
3 minute read
Corona laat zien dat startups creatief zijn
from VMT 11 (2020)
by VMN Media
FOOD STARTUPS TONEN VEERKRACHT
Startups staan bekend om hun mogelijkheid om snel van richting te veranderen. Dit is iets waar grote voedingsmiddelenbedrijven volgens velen van kunnen leren. Wat is nu de meerwaarde van deze veerkracht van startups en moet deze behouden worden bij een samenwerking met grote voedingsbedrijven? VMT vraagt het aan Joep van Straalen, oprichter van startup GreenPro International, en Jeroen Leffelaar, Managing Director Food & Agri Innovatie bij Rabobank.
Over het algemeen zijn startups wat flexibeler en veerkrachtiger dan grote voedingsmiddelenbedrijven. Joep van Straalen, oprichter van startup GreenPro International, een leverancier van vegan producten en ingrediënten aan retail, foodservice en industrie, legt uit waardoor dit volgens hem komt. “Startups werken vaak in kleine teams, zijn vanaf het begin bij een bedrijf werkzaam en hebben daarom een ander type passie en drive dan werknemers in een groot voedingsmiddelenbedrijf. Dit zorgt er over het algemeen voor dat nieuwe ideeën sneller in de praktijk kunnen worden geïmplementeerd.”
Verleden en infrastructuur Jeroen Leffelaar, Managing Director Food & Agri Innovatie bij Rabobank, vult hem aan. “De handicap van grotere en traditionele bedrijven is het verleden en de bijbehorende infrastructuur die ze met zich meedragen. Dat compliceert snel handelen. Startups zullen zich moeten aanpassen als hun propositie onvoldoende aanslaat. Want als het geld op is zonder een aangescherpt concept is het veelal over en uit. Dan zijn ze veelal niet in staat om nieuwe middelen aan te boren.” De coronacrisis raakt ons allemaal. Zo ook de food startups. Ondervinden food startups voordelen van
Tekst Carmen Groeneveld
deze veerkracht bij het doorkomen van de coronacrisis? “De coronacrisis heeft laten zien dat veel food startups die voor een groot deel afhankelijk waren van foodservice-omzet heel creatief werden en in korte tijd alternatieve omzetstromen aan wisten te boren”, aldus Van Straalen. “Dit toont aan hoe flexibel deze food startups zijn, hoe snel ze kunnen schakelen en dat ze zich niet laten leiden door bestaande bedrijfsprocessen. Voorbeelden zijn Brandt & Levie, Meet Jack en Sparc Kitchen.”
Kleine, autonome teams Kunnen grote voedingsproducenten iets leren van deze veerkracht van startups? “Multinationals kunnen leren van het werken in kleinere teams met veel eigen autonomie”, vertelt Van Straalen. “Ook kunnen grote voedingsbedrijven de bureaucratische processen minimaliseren. Waarom werken mensen voor je bedrijf en hoe zet je ze optimaal in hun kracht? Probeer een goed beeld te krijgen van de intrinsieke motivatie van de mensen in je team.” Leffelaar heeft nog wel een aanvulling. “Grote voedingsmiddelenproducenten kunnen leren dat hun verleden geen belemmering hoeft te worden voor de toekomst. Strategie en producten moeten continu tegen het licht worden gehouden. Heeft het product
nog bestaansrecht? Zo niet, dan moet je of het product aanpassen of stoppen. Flexibiliteit en innovatie zijn in toenemende mate van belang om als onderneming relevant te blijven.”
Conformeren aan processen Steeds vaker gaan grote ondernemingen en startups een samenwerking aan. Dit is volgens zowel

De Week van VMT Het coronavirus heeft gevolgen voor alle sectoren. Zo ook voor de voedingsindustrie en food startups. Waar sommige food startups een enorme afname in de omzet zagen door corona, zorgde het voor andere juist voor een versnelde groei. Het virus leidt tot veranderende consumentenbehoeften en dus tot andere trends. Jeroen Leffelaar, Managing Director Food & Agri Innovatie bij Rabobank, en Joep van Straalen, oprichter van startup GreenPro International, vertellen tijdens de Week van VMT (van 23 t/m 27 november) wat voor trends zij zien. Meer informatie: deweekvan.vmt.nl. Van Straalen als Leffelaar een goede ontwikkeling. Maar behouden startups die veerkracht wel bij zo’n samenwerking? “Startups die met grote voedingsproducenten samenwerken leren van elkaar. Ik heb vaker om me heen gezien dat de startups moeite hebben zich te conformeren aan de processen waarmee ze te maken krijgen zodra ze geïntegreerd worden in een multinational”, vervolgt Van Straalen.
Realistische verwachtingen “Uiteindelijk hebben de grote ondernemingen en startups elkaar nodig voor succesvolle innovatie. Er zijn maar weinig startups die volledig op eigen kracht groot en succesvol worden. Pilots kunnen hieraan bijdragen. Een succesvolle pilot vergt flexibiliteit van beide kanten en realistische verwachtingen”, vult Leffelaar aan. “De grote onderneming moet de startup ruimte geven en hun product of technologie en werkwijze waarderen. Maar ze moeten ook vooral openstaan voor de input van de startups, anders is het snel afgelopen met de startup en verpietert die binnen de multinational”, concludeert Leffelaar. •