PThUnie - Bevrijding | April 2023

Page 1

Jaargang 17

Nummer 1

April 2023

Magazine van en voor iedereen die zich met de PThU verbonden voelt.

Thema: Bevrijding

pag 4

pag 15

pag 2

Vrijheid: hoe is het mogelijk?

Hans Alma en Markus Matthias in gesprek.

Verantwoordelijkheid verkend

Onderzoek ‘Kerk en slavernij’ van start.

‘Ik ben oprecht amateur’

Corja Bekius’ late roeping als schilder.

Protestantse Theologische Universiteit

Inspiring wisdom

Het er samen op wagen

Het thema van dit nummer van PThUnie is bevrijding. Heel passend natuurlijk in deze tijd van het jaar, rond 4 en 5 mei. We herdenken wie hun leven gaven voor de vrijheid. We zijn onze bevrijders dankbaar en bezingen de vrijheid, zoals dat onder meer luidkeels gebeurt op muziekfestivals of met grote woorden in politieke reclamecampagnes. Maar over welke vrijheid hebben we het dan eigenlijk? En waarvan moeten we worden bevrijd? En hoe? En waartoe? Dat zijn vragen die juist ook in de theologie opspelen. Vrijheid en bevrijding zijn immers in de godsdienst centrale begrippen.

Het is, zoals u op zal vallen bij de lezing van de volgende artikelen, maar net vanuit welk perspectief je naar vrijheid kijkt. Hoe is dat bijvoorbeeld wanneer je in de gevangenis zit of daar werkt? Justitiepastor Judith Bouma vertelt er over. Het grote slavernijproject van de PThU en een aantal partners levert weer een heel andere kijk op vrijheid op. Rose Mary Allen, hoogleraar aan de University of Curaҫao en partner in het project, helpt ons om achter de grote, vaak generaliserende theorieën te kijken die er achter slavernij schuil kunnen gaan en hoe slavernij kan

doorwerken bij de nazaten van tot slaaf gemaakten. Of neem nu het fascinerende verhaal over de Surinaamse zendeling Johannes King en hoe hij mensen waarschuwt om na hun vrijlating geen misbruik te maken van hun nieuw verworven vrijheid.

Wat opvalt is dat in dit nummer vaak sprake is van ‘samen’. Volgens Martijn Stoutjesdijk, onderzoeker binnen het slavernijproject, gaat het ‘om de vraag hoe we samen tot een heilzame verwerking van dit slavernijverleden kunnen komen’. Dat ‘samen’ komt ook weer terug in het debatinterview tussen Hans Alma en Markus Matthias over vrijheid. De van oorsprong lutherse en nu humanistische psycholoog en de lutherse theoloog stimuleren elkaar in een pittig gesprek tot heel persoonlijke en diepgaande overpeinzingen over de vraag hoe een mens vrij wordt. Zij komen daarbij tot de conclusie dat ware vrijheid vooral iets is dat ‘samen’ beleefd wordt. Hetzelfde woord valt in de column van Eward Postma over de bevrijding van Europa. Hij ziet het gebeuren in de ontmoeting van reizigers uit verschillende hoeken van ons werelddeel die het er samen op wagen.

Zo ontstaat er in dit nummer van PThUnie een veelkleurig palet met – zoals van ons verwacht mag worden – Bijbelse grondtonen maar ook met een kleurige bijdrage van Corja Bekius. We danken de fraaie afbeelding 'Verlangen naar licht' op de voorkan aan haar en zij vertelt hoe zij de vrijheid van het emeritaat invult als kunstenaar. Mooi om te zien en te lezen.

2 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023

inhoud

pag 04 pag 11 pag 17 pag 08 pag 09 pag 14 pag 20 pag 27 pag 32 pag ??

‘We kunnen het niet zelf’

Hoe word je vrij? Een discussie tussen een humanistische psycholoog en een lutherse theoloog.

Vrij van alles wat kapot maakt

‘Bevrijding in de Bijbel is nooit alleen iets spiritueels’, betoogt oudtestamenticus Paul Sanders.

De plantage-eigenaar als God

Rose Mary Allen over de mondeling doorgegeven verhalen over kerk en slavernij op Curaçao.

En verder:

Nieuws

Het Vocaal Theologen Ensemble bestaat vijftien jaar.

Column

Eward Postma mediteert op het vertrek van de FlixBus

De grote vraag

Wat betekent vrijheid voor jou?

Overdenking

Kun je vrij zijn achter slot en grendel?

Promoties & publicaties

Met ditmaal o.a. de promotie van Suzan Sierksma.

Agenda

Met studiedagen en PAO-cursussen.

PThUnie is een magazine van en voor iedereen die zich met de PThU verbonden voelt.

Redactie Theo Boer, Esther van Beem (adviseur), Caspar Dullemond (eindredacteur), Henk de Roest, Klaas Spronk (hoofdredacteur), Trudy Struijs. Redactieadres Postbus 7161, 1007 MC, Amsterdam, communicatie@pthu.nl. Vormgeving en realisatie PThU.

Fotografie Mike van Bemmelen, Caspar Dullemond, I.M. van Tuinen, Ton van Kattenbroek, Judith Arendsen-Fokker, Marco Bijdevaate, Rozina Schouten (foto judith Bouma), Leonard Walpot, Wouter Muskee. ISSN-nummer 1876-9233

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 3
Protestantse Theologische Universiteit

Samenverder komen dat is vrijheid

Markus Matthias: ‘Wat vrijheid voor mij betekent? Individuele vrijheid is een hersenschim. In ieder geval kun je die niet waarmaken. En wat zou die vrijheid nu precies behelzen? Het idee dat je kunt doen wat je wilt is geen vrijheid. Luther zegt dat vrijheid alleen maar geschonken kan worden door vergeving. Als mens werk je altijd vanuit een bepaald verleden – en dat is wat jou in je vrijheid belemmert, wat jouw keuze bepaalt. Het is de bagage die je meeneemt en die je tegenhoudt. Bevrijding betekent dan bevrijd worden van je verleden. En dat is wat God je in het evangelie aanbiedt, ofwel belooft.’

Hoe wordt de mens vrij?

Voor PThUnie gingen een humanistische psycholoog en een lutherse theoloog rond dit vraagstuk in gesprek. Dr. Hans Alma, hoogleraar geestelijke zorg en religieus-humanistische zingeving aan de Vrije Universiteit, en dr. Markus Matthias, scheidend hoogleraar lutherana aan de PThU, delen een lutherse achtergrond en het duidelijke besef: ‘We kunnen het niet zelf.’

Hans Alma: ‘Het verschil tussen ons is dat ik bij het definiëren van vrijheid niet uitga van een instantie als God. Maar wat we delen is een besef van relationaliteit. Als mens ben ik verstrengeld in relaties met andere mensen en met andere bestaansvormen. En in die relaties kan iets gebeuren dat mijn persoonlijke behoeften, angsten, noden en preoccupaties overstijgt, dat mij verbindt met iets groters. Mensen kunnen samen tot iets nieuws komen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in een gesprek met een vriend: een nieuw inzicht ontstaat. Wie heeft het bedacht? Je weet het niet, maar het ligt opeens op tafel. In die creativiteit zit voor mij vrijheid.’

MM: ‘Jij omschrijft begrippen die het natuurlijke overstijgen als “iets groters” en als “creativiteit”. Ik zou dan zeggen: de natuur is wel creatief, maar tegelijk gevangen in een netwerk van oorzaak en uitwerking. Alleen in menselijke relaties en in de menselijke geest gebeuren dingen die niet teruggeleid kunnen worden naar natuurlijke oorzaken. Van Gogh schildert een werkelijkheid die niet natuurlijk is, maar uit zijn creativiteit voortkomt. Die creativiteit is de mens eigen.’

4
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
door Caspar Dullemond
4
Hans Alma

HA: ‘Als mensen hebben we inderdaad een enorme verbeeldingskracht. We kunnen reflecteren op ons bestaan. Daarmee hebben we een culturele vorm van het leven op aarde ontwikkeld. Maar die staat niet los van het natuurlijke leven. Van Gogh schilderde bijna nooit in zijn atelier. Hij trok het landschap in. Hij ging kijken. En uit zijn briefwisseling met Theo weten we dat dit bij hem allerlei associaties opriep: met andere kunstwerken, met Bijbelteksten… En van daaruit ontstond een nieuwe expressie, die geen fotografische weergave van het landschap was, maar door en door beïnvloed door zijn kijken naar die natuurlijke werkelijkheid. Jij zegt: de natuur zit gevangen in oorzaak en gevolg-patronen. Maar die manier van kijken hebben wij ontwikkeld met onze wetenschap. We weten niet half wat er daardoor allemaal buiten ons blikveld valt. Ik denk dat we tot een totaal ander verstaan van ons menszijn in relatie tot de planeet moeten komen.’

MM: ‘Het een sluit het ander niet uit. Ik ben het met je eens dat we tot een ander verstaan in relatie tot de aarde moeten komen. Maar ons denken komt niet uit die aarde, het komt uit onze ziel. Dat is mijn uitgangspunt en zeker dat van Luther. Je bent als mens altijd bezig met het natuurlijke leven: in je lichaam, in je overleven. Maar in je ziel zijn er gedachten, zijn er idealen, zijn er verhalen die dat overstijgen. Je hoeft het niet te beamen, maar stel je voor dat er een God is, wat betekent het dan dat je in staat bent om je natuurlijke leven te overstijgen? Dat je niet alleen voor jezelf zorgt, maar naastenliefde geeft? En dan niet uit wederkerigheid, maar puur uit liefde voor de ander? Dat kan alleen door God. Dat is wat Luther vergeving door geloof noemt. Als we denken dat we alles uit onszelf kunnen

halen, dat wij “in vrijheid” ons menszijn kunnen verwezenlijken, dan zullen we heel snel merken dat we falen, dat we anderen onrecht doen. Er wordt méér van ons gevraagd. Of we merken dat we het ideaal dat we onszelf gesteld hebben niet kunnen halen. Dan raken we alleen maar teleurgesteld. Aan de ene kant hebben we die hoge idealen, en aan de andere kant kunnen we die nooit bereiken. Dan hebben we twee mogelijkheden: of we verlagen onze idealen, en dat doet geen recht aan ons menszijn, of we accepteren dat we het nooit gaan redden. Dat is een dilemma. De enige mogelijkheid, zegt Luther dan, is vergeving. En daarbij kom je een andere instantie tegen en dat is God.’

HA: ‘Ik ben helemaal met je eens dat niet alles uit onszelf komt. Waar het voor mij ingewikkeld wordt, is dat jij het individu tegenover een instantie plaatst die kan vergeven en je van je geweten kan losmaken. Het zit voor mij veel meer in een begrip als verbondenheid, en dat zou je wat mij betreft ook vergeving kunnen noemen. Dat we inderdaad het besef hebben dat we het niet zelf kunnen. Maar we worden wél uitgenodigd om te leven. En wie of wat ons dan uitnodigt, dat wil ik heel immanent opvatten: noem het een mysterie dat ons aardse bestaan doortrekt. Ik zie leven als antwoord op een uitnodiging.

