42 | Interview Tekst Maurice de Jong | Foto’s Thomas van Oorschot, Studio 38C
FNLI-baas: Innovatie heeft prijskaartje Supermarktklanten moeten accepteren dat er een prijskaartje hangt aan duurzame en innovatieve producten. Blijven drukken op prijs is uiteindelijk een doodlopende weg, stelt directeur Cees-Jan Adema van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) .
H
et woord samenwerking klinkt veelvuldig in het gesprek met de nieuwbakken directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) Cees-Jan Adema. De opvolger van Marian Geluk is geen man van confrontatie of harde uitspraken. Hij zoekt eerder naar gemeenschappelijke punten tussen retailers en fabrikanten dan naar verschillen. Een logische houding, gezien het gamma aan public-affairsfuncties (scharnierpunt overheid en bedrijfsleven, red.) dat
Cees-Jan Adema is sinds 1 januari de nieuwe directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie. Hij volgde Marian Geluk op.
Foodmagazine april 2021
hij in zijn loopbaan bij onder andere PepsiCo en Coca-Cola bekleedde. Die ervaring komt hem ook van pas in zijn nieuwe functie, waar alles steeds meer draait om samenwerking in de keten. ‘Wat ons, supermarkten en fabrikanten, allebei drijft zijn consumentenvoorkeuren en daar moeten we de samenwerking in blijven zoeken.’ Dan heeft hij het vooral over zaken als productherformulering en duurzaamheid. In zijn rol als voorman van de levensmiddelenindustrie zou hij graag nog meer met de supermarkten optrekken om samen de kracht en de concurrentiepositie van agroketen internationaal uit te dragen. ‘Ik wil weer toe naar een gemeenschappelijk punt op de horizon, of het nou gaat om duurzaamheid, productontwikkeling of de discussie rondom statiegeld op blik. We moeten meer gezamenlijk in deze onderwerpen optrekken.’ U wilt meer samenwerking op het gebied duurzaamheid? ‘Fabrikanten hebben een eigen verantwoordelijkheid hoe ze in de keten hun eigen producten duurzamer kunnen maken. En die nemen ze ook. Wat natuurlijk beter kan in samenwerking met de retail is het terugdringen van voedselverspilling. Daar zul je met elkaar goede afspraken over moeten maken. Een ander punt is de communicatie over voedselverspilling naar de consument. Daarvoor moet je de samenwerking opzoeken.’ Investeren in duurzaamheid brengt kosten met zich mee, aldus Adema, en die kun je niet alleen bij de boeren, fabrikant of retailer neerleggen. ‘De overheid zal hier toch een grotere rol in moeten spelen, want hoe blijf je concurreren in een land waar duurzaamheidsambities hoger liggen dan elders? Je moet de ambities niet verlagen, maar wel oog hebben voor het internationale effect dat dit heeft.’ Moeten fabrikanten hun duurzaamheidskosten doorberekenen aan supermarkten? ‘Laten we een stap terugdoen. Nederlandse burgers vinden dat we fors moeten investeren in zaken als dierenwelzijn en innovatie. Dat betekent dat we als Nederlandse consumenten moeten accepteren dat daar een prijskaartje aan hangt. Want verduurzaming kan kostprijsverhogend werken en die verhoging moet je uit de hele keten halen. Fors investeren in dierenwelzijn betekent dat je kostprijs hoger ligt dan bij fabrikanten die dit niet doen.’