









Die met creativiteit de marktpositie verstevigt binnen de bakkerij-industrie
Beko Nederland BV is een dochteronderneming van Coöperatieve Vereniging Beko u.a., een totaalpartner in business voor brood- en banketbakkers, mede dankzij de synergie tussen haar vijf dochterondernemingen. Eén van de dochterondernemingen is Stolp International, zij importeert onder andere gedroogde zuidvruchten, blikvruchten, noten en zaden. Met een klein en gemotiveerd team van deskundige mensen, alsmede een modern eigen magazijn, voorziet Stolp haar afnemers van de beste producten die ter wereld verkrijgbaar zijn. Ter uitbreiding van het commerciële team, zijn wij op zoek naar een gedreven Sales Accountmanager die verantwoordelijk is voor het acquireren van nieuwe accounts en het onderhouden en het verder uitbouwen van sales activiteiten, waar nodig in nauwe samenwerking met de Business Development Manager bij Beko Nederland.
Consultant: Annoek Kogelman, telefoon 0317-468686 of 06-12504148
Praktische leider bij een A-merk speler
Ridderkerk
Délifrance Nederland B.V. is een producent van hoogwaardige Franse bakkerijproducten. Délifrance heeft in Europa 18 productielocaties en totaal 5.000 medewerkers. Zij produceren zowel voor de Délifrance restaurants en corners als voor retailers en het foodservice kanaal. De locatie in Ridderkerk telt 120 medewerkers. Met moderne geautomatiseerde productielijnen worden onder hoge kwaliteitsstandaarden diverse soorten Franse bake-off broden (met name baguettes) geproduceerd en verpakt. Ter versterking van deze locatie zijn wij op zoek naar een overtuigende Manager Productie die verantwoordelijk is voor het realiseren en bewaken van het productieplan conform de normen op het gebied van kwaliteit, veiligheid, hygiëne, performance en planning. Deze manager stuurt op een optimaal productierendement en geeft direct leiding aan 5 Supervisors en een Technoloog en indirect aan ± 60 medewerkers. Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126
DUPP Interim voor
Nederland
DUPP Interim is de intermediair voor zelfstandig opererende interim managers met kennis van en ervaring in de food branche die snel en effectief tijdelijke managementposities kunnen invullen. Door de positie van marktleider in food recruitment beschikt DUPP Interim over een zeer breed en gespecialiseerd netwerk van gekwalificeerde en ervaren interim managers. Wij staan garant voor passende oplossingen voor korte of langlopende opdrachten. DUPP Interim bemiddelt in Interim Management posities binnen de disciplines: Marketing & Sales, Operations, Research & Development, Quality Assurance en Algemeen Management. Wij zijn succesvol door onze specialisatie in food, onze flexibiliteit en klantgerichtheid. Onze werkwijze is erop gericht om snel en adequaat geschikte kandidaten aan te bieden. Vanzelfsprekend lichten wij onze dienstverlening graag toe.
Consultant: Daphne van der Hee, telefoon 0317-468686 of 06-53868415
Die denkt in kansen en oplossingen
Marine Harvest is met totaal ruim 10.000 medewerkers en locaties in totaal 22 landen wereldwijd één van de grootste spelers in de verwerking van vis. Het Europese hoofdkantoor is gevestigd in Brugge (België). Op de Nederlandse locatie in Lemmer werken ± 150 medewerkers. Hier worden ruim 20 verschillende soorten vis verwerkt tot allerlei varianten diepvriesvis voor bekende retailers en de foodservicemarkt in Europa. Men is voortdurend op zoek naar nieuwe smaken, coatings en nieuwe combinaties van vis, afgestemd op de wensen van haar klanten. In verband met de voortdurende omzetgroei van de locatie in Lemmer, zijn wij ter versterking van de huidige Product- en Procestechnoloog op zoek naar een jonge, enthousiaste Product- en Procestechnoloog die medeverantwoordelijk is voor het optimaliseren van de bestaande producten en productieprocessen en betrokken is bij de ontwikkeling van nieuwe producten. Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126
Stuwende kracht die duurzame groei realiseert
Kadans ontwikkelt en belegt in commercieel vastgoed in Nederland en Duitsland, waarbij de focus ligt op de industriële, logistieke en kennisintensieve sectoren. De omvang van de door Kadans beheerde vastgoedportefeuille bedraagt circa € 450 miljoen. Kadans staat voor passende huisvestingsoplossingen bij complexe vraagstukken en blijvende betrokkenheid. Kadans Science Partner richt zich op de huisvesting van technologische ondernemingen en instellingen (laboratoria, cleanrooms, technohallen) en heeft de ambitie een toonaangevende speler te zijn. Kadans ontzorgt haar klanten door verregaande partnerschap en kennis van de sector. Voor verdere groei zoeken wij een Business Development Manager die verantwoordelijk is voor het initiëren en uitbouwen van new business in de agrifood en life sciences sectoren, door het onderhouden van nauwe contacten met huidige relaties en het acquireren van prospects.
Consultant: Dirk-Jan van Veldhuizen, telefoon 0317-468686 of 06-53137885
Voor meer informatie zie onze website: www.dupp.nl of mail uw reactie naar: info@dupp.nl
Werkt u sinds kort in de foodsector? Of heeft u binnen uw werk veel met de voedingsmiddelenindustrie te maken? Leer in één dag alles wat u moet weten over de Nederlandse foodindustrie, zodat u voor relaties een volwaardige gesprekspartner bent in uw B2B-contacten.
Donderdag 3 september 2015 | 9.00 – 17.30
09.00 uur Ontvangst
09.30 uur Inleiding door de dagvoorzitter
Cursusleider: Edwin Lambregts, Managing Consultant, Berenschot
De foodsector
- Feiten & Cijfers over de foodsector: omvang en structuur van deelsectoren, aantal bedrijven, exportposities etc. - Strategische trends in food, welke ontwikkelingen zijn voor u het meest relevant?
10.30 uur Module Food Marketing & Consument
Docent: Harry van Delft, Lector AgroFood Marketing, HAS Hogeschool
11.30 uur Pauze
12.00 uur Module Kwaliteitsmanagement
Docent: Hanneke Vriend,
Na de cursus:
• Heeft u een compleet overzicht van de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie en de aanpalende terreinen waarbinnen deze sector opereert.
• Kent u de belangrijke stakeholders, hun rollen en maakt u kennis met de belangrijkste wet- en regelgeving.
• Bent u bekend met de economische issues en thema’s uit de sector.
• Hebt u kennis gemaakt met de technologische onderwerpen en de impact van innovatie.
• Bent u op de hoogte van het grote belang en de ontwikkelingen rond voedselveiligheid en kwaliteit.
• Is duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen bij u een bekend onderwerp.
13 .00 uur Lunch
13.45 uur Module Levensmiddelenwetgeving
Docent: Geert de Rooij, specialist Levensmiddelenwetgeving, FNLI
14.45 uur Module Innovaties en technologie
Docent: Ir. Albert Zwijgers, Lector ‘Technologie en Ingrediënten’, Hogeschool HAS Den Bosch en Innovatiemakelaar Voeding en Gezondheid, Food & Nutrition Delta
15.45 uur Pauze
16.00 uur Module Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame ontwikkeling
Docent: Chris Dutilh, Eigenaar, Adviesbureau Dutilh BOSA
Inschrijven?
Dit kan eenvoudig op 3 manieren:
Website: www.vmt.nl/introductie
E-mail: congressen@mybusinessmedia.nl
Telefoon: (010) 289 40 08
Prijzen*
€ 795,- VMT abonnees
€ 895,- Niet-abonnees
Tevens ontvangt elke deelnemer gratis het jaarboek met alle adressen van de voedingsmiddelensector t.w.v. € 114,95
17.00 uur Afsluiting en borrel * genoemde prijzen zijn excl. btw en €3,95 administratiekosten
Kijk voor het hele programma en inschrijven op www.vmt.nl/introductiecursus
Nieuws
6 Nieuws
31 Agenda
33 Colofon Technologie & Techniek
10 Big data
14 Hygiënisch design en e ciëntie
Marketing & Consument
17 Anuga komt plaats tekort
Economie & Bedrijven
20 Ondernemen in het buitenland
Mensen & Loopbaan
22 Duurzaamheid in DNA medewerkers
Voedselveiligheid & Kwaliteit
24 Sneller, eenvoudiger en begrijpelijker
MVO & Duurzaamheid
28 RSPO toont tanden
Big Data. Industry 4.0. Internet of Things. De kans is groot dat u deze termen al eerder voorbij heeft horen komen. Het is een belangrijk thema op vele congressen en ook op de technologische vakbeurs Anuga was dat het geval.
Onlangs presenteerde IBM een receptenapp waarin supercomputer Chef Watson de informatie van meer dan 9.000 recepten uit het magazine Bon Appetit heeft opgeslagen. Door deze informatie te combineren met kennis over levensmiddelenchemie en smaakvoorkeuren, komt de app op de proppen met totaal nieuwe combinaties van ingrediënten. Zo kunnen consumenten gebruikmaken van de kracht van big data.
Het doorzoeken van data om tot een oplossing te komen, is ook onderwerp van het omslagartikel van deze VMT. NIZO had al ervaring met enorme hoeveelheden data bij bacteriën. De kennis die de onderzoekers hierbij opdeden, passen ze nu toe op de kennisgebieden processing en eiwitten. In het artikel komen twee voorbeelden aan bod: een kaasproducent die bij een batch kazen last had van een off-fl avour en een klant die een alternatief zocht voor zout. Via analyse van tientallen gigabytes aan data kon het instituut tot een oplossing komen. Belangrijk is een expert die de data kan interpreteren. De NIZO-expert geeft aan dat met big data sneller en effi ciënter naar de oplossing kan worden gezocht. Zowel grote als kleine foodbedrijven kunnen er voordeel van hebben.
De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) hee een zuinig op zuivel-icoon voor zuivelpakken ontwikkeld om verspilling tegen te gaan. Het icoon bevat drie tips voor de consument om minder zuivel te verspillen. De belangrijkste tip betre de houdbaarheidsdatum, omdat die volgens NZO voor veel verwarring zorgt bij de consument. De twee andere tips gaan over het bewaren en leegmaken van de verpakking. Het icoon is ontwikkeld door de Werkgroep Voedselverspilling van de NZO. Ook retailbedrijven kunnen de afbeelding op zuivelpakken van eigen merk gaan voeren.
................................................................................................www.nzo.nl
FrieslandCampina betaalt 180 miljoen euro om zijn belang in dochteronderneming FrieslandCampina Wamco Nigeria PLC met 13,3 procent uit te breiden. De zuivelonderneming hee nu 67,61 procent van de aandelen in handen. Het Nederlandse zuivelconcern is sinds 1954 actief in Nigeria met Peak. Dochter FrieslandCampina Wamco produceert, verpakt en verhandelt en distribueert zuivelproducten. Andere Nigeriaanse merken naast Peak zijn ree Crowns en Friso.
......................................................................www.frieslandcampina.com
Van Oers Groep en De Vries Snacks bundelen hun krachten als dochters van United Food Family. Beide familiebedrijven zijn samen meer dan 115 jaar actief in de out-of-home-markt van diepvriessnacks in Nederland en België. De samenwerking zorgt naar eigen zeggen voor continuïteit en slagkracht in een veranderende markt. Van Oers Groep was al langer dochter van United Food Family. De Vries Snacks wordt door de holding overgenomen. Het overnamebedrag werd niet bekend gemaakt. Beide bedrijven blijven onder United Food Family opereren als twee zelfstandige organisaties met eigen merknamen en eigen vestigingen.
................................................................................www.vanoersgroep.nl
Van alle verse vis die Albert Heijn verkoopt is 45 procent zalm. Omdat zalmkweek volgens de supermarkt natuur en milieu kan aantasten, stapte Albert Heijn over op ASC-gecerti ceerde kweekzalm. ASC staat voor Aquaculture Stewardship Council, een ona ankelijke, internationale non-pro torganisatie die een certi ceringsprogramma voor verantwoorde viskweek beheert en verder ontwikkelt. Vis met dit keurmerk komt uit kwekerijen die hun invloed op water, natuur en milieu beperken, goed zorgen voor medewerkers en rekening houden met de omwonenden. Albert Heijn is wereldwijd de eerste supermarkt die op deze schaal ASC-zalm aanbiedt in de winkels. Het is een resultaat van een vij arige samenwerking met het Wereld Natuur Fonds.
......................................................................................www.asc-aqua.org
Barry Callebaut maakt cacao-atlas
Barry Callebaut probeert de cacaoboon geheel te begrijpen en is bezig om een omvangrijke cacao-atlas samen te stellen.
Hoe gevaarlijk is acrylamide?
Hoe gevaarlijk is acrylamide in voeding nou echt voor mensen? Expert Henk van Loveren die zitting had in het EFSA-panel over contaminanten in de voedselketen (Cotam) legt uit.
Ontwikkelingen in duurzaam inkopen
Inkopers worden tegenwoordig niet alleen meer afgerekend op prijs maar ook op duurzaamheid. Maar wat weegt zwaarder? Een lastige afweging. Twee experts vertellen over de ontwikkelingen in duurzaam inkopen.