“Ik ben leven dat leven wil, te midden van leven dat leven wil”, zegt Albert Schweitzer.

Je bent klein ten opzichte van een wereld waarin volop leven is. Hoe kun je je voor dat leven inzetten? Als individu zul je daarin altijd falen, maar je kunt je wel samen met anderen inzetten voor dat ideaal. Ik ben sterk geinspireerd door het denken van de humanistische filosoof John Dewey. Volgens hem zullen we het goede in absolute zin nooit bereiken. Maar het kan wel als ideaal kracht geven aan ons handelen. Lees verder

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
IN GESPREK 5
Markus Matthias

Een ideaal is geen vlucht uit de werkelijkheid, maar een kracht die in ons handelen werkzaam is. En die kracht is bevrijdend.’

MM: ‘Ik wil twee dingen constateren. Jij wilt het individualisme overstijgen door op te gaan in een geheel. Daar is op zich niets mis mee, maar ik heb het probleem dat ik dat als westerse mens niet kan. Ik kan het wel proberen, maar ik denk dat het individualisme mij ingeprent is. Ik kan dat niet kwijtraken en ik wil het ook niet kwijtraken. En het tweede is dat ik niet geloof dat een ideaal ons kan oproepen tot actie, wanneer we weten dat we dat ideaal niet zullen bereiken. Dat levert bij mij een schuldgevoel op: ik heb een ideaal, maar als ik dat niet verwezenlijk, dan kom ik tekort. Dan ben ik schuldig.’

HA: ‘De verbeelding kan je daarbij helpen. Dewey zegt dat de verbeelding er voor zorgt dat we ons een voorstelling kunnen maken van wat we wél kunnen realiseren in het licht van de waarden die uit zo’n ideaal voortvloeien. Dat komt neer op een inzet van jou en van anderen op een meer concreet doel, dat ons in de goede richting brengt. Daar maken we fouten in, maar we kunnen die fouten vervolgens ook overstijgen, zegt de filosoof Charles Taylor. Dat gebeurt in een democratisch proces waarin we steeds met elkaar in gesprek blijven over het goede en wat dat goede in deze context is, en waarin we ook steeds correcties aanbrengen op waar we

ontsporen. Dat doorgaande gesprek waarin we ons het goede kunnen voorstellen, is een democratische basishouding. Taylor spreekt in dit verband van social imaginaries, gedeelde verbeeldingen van het goede, zoals die bijvoorbeeld te vinden zijn in religieuze verhalen. De reden dat ik die laatste stap naar God niet zet, is niet alleen dat ik heel veel voorstellingen van God uitermate problematisch vindt, maar ook omdat ik – met Dewey – vind dat dit energie wegtrekt van mijn inzet voor wat wél haalbaar is. Ik heb naast veel verrijkends een schuldgevoel overgehouden aan mijn lutherse opvoeding. Het is bevrijdend om nu vanuit een heel ander perspectief te kunnen leven.’

MM: ‘De kerk heeft op dat punt veel fouten gemaakt. De kerk moet geen instantie zijn die voorschrijft wat mensen denken en voelen, die mensen een schuldgevoel opdringt. Dat is ook niet hoe Luther zelf er in staat. Luther zegt dat de kerk alleen het evangelie kan doorgeven. De kerk is er om te vertellen over Jezus en over bevrijding. Daar kan iedereen dan over nadenken en over meepraten. Bij Luther is het uitgangspunt dat we steeds met elkaar in gesprek moeten blijven, dat we tot een gezamenlijk beeld moeten komen van wat waarheid is. Het algemene priesterdom van de gelovigen lijkt wel wat op het democratisch proces van Dewey, maar dan binnen de kerk.’

HA: ‘Ja!’

MM: ‘Geloof is uiteindelijk iets waarmee je zelf innerlijk in kunt stemmen. Je moet het aanvaarden, anders is het waardeloos. In die zin is het geen keuze, zoals wanneer je voor een etalage staat. Je kiest niet uit vele dingen. Je kiest omdat het overtuigt. De waarheid zal je bevrijden, zegt Jezus. De vraag is echter hoe je op het spoor van de waarheid komt. Voordat je de eerste stap kunt doen, moet je van Gods vergeving weten. Anders zou je van alles en nog wat doen om jezelf te rechtvaardigen. Zodra je echter een interpretatie

6 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023

van het leven hebt die overeenstemt met je eigen, diepe ervaring, dan ben je vrij.’

HA: ‘De gedachte van instemming, aanvaarding en overeenstemming met de eigen, diepe ervaring vind ik prachtig, Markus. Daarbij aansluitend: Dewey heeft er geen moeite mee om het goede “God” te noemen, zolang we die God maar niet ergens in een bovennatuur plaatsen. Die etalage waaruit je een keuze kunt maken uit allerlei gelijkwaardige zaken – dat is vaak het westerse beeld van vrijheid. Maar vanuit het relationele denken betekent vrijheid dat je je verbindt aan iets dat belangrijk voor je is, en daarmee dus niet gelijkwaardig is aan al die andere zaken. Taylor noemt dat een hypergood, iets dat overduidelijk meer zeggingskracht voor jou heeft dan andere dingen. En dat democratische proces heb je nodig om daar zo goed mogelijk met elkaar een weg in te vinden. En als jij, Markus, zegt dat de kerk een plek zou moeten zijn waar dat gebeurt, dan denk ik: dat sluit heel erg aan bij het relationele denken dat mij inspireert. Het gebeurt vanuit een houding van het goede willen voor de wereld. En wat dat goede precies is, dat moeten we met elkaar ontdekken. En daar zit misschien ook wel onze vrijheid in.’

MM: ‘Ik denk dat we elkaar steeds nader komen. Wat jij ontdekken noemt, dat noemt Luther spontaniteit. Vrijheid is spontaan zijn. En dat betekent dat je zonder beïnvloeding door iemand anders iets doet. Als je dat kunt, dan sta je open voor bijvoorbeeld je naaste. Je hebt geen andere belangen, je ziet alleen maar de nood van de ander. Je hebt geen behoefte aan wederkerigheid, want ook dat is een belang. Het betekent dat je bijna goddelijk bent. Je kijkt naar voren, zonder belemmering van het verleden.’

mij een vreemde gedachte. Dat wat wij “ik” en “mijzelf” noemen, is een dialogisch samenspel van de stemmen die in ons klinken en die we voor een belangrijk deel uit vroegere relaties meenemen. Dankzij onze verbeeldingskracht kunnen we daar wel mee werken en zitten we er niet in gevangen. Ook kunnen we iets voor anderen betekenen en daarin belangeloos zijn. En de wederkerigheid zit daarin, dat de ander onze hulp ook moet aanvaarden. Die ander heeft ook een vrijheid. Ik kan wel een ander willen helpen vanuit de noden die ik zie, maar als de ander mijn hulp niet aanvaardt, ontstaat er geen wederkerig proces.’

MM: ‘Daar heb je gelijk in. En zo is het ook met het geloof: God kan mij wel iets aanbieden, maar ik moet het ook aanvaarden. Vergeving vraagt ook een aanvaarden van de vergeving. Ik ervaar de bevrijding van vergeving alleen maar als ik geloof dat God me vergeeft. “Alleen door het geloof” betekent dat God alles wat ik gedaan heb, terzijde kan schuiven, en dat ik steeds weer opnieuw kan beginnen. Daar is dat geloof voor nodig, en dat kan ik jou niet opdringen. Dat kan alleen gewekt worden.

Jij zegt: ik kan mijn verleden niet vergeten, en daar heb je gelijk in. En juist omdat het niet kan, kun je het alleen geloven als God het zegt. En God zegt: jij mag opnieuw beginnen.’

HA: ‘Als psycholoog zie ik niet goed hoe mensen dat ooit kunnen realiseren. Dat wij als individu helemaal los zouden komen van ons verleden, is voor

HA: ‘Als je dat zo kunt ervaren, als je die “ervaringsbodem” hebt, dan kun je dat zo zeggen. Maar ja, als je die mist… Voor mij is dat relationele denken over ons bestaan hier op aarde een heel bevrijdend gedachtegoed. En ik wil God nog niet helemaal loslaten daarin. Ik ben daarmee bezig, maar ik heb ook veel reserves bij het spreken over God. En daarom ben ik blij, Markus, met wat ik vandaag van jou gehoord heb. Ik kan die laatste stap niet meemaken, maar wat jij vertelde over het met elkaar aangaan van het gesprek en het steeds bij jezelf toetsen of je iets kunt aanvaarden of beamen… Dat vind ik prachtig. Dus dankjewel!’

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 7
'God zegt dat ik steeds opnieuw kan beginnen'

Vocaal Theologen Ensemble in ‘sponsorrelatie’ met PThU

Het Vocaal Theologen Ensemble (VTE), ontstaan uit een ontmoeting tussen dirigent Hanna Rijken en cursisten op Hydepark in 2007, bestaat alweer vijftien jaar. De presentatie van ‘Wij zijn OOK katholiek’ in de kapel van het Landelijk Dienstencentrum op 31 oktober 2007 was de eerste publieke bijeenkomst waar het VTE van zich liet horen.

Het koor heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een grote groep van enthousiaste en bekwame zangers. Er zingen theologen mee van verschillende universiteiten en faculteiten. Langs deze muzikale weg levert het VTE ook een bijdrage aan de vorming van de spiritualiteit van theologen. Sinds de start verleende het VTE medewerking aan talloze vieringen en feestelijke momenten in kerkelijke gemeenten en bij evenementen als het Oecumenisch Liedfestival, Choral Evensongs, Festivals of Lessons and Carols, de Oecumenelezing van de Raad van Kerken en de Hildegard von Bingen-concerten. En er verschenen drie cd’s: Met hart en ziel I. Liederen uit het Liedboek (2013), II. Veertigdagentijd & Pasen (2014) en III. Kinderliederen en Lied van de week (2016). De opnames voor de

vierde cd, Pinksteren t/m Voleinding en Rouw & Trouw, werden afgelopen februari gemaakt.

Nieuwe projecten

Vanaf het begin was het VTE ‘powered by’ de PThU. In de zomer van 2022 werd de Stichting VTE opgericht. Met ingang van 2023 is de relatie met de PThU een ‘sponsorrelatie’. Dit maakt het mogelijk om ook uit andere financiële bronnen te putten om nieuwe projecten te initiëren. Het stichtingsbestuur bestaat uit Jaap van Werkhoven (voorzitter-secretaris) en Bram-Willem Aarnoutse (penningmeester).

Namens de PThU heeft dr. Theo Pleizier zitting in het bestuur. Om in de toekomst allerlei projecten te realiseren zijn meerdere fondsen aangeschreven om een ‘opmaat’ te verlenen. Wie het VTE een warm hart toedraagt is uitgenodigd een gift over te maken op bankrekening: NL05 TRIO 0320 5489 61 t.n.v. St. Vocaal Theologen Ensemble. De Stichting heeft geen ANBI-status. Het VTE is te bereiken via vocaletheologen@gmail.com.

