Together straight forward to the day of tomorrow. Port of Antwerp-Bruges, the world’s best home port.
www.portofantwerpbruges.com
Onverantwoord, onaanvaardbaar, hallucinant, onbegrijpelijk, … Minstens één van die woorden of een ander synoniem namen jullie vorige week beslist ook in de mond. Samen met jullie hebben we afgelopen woensdag de algemene stakings- en actiedag scherp veroordeeld. Een ondernemer verwoordde het als volgt: “Bert, ik krijg het niet uitgelegd, laat staan aan onze vakbonden: de concurrentiekracht van ons bedrijf vormt de basis voor hun koopkracht en die van al onze medewerkers!”
Onverantwoord, onaanvaardbaar, hallucinant, onbegrijpelijk, … is inderdaad de onzin die vakbonden uitkramen. Ze ontberen elke vorm van realisme in hun pleidooi om meer koopkracht en loon bovenop de index. Ze weigeren te erkennen dat we beter samen aan één zeel zouden trekken om de economische situatie van ons land om te keren.
De concurrentiekracht van onze WestVlaamse bedrijven vormt de basis voor de koopkracht van alle West-Vlamingen. Als we dat fundament niet dringend onderstutten, dan dreigt structurele economische schade waarvan we enkel nog met harde en pijnlijke maatregelen herstellen. Door hun onverantwoorde houding doen vakbonden het omgekeerde van wat nodig is. Door nog meer loon te eisen bovenop de inflatie geven ze de concurrentiekracht een nieuwe mokerslag.
Onze bedrijven kreunen onder de exploderende loonkosten in een context van al oplopende energiekosten en een economische recessie. Nooit eerder in de laatste 40 jaar zagen ze de lonen die ze hun medewerkers betalen, zo snel stijgen als nu. Op 1 januari gaan de lonen van meer dan 1 miljoen mensen met 10% omhoog. Een bedrijf dat vandaag 10 miljoen euro aan lonen betaalt, geeft daar straks 11 miljoen euro aan uit. En ook in de volgende jaren zet die stijging zich door. We verwachten dat de lonen op 3 jaar tijd 21% hoger zullen uitkomen. Elke voorspelling over de inflatie is het laatste jaar een onderschatting gebleken. Het kan dus ook nog meer zijn.
Bedrijven zijn nu al (deels) dicht omdat het te duur wordt. Bedrijven proberen de loonstijgingen door te rekenen in de prijs van hun producten en diensten. Zo wordt al wat ze maken duurder. Ze hebben ook te maken met een sterk stijgende energiefactuur die ze proberen door te rekenen. Dat kan niet blijven doorgaan. Slechts 1 op de 5 ondernemingen kan alle kosten doorrekenen, de rest moet het zelf zien op te vangen. Klanten zijn niet bereid om de voortdurende prijsstijgingen te betalen. Veel bedrijven sluiten tijdelijk de deuren en hebben geen werk meer voor een deel van de medewerkers: in WestVlaanderen gaat het om 195 bedrijven die geheel of deels gesloten zijn en om ca. 13.500 medewerkers die thuis zitten. We hopen dat dit tijdelijk is, maar dat is niet zeker. We zien ook dat de interimarbeid aan het dalen is, altijd een slecht voorteken.
We prijzen onze jobs uit de markt. Als de lonen in ons land fors hoger zijn dan in de buurlanden, is het erg moeilijk voor onze bedrijven om concurrentieel te blijven. Dat is precies wat nu aan het gebeuren is. De Duitse lonen zullen met zo’n 6% stijgen in 2023. Ook in Nederland en Frankrijk stijgen de lonen minder
snel dan bij ons. Onze loonhandicap ten opzichte van de buurlanden stijgt naar 8,6%. We prijzen onze goederen en diensten en vooral ook onze jobs uit de markt. Nu al zegt 1 onderneming op de 3 het in de nabije toekomst met minder personeel te doen. De rekening van de sterke loonstijging dreigt terecht te komen bij onze eigen werknemers.
De rendabiliteit van bedrijven krijgt sowieso al klappen. Toen het ergste van de coronacrisis achter de rug was, herleefden de economieën wereldwijd. De start van 2022 was veelbelovend en bedrijven maakten weer winst. Daar blijft op het einde van het jaar weinig van over. De orderboeken lopen leeg. De gemiddelde bedrijfswinsten krimpen fors. Door de kostenstijgingen komt de economie tot stilstand en kijken we aan tegen een economische krimp. Bedrijven moeten hun reserves aanspreken om de recessie door te komen. Elk Europees land bereidt zich voor op een moeilijke winter. Enkel in België wordt er gestaakt omdat een loonstijging met 10% niet genoeg is voor de vakbonden. Dit kan geen enkele onderneming begrijpen, en al zeker niet de hoofdkwartieren van de buitenlandse vestigingen.
En het ergste moet nog komen. Veel bedrijven zien in het laatste kwartaal van dit jaar hun oude energiecontact aflopen. De hoge energieprijzen sijpelen pas straks ten volle door in de bedrijven. De loonstijging van 10% moet in januari voor het eerst betaald worden. Ondernemingen nemen maatregelen om ondanks alles te overleven, met sterke gevolgen voor onze economie. Ze worden genoodzaakt om minder te investeren, minder mensen aan te werven en minder te kunnen groeien. De bouwstenen voor een welvarend Vlaanderen dreigen als een kaartenhuis in te storten. Koopkracht bescherm je het best met concurrentiekracht van de ondernemingen. En die wordt nu ondermijnd.
“Koopkracht bescherm je het best met concurrentiekracht van de ondernemingen. En die wordt nu ondermijnd.”
BERT MONS - GEDELEGEERD BESTUURDER
Kuurnenaar Christophe Dhaene maakt met het door hem opgerichte informaticabedrijf e-BO Enterprises de ene kwantumsprong na de andere in de wereld van de innovatieve servicebedrijven voor allerlei technologische applicaties.
Voor zijn eerste haventerminal op Europese bodem koos de Britse Nectar Group voor Oostende. De wereldwijde behandelaar van bulkgoederen is er deze zomer gestart met trafiek van staal, hout, wieken en onderdelen van windturbines.
Maatschappelijke zetel: Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, info.wvl@voka.be - Hoofdredacteur: Joke Verbeke
Redacteurs: Margot Dhondt, Kenneth Oroir, Conny Van Gheluwe - Vormgeving: Pieter Claerhout
Mediaregie: Sven Van Ryckeghem
Fotografen: Stefaan Achtergael, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe
Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Margot Dhondt, Roel Jacobus, Joyce Mesdag, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe
Druk: Lowyck
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het jaar 2022 zal er een zijn met een erg mooi randje voor het in Gits gevestigde Sadef, sowieso een parel in het West-Vlaamse bedrijvenlandschap. CEO’s Peter Verbrugge en Patrick Vandewaetere zijn niet weinig fier op een reeks realisaties met steeds verdergaande internationalisering, een stevig groeiparcours en ronkende referenties als belangrijkste speerpunten.