Breid uw abonnement uit naar een VMT optimaal abonnement en lees naast het vakblad alle informatie op vmt.nl
Professor Eddy Smid van de Wageningen
Universiteit gaat op zoek naar alternatieve, natriumarme fermentatieprocessen die de gezondheid ten goede komen. Dat is volgens Smid nodig omdat fermentatie veel zout eist. Daar krijgt de westerling al veel te veel van binnen. In zijn inaugurele rede Fermented Foods: products of science and cra smanship beschrij Smid toekomstige wegen om het fermentatieproces in voedingsmiddelen te kunnen sturen en zodoende nog meer pro jt te hebben van de nuttige micro-organismen. “We proberen met alternatieven voor natriumzout die niet of minder bloeddrukverhogend werken, het fermentatieproces uit te voeren met behoud van gunstige producteigenschappen.” Ook zet Smid een soortgelijke studie in om via gefermenteerde voedingsmiddelen de eetlust bij ouderen te stimuleren. Hij hoopt dat het onderzoeksteam erin slaagt om tijdens het fermentatieproces te zorgen voor hogere concentraties smaak- en geurcomponenten, waardoor er producten kunnen ontstaan met een sterke smaak en geur speciaal voor ouderen.
ging de NVWA de gangen na van dertien vleesproducten, a omstig van tweehonderd bedrijven. Deze klus nam ruim twee weken in beslag. De traceerbaarheid bleek verre van op orde. Paul en zijn controleurs constateerden dat geen enkel etiket klopte: ingrediënten stonden niet op het etiket terwijl dat wel hoorde.
“Kwaliteitssystemen zitten vol hiaten, etiketten kloppen niet, traceerbaarheid is niet op orde en het prijsbeleid van de retailers moet radicaal op de schop.” De topman van de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit (NVWA) Harry Paul bracht de aanwezigen op de jaarlijkse haringparty van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) een duidelijke boodschap.
Dat Paul radicale verbeteringen eist in kwaliteitsborging en traceerbaarheid in de keten, blijkt uit zijn reactie op CBL-voorzitter Bert Roetert. De supermarktvoorman vindt dat het wel de goede kant op gaat met transparantie en productintegriteit in de keten.
“We zijn helemaal niet op de goede weg”, aldus Paul. Om dit te onderstrepen refereerde hij aan het bezoek van de Europese Food and Veterinary O ce (FVO) vorige maand aan Nederland. In dat kader
Nederland hee markttoegang gekregen voor het leveren van 420.000 kilo eierpoeder. Dit meldt het ministerie van Economische Zaken. Voorheen was de export niet toegestaan, o cieel wegens voedselveiligheidsredenen. De Verenigde Staten kampt sinds vorige maand met een uitbraak van vogelgriep. Er zijn ruim 30 miljoen leghennen geruimd. Dat is 10 procent van het totaal aantal kippen in de VS. In Nederland zijn er ongeveer 35 miljoen leghennen. Naast Nederland zal ook Canada eierpoeder leveren. Duitsland en Argentinië gaan eieren exporteren. Het eierpoeder dat Nederland levert, wordt onder andere gebruikt in hamburgers gemaakt van soja, koekjes en andere bakkerijproducten, (so )ijs, sportvoeding en eiwitshakes.
Andersom was ook het geval: bestanddelen prijkten op het label maar zaten niet in het product. Ook de voorraadadministratie bij veel van de onderzochte bedrijven was niet op orde. In- en verkoopbonnen klopten niet. “Hoe kun je nou een goede recall uitvoeren als de administratie niet klopt? Een consument moet op het etiket kunnen vertrouwen.” Ook de kwaliteitssystemen kwamen aan bod. “Ik geef er niets voor, maar we kunnen ook niet zonder”, gee Paul een duidelijk signaal. “Alle fraudeurs hebben een BRC-certi caat. Een van uw inkopers zei dat er al zeven jaar geen audit is geweest omdat er wordt vertrouwd op de BRC-certi cering. De ene audit dekt dus de andere af. Certi caten zijn gewoon te koop. Kwaliteitssystemen zijn zo lek als een mandje.” ......................................................www.nvwa.nl
advertentie
De analyzer voor individuele enzymatische tests
• Kant-en-klare cardridges
• Zeer nauwkeurig en eenvoudig
• Slechts één maal pipeteren
• Resultaat binnen
15 minuten
Visverwerker Foppen gebruikte jaren natriumnitriet in zijn visworsten. Deze stof is verboden voor gebruik in vis. Dit meldt Omroep Gelderland na inzage in inspectierapporten die de omroep via de Wet Openbaarheid van Bestuur had opgevraagd. Natriumnitriet mag wel in vleesproducten worden gebruikt om botulisme tegen te gaan. In combinatie met vis is het verboden vanwege een mogelijk kankerverwekkend effect. Foppen zegt de wetgeving verkeerd te hebben geïntepreteerd.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit had het bedrijf in 2010 al voor het gebruik van deze stof gewaarschuwd, maar in november vorig jaar kwam de controlerende instantie erachter dat Foppen nog steeds natriumnitriet gebruikte. De autoriteit hee de voorraad vernietigd die op dat moment bij de visverwerker lag , maar geen partij uit de winkels gehaald. “Onze wetenschappers vonden het niet zo gevaarlijk dat het teruggehaald moest worden”, aldus een woordvoerder van de autoriteit tegen de Gelderse zender.
Volgens Foppen berust het gebruik van het verboden middel op een misverstand.
“Foppen hee op dit gebied de wetgeving verkeerd geïnterpreteerd, omdat het bedrijf ervan uitging dat het gebruik van natriumnitriet verboden was in visproducten en het in dit geval een hal abricaat betrof. Foppen hee het gebruik van natriumnitriet in hal abricaten onmiddellijk beëindigd,” aldus het bedrijf in een reactie tegen Omroep Gelderland.
Foppen staat sinds dit jaar onder verscherpt toezicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. In 2012 kwam de visverwerker uit Harderwijk in het nieuws vanwege salmonella in gerookte zalm.
Onderzoeksbureau Edelman presenteerde onlangs zijn wereldwijde 2015 Trust Barometerresultaten voor de levensmiddelenindustrie. De resultaten voor 2015 laten een dalend vertrouwen zien in 70 procent van de 27 onderzochte landen. Nederland behoort tot de grootste dalers.
Het vertrouwen daalde in Nederland van 65 procent in 2014 naar 59 procent in 2015. De daling wordt mogelijk veroorzaakt door het tempo waarin bedrijven innovaties doorvoeren. In totaal gee 51 procent van de respondenten aan dat het tempo te hoog ligt. Over het algemeen zien ze technologie, groeitargets en hebzucht als de belangrijkste drijfveren voor innovatie binnen het bedrijfsleven. Van de vijf onderzochte subsectoren Retailers, Manufacturers, Fast Food Restaurants, Agribusiness en Farming and Fishery scoort laatstgenoemde met 67 procent het hoogst op vertrouwen. De subsector Fast Food Restaurants wordt met 47 procent het minst vertrouwd. Anneloes Roeleveld, European head of food bij Edelman: “Consumenten willen de redenen voor innovaties in de levensmiddelenindustrie begrijpen en zien hoe deze bijdragen aan de maatschappij.”
.....................................................................................www.edelmanpr.nl
‘Toen
we met Hansel in 2000 een kleine humusproducent (Maza) overnamen, had ik nooit gedacht dat we ooit meer humus dan eiersalade zouden verkopen.’Commercieel directeur Roberto Oberegger van Hansel in de Volkskrant van 15 juni over het succes van humus.
De Alliantie Verduurzaming Voedsel en Wageningen UR Food & Biobased Research starten het zogenoemde Carve-project om voedselverspilling in de agrifoodketen te verminderen. Dat werd half juni bekend gemaakt tijdens de internationale conferentie No More Food To Waste, georganiseerd door de Nederlandse overheid in Den Haag.
Unilever
Jean-Marc Huët (foto) vertrekt na vijf jaar als cfo bij Unilever. Greame Pitkethly (48) volgt de 46-jarige Nederlander op.
Vion
Cees van Rijn is per 19 mei om persoonlijke redenen teruggetreden als lid van de raad van commissarissen van Vion Food. Het bedrijf is van plan zo snel mogelijk een nieuwe kandaat voor te stellen.
Mondelez
www.unilever.com
Verspilling van voedsel moet volgens de samenwerkingsorganisaties niet alleen liggen bij de duurzaamheidsafdeling van een bedrijf, maar ook bij productontwikkeling, inkoop, productie, sales, logistiek en marketing. Ook zou een betere samenwerking en communicatie tussen ketenpartners noodzakelijk zijn voor de vermindering van voedselverspilling. Gedurende vier jaar gaan bedrijven in de voedselketen in pilots met elkaar aan de slag. Onderwerpen die daarin aan bod komen zijn onder meer optimalisatie van bestelsystemen tussen fabrikanten en retailers, terugbrengen van reststromen in de keten door hoogwaardig hergebruik en vermindering van verspilling in huishoudens door productontwikkeling. In 2015 lopen pilots bij Royal A-ware, Iglo, Sonneveld Group, Arla, Royal FrieslandCampina, Albert Heijn, Jumbo en Plus. Vanuit de pilots wordt binnen Carve een toolbox ontwikkeld waarmee bedrijven de preventie en reductie van voedselverspilling als doelstelling kunnen integreren in hun bedrijfsvoering, organisatie en supply chain.
Carve staat voor Across supply Chain Action program Reduction of food waste, improved Valorisation & Resource E ciency. .....................................................................www.nomorefoodtowaste.nl
www.vionfoodgroup.com
Mondelez International heeft Mohit Bhalla benoemd tot vicepresident Corporate Development. Bhalla wordt verantwoordelijk voor fusies, acquisities en desinvesteringen.
www.mondelezinternational.nl
Barry Callebaut
Antoine de Saint-Affrique neemt vanaf oktober de rol als ceo van Barry Callebaut over van Juergen Steinemann. De Saint-Affrique is op dit moment president van Unilever Foods en lid van Unilever’s Group Executive Committee.
www.barry-callebaut.com
25 years of success in the fascinating world of ...
Big data is het buzzwoord van tegenwoordig. De toegenomen opslagcapaciteit voor data en nauwkeuriger analyse-apparatuur zorgen voor een stortvloed aan informatie. Deze data analyseren en interpreteren vergt kennis, samenwerking en efficiëntie. Wat doet NIZO food research aan dit onderwerp? Big data-expert Wynand Alkema legt uit.
NIZO hee al jaren ervaring met data-analyse en dan vooral op het gebied van bio-informatica. “Daarin gebruiken we de data voor het ontwerpen van experimenten, om te modelleren en voorspellingen te doen over het gedrag van bacteriën”, vertelt Wynand Alkema. Hij is bij NIZO verantwoordelijk voor het managen van researchdata en de ontwikkeling van nieuwe algoritmes voor data-analyse. De laatste jaren past het instituut de kennis ook toe op de vakgebieden chemie en processing. “Door de ontwikkeling van sensoren komen er ook op die vakgebieden veel data beschikbaar. De modelleringstechnieken van biologische data passen we nu aan voor het verwerken van deze data.” Alkema benadrukt dat hij en zijn collega’s zich beperken tot de domeinen waar ze inhoudelijk expert in zijn, zoals eiwitten, bacteriën en processing. “Deze a akening is zeer belangrijk, omdat we op deze manier de juiste modellen kunnen opstellen en weten hoe we de resultaten moeten interpreteren.”
Volgens Alkema zijn de ltermechanismen voor de verschillende kennisdomeinen grotendeels dezelfde. Een genoomsequentie van een bacterie die suiker kan a reken, is anders dan de luchtdrukmetingen in een fabriek, gee hij als voorbeeld. “De ingangsdata en de vragen zijn weliswaar anders, maar de manieren om in de data te zoeken en te lteren zijn vergelijkbaar.”
Hij gee twee concrete voorbeelden van projecten waarbij de analyse van een enorme hoeveelheid data tot een oplossing leidde.
Voorbeeld
NIZO ontving de vraag welke componenten de zoutperceptie in voedingsmiddelen kunnen verhogen. Dit project startte met een work ow waarmee 25 miljoen wetenschappelijke artikelen werden doorzocht op honderden termen die verschillende aspecten van zoutperceptie beschrijven. Dit leverde in eerste instantie tienduizenden resultaten op. Vervolgens werden deze resultaten verder ge lterd door te zoeken op duizenden biologisch actieve sto en. De uiteindelijke lijst met enkele honderden interessante publicaties werd vervolgens gerankt, vergelijkbaar met de manier waarop de Google-zoekmachine dat doet: de relevantste artikelen staan bovenaan. De stap die daarop volgde, was in een chemische database zoeken naar sto en die chemisch lijken op de relevantste uit de zoekactie. “Dit zijn dan in feite nieuwe sto en die nog nooit zijn getest op eigenschappen zoals zoutperceptie. Ze zijn dus een waardevolle toevoeging aan de lijst.”
Het team van Alkema gebruikt voor het opsporen van nieuwe links tussen sto en en zoutperceptie algoritmes die algemeen toepasbaar zijn. “Het zoeken is vergelijkbaar met hoe LinkedIn suggesties gee : people you may know. Nadat een expert hee beoordeeld of ze als zoutalternatief kunnen of mogen dienen, komen de gevonden sto en op de uiteindelijke lijst van nieuwe sto en. Tijdens het project bleven twintig sto en over, waarvan er vijf worden getest.
Wynand Alkema: “Experts kunnen resultaten vertalen naar praktische oplossingen”.