NIEUWS
door Bram-Willem Aarnoutse Predikant van de Protestantse Gemeente Breukelen
8 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
Het Vocaal Theologen Ensemble tijdens de opening van het academisch jaar van de PThU, op 31 augustus 2022 in Utrecht.

Bevrijding van Europa

Docent en trainer beroepsvorming en spiritualiteit aan de PThU

De passagiers zitten op hun plek. Koffers en rugzakken onder in de laadruimte, de tickets gecontroleerd. De bus naar Parijs gaat zo vertrekken. De chauffeur kijkt me vriendelijk maar nadrukkelijk aan. ‘Moet jij niet mee?’ Met mijn hand gebaar ik dat ik hier slechts ben om uit te zwaaien. Uit zijn gebrekkige Engels had ik afgeleid dat een conversatie misschien wat veel gevraagd is. Aan zijn accent te horen komt hij uit Oost-Europa. Als je de bus neemt naar Parijs, gaat de wijde wereld meteen open.

Terwijl de chauffeur rustig een sigaret rookt, zie ik in mijn ooghoek nog enkele passagiers aankomen. Twee donkere kereltjes van een jaar of vijf hollen over de stoep, op luttele meters gevolgd door hun vader met een grote rolkoffer. Het mannetje dat er het eerst is, gaat recht op zijn doel af en omhelst de chauffeur. Dat wil zeggen, hij slaat zijn armpjes om de benen van de man. Verbaasd en vertederd tegelijk probeert de volwassen arbeidsmigrant in functie zijn professionele attitude te herpakken.

Ook op mij mist de omhelzing bij de halte van de FlixBus zijn uitwerking niet. Ik had zo mijn twijfels of het wel veilig is om met de bus te reizen. Hadden ze toch niet met de Thalys moeten gaan? Hoe zit het met de hoge werkdruk van de chauffeurs, de te strakke dienstregeling bij te veel files? Als sneeuw voor de zon smelten mijn zorgen weg. Dit gaat goed komen.

Hoopvolle tekens. Soms zijn ze er zomaar op maandagochtend om half tien bij een koude, winderige bushalte. Bevrijdend is dat. Zo mag van mij elke werkweek beginnen. De verkondiging van de zondag wordt hier gepraktiseerd – maar niet door mij. De genade valt mij toe, ook al ben ik slechts toeschouwer, een toevallige passant in het wereldgebeuren.

En dat buiten de comfortzone van onze cultuur. Wie met deze bus reizen, permitteren zich geen luxe of gemak. Geen duur treinticket. Ze hebben elkaar niet gekozen, maar zijn voor de tijd van de reis op elkaar aangewezen. Burgers van het nieuwe Europa die het er samen op wagen.

Zeg ik. De ontwapenende omhelzing gaat met mij aan de haal. Ik weet het, maar ik app het voorval toch maar even aan mijn familie in de bus. Zodat ze weten welk voorteken hen begeleidt. Niemand heeft het gezien, behalve de vader, de chauffeur en deze toevallige getuige.

Op weg naar huis neemt de theologie een loopje met me. Ik zie een Vader die zijn Zoon niet al te strak aan de teugels heeft. En ik zie een Zoon die met alle vertrouwen op mensen afstapt om hen royaal in dat vertrouwen te laten delen. Wie het ziet wéét: het komt goed.

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 9
COLUMN

Studiereis PE over messiasverwachting

Messiasverwachting is het thema van een studiereis in het kader van de Permanente Educatie naar Israël in november 2023. Het is een onderwerp dat joden en christenen zowel bindt als scheidt. De reis lost dat onderscheid niet op, maar bevordert wel de verbondenheid tussen joden en christenen als zij gezamenlijk de bereidheid tonen om zich onder te dompelen in het denken van de ander.

Alumniwebinar:

Zo staan bezoeken aan het Carmelietenklooster in Jokneam, het Schechter Instituut in Jeruzalem en Qumran op het programma. De studiereis wordt aangeboden door de PThU in samenwerking met het Centrum voor Israëlstudies, de Gereformeerde Zendingsbond, Kerk in Actie en Kerk en Israël. Aanmelden kan nog tot 1 mei. Voor meer informatie kijk op pthu.nl.

‘De Bijbel laten (buik)spreken’

Johan Picardt (1600-1670) was niet alleen predikant, maar ook medicus en historicus. Hij wordt gezien als grondlegger van de Nederlandse archeologie. Ook experimenteerde hij met landbouwkunde en veenontginning. Een modern en vooruitstrevend man dus. Toch rechtvaardigde hij slavernij in de kolonien met een beroep op de Bijbel.

Volgens Picardt stamden Afrikaanse mensen af van Cham. Cham, een van de zonen van Noach, was vervloekt nadat hij zijn vader dronken en naakt had gezien (Genesis 9:22-27). Slavernij van mensen met een donkere huidskleur, speciaal uit equatoriaal Afrika, was volgens de gereformeerde predikant Picardt het gevolg van deze vloek.

Rechtvaardigt de Bijbel slavernij? Heel lang in de Nederlandse kerkgeschiedenis is er geworsteld met het antwoord op die vraag. Tegenwoordig geldt de ‘vloek van Cham’ als voorbeeld van hoe je de Bijbel vooral niet moet lezen. Maar hoe kan dat beter, en welke criteria hebben we daarvoor?

In dit webinar gaan we op zoek naar de vraag hoe je de Bijbel op een verantwoorde manier kunt laten spreken. Welke grondlijnen zijn er in de Bijbel zelf te vinden om deze voor zichzelf te laten spreken? Hoe voorkom je dat exegese van de Bijbel een afgeleide wordt van veranderende maatschappelijke opvattingen of volstrekt afhankelijk is van degene die op de kansel staat? Het webinar vindt plaats op donderdag 11 mei 2023. Meld je aan via pthu.nl/actueel/agenda

10 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 NIEUWS

Het gebed om bevrijding

In onze samenleving wordt religie over het algemeen niet geassocieerd met vrijheid. Toch staan in de Bijbel allerlei vormen van bevrijding centraal. Het gaat er over bevrijding van onderdrukking, bevrijding van armoede, bevrijding van angst en zorgen en over bevrijding van schuld. Vooral in het Nieuwe Testament gaat het bovendien over bevrijding van de dood.

De Bijbelse boodschap heeft de eeuwen door veel mensen moed gegeven. Ze kregen dankzij de Bijbel weer hoop op betere tijden. Ze lazen het verhaal over de onderdrukking van de Israëlieten in Egypte. De situatie was uitzichtloos, maar God had oog voor de ellende van zijn volk. Terwijl niemand er meer op durfde te hopen, was er ineens bevrijding. God stond de Israëlieten daarna bij tijdens hun lange tocht door de woestijn. Uiteindelijk bereikten ze het land Kanaän, waar ze in vrijheid konden leven.

Bevrijding is altijd tastbaar

Dit verhaal over een onverwachte verlossing van onderdrukking spreekt steeds weer tot de verbeelding. Wie het goed leest gaat automatisch

dromen over een beter bestaan. Alle aspecten van het leven horen daarbij. Het is daarom niet vreemd dat het verhaal ook aan de basis van de Bijbelse leefregels ligt. Aan het begin van de Tien Woorden wordt God meteen aangeduid als ‘de HEER, uw God, die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, bevrijd heeft’. De regels die daarop volgen staan in dat kader. Ze zijn er niet om je vrijheid te beperken, maar juist om de bevrijding vast te houden. Ze zorgen voor een menswaardig bestaan voor iedereen.

De uitwerking is revolutionair. ‘Een vreemdeling zul je niet uitbuiten; juist jullie weten hoe een vreemdeling zich voelt, omdat jullie vreemdelingen waren in het land Egypte’ (Exodus 23:9). Hetzelfde principe komt met andere bewoordingen herhaaldelijk voor in de boeken Exodus tot en met Deuteronomium.

Het vraagt om een radicale vorm van empathie voor buitenstaanders die in het oude Midden-Oosten niet erg gebruikelijk was.

Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw heeft de Bevrijdingstheologie terecht benadrukt dat het in de Bijbel steeds gaat om concrete bevrijding. Bevrijding is er nooit alleen iets spiritueels, iets wat

11
UITLEG
Lees verder
Universitair docent Oude
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
'Bevrijding is nooit alleen iets spiritueels'

het gaat altijd om bevrijding van alles wat het leven kapot maakt. Bevrijding is er daarom pas als mensen verlost worden van alle materiële noden en van alle vormen van onderdrukking. Wie weg wil vluchten uit de werkelijkheid wordt door de Bijbel al snel weer met beide benen op de grond gezet.

Tevergeefs gehoopt

Dat het in de Bijbel gaat om concrete bevrijding is mooi, maar het riep altijd ook lastige vragen op. Bijbellezers hoopten bevrijd te worden van hun problemen, net als de personages in die mooie Bijbelverhalen, maar vaak gebeurde dat helemaal niet. In 1725 belandde de Hagenaar Leendert Hasenbosch op het toen nog onbewoonde eiland Ascension in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Er bleek nauwelijks zoet

water te zijn. Tot hij er stierf van de dorst doodde hij zijn tijd met lezen in zijn bijbel en schrijven in zijn dagboek. Het dagboek werd later gevonden door Engelsen en we kennen het nog dankzij een paar Engelse vertalingen. Hasenbosch schrijft er, terugvertaald uit het Engels: ‘Ik zond gebeden op naar God om mij te bevrijden, zoals Hij vroeger gedaan had voor Mozes en de kinderen van Israël, door water uit een rots te laten vloeien.’ Maar helaas, de gebeden bleven onbeantwoord.

Hasenbosch staat voor miljoenen mensen die getroffen werden door dorst, honger, armoede, slavernij, vervolging of oorlog, of die moesten vluchten en onderweg omkwamen. Ze vestigden hun hoop op God, maar kwamen bedrogen uit. De bevrijding waar ze op hoopten kwam niet. Dat plaatst ons als lezers natuurlijk voor een probleem: zijn de verwachtingen die de Bijbel wekt wel realistisch? Staat de bevrijding waar het in de Bijbel over gaat niet veel te ver af van onze harde werkelijkheid? Laten we ons niet blij maken met een dode mus?

Tegen beter weten in Opvallend genoeg is er voor zulke vragen ook in de Bijbel zelf veel ruimte. Bevrijding is er nooit iets vanzelfsprekends. Dat ontdek je al snel als je bekijkt hoe woorden zoals ‘bevrijden’, ‘redden’ en ‘verlossen’ gebruikt worden. Ze blijken vaak voor te komen in de gebiedende wijs. ‘De benauwdheid van mijn hart is groot geworden; bevrijd mij uit mijn ellende’, staat in Psalm 25. En Psalm 69 begint zo: ‘Red mij, God; het water komt tot aan mijn keel.’ Zulke

12 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
'Bevrijding is er pas als mensen verlost worden van alle materiële noden en van alle vormen van onderdrukking'

noodkreten maken duidelijk dat er gehoopt werd op bevrijding, maar dat die bevrijding er vaak niet was, in elk geval nóg niet.