Sadef viert 75ste verjaardag
Hoe vergroeid kan je zijn met een bedrijf? In het geval van Peter Verbrugge: erg vergroeid. Nog in de vorige eeuw kwam hij voor zijn eerste job in Gits binnengewandeld. Hij klom er stap voor stap op de hiërarchische ladder, om in 2010 vanuit Oostenrijk geroepen te worden voor de functie van CEO. “Ik had toen 2 jaar de kans gekregen om op de hoofdzetel van voestalpine in Krems het management te leren kennen en de polsslag te voelen van onze moeder maatschappij”, vertelt Peter Verbrugge. “En merkwaardig toch: de hoofdlijnen die we toen al uitgezet hadden voor ons bedrijf in Gits, blijven vandaag nog altijd overeind. De eerste bedoeling is altijd geweest om van de West-Vlaamse fabriek een experience- en competen tiecenter te maken voor het rolvormen van stalen profielen. Zonder naast onze
schoenen te lopen, mag je ons gerust een toptechnologiebedrijf noemen.”
In de loop der jaren heeft Sadef in Gits nog een hele transformatie ondergaan om zijn missie beter en beter in te vullen, en dat op meerdere vlakken. “In ons vak begint alles bij kennis”, aldus Verbrugge. “In de loop der jaren hebben we dan ook meer en meer ingezet op het aanwerven van getalenteerde ingenieurs om onze opdracht – het profileren van staal – optimaal in te vullen, bij voorkeur ook in samenspraak met onze klanten. De tweede grote evolutie betrof onze eigen organisatie. Vroeger deden we nog uitgebreid een beroep op gereputeerde internationale machinebouwers. Na een strategische denkoefening kiezen we al jaren meer en meer voor verticale integratie en werd inhouse krachtig geïnvesteerd in eigen engineering van uitrustingsmachines. Binnen de multina tional voestalpine wordt Gits daarom als rolmodel gezien, als bron van inspiratie ook voor de andere buitenlandse filialen van de multinational. Kruisbestuiving op zijn best.”
De door Peter Verbrugge en Patrick Vandewaeter mee uitgestippelde strategie heeft de fabriek in Gits geen
PETER VERBRUGGEwindeieren opgeleverd. “We zijn in hartje West-Vlaanderen doorgegroeid naar een groot bedrijf, maar wel nog altijd een met een kmo-spirit”, luidt het. De klanten van Sadef situeren zich hoofdzakelijk in de sector van industriële voertuigen (45%), in de industrie (35%) en de bouw (20 %). De omzetstijging van Sadef – mee veroorzaakt door de aandikkende staalprijzen – was de voorbije jaren manifest. Anno 2022 zal worden afgeklokt op grosso modo 280 miljoen euro.
Succes moet je verdienen, maar het legt ook druk op een organisatie. “Als een opdracht groot genoeg is, werken we intern nu met mini-factories, kleinschalige entiteiten om één klant integraal en optimaal te geven waar hij recht op heeft”, zegt Peter Verbrugge. “Voor Daf bijvoorbeeld moeten we complexe stalen profielen leveren voor de bestuurderscabine van hun nieuwe Truck van het Jaar die in Westerlo wordt gebouwd. Als het over customer made gaat, kan je de klant nooit genoeg plezieren, toch? Om tot dergelijke operatie over te gaan, moeten natuurlijk enkele voorwaarden zijn voldaan. Het order moet groot genoeg zijn, er moet sprake zijn van een langetermijnrelatie en de opdracht moet een hoge afwerkingsgraad in zich dragen.”
In Gits werken vandaag 650 mensen. “Gouden medewerkers, want er is hier omwille van het familiale karakter weinig verloop”, zegt Patrick Vandewaetere. “De voorbije paar jaren zijn er ook nog eens bijna 200 nieuwko mers in dienst getreden. Het moet gezegd: grotendeels met dank aan de buiten landse instroom.”
Peter Verbrugge (eerder de CEO van strategie, sales, aan koop en productie) en Patrick Vandewaetere (medebestuurder verantwoordelijk voor hr, finance, controling en IT) nemen niet graag
het woord crisis in de mond. “In onze fa briek is dat woord ook bepaald niet aan de orde”, zeggen ze. Maar ook zij kunnen niet blind blijven voor een aantal economische fenomenen. Kan je zomaar je eigen factu ren doorrekenen aan de klanten? “Tot op zekere hoogte wel”, zeggen de CEO’s. “Het is altijd een kwestie van eerlijke en transpa rante communicatie. Als je met klanten praat, weten ook zij maar al te goed wat in flatie betekent. Beperkte en onderhandelde prijsverhogingen kunnen dus best wel, als je maar vasthoudt aan een dienstverlening en een kwalitatief product dat af is.”
En wat met oplopende personeelskos ten als gevolg van de veel besproken index? “In juli hebben we die meerkosten, overeenkomstig onze cao, doorgevoerd”, zegt Patrick Vandewaetere. “Een plus op de totale loonmassa van 8,15%. Op korte termijn voel je dat uiteraard. Maar op langere termijn wordt het tijdelijke nadeel altijd weer afgevlakt, zo leert de ervaring. Bovendien kan ook zoiets als productiviteit dat nadeel deels compenseren. Daarom niet altijd door harder te werken, maar wel door intelligenter te werken. Onze eigen opleidingsacademie zorgt terzake voor winst op de werkvloer.” (KC - Foto’s Kurt)
“Binnen de multinational voestalpine wordt Gits als rolmodel gezien, als bron van inspiratie.” —
Het Izegemse DTplan heeft de prestigieuze KNX Innovation Award 2022 gewonnen, die het beste KNX-project van het jaar bekroont. KNX is een open programmeertaal en de belangrijkste standaard in de wereld van gebouwenautomatisatie. DTplan is een systeemintegrator en -programmeur die de programmeertaal gebruikt om tal van merken te integreren en gebouwen slim te maken. De case van DTplan in het 18de-eeuwse Kasteel Blauwhuis in Izegem werd door de jury bekroond omwille van de uitgebreide en complexe KNX-integratie, die uiteindelijk resulteerde in een enorm gebruiksgemak en automatisering voor de eindklant.
COSH! haalt 600.000 euro kapitaal op
COSH!, een Brugse start-up in duurzame mode, heeft tijdens zijn eerste seed-ronde 600.000 euro aan kapitaal opgehaald.
“Met deze kapitaalronde willen we onze missie om de modesector transparanter, duurzamer én circulair te maken nog meer wind in de zeilen geven”, vertelt founder Niki de Schryver. Het duurzame modeplatform is sinds vorige maand gevestigd in tech-incubatiehub Brugge.Inc.
