
4 minute read
Circulair werken in food vraagt kennis
from VMT 9 (2016)
by VMN Media
Wetenschappelijke opleiding Circulaire Economie
Als het aan een groep enthousiaste studenten en docenten ligt, biedt Wageningen Universiteit binnenkort uitgebreid wetenschappelijk onderwijs over de circulaire economie. Daar kan ook de foodindustrie van profiteren, want circulair werken heeft de toekomst.
In een circulaire economie hebben we geen afval meer. Dit economische systeem is namelijk gericht op maximalisatie van de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen. Aan Wageningen Universiteit leerden de studenten Steven Westbroek en Jaap van den Biesen hierover in het vak closed-cycle design van de leerstoelgroep Bedrijfskunde. De vakinhoud en docent Stefano Pascucci maakten hen zo enthousiast dat ze hierover meer wilden leren.
Circular Economy Wageningen
De twee studenten waren niet de enigen die geïnspireerd raakten. Zo ontstond het initiatief Circular Economy Wageningen, een groep van acht studenten die zich hard maakt voor meer onderwijs over circulaire economie binnen de universiteit. Dat doen ze vooral door te netwerken en door docenten, onderzoekers, bedrijven en organisaties met elkaar in contact te brengen. Zo organiseerden ze in april een ronde tafel om te kijken wie er binnen de universiteit al met circulaire economie bezig zijn. In mei volgde een zogeheten co-designsessie over het onderwijs op dit vlak. Daarbij waren stu- denten en medewerkers aanwezig, maar ook mensen van bedrijfsleven en ngo’s.
Nieuw onderwijs
Hoe een uitbreiding er precies uit gaat zien, is nog niet duidelijk, vertelt Van den Biesen, masterstudent Urban Environmental Management. “Er zijn veel opties. Een vervolgvak op closed-cycle design bijvoorbeeld, een minor, een thesistrack, een onderdeel van een master of een aparte masteropleiding.”
“Ook past circulaire economie heel goed binnen de academic consultancytraining”, vult Westbroek aan. In het tweede jaar van zijn master Management, Economics and Consumer Studies is hij bezig met een interdisciplinair project waarin een groep studenten werkt aan een opdracht voor een bedrijf of organisatie.
Bij Circular Economy Wageningen is ook specialist Aglaia Fischer betrokken. Haar parttime promotieonderzoek aan de universiteit – met Pascucci als copromotor –gaat over de overgang naar een circulaire economie. “Ik kijk naar de knoppen waar je aan kunt draaien om die systeemtransitie te realiseren. Dat doe ik vanuit de positie van bedrijven. Die knoppen zijn bijvoorbeeld samenwerkingsvormen, contracten, financiering en ketenregisseurschap. Want bij een circulaire economie hoort een ander soort samenwerking, een ander soort contracten en een ander soort financiering.” Ook werkt Fischer bij het Circle Economy Cooperative en het Sustainable Finance Lab aan financieringsvormen voor de nieuwe businessmodellen. Als uitbreiding van het Wageningse onderwijs heeft ze een voorkeur voor een serie mastervakken of een aparte mastertrack circulaire economie. “Bedrijfsleven en overheid zijn ontzettend met dit concept bezig. Maar een heel programma heb je natuurlijk niet van de ene op de andere dag staan”, weet Fischer. “Stefano Pascucci en ik willen eerst vanaf komend collegejaar een kleine groep studenten gaan begeleiden in scripties en stages. Ook willen we met die studenten bijvoorbeeld een keer per maand samenkomen, zodat zij wat ze tegenkomen aan problemen en concepten met elkaar kunnen delen.” Een ander plan is om de eindpresentaties van afstudeervakken niet meer per vakgroep te organiseren, maar om die voor circulaire economie overkoepelend te gaan doen. Daarnaast verwacht Fischer dat er over een jaar een vervolgvak is op closed-cycle design. Dat is overigens inmiddels al geëvolueerd tot het uitgebreidere ‘circular economy - theory and practice’.
Draagvlak
Op de vraag hoe het verder staat met het draagvlak binnen Wageningen Universiteit voor meer onderwijs over circulaire economie, zeggen Westbroek, Van den Biesen en Fischer veel reacties te krijgen van leerstoelgroepen, zowel van de sociale wetenschappen en managementstudies als uit de biobased hoek. Voor de co-designavond hadden ze ook rector magnificus Arthur Mol en bestuursvoorzitter Louise Fresco uitgenodigd. “Zij konden niet komen”, zegt Fischer, “maar lieten allebei wel weten dat ze het een goed initiatief vinden. Tiny van Boekel, de directeur van het onderwijsinstituut van de universiteit, was wel aanwezig en had een aantal goede ideeën voor het creëren van nieuwe vakken.” Van Boekel: “We hebben gesproken over mogelijkheden om het concept circulaire economie in het onderwijs te verankeren. Dat kan met een minor, met afstudeeronderwerpen, met nieuwe vakken. Als dat een heel groot succes wordt en als de markt er nog veel meer om gaat vragen, kunnen we op termijn denken aan een eigenstandige opleiding, bijvoorbeeld een MSc Circulaire Economie. Daarvoor is het nu echter nog te vroeg.”
Winst voor foodbedrijven
De komst van diepgaander wetenschappelijk onderwijs is goed nieuws voor food- bedrijven die meer circulair willen gaan werken. Zij kunnen straks profiteren van de kennis van specialisten op dit terrein. “Ik denk dat de voedingsmiddelenindustrie zeker belangstelling heeft voor het concept circulaire economie”, zegt Van Boekel. “Ze zien er de noodzaak van in en kunnen hier op termijn ook winst mee maken. Maar dan heb je dus mensen nodig die er verstand van hebben. Overigens kent de master Levensmiddelentechnologie al een spe- ties kunnen vervullen zoals die van ketenregisseur of adviseur.
Circulair food cialisatie Sustainable Food Process Engineering, waarin dit soort gedachten verder wordt uitgebouwd.”
Hoe ziet een circulair systeem binnen de landbouw en voedingsmiddelensector eruit? Van de Biesen noemt onder meer het sluiten van nutriëntenkringlopen, zoals die voor fosfor.
Westbroek benadrukt dat een circulair systeem veel verder gaat dan efficiënter omgaan met grondstoffen en hergebruik van materialen.
Fischer: “Studenten circulaire economie worden opgeleid voor de banen van de toekomst. Als we naar een circulair systeem overgaan, zul je veel meer remanufacturingactiviteiten zien en activiteiten om de keten te optimaliseren. Ik denk dat studenten die hier binnen het wetenschappelijk onderwijs mee bezig zijn, een belangrijke rol gaan krijgen in het uitdenken van dat circulaire systeem, zoals ik zelf ook al doe.” Met zo’n achtergrond zouden ze func-
“Het vereist een fundamenteel andere manier van werken waarbij je niet meer naar efficiency streeft, maar naar effectiviteit.” Voor Fischer zijn een betere benutting van reststromen, hergebruiken of biobased maken van verpakkingen en de ontwikkeling van gewassen waarvan alle delen bruikbaar zijn, foodgerelateerde voorbeelden. “Circulaire economie gaat niet alleen over de technologie, zegt ze. “Maar ook over hoe je het systeem gaat aanpassen zodat die technologie gaat werken op grote schaal, binnen een goed businessmodel.”