Ik zie de verschillende lijnen op een weloverwogen manier samenkomen in Psalm 70. Het verbaast me niet dat de tekst bij veel mensen iets losmaakt, ook bij kerkgangers als ze de berijming zingen. Het is een herkenbaar smeekgebed van iemand die lijdt onder wat anderen hem aandoen. Diegene hoopt nog steeds op verlossing, maar weigert te zwijgen over wat er aan de hand is:

Mogen allen die u zoeken blij en vrolijk om u zijn; en mogen wie geven om uw redding altijd zeggen:

‘Maak God groot!’

Maar ík ben ellendig en arm. God, houd er voor mij de vaart in!

U bent mijn helper en mijn verlosser; HEER, wacht niet langer.

Voorbijgaan aan de soms barre werkelijkheid is onmogelijk. Ervoor wegvluchten kan niet en we moeten het ook maar niet proberen. Maar wie kan leven zonder hoop?

Advertentie

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 13

Wat betekent bevrijding voor jou?

Sjaak Teuwissen is predikant van de Protestantse

Gemeente Heerjansdam-Kijfhoek

Verkeersregels

In onze samenleving stellen we vrijheid gemakkelijk gelijk aan ‘Ik bepaal zelf wat ik vind, zeg en doe’ en ‘alles moet kunnen’. Dan komen we al gauw terecht in Thomas Hobbes’ ‘oorlog van allen tegen allen’: de hypothetische situatie waarin ieder mens totale vrijheid heeft omdat er geen wetstelsel is. Deze anarchie geeft juist totale onvrijheid. De Tien Woorden uit Exodus 20 geven een richtinggevend andere betekenis aan bevrijding. Zoals verkeerregels mensen vrijheid geven om ongeschonden van A naar B te komen, geven deze Woorden een kader voor het intermenselijke verkeer. En tonen ze de Afzender die bevrijding in gang zet en deze ons schenkt; aan Wie we schatplichtig zijn in onze omgang met diezelfde bevrijding. Juist deze Afzender en dit kader geven vrijheid. Niet voor niets luidt de opmaat van de Tien Woorden ‘Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft… bevrijd’.

Gerie Stougie is predikant van de Hervormde Gemeente in Pernis

Proclamatie

Ik denk aan drie dingen. 1. Dat een gemeente waar ik als twintiger graag de diensten bijwoonde, in het nieuwe kerkgebouw niet een traditioneel tiengebodenbord aan de muur had maar alleen deze woorden, als een proclamatie: ‘Ik ben de HEERE, uw God, die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.’ Een bevrijdende herinnering. 2. In mijn tijd als geschiedenislerares kon ik de I have a dream-toespraak van Martin Luther King nooit zonder ontroering bespreken. Deze toespraak vertolkte het verlangen naar de bevrijding van onze naasten hier en nu, in woorden die raakten aan Bijbelse dromen van vrijheid en bevrijding. We zijn er nog niet. 3. De woorden over bevrijding in de Catechismus van Luther: ‘Ik geloof, dat Jezus Christus (…) mijn Heer is, die mij, verloren en veroordeeld mens, heeft verlost, verworven en bevrijd van alle zonden, de dood en de macht van de duivel.’ Een bevrijdende belijdenis in het dagelijks leven en in het uur van de dood.

DE GROTE VRAAG 14 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023

‘Samen tot een heilzame verwerking van slavernijverleden komen’

Een Bijbel zonder uittocht uit Egypte? Het kan. In de zogeheten Slavenbijbel uit 1807 is een groot deel van het boek Exodus weggelaten. Deze Bijbeleditie was speciaal bedoeld voor de zending onder tot slaaf gemaakten – en daar pasten geen verhalen over bevrijding uit slavernij in. ‘Als je de boodschap verkondigt dat mensen vooral tevreden moeten zijn met de plek die ze hebben, dan stel je Exodus niet centraal’, zegt dr. Martijn Stoutjesdijk, postdoctoraal onderzoeker aan de PThU en een van de drijvende krachten achter het kerk en slavernij-project.

Een van de doelen van dit project is in kaart te brengen met welke Bijbelse argumenten protestantse theologen door de eeuwen de slavernij hebben verdedigd. Het wegpoetsen van een tegenargument door een dragend Bijbelverhaal over bevrijding uit de Bijbel te verwijderen is natuurlijk een wat grove methode om een punt te maken. Maar theologen haalden hun argumenten

wel degelijk ook uit de Bijbel zelf. Zo werd bijvoorbeeld de ‘vloek van Cham’ (Genesis 9:22-27) graag ingezet om slavernij te verdedigen. ‘De Ethiopiërs – en daarmee alle mensen van kleur – zouden nakomelingen van Noachs zoon Cham zijn. Omdat Noach hem vervloekt had, zouden zij geroepen zijn witte mensen als slaven te dienen’, legt Stoutjesdijk uit. Veel academisch opgeleide theologen lijken kritisch te zijn geweest op dit stukje slechte bijbelexegese, voegt hij er aan toe: ‘Maar het verhaal was populair onder planters en andere mensen die banden hadden met de koloniën. En het wordt nog steeds hier en daar als argument voor rassendiscriminatie gebruikt.’

Rolmodel

Dat er in de afgelopen eeuwen ook in Nederland theologen waren die daar anders over dachten en zich juist verzetten tegen het idee van slavernij, is wel bekend. Maar ook onder mensen van kleur viel kritiek op deze opvatting te beluisteren. Stoutjesdijk noemt als voorbeeld Isabella, een tot

REPORTAGE
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 15
‘De “vloek van Cham” was populair onder planters en wordt nog steeds hier en daar als rechtvaardiging van rassendiscriminatie gebruikt’

slaaf gemaakte vrouw die genoemd wordt in het werk van Jan Willem Kals, een kritische dominee uit de achttiende eeuw. ‘Isabella komt met Bijbelse argumenten waarmee ze het verhaal van Cham onderuit haalt. Wij zijn niet de kinderen van de duivel, zegt ze, maar jullie: jullie volgen God niet, jullie doen niet wat hij vraagt.’ Isabella, aldus Stoutjesdijk, liet zich op haar beurt inspireren door het verhaal van de Ethiopische kamerling uit Handelingen 8: ‘Zij ziet hem als een rolmodel. Hij is een Afrikaanse christen die niet binnen een gemeenschap functioneert, maar in zijn eentje de Bijbel leest en daar bepaalde ontdekkingen in doet. Voor haar was dat een voorbeeld. Als hij de zaligheid kan bereiken, zegt ze, dan zou dat voor mij ook weggelegd moeten zijn. Isabella moet een superintelligente vrouw zijn geweest. Ze is zelf de Bijbel gaan ontdekken en heeft de verhalen opgepikt die voor haar relevant waren.’ Als zijn bijdrage aan het kerk en slavernij-onderzoek wil Stoutjesdijk nadrukkelijk aandacht besteden aan het theologische perspectief van mensen van kleur: ‘Dat is in het verleden veel te weinig gedaan. Als je een oud kerkhistorisch boek over de zending openslaat lees je toch vooral: dominee zus en zo deed dit en dat… Je krijgt een heel wit verhaal over gemeenteopbouw te lezen. Over hoe de gelovigen zelf dit ervoeren gaat het nauwelijks.’

Zichtbaar

Het kerk en slavernij-onderzoek kent drie onderdelen. Het eerste aspect is de kerkelijke praktijk: hoe waren kerk en slavernij met elkaar verbonden? Verdiende de kerk geld aan slavernij? Had de kerk zelf tot slaaf gemaakten in dienst? Hoe werd er omgegaan met trouwen en de doop? Het tweede aspect is de doorwerking van dit alles. ‘Dan gaat het erom wat er vandaag nog zichtbaar is van dit slavernijverleden: in kerkgebouwen, in inkomsten, in het feit dat we eigenlijk een gesegregeerde kerk hebben in Nederland. En het gaat om de vraag

hoe we samen tot een heilzame verwerking van dit slavernijverleden kunnen komen’, zegt Stoutjesdijk. En het derde aspect, dat hiervoor al besproken is, zit daar precies tussenin: de theologie waarmee slavernij werd verdedigd of juist aangevallen.

Verantwoordelijkheid

De drie onderdelen hangen nauw samen, benadrukt Stoutjesdijk: ‘En bij alle drie hebben we één aspect er uitgelicht, namelijk multiperspectiviteit. We kijken naar de verhalen van witte én van zwarte mensen.’ Dat is een lastige opdracht, geeft hij toe: ‘Als je hier door de gangen van de PThU loopt… Iedereen is wit. Als ik ergens in het land een lezing geef, dan ben ik weer de zoveelste witte wetenschapper die komt vertellen over onderwerpen die mensen aangaan die een heel ander soort achtergrond hebben dan ik. Dat blijft een spanning, ja. Tegelijkertijd hebben we als witte mensen in een witte kerk een verantwoordelijkheid om die andere geschiedenis ook onze geschiedenis te maken.’

Relevantie

Daarom is hij juist blij met de voorname rol die de Curaçaose hoogleraar dr. Rose Mary Allen binnen het onderzoek heeft. Allen ziet het desgevraagd als haar rol om ‘het perspectief van tot slaaf gemaakten en hun nazaten beter tot hun recht te laten komen binnen het geheel van het onderzoek.’ Ook de relevantie van het onderzoek voor het hier en nu noemt zij essentieel. ‘Voor ons op de Caraïben is de slavernij nooit ver weg. Als ik over het eiland rijd en ik zie aan de ene kant de landhuizen en aan de andere kant de slavenhutten, dan voelt het heel dichtbij’, aldus Allen. In Nederland is dat anders, weet ze: ‘Maar ook daar komt gelukkig steeds meer een besef van dat belaste verleden en de doorwerking ervan vandaag.’

PThUnie | Jaargang 16 | nummer 3 | december 2022
16 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
‘In feite hebben we in Nederland een gesegregeerde kerk’

De plantage-eigenaar leefde als God – hoe kon hij dan sterven?

Ook een archief zegt niet alles. Wie zich wil verdiepen in de geschiedenis van de tot slaaf gemaakten in de voormalige Nederlandse koloniën, kan niet volstaan met de schriftelijke bronnen in het archief van – bijvoorbeeld – Willemstad. Curaçao kent namelijk vanouds een bloeiende orale cultuur, waarin eilandverhalen en levensgeschiedenissen van generatie op generatie mondeling worden doorgegeven. Dr. Rose Mary Allen, hoogleraar cultuur, gemeenschap en geschiedenis aan de University of Curacao, is specialist op het terrein van oral history. Al sinds de jaren tachtig tekent ze verhalen op van inwoners van de Antillen, die anders in de vergetelheid dreigden te raken. Ze is als senior onderzoeker verbonden aan het kerk en slavernij-onderzoek, juist om het perspectief van de tot slaaf gemaakten zelf – en hun nazaten – een plek te geven.

U interviewt al sinds de jaren tachtig bewoners van de Antillen over hun eigen geschiedenis. Vroeg u toen al bewust naar zaken als kerk en geloof?