EFFIX en Fraeye Hardware Group slaan handen in elkaar
EFFIX en Fraeye Hardware Group fusioneren en gaan samen verder onder de naam EFFIX Group. EFFIX uit Waregem werd in 2002 opgericht door Geoffrey Vander Schelden. Het ontzorgt klanten onder meer op het vlak van cloud-, netwerkinfrastructuur en telefonie. Fraeye Hardware Group, gevestigd in Maarkedal en Eke, werd in 2019 opgericht door Mike Fraeye en maakt deel uit van Fraeye Group. De Fraeye Group bestaat uit verschillende bedrijven die elk hun specialisatie hebben in de IT-sector. Enkel de Fraeye Hardware Group fusioneert met EFFIX. Mike Fraeye en Geoffrey Vander Schelden zijn co-eigenaar in EFFIX Group en zullen samen de verdere strategie voor EFFIX Group uitstippelen. Voor de klanten verandert er niets: de vertrouwde gezichten blijven aan boord en alle locaties, Maarkedal, Eke en Waregem, blijven behouden.
Zo sterk groeide de omzet van eSafe de voorbije 4 jaar. Het won daarmee Deloitte 2022 Technology Fast 50 Award in de categorie Electronic Devices, Hardware & Semiconductor. eSafe is producent van oplossingen voor de succesvolle levering en ophaling van pakjes en brieven. “Deze award is een confirmatie dat wij naast een duurzaame oplossing ook de meest gewenste last mile oplossing bieden”, klonk het bij CEO Leon Renson.
IN HET KORT ― 7 Mike Fraeye en Geoffrey Vander Schelden.Chocolatier Vandenbulcke, opgericht in 1949, wordt vandaag geleid door de derde generatie: Jelle Vandenbulcke en zijn 2 neven Bert en Luk Vandenbulcke. Innovatie is cruciaal voor deze onderneming. “We zitten in een nieuwbouw, waar we zelf de helft van de benodigde energie opwekken via zonnepanelen. Daarnaast hebben we ook ons machinepark geüpdatet”, getuigt Jelle Vandenbulcke. “Bovendien blijven we op productniveau continu op zoek naar vernieuwingen.”
Dat die inspanningen letterlijk in de smaak vallen, bleek op de ISM-zoetwarenbeurs in Keulen, waar de onderneming met Petit Melo (een kleine en nieuwe versie van de alombekende ‘melo cake’) de zilveren medaille wegkaapte. “We hebben die verkleind tot een hapklaar formaat en verrijkt met diverse infusies en decoraties. Het innovatieve recept zorgt ervoor dat het product een jaar houdbaar is, wat ruimere
mogelijkheden biedt op vlak van stockbe heer en internationalisering.”
Met de praline Cabosse sleepte Vandenbulcke zelfs een gouden medaille in de wacht. “Dit product bewijst dat je veel meer met cacaovruchten kan doen dan tot voor kort het geval was. Vroeger gebeurde er niets met de pulp die rond de bonen zit en werd die weggegooid. We hebben die nu verwerkt in een heel natuurlijke vulling, die zurig en fruitig smaakt. Door dat vrucht vlees te gebruiken, kunnen we de verspil ling van de cacaovrucht met liefst 70% inkrimpen. De smaak is vergelijkbaar met het sap van kokosnoten of lychees. Consu menten kunnen de pralines ontdekken in de Belgische supermarkten.”
Chocolatier Vandenbulcke ijvert al jaren voor meer duurzaamheid in de sector en tekende daarom het Beyond Chocolate
Charter. Daarmee engageren chocoladefa brikanten zich om enkel duurzame choco lade te verkopen, ontbossing door de cacaosector tegen te gaan en cacaoboe ren een leefbaar inkomen te geven. “Ons nieuwste product Cabosse onderschrijft perfect die waarden, aangezien het ge maakt is van duurzame chocolade en een vulling die afkomstig is van de pulp van de cacaovrucht, wat de boeren meer inko men oplevert, iets wat we altijd belangrijk hebben gevonden. Destijds waren we al bij de eersten om fairtradechocolade te ver kopen. We werken uitsluitend samen met leveranciers die gecertificeerde chocolade aanbieden en betalen daar inderdaad een meerprijs voor, maar die is het zeker waard. Op verpakkingsvlak opteren we louter voor kartonnen en papieren verpakkingen van gerecyleerd karton, wat goed is om de ont bossing tegen te gaan. Bovendien is het lint van onze nieuwe pralineballotin gemaakt van de eucalyptusplant. We zijn dank baar dat retailers dergelijke initiatieven ondersteunen en hebben goede hoop dat de consument, zelfs in deze economisch bizarre tijden, ook overstag zal blijven gaan voor ons (h)eerlijk duurzaam en innovatief chocoladeverhaal.” (BVC - Foto Kurt)
Hoofdgebouw Ieper Business Park
MBA Highlights Advanced start voor de tweede keer op 2 maart 2022. De residentiële opleiding bestaat uit 4 modules die inhoudelijk verzorgd worden door topprofessoren van Solvay Business School.
De arbeidsdeal bepaalt dat een werkgever de mogelijkheid kan voorstellen om medewerkers voltijds in 4 dagen te laten werken. Als werkgever beslis je zelf of je die regeling in jouw onderneming invoert (via ondernemings-cao of arbeidsregle ment) of niet. Een werknemer kan dit dus niet eisen zonder dat jij akkoord gaat.
Module 1 | woensdag 2, donderdag 3 & vrijdag 4 maart 2022 | Growth & Corporate Finance Module 2 | vrijdag 1 & zaterdag 2 april 2022 | Influencing for success (on derhandelen en change) – Organisa tiecultuur, effectieve groei, anatomie van falen in een interna
De Ieperse vestiging van bedrijvengroep United Experts, dat ondernemers bi jstaat met expertise, verhuist naar het hoofdgebouw van het Ieper Business Park, het voormalige spraaktechnolo giebedrijf Lernout & Hauspie. Daar neemt het meteen 2 verdiepingen in gebruik.
Als werkgever kan je jouw medewerkers ook niet verplichten om voltijds 4 dagen per week te gaan werken. Of medewerkers al dan niet in het systeem instappen, is hun eigen keuze.
De werkgever die het verzoek weigert, moet zijn weigering schriftelijk motiveren. Deze gemotiveer de weigeringsbeslissing moet hij binnen 1 maand aan de werknemer bezorgen. De arbeidsdeal voor ziet geen verdere specifieke vormvereisten. Ook zijn er geen inhoudelijke vereisten, al lijkt het aan te raden dat de motivatie deugdelijk en voldoende omstandig opgemaakt wordt.
Om bewijsproblemen te vermijden, is het aan te raden om een ontvangstbevestiging van de werknemer te bekomen. Bijvoorbeeld: door een gewone brief te laten ondertekenen voor ont vangst of een e-mail te versturen met een vraag om ontvangstbevestiging.
United Experts werd in 1996 opgestart als een landbouwstudiebureau, onder de naam DLV. Intussen stelt de bedrijvengroep zo’n 400 medewerkers tewerk, verspreid over 13 verschillende vestigingen in Vlaan deren. De afdeling in Ieper werd opgestart door Carlos Roelens in 2015 en is intussen al 3 keer verhuisd binnen de site op Ter Waarde.
