VMT 9 (2016)

Page 20

VOEDINGSMIDDELEN, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE LANCERING FRAUDETOOL • INKOOP PALMOLIE 84 PROCENT DUURZAAM • STUDENTEN WORDEN ONDERNEMER • INSECTEN ONZICHTBAAR VERWER KEN • WO-OPLEIDING CIRCULAIRE ECONOMIE Kansen voor food in Iran WWW.VMT.NL 2016 | EDITIE 9

DONDERDAG 6

VERKADEFABRIEK

DEN BOSCH

Praktisch en diepgaand Safety event Food

Met het Food Safety Event op 6 oktober geeft VMT in het plenaire ochtendprogramma een vervolg op de ontwikkelingen die door de deelnemers van het Food event erg werden gewaardeerd, namelijk de enorme gevolgen die de digitalisering van de voedselketen heeft. Maar dan vertaald naar de borging van de voedselveiligheid in nieuwe logistieke ketens en transportverpakkingen.

In de middag gaan experts diepgaand en praktisch in op drie actuele onderwerpen: Fraude, ‘Darwin in de fabriek’ en ‘Het Listeria Mysterie’. Centraal in de frau-

Highlights:

De enorme veranderingen die digitalisering, big data en data-analyse tools zullen hebben op de voedselveiligheid Welke technologie kan de nieuwe koelketen tot aan de koelkast het beste sluiten?

Listeria beter begrijpen en daarmee effectiever te bestrijden

Fagen tegen Listeria monocytogenes op kant-en-klaarmaaltijden, kaas, zalm en groente

VOOR WIE?

desessie staan ervaringen van bedrijven met hoe zij aan de slag zijn gegaan met fraude (twee lezingen) en wordt aansluitend in vier korte pitches gediscussieerd over lessons learned rond registratie/administratie, traceerbaarheid, massabalansen en (internationale) fraude case(s). In de sessie Darwin in de fabriek worden de herkomst, besmettingsroutes, ontwikkeling van huisflora (bacteriën en schimmels) besproken, terwijl bij de sessie Listeria het aanpassingsvermogen, overlevingsstrategieën en effectiviteit van bestrijdingsmethoden wordt behandeld.

Hoe met fysische technieken en milieu vriendelijkere desinfectie ongewenste huisflora in de fabriek te beheersen Hoe voorkomen dat schimmels de hordes van het voedingsmiddel en die van preservatie overwinnen?

FFVA-tool PwC geeft inzicht in de volwassenheid van voedselfraude-maatregelen in het Nederlandse bedrijfsleven

Tips & tricks rond fraude van collega fabrikanten

Deze bijeenkomst is bestemd voor (leidinggevenden van) kwaliteitsmanagers en hun medewerkers in de voedingsmiddelenketen, toezichthouders, certificerende instellingen, toeleveranciers van producten en diensten waaronder wetenschappers, adviseurs, integriteitsverantwoordelijken, hoofden veiligheid/veiligheidskundigen en verzekeraars.

Kom naar het Food Safety Event en laat u bij V
OKTOBER
2016
*Tarieven zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten jpraten over deze belangrijke vraagstukken! Prijzen VMT en Voedselveiligheid abonnees betalen: € 295,- (i.p.v. € 395,-) Regulier tarief: € 395,€ 100.korting voor VMT en Voedselveiligheidabonnees Volledig programma en inschrijven, ga naar de site: www.vmt.nl/ foodsafetyevent

Wageningen Universiteit werkt aan wo-opleiding Circulaire Economie . . . . . . . . . . . . . . . . . .

04 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 INHOUD
. . .
10. Iran is een interessante markt voor de voedingsmiddelenindustrie: ‘Hier moet je nu zijn’ . .
.
14. Industrie aan de slag met fraudetool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18. Task Force Duurzame Palmolie verder als Daspo . . . . . . . . . . . . . 24.
Foto cover: VMT

Nieuws

6 Nieuws

33 Agenda

34 Colofon Economie & Bedrijven

10 ‘Investeer in sleeping giant Iran’

Food en technologie in Iran

Voedselveiligheid & Kwaliteit

14 Industrie start met aanpak fraude

Duurzaamheid & MVO

18 Inkoop palmolie grotendeels duurzaam

Mensen & Loopbaan

20 Ondernemende studenten

23 Aanpak jeugdwerkloosheid werpt vruchten af

24 Circulair werken in food vraag kennis

Wie zegt naar Iran te gaan, wordt in Nederland toch altijd nog wat argwanend aangekeken. Wat moet je daar, is dan de vraag. Onbekend maakt onbemind. Door acht jaar zware economische sancties is Iran er niet bepaald bekender op geworden. Voor de voedingsmiddelenindustrie en haar toeleveranciers is Iran echter een zeer interessante markt. Juist nu op het moment dat de sancties stapsgewijs worden opgeheven en het land zit te springen om westerse technologie en kennis. Tijdens mijn bezoek eind mei aan de Iran Food + Bev Tec bleek dat overduidelijk. “We zijn de Chinese producten en machines nu wel zat”, heb ik meerdere malen letterlijk op kunnen tekenen uit de Iraanse foodindustrie. De professionals in de sector zijn bijzonder goed geïnformeerd en weten precies wat ze wel en niet willen hebben.

Techniek & Technologie

26 IFFA groots en verrassend

Ingrediënt & Product

30 ‘Verwerk insect niet zichtbaar in product’

Met een Nederlandse handelsdelegatie van ondernemersorganisatie FME bezocht ik ook een Iraanse frites- en chipsfabriek. Met een weliswaar voor Europese begrippen nog kleine productie van ongeveer 6 ton f rites per uur, maar in Iran is de fabriek een van de grootste spelers op dit vlak. De eigenaar vertelde dat de Iraanse markt voor voorgebakken frites de laatste tien jaar bijzonder rap is ontwikkeld. Toen was één dag productie draaien genoeg om 24 dagen te kunnen verkopen. Nu draait de fabriek 24 uur per dag om de 80 miljoen Iraniërs van hun frites te voorzien. De fabriek staat vol met Nederlandse apparatuur, van de sortering tot en met de verwerking. De fabriek wil groeien en kijkt daarvoor naar voedingsmiddelentechnologie uit het westen.

Iran, wat moet je daar? Slechts enkele tientallen bedrijven in onze sector weten het inmiddels, nu de rest nog.

05 COLUMN . . . . . .
Willem-Paul de Mooij • w.mooij@mybusinessmedia.nl

Eiwit

Critici zien de veehouderij als een sector met een forse milieu-impact, maar dat hoeft helemaal niet, stelt promovenda Hannah van Zanten. De sector kan juist bijdragen aan duurzame voedselvoorziening. Ze stelt voor om het vee te voeren met producten die we zelf niet kunnen of willen eten. Dan worden deze reststromen omgezet in hoogwaardige eiwitrijke producten: vlees, eieren en zuivel. Hierdoor kan de veehouderijsector een hoeveelheid eiwit produceren die kan voorzien in een derde van onze dagelijkse behoefte.”

................................................................................www.wageningenur.nl

Palmolie

Nederland weet steeds meer landen te overtuigen om zich te committeren aan het inkopen van 100 procent duurzame palmolie. Ook Noorwegen sluit zich nu aan bij de Amsterdam Palm Oil Declaration, waarin wordt gestreefd naar een duurzame palmolieketen in 2020. Dat Noorwegen zich nu ook hierbij aansluit, betekent een succes voor de initiatiefnemers Initiatief Duurzame Handel (IDH) en de ketenorganisatie MVO voor oliën en vetten. “De ondertekening helpt de verduurzaming van palmolie te versnellen”, zegt Dag Kjetil Øyna, hoofd van de nationale palmolie-organisatie.

...........................................................................www.palmoilandfood.eu

Alpro

Alpro ziet de markt van plantaardige drinks en voedingsproducten jaar na jaar fors toenemen. Doordat het bedrijf zelf ook sterk blijft groeien, kondigt het opnieuw een investering aan van maar liefst 115 miljoen euro, waarvan 80 miljoen in België. Tevens worden er zo’n 160 nieuwe banen gecreëerd. De nieuwe investering dit jaar volgt op een investering van 80 miljoen euro in 2015 en de werving van 200 extra medewerkers.

..........................................................................................www.alpro.com

Vivera

Vivera zet de verduurzaming van het merk en de bedrijfsprocessen overminderd voort. Dit liet de producent van vleesvervangers op 14 juni weten. In het MVOjaarverslag 2015 laat het bedrijf zien dat het efficiëntieslagen maakt die zorgen voor een besparing op grondstoffen en energie. Dit komt uiteindelijk ten goede aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Vivera vindt dat een bedrijf verder moet kijken dan ‘slechts’ de grenzen van de onderneming en streeft ernaar zoveel mogelijk circulair te ondernemen.

.........................................................................................www.vivera.com

Ferrero

Ferrero verdubbelt de komende drie jaar de aankoop van de hoeveelheid Fairtrade-cacao naar 40.000 ton. Dat maakte de Italiaanse voedingsmiddelengigant bekend tijdens de World Cocoa Conference. Tevens kondigde de fabrikant een nieuwe samenwerking aan voor rietsuiker. Ferrero wil tussen 2016 en 2019 20.000 ton Fairtrade-suiker kopen. De samenwerking met Fairtrade moet het Italiaanse bedrijf helpen om 100 procent duurzaam gecertificeerde cacao in te kopen tegen 2020. Ook voor rietsuiker wil Ferrero dit doel bereiken.

...........................................................................................www.ferrero.nl

VMT online

• VVD-kamerlid Helma Lodders vindt dat de NVWA niet dienstverlenend en efficiënt genoeg werkt. De dienst stelt de verkeerde prioriteiten, en rekent buitensporig hoge tarieven. Er komt een voorstel om de NVWA onder verscherpt toezicht te stellen, zo wordt aangekondigd.

• Unilever moet zijn duurzaamheidsdoelstelling voor milieu-impact bijstellen en ondervindt tegenslagen met de duurzame deodorant van Dove. Maar omzetgroei van vooral de duurzame merken zoals Knorr en de verhalen daarachter maken veel goed.

• Supermarktketen Plus toont aan dat er met duurzaamheid geld valt te verdienen en dat je als bedrijf klanten kan opvoeden. Maar verduurzamen gaat niet zonder enige frictie zoals de keten ondervond bij leveranciers.

Breid uw abonnement uit naar VMT optimaal abonnement en lees naast het vakblad alle informatie op vmt.nl.

NIZO food research, FrieslandCampina, Ruitenberg Ingredients en Sonac stappen in een nieuw consortium dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van eiwitrijke voedingsmiddelen. Het consortium heet Tapas, gaat opereren vanuit Gelderland en Overijssel en wil inspelen op de wereldwijd toenemende vraag naar voedingsmiddelen die veel eiwitten bevatten. Eiwit is volgens de leden een van de belangrijkste onderdelen van een gebalanceerd en gezond voedingspatroon. Vooral oudere en zieke consumenten en atleten zoeken naar voedingsmiddelen die rijk zijn aan eiwitten. Het effectiefst is het combineren van dierlijke en plantaardige eiwitten. Het is de bedoeling dat het consortium hiertoe innovatieve oplossingen bedenkt.

De vier bedrijven in het consortium brengen vanuit hun eigen expertise kennis in over eiwitten en de chemie ervan in producten en processen. Friesland Campina brengt kennis op het gebied van zuivel in, Ruitenberg heeft kennis over plantaardige eiwitten voor de vegetarische markt, Sonac zit op functionele eiwitten vanuit de vleesindustrie. De partners denken dat hun samenwerking leidt tot nieuwe foodproducten die sneller op de markt kunnen komen.

06 NIEUWS IN HET KORT
................................................................................................www.vmt.nl Consortium
eiwitrijke voeding
....................................................................................................nizo.com

NVWA: einde nultolerantie voor allergenen

De NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, stapt af van de nultolerantie voor allergenen in levensmiddelen. Nieuwe reference doses voor verschillende allergenen moeten helpen risicobeoordelingen bij kruisbesmettingen uit te voeren. Die liggen wel lager dan bij de internationaal gangbare VITAL-methodiek.

Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering (BuRO) van de NVWA heeft advies uitgebracht aan de NVWA, minister Schippers en het ministerie van Economische Zaken, meldt Allergenenconsultancy.nl. In dit advies worden –voorlopige – reference doses genoemd voor verschillende allergenen. Hiermee kan een risicobeoordeling worden uitgevoerd. Deze aanpak is gelijk aan de VITAL-methodiek, maar de vastgestelde waarden wijken af.

Het advies heeft betrekking op de risico’s die ontstaan voor de allergische consument als onbedoeld allergenen in een product terecht zijn gekomen, ofwel kruisbesmetting.

BuRO adviseert nu de NVWA tijdelijk gebruik te maken van de referentiedoses die in het advies genoemd worden en die na een jaar te evalueren.

Hiermee stapt de NVWA af van de nultolerantie voor allergenen die tot nu toe werd gehanteerd. Een bepaalde hoeveelheid van een allergeen wordt als veilig gezien voor de allergische consument. Hiervoor heeft BuRO referentiedoses per allergeen vastgesteld. Die moeten worden omgerekend naar een toegestane concentratie in een product aan de

Nieuw logo voor glutenvrij

De Nederlandse Coeliakie Vereniging (NCV) heeft in samenwerking met de Wageningen Universiteit een standaard opgesteld voor gezonde glutenvrije producten. Een nieuw logo moet laten zien dat een product niet alleen glutenvrij is, maar ook minder suiker, zout en vet bevat.

Het Good Gluten Free-logo is binnenkort op de eerste producten in de winkels te vinden, zegt directeur Pieter Vos van Nutrilab in een interview met VMT. Het logo werd getoond op de beurs Free

From in de RAI in Amsterdam. Nutrilab, een gespecialiseerd laboratorium in voedselveiligheid, heeft samen met Schouten Certification een protocol ontwikkeld om bedrijven te certificeren voor gebruik van het nieuwe logo. Nieuwe standaarden, die zijn opgesteld door Wageningen Universiteit, moeten ervoor zorgen dat fabrikanten hun glutenvrije producten gezonder en vezelrijker maken. Voldoen ze aan deze standaarden, dan komen ze in aanmerking voor het logo Good Gluten Free. Categorieën die in aanmerking komen zijn onder meer brood,

hand van de consumptie. De FNLI zegt zich ernstig zorgen te maken over het voorgenomen beleid van de voedsel- en warenautoriteit, omdat een strengere aanpak wordt voorzien dan in andere EU-landen nu de praktijk is.

kant-en-klare maaltijden, ontbijtproducten en gezonde snacks.

07 MEER NIEUWS OP WWW.VMT.NL NIEUWS VMT . 1 JULI 2016 . NR 9
......................................................www.nvwa.nl
..................................................................www.glutenvrij.nl

‘Kwaliteit onvoldoende intrinsiek aanwezig’

Directies geven onvoldoende prioriteit aan het integreren van kwaliteit in de bedrijfscultuur en certificerende instellingen (CI’s) stimuleren hen te weinig om dit alsnog te doen. Ook laten de CI’s zelf bij hun controletaken flinke steken vallen, zodat de certificaten geen goede afspiegeling van de werkelijke situatie.

Tot deze conclusie komt N&S-directeur Michaël van Duijnhoven op basis van een steekproef bij enkele gecertifieerde voedingsmiddelenfabrikanten. Hij benadrukt direct dat het om slechts enkele fabrikanten en CI’s gaat.; namen maakt hij niet bekend. De uitkomsten komen overeen met onderzoeken van WRR, Onderzoeksraad voor Veiligheid en NVWA.