‘Nee. Dat kwam vaak spontaan naar boven. Ook dat hoort bij oral history: je werkt niet alleen een vragenlijstje af. Je wilt mensen zo uitgebreid mogelijk aan het woord laten, ze volgen in hun verhaal. De katholieke kerk speelde een belangrijke rol in het leven van de eilandbewoners. Ik heb verhalen gehoord van vrouwen die door de pastoor werden beledigd omdat zij ongehuwd kinderen kregen. Maar ook dat de pastoor eten kwam brengen bij een gezin dat honger had. Mensen vertelden zulke dingen als onderdeel van het grotere familieverhaal.’

Heeft de protestantse kerk ook een plek in deze verhalen?

‘Veel minder. Het was wel zo dat men de twee kerken tegen elkaar uitspeelde. Er is het verhaal van een moeder, een vrouw met een belangrijke status in de gemeenschap, die niet in gewijde grond begraven mocht worden, omdat ze had samengewoond. Haar zoon stapte toen over naar de protestantse kerk, zodat ze alsnog een mooie begrafenis kon krijgen. Ik ben ook liederen tegengekomen waarin een protestants kerkgebouw werd genoemd, of een zinspeling gemaakt op een bepaalde predikant. In die protestantse kant gaan we ons nu verder verdiepen, om de onderlinge verhoudingen binnen het bestaande machtssysteem beter te leren kennen.’

Zijn er verbanden tussen verhalen over slavernij en over het geloof?

‘Vaak wel. Bepaalde ideeën die men heeft over het leven, hangen samen met ideeën over God en spiritualiteit. Een heel oude meneer heeft mij lang geleden zijn reactie verteld op de dood van een voormalige plantage-eigenaar. Hij had toen bij zichzelf gedacht: dit kan niet. Deze man leefde als een God, hoe kon hij dan sterven? Hij zag plantage-eigenaren als onsterfelijk. Dat ze ook gewoon dood gingen, was voor hem een vreemde gewaarwording.’

Met uw interviews onder de zwarte bevolking van het eiland, bouwt u voort op het werk van de onderzoekers Elis Juliana en pater Paul Brenneker uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Wat was hun doel?

‘Zij wilden verhalen vastleggen die dreigden te verdwijnen. Ze hebben verhalen, liederen en

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 17

stemklanken bewaard uit een periode die wij niet hebben meegemaakt. Het is heel bijzonder om dat materiaal terug te luisteren: je hoort een timbre dat de jongere generatie niet meer heeft. Oral history werd in die tijd niet als serieus onderzoek gezien. Pas nu is duidelijk hoe waardevol hun werk is geweest. Niet voor niets hebben Juliana en Brenneker een plek gekregen in de vijftig vensters van de Canon van Curaçao. Het was echt baanbrekend onderzoek. Je moet beseffen: ze gingen bij mensen op bezoek om ze te bevragen op een verleden waar ze vaak niet over wilden praten. De geïnterviewden schaamden zich voor dat verleden – of ze konden zich in ieder geval niet voorstellen dat er iemand in geinteresseerd zou zijn. Vertellen dat je voorouders slaven waren geweest: dat wilde niet iedereen. Die onderzoekers hebben dat heel omzichtig en zorgvuldig aangepakt. Tegenwoordig zijn mensen meer gewend aan audiovisuele media, maar toen was het heel lastig om mensen zo ver te krijgen dat ze gingen zingen voor een microfoon. Of dat ze zich lieten fotograferen.’

Was die schaamte nog een probleem toen u in de jaren tachtig begon?

‘Over veel onderwerpen werd toen al wat gemakkelijker gepraat. Maar slavernij was nog steeds een lastig punt. Daar vertelde men liever niet over. Het was een familiegeheim. Ze zeiden: waarom wil je dit weten? Het is al zo lang voorbij!’

Was slavernij voor u toentertijd het belangrijkste thema?

‘Het was één van de thema’s. Ik was geïnteresseerd in hun familieverhalen, en daar hoorde dit bij. Ik vroeg naar hun ouders, naar hun grootouders. Soms ontkenden ze dat ze uit een familie

van tot slaaf gemaakten kwamen. Dan zeiden ze: onze voorouders waren vrije mensen, wij weten niks af van slavernij. Als je doorvroeg, bleek dat vaak niet zo te zijn.'

Hebt u de verhalen die u noteerde vergeleken met die van Juliana en Brenneker? ‘Zeker. Verhalen ontwikkelen zich door de generaties heen.

Sommige aspecten worden belangrijker, andere verdwijnen naar de achtergrond. Er is een beroemd lied over de slavenopstand op het eiland in 1795, waarin onder meer wordt bezongen hoe Tula en andere leiders van de opstand publiekelijk ter dood werden gebracht. In de tekstversies die Juliana en Brenneker hebben genoteerd komen hun namen nog voor. In de versies die ik tegenkwam is de tekst veralgemeniseerd: Tula wordt niet meer genoemd. Het gaat vooral over de bevolking als geheel.’

18 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
‘Je beloning komt later in de hemel, was de boodschap van de kerk’

Uw aandeel in het huidige kerk en slavernijonderzoek is ook gebaseerd op oral history?

‘Ja. En het interessante is dat we niet alleen Curaçao bestuderen, maar ook Suriname en Batavia. We kijken wat mensen in deze verschillende regio’s belangrijk vonden om vast te houden, specifiek als het gaat om kerk en geloof.’

Is er voor wat betreft Willemstad genoeg te vinden over de protestantse kerk?

‘Voor gegevens over de protestantse kerk moet nog wel wat dieper gegraven worden. We kunnen gelukkig ook terecht bij de lokale kranten. Er waren toentertijd twee katholieke kranten die gericht waren op de volksklasse, en waar soms ook mensen van de volksklasse in schreven. Daar kun je interessante data uithalen, ook als het over de protestantse kerk gaat.’

De katholieke kerk had in de eerste helft van de negentiende eeuw toch nog een ondergeschikte positie?

‘Dat klopt. Maar daar zat wel beweging in. Pastoor Niewindt, die in 1824 naar Curaçao kwam, kreeg eind jaren veertig meer bewegingsruimte om kerken en scholen te bouwen. Er hing verandering in de lucht: onder Franse invloed was de slavernij op Sint Maarten in 1848 afgeschaft. De Nederlandse overheid besefte dat de katholieke kerk op de andere eilanden een belangrijke rol kon spelen in het pacificeren van mensen.’

Pacificeren betekent dan je lot accepteren?

‘Ja. Je moest geduld hebben. Je beloning komt later in de hemel, was de boodschap.’

Dus als je tot slaaf was gemaakt, dan had je dat te accepteren?

‘Het ligt iets genuanceerder.

De katholieke kerk ageerde soms ook tegen de slavernij. Maar tegelijkertijd was er de

behoefte de plaatselijke bevolking in het gareel te houden, juist ook met het oog op de tijd dat de slavernij voorbij zou zijn. Mensen werden voorbereid op de periode na de vrijlating. Ze leerden op school een klein beetje lezen en schrijven, maar daarnaast vooral hun lot accepteren. Als ze les hadden, mochten ze de zuster voor de klas niet aankijken. Ze moesten nederig en bescheiden zijn. Met het vooruitzicht van de hemel.’

Hoe stond de protestantse kerk daarin?

‘Ook daar zie je ambivalentie. Aan de ene kant was er ongerustheid dat de katholieken de overhand hadden onder de volksklasse. Maar aan de andere kant stond de protestantse kerk niet echt open voor de eilandbevolking. De taal die gebezigd werd in de kerk was het Nederlands, wat voor de meeste bewoners niet te volgen was, terwijl de katholieke kerk juist de catechismus liet vertalen in de volkstaal, het Papiaments. Er zijn overigens bronnen die laten zien dat soms ook zwarte mensen werden gedoopt en opgenomen in de protestantse kerk. Daar moet we nader naar kijken: hoe kon dat, waarom gebeurde dat? Was dat iets dat door een individuele predikant was geregeld? Dat willen we heel graag weten.’

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 19

De gruwelen van de slavernij als waarschuwing

Hoe ziet de hel er uit? De Surinaamse zendeling Johannes King (1830-1898) had er een duidelijk beeld bij. In zijn Skrekiboekoe (‘boek der verschrikkingen’) beschrijft hij de hel onder meer als een rij metalen ketels waarin mensen levend worden gekookt. Dit beeld, dat rechtstreeks was ontleend aan de suikermolens waar tot slaaf gemaakten te werk werden gesteld, moet op Kings toehoorders diepe indruk hebben gemaakt. Ieder kende deze beruchte plekken, was het niet uit eigen ervaring, dan wel uit de verhalen van anderen. ‘Hij sprak een taal die mensen begrepen’, legt PThU-onderzoeker Martijn Stoutjesdijk, postdoc binnen het kerk en slavernij-project, uit: ‘Hij wist de vertaalslag te maken van de Bijbel naar de context van zijn publiek. Dat is een punt waarop het vaak mis ging met witte evangelisten in een land als Suriname.’

De aanzet die hij gaf tot een in de Surinaamse context gewortelde theologie maakt King tot een fasci-

nerende figuur, die best wat meer aandacht mag krijgen, vindt Stoutjesdijk: ‘Hij heeft een naam in kleine kring. Als hij al bestudeerd wordt, dan is het door surinamisten, die in hem een goede bron zien voor de beschrijving van negentiende-eeuws Suriname, en met name de marrongemeenschap waarin hij opgroeide. Voor mij is vooral spannend wat hij theologisch te melden heeft. In de assimilatie van Bijbelverhalen en zijn eigen belevingswereld, ontstaat bij hem echt iets nieuws. Hij geeft een logische duiding aan de wereld waarin hij leeft. En dat is een heel andere dan die van de hervormde predikant die in Paramaribo staat.’

Dromen

King was een Matawai, nazaat van de tot slaaf gemaakten die al in de zeventiende eeuw naar de Surinaamse binnenlanden waren ontkomen. Hij zocht al op jonge leeftijd contact met de Evangelische Broedergemeente (EBG) in Paramaribo. Hij werd gedoopt en ging aan de slag als evangelist. Hij maakte diverse zendingsreizen onder de marrongemeenschappen en wist veel mensen te bekeren. Vanuit de EBG werd hij met enig wantrouwen gevolgd, vooral omdat hij bij zijn prediking teveel uit zijn eigen dromen zou putten. Stoutjesdijk: ‘Ze vonden dat de persoon van King te nadrukkelijk op de voorgrond trad. En ze hadden aarzelingen bij diens spiritualiteit.

Johannes King in 1870 (foto: collectie Buku)
20 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
‘Kings duiding van de wereld is een heel andere dan die van de hervormde predikant in Paramaribo’

Dromen zijn ongrijpbaar: hoe controleer je ze? Hoe Bijbels zijn ze?’