Een kaasproducent had bij een batch kazen een probleem met een onprettige bijsmaak, een o - avour. Het lukte het bedrijf zelf niet om de oorzaak te achterhalen. De producent schakelde NIZO in, dat een groot aantal gegevens verzamelde. Het onderzoeksinstituut analyseerde zowel een batch kazen met de goede als met de slechte smaak. Aan de hand daarvan werd een lijst gegenereerd met sto en die de o - avour konden veroorzaken. NIZO bestudeerde van beide batches data die een rol spelen bij de productie, zoals luchtvochtigheid en temperatuur. “De vraag was: welke procesparameters zijn veranderd bij de overgang van de ene naar de andere batch en kunnen we deze veranderingen relateren aan het ontstaan van een o - avour”, legt Alkema de kern van het project uit. Uit de analyse van de gegevens bleek dat de verandering van een speci eke stap bij de productie tot een o - avour leidde. Op basis van deze analyse en ervaring met het proces van kaasbereiding kon een expert verklaren hoe de o - avour was ontstaan en konden aanbevelingen worden gedaan voor verbetering van het proces. “Het is dus altijd belangrijk om grote hoeveelheden data te analyseren in nauwe samenwerking met experts die een grote domeinkennis hebben en de resultaten kunnen vertalen naar praktische oplossingen.”
Ook in het biologische domein, waar de verwerking van big data is begonnen, staan de ontwikkelingen niet stil. “Ook hier worden steeds meer data gegenereerd. Voorheen was het duur om genexpressie van bacteriën te meten. Nu is het routinematig en komen er nog meer data binnen. Ook de metabolieten zijn veel nauwkeuriger te meten. Dit betekent dat we in het biologische domein nu ook chemische data binnenkrijgen. Daar moeten we onze algoritmes op aanpassen en nieuwe lters voor ontwikkelen.”
‘Analyse van big data moet samen met experts’
INTERVIEW
En niet alleen de meetmethodes voor genanalyse zijn verbeterd. De technologische vooruitgang van computers hee de dataproductie en vooral de opslag ervan bevorderd. “Computers zijn sneller, datatransport is sneller en de opslagcapaciteit is drastisch vergroot.” Anders dan voorheen zijn de data gevarieerder van aard: het kan bijvoorbeeld gaan om wetenschappelijke artikelen, sequentiereeksen, metabolietstructuren en genexpressie. “Voorheen kon een wetenschapper zijn data nog in Excel analyseren. Dat gaat nu niet meer”, aldus Alkema. Het rekenen gebeurt in supercomputers. De experts krijgen de resultaten nog wel in Excel te zien.
Kwaliteit data
Analyseren van grote hoeveelheden data brengt wel uitdagingen met zich mee. Alkema: “De eerste is: hoe kunnen we heterogene data op een goede manier aan elkaar knopen. En de tweede is het antwoord op de vraag hoe betrouwbaar de data zijn waarmee je werkt.” Belangrijk is te weten van wie de data a omstig zijn en onder welke condities ze zijn verzameld. Alkema en andere experts in big data testen daarom elke voorspelling door uit te zoeken of met een andere database hetzelfde resultaat wordt gegeven. “Krijgen we hetzelfde resultaat uit twee ona ankelijke bronnen, dan hebben we meer vertrouwen in de data.” Daarnaast krijgt de expert altijd de link naar de onderliggende data te zien, zodat kan worden gecontroleerd waar de data vandaan komen.
Kleine foodbedrijven
Wat kan een klein foodbedrijf met big data? Alkema gee aan dat de vragen die NIZO krijgt en oplost met behulp van de analysemogelijkheden voor big data, niet verschillen van de vragen in het verleden. “We kunnen nu wel sneller en nauwkeuriger naar een oplossing toewerken”, verklaart de onderzoeker. “Foodbedrijven krijgen bijvoorbeeld sneller een indicatie welke sto en een bepaalde smaak bevorderen of welke bacteriën de gewenste eigenschap-
pen hebben. Ook kunnen we een experimental design compacter, sneller en goedkoper inrichten.” Het resultaat is dat de tijd tussen idee en productinnovatie korter wordt, wat leidt tot een competitief voordeel voor deze bedrijven.
Big data in Europees verband
“Data zijn the new oil. De economie draait erop”, zegt Wynand Alkema. Dat blijkt uit de diverse Europese projecten rond dit onderwerp. NIZO neemt deel aan een aantal ervan.
Consortium Genobox: dit Europees consortium bestaat uit mkb uit de zuivel- en probiotica-industrie. Het doel is software en algoritmes te ontwikkelen, waardoor het mogelijk is om op basis van genoomsequenties snel en efficiënt bacteriën te selecteren die de gewenste functionele eigenschappen hebben.
Consortium Odex4all (Open Data EXchange 4 all): consortium dat software ontwikkelt om tientallen wetenschappelijke databases aan elkaar te linken, zodat nieuwe verbanden tussen moleculen, eiwitten, gezondheid en de wetenschappelijke literatuur zichtbaar worden.
Samenwerking BaseClear en NIZO food research: het bedrijf BaseClear sequenst op grote schaal bacteriële genomen en gemeenschappen. Voor de biologische interpretatie van de data worden algoritmes en expertkennis van NIZO ingezet.
NIZO-onderzoeker Sacha van Hijum is benoemd tot associate professor bacterial genomics aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Zijn groep onderzoekt de relatie tussen micro-organismen en humane gezondheid, gebruikmakend van genomics. Ze zullen onder meer nieuwe bio-informaticamethodes ontwikkelen voor de analyse van het bacterieel genoom.
Hartig
Vlees
Gevolgelte
Groente
Bouillon
Umami systemen
Sojasauzen
MSG en alternatieven
Zoutreductie systemen
Yama heeft alle basis ingrediënten voor hartige smaken, aansluitend op de trends van vandaag. Kennis van de juiste balans en toepassing maken ons Umami pakket compleet.
YAMA, Your silent partner in famous food
YAMA PRODUCTS B.V. +31 (0)30 240 80 30
YAMA.NL
Met verbeterde, snelle ATP detectie, verhoogde reproduceerbaarheid van resultaten en geoptimaliseerde tracking en trendanalyse, is de keuze voor het perfecte hygiënecontrolesysteem nu nóg eenvoudiger.
Het AccuPoint Advanced systeem biedt innovatieve monsternemers, een moderne monitor en nieuwe Datamanager software in het Nederlands, om effectief ATP van voedselresten en micro-organismen te detecteren op oppervlakken en in vloeistoffen.
Hygiënisch ontwerp door balkonbouw creëerde een revolutie in verpakkingsmachines in de jaren negentig. Machineonderdelen werden toegankelijker voor schoonmaak en desinfectie. Het compleet wegwerken van motoren uit de verpakkingszone en de afronding en schuinstelling van horizontale vlakken tilde hygiënisch ontwerp naar een volgend niveau. Dat maakt een rondgang duidelijk bij Bosch Packaging Technology in Weert.
Tijdens de exclusieve perstoer in het competentiecentrum voor verticale zakkenvulmachines waren de nieuwste ontwerpen te zien van Bosch, Yamato en Ishida en
dozenpakker CPS. De vier delen vaak hun expertise in voedselveilig en hygiënisch verpakken van verse en bevroren producten met volautomatische verpakkingslijnen.
Duidelijk werd dat in het primaire verpakkingsproces, waarbij voedselproducten direct in contact komen met verpakkingsmachines, grote stappen zijn gezet in veiliger en hygiënischer afvullen. Zo is Bosch erin geslaagd alle componenten voor de aansturing van zijn verticale vorm-, vulen sluitmachines (vvs-machines) in een aparte kast te integreren. Het woud aan bedradingen is in de nieuwe ontwerpen geminimaliseerd. Dat resulteert in machines met een open structuur, waardoor alle voedselresten in een mum van tijd met hogedruk zijn weg te spuiten.
Bij de combinatiewegers voorkomen afrondingen aan de bekers dat vuil zich hecht. Water parelt door verbeterd ontwerp altijd af, zodat er geen vuil achterblij . Voor modulewijzigingen zijn bij geen van de machines nog gereedschappen nodig. Operators kunnen alle te reinigen of uit te wisselen machineonderdelen eenvoudig met de hand eruit lichten of met snelsluitingen los- en vastkoppelen. Bij Bosch kan zelfs de aandrijfriem door een hendel over te halen in enkele seconden worden gewisseld. Tot slot valt de exibiliteit op.
Met deze nieuwe generatie machines kunnen voedingsmiddelenbedrijven niet alleen meer producten afvullen en meer combinaties maken, maar ook meer verpakkingsvormen op één machine draaien. Een investering in een tweede machine voor een speci eke verpakkingstoepassing kan zodoende achterwege blijven.
Bosch Technology tuigt een afdeling op die klanten met defecten in hun verpakkingsproces ondersteunt met technologische expertise. Dit gebeurt in samenwerking met de folieleveranciers Dow en Amcor.
Patrick Lagarde, manager engineer en design, demonstreerde hoe een producent van melkpoeder door microscopisch onderzoek van zijn lekke verpakkingen afkwam. De lekkage kwam slechts sporadisch voor en kon in steekproeven worden gemist. Zo kon het gebeuren dat een hele batch er doorheen glipte en teruggehaald moest worden. De technici lokaliseerden het lek door de verpakking in een watertank met negatieve druk te leggen. Uittredende luchtbellen verraadden de plek. Door het lek in de sealnaad 50 keer microscopisch te vergroten en een roterende lens te gebruiken, konden technici in detail naar het manco kijken. Na overleg met de verpakkingsontwerper was in enkele minuten bekend wat er loos was. Met een sterkere vergroting werd op micrometerniveau bestudeerd was er mis was met de las. Bij de overgang van een PE-OPP-seal waren luchtgaten te zien. Bij inspectie op locatie bleek dat de reinigingsprocedure van de sealbout niet was opgevolgd. Werken volgens de richtlijnen bleek de oplossing.
Reuzensprong
De nieuwe generatie vvs-machines en combinatiewegers is ontworpen met het oog op de steeds strengere eisen voor veilig en hygiënisch produceren. Dit proces is al ruim twintig jaar aan de gang. Een mijlpaal was de balkonbouw die in de jaren negentig sterk opkwam. De industrie maakte hiermee een reuzensprong voorwaarts, vergelijkbaar met de overstap van staande naar hangende toiletten. Daardoor ver-
Hoezo hygiënisch?
Valt er anno 2015 nog wat te verbeteren? Jazeker. Vooral in de vormgeving van de bekasting en de positie van aandrijvingen en bedradingen is winst te behalen. Veel machinemodellen lijken nog steeds op blokkendozen, met hun rechte vlakken die niet goed afwateren. Motoren met aandrijfriemen zijn een sta-in-de-weg en bedradingen beperken de toegang. In de praktijk blijven voedselresten bij het schoonspuiten gemakkelijk liggen of ze komen klem te zitten tussen de kabels. Water met voedselresten spat tijdens het afspuiten vanaf de vloer weer tegen de machinepoten aan. Hoezo hygiënisch?
Deze problemen zijn aangepakt, bleek tijdens de toer.
beterde de toegankelijkheid van primaire procesonderdelen sterk. De primaire verpakkingslijn werd van onder tot boven goed bereikbaar. Tegelijk werden dode hoeken in de machine aangepakt. Die maakten plaats voor afgeronde vormen.
Vuil kon zich veel moeilijker nestelen en ophopen in toevoerkanalen en vulpijpen, en in de verpakkingslijn zelf. De opkomst van roestvast staal drong het corrosierisico terug en zorgde voor gladdere oppervlakken. Dit alles verminderde sterk het risico van contaminatie en vereenvoudigde de reinigingsprocedure.
In de nieuwe machineontwerpen die werden getoond, is vorming van ‘vieze plasjes’ niet meer mogelijk. Zo hee de nieuwste verticale zakkenvulmachine van Bosch, de SVC 4020, geen enkel horizontaal vlak. Alle oppervlakken waarop water kan blijven staan, hebben een lichte hellingshoek. Daardoor vloeit al het water met voedselresten af. Het lijkt een simpele exercitie, maar voor machinebouwers is de stap van kubus- naar trapeziumvormen een grote verandering. Viezigheid rond de poten komt ook niet meer voor. De vorm-, vul- en sluitmachine van Bosch staat nu op kegelvormige voetjes waar het water van afvloeit. De vacuümpomp en motor zijn van de verpakkingszone naar een aparte kast verhuisd. In de open machine kan alles met hogedruk worden afgespoten.
Hygiëne is één ding, maar exibiliteit is voor de industrie zeker zo belangrijk. De continue vvs-machine van Bosch verwerkt onder meer pillowpacks, blokbodemzakken, fullcorner bags en de razend populaire doypacks. De nieuwste versie kan
‘Alle oppervlakken hebben nu een lichte hellingshoek’Uit hygiënisch oogpunt ontworpen machinedelen. Doypack met zipper, die nu voor het eerst van de rol op een continue verticale zakkenvulmachine kan worden gemaakt.
deze stazakken, bekend van bijvoorbeeld
Soep in Zak, voorzien van een zipper. De sluitstrip wordt als strook op de folierol gelast in een continu proces. Bijzonder, want normaal kan dit alleen met kant-enklare doypacks op intermitterende, verticale vvs-machines of op een horizontale verpakkingsmachine. Hiertoe hee Bosch enkele slimmigheidjes bedacht, zoals een verticaal meebewegende sealbout die de zipper aan de bewegende foliehuls vastlast. In één vloeiende verpakkings ow kunnen tot honderd hersluitbare doypacks per minuut worden geproduceerd. De kwaliteit is vergelijkbaar met die van horizontale zakkenvullers die met carrousels werken. Bij dit proces worden zakken hangend gevuld en daarna verzegeld.
De oplossing van Bosch scheelt de klant ruimte en een investering in een horizontale verpakkingsmachine voor zipzakken. Bij demonstraties van de nieuwe machine maakte de meerprijs tot 25 procent voor deze zipperoptie klanten niet minder enthousiast, claimde Bosch.