Bij inwilliging van een individueel, schriftelijk verzoek van de medewerker moet er een over eenkomst worden opgemaakt, ten laatste op het moment dat de 4 dagenwerkweek ingaat, met een aantal verplichte vermeldingen:
» Aanvang en einde van de arbeidsdag (concreet uurrooster)
» Tijdstip en duur van de rusttijden
» Dagen van regelmatige onderbreking van de arbeid
» Begin- en einddatum van de duur van de arbeidsregeling (maximaal 6 maanden)
United Experts is een adviesgroep die zowel particulieren als ondernemers adviseert bij hun plannen en exploitatie in verschillende sectoren, van de landbouw, industrie en ambacht tot de zorgsector. “Concreet kun nen zowel ondernemers als particulieren bij ons terecht voor ondersteuning bij hun projecten of dromen”, zegt medebestuurder Carlos Roelens. “Iemand die bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw wil realiseren en ondersteuning wenst rond de opstart van het project voor de aankoop, ontwerp en realisatie, kan bij ons terecht voor alle advies en administratie.”
Als werkgever moet elke aanvraag van medewer kers bewaard worden op dezelfde plaats waar het arbeidsreglement geraadpleegd kan worden, tot 5 jaar na het verstrijken van de duurtijd van de 4 dagenwerkweek. Hetzelfde geldt voor de over eenkomst die je maakt met jouw medewerker. Zorg dus als werkgever dat een weigeringsbeslis sing voldoende gemotiveerd wordt. Er is geen verplichting om een kortere werkweek goed te keuren, maar dan moet de motivatie voldoende omstandig zijn, mede ingegeven door specifieke bedrijfssituaties.
Ook een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!
vraaghet@voka.be
Specifieke kennis “De wetgeving wordt steeds complexer. Steeds meer bedrijven en particulieren zijn dus vragende partij voor de expertise van onze adviseurs en experten. Wij hebben heel uiteenlopende en specifieke kennis in huis, zoals milieucoördinators, financieel adviseurs, juristen, archeologen, boomtechnische adviseurs, geluidsdeskundigen,… zodat wij vergaand kunnen begewww.unitedexperts.be
Voka Politica in beeld
Onder de noemer Voka Politica organiseert Voka West-Vlaanderen in verschillende West-Vlaamse gemeentes ontmoetingen met de burgemeester. Ondernemers gaan er in gesprek met het lokale bestuur over het beleid van de voorbije jaren én over wat er de komende jaren nog nodig is om het ondernemerschap in de gemeente verder te (onder)steunen.
PETER ROOSE VeurneOp 18 oktober was een groep Veurnse ondernemers en bedrijfsleiders te gast bij uitzendkantoor Axintor voor Voka Politica Veurne. Na een kennismaking met het gastbedrijf en een socio-eco nomische schets van de stad door Voka West-Vlaanderen, was het aan burgemeester Peter Roose om terug te blikken op het geleverde beleid én vooruit te kijken naar de toekomst. De burgemeester verzekerde dat Veurne sterk wil inzetten op ‘Bedrijventer
reinen van de Toekomst’. Zo is het bedrijfspark Veurne I geselecteerd door de WVI om 1 van de 15 parken te worden om duurzame investerin gen uit te voeren. Er komen onder meer projecten om het regenwater beter te recupereren, energiedelen makkelijker en efficiënter te maken en om het warmtenet uit te breiden. Op vraag van Voka West-Vlaanderen zullen er ook inspanningen gebeuren om het arbeidspotentieel in de regio te verhogen én zal de stad mee aan de kar trekken om extra ruimte voor bedrijvigheid te bekomen.
In Poperinge was PGS De Backer Pallets het gastbedrijf in kwestie voor de Voka Politica Poperinge met burgemeester Christof Dejaegher. De socio-economi sche doorlichting van de stad toonde aan dat de vergrijzingsproblematiek er feller zal toeslaan dan in de andere vergelijkbare steden uit onze provincie, een problematiek die het stadsbestuur ook erkent en nu al aanpakt met diverse bouw- en infrastructuurprojecten die een jongere bevolkingsgroep moeten aan trekken. Ook in Poperinge slaat de krapte op de arbeidsmarkt keihard toe, zeker nu ook de Noord-Franse arbeidsmarktsre serve aan het opdrogen is. Ondanks die krapte zijn veel ondernemingen in de stad op zoek naar ruimte om uit te breiden. Ruimte die er op vandaag niet meer is (de bezettingsgraad van de bedrijventerrei
nen scheert hoge toppen), waardoor de stad ook vragende partij is om nieuwe zo nes aan te snijden. De stad schaarde zich dan ook volledig achter het plan om de uitbreiding van de Sappenleen-site naar voor te schuiven als zoekzone voor lokale en regionale bedrijvigheid, waar ook Voka West-Vlaanderen vragende partij voor is.
Dat Kortrijk een stad in verandering is, daar kan niemand om heen. De afgelopen decennia en jaren werd er volop geïnves teerd in de transformatie van de stad. Op dinsdag 18 oktober blikte burgemeester Ruth Vandenberghe terug op het beleid van de afgelopen 4 jaar en keek ze vooruit naar de komende 2 jaar. Tijdens Voka Politica Kortrijk stelde de burgemeester de stad voor als een bedrijf. Kortrijk ziet zichzelf uitgroeien tot een stad van 85.000 inwoners en zal op het einde van deze legisla tuur maar liefst een kleine 300 miljoen euro besteed hebben. De vele investeringen vanuit de stad worden aangevuld met talloze privé-initiatieven die Kortrijk mee op de kaart zetten als stad om te ondernemen, werken, wonen en leven. Projecten als de stationsomgeving en de werken aan de R8 moeten de stad verder multimodaal bereikbaar maken. Nieuwe ruimte ontwikkelingen op bijvoorbeeld de site Van Marcke en Mewaf zullen van Kortrijk verder een 15-minutenstad maken. Met die ambitie wil de stad werken, wonen, onderwijs, cultuur, (inter) nationale connecties,… mogelijk maken binnen een netwerk van 15 minuten. Behapbaar en duurzaam, dat is de ambitie.
Werken én intussen nog eens levenslang leren: het is een combinatie waar heel wat mensen de neus voor optrekken. Toch is het een must als we gedurende onze hele carrière vlot willen meedraaien. Een Learning & Development-beleid (L&D) zou daarom eigenlijk in elke organisatie moeten ingebed zijn. “Het is verontrustend dat 80% van de mensen er het nut niet van inziet, maar tegelijk hoeven we dit niet meteen groots te zien: vaak kan je bergen verzetten door aan enkele kleine knoppen te draaien”, legt Simon Beausaert uit.
Simon Beausaert is full professor Learning and Development in Organisations aan de School of Business and Economics in Maastricht, waar hij het L&D-center voor docenten coördineert. Daarnaast spitst hij zich toe op onderzoek naar werkplekleren.