King zag zichzelf in de profetische traditie staan, aldus Stoutjesdijk: ‘Hij vertelde bijvoorbeeld een gelijkenis over een timmerman die elke avond alles opeet wat hij in huis heeft. Zijn vrouw waarschuwt hem dat hij wat eten moeten overlaten, want het zou kunnen dat er gasten komen. Op een goede dag heeft hij weer al zijn eten opgegeten en klopt er iemand aan. Er was dus niets meer te eten voor de gast. Dat verhaal staat natuurlijk in lijn met allerlei nieuwtestamentische gelijkenissen. De waarschuwing die hij geeft is dat je geestelijk helemaal klaar moet zijn voor de komst van Christus. En als je dat niét bent, dan kom je in de hel.’ Geen subtiele boodschap… ‘Nee. Hij gebruikte stevige taal: óf je kiest voor God óf je ondergaat de gruwelijkste martelingen.’ Hij waarschuwde dus mensen die de hel van de slavernij – uit ervaring of uit verhalen – kenden, dat ze opnieuw in deze hel terecht zouden komen als ze zich niet bekeerden? ‘Ja. Dat is een manier van denken die voor ons lastig te accepteren is’, zegt Stoutjesdijk: ‘Het ging King uiteindelijk niet om het onrecht van de slavernij, maar om het bekeren van mensen. Hij was vooreerst evangelist.’

Zonde

Zijn werk als zendeling viel deels in de periode vóór de afschaffing van de slavernij en deels erna. Pleitte hij in zijn preken ook voor het vrijlaten van de tot slaaf gemaakten?

dat hij preekte onder de marrons, die wél vrij waren. In zijn publicaties zijn er passages waarin hij benadrukt dat de onwil om slaven vrij te laten een zonde is, waarvoor de witten gestraft gaan worden. Maar elders waarschuwt hij weer dat de tot slaaf gemaakten na hun vrijlating toch vooral geen misbruik moeten maken van hun nieuw verworven vrijheid. Dat is het ingewikkelde van veel personen uit het verleden.’ Dat betekent niet dat Johannes King ons in deze tijd niets meer te zeggen heeft, benadrukt Stoutjesdijk: ‘Ten eerste is er het belang van context. Als je niet in staat bent de Bijbel te vertalen naar je doelgroep, dan zul je deze ook niet bereiken. Dat is voor iedere theoloog een belangrijke les. En ten tweede is duidelijk dat King wel degelijk aan de kant van de onderdrukten staat. Maar daarbij vervalt hij niet in een soort dualisme van wit is slecht en zwart is goed. Hij is reflexief. En misschien opent hij daarmee voor ons een weg naar de toekomst. Ook binnen ons slavernij-onderzoek.’

Het onderzoek ‘Kerk en slavernij’ is een samenwerkingsverband van de PThU, de Vrije Universiteit (VU) en de University of Curacao (UoC), met de PThU als penvoerder. Voor dit driejarige onderzoek stelde de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een bedrag van € 750.000 beschikbaar. ‘Hotspots’ voor het onderzoek zijn de kerken in de koloniale hoofdsteden Willemstad, Paramaribo, Batavia en Amsterdam. In samenwerking met het NiNSee (Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis) en verschillende kerkelijke partners vindt op 1 juni een publieksevenement plaats, waar onder andere een gids over kerk en slavernij gepresenteerd wordt. Voor meer informatie zie pthu.nl/kerk-en-slavernij. Hier is ook het complete onderzoeksvoorstel te downloaden.

‘Dat weet ik niet. Ik denk het niet’, zegt Stoutjesdijk: ‘Je moet daarbij niet vergeten

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 21

Vrijheid in gevangenschap

Op 5 mei vieren wij onze vrijheid. Er zijn in ons land nog steeds mensen die de Tweede Wereldoorlog zelf hebben meegemaakt. Die ons kunnen vertellen wat het betekende om in onvrijheid te leven. Daarnaast zijn er veel mensen die vanwege oorlogen die elders in de wereld aan de gang zijn, hierheen gevlucht. Ook zij kunnen ons vertellen wat het voor hen betekent om vrij te zijn. Maar voor mij persoonlijk is het toch altijd een ver-van-mijn-bed-show gebleven. Goddank. Natuurlijk ben ik dankbaar voor die vrijheid en wil ik die vrijheid te vieren. Maar helemaal meemaken kan ik het niet.

In de kerk heb ik lang dezelfde ervaring gehad. Mijn hele jeugd heb ik gehoord dat Christus mij heeft bevrijd uit de slavernij, uit de macht van de zonde en de dood. En ik was dankbaar. Ik zong, ik beleed, ik dankte dat het een lieve lust was. Maar eerlijk gezegd had ik me nooit slaaf gevoeld en daardoor ook nooit echt bevrijd.

Verlangen

De gevangenis is een wereld op zich. De mannen (en vrouwen) in gevangenschap leven afgezonderd van de wereld. De wereld komt wel binnen via de televisie, via het bezoek, via het personeel dat in en uit gaat. Binnen de muren ontstaat een kleine samenleving, divers en inclusief. Mensen van verschillende nationaliteiten, verschillende achtergronden, verschillende religies leven met elkaar. Dat zorgt soms voor problemen, soms ook voor hele mooie momenten. Er wordt samen gekookt, kleding gedeeld, geld ingezameld voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije. Er wordt ruzie gemaakt, gelachen en gehuild. Niets menselijks is hier vreemd. Binnen dit gesloten kader is het verlangen naar vrijheid groot. Naar het moment dat de deuren naar de wereld weer opengaan. Het gesprek over vrijheid gaat verder dan dat.

OVERDENKING
Ik moest in de gevangenis terechtkomen om te ontdekken onder welk slavenjuk ik gebukt ging. door Judith Bouma protestants Geestelijk Verzorger bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid / Dienst Justitiële Inrichtingen
'Ik moest in de gevangenis terechtkomen om te ontdekken onder welk slavenjuk ik gebukt ging'
22 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023

Tijdens één van de gespreksgroepen vertelde iemand dat vrijheid voor hem een ‘state of mind’ is. Hij zei: ‘Ik kom mijn cel pas uit, in de ochtend, als ik vrij ben in mijn hoofd. Anders houd ik het hier niet uit. Zolang ik vanbinnen vrij ben, kan niets of niemand mij hier raken.’

Paulus

Naar aanleiding van zijn opmerking hebben we meerdere weken gesproken over wat vrijheid betekent. Wanneer ben je vrij? Ben je buiten deze muren pas werkelijk vrij? Kun je vrij zijn en toch gevangen zijn? Kun je gevangen zijn en toch vrij zijn? We zijn op zoek gegaan naar wat de Bijbel ons leert over vrijheid. En we kwamen onder meer langs een zin van Paulus uit de brief aan de Romeinen. ‘..u hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven.’ (Rom. 8:15)

In de Bijbel is de slavernij vaak de tegenhanger van de vrijheid. Leven als slaaf versus leven in vrijheid.

Wij denken allemaal dat we zo vrij zijn. Vrij om te zijn wie we willen zijn, vrij om te doen en laten en zeggen wat we willen. Maar als we eerlijk naar onszelf en ons handelen kijken: hoe vaak doen wij dan dingen, omdat we denken dat het zo hoort, of omdat het van ons verwacht wordt. Of hoe vaak laten wij ons leiden door angst. Bang om afgewezen te worden, om uitgelachen te worden, om niet mee te tellen, bang om op te vallen. Hoe vaak zeggen we nou echt wat we denken, voelen of verlangen? Waar ervaren we de veiligheid om dat te doen?

Terwijl wij daarover spraken, keek ik terug op mijn eigen leven en zag hoezeer ik in de greep van de angst heb geleefd. Ook in mijn geloofs- en gebedsleven. Hoe vaak was ik bang om iets verkeerds te

zeggen, bang om van mijn voetstuk te vallen, om mensen teleur te stellen. Of was ik in de greep van trots en ijdelheid. Zodat ik niet vrij handelde en sprak, maar vanuit de hoop geliefd en gezien te worden.

Bajeskerk

Hier in de bajeskerk voelen we ons steeds vaker vrij om onszelf te zijn, in alle kwetsbaarheid. Dat vraagt om onderling respect en om veiligheid. De volgende uitdaging is om die vrijheid vast te houden. Juist wanneer de deuren weer opgaan. Net als bij het volk Israël. Voor hen begon de strijd pas na de bevrijding uit Egypte. De echte beproeving kwam in de woestijn, onderweg naar het beloofde land.

Voor mij gaan de deuren aan het eind van elke werkdag weer open. Ik mag komen en gaan wanneer ik wil. Dat maakt mij een bevoorrecht mens. En tegelijk besef ik dat ik voor dezelfde uitdaging sta als de mannen binnen de muren. Om stand te houden en me niet opnieuw een slavenjuk op te laten leggen. Alleen dan ben ik werkelijk vrij.

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 23
Judith Bouma (foto Rozina Schouten)

‘Als kunstenaar ben ik oprecht amateur’

Ze wijst op de koffer in de hoek van het schilderij Orpa gaat weg. ‘Dat is het koffertje dat ik van mijn moeder kreeg toen ik in Amsterdam ging studeren. Mijn vader was net overleden. Het was een moment van echt weggaan’, legt theoloog en kunstenaar Corja Bekius uit. Meer dan een halve eeuw later kreeg het een plek in haar schilderijenserie over het boek Ruth, een verhaal over ‘echt weggaan’ en opnieuw beginnen, over hoop. Natuurlijk gaat zo’n schilderij ook over haarzelf, zegt ze: ‘Het is mijn verhaal over het boek Ruth, maar ik probeer het zo te schilderen dat mensen er hun eigen verbinding mee aan kunnen gaan.’

Het is deze verbinding tussen Bijbelverhalen en de eigen menselijke ervaring, die de oud-docent pastoraat en geestelijke verzorging van de PThU al bijna een leven lang fascineert. Hoe leg je een verband tussen die oude verhalen en de levensverhalen van de mensen die je tegenkomt in het pastoraat? Het lijkt een voor de hand liggende vraag, maar toen ze ging studeren was die verbinding niet vanzelfsprekend. In haar eerste jaar op de Universiteit van Amsterdam vertaalde ze op college datzelfde boek Ruth. Fascinerend en inspirerend vond ze het. Maar wat kon je ermee in je werk als pastor? ‘Dit was nog voor de hermeneu-

tische golf: exegese en pastoraat waren echt twee verschillende werelden.’ Pas bij haar KPV-training kwamen deze bij elkaar: ‘Toen ging het om mijn eigen ervaringen met die verhalen. Want zo’n verhaal gaat nooit buiten jou om. Dat was echt iets nieuws toen.’

Verbinding

De verhalen uit de Bijbel en die van de mensen hield ze altijd bij elkaar. Als verpleeghuispastor, gemeentepredikant en later geestelijk verzorger sprak ze met mensen over hun ervaringen: ‘Ik werkte in revalidatiecentrum de Lucaskliniek, waar de cliënten allemaal verlieservaringen hadden. Dat waren lange, intensieve trajecten: al bij de anamnese kwam het hele levensverhaal mee. De nadruk lag er op wat mensen nog wél konden, maar dat betekende ook dat ze moesten loslaten wat niet meer kon.’ Als supervisor en universitair docent begeleidde ze vooral anderen in het leren luisteren en zien. En na haar pensionering vond ze een volledig nieuwe vorm om de Bijbelverhalen en kerkliederen in verbinding te brengen met haar eigen verhaal. Ze ging schilderen.