De opkomst van doypacks vraagt overigens om een ander sealsysteem. Een stazak van PE zakt in. Nodig is bijvoorbeeld PP of PET met een heatseal. Ook hiervoor is bij dit vvs-systeem een oplossing bedacht: operators kunnen het sealsysteem op de sealarm zonder gereedschap wisselen. Bij een overstap op doypacks is de downtime dus minimaal.
Conische behuizing
Bij combinatiewegers is een soortgelijke ontwikkeling te zien. Bij Ishida’s nieuwe modellen zitten de motoren niet meer in een cilindervormige, maar in een conische motorbehuizing. De omsluiting watert zo uitstekend af. Schroeven en bouten zijn netter afgewerkt, met doppen afgeschermd of door slimmer ontwerp helemaal niet meer nodig. Dit is ook bij concurrent Yamato te zien. De producent wijst erop dat een eenvoudiger ontwerp met minder bewegende delen ook bijdraagt tot een hygiënischer en voedselveiliger machine.
De emmers hebben bij beide fabrikanten afgeronde hoeken gekregen. Extra voedselveiligheid bieden metaaldetectoren die in de machine geïntegreerd kunnen worden. Nog beter is het hieraan X-ray-detectie te koppelen voor kwaliteitscontrole van afgevulde producten. Ishida hee deze markt met succes betreden en is een van de snelst groeiende leveranciers van röntgenapparatuur in de voedingsindustrie. Met de apparatuur kunnen jne metaaldeeltjes in de eindverpakking ook in lengterichting gedetecteerd en uitgestoten worden. Dat geldt eveneens voor plastics, rubber, porselein, stenen en glas en bijvoorbeeld insecten. Volgens Ishida is er geen X-rayapparaat in de markt dat zo’n hoge resolutie haalt.
Belangrijk is ook de so ware die van elke verpakking de beelden opslaat. Zo kan de historie bij recalls tot op verpakkingsniveau worden bekeken.
Sneller, net zo accuraat Naast voedselveiligheid en hygiëne blij snelheid een continu verbeterpunt. Zo zijn de combinatiewegers uit Ishida’s topserie 15 procent sneller geworden en net zo accuraat. Bedieningsgemak zorgt ook voor minder oponthoud bij de omstelling en reiniging: alle bekers van één model zijn gemakkelijk uit te wisselen – zonder
gereedschap. De operator kan ze er simpel uitlichten om aan de waswand te hangen voor cleaning in place (CIP). Medewerkers op de productievloer kunnen de interne machine in kale uitvoering prima bereiken en vloeisto en en vaste sto en wegspuiten. Productinstellingen gaan sneller door een simpel vijfstappenplan op basis van EANcode en het energieverbruik tot 20 procent omlaag in de lagesnelheidsmodus. Ook concurrent Yamato hee dit soort verbeteringen doorgevoerd. De combinatiewegers zijn sneller geworden door verbeteringen aan de stappenmotor. Ze worden ook steeds accurater. Verhoging van de amplitude van de vibratoren gee een meer continue doorvoer. In combinatie met de nieuwste motoren maakt dat de weging tijdens het verdelen exacter. Met deze nieuwste combinatiewegers kunnen producenten voedselverspilling terugdringen. Stuksartikelen, zoals groentestronkjes, bevroren vissen en snoepmixen die niet binnen een bepaald verpakkingsgewicht kunnen worden gecombineerd, haalt de machine terug naar de toevoer. De kans is groot dat ze bij een tweede poging wel matchen. Zo vallen er bij het afwegen zo min mogelijk producten uit de boot.
• VINCENT HENTZEPETER • Vincent Hentzepeter, freelance journalist
Een half jaar voor de start van de 33e editie van de Anuga, de tweejaarlijks eindproductenbeurs, zijn alle 284.000 vierkante meters verkocht. Zowel de vleesbeurs als het aanbod aan veganistische consumentenproducten is gegroeid.
Zo’n 210 van de in totaal 6.800 exposanten komen uit Nederland over alle deelbeurzen verdeeld. Bovendien meldt de organisatie dat er meer dan 7.000 van bezoekers uit Nederland naar Anuga komen. Het concept ‘10 vakbeurzen onder één dak’ is succesvol gebleken en wordt ook dit jaar voortgezet. Beurzen die thematisch met elkaar te maken hebben, staan naast elkaar. Voorbeelden zijn Meat, Frozen Food en Diary, waarvan Meat een van de grootste beurzen is. De organisatie hee grote klanten, zoals Rügenwalder Mühle, weer op de beursvloer kunnen krijgen. Uit Nederland komen grote bedrijven zoals Vion en Van Drie Groep. Ook Dairy is goed vertegenwoordigd met 380 exposanten uit landen als Duitsland, Ierland, Nederland en voor het eerst ook uit Argentinië, Australië en ailand.
Vegan trendthema
Virtuele trendthema’s zijn speci eke zoek-
termen waarmee bezoekers gericht kunnen zoeken in de databank van de beurs. Voorgaande jaren waren bijvoorbeeld fair trade en vegetarische producten al trendthema’s. Dit jaar is daaraan het thema veganistische producten toegevoegd, een van de snelst groeiende voedingstrends. In Duitsland eten een miljoen mensen veganistisch. De beursorganisatie verwacht dat deze trend ook op Anuga zichtbaar is. De Koelnmesse organiseert in november 2016 zelfs een aparte beurs voor deze producten: Veganfach.
Trendmarkt Duitsland
De BVE, de federatie van de Duitse voedingsindustrie, presenteert zich op de deelbeurs Anuga Fine Food samen met het Duitse ministerie voor Voeding en Landbouw onder het motto Made in Germany. Volgens de directeur zijn de belangrijkste trends op de Duitse voedingsmarkt: toenemend bewustzijn,
informatiebehoe e en kwaliteitsbegrip bij de consument, alsook productie en herkomst van levensmiddelen. Producten van eigen bodem zijn gewild in Duitsland, maar ook daarbuiten. Trends in de Duitse levensmiddelenhandel zijn volgens de federatie van de Duitse levensmiddelenhandel (BVLH), mede-organisator van Anuga, vergelijkbaar met die in Nederland: focus van de consument op dierenwelzijn, concurrentie op kwaliteit en prijs, meer vraag naar convenience, en ontwikkeling van gastronomische concepten in de supermarkt.
Anuga
Locatie: Koelnmesse
Datum: 10-14 oktober 2015
Naast de 10 vakbeurzen, organiseert Anuga diverse ondersteunende programma’s, waaronder Anuga Chef of the Year, Pastry Chef of the Year, olive oil market, organic market en een winespecial.
www.anuga.de
• DIONNE IRVING •Het concept
‘10 vakbeurzen onder één dak’ wordt voortgezet.
Dinsdag 18 augustus 2015
AMBITIE EN DOELEN 2017
Van 13.30 tot 18.30 uur (incl. borrel)
We dagen u uit de strategie van uw organisatie scherp onder de loep te nemen in het licht van de belangrijkste trends en ontwikkelingen. Hoe neem je, ondanks de drukte van alledag, de tijd om gezamenlijk ambities en doelen te bepalen?
INHOUD
Wat is strategie? En wat is strategische planning?
Wat is mijn ambitie? Hoe vertaal ik deze in SMART strategische doelstellingen?
Hoe onderscheid ik me? Hoe positioneer ik me? Hoe genereer ik energie rondom mijn ambitie binnen en buiten de organisatie?
Waar moet ik op inspelen? Wat zijn de belangrijkste trends en onzekerheden (zoals duurzaam productieproces, reduceren voedselverspilling, toekomst telersrecht, 3D foodprinting)? Wat is ‘slechts’ een hype en wat is blijvend?
Hoe ontwikkelt regelgeving (bijv. over voedselveiligheid) zich? Op welke manier kan ik me wapenen tegen onzekerheid en meer in control komen?
Wie moet ik betrekken voor een succesvol strategieproces (bijv. producenten, transporteurs, groothandel, klanten, consumenten, marketeers, medewerkers, aandeelhouders, etc)
Casus: hoe zorgt een familiebedrijf in de food er voor dat zij succesvolle strategieën kunnen uitrollen en groei kunnen realiseren
RESULTAAT
Scherpe en ambitieuze doelstellingen voor uw eigen organisatie, aanscherping van uw strategische toolkit en zicht op de voor u belangrijkste trends en ontwikkelingen in de food sector.
Donderdag 20 augustus 2015
NIEUWE BUSINESS- EN VERDIENMODELLEN EN DIGITALISERING
Van 13.30 tot 18.30 uur (incl. borrel) Bestaande businessmodellen zitten in drijfzand. Waar bent u goed in en waarin niet? We onderzoeken met u welke andere businessmodellen interessant zijn voor uw bedrijf en hoe u aanvullende nanciering in uw verdienmodel kunt genereren. Daarbij geven we speciale aandacht aan het benutten van de nieuwe mogelijkheden die digitalisering biedt.
INHOUD
Wat is een businessmodel? Hoe werkt het businessmodel canvas? Wat is het verschil tussen een business- en verdienmodel?
Wat is mijn businessmodel? Welk e ect hebben omgevingsfactoren op mijn businessmodel? Wat (en wie) heb ik nodig?
Welke impact heeft digitalisering op mijn bedrijf? Welke kansen biedt digitalisering? Wat kan ik met zaken als Big Data, 3D (food)printen, industrie 4.0, bitcoin, het nieuwe track&trace?
Hoe creëer ik een nieuw verdienmodel? Wat is mijn nancieringsbehoefte? Hoe creëer ik alternatieve inkomstenstromen? Welke criteria hanteren investeerders?
Casus: een nieuwe speler met een nieuw businessmodel zorgt voor opschudding in de foodketen: wat kan u als bestaand bedrijf hier van leren?
RESULTAAT
Diepgaand begrip van uw huidige businessmodel als food-bedrijf, concreet plan voor verbetering van uw business- en verdienmodel, plan voor het benutten van digitale mogelijkheden.
18,
en
Dinsdag 25 augustus 2015
SAMENWERKING EN CONCURRENTIE
Van 13.30 tot 18.30 uur (incl. borrel)
Het oude denken in wij versus zij is uit – samenwerken is in! Ondernemers in de voedingsindustrie zoeken nieuwe verbanden en verbonden om de eigen ambities te realiseren. Tegelijkertijd wordt daarbij de basis waarop je concurreert steeds belangrijk, want met je onderscheidend vermogen trek je ook partners aan.
INHOUD
Hoe ziet mijn speelveld er uit? Wat zijn de spelers? Welke verbanden zijn er? Waar staat uw organisatie t.o.v. andere bedrijven in de keten (leveranciers-concurrenten-klanten)?
Wat is mijn onderscheidend vermogen? Hoe trek ik klanten en partners aan? Hoe communiceer ik mijn meerwaarde, niet alleen naar klant maar naar eindgebruiker (consument)?
Wat is samenwerking? Welke vormen zijn er (ook juridisch)?
Wanneer is welke vorm van samenwerking voor mij interessant? Wat zijn de voor- en nadelen en best practices?
Wat moet ik zelf doen en wat kan ik zelf doen? Kan ik bedrijfsprocessen outsourcen (bijv. administratie, verpakken, logistiek etc)?
Hoe vind ik de juiste samenwerkingspartner? Matchen mijn partner en ik qua cultuur?
Hoe verlaag ik de drempel voor samenwerking? Met wie kan ik allianties sluiten?
Casus: hoe een innovatieve gedachte van samenwerking en coöperatie in de voedingsindustrie het landschap compleet veranderd heeft en wat u hiervan kan leren.
RESULTAAT
Zicht op hoe u zich verhoudt tot andere organisaties binnen de keten, weten hoe u partners aantrekt (producenten, handel, research, etc) en wie er bij u past, verkennen mogelijke allianties met andere aanwezigen bij de masterclass.
Merkt u dat uw verdienmodel onder
druk staat? Worden uw marges steeds kleiner? Vraagt u zich af welke nieuwe businessconcepten u kunt ontwikkelen? Krijgt u concurrentie uit onverwachte hoek? Dan is de Masterclass Uw Foodbedrijf naar 2020 iets voor u!
Donderdag 27 augustus 2015
TRANSITIE EN TRANSFORMATIE
Van 13.30 tot 18.30 uur (incl. borrel)
Praten over en bedenken van verandering is één – een echte transitie doorvoeren en als organisatie transformeren is geen gemakkelijke opgave. Wij reiken u instrumenten aan om uw plannen om te zetten in actie en daadwerkelijk veranderingen door te voeren in de organisatie. Ook weet u hoe u successen kunt volgen, tijdig kan bijsturen en wanneer u uw strategie moet aanpassen.
INHOUD
Wat is de relatie tussen strategie bepalen en realiseren? Richten > Inrichten > Verrichten?
Wat is de samenhang tussen strategie en doelen, besturing en organisatie, leiderschap en gedrag?
Hoe richt ik mijn organisatie optimaal in?
Werken met een blauwdruk of organische verandering? Combineren van top-down, bottom-up en continue piloting? Betrekken van medewerkers en omgeving?
Managen van complexiteit? Versnellende veranderingen gebruiken
i.p.v. vrezen?
Welke van de trends (en onzekerheden) uit de eerste sessie gaan op mij de meeste impact hebben? Hoe zorg ik ervoor dat deze trends mijn organisatie in de juiste richting helpen veranderen en groeien?
Hoe kan ik veranderingen bestendigen in mijn bedrijf? Hoe ga ik om met medezeggenschap?
Casus: écht veranderen niet omdat het moet (te laat!) maar omdat het kan – een pleidooi voor transformatie van een succesvol foodbedrijf
RESULTAAT
Ontwikkelen tools om echte verandering door te kunnen voeren binnen uw organisatie (strategie realisatie model), sturen op gewenst gedrag, borgen van verandering, handvat voor uw eigen ‘roadmap’ naar een gezond bedrijf in de food in 2020 en verder.