Van Duijnhoven deed twee eenvoudige onderzoeken. Zo liet hij klanten van zijn bureau kort achter elkaar twee keer een officiële audit doorlopen. Ook auditten zijn medewerkers al twee maanden na een officiële audit onaangekondigd dezelfde fabrikanten, die normaliter pas na negen tot elf maanden een vervolgaudit zouden krijgen. Deze twee steekproeven leverden opmerkelijke resultaten op. Te beginnen bij het uitbrengen van de offertes. Drie CI’s gaven voor het

WNF teleurgesteld in duurzaam inkopen

Slechts een handjevol leidende consumentenproductenbedrijven tonen aan dat ze vaart willen maken met de verduurzaming van soft commodities als palmolie, soja, suiker en vis. De overgrote meerderheid doet dit echter niet. Dit blijkt uit het rapport ‘Slow Road to Sustainability’ van het Wereldnatuurfonds (WNF). Het WNF onderzocht in de aanloop naar de jaarlijkse vergadering van het Consumer Goods Forum(CGF) in Kaapstad in juni de duurzaamheidsprestaties van 256 merkfabrikanten en retailers die lid zijn van het CGF. 22 (9%) van de CGF-leden gelden als voorlopers op het gebied van duurzaam inkopen.De ngo vindt het teleurstellend dat maar 42 procent van de CGF-leden een duurzaamheidsrapportage publiceert of deze integreert in het jaarrapport. 28 procent van de bedrijven stopt in geen enkele rapportage duurzaamheidsinformatie, maar communiceert hier alleen over op hun websites, waar de informatie vaak niet onafhankelijk is geverifieerd, aldus het WNF. ................................................................................................www.wnf.nl

auditen van hetzelfde bedrijf een verschillend aantallen auditdagen op in hun offerte, verschillen van een halve tot anderhalve dag. Bij een brood- en banketbakkersbedrijf vond de ene CI twee minors, de andere CI maar liefst vier majors en zestien minors. Bij een AGF-handelsbedrijf vond een CI acht majors en zeventien minors, de tweede vond slechts drie tot vier minors. Beide audits werden kort achter elkaar gehouden. Van Duijnhoven doet een aantal suggesties om de situatie ten goede te keren. “Het begint bij de directies. Die moeten zelf overtuigd zijn van het belang van kwaliteit en daarop zelf proactief beleid en doelstellingen formuleren.”

Foodwatch kapittelt

Heinz

Foodwatch start een Facebookcampagne tegen KraftHeinz omdat het bedrijf weigert maatregelen te nemen die de minerale oliën uit verpakkingen van Brinta en Dora Honig bannen. De aanwezigheid van deze stoffen bleek uit een onderzoek dat Foodwatch liet uitvoeren. Heinz is echter niet van plan zijn verpakkingen overhaast aan te passen. Het is al de tweede keer dat Foodwatch minerale oliën vindt in de verpakkingen van Brinta en Honig Dora. En bij deze tweede test waren de producten van bijvoorbeeld Brinta aanzienlijk meer vervuild dan bij de eerste in november vorig jaar, benadrukt de niet-gouvernementele organisatie (ngo). Heinz zegt uit duurzaamheidsoverwegingen bewust te hebben gekozen voor gerecycled karton. “Op dit moment lopen er nog onderzoeken op nationaal niveau bij het RIVM en op Europees niveau bij de EFSA. Zolang niet duidelijk is of er reden is tot zorg, lijkt het ons niet zinvol overhaast onze verpakkingen aan te passen”, zegt een woordvoerster van Heinz.

08 NIEUWS VMT . 1 JULI 2016 . NR 9
......................................................................................www.ns-quality.nl
...................................................................................www.foodwatch.org

Voedingsindustrie uit zorgen over NVWA

De partijen in de agrifoodketen, zoals de voedingsindustrie, roepen de politiek op niet verder te bezuinigen op de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en ook geen belastingen te heffen op producten en ingrediënten.

FrieslandCampina

Frans Keurentjes wordt voorzitter van de raad van commissarissen bij FrieslandCampina per 20 december. Hij volgt Piet Boer op. Net als Boer wordt hij dan ook preses van het coöperatiebestuur. Keurentjes heeft een melkveehouderijbedrijf in Hornhuizen. Sinds 2006 is hij lid van het coöperatiebestuur en lid van de RvC van FrieslandCampina.

www.frieslandcampina.com

GS1 Nederland

Financieel topman Hendrik-Jan Roel van Ahold volgt Erik-Jan Mares op als voorzitter van GS1 Nederland. Mares bekleedde deze functie het afgelopen jaar. Hij is directeur merchandising & sourcing houdbaar, non-food en new business bij Ahold.

www.gs1.nl

Ketenpartijen de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (CBL) doen de oproep in aanloop naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2017. In een tienpuntenplan laten ze politici weten welke zaken voor de sector van groot belang zijn.

Zo maakt onder andere de voedingsindustrie zich grote zorgen om het steeds verder uitkleden van de NVWA. Ze zegt dan ook te willen dat het toekomstige kabinet een een efficiënte voedselautoriteit met kennis van zaken garandeert.

Dit kan door te focussen op de kerntaak van de NVWA: toezicht op de naleving van de voedselveiligheid met behulp van risicogestuurd toezicht. “Het is onacceptabel om opnieuw bezuinigingsrondes of reorganisaties op te leggen, waardoor noodzakelijke kennis verloren gaat”, stellen de ketenpartijen.

De bedrijven in de agrofoodketen ergeren zich aan de “strikte en geheel eigen interpretatie van Europese regels door de NVWA”. Die vaart daardoor een eigen koers in Europa. Daar komt dan nog bij dat de voedselautoriteit kosten van inspecties en keuring doorberekent aan het bedrijfsleven. Dit gaat ten koste van de internationale concurrentiepositie.

Die concurrentiepositie is een ander punt dat de ketenpartners aandragen in hun tienpuntenplan: zorg dat de sector internationaal toonaangevend blijft. Investeer daarom in de innovatieagenda van de sector, een stevig exportbeleid en het opleiden van talent. Om de internationale concurrentiepositie te behouden, kunnen de ketenpartijen geen belastingen op ingrediënten en producten gebruiken. Belastingen op voedsel gaan namelijk gepaard met hoge bestuurlijke en administratieve lasten, maar sturen op duurzamer of gezonder consumentengedrag, aldus de opstellers van het tienpuntenplan. ................................................................................................www.fnli.nl

MVO Nederland

Peter Blom, ceo en voorzitter van de raad van bestuur van Triodos Bank, treedt in september aan als de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht van MVO Nederland. Hij volgt Simon van Driel op, die sinds 2009 voorzitter van MVO Nederland was.

www.mvonederland.nl

09 PERSONALIA
Holland Varken-keurmerk “Holland Varken-keurmerk moet niet alleen maar voor extra eisen zorgen”. Dat zei varkenshouder Martin Houben op de thema-avond van 16 juni van pigbusiness.nl.

‘Investeer nu in sleeping giant Iran’

Veel kansen voor voedingsmiddelentechnologie

Nu de internationale sancties tegen Iran worden afgebouwd, liggen er in het land enorme kansen voor de Nederlandse voedingsmiddelentechnologie. De honger naar westerse technologie en kennis in de foodsector is er enorm en er is geld. Nu investeren in de sleeping giant Iran is het advies, want ook andere landen gaan hard.

“Nederlandse bedrijven in de agro- en foodsector moeten wat minder voorzichtig worden”, vindt Mohammed Mashhadi, oprichter van het in Nederland gevestigde East-West Trade. Hij is verbonden aan de FME-missie naar Iran van 22 Nederlandse bedrijven in de agro- en foodtech eind mei, waar VMT verslag van doet. “Italiaanse, Franse en Duitse bedrijven investeren al volop in Iran, maar Nederland is daarin nog terughoudend. Vooral omdat de ban-

ken nog niet meewerken. Het gevaar bestaat dat straks alleen de broodkruimels voor Nederland overblijven terwijl de grote business in Iran dan al is verdeeld.”

Potentieel

De waarschuwing van Mashhadi is bedoeld om de Nederlandse foodsector de ogen te openen voor Iran. Het groeipotentieel van het land voor de komende jaren is groot. Het land heeft een consumentenmarkt van

80 miljoen en gaat door voor ’s werelds grootste onaangeboorde groeimarkt. Het land is veiliger dan veel andere landen in het Midden-Oosten en sinds januari van dit jaar is er een begin gemaakt met het opheffen van de internationale handelssancties tegen het land. Dat maakt zakendoen al iets makkelijker, hoewel Iran nog altijd niet is aangesloten op het wereldwijde betalingsverkeer.

In 2014 werd er echter al voor 5 miljard euro aan machines in Iran geïmporteerd, maar daar ligt een potentie voor liefst 8 miljard euro. Het aandeel voedselverwerkende machines en verpakkingsmachines daar van is 267 miljoen euro, en dat is in een jaar tijd al met 84 procent gestegen sinds 2013.

NAFTC naar Iran

Het Netherlands Agro, Food & Technology Centre (NAFTC) gaat met hulp van NXT Group een kantoor openen in de Iraanse hoofdstad Teheran. NAFTC en NXT willen zo Nederlandse bedrijven helpen met het realiseren van business in Iran, douaneproblematiek, belastingregels en de vraag ‘hoe vind ik de juiste partner’. Volgens

NAFTC-voorzitter Bob Steetskamp (links op foto; rechts Arthur Vernooij van FME) liggen er veel kansen in Iran voor Nederlandse bedrijven die actief zijn in de agro-

en foodsector. “De agro- en foodindustrie in Iran is al ver ontwikkeld. Echter, door de sancties heeft wel alles ongeveer tien jaar stilgestaan. Nu die sancties worden afgebouwd, levert dat nu enorme kansen, maar daar zijn wel de juiste contacten voor nodig.” NAFTC is al actief in China (sinds 2008), India (2011), Vietnam (2014) en Turkije (2016). In de toekomst moeten er nog kantoren worden geopend in ZuidAfrika, Oost- en West-Afrika en Indonesië. Iran is nu aan dit lijstje toegevoegd.

010 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 ECONOMIE & BEDRIJVEN
REPORTAGE

Missie

Voor FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, reden om dit jaar een eerste handelsmissie naar Iran te organiseren. 22 Nederlandse bedrijven uit de agro- en voedingstechnologiesector zijn aangehaakt om deel te nemen aan het Holland Paviljoen op de Iran Food + Bev Tec en de Iran Agro, die gelijktijdig in Iran werden gehouden eind mei. De vertegenwoordiging is breed: van leveranciers van koeloplossingen, complete frietfabrieken, verpakkingsmachines tot laboratoriumapparatuur voor R&D–afdelingen. Arthur Vernooij, verantwoordelijk voor international business development bij FME: “Een aantal bedrijven zijn hier voor een eerste oriëntatie, maar ook een aantal bedrijven hebben al contacten vanuit het verleden. Er wordt hier de komende jaren aan alle kanten geïnvesteerd in Iran om te moderniseren. En er is geld. Hier moet je nu dus zijn.” FME werkt overigens samen met Netherlands Agro, Food & Technology

Centre (NAFTC) dat een kantoor gaat openen in de Iraanse hoofdstad om de Nederlands-Iraanse handel te bevorderen (zie kader).

A-merk

Vernooij en Mashhadi stellen dat Nederland in de Iraanse foodsector een streepje voor heeft op veel andere landen, omdat de

kwaliteit van de machines en apparatuur heel hoog staat aangeschreven in Iran, vooral in de zuivelsector. Dat ziet ook managing director Rasoul Mousavi van het Iraanse bedrijf AGP Company, im- en exporteur van industriële apparatuur en partner van onder meer Geerlofs Koeltechniek in Rijswijk. Mousavi: “Nederland heeft

een erg goede reputatie in Iran als het gaat om foodprocessing-technologie. Er is veel vertrouwen in Europese merken en Nederland profiteert daarvan. Tijdens de jaren van de sancties waren we vooral aangewezen op Chinese machines en producten, maar dat zijn we zat. De A-merktechnologie uit Nederland is meer dan welkom.” In de Iraanse pluimveesector geldt dat ook, weet salesmanager Navid Nikouei van Sabahi Engineering Teheran. Het is de Iraanse partner van Foodmate Poultry Processing Systems. “Alle Iraanse slachthuizen weten dat de beste apparatuur uit Nederland komt.” Vincent Veelbehr, regional salesmanager bij Foodmate vult aan: “In de pluimveesector kom je wereldwijd altijd Nederlandse bedrijven tegen. We hebben altijd geïnnoveerd op automatisering en efficiëntie. Daarmee hebben we nu oplossingen die andere landen niet hebben.

011
De Iran Food + Bev Tec, de Iran Agro en Food Ingredients 2016 in Teheran vond plaats van 30 mei tot 2 juni met ruim 40.000 bezoekers. 633 exposanten uit 37 landen gaven acte de presence. Er waren elf nationale paviljoens, waar het Holland Paviljoen er een van was.
‘Het gevaar is dat alleen de broodkruimels voor Nederland overblijven’

Iran is erg geïnteresseerd in die nieuwe technologie.”

Hoge standaarden

“Wat verder prettig is aan het werken met Nederlandse bedrijven is dat ze transparant zijn, erg nauwkeurig in hun werk en erg internationaal ingesteld. En de kwaliteit en de standaarden die ze hanteren in de voedingsindustrie zijn hoog”, vult Baha Sadat-Tehrani aan, managing director van de Atrineh Saziba Company, een bedrijf dat een groot aantal Nederlandse en Europese ingrediëntenleveranciers in Iran vertegenwoordigt, zoals IFF, DSM en Bredabest. “En”, vervolgt de managing-director, “Nederlanders vinden het bovendien leuk om hun kennis over te dragen aan anderen.”

Betalen voor kennis Nederlanders zijn dan weliswaar goed om hun kennis te delen, maar de Iraniërs zijn nog niet zo goed om daarvoor te willen betalen. Dat is een van de hobbels in Iran, weet managing partner Frans van der Schoot van Bakery Initiatives, een consultancybedrijf dat bedrijven helpt om complete industriële bakkerijen te realiseren. Van der Schoot: “Bakery Initiatives ontwikkelt businessplannen, producten, fabrieken, mensenmanagement en procedures. We bouwen echter zelf geen machines. Inmiddels hebben we ervaren dat het in Iran lastig is om een consultancyfee te claimen. Een Iraniër is het nog niet gewend om daarvoor te betalen.”

Inmiddels heeft Van der Schoot daar met Bakery Initiatives een oplossing voor: “We maken langzaam maar zeker de omslag naar systeemintegratie. Dat betekent niet alleen bedenken wat de klant moet gaan doen, maar zelf instappen als systeemintegrator. Daarmee worden wij zelf ook contractpartij en kopen wij ook de machines in. Wij verkopen een werkende oplossing met garantie aan de klant. Dat werkt wel goed.”

Sadat-Tehrani ziet de bereidwilligheid om te betalen voor kennis overigens wel toenemen in Iran, zegt hij. “Twee jaar geleden

was het voor consultancybedrijven misschien nog te vroeg om naar Iran te komen, maar inmiddels wordt het makkelijker om kennis aan de man te brengen.”

Betalingsverkeer

Maar of bedrijven nu kennis, technologie of machines aan Iran leveren, uiteindelijk moet er betaald worden. En dat is momenteel nog steeds het grootste probleem. Het betalingsverkeer met Iran verloopt namelijk nog altijd erg stroef. Sinds het opheffen van de sancties mogen landen en bedrijven weliswaar zaken doen met Iran, maar omdat Amerika de financiële sancties nog niet volledig heeft afgebouwd, zijn veel banken afwachtend met het zetten van stappen. Een directe overboeking van een Nederlandse naar een Iraanse rekening is nu nog in de regel onmogelijk. Bedrijven die nu zakendoen met Iran, doen dat via andere landen zoals Turkije. Maar ook dat is en blijft lastig, weet directeur Henk Somers van Lareka, aanbieder van verpakkingsmachines voor chocoladeproducten. “Toen de sancties kwamen, werd het onmogelijk om geld onze kant op te krijgen. En ook al waren we in het trotse bezit van een Turkse bankrekening, er is nooit een euro op binnengekomen.”