Waarom is inzetten op levenslang leren een must voor elk bedrijf? “De maatschappij waarin we wonen en werken, is heel dynamisch. Kennis en technologieën evolueren in ijltempo. Onze ondernemingen opereren vaak internatio naal, waardoor ze meer kennis nodig heb ben om de competitie met andere spelers aan te gaan. Naast die kennis hebben ze
nog andere skills nodig, want ze moeten flexibel kunnen anticiperen op uitdagingen zoals corona, de torenhoge energiekosten en de krapte op de arbeidsmarkt. Ook sociale competenties, teamvaardigheden en soepel inspelen op de work life-balance zijn broodnodig.”
Is het uitdagender voor kmo’s dan voor grotere ondernemingen om daar werk van te maken?
“Dat hoeft niet per se zo te zijn. Bepaalde grote bedrijven hebben daar een heel specifiek beleid voor uitgedokterd, maar het kan gerust ook laagdrempeliger. Zo kan een kleine organisatie grote stappen zetten door een kader te creëren voor informeel leren. Informeel leren doen we allemaal, op 3 manieren. Dat kan sociaal, bijvoorbeeld via feedback tussen collega’s. We doen het ook individueel, door te leren uit de fouten die we zelf maken. Daarnaast steken we eveneens veel op via objectieve bronnen zoals boeken, het internet, online cursus sen, enzovoort. Voor kleine organisaties is het vooral zaak om dat informeel leren goed te voeden.”
“In eerste instantie heb je een manager no dig die het ondersteunt, bijvoorbeeld door er geen probleem mee te hebben als col lega’s aan de koffiemachine in een dialoog verwikkeld zijn. Dat is niet altijd evident, zeker als het team al meer dan de handen vol heeft met de dagelijkse operationele processen. Secundo kun je bijvoorbeeld op het eind van een vergadering even kort de belangrijkste aandachtspunten en ‘lessen’ overlopen. Een derde factor is de creatie van spontane leerpaden: als een medewer ker ergens een congres of seminarie heeft gevolgd, kan die persoon aan zijn teamle
den bijvoorbeeld in een notendop vertellen welke nuttige kennis hij heeft opgestoken voor de hele organisatie. Het zijn kleine initiatieven die de leerbereidheid kunnen opkrikken.”
Heeft de creatie van zo’n leerklimaat wel zin als het niet zichtbaar is? “Het klopt dat dit voor veel organisaties een werkpunt is, want het moet door de bedrijfscultuur worden ondersteund. Als je bijvoorbeeld teamleren belangrijk vindt, maar medewerkers puur op individuele basis evalueert, komt het leerklimaat inderdaad niet boven de oppervlakte. Functioneringsgesprekken in teamverband kunnen een handige tool zijn om op een vrij laagdrempelige manier het leerklimaat te cultiveren.”
U werkt in Nederland. Is de leerbereidheid daar groter dan in Vlaanderen of België?
“De cijfers zijn gelijklopend, maar helaas niet bemoedigend. In beide landen staat 80% van de werknemers niet bepaald te springen om levenslang te leren. Dat komt in hoofdzaak omdat zij learning & development in eerste instantie zien als een synoniem voor het volgen van extra op leidingen die niet altijd op hun behoeften zijn afgestemd. Zo is het best begrijpelijk dat een werknemer die aan de vooravond van zijn pensioen staat, geen zin meer heeft in een basiscursus, maar misschien wel in verdieping. Om de leerbereidheid te verhogen, moeten we het klassieke beeld ontdooien en mensen bewust maken dat levenslang leren méér is dan louter oplei dingen volgen, al hoort dat er natuurlijk af en toe wel bij. De uitdaging voor onderne mers bestaat erin een beleid te creëren dat leeractiviteiten ondersteunt. Het aanreiken
In een kenniseconomie als de onze, moeten we voluit de kaart trekken van levenslang leren. Alleen zo kunnen we inspelen op trends als digitalisering en automatisering, en kunnen we onze productiviteit op peil houden. Omdat levenslang leren zo belangrijk is, begeleidt Voka WestVlaanderen ondernemingen bij hun L&D-strategie en de concrete uitwerking daarvan. Het biedt een lab Learning & Development en een lerend netwerk Learning & Development aan.
Meer info: davy.maes@voka.be
van extra kennis of vaardigheden via games (gamification, nvdr) kan de motivatie verho gen, maar mag niet het doel op zich zijn.”
Welke stappen moeten bedrijven zetten om levenslang leren te faciliteren?
“Alles begint bij een duidelijke visie over de ontwikkeling van kennis en vaardighe den. Op basis daarvan kan je een strategie uitstippelen, die onder meer duidelijk maakt op welke leertrajecten de organisa tie zal focussen. Dat kan bijvoorbeeld de ondersteuning van sociaal informeel leren zijn. Informeel leren op de kaart zetten, is sowieso essentieel. Zoiets doe je onder meer via debriefings of door het aanstellen van coaches per afdeling of departement. Uiteraard helpt het als de manager het voorbeeld geeft en zich ontpopt tot een ‘leerleider’, bijvoorbeeld door eens een dagje in de productie mee te draaien en via duidelijke, gerichte vragen aan zijn mede werkers aan te tonen dat hij ook van hen iets wil opsteken. Het hoeft dus niet altijd lang en breed uitgesponnen te zijn, want less is more: vaak volstaan kleinschalige initiatieven om bergen te verzetten.” (BVC - Eigen foto)
“De uitdaging voor ondernemers bestaat erin een beleid te creëren dat leeractiviteiten ondersteunt.”
EdTech-station in Hangar K wijst weg naar digitaal onderwijs
‘Educational Technology’ (‘EdTech’) staat meer dan ooit in de schijnwerpers. De jongste jaren is er een heuse doorbraak van systemen die de weg naar de digitalisering van het onderwijs plaveien. Het EdTech-station binnen Hangar K kan daarbij een belangrijke rol spelen.
Terwijl de digitalisering in de bedrijfs wereld al is doorgedrongen, zien we de voorbije jaren dat ook het onderwijs deze mogelijkheden omarmt. De oprichting van EdTech-station, dat zich op beide doelgroe pen richt, was dan ook een logische stap. Dat dit platform Hangar K in Kortrijk als thuisbasis heeft, is evenzeer evident.
“Tot nu toe waren de actoren van deze vrij nieuwe markt nog niet verenigd binnen een bepaalde organisatie”, verduidelijkt Thomas Van Cauwenberghe, Station Chief van dit nieuwe initiatief. “De vaststelling dat wij nu al ruim 80 leden tellen, bewijst hoe noodzakelijk het was en is om de belangen van de spelers uit deze razendsnel evolue rende markt te behartigen. Gedurende de eerste 3 jaar leven we deels op een subsidie van de Vlaamse overheid, maar ook Waalse en Brusselse EdTech-bedrijven kunnen zich aansluiten.”