PERSOONLIJK ADVIESGESPREK
In aanvulling op de gezamenlijke modules van de masterclass bieden we deelnemers de mogelijkheid voor een kosteloos, persoonlijk adviesgesprek (1,5 uur plus 1 uur voorbereiding) over een onderwerp naar keuze. Zij kunnen inschrijven op vooraf vastgestelde spreekuren bij Berenschot.
VORMEN
Second opinion op bijv. strategisch-, business- of investeringsplan. Advies over potentiële partner, internationaliseringsstrategie, beschikbare subsidieregelingen etc. Analyse (op hoofdlijnen) over interessante (nieuwe) markten Coaching ter verhoging van uw persoonlijke e ectiviteit
RESULTAAT Versterking en versnelling van de ontwikkeling daar waar u de meeste behoefte heeft, voor u persoonlijk en/of voor uw organisatie.
• Na het volgen heeft u een concept jaarplan
2016:
• U weet welke mogelijkheden uw verdienmodel biedt en waar innovatie nodig is
• Masterclasses speci ek voor de foodsector (trends en ontwikkelingen)
• Interactie met andere ondernemers uit de food: inspiratie van elkaar
• Concrete casussen, zowel van binnen als buiten de food
Vaak is er door de dagelijkse operationele drukte maar weinig tijd met een helicopterview naar uw eigen bedrijf te kijken. In een wereld waarin alles in een hoog tempo verandert, worden nieuwe eisen gesteld aan het bedrijf waar u werkt. Vanuit het productgericht denken naar denken vanuit de wens van de klant. En naar nieuwe toegevoegde waarde in de keten.
Om uw bedrijf in korte tijd voor te bereiden op de toekomst, biedt VMT in samenwerking met Berenschot vanaf dinsdag
18 augustus 2015 de Masterclass Uw Foodbedrijf naar 2020 aan.
Voor wie?
De Masterclass is op maat gemaakt voor directeuren en managers uit de foodsector. Verdeeld over vijf modules van ieder een dagdeel wordt er op inspirerende en interactieve wijze gewerkt aan de toekomst van uw onderneming.
De volledige Masterclass wordt aangeboden voor € 1895,- (exclusief btw) | VMT-abonnees € 1705,-.
Wij bieden de losse modules aan voor € 450,- (exclusief btw) per module | VMT-abonnees € 405,-.
Deelname met meerdere collega’s zal ertoe leiden dat u in uw eigen bedrijf discussies op hoger en strategisch niveau zult voeren. Elke 2e en 3e persoon van hetzelfde bedrijf ontvangt nog eens 10% korting!
Nederlandse foodbedrijven timmeren internationaal aan de weg. De meeste business halen ze uit de omringende landen, maar ook en vooral buiten Europa liggen er kansen. Foodbedrijven vertelden op de Agrifoodtop over hun ervaringen met ondernemen in het buitenland. De Rabobank had waardevolle tips voor ondernemers die de stap buiten Nederland willen wagen.
Aalt Dijkhuizen, boegbeeld van de topsector Agri & Food, sprak de sector toe tijdens de jaarlijkse Agrifoodtop. “Wereldwijd is er een enorme vraag naar voedsel vanwege de bevolkingsgroei en een toename van mensen met een hoger inkomen. De vraag naar hoogwaardige eiwitten stijgt en daar is Nederland goed in”, aldus Dijkhuizen.
De hoofdthema’s in de plannen voor de topsector zijn robuuste planteneiwitten, duurzame veehouderij, hoogstaande producten en processing en voeding en gezondheid. Dwars daar doorheen lopen thema’s zoals
informatietechnologie, internationale en duurzame handel, consument en keten en voedselveiligheid. De topsector gee internationalisatie speciale aandacht en hee gekozen voor een aantal focuslanden. Dat zijn China, Brazilië, en Rusland – na de boycot. Ook Mexico, Nigeria en Zuid-Afrika krijgen speciale aandacht. Die landen zijn uitgekozen vanwege hun groeipotentie.
Hoe het ondernemen is in het buitenland, en speci ek in Nigeria, vertelde Heineken. Het
Tempémelk Nederlandse inzending Ecotrophelia
Ecotrophelia is een Europese wedstrijd waarbij studenten Levensmiddelentechnologie een duurzaam product ontwikkelen en presenteren aan een jury. Het team van Wageningen Universiteit zal Nederland vertegenwoordigen bij de Europese studentenwedstrijd Ecotrophelia. De studenten uit Indonesië en Duitsland ontwikkelden een melkdrank op basis van tempé, gefermenteerde soja. De winnaars toonden hun productconcept: Temphtation. De studenten ontvingen de prijs uit handen van minister Kamp van Economische Zaken. Op 4 en 5 oktober vertegenwoordigen ze Nederland in de Europese competitie tijdens de World Expo in Milaan. www.ecotrophelia.eu
bedrijf hee als doelstelling minimaal 60 procent van de grondsto en lokaal te verkrijgen. Dat kan ook voor de essen en doppen zijn. Daarnaast wil het bedrijf de productiviteit en voedselzekerheid in de plaatselijke gemeenschap verhogen. Door grondsto en voor het bier lokaal te kopen, hoeven er geen invoerrechten te worden betaald en is het bedrijf minder gevoelig voor de vluchtige, wereldwijde grondsto enmarkt. Voor bier zijn de Nigeriaanse ingrediënten sorghum, suikerriet en cassave geschikt. Cassavezetmeel kan gehydrolyseerd worden tot maltosestroop. Het doel van Heineken is geïmporteerde suiker te vervangen door deze suikerstroop. Het bedrijf is daarom een samenwerking begonnen met de Nigeriaanse onderneming Psaltry International, gestart door de jonge onderneemster Yemisi Iranloye. Zij koopt de cassave van de boeren en ver-
Minister Kamp (tweede van links) ontving uit handen van Aalt Dijkhuizen (rechts) het nieuwe innovatieprogramma van de topsector Agri & Food. Dijkhuizen overhandigde ook de gezamenlijke plannen van de topsectoren Agri & Food, Chemie en Energie. Kamp complimenteerde de vertegenwoordigers van de topsectoren met deze plannen. “Goed dat jullie over de grenzen van de topsectoren heenkijken. Dit is de ultieme crossover, die een duurzame economie zal bevorderen.”
werkt de wortels in haar fabriek tot zetmeel. Heineken neemt deze grondstof af en verwerkt die tot maltosestroop. Iranloye bouwde de fabriek in de afgelegen gebieden dicht bij de boer. Ze leidt de boeren ook op om meer rendement uit hun gewassen te halen.
Leer land kennen
Jacob Brand, international agribusinessmanager F&A bij de Rabobank, hield de toehoorders voor dat ondernemen in Nederland het makkelijkst is. “Hier zijn zowel taal als sociale omgangsvormen bekend. Bovendien is het klimaat hier constant. Er zijn goede afzetkanalen en de kwaliteit van arbeid is goed. Ondernemers die mij zeggen dat ze het gezien hebben in Nederland, wijs ik graag op deze zaken.” Andere tips die hij ondernemers meegee : “Leer een land kennen in al zijn facetten –ook in de verschillende seizoenen. Wees je bewust van cultuurverschillen, ook als je dichtbij over de grens gaat naar bijvoorbeeld België of Duitsland. Zorg dat je altijd aanwezig bent en neem er actief deel aan het sociale leven.” Volgens Brand is de Nederlandse agrifoodsector succesvol vanwege de
OVO-driehoek onderzoek, voorlichting en onderwijs, de samenwerking binnen de waardeketen en de mogelijkheid voor borgstelling.
Internationale activiteiten Scelta Champignonverwerker Scelta vertelde over zijn internationale activiteiten. Het bedrijf verkoopt champignons, onder andere in ecopouches. Jan Klerken verwacht dat dit
nadruk op duurzaamheid. Door de stank van champignoncompost moest de verwerking van de producten van buiten naar binnen. “Dat vonden we in eerste instantie niet leuk, het kostte veel geld, maar uiteindelijk kregen we wel meer grip op het product.” Scelta hee een aantal jaren fabrieken in het buitenland gehad. Het bedrijf hee echter de productie teruggebracht tot Nederland vanwege de betere grip op kwaliteit.
hun grootste product gaat worden. Daarnaast hee het Snex, plantaardige snacks zonder E-nummers. Klerken hee veel aan internationale beurzen. Het bedrijf staat op alle hoofdbeurzen in de food. “Je moet een lange adem hebben”, vertelt hij. “Bij Campbell Soup zijn we dertig keer langsgegaan voor de eerste levering. In Japan hebben we vaak op beurzen gestaan, maar pas na zeven jaar hebben we voor het eerst iets verkocht.” Klerken gee aan dat Scelta Mushrooms veel hee gehad aan de
Selo, producent van proces- en verpakkingsmachines, groeide in eerste instantie mee met zijn internationale klanten. “Dat was gevaarlijk, want onze buitenlandse groei was a ankelijk van enkele grote bedrijven.” Daarom is internationalisatie onderdeel geworden van de groeistrategie en is er een scan gemaakt van de internationale markt. Belangrijk daarbij was te ontdekken welke regio’s en markten interessant waren voor het Twents bedrijf en welke machines geschikt zijn om te verkopen. Het bleek dat verpakkingsmachines in het begin veel service eisen, wat lastig is te doen van ver. “Bij processing equipment installeren we de machines, zijn we na twee tot drie weken weg en kunnen we gemakkelijk op afstand meekijken.” De keuze voor processing equipment voor dik viskeuze voedingsmiddelen – ketchup, mayonaise –was dan ook snel gemaakt. Voor de keuze van landen volgt Selo de McDonaldsindex: waar opent het snackbedrijf nieuwe vestigingen, daar is behoe e aan dik viskeuze voedingsmiddelen. Binnen Europa werkt het bedrijf met eigen kantoren en buiten Europa met partners en agenten. Selo is in 2015 gestart in India, Midden-Oosten, Balkan, Noord-Afrika. Zuid-Afrika is in ontwikkeling. De lessen die het bedrijf de afgelopen jaren hee geleerd zijn: geen buitenlandse beurs zonder lokale backup die de waarde van een visitekaartje kan bepalen en goede agenten vinden kost tijd.
‘Wees je bewust van cultuurverschillen’• DIONNE IRVING • Foto’s: Agri & Food/Bart van Overbeeke
Hoe zorg je er als bedrijf voor dat duurzaamheid een tweede natuur wordt voor alle medewerkers? Unilever zet hiervoor een game in. Heinz en Suiker Unie enthousiasmeren de medewerkers door veel over duurzaamheid te communiceren.
bewustwording, het overbrengen van informatie. De tweede stap is medewerkers te laten oefenen met het onderwerp, bijvoorbeeld door te brainstormen. “Het is belangrijk dat de training aansluit bij de talenten van de deelnemers”, zegt Breuker. “En het is krachtig om hen iets te laten voelen of ervaren, bijvoorbeeld met muziek, video of spel. Gedrag is namelijk een individuele keuze. Je moet mensen echt raken, waardoor ze besluiten hun gedrag te veranderen.”
Duurzaamheid komt alleen tot leven als medewerkers op alle niveaus meedenken. Er moet een bewustwording op gang komen die leidt tot ander gedrag. “Echte gedragsverandering is niet gemakkelijk te realiseren. Er is geen blauwdruk voor”, vertelt chief inspiration o cer Engbert Breuker van implementatiebureau Pentascope. “Ik zou veel experimenteren en continu evalueren of acties daadwerkelijk tot een beter gedrag leiden. Gaandeweg merk je welke methodes het beste werken.”
Echt raken
Volgens Breuker begint gedragsverandering bij de vraag: waarom? “Zorg dat jouw motivatie aansluit bij die van de medewerkers. Misschien vind je duurzaamheid zelf belangrijk omdat je wilt bijdragen aan een betere wereld. Een marketeer kan als motivatie hebben dat een duurzaam product onderscheidend is. Onderken die verschillen en speel daarop in.” Hij legt uit dat er twee fases zijn om een gedragsverandering tot stand te brengen. Het begint altijd met
Unilever werkt sinds drie jaar met een game om alle kantoormedewerkers te betrekken bij duurzaamheid. “We zijn als multinational voorloper in duurzaamheid, maar voor medewerkers voelde het soms als abstract en ver weg”, vertelt Anniek Mauser, directeur Duurzaamheid bij Unilever. “Met de game maken we het tastbaar en toepasbaar.” De game wordt gespeeld op vij ien locaties in Europa. Alle kantoormedewerkers krijgen een uitnodiging. Zo’n 75 procent van hen voert 80 procent van de challenges uit. “Die cijfers laten voor mij het succes zien”, zegt Mauser. “Iedereen hee een drukke baan. Toch vinden mensen het leuk en interessant genoeg om hier wekelijks tien minuten voor vrij te maken.” Ze wil de game aanpassen zodat ook productiemedewerkers in de fabrieken kunnen deelnemen. “Het lastige is dat zij onder werktijd niet online zijn. Voor hen moeten we het format aanpassen.”
