke omgeving nodig hebben om elkaar te ontmoeten en zo tot mooie resultaten te komen. ‘En vergeet ook niet het belang van wat ik maar even noem de koffieautomaat-praat’, zegt ze afsluitend. Die is heel belangrijk. ‘Elkaar ontmoeten levert een andere dynamiek op dan wanneer je thuis in je eigen bubbel zit en werkt. Je hebt het contact nodig om andere mensen te horen en tegengeluid te krijgen, dat is lastig als je achter je laptop zit. Dat moet je actief opzoeken, terwijl je op kantoor eerder gevraagd en ongevraagd advies krijgt én kunt geven.’ <<

Op de 15e en 18e verdieping zijn nu meer aardse en zachte tinten gebruikt.
Foto: Provincie Utrecht
‘In onze branche is er een gebrek aan out-of-thebox-denken’

CHELSEA NOORDERMEER

LEEFTIJD : 25

OPLEIDING : BA HOTEL MANAGEMENT, HOTEL MANAGEMENT SCHOOL LEEUWARDEN

Mijn werk bestaat uit:

Ik ben hospitality consultant bij Contrast en ontwerp, optimaliseer en contracteer serviceconcepten voor diverse opdrachtgevers. Dit omvat het ontwikkelen van visies en concepten, het begeleiden van implementaties en het ondersteunen bij aanbestedingen van dienstverleners.

Wat is voor jou in je werk de grootste uitdaging?

Ik ben het afgelopen jaar gegroeid in bedrijfskundig inzicht en organisatiesensitiviteit, maar hier ligt nog ruimte voor verdere ontwikkeling.

Wat zou je graag beter kunnen?

Wat ik nog lastig vind, is het flexibel kunnen schakelen als er veel tegelijk op mij afkomt. Dan komt het aan op prioriteiten stellen en niet alles tegelijk willen blijven doen.

Belangrijkste FM-trend volgens jou:

Ik zie dat er steeds beter gekeken wordt naar drijfveren van de verschillende doelgroepen. En ik zie dat storytelling steeds belangrijker wordt: vertellen wat we doen op een manier die de zintuigen prikkelt en het hart raakt.

Grootste verbazing tot nu toe?

Het gebrek aan out-of-the-box-denken in onze branche en het onbenutte potentieel van divers talent hebben mij verbaasd. Ik pleit voor meer openheid tegenover mensen met een andere denkwijze of achtergrond.

Grootste succes tot nu toe?

Hoe we een nieuwe visie op eten & drinken voor VGZ hebben ontwikkeld op basis van droomsessies en interviews met stakeholders. De pijlers zijn Vitaal, Duurzaam en Bevlogen.

Wie is jouw grootste inspiratiebron?

Van mijn moeder heb ik geleerd dat je alleen anderen kunt helpen en inspireren als je ook goed voor jezelf zorgt. Daarin is zij voor mij een mooi voorbeeld.

Welk boek lees je en waarom?

Ik lees op dit moment een boek van Els van Steijn, het heet ‘De Fontein’ en gaat over zelfontwikkeling en je eigen plek vinden. Het helpt mij om mijn eigen plek stevig in te nemen en het draagt bij op persoonlijk en zakelijk vlak.

In deze rubriek komt jong talent aan het woord over carrière en ambities. Aanmelden van personen kan bij de redactie: redactiefacto@vmnmedia.nl

OOK

Mark Palte directeur Concernhuisvesting NS

Mark Palte is per 1 april gestart als directeur Concernhuisvesting (CHV) bij de Nederlandse Spoorwegen. Hij volgt Frank Smits op, die deze rol bijna drie jaar lang vervulde. Palte is verantwoorde-

lijk voor facility management voor alle NS-medewerkers. Concernhuisvesting zorgt voor huisvesting, werkplekinrichting, soft services, ondersteunende diensten en het invullen van de duurzaamheidsambities van NS. De komende tijd zal Palte zich onder meer richten op het vormgeven van de besparingsambities. Palte heeft een technisch bedrijfskundige achtergrond, afgestudeerd aan de Technische Universiteit Eindhoven. Sinds 2006 is Palte werkzaam in de spoorsector. Sinds 2020 was hij verantwoordelijk voor de ondersteuningsafdeling binnen Onderhoud & Service (treinonderhoud).