‘Ik ben altijd een beelddenker geweest’, zegt ze. Maar een bijzondere belangstelling voor beeldende kunst had ze nooit gehad. Ze fotografeerde

MET EMERITAAT
24 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
door Caspar Dullemond

een beetje. Een paar keer per jaar bezocht ze een tentoonstelling. Schilderen was vooral iets voor later. Ze maakte haar voornemen kenbaar in een brief aan haar vriend en leermeester Frans Andriessen: ‘Ik schreef: na mijn pensioen ga ik schilderen. Per omgaande kwam er een ansicht terug: dat is een lapsus! Hij bedoelde dat ik het nú moest doen. Het was een kant van mij die onderontwikkeld was, vond hij. Ik snapte zijn argument. Maar ik had geen tijd. Je hebt rust nodig om met zoiets totaal anders bezig te gaan.’ Om haar hoofd leeg te krijgen ging ze liever wandelen.

Stug oefenen

Haar familie gaf haar een schildersezel voor haar zestigste verjaardag. Bij het Kunstenhuis Zeist volgde ze een basiscursus tekenen en schilderen. ‘Zestig lessen. Want zo ben ik dan ook wel weer: als ik ergens aan begin, dan wil ik het ook echt leren.’ En, heel belangrijk: ‘Ik merkte onmiddellijk dat ik het niet alleen leuk vond, maar dat ik het ook kon.’ Na een paar jaar stug oefenen nam haar hobby een onverwachte wending, toen predikant Kees Bregman haar vroeg of ze ervoor voelde om te exposeren in zijn Oude Kerk in Soest. ‘Het moesten wel grote doeken zijn, zei hij er meteen bij.’ Het vooruitzicht om een serie schilderijen voor zo’n prachtige

middeleeuwse kerk te maken, gaf haar meteen een thema.

‘Het moest passen bij de ruimte, bij de liturgie die bij die ruimte hoort.’

Ze ging aan de slag met het verhaal dat al vanaf haar studie bij haar was: het boek Ruth. Grote doeken dus, met veel aardekleuren. ‘Ik begin altijd met het bepalen van de kleuren, pas dan volgen de vormen en de figuren. En de vraag waar in dit verhaal het licht vandaan komt. Het verhaal van Ruth begint donker. Als ze wegtrekken uit hun land zie je vanuit het grijs het oranje ontstaan.’ Zoals het theologen betaamt, kwam er een werkboek bij de tentoonstelling, met gedichten en gebeden, onder meer van Bekius zelf. Meer schilderijenseries, meer tentoonstellingen en meer werkboeken volgden, in nauwe samenwerking met Andries Govaart en anderen. Over de Veertigdagentijd. Het licht speelt, over de periode van Pasen naar Pinksteren. En Uit aarde, over de kwetsbaarheid van het bestaan, dat, in een bittere gelijktijdigheid, verscheen vlak na het onverwachtse overlijden van haar echtgenoot: ‘Maarten heeft het nog allemaal gezien.’

Wat is haar stijl? ‘Ik zit in het grensgebied van figuratief en abstract, waarbij denk ik mijn kleurgebruik het meest typerend is. Maar ik heb niet één

Lees verder
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 25
‘Ik ben altijd een beelddenker geweest’

stijl die ik overal toepas. Neem dit boekje, mijn laatste, dat we gemaakt hebben ter gelegenheid van het afscheid van Teun Kruijswijk Jansen. Hij vroeg of ik schilderijen wilde maken bij acht preken over het Onze Vader. Hij is een Iona-man, en dat zie je in de schilderijen terug.’ Als belangrijkste invloeden noemt ze August Macke, Paul Klee en Marc Chagall: ‘Dat zijn mijn drie helden, als ik ze zo noemen mag.

Lastiger

Haar ‘laatste boekje’ is ook echt haar laatste boekje, maakt ze duidelijk: ‘Ik ben gestopt met grote projecten en tentoonstellingen. Ik heb de ziekte van Parkinson: het kost me te veel moeite en stress om in Wageningen of Leeuwarden of waar dan ook te komen en daar dan de boel in te richten of een toelichting te geven op mijn werk. Mijn schilderijen moeten nu zelf hun weg vinden.’ Haar ziekte maakt het schilderen ook fysiek lastiger: ‘Ik kan geen lange perioden meer staan. En heel fijn schilderen wordt lastig.’ Ze heeft haar werkwijze aangepast en schildert nu gewoon voor zichzelf: ‘Als werk is het afgerond.’ Hoe wil ze herinnerd worden: als schilder of als theoloog? ‘Ik zeg altijd: ik ben theoloog en kunstenaar. In die volgorde. Als theoloog ben ik professional. En als kunstenaar oprecht amateur.’

Corja Bekius studeerde theologie aan de Universiteit van Amsterdam. Aansluitend was ze korte tijd verpleeghuispastor in Leidschendam. In 1978 trok ze met haar man Maarten Menken, die een baan als nieuwtestamenticus in Heerlen had gekregen, naar Limburg. Zelf kreeg ze een deeltijdbaan voor ‘bijstand in het pastoraat’ (later predikant) in Grevenbicht (bij Sittard). In 1984 werd ze pastoraal medewerker in Hoensbroek en pastor geestelijk verzorger in revalidatiecentrum De Lucaskliniek. Op de laatste plek bleef ze negen jaar. In die jaren volgde ze KPV- en supervisoren-opleidingen in Amersfoort en Hannover. In 1993 verhuisden ze naar het midden van het land. Ze was een van de oprichters van het centrum voor parttime training KPV in Maarssen. Daarnaast werd ze universitair docent pastorale psychologie aan de Universiteit Utrecht en later aan de kerkelijke opleiding daar. Ze promoveerde op een onderzoek naar het gebruik van rituelen in het pastoraat. In 2009 ging ze met pensioen als universitair docent pastoraat en geestelijke verzorging aan de PThU. Ze was nog tot 2015 actief als supervisor: ‘Af en toe voer ik nog wel een pastoraal gesprek.’

Het werkboekje bij Vensters op het Onze Vader (2022) van Teun Kruijswijk Jansen, met acht schilderijen van Corja Bekius, is voor € 5,- te bestellen bij docete.nl. Onder de titel Beelden als bron vindt u hier een gratis te downloaden catalogus van al haar kunst & kerk-werk.

26 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
Corja Bekius: 'Ik sta hier voor mijn schilderij Een nieuwe weg, dat ik schilderde bij lied 820 van Andries Govaart. We zongen het bij mijn afscheid van de PThU. En ik ben daarna ook echt een nieuwe weg ingeslagen.'

Promotie: Paulus en het geloof van de filosoof

Op 12 januari promoveerde Sierksma-Agteres (docent Nieuwtestamentisch Grieks aan de PThU Amsterdam) op haar thesis over discoursen rond geloofstaal in de Grieks-Romeinse wereld. Zij onderzocht hoe de betekenis van Paulus’ veelvuldige gebruik van de Griekse woordgroep pistis / pisteuō – in het Nederlands vaak vertaald als ‘geloof’ / ‘geloven’ – begrepen kan worden in het licht van het taalgebruik en de discoursen van zijn tijd. ‘Juist door het gebruik van geloofstaal presenteerde de vroegchristelijke beweging zichzelf als een meer filosofisch en redelijk type religie. Dat staat lijnrecht tegenover hedendaagse psychologische en fideïstische noties als een “sprong in geloof” of “blind geloof”’, aldus Sierksma, die promoveerde aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de RUG. Haar dissertatie is getiteld Paul and the philosophers’ faith: Discourses of pistis in the Graeco-Roman world. Haar promotores waren prof. dr. Geurt Henk van Kooten en prof. dr. Gert-Jan van der Heiden.

PROMOTIES & PUBLICATIES
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 27

In dit boek wordt beschreven hoe er in de ‘theologie na God’ opnieuw over God gedacht wordt. Benjamins begint bij de theologie van Kuitert die voor veel gelovigen functioneerde als een springplak naar de onkerkelijkheid, maar ook aanzetten bevat voor een theologie na Kuitert. Om zo’n theologie te ontwikkelen grijpt hij terug op de filosofie van Hegel en Heidegger, met wie God als Geest en als Zijn kan worden beschreven. Hegel en Heidegger werken vervolgens op heel verschillende manieren door bij de interpretatietheologen, de deconstructiedenkers en de constructieve theologen die in het derde deel worden besproken. Het boek biedt heldere overzichten over een keur van theologen en filosofen en de stroming waartoe ze behoren. Het wil een inleiding bieden in het theologische gesprek over God na God, zoals zich dat in de laatste decennia in verschillende taalgebieden heeft ontwikkeld. Daarmee wordt beoogd bij te dragen aan een theologie die zich plaatst in de context van een postchristelijke, postmoderne en postseculiere wereld.

Rick Benjamins, Boven is onder ons: Denken over God na God.

Vught: Skandalon, 288 pp., € 29,90

Joep de Hart, Pepijn van Houwelingen en Willem Huijnk, Religie in een pluriforme samenleving; diversiteit en verandering in beeld. Deel 3: Buiten kerk en moskee.

Den Haag: SCP 2022.

Dit rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau is het afsluitende deel in een drieluik. De eerste twee delen, beide uit 2018, richtten zich op moslims resp. christenen in Nederland. Het derde afsluitende deel gaat in op de verbreiding en impact van vormen van niet kerkelijk gebonden spiritualiteit en op de levensbeschouwing van buitenkerkelijken en niet gelovigen. Thans is meer dan de helft van de Nederlandse bevolking niet gelovig of niet traditioneel godsdienstig gelovig. Uiteraard worden ook zij geconfronteerd met zingevingsvragen. Om te verkennen hoe atheïsten, agnosten en hedendaagse spirituelen met fundamentele levensvragen omgaan ontwikkelde het SCP een (kwantitatief) instrument om zingeving te meten. Men sprak uitgebreid met betrokkenen en met ondernemers en vertegenwoordigers van organisaties die op deze levensbeschouwelijke groepen gericht zijn. Traditioneel gelovigen en hedendaagse spirituelen blijken al met al iets meer zingeving te ervaren dan agnosten en atheïsten. Opvallend is dat het aantal hedendaagse spirituelen niet (verder) toeneemt. Veel vormen van hedendaagse spiritualiteit lijken eerder een voorportaal van secularisering te zijn dan een nieuwe vorm van religie.