De game is ontworpen door het bureau Snowballs and Flywheels. Elke zes weken
worden er zes duurzaamheidsonderwerpen belicht. Medewerkers gaan hiermee aan de slag. De game bevat drie elementen: kennis vergaren via een quiz; actie, bijvoorbeeld het uitwerken van een case; delen, het genereren van ideeën of een poll. “De game sluit goed aan op de Facebookgeneratie”, vertelt Mauser. “Medewerkers werken in teams samen. Ze kunnen punten halen en elkaar porren en pluimen. Dat maakt het aantrekkelijk. Het uiteindelijke doel is dat duurzaamheid een gewoonte wordt. Daar is een lange adem voor nodig, maar ik merk dat het werkt. Medewerkers praten meer met klanten en leveranciers over een verdere verduurzaming van de keten. Marketeers denken beter na over hoe een product onderscheidend kan zijn op basis van duurzaamheid.”
Enthousiasmeren
Suiker Unie werkt niet met dit soort games. Hr-adviseur Birgitte van Steen vertelt dat duurzaamheid onderdeel is van de bedrijfscultuur. “We werken volgens de Total Productive Maintenance (TPM)-methode. Dit betekent dat we samen met de mede-
Nederland
MVO Nederland heeft een duurzaamheidsspel ontwikkeld voor medewerkers. “Ik zou dit spel graag samen met bedrijven,verder willen ontwikkelen”, vertelt Vincent van Marle, manager Academy van MVO Nederland. “Misschien kunnen we een algemeen format ontwikkelen. Bedrijven kunnen dat vervolgens invullen met bedrijfsspecifieke gegevens. In de praktijk blijkt de financiering hiervan vaak lastig. Ik vind dat jammer, want met een game kun je in een korte tijd een grote groep medewerkers bereiken. Zo laat je medewerkers zien waar duurzaamheid echt over gaat, en leer je hen op de juiste manier mee te denken.”
werkers continu bezig zijn met procesverbeteringen. We kijken daarbij ook naar duurzaamheidsonderwerpen, zoals energiebesparing en verspilling.” Daarnaast is er een MVO-werkgroep die aandacht besteedt aan begripsvorming. In meetings discus-
kunnen bijdragen en wat het e ect hiervan is voor het grotere geheel.”
sieert de werkgroep met medewerkers over wat duurzaamheid voor hen betekent, zowel privé als zakelijk. Van Steen: “Medewerkers zijn vaak met duurzaamheid bezig zonder dat ze het zelf bese en. Daarom haalt de werkgroep goede voorbeelden uit de praktijk naar voren en communiceert ze daarover, bijvoorbeeld via posters of in het personeelsblad. Medewerkers zien dan dat hun acties e ect hebben en krijgen leuke voorbeelden van collega’s onder ogen. Zo willen we hen extra bewustmaken en enthousiasmeren.”
Suiker Unie hee voor alle nieuwe medewerkers een e-learning ontwikkeld over duurzaamheid. En het bedrijf organiseert jaarlijks vier extra communicatiemomenten over een duurzaamheidsonderwerp. Voorbeelden daarvan zijn een bandenspanningsactie en het verstrekken van energiemeters om medewerkers bewust te maken van het energieverbruik thuis. “Gedragsverandering is niet iets wat je kunt opleggen”, vertelt Van Steen. “Maar door er continu mee bezig te zijn, gaan medewerkers zien wat ze zelf
Ook Heinz vindt het belangrijk om medewerkers te betrekken bij duurzaamheid. “We hebben veel concrete duurzaamheidsprogramma’s en daar communiceren we over”, vertelt directeur Koen Jansens van Heinz Benelux. “We hebben onszelf doelen gesteld op onderwerpen zoals reductie van afval en water. De resultaten publiceren we op schermen in het bedrijf. En duurzaamheid is ingebed in onze organisatie. Bij het ontwikkelen van een nieuw product hebben we bijvoorbeeld een duurzaamheidscheck. We controleren of we echt alles hebben gedaan om het product zo duurzaam mogelijk te maken, dus zo weinig mogelijk verpakkingsmateriaal en het gebruik van duurzame ingrediënten.” Jansens ziet nog kansen voor de toekomst, vooral in de samenwerking met andere voedingsmiddelenbedrijven. “Duurzaamheid is een onderwerp dat ons allemaal bindt. Op het gebied van duurzaamheidstechnologieën werken we al veel samen met andere bedrijven. Ook op het gebied van gedragsverandering en bewustwording kunnen we veel van elkaar leren, zodat we een nog betere inspiratiebron zijn voor de medewerkers.”
‘Duurzaamheid tastbaar en toepasbaar door game’• MAAIKE TINDEMANS • M. Tindemans, freelance journalist De boom in de game van Unilever wordt mooier naarmate medewerkers meer challenges hebben voltooid.
Tijdens VMT’s Praktijkdag Microbiologie in Artis werd de vijfde editie gepresenteerd van Microbiologie van Voedingsmiddelen. In dit naslagwerk voor laboratoria worden ISO- en NEN-normen voor klassieke methoden vertaald in begrijpelijke instructies. Wens van de sector was: maak referentiemethoden sneller, eenvoudiger en begrijpelijker. Jonge commissieleden kunnen daarvoor een belangrijke stimulans geven.
voor het bemonsteren van producten en het bepalen van de microbiële besmettingen. Het aanpassen aan de laatste inzichten en resultaten gebeurt in principe iedere vijf jaar, al komen er via het CEN-mandaat uiterlijk in 2017 een groot aantal (15) updates. Deze veranderingen zijn al meegenomen in de vijfde editie van het boek Microbiologie van Voedingsmiddelen, dat op de bijeenkomst werd gepresenteerd.
Nederland hee volgens In ’t Veld altijd een voortrekkersrol vervuld in het opstellen en updaten van microbiologische normen. Dat biedt ook de beste mogelijkheid om Nederlandse opvattingen en standpunten in de eindversie op te laten nemen. Voor de normcommissies en werkgroepen wordt het echter wel steeds moeilijker deskundigen uit wetenschap, overheid en vooral het bedrijfsleven te krijgen. In ’t Veld deed dan ook een oproep aan alle betrokkenen om zich in te zetten voor dit belangrijke werk. Vervolgens gaf hij van een aantal belangrijke normen de fundamenteelste wijzigingen, zoals gebruik van andere media en discussies die speelden bij de realisatie ervan. “Validatie en veri catie worden steeds belangrijker”, was een van zijn conclusies.
Paul in ’t Veld trapte als voorzitter van de normcommissie Microbiologie de bijeenkomst over klassieke microbiologische methoden op 29 april af. Hij deed dat met
een fraai overzicht van hoe de normering nationaal (NEN), maar vooral internationaal (CEN en ISO) tot stand komt. De commissie werkt aan ongeveer 70 normen
Arnold Dijkstra, manager QESH bij CSK Food Enrichment, relativeerde deze uitspraak door op het belang van een goede monstername te wijzen. Die bepaalt voor
80 procent het verkrijgen van een realistisch beeld van de microbiologische status van een grondstof of product. Hij verwees daarbij naar onderzoek van Ida Jongenburger van Wageningen UR (zie VMT 3-4 2013).
Zij toonde aan dat de kans op detectie aanzienlijk toeneemt naarmate er meer monsters met een kleiner volume worden genomen: beter 30 monsters van 10 gram dan 1 monster van 300 g. Maar zelfs bij een optimale monstername is de kans op het vinden van een bepaalde bacterie volgens Dijkstra nog best laag. Kennis van het product en de verdeling van micro-organismen daarin is volgens hem dan ook absoluut noodzakelijk.
“Micro-organismen zijn vrijwel nooit homogeen verdeeld in het product. Dus als je dan iets vindt, moet je ook actie ondernemen. Negeren is geen optie!”
Kwaliteitscontrole
Ook de kwaliteit van voedingsbodems bepaalt in belangrijke mate de meetresultaten, zo bleek uit het betoog van Rijkelt Beumer (WUR/FIMM). Met praktische voorbeelden uit diverse methoden illustreerde hij het belang van de kwaliteitscontrole van zel ereide media.
Maar labs moeten ook de kwaliteit van kant-en-klare media regelmatig controleren met behulp van toetsstammen. Door het aantal kve’s op het toetsmedium te delen door het aantal op het referentiemedium bepaalt de laborant de productiviteitsratio.
Bij selectieve media moet de ratio 0,5 of hoger zijn, bij niet-selectieve media 0,7 of hoger. Uit onderzoeksresultaten die Beumer toonde, bleken er grote verschillen in houdbaarheid te zijn tussen de media van diverse aanbieders.
Koen de Reu (ILVO) verhaalde over zijn ervaringen als auditor voor de Raad voor Accreditatie (Nl) en Belac (B) bij controle van geaccrediteerde laboratoria. Allereerst vroeg hij aandacht voor de scholing en de bevoegdheidsverklaring van het lab-
personeel. Dit moet in de praktijk worden gecontroleerd, onder andere door de medewerker zelfstandig een geschiktheidsproef te laten uitvoeren en door te evalueren of de medewerker voldoet aan de geschiktheidscriteria. Daarbij moet rekening worden gehouden met de prestatiekenmerken van het lab.
Klachten en afwijkingen
Volgens De Reu moet een lab klachten en afwijkingen zeker niet beschouwen als lastig, maar als leerzaam. “Je kunt er meer van opsteken dan van goedlopende processen, zeker als je het gestructureerd aanpakt.”
Als voorbeeld liet hij een formulier zien voor klachtenregistratie, waarop het hele a andelingsproces stond beschreven: van aanmelden, typering en oorzaak tot verbeteracties en registratie en evaluatie van de e ectiviteit van de verbetermaatregelen. Ook Henk Tolman, directeur van Euro ns/KBBL maakte nog eens duidelijk hoe belangrijk de kwaliteit van het perso-
neel is. Personeelskosten zijn verantwoordelijk voor ongeveer de hel van de labkosten, gevolgd door materiaal (25%) en apparatuur (5%). Om concurrerend te blijven, is het volgende belangrijk: automatisering, multi exibiliteit, scherp inkopen en sturen op e ciency – het e ect van korte looplijnen wordt enorm onderschat. En robotisering – denk aan de pipetteererobot van Inolab en de TAPR, het automatisch kolonietelapparaat voor de Petri lmplaatjes dat direct verbonden is met LIMS, aldus Tolman. Uiteraard hoort daar het werken met alternatieve, vaak snellere methoden bij, terwijl de teamsamenstelling gedurende de dag wisselt. Andere tips die de directeur gaf: “Zorg voor inzichtelijke rapportages en eenduidige de nities, bijvoorbeeld van doorlooptijd. Ga continu na of je nog altijd hetzelfde doet met dezelfde middelen in dezelfde tijd. En ga meer als ketenpartner werken.”
Klassiek versus alternatief
Dagvoorzitter Mieke Uyttendaele van UGent had voor het debat over de toekomst van klassieke methoden enkele prik-
‘Grote verschillen in houdbaarheid bij media’
kelende stellingen geformuleerd voor sprekers en zaal. Tegenstanders benadrukten de lange doorlooptijd van de herzieningen van klassieke methoden. “Er zit toch een grote paragraaf politiek in en de Verenigde Staten stelt zich vaak afzijdig op”, was een van de opmerkingen. Paul in ’t Veld drong erop aan om meer te focussen op zaken die niet goed gaan en die te verbeteren. “We leggen de besluiten te weinig uit, waardoor ze niet altijd goed worden begrepen.” Wat betre de VS bespeurt In ’t Veld sinds twee, drie jaar juist een actieve deelname, ook al omdat de Food & Drug Administration (FDA) eveneens een normcommissie hee samengesteld. “Zij zijn als nooit tevoren betrokken bij het opstellen van de normen.” Met de stelling dat ISO-methoden conservatief, minder exibel en traag zijn, leek een kleine meerderheid van de zaal het eens. “En dat terwijl de ontwikkelingen steeds sneller gaan”, aldus Tolman (KBBL). Beumer (WUR) gaf als deelse verklaring dat er weinig jonge mensen in de normcommissies zitten. Uitzonderingen op de trage voortgang zijn er zeker, zoals het meten van cultures met een owcytometer en de bepaling van E. sakazakii. De betrokkenen moeten het werk echter veelal in eigen tijd verrichten. Iedereen hee het druk en moet vaak veel reizen, waardoor de vergaderfrequentie beperkt blij tot twee of drie keer per jaar. Tegelijkertijd zijn daardoor werk en normcommissie goed te combineren. In ’t Veld herhaalde zijn oproep om het bedrijfsleven actief in de commissies te laten participeren. “Dan kun je echt invloed uitoefenen op de inhoud van de norm en de voortgang van het proces.”