Van der Schoot: “Handel doen tijdens de sancties vereiste een behoorlijke mate van creativiteit. In Nederland zijn we nu nog altijd enorm geremd door de banken en het verbaast me dat de overheid daar zo weinig aan kan doen. Daar zit voor mij een behoorlijke frustratie, hoewel sommige banken nu bij hoge uitzondering bereid zijn om een transactie in behandeling te nemen. De deur staat op een kier.”

De verwachtingen zijn dat het nog weleens een jaar tot twee jaar kan gaan duren voordat het betalingsverkeer weer helemaal op gang komt. Sadat-Tehrani van Atrineh Saziba: “Iran is acht jaar ziek geweest en heeft in het ziekenhuis gelegen. We moeten langzaamaan leren om weer op eigen benen te kunnen staan. De bankensector moet weer leren hoe internationaal te opereren. Dat gaat niet van de een op de andere dag. Het is een proces dat anderhalf tot twee jaar gaat duren.”

Toch kan de huidige bankenblokkade ook worden omgezet in een voordeel voor Nederlandse bedrijven, denkt Mousavi van AGP Company. “Daar is wel wat vertrouwen voor nodig, maar Nederlandse bedrijven zouden het eigenlijk moeten aandurven om voor te financieren. Dan win je alle tenders, echt waar.”

VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 012 ECONOMIE & BEDRIJVEN
In het Holland Paviljoen werden contacten gelegd met spelers in de Iraanse markt. Wim Lodders, exportmanager bij Tummers Food Processing Solutions (rechts), merkte dat er in Iran veel interesse bestaat voor aardappelprocessing.
REPORTAGE

Achterstand

Met een dergelijke onorthodoxe aanpak zou Nederland misschien nog wat van de achterstand op andere Europese landen in kunnen lopen. Want die achterstand is er, weet Michael Westenberg van NXT Group of Companies, het bedrijf dat het NAFTCkantoor in Iran opzet. “Je kunt stellen dat Nederlandse bedrijven onvoldoende focus op Iran hebben. Dat heeft te maken met de media en de Nederlandse overheid. De media zijn negatief over Iran en onze overheid is heel voorzichtig. En dat heeft ertoe geleid dat de Italianen en de Duitsers ons op dit moment aan alle kanten voorbijlopen. Wat dat betreft hebben we de grote boot al gemist. Frankrijk en Italië hebben al honderden jaren een goede relatie met Iran, die voorsprong haal je niet zomaar in.”

Dat onderschrijft ook Jos van Velzen van BluePrint Automation, leverancier van volautomatische verpakkingsmachines, die ook in Iran business wil opzetten. “In Iran zelf zie ik niet zo veel concurrentie met wat wij doen, de grootste concurrent hier is voor ons het handmatig inpakken van producten. Maar op technologievlak komt onze grootste concurrentie in Iran van de Italianen, Duitsers en Fransen. De Italiaanse en Duitse overheden stimuleren hun bedrijven vaak beter met regelgeving en subsidies in opkomende markten. En dan worden we ook nog eens meer beperkt door onze banken. Ze zijn het braafste jongetje van de klas en dan zie je snel dat je achter gaat lopen op de rest.” Westenberg onderstreept

dat Nederland wel degelijk wat te bieden heeft. “Zoom even in op de foodtech. De Italianen leveren weliswaar machines en de Nederlanders ook, maar het kwaliteitsverschil is evident. Nederland levert de Rolls Royces en Bentleys onder de machines en niet Italië. Daarom is er wel degelijk ruimte voor de Nederlandse technologie.”

Aardappelprocessing

Die ruimte ziet ook Wim Lodders, exportmanager bij Tummers Food Processing

al gauw 20 tot 30 ton productie per uur. In Iran heb je het vaak nog over 2 tot 6 ton per uur. De technologie komt overigens vaak wel al uit het Westen en is goed.”

Solutions. “We zijn gespecialiseerd in aardappelvlokken en friteslijnen. Voor de sancties leverden we ook al aan Iran via andere bedrijven, maar nu zijn we zelf actief in het land. In een land als Iran, waar water schaars is, groeit het belang van de aardappel als voedingsbron. Er is veel interesse in processing. De schaalgrootte is nu nog veel kleiner dan in Europa. Vergelijk het met hoe Europa begon met opschalen zo’n 30 tot 40 jaar geleden. De volumes zijn bij ons

De te behalen winst zit hem onder meer in een betere wastechnologie van de aardappels. “Te veel zand in de lijn betekent ook nadelige gevolgen voor het schilproces. Hoe meer grond, hoe meer slijtage in de machines. De schiltechnieken zelf zijn ook verbeterd, waardoor je veel minder schilafval hebt. Daarmee kun je elk jaar weer procenten uitsparen en dat scheelt in absolute zin heel veel kilo’s per jaar. De productievolumes worden zo verhoogd. Verder hebben we veel aandacht besteed aan de snijtechnologie. Tummers heeft de beste technologie, zodat de scheurtjes in de aardappels veel minder voorkomen. Daardoor ligt de vetopname weer een stuk lager. Dat levert weer een gezondere friet op. Daar zijn ze ook wel gevoelig voor in Iran.”

Op de website vmt.nl zijn meer artikelen te vinden over de handelsmissie van FME en NAFTC naar Iran • WILLEM-PAUL DE MOOIJ •

013
Een beeld van een Iraanse fritesfabriek in Qazvin op twee uur rijden van Teheran. Er wordt nog veel werk met de hand gedaan, maar de foodsector moderniseert snel. Het groeipotentieel van de Iraanse foodmarkt is groot. Het land heeft een consumentenmarkt van 80 miljoen en gaat door voor ’s werelds grootste onaangeboorde groeimarkt.
‘Nederland levert de Rolls Royces en Bentleys onder de machines’

Industrie start met aanpak fraude

Wereldwijde adoptie SSAFE/PwC-tool krijgt vorm

In januari lanceerden SSAFE en PwC wereldwijd de Food Fraud Vulnerability Assessment (FFVA). Veel partijen zijn met de tool aan de slag gegaan, maar er moet nog veel gebeuren om de kwetsbaarheid voor voedselfraude te verminderen. Ook is er een wetenschappelijk onderzoek naar fraude gestart met eerste resultaten.

Voedselfraude is een oeroud fenomeen dat zich door voedselschaarste, veranderende consumptiepatronen en urbanisatie steeds sterker manifesteert. Toch is er nog relatief weinig bekend over de omvang en impact. PwC is, ondersteund door Wageningen UR, in februari gestart met een wetenschappelijk onderzoek naar voedselfraude. Dat richt zich op het analyseren

Eerste onderzoeksresultaten

De eerste resultaten van het onderzoek naar voedselfraude laten zien dat de verliezen breder zijn dan alleen van financiële aard. Er zijn vijf categorieën:

1. Sociale verliezen en straffen zoals gezondheidskwesties, schending van religieuze of ideologische overtuigingen en straffen opgelegd door rechtbanken. Een voorbeeld van een case met sociale verliezen is een fraude-incident in 2007 waarbij vlees met opzet omgekat was naar halalvlees. Deze partij bleek na onderzoek niet te voldoen aan de normen van de islam.

2. Verliezen door beslissingen van overkoepelende organen, zoals brancheorganisaties of overheden. Een voorbeeld hiervan is het voorstel, in februari dit jaar gedaan door David Granieri, president van het consor-

van de verliezen door voedselfraude en de kosten en opbrengsten van maatregelen die fraude beogen terug te dringen in zowel de Nederlandse als internationale voedingsmiddelenindustrie. De eerste resultaten laten zien dat de verliezen breder zijn dan alleen van financiële aard (zie kader). De impact door voedselfraude is vooral groot op consumentenvertrouwen en verkoop.

Verder hadden van de onderzochte cases het melanineschandaal en het paardenvleesschandaal de grootste impact en verliezen.

Overheden reageren

Naast de toenemende aandacht voor voedselfraude vanuit de sector hebben overheden meer aandacht voor de aanpak van voedselfraude. Een voorbeeld daarvan is operatie Opson. Deze door Interpol en Europol gecoördineerde operatie heeft onder meer tot doel de georganiseerde misdaad die zich bezighoudt met de internationale handel in namaakgoederen te identificeren en te ontwrichten. Daarnaast versterkt Opson de samenwerking tussen

tium van Italiaanse olijfolieproducenten. Hij pleitte voor verscherpte controles op de olijfolie-import naar Italië na een fraudeincident met olijfolie diezelfde maand.

3. Verliezen in consumentenvertrouwen. Een goed voorbeeld daarvan is het melanine-schandaal van september 2008, waarbij 45,3 tot 63,3 procent van de Chinese consumenten Chinese zuivelproducten als onveilig beschouwden. Het vertrouwen is nog maar beperkt teruggewonnen.

4. Verliezen door afnames van verkoop. Bij deze categorie zijn ook dalingen van aandeelprijzen opgenomen en overpayment. Daaronder verstaan we het bedrag dat te veel betaald wordt voor het frauduleuze product ten opzichte van het originele product, bijvoorbeeld wanneer een goedkope

vis is omgekat naar een duurdere vissoort. Een voorbeeld van verkoopdaling is de extreme daling (13%) van diepvriesmaaltijden in het Verenigd Koninkrijk in de periode van 21 januari tot 17 februari 2013 door het paardenvleesschandaal. Hierbij moet worden aangetekend dat de omzetverliezen als gevolg van het paardenvlees nog nauwelijks volledig in beeld zijn gebracht. In Nederland bleken alleen in de casus Selten

1.871 bedrijven direct te zijn betrokken en naar schatting bijna 7.000 bedrijven indirect. Onbekend is in hoeverre zij met aantoonbare directe daling van verkopen zijn geconfronteerd.

5. Verliezen door recallkosten. Daarin worden de directe en de indirecte kosten door een recall meegenomen.

014 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT

toezichthouders in de voedingsmiddelenindustrie enerzijds en politie en justitie anderzijds.

De relatie tussen toezicht en opsporing of handhaving is internationaal nog in ontwikkeling. Pas na het paardenvleesschandaal en op advies van professor Chris Elliot werd in juli 2014 de Food Crime Unit in het Verenigd Koninkrijk ingesteld. Volgens Elliot mag de Nederlandse Inlichtingen- en Opsporingsdienst, onderdeel van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), worden gezien als een van de effectievere samenwerkingen tussen toezicht en opsporing.

Europol en Interpol publiceerden in maart dit jaar de resultaten van operatie Opson V. Deze internationale (57 landen) en integrale operatie vond plaats tussen november vorig jaar en februari van dit jaar. Bij deze actie waren politie, douane, nationale voedsel- en warenautoriteiten en partners uit de private sector betrokken. Er werd meer dan één miljoen liter en 10.000 ton vervalst voedsel in beslag genomen, waaronder 85 ton olijven in Italië. Deze olijven waren met kopersulfaat behandeld om de kleur te verbeteren.

Deze grote hoeveelheden lijken nog maar

het topje van de ijsberg te zijn. Europol en Interpol geven aan dat de complexiteit en schaal van fraude omvangrijk zijn en meer internationale samenwerking vragen. De toename van de frauduleuze activiteiten zou te wijten zijn aan een kleine pakkans en door de beperkte schaal waarop industrie en overheid samenwerken om dit fenomeen te bestrijden.

Andere aanpak

De grote voedingsmiddelenorganisaties die samenwerken in SSAFE (Cargill, Coca-

en voor eigen economisch gewin is’. Deze opzettelijkheid maakt de bestrijding anders, want wanneer een bepaalde vorm van fraude succesvol wordt bestreden, zullen fraudeurs een andere vorm van fraude zoeken. Dat is niet het geval bij bijvoorbeeld hygiënerisico’s. Als de succesvolle beheersmaatregelen zijn geïmplementeerd, zal het risico beheersbaar blijven. De aanpak van fraude op basis van traditionele, vrij statische risicobeheersmaatregelen is daarom ontoereikend.

Daarom is ervoor gekozen om de Food Fraud Vulnerability Assessment (FFVA)tool te baseren op de fraudedriehoek, waarbij opportunities (geschikt doelwit), motivations (gemotiveerde dader) en gebrek aan toezicht (control measures) worden geïdentificeerd.

FFVA-tool breed inzetten

Cola, Danone, Fronterra, Kellogg’s, Kerry, Keystone, McDonalds, Nestlé en SAB Miller) hebben al in 2014 geconcludeerd dat de bestrijding van voedselfraude een andere aanpak vraagt dan de borging van voedselveiligheid en kwaliteit. In het artikel in VMT 6 van dit jaar beschreef professor Saskia van Ruth van Wageningen UR al dat ‘fraude met voedsel per definitie opzettelijk

SSAFE, PwC en hun wereldwijde samenwerkingspartner hebben sinds de wereldwijde lancering via de SSAFE-website en ffv.pwc.com/vsat/ diverse initiatieven ondernomen om de tool en de bijbehorende kennis onder de aandacht te brengen. De SSAFE-leden promoten het gebruik onder eigen organisaties, leveranciers en afnemers. Daarnaast heeft PwC de tool in zestig landen aan zijn retail- en consumernetwerk gepresenteerd en zijn er diverse bijeenkomsten georganiseerd, waaronder een presentatie tijdens de Global Food Safety Conference 2016 in Berlijn. Vier maanden nadat de tool is gelanceerd, laten de eerste resultaten zien dat de tool al breed wordt geadopteerd. Ruim 750 gebruikers hebben zich inmiddels geregistreerd. Zij hebben 350 assessments afgerond, verspreid over meer dan vijftig landen. Het is in deze fase nog lastig om te beoordelen of de gebruikers de assessments hebben afgerond met als doel over te gaan tot implementatie van beheersmaatregelen (CCP’s).

Op dit moment vraagt alleen BRC Global Standard for Food Safety Issue 7 gecertificeerde organisaties een systeem te implementeren om de blootstelling aan voedselfraude te reduceren. De deze zomer

015
Een voorbeeld van motivation-assessment in PwC/SSAFE-tool.
‘44 procent heeft geen fraudedetectiesysteem’

verwachte GFSI Benchmarking Requirements – voorheen aangeduid als Guidance

Document versie 7 – zal van alle gebenchmarkte standaarden vragen een vulnerability assessment (kwetsbaarheidsanalyse) uit te voeren en control plans (beheersmaatregelen) in te stellen. Hierdoor mag worden verwacht dat binnenkort ook schema’s als FSSC 22000, IFS en SQF vergelijkbare eisen opnemen. Op dit moment onderzoekt FSSC 22000 in een pilot wat de impact van de GFSI-vereisten zal zijn en hoe de SSAFE/ PwC-tool daarbinnen past.

Nederland neemt het voortouw

Toch vallen er interessante lessen te trekken uit deze eerste gebruikersgroep. Het valt al gelijk op dat de meeste geregistreerde gebruikers afkomstig zijn uit Nederland: maar liefst een derde. Nog interessanter is het om stil te staan bij wat deze gebruikersgroep rapporteert. Zij kunnen immers uw leverancier of afnemer zijn. 49 procent geeft aan dat er eenvoudige technieken beschikbaar zijn om producten te vervalsen. 44 procent heeft geen fraude-detectiesysteem geïmplementeerd of autenticiteitsonderzoek uitgevoerd. 38 procent heeft geen klokkenluidersregeling om fraude in de organisatie te rapporteren. 43 procent screent relevante medewerkers niet op fraudegevoeligheid. 42 procent van de directe leveranciers heeft geen voedselveiligheidsmanagementsysteem of dat wordt niet extern gecertificeerd. 4 procent geeft aan betrokken te zijn bij een misdrijf of rapporteert dat zij in het verleden regelmatig overtredingen heeft laten zien of meegemaakt.