EdTech Station is een ecosysteem van kleine en (middel)grote bedrijven die zich op deze markt toeleggen. “Door hen te linken aan kenniscentra en de overheid, moet Vlaamse EdTech nog sneller kunnen doorgroeien. We willen hen onder meer samenbrengen, informeren én inspireren op de events die we regelmatig organise ren. Zo staat er onder meer een infoavond voor investeerders gepland, verzamelden we onlangs enkele van onze leden op een gezamenlijke beursstand en verzorgden we de lancering van de eerste Europese XR-bril van Lynx. De planning loopt dus goed vol”, aldus Thomas Van Cauwenberghe.
De verdere doorbraak van EdTech kan via een mix van verschillende oplossingen. Zo is er bijvoorbeeld serious gaming, een concept dat al langer bestaat en als doelstelling heeft dat de spelers iets bijleren. Binnen de muren van Hangar K is onder meer Play It Safe daarmee bezig: zij bieden op die manier vormingssessies rond veiligheidsinstructies aan. Extended
reality (ofwel XR, de verzamelnaam voor virtual reality en ‘augmented reality) is een tweede mogelijkheid. Rhinox is één van de ondernemingen die zich daarop focust: de onderneming biedt assemblagetrainingen voor machine(onderdelen) aan op deze manier. Ten slotte zijn er ook de digital learning spaces, die een klaslokaal omvor men tot een plek waar studenten de lessen zowel online als offline kunnen meevolgen. De Hybrid Virtual Classroom van Barco, de weConnect, is daar een goed voorbeeld van. (BVC - Foto Kurt)
“We tellen nu al meer dan 80 leden. Dat bewijst hoe noodzakelijk het is om de belangen van de spelers uit deze markt te behartigen.”
— THOMAS VAN CAUWENBERGHE
Scoor bij een kwalitatieve én grote(re) doelgroep dankzij Ondernemers! Het magazine is bekend bij maar liefst 93% van de kaderleden en bedrijfsleiders in West-Vlaanderen.
Meesurfen op dat succes? Contacteer Sven Van Ryckeghem voor publiciteit op maat. sven.vanryckeghem@voka.be
3,5 jaar nadat de eerste spade de grond in ging, is de outdoorvestiging van Renson in Kruisem helemaal af. De Waregemse specialist in gezonde binnenen buitenleefruimtes, tekent er met NOA Outdoor Living voor een uniek concept, waarvoor het de krachten bundelt met meer dan 30 partners. Die staan in het gigantische tuinpaviljoen samen garant voor heel wat inspiratie voor bouwpartners en de consument.
Sinds de werken in het voorjaar van 2019 begonnen, tekende zich langs de E17 in Kruisem langzaam maar zeker een ‘land mark’ van 380 meter af. In deze stevig uit de kluiten gewassen vestiging groepeert Renson alle productie van outdoor-artike len, zoals terrasoverkappingen, carports, design tuinelementen en andere accessoi res.
In de schaduw van de productie-unit, bevindt zich nu een 30.000 m² groot inspiratiepark. “Dit is een uniek concept, waar we in 12 compleet ingerichte tuinen de ongelimiteerde mogelijkheden voor buitenleven tonen”, zegt CEO Paul Renson. “De samenwerking tussen alle betrokken partners verliep op een heel dynamische
manier. Verlichting, akoestisch materi aal, sauna’s, buitenkeukens, tiny houses, tuindecoratiehaarden, noem maar op: het is een bloemlezing van hoe complementair al die high-end merken kunnen zijn.” In NOA Outdoor Living ontvangt het team van Catherine Degreef (manager van NOA) ont werpers, planners, architecten, bouwpro motoren, designers en hun klanten om te tonen hoe ze de beleving van hun woning naadloos kunnen doortrekken naar de tuin.
“Deze site staat ook open voor particu lieren”, stipt ook Dieter Heyman, general manager van Renson Outdoor, aan. “Wie wil komen kijken, registreert zich op de website. Tijdens de wandeling doorheen de inspiratietuinen dompelen we bezoe
kers onder in een totaalbeleving, waarbij de producten van de partners stijlvol zijn geïntegreerd in compleet aangeklede tuinconcepten. Die variëren van moderne stadstuinen over een luxueuze villatuin met zwembad en pool house, tot een comfor tabel buitenkantoor of een toegankelijk groenplein in de stad of bij een hotel. Bij elk product staat een QR-code die de bezoeker toegang geeft tot specifieke documentatie en de contactgegevens van partners bij wie ze terechtkunnen.”
Het Outdoor Experience Center vertegen woordigt een investering van 75 miljoen euro. De site is in totaal 10 ha groot. Ver deeld over 3 bouwlagen, beschikt Renson hier over 65.000 m² productieruimte. “Deze investering was broodnodig om onze internationale groei te kunnen voortzetten”, vertelt Dieter Heyman. “We hebben hier alle productiefaciliteiten gecreëerd om al onze maatwerkrealisaties op een gestandaar diseerde manier te kunnen vervaardigen. Dat doen we met 250 medewerkers. Sinds begin 2021 gebeurt de productie van al die items vanuit Kruisem, met een capaciteit die 3 keer zo groot is als destijds in Ware gem, dat sowieso het hoofdkwartier blijft voor de productie van onder meer ventila tie en zonwering.” (BVC - Eigen foto’s)
www.noa-outdoor.com
NOA Outdoor Living is exponent van Renson-vestiging
Vanuit Voka West-Vlaanderen willen wij West-Vlaamse ondernemers zoveel mogelijk steunen in hun internationale ambities. Wij willen ook de brug slaan tussen ondernemers door hen in contact te brengen met collega-ondernemers/leden van het managementteam die kennis van zaken, een lokaal netwerk en ervaring hebben in een bepaald land. Dat zijn onze Global Ambassadors. We stellen ze in deze rubriek graag aan je voor.
“Wij behoren tot de laatste 10 vlaggenproducenten in Europa. Sinds 2007 hebben we een productiefiliaal in Roemenië. Dat filiaal is uitgerust met de modernste technologie om aan diverse noden van klanten te voldoen. Op vandaag werken er een 60-tal mensen. Roemenië is lid van de Europese Unie. De culturele verschillen zijn niet te groot en het land heeft één van de snelst groeiende economieën in Europa. Met 20 miljoen inwoners is het een markt met een enorm potentieel. Er heerst een sterke industriële kennis en productkennis. Door zijn gunstige ligging functioneert Roemenië als toegangspoort tot 3 grote markten: EU, GOS en Midden-Oosten. De recente pandemie en de supplychaindisrupties als gevolg maken ons duidelijk dat we niet afhankelijk kunnen zijn van één single source. Als logistieke hub kan Roemenië zijn voordeel halen uit de nieuwe globale trend van verwachte relokalisatie van productiecapaciteit uit het Verre Oosten.”
Ontdek tijdens een infosessie op woensdagvoormiddag 23 november alle nuttige informatie en handelsopportuniteiten in Roemenië, laat je inspireren door een Vlaamse ondernemer die er sterk actief is en daar werknemers tewerkstelt, en breid je netwerk uit met experts die je kunnen helpen bij de eerste stappen.