Slechts weinig mensen in de zaal waren het eens met de stelling dat ISO-methoden eenvoudig zijn en dat elk lab of elke laborant deze zonder problemen gebruikt. Voor een deel werd dit verklaard doordat er te weinig aandacht is voor ISO-methoden in labopleidingen op mbo-niveau. Ook zijn goede mbo’ers sowieso moeilijk te krijgen en zijn
er nog te weinig hbo-geschoolde analisten op de labs aanwezig. Ook kan niet iedereen goed overweg met de technische, Engelse terminologie. “We moeten ISO-normen altijd vertalen naar de werkinstructies. Daarom zijn we ook zo blij met het nieuwe boek, waarin de methoden op een heldere, begrijpelijke manier uiteen worden gezet”,
aldus diverse deelnemers. Een mooi compliment voor de redactie en een mooie opmaat naar het slot van de bijeenkomst: de presentatie van de nieuwe editie, die maar liefst zeven jaar op zich hee laten wachten.
nella. Verder zijn belangrijke veranderingen doorgevoerd bij antibioticaresistente stammen en het noro- en hepatitis A-virus. Daarnaast is het hoofdstuk over voedselvergiftigingen en -infecties uitgebreid en is het deel ‘Onderzoek van de productieomgeving’ uitgebreid met de primaire productiefase. Het deel over de alternatieve methoden is uit het boek verdwenen. Daarvoor heeft VMT in 2012 een aparte uitgave uitgebracht: Snelle Methoden
Aanrader
Roelina Dijk, vanaf het eerste uur in 1997 hoofdauteur van het methodenboek, zette de belangrijkste veranderingen op een rij van de vijfde editie van Microbiologie van Voedingsmiddelen. Zo zijn de microbiologische criteria voor producten aangepast. Uiteraard zijn alle normen die sinds 2007 zijn verschenen in dit naslagwerk verwerkt. Van normen die nog niet definitief zijn, is de laatst mogelijke versie opgenomen. Vaak verandert in zo’n FDIS-norm (final draft) nog nauwelijks iets. Bij normen die nog niet zo ver zijn, verwijst de redactie naar de te verwachten ontwikkelingen die nog moeten worden doorgevoerd. Drie methoden zijn nieuw: Alicyclobacillus, STEC en de miniatuurbepaling van Salmo-
Han Joosten, hoogleraar Microbiële voedselveiligheid, ontving het eerste exemplaar uit handen van hoofdauteur Roelina Dijk. Hij feliciteerde redactie, uitgever en branche met dit naslagwerk. “Een echte aanrader, ook al omdat het een heldere vertaalslag maakt van de voor velen nog enigszins onbekende wereld van ISO. Een klein land als Nederland mag daar best trots op zijn, ook al omdat het Nederlands is geschreven.” Veel deelnemers haalden even later hun exemplaar op bij de ontvangstbalie. Zij die dat wilden, konden daarna nog gratis de nieuwe tentoonstelling Micropia in Artis bezichtigen. Op zeer aanschouwelijke en begrijpelijke manier wordt de consument een leuke combinatie van basiskennis en leuke weetjes bijgebracht.
Microbiologie van Voedingsmiddelen telt 688 pagina’s. Het naslagwerk is te bestellen via VMT of de boekhandel, ISBN 978-90-8572-056-0.
CEIA is wereldmarkleider op het gebied van metaaldetectie. Al ruim 50 jaar produceert CEIA uiterst betrouwbare detectiesystemen. Om borging van uw metaaldetectie systeem te garanderen heeft CEIA systemen ontwikkeld die veel verder gaan dan de normen van de BRC 7 en HACCP.
RSPO moet meer vaart maken met verduurzaming van palmolie en daarop meer impact hebben. Dat was vorig jaar de boodschap op de Europese conferentie voor duurzame palmolie in Londen. Een jaar later, tijdens de Europese RSPO-conferentie in Amsterdam, verstomde de kritiek. Dat is vooral te danken aan RSPO zelf.
“We zijn geen vrijblijvend clubje meer.”
Een astronaut beziet de wereld anders dan iemand die met beide benen op de grond staat. Letterlijk. André Kuipers had wellicht al gehoord dat er bos verdwijnt ten gunste van de palmolieproductie en dat de wereldbevolking iedere dag toeneemt met gemiddeld 200.000 mensen, maar pas vanuit zijn ruimteschip zag hij dit werkelijk gebeuren. In Amsterdam wisselde hij leuke feitjes en wetenswaardigheden af met boodschappen met een serieuzer ondertoon. De ambassadeur van het Wereld Natuur Fonds bracht ze met een kwinkslag, dat wel. “Dit is niet zo’n goede plaats om vandaag aanwezig te zijn”, zegt hij, wijzend op een rode vlek op het scherm. Onder deze laag vervuiling ligt Nederland. “Misschien de RSPO-conferentie toch op een andere plaats houden?”
Palmolie
Dan komt Kuipers tot de kern: palmolie. Via een satelliet is een groot aantal oranje lichtjes te zien, die de menselijke activiteit weergeven. “De mens groeit als de pest, maar de planeet niet.” De zaal wordt stil als Kuipers, die in 2004 en 2011 in de ruimte verbleef, satellietfoto’s toont van het Maleisische deel van Borneo. Daar verdwijnt steeds meer bos om er palmolie te verbou-
wen. Hij pleit ervoor bos beter te beschermen en de consument te laten zien dat veel natuur verdwijnt door niet-duurzame palmolie. “Dit is alles wat we hebben. Wees er voorzichtig mee.”
Er waait een frisse wind door de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO).
De multistakeholderorganisatie is niet bang zich kwetsbaar op te stellen. Aan de spelers in de palmolieketen wil ze meegeven dat de weg naar duurzame palmolie een lange is met veel hobbels. Na de kritische bejegening tijdens het Europese palmoliecongres in Londen, stak RSPO eerst de hand in eigen boezem. Voorzitter Biswaranjan Sen maakte meteen duidelijk: “Tijden veranderen. Als RSPO niet verandert, blijven we achter de feiten aanlopen.” Er waait een nieuwe wind door de in Maleisië zetelende organisatie. “RSPO is geen vrijblijvend clubje. Wie niet aan de principes en criteria voldoet, kan maatregelen tegemoet zien.” Een aantal bedrijven is geschorst. “Er waren overtredingen bij kweekbedrijven, waarop we actie hebben ondernomen.” Daarnaast hee RSPO het systeem van klachtena andeling verbeterd. Dat is niet langer alleen een interne aangelegenheid, maar ook een externe. In het klachtenpanel zitten tegenwoordig mensen van buiten RSPO.
Vorig jaar werd het Impact Report 2014 gepubliceerd, over de impact van de ketenorganisatie op de verduurzaming van palmolie. Tussen 2008 en juni 2014 ging de productiecapaciteit van duurzame palmolie achttien keer over de kop. In 2008 bedroeg de productie nog 619.012 ton en in 2014 maar liefst 11.125.902 ton. Een ander belangrijk resultaat is dat de fysieke verkopen van duurzame palmolie in de eerste twee kwartalen van 2014 met 65 procent toenamen, vergeleken met dezelfde periode in
2013. Voor het eerst groeien de verkopen sneller dan het aanbod, dat in het eerste hal aar van 2014 met ‘slechts’ 29 procent steeg. Ook de kleine boeren vergeet RSPO niet. Dankzij 1,5 miljoen doller uit het Smallholder Support Fund kregen 3.307 boeren uit Indonesië, ailand en Maleisië vorig jaar een RSPO-certi cering.
Laveren tussen belangen
RSPO kreeg een aantal aanmoedigende reacties op haar duurzaamheidsinspanningen. “Palmolie hee meer gedaan dan iedere andere branche”, jubelt Perpetua George van palmolieverwerker Wilmar International. Andrea Bolhuis, duurzaamheidsmanager van Ahold is eveneens te spreken over de prestaties. “We zijn enthousiast over RSPO. We hebben de certi catie echt nodig. We werken met zoveel leveranciers.” Dat het laveren blij tussen soms uiteenlopende belangen, toont de reactie van Tiur Rumondang van de Indonesische Kamer van Koophandel: “We moeten iets doen aan verduurzaming, maar we moeten ook 240 miljoen monden voeden.”
In een achtera amertje van het Park Plaza Hotel bij Schiphol gee Jan van Driel, het
Nederlandse hoofd Certi catie van RSPO, graag uitleg over de nieuwe koers van de organisatie. Het afgelopen jaar was RSPO aan inke kritiek onderhevig, onder andere van ngo’s. Critici vonden dat de touwtjes wel steviger aangetrokken konden worden. Het RSPO-bestuur vond dit eveneens nodig, zeker met een nog steeds groeiend aantal leden (nu 2.200, red) die ieder jaar een voortgangsreportage moeten opsturen over verduurzaming van palmolie. “Een aantal leden hebben dat de afgelopen jaren
gangsrapportage inleveren. De meeste van de tientallen schorsingen zijn daarom inmiddels opgeheven.
RSPO werkt al enige tijd aan een nieuw systeem van principes en criteria dat verdergaat dan de reguliere eisen voor duurzame palmolie. De werktitel luidt RSPO+. “Dit is een vrijwillige certi cering, bovenop de reguliere certi cering die overigens blij bestaan.” De eisen worden fors verscherpt en er gelden geen uitzonderingen meer. Geen ontbossing betekent geen ontbossing. “In de huidige criteria zijn er nog openingen waardoor er toch ontbost kan worden”, legt Van Driel uit.
Veel grote bedrijven die al verdergaan dan de RSPO-criteria, kunnen in de toekomst wellicht kiezen voor het plussysteem. Hoe RSPO+ er precies uit zal zien, komt ter sprake tijdens de algemene ledenvergadering in november in Maleisië.
Drie RSPO-standaarden
niet gedaan en zijn daarom geschorst. Bij het ondertekenen van onze Code of Conduct weten ze wat er van hen wordt verwacht.” Voorheen handhaafde RSPO eigenlijk nooit. Omdat bedrijven de regels echter niet naleefden, voelde de organisatie zich gedwongen strenger op te treden. Geschorste bedrijven mogen geen RSPOgecerti ceerde palmolie meer verhandelen. Dat doet pijn in de portemonnee. Vandaar dat de meeste geschorste bedrijven eieren voor hun geld kiezen en alsnog hun voort-
Directeur duurzaamheid Mike Barry van Marks & Spencer pleitte voor het opzetten van drie RSPO-standaarden: goud, zilver en brons. “Goud is RSPO+. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Daarom moet er een zilveren standaard zijn: RSPO regulier”, zegt hij. Omdat smallholders vaak niet aan het laatste kunnen voldoen, is ook een bronzen standaard noodzakelijk. “We moeten in ieders behoe en voorzien.” Een grotere rol van overheden is absoluut noodzakelijk, meent de Brit. “RSPO moet slagen in haar duurzaamheidsdoelstellingen. We willen niet nog meer standaarden.”
Gaat RSPO daarin slagen? Greenpeaceforestcampaigner Annisa Rahmawati gaf een 7 toen haar werd gevraagd naar het potentieel van RSPO om de doelstellingen te halen. Dat gee hoop, want de milieuorganisatie behoort tot de meest kritische volgers van de multistakeholderorganisatie.
‘Voorheen handhaafde RSPO eigenlijk nooit’
Niet wanneer, maar hoe?
De vraag is nu niet meer of u overstapt op duurzaam geproduceerde palmolie maar hoe. Deze middagbijeenkomst biedt u alle handvatten om snel de overstap te maken. U gaat naar huis met een Plan van Aanpak voor uw bedrijf. Al bezig met of overgestapt op duurzame palmolie? Hoor dan de laatste ontwikkelingen op dit gebied en hoe deze grondstofstroom te beheren en certificeren alsook het optimaal te gebruiken binnen uw MVO-positionering. MVO - de ketenorganisatie en VMT organiseren deze middagbijeenkomst in samenwerking met de Task Force Duurzame Palmolie.
13.00 uur Ontvangst
13.30 uur Opening door de dagvoorzitter
Frans Claassen, directeur MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten
URGENTIE
13.40 uur Waarom duurzame palmolie?
Het Wereld Natuur Fonds vertelt u het verhaal van duurzame palmolie in het veld. Waarom is de verduurzaming van de palmolie-industrie zo belangrijk en wat is uw rol en verantwoordelijkheid als bedrijf in Nederland hierin?
Als mede-oprichter van de Ronde Tafel Duurzame Palmolie (RSPO) zal het Wereld Natuur Fonds daarnaast ingaan op de huidige uitdagingen voor duurzame palmolie en hoe maatschappelijke organisaties in samenwerking met het bedrijfsleven hier aan kunnen werken.
Sandra Mulder, Senior Advisor Market Change – Palm Oil & Soy, Wereld Natuur Fonds14.00 uur Duurzame palmolie in het schap Aangesloten bij de Task Force Duurzame Palmolie staat ook de retail voor 100% duurzame palmolie eind 2015. Welke type duurzame palmolie wordt vereist of mogelijk is, kan echter verschillen per product. Het CBL geeft nadere uitleg hoe de retail vorm geeft aan haar commitment en wat leveranciers aan de retail hiervan kunnen verwachten.
Liselotte Hamelink, manager Duurzaamheid Centraal Bureau Levensmiddelenhandel.
14.15 uur 100% duurzame palmolie in 2015
‘In 2015 is alle voor de Nederlandse markt verwerkte palmolie duurzaam’. Dat is de ambitie waaraan de Task Force Duurzame Palmolie zich in 2010 committeerde. Een toelichting op de resultaten over 2014, de laatste ontwikkelingen en de nieuwe uitdagingen die dit met zich meebrengt voor de bedrijven in de palmolieketen.
Eddy Esselink, Voorzitter Task Force Duurzame Palmolie
14.30 uur Duurzame palmolie voor Europa
De ambitie voor 100% duurzame palmolie moet zich niet tot Nederland beperken want ons land alleen is te klein om daadwerkelijk veranderingen in de palmolieketen te bewerkstelligen. Dit jaar is dan ook European Sustainable Palm Oil (ESPO) gelanceerd door het Initiatief Duurzame Handel (IDH) in samenwerking met MVO – de ketenorganisatie voor oliën en vetten. IDH praat u bij over de laatste Europese ontwikkelingen en wat deze betekenen voor bedrijven in Nederland.
Daan van der Wekken, Senior Manager Retail & Trade, Initiatief Duurzame Handel.
HOE STAP IK OVER OP DUURZAME PALMOLIE?
15.10 uur RSPO certificering
Wat moet ik doen om succesvol over te stappen naar duurzame palmolie? Aan bod komen handelsmodellen, het lidmaatschap RSPO, praktische informatie rondom certificering en certificering voor kleinere gebruikers én wat u met uw RSPO gecertificeerde producten kunt doen in bijvoorbeeld uw corporate of product communicatie.