Al eerder is aangegeven dat deze resultaten dienen te worden genuanceerd, gezien mogelijk testgebruik. Toch kan op basis van het aantal gebruikers, die deze resultaten rapporteren via de tool, worden vermoed dat fraudereductie een onderwerp is dat nog veel aandacht vraagt en veel organisaties nog geen begin hebben gemaakt met het inventariseren van kwetsbaarheden. Laat staan dat ze beheersmaatregelen hebben bedacht en geïmplementeerd.

Kennisdelen noodzakelijk

Veel gebruikers geven aan dat het niet eenvoudig is om een vulnerability assessment

uit te voeren. Het gebruik van de tool leert hen dat veel vragen input vereisen van andere organisatiedisciplines, zoals inkoop, financiën, juridisch of commodityhandel. Er is relatief weinig feitelijke informatie over fraude aanwezig. Gebruikers werken daarom vaak samen met deze disciplines om tot antwoorden te komen en zoeken ook de dialoog met leveranciers en afnemers om meer informatie te verkrijgen. Gebruikers vragen om deze reden ook naar een vorm van kennisdeling of benchmarking van assessments. SSAFE en PwC verwachten in maart volgend jaar een eerste rapportage te publiceren, waarbij gedetailleerde assessmentresultaten op algemeen niveau worden gedeeld.

Ook wordt gedacht aan het verder toevoegen van functionaliteiten, zoals benchmarking, en zijn eerste gesprekken gestart over informatiedeling op industrieniveau. Doel van deze gesprekken is te onderzoeken of de resultaten van fraude-assessments op een vertrouwelijke, niet-competitieve manier kunnen worden gedeeld, met in achtneming van mededingingsregelgeving. Immers, een leverancier die effectief fraudemaatregelen invoert en dit op verzoek inzichtelijk maakt aan een van zijn af-

nemers, zou dit misschien weleens willen delen met een andere afnemer zonder de inhoud van de maatregelen te hoeven delen. Een platform dat dergelijke informatie effectief kan delen zonder concurrentiegevoelige informatie openbaar te moeten maken, zou voorkomen dat leveranciers van iedere afnemer afzonderlijk controles ondergaan op het vlak van fraudereductie.

• HANS SCHOOLDERMAN, ONNO NILLESEN EN TOM BERENDSEN •

H. Schoolderman, partner Risk Assurance Services, O. Nillesen, seniormanager Sustainability & Responsible Governance, en T. Berendsen, senioradviseur Sustainability and Food integrity, PwC’s Food Supply & Integrity Services, Sustainability & Corporate Governance groep, hans.schoolderman@nl.pwc.com.

Food Safety Event

Op het Food Safety Event op 6 oktober in de Verkadefabriek in Den Bosch wordt uitgebreid ingegaan op de FFVA-tool van PwC.

Meer informatie over het Food Safety Event: www.vmt.nl/Foodsafetyevent

VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 016 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
Een voorbeeld van opportunity-assessment in de PwC/SSAFE-tool.

culinaire smaaksystemen harmonie van umami

Hartig

Vlees

Gevogelte

Groente

Bouillon

Umami systemen

Sojasauzen

MSG en alternatieven

Zoutreductie systemen

Yama heeft alle basis ingrediënten voor hartige smaken, aansluitend op de trends van vandaag. Kennis van de juiste balans en toepassing maken ons Umami pakket compleet.

YAMA, Your silent partner in famous food

YAMA PRODUCTS B.V. +31 (0)30 240 80 30

YAMA.NL

KLANTGERICHT INTEGER COMPETENT KWALITEIT ONZE LABORATORIA: CONTACT Eurofins Food Testing Netherlands Tel: +31(0)88 831 00 00 sales-food-nl@eurofins.com LabCo Adverteerdersindex VMT AmbiPackBVpagina22 Dupp–FoodRecruitmentpagina35/36 EurofinsFoodTestingNetherlandspagina17 YamaProductsBVpagina17
YERRecruitmentSolutionsBVpagina22

Inkoop palmolie grotendeels duurzaam

Europa is volgende uitdaging

De Nederlandse voedingsindustrie ligt aardig op koers in de verduurzaming van palmolie: de hoeveelheid die verwerkt is in Nederland lag vorig jaar op 84 procent, blijkt uit de eindrapportage van de Task Force Duurzame Palmolie. Dat is een groei van 12 procent in vergelijking met 2014. Het Wereldnatuurfonds (WNF) is vol lof over de bereikte resultaten, maar Greenpeace blijft sceptisch.

Vlak voor de officiële presentatie van het eindrapport van de Task Force Duurzame Palmolie haalde Greenpeace flink uit naar de Nederlandse palmolie-industrie. De resultaten van het eindrapport kunnen niet kloppen, concludeerde de milieuorganisatie. Want alle door palmoliebedrijf IOI geleverde grondstof “zou niet als duurzaam geproduceerd mogen worden gerekend”, stond in een persverklaring. De Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO) schorste IOI op 4 april omdat het bedrijf zijn verduurzaming niet op orde had.

Greenpeace

Ketenorganisatie MVO stuurde eveneens een verklaring uit met een pragmatisch antwoord: “De rapportage van de Task Force Duurzame Palmolie gaat over de periode tot en met 2015. Het palmoliebedrijf IOI was een erkend en gecertificeerd lid van de RSPO in deze periode. De plantages waar de palmolie vandaan komt, waren in 2015 dus allemaal duurzaam gecertificeerd.”

Wereld Natuur Fonds

Directeur Johan van der Gronden van het Wereldnatuurfonds (WNF) begrijpt de zorgen van Greenpeace, maar waardeert ook de ‘enorme prestatie’ die de taskforceleden hebben geleverd. “Applaus en bloemen dat jullie die 84 procent hebben gehaald.” Maar hij blijft kritisch. Hij wijst er fijntjes op dat bijvoorbeeld biobrandstoffen buiten de scope van de taskforce vallen.

Taskforce verder als Daspo

De Task Force Duurzame Palmolie is in 2010 opgericht om de vraag naar duurzame palmolie in Nederland te stimuleren. Het samenwerkingsverband van alle in Nederland gevestigde schakels in de palmolieketen heeft het doel om eind 2015 alle palmolie verwerkt in Nederland voor de Nederlandse markt duurzaam in te kopen. De hoeveelheid duurzame palmolie, verwerkt in de Nederlandse voedingsindustrie, groeide van 30 procent in 2011 tot 84 procent in 2015, blijkt uit het eindrapport van

“We roepen daarom alle bedrijven op zich individueel te verbinden aan duurzame palmolie. Zo kunnen ze ook verantwoordelijk worden gehouden als er wat misgaat.” De zaak met IOI laat zien, zo zegt hij, dat er zelfreinigend vermogen is die de kracht toont van het certificeringssysteem. Maar tegelijkertijd stelt Van der Gronden “dat certificering net zo goed is als de laatste software-update van een computer”.

Stap verder

De WNF-voorman dringt er bij bedrijven daarom op aan zich te committeren aan RSPO Next. Die gaat net een stap verder dan de reguliere RSPO-certificering. Ondanks het succes van de Task Force Duurzame Palmolie staat de snelheid van certificering van palmolie niet in verhou-

de taskforce. De leden blijven werken aan de verduurzaming van de palmolieketen. Ze doen dit de komende jaren via de Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil (Daspo). De alliantie verbindt zich aan het stimuleren van de fysieke handelsstroom voor duurzame palmolie, dat wil zeggen Mass Balance, Segregated en Identy Preserved in plaats van Book & Claimcertificaten. Een speerpunt is ook de continue aanscherping van certificeringsstandaarden.

018 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 DUURZAAMHEID & MVO

ding tot de ontbossingscijfers in Azië. “We moeten echt toe naar nul-ontbossing.” Dat realiseert ook de Task Force Duurzame Palmolie zich. Alle leden hebben de doelstelling het inkopen van 100 procent duurzame palmolie gehaald en dragen zo hun steentje bij tegen onder andere ontbossing. “Dat we nu op 84 procent uitkomen, heeft te maken met de partijen die niet bij de taskforce waren aangesloten”, vertelt taskforce-voorzitter Eddy Esselink, die deze bedrijven dan ook oproept zich aan te sluiten bij de Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil, de opvolger van de taskforce (zie kader). MVO-directeur Claassen ervoer in de vijf jaar dat de taskforce liep dat er competitie ontstond tussen de verschillende deelsectoren. De branches wilden niet onderaan bungelen in hun duurzaamheidsprestaties. Claassen: “De bulk is binnen. Het zijn vooral kleinere bedrijven die stappen moeten zetten. Zij hebben handvatten nodig hoe te beginnen.”

Lamb Weston/Meijer

Handvatten kan aardappelverwerker Lamb Weston/Meijer dat jaarlijks 8.000 ton palmolie verwerkt wellicht geven. Het bedrijf

had de eer om de laatste award van de Task Force Duurzame Palmolie in ontvangst te nemen vanwege de volledige overschakeling van Book & Claim (certificaten) naar fysiek gescheiden traceerbare palmolie - segregated. De overstap was eind juni vorig jaar.

“De perceptie is nog te veel dat duurzaamheid winst in de weg staat”, zegt Mascha Leijten, director marketing en new business development bij Lamb Weston. “Het klopt

Duurzame palmolie in Europa

MVO-directeur Frans Claassen ziet de inspanningen van een bedrijf als Lamb Weston als de manier om verder te komen in de verduurzaming van palmolie. “Bedrijven moeten hun invloed gebruiken om hun klanten op het duurzame pad te zetten.” Nederland geldt als voorloper op het gebied van duurzame palmolie en is onder leiding van onder andere MVO bezig om ook de verduurzaming van deze grondstof in de rest van Europa een boost te geven. Zo initieerde MVO de oprichting van The European Palm Oil Alliance (EPOA), waar verschillende partijen met elkaar discussiëren over zaken die spelen rond duurzame palmolie. Dan is er nog de door MVO en Initiatief Duurzame Handel (IDH) in het leven geroepen Commitment to Support 100% Sustainable Palmoil in Europe, die inzet op de verduurzaming van de palmolieketen in 2020. Deze ambitie wordt gesteund door zes Europese landen in de Amsterdam Palm Oil Declaration.

Overheid en ngo’s nodig

dat bedrijfsprocessen economisch gedreven zijn. Wij draaien de denkwijze om: we stellen duurzaamheid voorop en zorgen vervolgens dat het economisch gaat werken.” Ze zegt dat het bedrijf ook op internationaal niveau in gesprekken met klanten het duurzaamheidsaspect altijd meeneemt. Leijten is ook de eerste die toegeeft dat duurzaamheid in Europa niet evenveel bij alle klanten leeft en het daarom lastig is de meerprijs voor duurzame palmolie door te berekenen.

Niet alle Europese landen maken evenveel vaart met de verduurzaming van de palmolieketen. “In Polen en Spanje leeft duurzaamheid niet. Spanje heeft natuurlijk ook net een economische crisis achter de rug”, aldus Claassen. Ondanks kritische geluiden van onder andere Greenpeace heeft de palmoliesector ngo’s en overheden hard nodig om druk op de ketel te houden, erkent de MVO-directeur. Met hun ondersteuning kan MVO nog beter helpen om nationale duurzame palmolieinitiatieven op te zetten in de Europese landen. “Volgens het WNF gaan we niet snel genoeg, maar met onder andere hun hulp kunnen we ze nog sneller opzetten om vervolgens naar een volgende regio te gaan.”

019
De leden van de Task Force Duurzame Palmolie samen op de foto, met in het midden Mascha Leijten van Lamb Weston dat een eervolle vermelding ontving. De Task Force Duurzame Palmolie gaat verder als de Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil.
‘Zelfreinigend vermogen toont kracht van systeem’
• MAURICE DE JONG •

Ondernemende studenten

Hogeschool en universiteit bieden ondersteuning

Studenten die dromen van een eigen onderneming kunnen al tijdens hun studie voor zichzelf beginnen. Universiteiten en hogescholen bieden steeds meer ondersteuning. De HAS hogeschool en Wageningen Universiteit vertellen hoe zij dat aanpakken.

Op de campus van Wageningen staat sinds twee jaar een Starthub voor studenten die willen ondernemen. “Daarin was voorheen onder meer onderzoek naar onkruid gevestigd”, vertelt incubationmanager Jannet de Jong. Ze geeft VMT een rondleiding in de pauze van F&A Next, een evenement voor start-ups in de agrifood. “Vaak combineren studenten een master met de ontwikkeling van een eigen bedrijf en afgestudeerden een promotie-onderzoek met een eigen bedrijf.” De Starthub is onderdeel van Startlife, een organisatie die ondernemerschap in de agrifood ondersteunt.

Student-ondernemers

In de Starthub hebben ondernemende studenten een eigen kamer waar ze hun plannen kunnen uitwerken. Zoals de 23-jarige Olivier Francescangeli, recent afgestudeerde Plant Sciences, die bezig is met zijn eigen bedrijf Versafarmas. Hij ontwikkelt een verticale indoorfarm voor restaurants. In de met ledlampjes verlichte kas kunnen kruiden worden gekweekt. “Behalve dat het functioneel is, biedt het ook beleving.” De Belgisch-Boliviaanse student vindt het idee interessant en zegt voor zichzelf te blijven werken zolang hij zichzelf kan motiveren.

Om overleg te bevorderen, kunnen de startende ondernemers bij elkaar zitten in daarvoor bestemde ruimtes. In een ervan zit Sander Onsman. Hij richtte OnsZaden op uit de fascinatie wat er gebeurt als je een zaadje in de grond stopt. Onsman verkoopt zaden van over de hele wereld, zoals koffie-, thee- en cacaozaden, en geeft die

in de tweede helft uitvoeren. Van Hoek zegt dat er drie types studenten zijn in de opleiding Food Design & Innovation. “Er zijn studenten die hoe dan ook willen ondernemen. Die komen al in het tweede jaar bovendrijven. Zij willen hun ideeën zelf tot uitvoer brengen. Dat kan via een samenwerking, maar niet in dienst van andere bedrijven.”

een verhaal mee. Anderhalf jaar geleden rondde hij zijn studie af en nu is hij fulltime bezig met zijn bedrijf. Tot nu toe kan hij zich bedruipen.

De Jong vertelt dat de student-ondernemers ook training en coaching krijgen. “We zorgen dat er regelmatig experts aanwezig zijn voor vragen, zoals een notaris, een subsidie-adviseur of een persoonlijke coach.”

Ondernemersklas HAS

Mary van Hoek-Hendriks, docent en adviseur Food Innovation aan de HAS hogeschool vertelt dat ondernemen HASbreed wordt gestimuleerd. Studenten kunnen in het vierde jaar instromen in de Ondernemersklas. In de eerste helft van het jaar werken ze aan hun businessplan, dat ze

Daarnaast zijn er volgens Van Hoek studenten die wel een goed idee in handen hebben, maar niet weten of ze ondernemer willen worden. Zij krijgen ondersteuning van HAS via het programma Marktgang Kansrijke Concepten. Deze studenten worden begeleid bij hun keuzes voor of het ondernemerschap of bij een samenwerking met een bedrijf om het concept tot leven te brengen. De derde groep studenten weet zeker geen zelfstandig ondernemer te willen worden, maar gelooft wel in het idee.