Marlijn van Straaten nieuwe CEO bij Vitam

Cateraar Vitam heeft een nieuwe Chief Executive Officer (CEO) aangesteld: Marlijn van Straaten. Ze brengt ruime ervaring mee en werkte onder andere voor een duurzaam cosmeticamerk, waar ze sinds 2020 de functie van CEO Benelux bekleedde. Daarvoor was ze als vicepresident verantwoordelijk voor de commerciële strategie en marketingstrategie, conceptontwikkeling en communicatie bij een horeca-exploitant. Van Straaten kijkt ernaar uit om op 1 juli van start te gaan. Marlies Martens vervulde de functie van CEO bij Vitam van 2017 tot januari 2025.

Hanneman

MARISKA PLOMP DIRECTEUR MENS & ORGANISATIE BIJ FISCUS

Mariska Plomp is sinds maart algemeen directeur van het cluster Mens & Organisatie bij Belastingdienst. Hiervoor was zij directeur SSO Organisatie en Personeel bij Belastingdienst. De nieuwe functie van Plomp is een gevolg van de nieuwe hoofdstructuur van de Belastingdienst, waarin de strategische functies direct onder de directeur-generaal zijn vertegenwoordigd. Plomp is verantwoordelijk voor de directie Organisatie & Personeel (circa 1300 fte) , directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening (circa 1300 fte) en het nieuw op te richten Bureau Veiligheid en Integriteit. Ze heeft meerdere managementposities bekleed binnen Facility Management, onder andere bij de Dienst Justitiële Inrichtingen en diverse ministeries.

en van Hussen partners bij Contrast

Bij Contrast Facility + Hospitality zijn consultants Lisanne Hanneman en Maarten van Hussen partner geworden. Daarmee zet het bedrijf een volgende stap in participatie van medewerkers. Van Hussen werkt vanaf 2019 als hospitality consultant bij Contrast. Hij krijgt in zijn nieuwe partnerrol de taak om het designteam voor functioneel ontwerp van horeca- en hospitalityconcepten verder uit te bouwen. Verder zal hij de expertise op gebied van realisatie begeleiding en meerjarenonderhoudsplanning van horeca-apparatuur uitbreiden. Ook de coaching van optimale operationele keukenprocessen hoort daarbij. Hanneman werkt vanaf 2018 als hospitality consultant bij Contrast. In haar nieuwe partnerrol sluit ze aan bij hospitality-concepten, horecavraagstukken en consumentengedrag.

Marielle van der Beek hoofd Facilitair, Huisvesting en Inkoop bij ministerie van OCW

Marielle van der Beek is met ingang van 1 april benoemd tot hoofd Facilitair, Huisvesting en Inkoop bij de directie Organisatie en Bedrijfsvoering van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De komende tijd zal Van der Beek zich samen met haar team onder meer buigen over de facilitaire huisvestingsbudgetten. Ook liggen er uitdagingen op haar bordje rondom de doorontwikkeling van de dienstverlening en het laten aansluiten van de bedrijfsvoering op de huidige ontwikkelingen.

De benoeming van Van der Beek tot hoofd Facilitair, Huisvesting en Inkoop volgt op een periode van zo’n twee jaar waarin zij deze functie al als waarnemend hoofd vervulde. Ze begon haar loopbaan bij het ministerie van OCW in 2006 als senior-adviseur Huisvesting en bekleedde sindsdien verschillende functies binnen de organisatie.

Annemarie Melissen ISS WorkPlace Manager of the Year

Tijdens de WorkPlace Xperience in Rotterdam is Annemarie Melissen uitgeroepen tot ISS WorkPlace Manager of the Year. Ze werkt sinds 2013 als project manager Real Estate bij FrieslandCampina. In die rol houdt ze zich niet alleen bezig met office & workplace management, maar was ze onder meer ook betrokken bij de ontwikkeling van het hybride-werkplekconcept en de tender Global FM. Annemarie ontving de titel voor haar strategische en datagedreven aanpak van hybride werken bij Friesland Campina.