Inke van der Sluijs, Technical Manager Europe, Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO)
15.40 uur Ervaringen met de overstap naar duurzame palmolie: wat levert het op, tips en valkuilen
De technische informatie hoe over te stappen naar duurzame palmolie is één, maar hoe brengt een bedrijf dit in de praktijk en wat kan het er vervolgens mee? Sonneveld Group, ontwikkelaar en producent van bakkerijgrondstoffen in Papendrecht, vertelt u waarom zij zijn overgestapt naar duurzame palmolie.
Maarten Boonstra, Manager QA & Care / Jorrit de Bruin, Product Group Manager, Sonneveld Group
16.10 uur PARALLELPROGRAMMA MET KEUZE UIT:
1. Workshop
In deze workshop start u met uw eigen plan van aanpak voor de overgang naar duurzame palmolie. Een deskundige coach neemt u mee door het stappenplan dat u direct vertaalt naar de eigen situatie binnen uw bedrijf.
2. Ronde Tafels
Discussieer aan de ronde tafels over vragen en onderwerpen als: de standaarden en positie van RSPO, de maatschappelijke druk en noodzaak om over te gaan naar duurzame palmolie, gaat de overgang snel genoeg en levert dit werkelijk een bijdrage aan het verhelpen van een wereldprobleem?
3. Speeddates
Ontmoet experts en stel 1-op-1 uw eigen specifieke vragen over duurzame palmolie.
16.55 uur Afsluiting met een drankje en een hapje
€100,Korting voor abonnees en leden
Meat Expo is een beurs van bijna 30.000m2 voor de slagerij-, traiteur- en vleessector. Op een toegankelijke en gezellige manier komen bezoekers tijdens
Meat Expo alles te weten over leveranciers en nieuwe partners, nieuwe producten, nieuwe technieken en nieuwe trends. Het is een vierdaags evenement met dynamiek, interactie en inspiratie. Meat Expo vindt gelijktijdig plaats met Broodway. Bezoekers kunnen over de grenzen heenkijken naar de ontwikkelingen in de bakkerijsector.
Datum: 27-30 september, Locatie: Kortrijk Xpo
.www.meatexpo.be
Industrie 4.0, Internet of ings. Abstracte termen die in de gemiddelde fabriek waarschijnlijk niet aan de orde komen. Maar het is geen verrassing dat de communicatie tussen machines, de gegevensverwerking en de aansturing in de fabriek steeds meer digitaal plaatsvinden. De jaarlijkse VMTPAVO-bijeenkomst staat in het teken van Industrie 4.0: wat betekent het voor uw fabriek en uw werknemers? Trendwatcher Adjiedj Bakas gee inzicht in de consumentenbehoe e. Datum: 29 september, Locatie: centraal in het land
De vernieuwde deeltijdopleiding Levensmiddelentechnologie van LSBL hee meer aandacht voor praktijk. De 17-daagse opleiding zorgt volgens de organisatie voor meer verdieping en uitbreiding van praktische kennis en beter inzicht in de processen van de levensmiddelentechnologie. De opleiding is voor degenen die in de voedingsindustrie werken of willen werken. Aan bod komen onderwerpen als conserveringstechnieken van hittebehandeling tot gasverpakken; microbiologie inclusief voedselvergi igingen en hygiëne; zorgsystemen en voedselveiligheid. De trainer hee uitgebreide ervaring ervaring in de voedingsindustrie. Dat levert voorbeelden op van producten en processen en interessante discussies over actuele onderwerpen.
Datum: 4 september - 29 januari, Locatie: Ede
23-27 aug Summer Course: Novel Developments in Food Allergy, Wageningen
1 sep1 jul 2017
Bedrijfsopleiding Voedingsmiddelentechnologie, ‘s-Hertogenbosch
1 sep - 1 dec Cursus Basis Microbiologie, ‘s-Hertogenbosch
1 sep1 mrt 2016
Cursus Productkunde, ‘s-Hertogenbosch
1-sep Van Kiem tot Kracht, Utrecht
3 sep28 jan 2016
3 sep28 jan 2016
3 sep28 jan 2016
Vakgerichte hbo-cursus Vleestechnologie, ‘s-Hertogenbosch
Vakgerichte hbo-cursus Zuiveltechnologie, ‘s-Hertogenbosch
Vakgerichte hbo-cursus Bakkerijtechnologie, ‘s-Hertogenbosch
3-sep Introductiecursus Voedingsmiddelenindustrie, Bunnik
3-sep Congres Duurzame palmolie, Maarssen
4 sep29 jan 2016
Opleiding levensmiddelentechnologie, Ede
10-sep Principes en achtergronden HACCP, Bunnik
11-sep BRC Food versie 7, wijzigingen nieuwe norm, Doorn
11-sep BRC Food in de praktijk, Doorn
15-sep Chemische Contaminanten, Bunnik
17-sep 8th Protein Summit, Rotterdam
advertentie
Voedingsmiddelen, Management en Technologie is hét mediaplatform voor de voedings-, genotmiddelen- en drankenindustrie in Nederland en België. VMT is opgenomen in Food Science and Technology Abstracts (FSTA) en is een voortzetting van Conserva en Voeding + Techniek, waarin opgenomen het internationaal tijdschrift voor Brouwerij & Mouterij. VMT verschijnt 16x per jaar.
MYbusinessmedia
Essebaan 63 c
2908 LJ Capelle a/d IJssel
Postbus 8632
3009 AP Rotterdam
T 010 2894078
F 010 2894076
E redactie.vmt@mybusinessmedia.nl
I www.vmt.nl
Uitgever
Suzanne Wanders
T 010 2894017
E s.wanders@mybusinessmedia.nl
Hoofdredactie
Carina Grijspaardt-Vink
T 010 2894065
E c.grijspaardt@mybusinessmedia.nl
Eindredactie
Margo Verbiest
T 010 2894022
E m.verbiest@mybusinessmedia.nl
Redactie
Hans Damman
T 010 2894070
E h.damman@mybusinessmedia.nl
Dionne Irving T 010 2894071
E d.irving@mybusinessmedia.nl
Maurice de Jong
T 010 2894041
E m.jong@mybusinessmedia.nl
Nathan Strik (webredactie)
T 0570 504380
E n.strik@mybusinessmedia.nl
Denise Doornebosch (stagiaire)
Redactie-adviesraad
Dr. ir. R.W. van den Berg; prof. dr. ir. M.A.J.S. van Boekel; prof. dr. ir. M. Uyttendaele; F. Egberts, dr. ir. C.D. de Gooijer; M. Janssen; dr. P.M. Klapwijk; prof. dr. ir. A. Van Landschoot; ir. F. Lanting; ir. J. Maagd; dr. ir. K. Oosterhaven; ir. J. van de Put; drs. J. Stark (voorzitter); dr. W. Visser; Ir. E.J.C. Paardekooper (erelid)
Met medewerking van TNO, NIZO food research, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht.
Advertentie
Monique van Neutegem
T +31 6 50449402
E m.neutegem@mybusinessmedia.nl
Anneloes Veerman
T +31 6 12707014
E a.veerman@mybusinessmedia.nl
Marketing
Judith Verbeek
T +31 10 2894039
E j.verbeek@mybusinessmedia.nl
Vormgeving
Colorscan, Den Haag – Alphen aan den Rijn – Doetinchem – Deventer www.colorscan.nl
Druk
Drukkerij Roelofs, Enschede
Abonnementen
Voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen
kunt u: Bellen met +31 10 2894008; Mailen naar klantenservice@vmt.nl; Schrijven naar MYbusinessmedia bv, VMT, Postbus 8632, 3009 AP Rotterdam.
Jaarabonnement VMT Optimaal
Nederland € 299,40.
Jaarabonnement VMT Magazine
Nederland € 227,40.
Jaarabonnement VMT Online
Consultant Food Recruitment DUPP - Food Recruitment / DUPP - Food Recruitment Wageningen
Operationeel manager TOP
Interim Process Engineer
Nutricia Advanced Medical Nutrition Zoetermeer
Manager Productie
Délifrance Nederland / DUPP - Food Recruitment Ridderkerk
Manager Productie Redap Den Bosch
Nederland € 203,40.
Studentenabonnement € 90,96
Proefabonnement (3 edities) € 29,-
Prijzen zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten. Beeindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.
ISSN 0042-7934
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm.
Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.
www.vmt.nl
Locatiemanager
Daelmans Banket Oss
Front Line Manager
Duyvis Zaandam Zaandam
Manager Kwaliteit King Cuisine / DUPP - Food Recruitment Tilburg
Kwaliteitsmedewerker Vezet Warmenhuizen
Teamleider Productie Saturn Petcare / DUPP - Food Recruitment Hattem
Werken bij de Rijksoverheid betekent een bijdrage leveren aan een beter Nederland. Bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit werk je aan de naleving van nationale en internationale wetten en regels op het gebied van eten, drinken en consumentenproducten. Zo zorg je dat consumenten en bedrijven in Nederland erop kunnen vertrouwen dat voedsel en andere producten veilig zijn.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in Utrecht zoekt specialisten voor toezicht op industriële bedrijven en voedselveiligheid. Als ontwikkelaar van het toezicht gaat je werk verder dan alleen het signaleren van problemen. Je denkt ook na over knelpunten in wet- en regelgeving en over de strategie en de inrichting van het toezicht. Zo draag je bij aan vernieuwing en kennisdeling binnen de organisatie. Bij de NVWA werk je in een spanningsveld van verschillende verwachtingen van burgers, bedrijven, instellingen, bestuur en politiek. Ben je onafhankelijk, standvastig en slagvaardig? Heb je kennis van wet- en regelgeving? En kun je complexe projecten succesvol aansturen? Dan zijn wij op zoek naar jou. Solliciteer op een van deze functies.
Opleiding en salarisindicatie
Je hebt bij voorkeur een afgeronde academische opleiding levensmiddelentechnologie. Je hebt relevante werkervaring. Ook heb je affiniteit met het handhaven van wet- en regelgeving. Je maximale salaris is € 5.553,- bij 36 uur per week.
Je bent verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing van het toezicht op de industriële levensmiddelenproductie, in het bijzonder op zuivel en eieren. Dit betekent dat je op de hoogte bent van recente ontwikkelingen en trends op het eigen toezichtgebied en in de samenleving. En daarmee realiseer je effectief integraal toezichtarrangement en lever je specialistische adviezen. Info www.werkenvoornederland.nl/EZ150162
Opleiding en salarisindicatie
Je hebt een afgeronde academische opleiding op het gebied van levensmiddelenmicrobiologie. Ook heb je ruime kennis van relevante wet- en regelgeving en ervaring met toezicht of auditing. Je maximale salaris is € 5.553,- bij 36 uur per week.
Als toezichtontwikkelaar leg je verbanden tussen beleid, wetenschap en praktijk daar waar het gaat om voedselveiligheid. Je denkt na over knelpunten in wet- en regelgeving en je kunt (beleids-)ontwikkelingen vertalen naar het eigen toezichtgebied, de zuivelindustrie. Verder zorg je voor innovaties zodat een nieuwe inrichting van het toezicht tot stand kan komen daar waar nodig.
Info www.werkenvoornederland.nl/EZ140084
jij richting aan een slagvaardig toezicht bij de NVWA?
Voor alle ISO-normen gaat de structuur flink op de schop. Eén gemeenschappelijke structuur voor het eenvoudig integreren van verschillende managementsystemen, dat is het idee. Wat is nieuw en wat gaat dit voor uw organisatie betekenen?
Pak nu uw kans met onze praktische tips & trucs tijdens onze workshops en trainingen om de nieuwe elementen in te voeren in uw managementsysteem.
September 2015 lijkt nog ver weg, maar begin op tijd met de voorbereidingen om een naadloze overgang zeker te stellen:
- het plannen van specifieke trainingen op het gebied van Annex SL/High Level Structure
- gap-analyse en workshops specifiek op de voor u van toepassing zijnde norm: transitietraining ISO 9001:2015 en de workshops ISO 9001:2015 & ISO 14001:2015.
Voor een uitgebreider uiteenzetting van wat er staat te gebeuren bezoek: www.lrqa.nl/herziening_iso_normen
Om een goed beeld te krijgen van de impact van de nieuwe ISO 14001/9001 norm (2014/2015) op uw managementsysteem, kunnen wij een gap-analyse uitvoeren.
Een gap-analyse helpt u inzicht te krijgen in de status van uw managementsysteem: in hoeverre voldoet het systeem al aan de eisen van de betreffende norm? Aan het einde van de gap-analyse wordt er een rapportage en een eerste opzet voor een plan van aanpak opgeleverd. Elke gap-analyse is maatwerk en uitvoerbaar vanaf € 1100,- (excl. BTW).
LRQA, uw partner voor certificatie en trainingen.
• Annex SL
• High Level Structure
• Structuur ISO 9001
• Wat is nieuw?
• Wat moet, wat mag?
• Naadloze transitie
• Gap-analyse
• Coaching voor integratie managementsystemen
Transitietraining ISO 9001:2015 (gebaseerd op de ISO/DIS 9001:2014)
1-daags / € 495
incl. locatiekosten, lunch, hand out & orginele versie van de ISO/DIS 9001:2014
Regio Zuid 8 september 2015
Regio West 27 oktober 2015
Regio Midden 17 november 2015
Workshop ISO 9001:2015
1/2-daags / € 150
incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 9001:2014
Regio Midden 15 september 2015
Enschede 30 september 2015
Regio West 27 oktober 2015
Workshop ISO/DIS 14001:2015
1/2-daags / € 150
incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 14001:2014
Regio Midden 23 september 2015
Regio West 17 november 2015
T +31 (0)10 201 8445 training@lrqa.nl • www.lrqa.nl