“Die koppelen we aan ondernemers of bedrijven die wel met het idee aan de slag kunnen. Zo hebben we een student gekoppeld

Samenwerkende hogescholen

De ondernemende HAS-studenten krijgen dit jaar steun van de buren. Tweedejaarsstudenten Advanced Business Creation van Avans Hogeschool gaan aan de slag met de concepten van HAS-studenten. Ze werken verschillende marktgangopties uit. Deze module heet Start-up. Onder andere de winnaars van de FoodExperience 2016 doen mee.

020 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 MENSEN & LOOPBAAN
‘Grote groep studenten wil hoe dan ook ondernemen’

aan een bedrijf waar hij een halfjaarcontract kreeg om zijn idee verder uit te werken.”

Na afstuderen

De HAS begeleidt de student-ondernemers ook na het afstuderen. Succesvolle ondernemers uit de HAS-koker zijn onder anderen Janneke Pieters en Mary-Jane Snelders. De laatstgenoemde is niet van de HAS, maar door Janneke Pieters later als partner bij haar plannen betrokken. Ze presenteerde Kookbier op de Food Experience, maar maakte snel naam met Kutbier, een speciaalbier van pruimen genoemd naar de Bossche kut; een type vrouw uit Den Bosch met geverfd haar, veel make-up en een brommertje. De ondernemers willen graag in die stad een eigen brouwerij openen. De hogeschool en Ondernemerslift+ ondersteunen hen daarbij. Een andere student die stappen heeft gezet is Anne Lyskwam met MeatGreen. Zij was met een burger van half vlees en half groente tijdens de Food Experience runner-up voor de vakjury. De burger staat nu op het menu van de Jaarbeurs. Ze combineert de ontwikkeling van haar eigen bedrijf met een baan.

Financiering

Deze generatie studenten schroomt niet een eigen bedrijf te starten. “Ze hebben de intrinsieke motivatie om een betere wereld te creëren zonder een geitenwollensokkengevoel”, zegt Van Hoek. De adviseur merkt ook dat het makkelijker is geworden om een eigen bedrijf te starten. “Maar wat moeilijk blijft is het rondkrijgen van de financiering. Ondernemende studenten merken dat vaak al in het eerste of derde jaar van hun eigen bedrijf. Er zijn wel mogelijkheden zoals Ondernemerslift+ en crowdfundingacties, maar het blijft lastig.”

Van Hoek ziet de innovatielabs bij retailers als een goede ontwikkeling om het probleem van financiering te tackelen. “Het zal steeds vaker gebeuren dat startups zich onder de vlag van grote ondernemingen verder ontwikkelen. Die nemen dan een deel van de financiering op zich. Zo deed Philips dat jaren geleden ook al. Ik denk dat de food daar nu ook klaar voor is.”

N-Chroma wint pitch F&A Next

“We kunnen niet geloven dat we hebben gewonnen!” De jonge studenten zijn een half uur na hun overwinning nog sprakeloos. Constantinos Patinios en zijn team (foto) wonnen de prijs voor beste pitch van een early stage startup tijdens F&A Next, een evenement dat ondernemers in de agrifood en investeerders bij elkaar brengt. De jonge ondernemers uit de Starthub willen natuurlijke kleurstoffen voor food, textiel en cosmetica via fermentatie produceren. De technologie heeft nog vier jaar ontwikkeltijd nodig. Daarnaast duurt het nog een paar jaar voordat ze marktrijp is. De jury, die bestaat uit investeerders, was te spreken over de echte technologie.

Patinios: “We zijn pas twee maanden geleden begonnen en nu winnen we al! Dat bevestigt dat we een goed idee te pakken hebben.” De studenten Plantenbiotechnologie aan Wageningen Universiteit willen eerst de technologie optimaliseren en partners zoeken om het idee verder uit te werken. “We hebben een aantal investeerders gesproken en zijn benieuwd wat die voor ons kunnen betekenen.”

021
Student Constantinos Patinios en zijn team wonnen de prijs voor de beste early stage startup op F&A Next. Foto: Jonne Seijdel
• DIONNE IRVING •

Avebe is een internationale coöperatie gericht op zetmeelaardappelen en speelt wereldwijd een hoofdrol in de vermarkting, ontwikkeling en productie van aardappelzetmeel- en aardappeleiwit. Avebe haalt alles eruit wat er in zit; op het gebied van aardappelzetmeel is het bedrijf absolute marktleider. De positie van Avebe in hoogwaardige aardappeleiwitten wordt op dit moment verder uitgebouwd. Avebe heeft zich tot doel gesteld om op een duurzame wijze te werken aan een voortdurende verbetering van het rendement voor haar leden. De kracht van Avebe ligt in het vermogen de diversiteit van de aardappel te vertalen naar onderscheidend vermogen voor haar klanten, die wereldwijd gevestigd zijn. De strategie van Avebe richt zich op een viertal belangrijke pijlers: Marktgerichtheid, Duurzaamheid, Innovatie en Kostleiderschap. Kernwaarden van Avebe zijn: respect, nemen van verantwoordelijkheid en voortdurend openstaan voor ontwikkeling. Voor het Innovation Center van Avebe komen we graag in contact met een Application Specialist Bakery en een Product Developer Meat.

Application Specialist Bakery

Uitstekende arbeidsvoorwaarden - Veendam

Functie | De Application Specialist is werkzaam binnen het toepassingsgebied Bakery bij het Innovation Center. De Application Specialist houdt zich bezig met het ontwikkelen van nieuwe applicaties en het onder steunen van de introductie van nieuwe producten en applicaties bij klanten binnen de bakkerij industrie. Je ondersteunt sales activiteiten en levert tevens een bijdrage aan de innovatieve projecten van Food. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met productontwikkelaars, andere applicatiespecialisten en de afdeling Marketing. Kandidaat | Afgeronde opleiding op het gebied van levensmiddelentechnologie, HBO werk- en denkniveau. Enkele jaren relevante werkervaring binnen de bakkerij industrie. Goede beheersing van de Engelse taal in woord en geschrift. Je bent analytisch, innovatief, communicatief vaardig en een teamplayer. | www.yer.nl/job/7086700

Product Developer Meat

Uitstekende arbeidsvoorwaarden - Veendam

Functie | Binnen het Innovation Center van Avebe wordt in meerdere teams gewerkt aan nieuwe concepten en producten op basis van zetmeel. Voor het team dat zich richt op nieuwe toepassingen binnen noodles en vlees zoeken wij voor Avebe een Product Developer. Je richt je speci ek op applicatie onderzoek op het gebied van vleestoepassingen. In samenwerking met collega’s zoek je naar nieuwe innovaties en vertaal je deze (in samenwerking met Marketing) naar nieuwe productconcepten. Je ondersteunt verschillende grote spelers binnen de vleesindustrie met implementatie van innovatietrajecten. Je bent verantwoordelijk voor het interpreteren en rapporteren van onderzoeksresultaten en verzorgt applicatiegerichte trainingen voor collega’s en distributeurs. Kandidaat | Je hebt een afgeronde WO-opleiding op het gebied van Levensmiddelentechnologie en relevante werkervaring binnen de vlees(verwerkende) industrie. | www.yer.nl/job/7086900

Functie | Kijk voor meer informatie op yer.nl of neem voor meer informatie contact op met Richard Bloemsma, 06 29 23 90 66.

QA Medewerker (32 uur-fulltime)

Momenteel zijn wij op zoek naar een geschikte kandidaat om onze kwaliteitsafdeling te versterken. De QA medewerker houdt zich bezig met alle operationele Quality Assurance activiteiten in de breedste zin van het woord.

Voorkomende werkzaamheden:

• Het schrijven en opzetten van procedures m.b.t het kwaliteitssysteem gebaseerd op o.a. FSSC 22000/HACCP, ISO 13485 en GMP.

• Het beoordelen van afwijkingen, formuleren van Capa’s en de opvolging van de realisatie van Capa’s;

• Afhandelen van klachten en formuleren van verbetervoorstellen;

• Het kwalificeren van leveranciers en leveranciers van uitbestede activiteiten;

• Het (laten) nemen van monsters, verzenden, (laten) uitvoeren en beoordelen van al het kwaliteitsonderzoek;

• Het beoordelen van productspecificaties, bemonsteringsvoorschriften en analysevoorschriften;

• Het controleren van het onderhoud van de productieafdelingen, installaties en apparatuur;

• Het (laten) kwalificeren van installaties en apparatuur en het (laten) (her)valideren van bereidings-, analyse- en schoonmaakmethoden;

• Het verwerken van kwaliteitsgegevens en het treffen van maatregelen ter preventie van kwaliteitsafwijkingen.

Functie-eisen

• Minimaal HBO werk- en denkniveau;

• Minimaal 3 jaar QA ervaring in een industriële farmaceutische of voedingssupplementenomgeving;

• Kennis van levensmiddelenwetgeving, GMP;

• Praktische kennis van kwaliteitsmanagementsystemen;

• Goede beheersing van de Nederlandse en Engelse taal in woord en geschrift; Daarnaast is het van groot belang om goed te kunnen luisteren en te analyseren en een kritisch vermogen te hebben.

Bedrijfsprofiel

Ambi Pack (in Hendrik-Ido-Ambacht) is een loonproducent en loonverpakker van voedingssupplementen, medical devices, cosmetica en medicijnen. Het bedrijf is in 1998 opgericht door Jan Tio en een echt familiebedrijf. Dat betekent een enorme toewijding, korte lijnen en een no-nonsense mentaliteit gecombineerd met een informele sfeer.

De afgelopen jaren is de organisatie dankzij een gezonde groei en ontwikkeling steeds professioneler geworden. Van een klein bedrijf met vijf medewerkers heeft de organisatie zich ontwikkeld tot een specialist met 70 medewerkers. Onze medewerkers bepalen de kwaliteit die wij iedere dag leveren, je maakt dan ook wezenlijk deel uit van een hecht team dat iedere dag probeert de verwachtingen van onze klanten te overtreffen. De arbeidsvoorwaarden zijn afhankelijk van de kwaliteiten die je meebrengt, maar wij geloven dat wie goed werkt, goed moet worden beloond.

Kun jij je vinden in bovenstaand profiel en ben jij op zoek naar een baan binnen een groeiend bedrijf stuur dan je schriftelijke reactie (per post of email)naar:

Ambi Pack B.V.

t.a.v. R. Sanner

Het Tasveld 8

3342 GT Hendrik Ido Ambacht info@ambipack.nl

Acquistitie n.a.v. deze vacature stellen wij niet op prijs. Gelieve alleen te reageren indien u voldoende gekwalificeerd bent. Alleen serieuze sollicitaties krijgen van ons een reactie.

Aanpak jeugdwerkloosheid werpt vruchten af

Bij Unilever en Nestlé lopen diverse projecten om werkloze jongeren in Europa te helpen aan een baan. Die initiatieven werpen hun vruchten af. Wereldwijd worden nu events georganiseerd om werkloosheid te bestrijden.

Volgens CBS, het Centraal Bureau voor de Statistiek, zat in september vorig jaar nog 11,5 procent van de Nederlandse jongeren van 15 tot 25 jaar zonder werk. In heel Europa was dat meer dan 20 procent. Grote bedrijven als Unilever en Nestlé proberen hier met projecten verandering in te brengen.

Zo startte Nestlé in 2014 een Europees project, het Nestlé Needs YOUth-initiatief. In Nederland leverde dat binnen drie jaar ongeveer 150 banen op en meer dan 300 stageplekken. Sommige stages zijn tot apprenticeships geëvolueerd. Daarbij ligt nog meer de nadruk op het leren van een vak op de werkvloer.

Van elkaar leren

Niet alleen voedselproducenten zelf bieden stages en werkplekken binnen de verschillende afdelingen en locaties van hun bedrijf. Ook verschillende leveranciers doen mee aan het project.

Corporate-communicationsmanager Hugo Stienstra bij Nestlé Nederland: “Samen met andere bedrijven kijken we naar elkaars werkwijze en wat we van elkaar kunnen leren. Vanuit dat perspectief zien we ook opties om gecombineerde stages aan te bieden van drie maanden bij Nestlé en drie maanden bij een toeleverancier. Op die manier kan aan twee kanten ervaring worden opgedaan.” Daarnaast organiseert

de multinational sollicitatietrainingen en cv-workshops en worden Nestlé-medewerkers aangesteld als mentor van jonge werkzoekenden.

Pieter Klapwijk, head of humanresources bij Nestlé Nederland: “Wij zijn niet alleen erg trots op de behaalde resultaten van het Nestlé Needs YOUth-initiatief, maar ook op het enorme enthousiasme van onze medewerkers. Inmiddels hebben al ongeveer 500 collega’s deelgenomen aan het project.”

Wereldwijd uitgerold

“Het initiatief was een doorslaand succes qua enthousiasmeren van jongeren en het effect dat het had in de landen. Het was al snel duidelijk dat het niet tot Europa beperkt moest blijven”, vervolgt Klapwijk. Daarom is het vorig jaar wereldwijd uitgerold. “Overal worden nu events georganiseerd rond jeugdwerkloosheid. Ook in Europa wordt het project na dit jaar voortgezet.”

Unilever startte samen met de gemeente Amsterdam vorig jaar het Amsterdam City Project. Dat moet de jeugdwerkloosheid terugdringen en ondernemerschap onder jongeren stimuleren. De fabrikant van voedingsmiddelen en verzorgingsproducten trainde jongeren, die zes maanden aan de slag gingen in een commerciële functie.

Daarnaast kregen zij trainingen en toegang tot een netwerk van bedrijven. Dit project

krijgt dit jaar een vervolg, met hetzelfde doel en dezelfde opzet.

Store Supporters

Ondertussen is Unilever met twee nieuwe projecten gestart. Via het project Store Supporters helpt de multinational jongeren met opleiding en werkervaring. De pilot startte met 12 deelnemers in 5 steden en is inmiddels uitgegroeid tot 30 deelnemers, verspreid over 38 steden en 284 supermarkten. Een derde initiatief is het Den Haag Perfect City Project, vergelijkbaar met het Amsterdam City Project, voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Tien personen kunnen deze zomer aan de slag als mobiele ijsverkoper.

023 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 MENSEN & LOOPBAAN
• BIANCA VAN DE SCHRAAF • Het Nestlé Needs YOUth-initiatief leverde in Nederland binnen drie jaar ongeveer 150 banen op en meer dan 300 stageplekken.

Circulair werken in food vraagt kennis

Wetenschappelijke opleiding Circulaire Economie

Als het aan een groep enthousiaste studenten en docenten ligt, biedt Wageningen Universiteit binnenkort uitgebreid wetenschappelijk onderwijs over de circulaire economie. Daar kan ook de foodindustrie van profiteren, want circulair werken heeft de toekomst.

In een circulaire economie hebben we geen afval meer. Dit economische systeem is namelijk gericht op maximalisatie van de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen. Aan Wageningen Universiteit leerden de studenten Steven Westbroek en Jaap van den Biesen hierover in het vak closed-cycle design van de leerstoelgroep Bedrijfskunde. De vakinhoud en docent Stefano Pascucci maakten hen zo enthousiast dat ze hierover meer wilden leren.

Circular Economy Wageningen

De twee studenten waren niet de enigen die geïnspireerd raakten. Zo ontstond het initiatief Circular Economy Wageningen, een groep van acht studenten die zich hard maakt voor meer onderwijs over circulaire economie binnen de universiteit. Dat doen ze vooral door te netwerken en door docenten, onderzoekers, bedrijven en organisaties met elkaar in contact te brengen. Zo organiseerden ze in april een ronde tafel om te kijken wie er binnen de universiteit al met circulaire economie bezig zijn. In mei volgde een zogeheten co-designsessie over het onderwijs op dit vlak. Daarbij waren stu-

denten en medewerkers aanwezig, maar ook mensen van bedrijfsleven en ngo’s.