PROMOTIES & PUBLICATIES VERVOLG 28 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023

De Dode Zeerollen bieden een unieke dwarsdoorsnede van wat er aan Joodse literatuur aanwezig was in Hellenistisch en Romeins Judea. Dat roept de vraag op hoe deze teksten, die werden gevonden tussen 1947 en 1956, zich verhouden tot andere teksten uit dezelfde tijd en tot de context waarin zij ontstonden. Op die vraag richtte zich het driejaarlijkse congres van de International Organization for Qumran Studies in 2019. Deze bundel verzamelt enkele bijdragen aan dat congres Gareth Wearne (Australian Catholic University) toont aan dat er zodanig opvallende parallellen zijn tussen hoe de Dode Zeerollen de geschiedenis van Israël beschrijven en de Grieks-Romeinse geschiedschrijving, dat er goede redenen zijn om hier van een gedeelde literaire en intellectuele cultuur te spreken. In zijn eigen bijdrage maakt Hartog een vergelijkbaar argument op basis van ander materiaal: de manier waarop de Dode Zeerollen hun bronteksten herwerken en herformuleren past binnen een bredere traditie van parafrase, zoals je die ook in homerische teksten ziet. Zo draagt deze bundel bij aan een voortgaand debat: hoe anders waren Joodse (of christelijke)

geschriften dan de geschriften van niet-Joodse en nietchristelijke tijdsgenoten? Makkelijke antwoorden op die vraag zijn er niet, veel te ontdekken is er gelukkig nog wel.

Annemarie Roding-Schilt, Theo Hettema, Basisbakboek voor preken: Leer een preek bakken die naar meer smaakt! Houten: Ekklesia 2022, € 19,90, 195 pp.

P.B. Hartog en A.B. Perrin (red.), The Dead Sea Scrolls in the Context of Hellenistic Judea: Proceedings of the Tenth Meeting of the International Organization for Qumran Studies 2019.

Leiden: Brill 2022.

Predikant-geestelijk verzorger Annemarie Roding-Schilt en docent van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten bij de PThU Amsterdam

Theo Hettema schreven samen een Basisbakboek voor preken. Het boek gebruikt de stappen van het bakken en voorschotelen van een taart als vergelijking voor het maken en houden van een preek of overweging. In het boek wordt uiteengezet welke elementen onmisbaar zijn bij het maken van een preek en hoe je daarvan een goede preek ‘bakt’. Daarnaast bevat het boek allerlei tips voor het spreken in een kerkdienst. Ook de vraag of de preek nog wel een medium van deze tijd is wordt besproken. Als extra’s komen onderwerpen aan de orde als het gebruik van een beamer, mindmappen, het kindergesprek en humor in de preek. Het boek is bedoeld voor predikanten, kerkelijk werkers en andere al dan niet professionele sprekers in kerkdiensten of bijeenkomsten. Inmiddels staat het Basisbakboek voor preken ook op de literatuurlijst van verschillende theologische opleidingen.

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 29

In haar nieuwe gedichtenbundel, Het komende leven, zoekt Renée van Riessen woorden voor een werkelijkheid die niet is, maar verwacht wordt en altijd nog komen moet. Ze onderzoekt haar verhouding tot dit komende leven aan de hand van mystieke schrijfsters zoals Hadewijch en Julia van Norwich, maar ook via beelden van zwangerschap en moederschap. Liefde is de lens die het komende leven zichtbaar maakt. God verschijnt in haar werk als een huishoudster die 'wat rolt langs plinten/ vindt'. Renée van Riessen doceerde filosofie aan onder meer de PThU en schreef filosofische essays. Daarnaast bleef ze altijd poëzie schrijven en publiceren. Vier bundels verschenen sinds haar debuut in 1984. Het komende leven, verschenen in november 2022, is haar vijfde bundel. Over de poëzie van Renée van Riessen schreef Jaap Goedegebuure:

Renée van Riessen, Het komende leven.

Amsterdam: Sjibbolet 2022, 72 pp, € 19,50

'Van Riessens poëzie herinnert aan de mystiek zoals die van Meister Eckhart, en twintigste-eeuwse spirituelen, zoals Rilke en Etty Hillesum, zijn nooit ver weg.'

Herman Noordegraaf, Op de straathoek. Ds. G. Van Veldhuizen (1903-1963). Van plattelandsdominee tot pionier in Rotterdam Crooswijk.

Utrecht: Eburon 2023, 228 pp., € 26,00

Gijsbert van Veldhuizen (1903-1963) was een hervormd predikant van confesionele signatuur, achtereenvolgens werkzaam in Nigtevecht, Hantum, Rotterdam Kralingen en vanaf 1947 in Rotterdam Crooswijk. Over hem schreef emeritus hoogleraar diaconaat Herman Noordegraaf een biografie. Het grootste deel daarvan is gewijd aan de periode in de oude volkswijk Crooswijk met haar vele laag- en ongeschoolde arbeiders, veelal onkerkelijk of zelfs anti-kerkelijk. Van Veldhuizen ontdekte dat de traditionele kerkelijke aanpak niet langer aansloot bij de leefwereld van de wijkbewoners en zocht nieuwe wegen. Door zijn werk in teamverband groeide vanuit het clubhuiswerk een gemeenschap waarin plaats was voor postduivenverenigingen, een boksclub, verteldiensten, vakanties en films, en een kinderdagverblijf voor de meest kwetsbare kinderen. Van Veldhuizen introduceerde in Nederland de comprehensive approach, waarin de mens in al zijn factten centraal stond. Hij was daarmee een pionier in het ontwikkelen van wat later oude wijkenpastoraat ging heten. Dit boek is zowel kerkhistorisch als missionair-diaconaal van belang.

30 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
PROMOTIES & PUBLICATIES VERVOLG

De Reformatie van de Westerse kerk was een reeks gedenkwaardige gebeurtenissen die veel zaken die voorheen als vanzelfsprekend werden beschouwd, op de helling zette. In de nasleep van deze dramatische veranderingen zochten aanhangers van de verschillende opkomende confessionele culturen in de zestiende eeuw zekerheid met behulp van geschiedschrijving. Ze creëerden specifieke verhalen van de gebeurtenissen rond de Reformatie en een historische continuïteit van het vroege christendom om hun eigen religieuze leer en praktijk te legitimeren. Vervolgens vormde de Reformatie, als een proces van hervorming, vernieuwing of omwenteling van kerk en samenleving, de manier waarop hedendaagse actoren en de volgende generaties met geschiedenis in het premoderne tijdperk omgingen. De auteurs van dit boek onderzoeken deze en andere verwante ontwikkelingen, rekening houdend met een breed scala aan kerkelijke perspectieven in verschillende Europese contexten, tot ver in de achttiende eeuw. De PThU is met bijdragen van Aza Goudriaan en Markus Matthias vertegenwoordigd.

Daniel Gehrt, Markus Matthias en Sascha Salatowsky (red.), Reforming Church History. The Impact of the Reformation on Early Modern European Historiography. Gothaer Forschungen zur Frühen Neuzeit 22. Stuttgart: Franz Steiner Verlag 2023 (317 pp), €64,00

Heleen Zorgdrager en Pieter Vos (red.), The Calling of the Church in Times of Polarization Studies in Reformed

Theology 46.

Leiden: Brill, 2023.

Open access: ISBN: 978-90-04-52764-5

In veel samenlevingen overal ter wereld neemt de polarisatie tussen verschillende groepen toe. Polarisatie ontstaat wanneer de angst voor verschillen omslaat in ‘wij-tegen-zij’-denken en elke vorm van compromis uitgesloten wordt. In deze bundel bespreken auteurs vanuit verschillende achtergronden polarisatie binnen samenlevingen en kerken in diverse contexten. De centrale vraag door de hele bundel heen is: wat is in deze gepolariseerde dynamiek de roeping van de kerk? De auteurs bieden nieuwe benaderingen van en invalshoeken in de debatten over bijvoorbeeld racisme, sociale rechtvaardigheid, seksualiteit en gender, euthanasie, migratie, en ecologie en landbouw. De bijdragen combineren scherpe analyse van specifieke contexten met diepgaande reflectie vanuit theologie en ecclesiologie. In deze bundel brengen de auteurs, uit o.a. Indonesië, Zuid-Afrika, de Verenigde Staten, Hongarije en Nederland, de uiterst actuele debatten uit maatschappij en kerk in gesprek met thema’s uit de gereformeerde theologie.

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 31

16 MEI 2023

PREKEN OVER DE ZONDE

Hoe kunnen we de thema's zonde en schuld anno 2023 in een preek aan de orde stellen? En moet dat nog? Bij dit online Barthianum lezen we delen uit de zondeleer, die in de dogmatiek van Karl Barth in het kader van de verzoeningsleer staat. Na een kort inleidend college worden er teksten gelezen in break out rooms: gedeelten uit Kirchliche Dogmatik IV én een preek van Barth.

12 EN 13 JUNI 2023 VAN U IS DE AARDE

In deze (inleidende) tweedaagse cursus doordenken we ‘het gelaat van de aarde’ die we bewonen en bewerken, met het oog op het liturgisch, homiletisch en diaconaal handelen van de gemeente. Dat doen we aan de hand van bestudeerde literatuur, bespreking daarvan en gesprek daarover, en door hoor-werkcolleges vanuit verschillende disciplinaire perspectieven.

Docenten: dr. Mirella Klomp e.a. Plaats: Nieuw Hydepark, Driebergsestraatweg 50, Doorn. Aanmelden voor 1 mei 2023. Kosten € 742.

23 JUNI 2023

AFSCHEID PROF. DR. RIEMER ROUKEMA

Dr. Riemer Roukema, onderzoekshoogleraar

Vroeg Christendom, neemt afscheid van de PThU. Tijdens de afscheidsbijeenkomst zal hij een rede uitspreken met als titel ‘Motieven om christen te worden in de tweede en derde eeuw’. Wat voor beweegredenen hadden mensen toen om zich bij de christenen aan te sluiten en gedoopt te worden? De bijeenkomst vindt plaats in de Pieterskerk in Utrecht.

29 JUNI 2023 AFSCHEIDSSYMPOSIUM

DR. ANNE-CLAIRE MULDER

Dr. Anne-Claire Mulder, docent vrouwen- en genderstudies aan de PThU, gaat met pensioen. Om haar afscheid te markeren houdt de PThU het symposium Een gemeenschap van gelijken –omgaan met verschillen. Dit symposium vindt plaats in de Doopsgezinde Kerk, Groningen.

1 SEPTEMBER 2023

OPENING ACADEMISCH JAAR

Op 1 september 2023 opent de PThU het academisch jaar 2023-2024 met een symposium over de hel. Onder het motto ‘Uitgeblust of opgestookt, de herontdekking van de hel’ gaat PThU-hoogleraar dogmatiek Arnold Huijgen het gesprek aan met wetenschappers en kunstenaars van binnen en buiten de kerk. Tijdens de opening spreekt hij vervolgens de rede uit waarmee hij zijn leerstoel aan de PThU aanvaardt. De bijeenkomst vindt plaats in de Nicolaïkerk in Utrecht

20-22 OKTOBER 2023

INSPIRATIEFESTIVAL

Dit driedaagse festival op Terschelling is dé plek om geestelijk uit te waaien en op zoek te gaan naar inspiratie om je geloof te verdiepen. Het festival, waarvan de PThU een van de partners is, vindt alweer voor de vierde keer plaats. Meer informatie is te vinden op inspiratiefestival-terschelling.nl.

PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023
AGENDA

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.