Talent van het jaar

De titel ISS WorkPlace Talent of the Year ging dit jaar naar Iris Kranenburg, sinds eind 2020 werkzaam als professional Huis-

vesting & Facilitair bij Limoonworks. Iris maakte als jong talent indruk met haar regie over complexe huisvestingsprojecten bij onder meer Paleis Het Loo, Dulon College

en Menzis. Ze blinkt uit in het verbinden van mensen aan hun werkomgeving, met oog voor welzijn, communicatie en duurzaamheid.

ZIEKENHUIZEN BUNDELEN KRACHTEN VOOR DUURZAAM AFVALBEHEER

Radboudumc, Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, Rijnstate en Sint Maartenskliniek gaan samen met een lokale afvalenergiecentrale nieuwe manieren onderzoeken om ziekenhuisafval te recyclen. De vier ziekenhuizen willen met deze samenwerking versneld voldoen aan de circulaire doelen uit de Green Deal Duurzame Zorg. Dat betekent dat zij het afval dat niet gerecycled kan worden, terugbren-

gen tot maximaal 25% van het totaal in 2030. Om die doelstelling te bereiken, kijken de ziekenhuizen naar de mogelijkheden van thermische drukhydrolyse. Dat is een veelbelovende technologie voor het recyclen van ziekenhuisafval. Na een jaar beslissen de ziekenhuizen of de pilot verlengd kan worden en of andere ziekenhuizen kunnen meeliften op de uitkomsten van de proef.

VOLGEND NUMMER

IN FACTO MAGAZINE 3 - SEPTEMBER 2025:

THEMA: DUURZAAM FM

DOORBRAAK

Geert Huisman en René Laheij vertellen over het project Regionale Optimalisatie van de Werkomgeving (ROW) bij Enexis.

TECHNOLOGIE

Prof. Deborah Nas (TU Delft), keynote-spreker op het Facto Congres, vertelt wat we nu en in de toekomst kunnen verwachten.

VERDUURZAMING

Coen Meijeraan, manager Real Estate & Facility Management bij Royal FloraHolland, over de rol van verduurzaming in het beleid.

WWW.FACTO.NL | NIEUWS, VERDIEPING, BLOGS

DE MENING VAN FM-PROFESSIONALS

Facto.nl staat bomvol nieuws en achtergronden over de wereld van facility management. Daarnaast geven FM-professionals geregeld hun mening over actuele ontwikkelingen en dilemma’s. Herman Kok (foto), docent aan de Wageningen Universiteit, schrijft bijvoorbeeld op regelmatige basis blogs voor Facto, zoals over de impact van AI, en inkoop-expert en Nevi-docent Joost Lucassen heeft geregeld tips. Zijn meest recente: vertel een leverancier vooral wél wat je budget is.

Meer lezen? Kijk op Facto.nl.

COLOFON

FACTO IS EEN UITGAVE VAN VMN MEDIA

HOOFDREDACTEUR

Susan Meenhuis-Bosboom, susanmeenhuis@vmnmedia.nl

REDACTIE

Gerard Dessing, Julie Koster, Anne Tjon-A-Joe, Ronald Bruins (Scherp Communicatie)

EINDREDACTEUR

Rob van de Laar, robvandelaar@vmnmedia.nl

UITGEVER

Maciek Piasecki

MEDIA-ADVISEURS

Kevin Donders, tel. 06 - 51 68 27 23, kevindonders@vmnmedia.nl

VORMGEVING & OPMAAK colorscan, www.colorscan.nl

DRUK

Wilco BV

ADRES

VMN media, Utrechtseweg 44, 3704HD Zeist www.facto.nl

ABONNEMENTENADMINISTRATIE klantenservice@vmnmedia.nl, tel. 088-5840888

ABONNEMENTEN

Facto Magazine verschijnt 4 keer per jaar. Kijk voor meer informatie over individuele en collectieve abonnementen en prijzen op Facto.nl/abonneren. Op alle uitgaven van VMN media zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. Die zijn te vinden op www.vmnmedia.nl.

COPYRIGHT

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. © VMN media 2025

PUBLICATIEVOORWAARDEN

Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van VMN Media van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vmnmedia.nl.

DISCLAIMER

Alle in deze uitgave opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie.

ISSN 0927-1384

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.