Nieuw onderwijs

Hoe een uitbreiding er precies uit gaat zien, is nog niet duidelijk, vertelt Van den Biesen, masterstudent Urban Environmental Management. “Er zijn veel opties. Een vervolgvak op closed-cycle design bijvoorbeeld, een minor, een thesistrack, een onderdeel van een master of een aparte masteropleiding.”

“Ook past circulaire economie heel goed binnen de academic consultancytraining”, vult Westbroek aan. In het tweede jaar van zijn master Management, Economics and Consumer Studies is hij bezig met een interdisciplinair project waarin een groep studenten werkt aan een opdracht voor een bedrijf of organisatie.

Bij Circular Economy Wageningen is ook specialist Aglaia Fischer betrokken. Haar parttime promotieonderzoek aan de universiteit – met Pascucci als copromotor –gaat over de overgang naar een circulaire economie. “Ik kijk naar de knoppen waar je aan kunt draaien om die systeemtransitie te

realiseren. Dat doe ik vanuit de positie van bedrijven. Die knoppen zijn bijvoorbeeld samenwerkingsvormen, contracten, financiering en ketenregisseurschap. Want bij een circulaire economie hoort een ander soort samenwerking, een ander soort contracten en een ander soort financiering.” Ook werkt Fischer bij het Circle Economy Cooperative en het Sustainable Finance Lab aan financieringsvormen voor de nieuwe businessmodellen. Als uitbreiding van het Wageningse onderwijs heeft ze een voorkeur voor een serie mastervakken of een aparte mastertrack circulaire economie. “Bedrijfsleven en overheid zijn ontzettend met dit concept bezig. Maar een heel programma heb je natuurlijk niet van de ene op de andere dag staan”, weet Fischer. “Stefano Pascucci en ik willen eerst vanaf komend collegejaar een kleine groep studenten gaan begeleiden in scripties en stages. Ook willen we met die studenten bijvoorbeeld een keer per maand samenkomen, zodat zij wat ze tegenkomen aan problemen en concepten met elkaar kunnen delen.” Een ander plan is om de eindpresentaties van afstudeervakken niet meer per vakgroep te organiseren, maar om die voor circulaire economie overkoepelend te gaan doen. Daarnaast verwacht Fischer dat er over een jaar een vervolgvak is op closed-cycle design. Dat is overigens inmiddels al geëvolueerd tot het uitgebreidere ‘circular economy - theory and practice’.

024 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 MENSEN & LOOPBAAN

Draagvlak

Op de vraag hoe het verder staat met het draagvlak binnen Wageningen Universiteit voor meer onderwijs over circulaire economie, zeggen Westbroek, Van den Biesen en Fischer veel reacties te krijgen van leerstoelgroepen, zowel van de sociale wetenschappen en managementstudies als uit de biobased hoek. Voor de co-designavond hadden ze ook rector magnificus Arthur Mol en bestuursvoorzitter Louise Fresco uitgenodigd. “Zij konden niet komen”, zegt Fischer, “maar lieten allebei wel weten dat ze het een goed initiatief vinden. Tiny van Boekel, de directeur van het onderwijsinstituut van de universiteit, was wel aanwezig en had een aantal goede ideeën voor het creëren van nieuwe vakken.” Van Boekel: “We hebben gesproken over mogelijkheden om het concept circulaire economie in het onderwijs te verankeren. Dat kan met een minor, met afstudeeronderwerpen, met nieuwe vakken. Als dat een heel groot succes wordt en als de markt er nog veel meer om gaat vragen, kunnen we op termijn denken aan een eigenstandige opleiding, bijvoorbeeld een MSc Circulaire Economie. Daarvoor is het nu echter nog te vroeg.”

Winst voor foodbedrijven

De komst van diepgaander wetenschappelijk onderwijs is goed nieuws voor food-

bedrijven die meer circulair willen gaan werken. Zij kunnen straks profiteren van de kennis van specialisten op dit terrein. “Ik denk dat de voedingsmiddelenindustrie zeker belangstelling heeft voor het concept circulaire economie”, zegt Van Boekel. “Ze zien er de noodzaak van in en kunnen hier op termijn ook winst mee maken. Maar dan heb je dus mensen nodig die er verstand van hebben. Overigens kent de master Levensmiddelentechnologie al een spe-

ties kunnen vervullen zoals die van ketenregisseur of adviseur.

Circulair food

Hoe ziet een circulair systeem binnen de landbouw en voedingsmiddelensector eruit? Van de Biesen noemt onder meer het sluiten van nutriëntenkringlopen, zoals die voor fosfor.

Westbroek benadrukt dat een circulair systeem veel verder gaat dan efficiënter omgaan met grondstoffen en hergebruik van materialen.

cialisatie Sustainable Food Process Engineering, waarin dit soort gedachten verder wordt uitgebouwd.”

Fischer: “Studenten circulaire economie worden opgeleid voor de banen van de toekomst. Als we naar een circulair systeem overgaan, zul je veel meer remanufacturingactiviteiten zien en activiteiten om de keten te optimaliseren. Ik denk dat studenten die hier binnen het wetenschappelijk onderwijs mee bezig zijn, een belangrijke rol gaan krijgen in het uitdenken van dat circulaire systeem, zoals ik zelf ook al doe.” Met zo’n achtergrond zouden ze func-

“Het vereist een fundamenteel andere manier van werken waarbij je niet meer naar efficiency streeft, maar naar effectiviteit.” Voor Fischer zijn een betere benutting van reststromen, hergebruiken of biobased maken van verpakkingen en de ontwikkeling van gewassen waarvan alle delen bruikbaar zijn, foodgerelateerde voorbeelden. “Circulaire economie gaat niet alleen over de technologie, zegt ze. “Maar ook over hoe je het systeem gaat aanpassen zodat die technologie gaat werken op grote schaal, binnen een goed businessmodel.”

025
‘Studenten opgeleid voor banen van de toekomst’
• ANJA JANSSEN • Anja Janssen is freelance journalist Goede benutting van reststromen is een voorbeeld van circulair werken.

VAKBEURS

IFFA groots en verrassend

De Duitse vleestechnologiebeurs IFFA maakte haar reputatie van internationaal, grootschalig en vernieuwend dit jaar meer dan waar. De redactie zocht in de luwte van de vele megastands naar pareltjes op het vlak van voedselveiligheid en technologie. Dat leverde soms verrassende vondsten op, zoals een zichzelf controlerende metaaldetector, lekgroottedetectie en een Durchlauf Tumbler.

Met nog een zesde beursdag te gaan, zaten veel standhouders er op woensdagmiddag al doorheen. Een beurs als IFFA is voor hen een ware aanslag op hun budget, bezetting en conditie. Geen van de bezochte standhouders toonde zich tevreden met het

tisch de werking van de metaaldetector controleren. Dit testsignaal wordt met een extra spoel opgewekt. Het beïnvloedt, net als een metaaldeeltje, het magnetisch veld van de detector. De autoTest bespaart niet alleen veel tijd, ook de controle wordt zo vergaand gestandaardiseerd, met een betrouwbaarder meetresultaat tot gevolg. Directeur Karl-Heinz Dürrmeier vertelt veel weerstand te hebben ondervonden toen hij zijn vinding in de markt zette.

kelijker om de testintervallen korter te maken. “Bijvoorbeeld elk kwartier of uur in plaats van enkele uren, per dag of per batch”, aldus Dürrmeier. “Daardoor kan productverlies tot een minimum worden beperkt, mocht de metaaldetector niet goed meer blijken te functioneren.” Om te controleren of de autoTest nog goed werkt, adviseert de directeur de installatie iedere dag bij aanvang van de productie te testen met de gangbare teststaafjes.

De autoTest van circa 3.000 euro kan signalen nabootsen voor ferro, non-ferro en roestvast staal. Standaard zijn daarvoor achttien Testkörpersignale beschikbaar. Daarnaast kunnen drie klantspecifieke signalen worden geprogrammeerd. Alle aanpassingen, inclusief de autorisatiecode van degene die de aanpassing doorvoert, meetmomenten en meetresultaten worden automatisch opgeslagen en kunnen tot overzichten worden verwerkt.

weekeinde, dat mag er zeker af, maar over de kwantiteit en kwaliteit van de bezoekers was men zeer tevreden. Over drie jaar is de beurs van 4 tot en met 9 mei. Hal 4 wordt dan verruild voor de dichterbij gelegen hal

13. Maar wat hadden de 1.027 standhouders de ruim 63.000 bezoekers uit 143 landen dit jaar te bieden?

Metaaldetector controleert zichzelf Het Duitse Mesutronic heeft voor zijn metaaldetectoren de autoTest ontwikkeld. Met dit systeem kunnen fabrikanten tijdens de productie met behulp van een signaal dat metaaldeeltjes nabootst, geheel automa-

“Behalve enkele kleinere bedrijven heeft inmiddels een groot vleesverwerkend bedrijf in Zuid-Duitsland, dat meer dan vijftig detectoren verspreid over enkele vestigingen heeft staan, onze autoTest aangeschaft. Ook de auditor van een grote, internationaal opererende certificerende instelling heeft bij onze klant deze werkwijze inmiddels geaccepteerd. We hopen nu uit te breiden naar andere vleesverwerkers en sectoren.”

Vaker controleren

Doordat de controle nauwelijks meer tijd vergt, wordt het voor fabrikanten aantrek-

Airscan controleert op lekken

Ishida biedt met de nieuwe AirScan een oplossing voor lekdetectie van niet-bolle trays, verpakkingen waarop in tegenstelling tot flowpack nauwelijks druk kan worden uitgeoefend. Overigens kan het apparaat voor de controle van bolstaande producten met een drukrol worden uitgerust. De oplossing is gevonden in het plaatsen van een buis met daarin laserlicht. In de onderkant van de buis is een rij gaatjes aangebracht, waardoor uit de verpakking ontsnapt CO2-gas de buis in wordt gezogen. Hierdoor verandert de golflengte van het

026 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
‘Online systeem stelt ook grootte van het lek vast’

Plakjes oprollen of producten omrollen

lijkt met de Roll it eenvoudig dankzij een fraai staaltje aandrijftechniek van Neymeyer en Lengnau. Gewerkt wordt aan een vouwsysteem voor wraps.

Mesutronic wekt met een aparte spoel een signaal (inzet) op dat een metaaldeeltje nabootst zodat de metaaldetector zichzelf geheel automatisch kan controleren.

laserlicht en wordt de verpakking uitgestoten. Op deze manier kunnen gaatjes met een diameter vanaf 0,3 mm in maximaal 180 verpakkingen per minuut worden opgespoord.

Aanpassingen Mapax van Linde Linde AG claimt met zijn Mapax-lekdetec-

tor al gaatjes van 0,15 mm op te sporen. Door de flowpackverpakking met een band licht aan te drukken, wordt het daaraan eerder toegevoerde waterstofgas (maximaal 4%) gestimuleerd uit de verpakking te ontsnappen. Samen met de omringende lucht worden de waterstofmoleculen afgezogen en langs een sensor gevoerd.

Door deze manier van werken kan een hoge capaciteit worden behaald van maximaal 120 verpakkingen per minuut.

Nieuw is dat het mechanische uitwerpsysteem is vervangen door perslucht. Dat laatste lijkt met het oog op de veiligheid van de werknemers en grotere bedrijfszekerheid standaard te worden.

027
De nieuwe AirScan van Ishida detecteert in niet-bolle verpakkingen lekken vanaf 0,3 mm. De LeakProtego van Dansensor geeft vanaf 50 μm inzicht in de grootte van lekkages (inzet) zodat fabrikant beter de kwaliteit van zijn langhoudbare producten kan garanderen. Heinrich Wichelmann uit Lohne toonde een ronduit revolutionair prototype van de Duchlauf Tumbler, waarin producten slechts secondenlang met grote kracht worden geschud.

Dansensor detecteert lekgrootte Het Deense Dansensor, onderdeel van Mocon, toonde de nieuwe LeakProtego. Bijzonder aan dit online systeem is dat het niet alleen constateert of een verpakking al dan niet lek is, maar dat het ook de grootte van het lek vaststelt. “Wij geloven niet in hoge volumes, maar richten ons op fabrikanten die producten met een lange houdbaarheid maken. Juist dan wordt de lekgrootte belangrijk”, licht sales- en marketingdirecteur Karsten

Kejlhof toe.

Hij toonde de meetresultaten van bijna 22.000 flowwrapverpakkingen – tortellini van 250 gram uit de testperiode (zie figuur). De metingen zijn gekalibreerd met behulp van door laser gemaakte gaatjes, waardoor Kejlhof de afwijking schat op ongeveer 20 procent. “Afhankelijk van de gewenste houdbaarheid kan een producent dus beslissen welke lekgrootte hij nog wel of niet accepteert.” Terwijl hij wijst op het begin van de staafdiagram, zegt hij: “In dit geval is het overgrote deel van de gaatjes kleiner dan 0,3 mm. Die zouden door veel andere systemen niet worden ontdekt.”

Dansensor claimt lekkages vanaf 50 μm te kunnen opsporen. Kejlhof: “Nevenvoordeel daarvan is dat je minder vals-positieve uitslagen krijgt.” Keerzijde van de gevoelige detectie is de geringe capaciteit. Omdat elke verpakking in de LeakProtego kort onder vacuüm wordt gebracht waarbij ontsnapte CO2-moleculen door een NIRsensor worden gedetecteerd, kunnen er maximaal twaalf verpakkingen per minuut worden gecontroleerd. Dansensor ondervangt dit door met modules te werken. Op de foto zijn twee modules te zien. De richtprijs voor de LeakProtego is 65.000 euro, voor elke module extra komt daar circa 20.000 euro bij.

Continu secondenlang tumblen

Heinrich Wichelmann uit Lohne toonde een revolutionair prototype van de Durchlauf Tumbler waarin het vlees niet wordt getumbled maar geschud, en dat

alles ook nog als continu-proces. Bij het schudden komen enorme (G) krachten vrij, wat voor veel hoofdbrekens heeft gezorgd bij het ontwerpen van het robuuste aandrijfsysteem. Het hele apparaat is de afgelopen drie jaar ontwikkeld met het Deutsches Institut für Lebensmitteltechnik. Het vrijwel gerede prototype heeft vier in een horizontaal vlak geplaatste, verticale cilinders van circa 30 cm hoog en een diameter van 20 cm. Per keer kan daarmee circa 40 kilo vlees worden geschud. Dat gebeurt met een dusdanige intensiteit dat 20 procent toegevoegde marinade in 30 tot 180 seconden wordt opgenomen in het vlees: in 30 seconden in gemalen vlees voor kookham en in180 seconden in varkensfilet en hammen. Door deze zeer korte tijd kan volgens bedrijfleider Oliver Gürtler toch nog een capaciteit worden gehaald van circa 2,4 ton kipfilet per uur. Die capaciteit wordt nu nog niet gehaald omdat het systeem voor het geautomatiseerd vullen en legen

40 tot 60 rolletjes per minuut met een diameter variërend van 10 tot 65 mm. Door meerdere machines te gebruiken, kan de capaciteit eenvoudig worden aangepast aan die van de slicer. Behalve enkelvoudige of op elkaar liggende plakjes kunnen ook allerlei producten, zoals worstjes, asperges en streepjes kaas, omhuld worden met onder meer plakjes spek en ham. De Zwitsers, die de meeste kaas opgerold snacken, leveren de Roll it in één formaat met een richtprijs van 110.000 euro. “We zijn bezig een vouwsysteem te ontwikkelen waardoor er met de machine ook wraps zijn te produceren”, blikt toepassingstechnoloog Fabian Tommer vooruit. Een video toont dat het rollen van wraps geen probleem is.

Centrifugaal distributeur

nog verder moet worden ontwikkeld. “We mikken met deze tumbler niet op grote volumes, maar op flexibiliteit van de productie”, zegt Gürtler. “Groot voordeel is verder dat de producten niet hoeven te worden voorbehandeld, er geen injector nodig is en de bouw compact is.”

