
4 minute read
Inkoop palmolie grotendeels duurzaam
from VMT 9 (2016)
by VMN Media
Europa is volgende uitdaging
De Nederlandse voedingsindustrie ligt aardig op koers in de verduurzaming van palmolie: de hoeveelheid die verwerkt is in Nederland lag vorig jaar op 84 procent, blijkt uit de eindrapportage van de Task Force Duurzame Palmolie. Dat is een groei van 12 procent in vergelijking met 2014. Het Wereldnatuurfonds (WNF) is vol lof over de bereikte resultaten, maar Greenpeace blijft sceptisch.
Vlak voor de officiële presentatie van het eindrapport van de Task Force Duurzame Palmolie haalde Greenpeace flink uit naar de Nederlandse palmolie-industrie. De resultaten van het eindrapport kunnen niet kloppen, concludeerde de milieuorganisatie. Want alle door palmoliebedrijf IOI geleverde grondstof “zou niet als duurzaam geproduceerd mogen worden gerekend”, stond in een persverklaring. De Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO) schorste IOI op 4 april omdat het bedrijf zijn verduurzaming niet op orde had.
Greenpeace
Ketenorganisatie MVO stuurde eveneens een verklaring uit met een pragmatisch antwoord: “De rapportage van de Task Force Duurzame Palmolie gaat over de periode tot en met 2015. Het palmoliebedrijf IOI was een erkend en gecertificeerd lid van de RSPO in deze periode. De plantages waar de palmolie vandaan komt, waren in 2015 dus allemaal duurzaam gecertificeerd.”
Wereld Natuur Fonds
Directeur Johan van der Gronden van het Wereldnatuurfonds (WNF) begrijpt de zorgen van Greenpeace, maar waardeert ook de ‘enorme prestatie’ die de taskforceleden hebben geleverd. “Applaus en bloemen dat jullie die 84 procent hebben gehaald.” Maar hij blijft kritisch. Hij wijst er fijntjes op dat bijvoorbeeld biobrandstoffen buiten de scope van de taskforce vallen.
Taskforce verder als Daspo
De Task Force Duurzame Palmolie is in 2010 opgericht om de vraag naar duurzame palmolie in Nederland te stimuleren. Het samenwerkingsverband van alle in Nederland gevestigde schakels in de palmolieketen heeft het doel om eind 2015 alle palmolie verwerkt in Nederland voor de Nederlandse markt duurzaam in te kopen. De hoeveelheid duurzame palmolie, verwerkt in de Nederlandse voedingsindustrie, groeide van 30 procent in 2011 tot 84 procent in 2015, blijkt uit het eindrapport van
“We roepen daarom alle bedrijven op zich individueel te verbinden aan duurzame palmolie. Zo kunnen ze ook verantwoordelijk worden gehouden als er wat misgaat.” De zaak met IOI laat zien, zo zegt hij, dat er zelfreinigend vermogen is die de kracht toont van het certificeringssysteem. Maar tegelijkertijd stelt Van der Gronden “dat certificering net zo goed is als de laatste software-update van een computer”.
Stap verder
De WNF-voorman dringt er bij bedrijven daarom op aan zich te committeren aan RSPO Next. Die gaat net een stap verder dan de reguliere RSPO-certificering. Ondanks het succes van de Task Force Duurzame Palmolie staat de snelheid van certificering van palmolie niet in verhou- de taskforce. De leden blijven werken aan de verduurzaming van de palmolieketen. Ze doen dit de komende jaren via de Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil (Daspo). De alliantie verbindt zich aan het stimuleren van de fysieke handelsstroom voor duurzame palmolie, dat wil zeggen Mass Balance, Segregated en Identy Preserved in plaats van Book & Claimcertificaten. Een speerpunt is ook de continue aanscherping van certificeringsstandaarden. ding tot de ontbossingscijfers in Azië. “We moeten echt toe naar nul-ontbossing.” Dat realiseert ook de Task Force Duurzame Palmolie zich. Alle leden hebben de doelstelling het inkopen van 100 procent duurzame palmolie gehaald en dragen zo hun steentje bij tegen onder andere ontbossing. “Dat we nu op 84 procent uitkomen, heeft te maken met de partijen die niet bij de taskforce waren aangesloten”, vertelt taskforce-voorzitter Eddy Esselink, die deze bedrijven dan ook oproept zich aan te sluiten bij de Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil, de opvolger van de taskforce (zie kader). MVO-directeur Claassen ervoer in de vijf jaar dat de taskforce liep dat er competitie ontstond tussen de verschillende deelsectoren. De branches wilden niet onderaan bungelen in hun duurzaamheidsprestaties. Claassen: “De bulk is binnen. Het zijn vooral kleinere bedrijven die stappen moeten zetten. Zij hebben handvatten nodig hoe te beginnen.”
Lamb Weston/Meijer
Handvatten kan aardappelverwerker Lamb Weston/Meijer dat jaarlijks 8.000 ton palmolie verwerkt wellicht geven. Het bedrijf had de eer om de laatste award van de Task Force Duurzame Palmolie in ontvangst te nemen vanwege de volledige overschakeling van Book & Claim (certificaten) naar fysiek gescheiden traceerbare palmolie - segregated. De overstap was eind juni vorig jaar.
“De perceptie is nog te veel dat duurzaamheid winst in de weg staat”, zegt Mascha Leijten, director marketing en new business development bij Lamb Weston. “Het klopt
Duurzame palmolie in Europa
MVO-directeur Frans Claassen ziet de inspanningen van een bedrijf als Lamb Weston als de manier om verder te komen in de verduurzaming van palmolie. “Bedrijven moeten hun invloed gebruiken om hun klanten op het duurzame pad te zetten.” Nederland geldt als voorloper op het gebied van duurzame palmolie en is onder leiding van onder andere MVO bezig om ook de verduurzaming van deze grondstof in de rest van Europa een boost te geven. Zo initieerde MVO de oprichting van The European Palm Oil Alliance (EPOA), waar verschillende partijen met elkaar discussiëren over zaken die spelen rond duurzame palmolie. Dan is er nog de door MVO en Initiatief Duurzame Handel (IDH) in het leven geroepen Commitment to Support 100% Sustainable Palmoil in Europe, die inzet op de verduurzaming van de palmolieketen in 2020. Deze ambitie wordt gesteund door zes Europese landen in de Amsterdam Palm Oil Declaration.
Overheid en ngo’s nodig
dat bedrijfsprocessen economisch gedreven zijn. Wij draaien de denkwijze om: we stellen duurzaamheid voorop en zorgen vervolgens dat het economisch gaat werken.” Ze zegt dat het bedrijf ook op internationaal niveau in gesprekken met klanten het duurzaamheidsaspect altijd meeneemt. Leijten is ook de eerste die toegeeft dat duurzaamheid in Europa niet evenveel bij alle klanten leeft en het daarom lastig is de meerprijs voor duurzame palmolie door te berekenen.
Niet alle Europese landen maken evenveel vaart met de verduurzaming van de palmolieketen. “In Polen en Spanje leeft duurzaamheid niet. Spanje heeft natuurlijk ook net een economische crisis achter de rug”, aldus Claassen. Ondanks kritische geluiden van onder andere Greenpeace heeft de palmoliesector ngo’s en overheden hard nodig om druk op de ketel te houden, erkent de MVO-directeur. Met hun ondersteuning kan MVO nog beter helpen om nationale duurzame palmolieinitiatieven op te zetten in de Europese landen. “Volgens het WNF gaan we niet snel genoeg, maar met onder andere hun hulp kunnen we ze nog sneller opzetten om vervolgens naar een volgende regio te gaan.”