Meer info: leonid.guz@voka.be
Bij Degroof Petercam zijn we vertrouwd met de financiële markten. Met meer dan 150 jaar ervaring en doorgewinterde specialisten is dat logisch. Wat we nog niet weten, is wie u bent. Uw dromen, plannen en zorgen zijn nochtans essentieel voor een uitstekende dienstverlening op maat. Want u bent uniek, en dus verdient uw vermogen een even unieke aanpak. Kom dus met ons praten over uw vermogen, maar vertel ons dan wel eerst over uzelf.
Meer weten? Surf naar degroofpetercam.com
Degroof Petercam West-Vlaanderen
President Kennedypark 8 - 8500 Kortrijk
T +32 56 26 54 00 - pbkortrijk@degroofpetercam.com
Kalvekeetdijk 179 Bus 3 - 8300 Knokke-Heist
T +32 50 63 23 70 - pbknokke@degroofpetercam.com
Een onderneming uitbouwen is een titanenwerk; de onderneming overdragen aan de volgende generatie en de controle uit handen geven, is vaak nog moeilijker. Niko Hostyn, Head Estate Planning Vlaanderen bij Degroof Petercam, geeft enkele tips.
In Vlaanderen kan je de aandelen van je familiale vennoot schap notarieel aan de volgende generatie schenken zonder schenkingsrechten. Daartoe moeten een aantal voorwaar den vervuld zijn. Zo dien je, eventueel samen met de familie, ten minste 50% van de stemrechten in handen te hebben (al volstaat in sommige gevallen 30%). De vennootschap moet een reële activiteit uitoefenen, bijvoorbeeld een nijverheidsof handelsactiviteit. Zuivere patrimoniumvennootschappen en holdingvennootschappen kwalificeren in principe niet. Een actieve holding die zelf diensten verleent aan groepsven nootschappen (bijvoorbeeld boekhouding of hr-diensten), kan wel genieten van het gunstregime.
Om te kunnen genieten van het gunstregime voor familiale vennootschappen, moeten gedurende 3 jaar na de schen king een aantal voorwaarden blijvend vervuld zijn. Zo mag een NV gedurende die periode geen kapitaalvermindering doorvoeren of mag een BV geen uitkering doen waardoor het eigen vermogen daalt onder de ingebrachte bedragen. Bovendien moet de vennootschap een reële activiteit behou den gedurende 3 jaar.
Een verkoop van de aandelen kan zinvol zijn als niet alle kin deren het familiaal bedrijf willen verderzetten, maar waarbij je de gelijkheid tussen alle kinderen wil respecteren. In dit
scenario richten de overnemende kinderen een eigen ven nootschap op waarmee ze de aandelen van de ouders aan een marktconforme prijs (al dan niet met bankfinanciering) kopen. Door die verkoop krijgen de ouders een vordering ten opzichte van deze nieuwe vennootschap. De ontvangen verkoopprijs of de vordering kan je in een later stadium aan de kinderen schenken, zodat alle kinderen een gelijke behan deling krijgen.
Durf een stap achteruit te zetten en de juiste vragen te stellen: welk kind is er écht geschikt om het bedrijf te leiden? Welke kinderen kunnen met elkaar overweg en welke niet? Hoe kan je de rollen tussen de kinderen afbakenen en zo conflicten vermijden? Hoe installeer je een overlegmoment om conflicten op te lossen? Hoe veranker je de familiale waarden in het bedrijf? Die zaken verdienen voorafgaand overleg en schrijf je idealiter neer in een familiecharter. Zo kan je veel ellende besparen en vooral waarde creëren in de toekomst. Dat vraagt overleg, geduld en het lef om die zaken op voorhand bespreekbaar te maken.
1. Bekijk of de vennootschap kan genieten van het fiscaal gunstregimeONTDEK HIER MEER INZICHTEN OVER ESTATE PLANNING
De meerderheid van de Belgen heeft een negatieve perceptie van migratie. Dat blijkt uit een studie van Randstad Research bij meer dan 3.000 Belgen. 6 op de 10 menen dat migranten meer kosten dan ze opleveren. Een gelijkaardig aandeel voelt zich door migratie minder veilig en minder thuis in ons land. Voor arbeidsmigratie is er wel een breed draagvlak: 60% is voor migratie in functie van tekorten op de arbeidsmarkt. Jan Denys, arbeidsmarktexpert bij Randstad, geeft tekst en uitleg bij de studie.
Wat is u het meest opgevallen toen u de resultaten van het onderzoek te zien kreeg?
“Wat me verbaasde, was het aandeel respondenten dat pleit voor open grenzen: 15%. Dat aandeel – evenveel als het aandeel dat voor gesloten grenzen is – had ik zeker niet zo hoog ingeschat. Het toont aan dat er over migratie heel verschillend wordt nagedacht. Er is zeker geen sprake van polarisatie; de extremen blijven in de minderheid. Maar als je de resultaten allemaal op een rijtje zet en migratie in het algemeen bevraagt, dan is de globale evaluatie niet positief.”
Hoe verklaart u die negatieve perceptie van migratie?
“Die globale negatieve perceptie stamt voornamelijk uit de negatieve perceptie van asiel en van illegale migratie. Daar vindt de Belg dat de overheid het beleid veel stren ger zou moeten handhaven: wie het asiel wordt afgewezen, zou het grondgebied ook effectief moeten verlaten. Niet zozeer het principe van asiel wordt afgewezen, wél de organisatie ervan. Zelfs als asiel wordt afgewezen, blijven de asielzoekers toch – illegaal – in ons land. De verklaring
van de globale negatieve houding ligt dus hoofdzakelijk bij de mening over illegale migratie. Belangrijke nuance: vragen we naar de houding van de Belg over migratie in functie van werk, dan valt de negatieve perceptie zo goed als weg.”
De vaststelling is dat maar de helft van de migranten na enkele jaren aan het werk gaat. Hoe verklaart u dat? “Dat gaat louter over de migranten die naar ons land komen voor asiel of gezinshereniging. De groep migranten die naar hier komen
met een werkmotief, is voor 80% aan het werk. 80%: dat is onze doelstelling werk zaamheidsgraad. Dat migratie slecht zou zijn voor werk, klopt dus niet. Het succes van arbeidsmigratie heeft ook te maken met de strenge reglementering in ons land: we laten niet zomaar iedereen toe. Arbeidsmigranten moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen en goede competen ties hebben. Daarentegen is maar de helft van de migranten die naar ons land komen voor asiel of gezinshereniging, na 10 jaar aan het werk. Die lage doorstroom naar de arbeidsmarkt verklaart ook deels de globale negatieve perceptie. Belgen staan open voor migranten, op voorwaarde dat ze bijdragen aan de maatschappij.”
Wat zijn volgens u mogelijke oplossingen om die groep migranten wel aan het werk te krijgen?
“We moeten zeker sterker inzetten op acti vatie en de link naar werk sterker aanhalen, ook in het kader van inburge ring. Die gezinnen
zijn kwetsbaar en leven frequent aan de rand van de samenleving, met meestal maar één gezinsinkomen. Ze raken vaak in de armoede. Kinderen die opgroeien in zo’n situatie, krijgen een achterstand. Werk is het beste medicijn tegen armoede én een cruciale variabele om het migratiepro bleem aan te pakken. Als we die migranten aan het werk krijgen, dan denk ik dat het grootste deel van het probleem opgelost is.”