Wrappen met de Roll it

Met de Roll it van de Zwitserse bedrijven

Neymeyer AG en Lengnau AG zijn plakjes eenvoudig op te rollen. Uit de slicer komen de plakjes op een horizontale snarenband, die het product tegen verticale, ronddraaiende snaarbanden voert. Daardoor rollen de plakjes als het ware vanzelf op. Het oogt simpel, maar is alleen mogelijk dankzij veel kennis van aandrijftechnologie. De capaciteit bedraagt, afhankelijk van het product,

Multivac introduceerde onder andere de Centrifuge Feeder voor het scheiden en positioneren van worsten, die vervolgens kunnen worden ingepakt. De feeder bestaat uit een onder een hoek ronddraaiende bodem en opstaande, draaiende rand die zo breed is dat er maximaal één worstje op kan liggen. Hierdoor ontstaat er een lange stroom van achterelkaar gelegen producten die uit de centrifuge worden gevoerd en één voor één op een voortrollende dwarsband worden gepositioneerd, waardoor ze bijvoorbeeld met een robotsysteem eenvoudig kunnen worden verpakt. In mei zouden de eerste veldtesten worden uitgevoerd.

Technoloog Gauthier Mouchon van Velec claimt met de Centrifuge Distributer al veel verder te zijn. “We hebben daarvan al meer dan 2.000 systemen in de praktijk staan. De capaciteit bedraagt maximaal 700 worsten per minuut. De hygiënisch ontworpen machine heeft een open constructie waardoor vleesresten gemakkelijk zijn weg te spuiten.”

VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 028 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
HANS DAMMAN
VAKBEURS
‘De plakjes rollen als het ware vanzelf op’

Alicyclobacillus

Salmonella

‘Verwerk insect niet zichtbaar in product’

Consument moet wennen aan eten van insecten

Insecten als alternatieve eiwitbron is een veelbesproken onderwerp. Maar gaat de Nederlandse consument straks ook echt overstag? Veel knelpunten moeten nog worden overwonnen. Er is nog te weinig bekend over eetbare insecten en de prijs veel te hoog. Wat moet de industrie doen om dit te veranderen en is dat haalbaar?

Consumenten zijn nog altijd erg terughoudend in het eten van insecten. Dat heeft niet alleen met het idee te maken. Volgens pro-

fessor Arnold Huis, voormalig hoogleraar van het Laboratorium voor Entomologie aan Wageningen Universiteit, heeft de uit-

blijvende doorbraak van het eten van insecten deels te maken met de hoge prijs. Eigenaar Erwin van Erp van Tasty-bugs, een insectenkwekerij in het Limburgse Kessel, bevestigt dit. “Oorzaak van de hoge kosten is vooral het verwerkingsproces. In Nederland wordt 95 procent van de insecten gevriesdroogd. Bij deze relatief dure techniek wordt vocht onttrokken aan de insecten, waardoor ze ook buiten de koeling houdbaar worden.”

Consumenten zijn nieuwsgierig naar de consumptie van insecten, maar experts denken dat de meeste kansen liggen in producten waar insecten niet zichtbaar in zijn verwerkt.

VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 INGREDIËNT & PRODUCT

Onderzoek nodig

Patricia Stevens van het bedrijf Bugalicious, dat consumenten informeert over eetbare insecten, geeft aan dat de hoge prijs van vriesdrogen niet het enige probleem is waardoor insecten nog niet massaal op het menu worden gezet. “Deze verwerkingsmethode verandert de smaak van de insecten drastisch. En zeker niet ten goede. Het is dus van groot belang dat er meer onderzoek komt naar betere verwerkings- en bewaarmethoden.” Naast smaakverbetering kan de sector ook nog stappen zetten in informatievoorzie-

der uitgebreid worden, kan Jumbo nog niet zeggen. “Dat hangt af van de consument.” Niet alleen de producten waarin insecten verstopt zitten, doen het goed. Vleesproducent Deli Ostrich uit het Belgische Wingene maakt sinds 2014 ballen, burgers en crisps. In al deze producten zijn insecten duidelijk zichtbaar verwerkt. Directeur Luc Deleersnyder: “Na de eerste hype, waarin onze producten veel aandacht van de media kregen, zagen we een kleine dip. Gelukkig heeft zich sinds eind vorig jaar weer een stijgende lijn ingezet. Dit is mede te danken aan export naar onder andere Nederland.”

De producent heeft dan ook al verschillende nieuwe producten klaarliggen, zoals quiches en sushi.

verschillende producenten om producten te ontwikkelen waar insecteneiwit aan is toegevoegd, zoals pasta, soep en kroketten.”

Ook bij Sligro zien ze geen toekomst in de consumptie van zichtbare insecten. Woordvoerder Wilco Jansen van Sligro

Food Group: “Daar is nog geen behoefte aan, want de noodzaak is nog niet groot genoeg. Eiwitten uit insecten die verwerkt worden in allerlei producten, kunnen in de toekomst wel een goed alternatief zijn.”

ning en transparantie. Niet alleen tussen kwekers en producenten onderling, maar ook naar consumenten. Daarom organiseert Tasty-bugs proeverijen en rondleidingen voor bedrijven en scholen. Tevens is het bedrijf in gesprek met Wageningen Universiteit en de HAS Hogeschool om een locatie voor onderzoek te openen binnen het productiebedrijf.

Webshops met insecten

Inmiddels zijn er al verschillende webshops waar consumenten eetbare insecten kunnen bestellen. Ook bieden steeds meer bedrijven producten aan waarin insecten – al dan niet zichtbaar – zijn verwerkt. Er blijkt vraag naar te zijn. Zo verkoopt Jumbo al enige tijd twee producten met insectenvlees: een burger en een schnitzel. De supermarktketen is positief over deze productlijn en blijft deze ook verkopen in tweehonderd winkels en via de website. Volgens de woordvoerder van Jumbo zijn er wel grote regionale verschillen. “Amsterdam is duidelijk koploper in de verkoop van deze producten.”

Of de producten met insectenvlees nog ver-

“En we zien zeker ook verdere groeimogelijkheden voor de toekomst. Kansen daarvoor liggen bij de nieuwe generaties, die het eten van insecten veel makkelijker als normaal zullen beschouwen”, vervolgt Deleersnyder. Marijn Lanting van insectenkwekerij Proti-farm in Ermelo beaamt dit. “De jongere generatie is heel belangrijk. Die staat er meer voor open. Daarom ontwikkelen we nu een expositie voor kinderen. Op die manier willen we het eten van insecten normaler maken.”

Verstopte insecten

Stevens organiseert met Bugalicious proeverijen en workshops en reist met een foodtruck de verschillende festivals af. Zij heeft gemerkt dat consumenten nieuwsgierig zijn, maar dat er wel een hoge, mentale drempel is. “Wat helpt om deze te verlagen, is de insecten onzichtbaar in producten te verwerken. Als de consument de insecten niet ziet, is de drempel aanzienlijk lager”, aldus Stevens. Van Erp van Tasty-bugs is het met haar eens. “De toekomst voor deze branche zit in producten waarin insecten zijn verwerkt, niet in losse insecten. Wij zijn daarom ook in samenwerking met

Het is duidelijk dat er voor de insectenindustrie nog veel werk aan de winkel is, willen consumenten massaal overstag gaan. Vooralsnog blijft de productgroep een niche voor consumenten die het kunnen en willen betalen. Wel werkt de branche er hard aan om hier verandering in te brengen. De branche is ervan overtuigd insecten tot een algemeen geaccepteerd en betaalbaar product te kunnen maken.

Duurzaam en gezond

Het wereldvoedselprobleem draait om eiwitten en dan met name dierlijke eiwitten. Insecten eten in plaats van rund, varken of kip levert milieuwinst op. Ten eerste is er voor het kweken van insecten veel minder landbouwgrond nodig. Ten tweede is de CO2-uitstoot flink lager. Ten slotte hebben insecten veel minder voer nodig. Voor een kilo rundvlees is bijvoorbeeld drie keer zoveel voer nodig dan voor een kilo eetbare insecten. Er is dan ook minder mest. Insecten zijn ook gezond. Ze leveren eiwitten, ijzer, zink en vitamine A, B12 en D. Ze zijn daarmee vergelijkbaar met vlees van varken, kip of rund. Het vetpercentage is vaak lager en gunstiger van samenstelling. Dat betekent veel onverzadigd vet, zoals linolzuur.

031
‘We zien geen toekomst in eten van zichtbare insecten’
• BIANCA VAN DE SCHRAAF •

Voedingsmiddelenjaarboek en ingrediëntenwijzer 2016

Voedingsmiddelenjaarboek 2016

Dit boek geeft een overzicht van alle voedingsmiddelen producerende bedrijven in Nederland. Daarbij zijn ook de handelsorganisaties/retail in kaart gebracht. Daarnaast bevat het boek alle organisaties en instellingen die van belang zijn voor de voedingsmiddelenindustrie en is het onderwijs en opleidingenaanbod voor de sector in kaart gebracht. Opgenomen zijn verder de toeleveranciers van machines, apparaten, toebehoren en diensten die actief zijn in of zich richten op de voedingsmiddelensector. Ook adviesorganisaties zijn vermeld.

Ingrediëntenwijzer 2016

Dit naslagwerk geeft een overzicht van leveranciers van grondstoffen, ingrediënten en additieven voor de voedingsmiddelenindustrie. Daarbij zijn de ingrediënten overzichtelijk in kaart gebracht naar functionele eigenschappen. Tevens geeft de Ingrediëntenwijzer een overzicht van de additievenwetgeving met uitgebreide E-nummerlijsten in vijf talen.

Ook uw relaties mogen mee profiteren!

Als abonnee van VMT profiteert u van maar liefst 30% korting op extra exemplaren. Bestel nu deze uitgave voor uw relaties of collega’s en betaal slechts € 80,- ( i.p.v. € 114,95). Bestel een extra uitgave op vmt.nl/ voedingsmiddelenboekkorting

Adressen ook digitaal beschikbaar!

Op zoek naar adressen in de voedingsmiddelenindustrie? Wij bieden een overzichtelijk excel bestand geheel naar wens. Een selectie van verschillende voedingsmiddelensegmenten is mogelijk, bijvoorbeeld zuivel, agrifood, vlees- en visindustrie of bijvoorbeeld op postcodegebied. U betaalt slechts € 0,50 per adres. Interesse? Stuur een mail naar j.verbeek@mybusinessmedia.nl

NIEUW VERSCHENEN:
vmt.nl/voedingsmiddelenboekkorting

Food Safety Event

Het Food Safety Event is de jaarlijkse bijeenkomst waar professionals voedselveiligheid in de levensmiddelenketen kennis uitwisselen en netwerken. Het event kent ‘s ochtends een plenaire opening met enkele keynotesprekers, gevolgd door diverse parallelsessies – al dan niet georganiseerd met (kennis)partners – waarin actuele onderwerpen worden uitgediept en bediscussieerd. Het Food Safety Event is daarmee de jaarlijkse ontmoetingsplaats om kennis en contacten uit te breiden. De deelnemers kunnen zelf hun programma samenstellen. De bijeenkomsten van de Nieuwsbrief Voedselveiligheid in voor- en najaar worden in het Food Safety Event geïntegreerd. Het Food Safety Event is bestemd voor (leidinggevenden van) kwaliteitsmanagers en hun medewerkers in de voedingsmiddelenketen, toezichthouders, certificerende instellingen, toeleveranciers van producten en diensten, onder wie wetenschappers, adviseurs, integriteitsverantwoordelijken, hoofden veiligheid, veiligheidskundigen en verzekeraars.

Datum: 6 oktober , Locatie: Verkadefabriek, ‘s-Hertogenbosch

SIAL Paris

De tweejaarlijkse SIAL is de totale vakbeurs voor de foodsector. SIAL beslaat niet alleen eindproducten, maar ook ingrediënten, apparatuur en technologie. De beurs omvat daarmee de hele voedingsmiddelenketen, van productie tot en met verkoop. In 2014 trok de beurs 150.000 bezoekers en 6.500 exposanten. Deze aantallen worden naar verwachting weer overtroffen. SIAL vindt plaats in het beurscomplex Paris-Nord Villepinte.

Datum: 16-20 oktober, Locatie: Parijs (FR)

www.sialparis.com

Industrial Processing

Industrial Processing is de grootste vakbeurs voor de totale natte en droge procesindustrie in de Benelux. De exposanten tonen hier de laatste trends, producten en ontwikkelingen in procesapparatuur, -engineering en -automatisering. Bekijk met eigen ogen wat de ruim 200 exposanten in petto hebben, woon live-demonstraties bij en neem deel aan tal van lezingen en interactieve sessies.

Datum: 4-7 oktober, Locatie: Utrecht

www.industrialprocessing.nl

Cursussen Beurzen Congressen

06-jul Workshop ILS en BRC storage & distribution, Zaltbommel

06-jul Workshop IFS/BRC/FSSC 22000, Zaltbommel

30 augustus30 oktober Cursus Levensmiddelenmicrobiologie, ‘s-Hertogenbosch

30 augustus30 januari Cursus Productkunde & Verpakken, ‘s-Hertogenbosch

1 september26 januari Cursus Vleestechnologie, ‘s-Hertogenbosch

1 september26 januari Cursus Zuiveltechnologie, ‘s-Hertogenbosch

1 september30 oktober Cursus Food & Business Marketing, ‘s-Hertogenbosch

2 september13 januari Opleiding Levensmiddelentechnologie, Ede

02-sep Training IFS in de praktijk, Doorn

02-sep Training BRC in de praktijk, Doorn

5-12 september Orange Belt in Lean Six Sigma, Doorn

13 september15 november Cursus Levensmiddelenmicrobiologie en -hygiëne, Wageningen

15-sep Training Etikettering, Doorn

21-sep Intrafood, Kortrijk (BE)

21-sep Seminar Kwaliteit van microbiologische media, Wageningen

3-17 oktober Green Belt in Lean Six Sigma, Doorn

4-7 oktober Industrial Processing, Utrecht

06-okt Food Safety Event, ‘s-Hertogenbosch

07-okt Training Introductie kwaliteitsmedewerker, Doorn

11-12 oktober Technology for Health,   ‘s-Hertogenbosch

12-25 oktober Dutch Agri Food Week,   ‘s-Hertogenbosch

12-13 oktober Cursus Voedselwetgeving, Wageningen

Voor de volledige agenda: www.vmt.nl/Agenda

033 KIJK VOOR DE VOLLEDIGE AGENDA OP WWW.VMT.NL VMT . 1 JULI 2016 . NR 9
AGENDA
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
www.vmt.nl/Foodsafetyevent
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Voedingsmiddelen, Management en Technologie is hét mediaplatform voor de voedings-, genotmiddelen- en drankenindustrie in Nederland en België. VMT is opgenomen in Food Science and Technology Abstracts (FSTA) en is een voortzetting van Conserva en Voeding + Techniek, waarin opgenomen het internationaal tijdschrift voor Brouwerij & Mouterij. VMT verschijnt 16x per jaar.

MYbusinessmedia

Mr. H.F. de Boerlaan 28

7417 DA Deventer

Postbus 58

7400 AB Deventer

T 0570 504065

F 0570 504080

E redactie.vmt@mybusinessmedia.nl

I www.vmt.nl

Uitgever

Suzanne Wanders

T 0570 504328

E s.wanders@mybusinessmedia.nl

Hoofdredactie

Willem-Paul de Mooij

T 0570 504386

E w.mooij@mybusinessmedia.nl

Eindredactie

Margo Verbiest

T 0570 504329

E m.verbiest@mybusinessmedia.nl

Redactie

Hans Damman

T 0570 504387

E h.damman@mybusinessmedia.nl

Dionne Irving

T 0570 504396

E d.irving@mybusinessmedia.nl

Maurice de Jong

T 0570 504367

E m.jong@mybusinessmedia.nl

Nathan Strik (webredactie)

T 0570 504380

E n.strik@mybusinessmedia.nl

Bianca van de Schraaf (stagiaire)

Redactie-adviesraad

Dr. ir. R.W. van den Berg; prof. dr. ir.

M.A.J.S. van Boekel; prof. dr. ir. M. Uyttendaele; F. Egberts, dr. ir. C.D. de Gooijer; M. Janssen; dr. P.M. Klapwijk; prof. dr. ir. A. Van Landschoot; ir. F. Lanting; ir. J. Maagd; A. Postema; ir. J. van de Put; drs. J. Stark (voorzitter); dr. W. Visser; Ir. E.J.C. Paardekooper (erelid)

Met medewerking van TNO, NIZO food research, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht.

Advertentie Monique van Neutegem

T +31 6 50449402

E m.neutegem@mybusinessmedia.nl

Anneloes Veerman

T +31 6 12707014

E a.veerman@mybusinessmedia.nl

Marketing Judith Verbeek

T 0570 504355

E j.verbeek@mybusinessmedia.nl

Vormgeving

Colorscan bv, www.colorscan.nl

Druk

Drukkerij Roelofs, Enschede Abonnementen

Voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen

kunt u: Bellen met +31 10 2894008; Mailen naar klantenservice@vmt.nl; Schrijven naar MYbusinessmedia bv, VMT, Postbus 8632, 3009 AP Rotterdam.

Jaarabonnement VMT Optimaal

Nederland € 299,40.

Jaarabonnement VMT Magazine

Nederland € 227,40.

Jaarabonnement VMT Online

Nederland € 203,40.

Studentenabonnement € 104,79

Vacatureservice

Specialist Quality & Technical Support Van Eeghen Functional Ingredients/ DUPP - Food Recruitment Amsterdam

Hoofd Technische Dienst Vergeer Holland/ DUPP - Food Recruitment Reeuwijk

Commercieel Logistiek Medewerker Binnendienst Professionals in Food Limburg

R&D-projectmanager Koninklijke Peijnenburg/ DUPP - Food Recruitment Geldrop

Proefabonnement (3 edities) € 29,Prijzen zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten. Beeindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.

ISSN 0042-7934

Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm.

Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.

www.vmt.nl

Projectmanager Kwaliteit Levensmiddelen Professionals in Food Nederland

Medewerker Kwaliteit Nutri-Akt Rotterdam

Meer vacatures: zie vacatures.vmt.nl of check de QR-code

034 VMT . 1 JULI 2016 . NR 9 COLOFON
Zeelandia
Bakkerijspecialist Banket (M/V)
Zierikzee Senior QC/QA Technician Heartland Food Products Group Amsterdam
Benelux Bunschoten
Junior Kwaliteitsmedewerker met ambitie Boboli
Frites/
QESH-manager Farm
DUPP - Food Recruitment Oudenhoorn

QESH MANAGER

DAADKRACHTIGE COACH DIE HET QESH BEWUSTZIJN OP EEN HOGER NIVEAU BRENGT

OUDENHOORN

Farm Frites is een internationale aardappelverwerkende organisatie; wereldwijd werken 1.700 medewerkers op 40 locaties aan de ontwikkeling, productie en verkoop van bevroren en gekoelde aardappelproducten. Wereldwijd zijn er 6 fabrieken. Op de locatie in Oudenhoorn (Zuid-Holland) werken totaal 330 medewerkers, waarvan 160 in de productie. Voor het managen en aansturen van zowel QA als Arbo en Milieuzaken zoeken wij voor deze locatie een onafhankelijke en proactieve QESH Manager. Deze pragmatisch ingestelde people manager is communicatief sterk en doortastend op verschillende niveaus, intern en extern, en geeft leiding aan de afdeling QESH bestaande uit 5 medewerkers. De focus ligt op het optimaliseren van de bewustwording bij medewerkers op het gebied van zowel continu verbeteren als de kwaliteits-, veiligheids-, gezondheids- en m ilieusystemen van het door corporate vastgestelde QESH-beleid.

Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126

R&D PROJECTMANAGER

LEIDEN VAN BELANGRIJKE PROJECTEN BIJ ONBETWISTE MARKTLEIDER

Koninklijke Peijnenburg BV, sinds 2006 onderdeel van Lotus Bakeries, is een zeer succesvolle fabrikant van diverse soorten koeken. Peijnenburg produceert onder de merknamen Peijnenburg, Wieger Ketellapper, Echte Enkhuizer en Lotus ontbijtkoek en luxe koeken. Zij is marktleider in de ontbijtkoeksector. Peijnenburg is een dynamisch en innovatief bedrijf met ambitieuze plannen. Het bedrijf heeft vestigingen in Sintjohannesga, Enkhuizen en Geldrop, tevens hoofdkantoor. Er zijn circa 260 medewerkers werkzaam. De bedrijfscultuur van Peijnenburg is het beste te omschrijven als informeel en open met een no-nonsense mentaliteit. De afdeling R&D bestaat uit 7 medewerkers en is gevestigd in Geldrop. Zij zijn continu op zoek naar vernieuwing of optimalisaties voor de verschillende merken. Voor deze afdeling zijn wij op zoek naar een ambitieuze R&D Projectmanager, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van nieuwe producten en de verbetering van bestaande producten op de Nederlandse markt

Consultant: Dirk-Jan van Veldhuizen, telefoon 0317-468686 of 06-53137885

HOOFD TECHNISCHE DIENST

COACHENDE LEIDINGGEVENDE DIE DE AFDELING VERDER PROFESSIONALISEERT

Vergeer Holland is een internationaal opererend familiebedrijf, gespecialiseerd in het rijpen, versnijden en verpakken van kaas. Zij is een flexibele, ontwikkelingsgerichte en dynamische organisatie, die alle marktsegmenten op een maatschappelijk verantwoorde wijze van hoogwaardige producten voorziet. Er werken ruim 500 mensen in een prettige werksfeer aan kwalitatief hoogwaardige producten. Vergeer Holland is een ambitieuze en innovatieve organisatie waar daadkrachtige mensen zich snel thuis voelen. Vergeer Holland is gevestigd te Reeuwijk en er zijn ook vestigingen in Bodegraven en Woerden. Wij zijn op zoek naar een pragmatisch en initiatiefrijk Hoofd Technische Dienst, die verantwoordelijk is voor een optimale technische beschikbaarheid van de productielijnen, waarbij continuïteit en de kwaliteit van het proces gewaarborgd blijft en de afdeling verder professionaliseert.

Consultant: Janneke van der Logt, telefoon 0317-468686 of 06-23637490

SCIENTIST FERMENTATION

WHO SUCCESSFULLY LINKS RESEARCH & DEVELOPMENT TO OPERATIONS

CSK food enrichment supplies dairy ingredients to the food industry. With a track record of more than 100 years in the Dutch dairy CSK has grown into an international b-to-b player. This proactive research partner has a great expertise in the fields of fermentation, physiology of lactic acid bacteria, dynamics in complex starter cultures, dairy application technology, and polymer technology especially related to the application of cheese coatings.

CSK offers an informal working environment with dedicated teams and experts and with special focus on growth and personal development. Recently CSK announced its plans to open a new establishment at Wageningen Campus. CSK will bundle its marketing, sales and R&D activities in the heart of Food Valley NL. For this successful Research Group in Ede (from Q1 2017 in Wageningen) we are searching for an enthusiastic Scientist Fermentation who will be responsible as one of the R&D business partners for part of the fermentation research program.

Consultant: Jakob Jan Verbraak, telephone: +31(0)317-468686 or +31(0)6-51820349

PRODUCTONTWIKKELAAR

DIE MET PASSIE DE VERTAALSLAG VAN CONCEPT NAAR EINDPRODUCT MAAKT

Yellow chips is een jong en snelgroeiend bedrijf gevestigd in Emmeloord. Yellow Chips richt zich op de markt van biologische chips en groentechips. Yellow Chips voert het eigen merk GoPure. Daarnaast worden ook andere merken en huismerken door Yellow Chips geproduceerd en wordt intensief samengewerkt met een aantal co-manufacturing relaties. Er heerst een informele sfeer en er is ruimte voor eigen inbreng. Bij Yellow Chips zijn circa 70 mensen werkzaam. Om de ontwikkelingen meer kracht bij te zetten en ter uitbreiding van het team zijn wij op zoek naar een ondernemende en innovatieve Productontwikkelaar, die met passie de vertaalslag van concept naar eindproduct maakt. Als productontwikkelaar ben je verantwoordelijk voor het opstellen en vertalen van conceptuele ideeën naar innovatieve en industrieel verwerkbare eindproducten

Consultant: Michiel Dekkers, telefoon 0317-468686 of 06-86805669

Voor meer informatie zie onze website: www.dupp.nl of mail uw reactie naar: info@dupp.nl

IN FOOD RECRUITMENT EXECUTIVE SEARCH INTERIM MANAGEMENT FOOD GENERAAL FOULKESWEG 66 6703 BW WAGENINGEN 0317-468686
FOR YOUR NEXT CAREER MOVE
REEUWIJK EDE EMMELOORD
GELDROP/SINTJOHANNESGA

INKOPER / VERKOPER RIJST

UNIEKE FUNCTIE BIJ MARKTLEIDER VOOR INKOPER MET COMMERCIEEL TALENT

PAPENDRECHT

Van Sillevoldt Rijst B.V. behoort met ± 120 medewerkers tot Europa’s grootste rijstverwerkers. Van Sillevoldt Rijst maakt deel uit van de Franse Marbour Group, met wereldwijd 6 fabrieken een toonaangevende speler in de rijstindustrie. Deze producten worden onder private label vermarkt aan de bekende retailers; in Noord-West Europa is men marktleider. Het kantoor en de productiefaciliteiten zijn gevestigd in Papendrecht. Voor de afdeling Commercie zoeken wij een ondernemende Inkoper/Verkoper van Rijst. Deze proactieve relatiebouwer is verantwoordelijk voor het centraal inkopen van een deel van het totale pakket rijst voor alle fabrieken van de Marbour Group en het verkopen van rijstproducten aan retailers in NoordWest Europa. Voor deze unieke job zoeken wij iemand die overzicht houdt in een dynamisch, internationaal inkoop- en verkoopproces en op de juiste momenten weet te schakelen.

Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126

COMMERCIEEL DIRECTEUR

ONDERNEMER MET ZOWEL COMMERCIEEL ALS TECHNISCH INZICHT

WAALWIJK

Henningsen Nederland bv is één van de weinige fabrikanten in Europa van gedroogde vleesproducten. Henningsen Nederland is een zelfstandige werkmaatschappij van het Japanse concern Ariake. Bij Henningsen Nederland zijn circa 40 personen werkzaam. Zij produceert zowel poeders als granulaten van verschillende vleessoorten zoals rund, varken, kip, eend en schaap. Deze vleesproducten worden als ingrediënten gebruikt in verschillende producten zoals soepen, sauzen, smaakstoffen, kant-en-klaar maaltijden en petfood. Meer dan 90% van de omzet wordt buiten Nederland verkocht in met name de EU. De bedrijfscultuur laat zich omschrijven als informeel, betrokken en loyaal. Wij zijn op zoek naar een Commercieel Directeur met zowel commercieel als technisch inzicht die verantwoordelijk is voor alle commerciele activiteiten, zowel op strategisch- tactisch als ook uitvoerend niveau.

Consultant: Bert den Uijl, telefoon 0317-468686 of 06-53959057

SAFETY, HEALTH & ENVIRONMENT SPECIALIST

NIEUWE FUNCTIE BIJ GROTE SPELER MET 4 FABRIEKEN IN NEDERLAND

OCHTEN

Interovo Egg Group is een familiebedrijf dat is uitgegroeid tot een van de grootste internationale organisaties die gespecialiseerd is in eieren en eiproducten. Zij heeft de gehele keten in eigen beheer. Verspreid over de 18 pluimveebedrijven en de 9 fabrieken in 6 Europese landen werken ± 700 medewerkers aan de ontwikkeling, productie en verkoop van verse tafeleieren, gekookte en gepelde eieren en een groot scala aan eiproducten, zowel vloeibaar als in poedervorm. Haar klanten zijn de bekende Europese retailers en de B-to-B sector in de food branche binnen Europa en daarbuiten. Op het hoofdkantoor in Ochten werken ± 40 medewerkers, hiervandaan worden alle locaties op het gebied van QESH ondersteund. Voo r de afdeling QESH zoeken wij een zelfstandige en proactieve Safety, Health & Environment Specialist. Deze gecertificeerde HVK’er zorgt voor het opzetten, implementeren en borgen van de managementsystemen op het gebied van Safety, Health en (later ook) Environment voor de 4 locaties in Nederland. Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126

SPECIALIST QUALITY & TECHNICAL SUPPORT

SPILFUNCTIE TUSSEN LEVERANCIER, EIGEN ORGANISATIE EN KLANT

AMSTERDAM

Van Eeghen Functional Ingredients is een familiebedrijf dat is opgericht in Amsterdam in 1662 en wordt geleid door de 15e generatie. Van Eeghen heeft zich altijd gewijd aan transport, handel en distributie van levensmiddelen. In de Gouden Eeuw was Van Eeghen gespecialiseerd in specerijen, koffie en cacao. De organisatie is uitgegroeid tot een toonaangevende specialist in nutraceuticals, zoals vitaminen, plantaardige extracten en antioxidanten en levert producenten aan met name infant nutrition en sport nutrition. Cruciale factoren in het succes zijn het hoge kennisniveau, betrouwbaarheid, flexibiliteit en de kwaliteit van dienstverlening. De producten en deze kernwaarden zijn de sleutel tot duurzame relaties met klanten. Ter versterking van deze toekomstgerichte organisatie zijn wij op zoek naar een enthousiaste Specialist Quality & Technical Support, die verant woordelijk is voor het adviseren en ondersteunen van de organisatie en de klanten over kwaliteitsaangelegenheden en toepassingen binnen het productportfolio.

Consultant: Dirk-Jan van Veldhuizen, telefoon 0317-468686 of 06-53137885

QESH COÖRDINATOR

ZELFSTANDIGE FUNCTIE WAARBIJ JE HET QESH BEWUSTZIJN OP EEN HOGER NIVEAU BRENGT

BROEKHUIZENVORST

Oerlemans Foods is een private equity owned bedrijf met een solide marktpositie in vriesverse groenten, fruit en aardappelproducten. Met een hoogwaardig assortiment beantwoordt Oerlemans aan de wensen van klanten in de internationale foodservice, retail en industrie. Oerlemans exporteert naar ruim 50 landen en is uitgegroeid tot een onderneming met verschillende vestigingen in Europa. Naast een hoofdkantoor in Venlo en een aardappelverwerkende site in Broekhuizenvorst heeft Oerlemans een groentenverwerkende site in Waalwijk. Om het kwaliteitsbewustzijn in Broekhuizenvorst naar een hoger niveau te brengen zijn wij op zoek naar een energieke QESH Coördinator die verantwoordelijk is voor het beheren en verbeteren van het QESH-managementsysteem op basis van het corporate vastgestelde QESH-beleid

Consultant: Michiel Dekkers, telefoon 0317-468686 of 06-86805669

Voor meer informatie zie onze website: www.dupp.nl of mail uw reactie naar: info@dupp.nl

MOVE IN FOOD RECRUITMENT EXECUTIVE SEARCH INTERIM MANAGEMENT FOOD GENERAAL FOULKESWEG 66 6703 BW WAGENINGEN 0317-468686
FOR YOUR NEXT CAREER

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.