Dus u gelooft dat de perceptie van migratie in de maatschappij beter zal zijn als we meer migranten aan het werk krijgen?
“Ja, en een voorbeeld in de studie toont dat ook aan. Wanneer een illegale migrant niet werkt, vindt maar een heel klein aan deel van de respondenten dat zo iemand geregulariseerd zou moeten worden. Maar als blijkt dat een illegale migrant één jaar heeft gewerkt, stijgt dat aandeel met 15% tot 20%. Dat toont duidelijk aan welke positieve en verbindende functie werk heeft: het is niet alleen goed voor
de economie, maar ook voor de cohesie in de samenleving. De migranten nemen deel én dragen bij aan de samenleving.”
Hoe staat u tegenover gerichte economische arbeidsmigratie?
“Gerichte economische arbeidsmigratie betekent niet noodzakelijk dat we alle deuren moeten openzetten. Een reden van het succes en de positieve waardering van migratie in functie van werk is de strenge regeling in ons land. Dat neemt niet weg dat we pistes kunnen exploreren om die vorm van migratie uit te breiden – zeker als de schaarste op de arbeidsmarkt aan houdt. In die context is er zeker een extra drijver om migratie om werkredenen te ondersteunen.”
Wat zouden mogelijke pistes zijn?
“We kunnen bijvoorbeeld bilaterale ak koorden sluiten met landen die relatief veel asielzoekers afleveren. Met die landen zou België kunnen afspreken om afgewezen asielzoekers terug te sturen naar hun land van oorsprong. Dat land mag dan in ruil wel een contingent mensen uit dat land naar België laten komen, op voorwaarde dat ze over de juiste competenties beschik ken. Ons land beslist uiteindelijk wie uit dat contingent mag blijven, in functie van onze arbeidsmarkt. Een andere piste is tijdelijke migratie in het kader van bepaalde tekor ten, zoals nu al in de landbouw gebeurt. We zouden een vorm van periodieke migratie kunnen toepassen in bijvoorbeeld een aantal West-Vlaamse bedrijven, waar een groot tekort is aan (laaggeschoolde) arbeidskrachten. Na verloop van tijd kan dat eventueel structureel. Die periodieke migratie staat volledig los van het ‘pure’ asiel, wanneer mensen bedreigd worden in hun land van herkomst en op zoek zijn naar bescherming in onze land. De meerderheid van de respondenten geeft
Volgens Voka West-Vlaanderen is gerichte economische arbeidsmigratie de belangrijkste hefboom om het arbeidstekort op korte termijn terug te dringen. Buiten onze landsgrenzen is er nog heel wat potentieel. Naar voorbeeld van andere Europese landen moeten we meer inzetten op het aantrekken van buitenlands talent vanuit het motief werk. We vragen de Vlaamse overheid daarom met aandrang om op korte termijn en in overleg met de federale overheid en alle betrokken stakeholders, een visie te ontwikkelen voor het aantrekken van zowel hoog-, midden-, als kortgeschoolden. Een benchmark met andere Europese landen kan ons daarbij op korte termijn inzicht geven in goede praktijken en systemen. We hebben nood aan een attractief onthaalbeleid en een international house in elke provincie, in de plaats van tergend trage procedures om internationale talenten hier aan het werk te krijgen.
in onze studie aan dat principe te steunen. Maar ook dan moeten we zoeken naar ban den met werk om het draagvlak voor die groep migranten hoog genoeg te houden.”
Toont deze studie niet aan dat de politieke partijen werk moeten maken van een actief beleid rond migratie, ondanks het feit dat sommige daar vrij huiverachtig tegenover staan?
“Hoewel Vlaams Belang het meest kritisch en afwijzend staat tegenover dat beleid, is hun electoraat veel genuanceerder. Als de partij voor een migratiestop is, dan is de helft van hun electoraat het daarmee niet eens wanneer het gaat over migratie in functie van werk. Ook bij andere partijen merk je dat hun migratiestandpunt niet altijd strookt met wat hun electoraat vindt. Daar zit zeker wat frictie op. Het grootste probleem daar is dat er in heel wat electo raten kiezers zijn die diametraal tegenover elkaar staan.” (MD - Eigen foto)
“Belgen staan open voor migranten, op voorwaarde dat ze bijdragen aan de maatschappij.”
Vaak meteen, altijd in minder dan 48 uur. Zo snel vinden we samen het professioneel krediet voor jou. En dat tot 500.000 euro. Meer weten? Bel ons Business Credit Center op 0800/15 123, maandag tot vrijdag tussen 8.00 en 18.00 uur.
Als ondernemer is de stap naar een vennootschap snel gemaakt. Een vennootschap beperkt namelijk je privé aansprakelijkheid en biedt bovendien heel wat fiscale optimalisaties. Hoofdvraag is wel: hoe kan je het geld, dat in die vennootschap zit, eruit halen en liefst zo voordelig mogelijk? Want als bedrijfsleider wil je kunnen genieten van die opgebouwde winsten. Een one-fits-all oplossing bestaat niet, maar we zetten je met onderstaande tips alvast wel op weg.
Optimaliseer je bezoldiging als bedrijfsleider
De eenvoudigste manier blijft verloning. Echter, met een gemiddelde belastingdruk van 50%, is dit ook meteen de duurste. Beperk je loon dus tot een fiscaal optimaal bedrag. Houd hierbij niet enkel rekening met de personenbelasting maar ook met o.a. de eigen cashnood, sociale bijdragen, de minimumbezoldiging voor het verlaagd tarief vennootschapsbelasting, 80%-grens bij IPT-premies etc. Minder loon betekent ook minder aftrekbare kosten voor de vennootschap, waardoor de bijkomende winst kan uitgekeerd worden als dividend. Bedraagt het jaarlijks dividend niet meer dan 800 euro, dan zal hierop zelfs geen roerende voorheffing verschuldigd zijn. Dit moet je wel via de aangifte personenbelasting regelen. Loon vervangen door dividenden kan dus al voor een serieuze belastingbesparing zorgen.
Vergeet de onkostenvergoeding niet Loon kan ook aangevuld worden met extralegale voordelen zoals bv. een onkostenvergoeding. De ontvangen vergoeding is geen loon, maar een terugbetaling van kosten betaald door de bedrijfsleider, gemaakt voor rekening van de vennootschap. Deze terugbetaling is aftrekbaar voor de vennootschap en onbelast bij de bedrijfsleider. Het betreft hier dus niet echt een optimalisatie, maar eerder een correcte toewijzing van kosten. Het bedrag kan bepaald worden op basis van bonnetjes of op forfaitaire wijze. Opgelet, zowel RSZ als fiscus hanteren hun eigen forfaits die vaak verschillen. Voor onkostenvergoedingen geldt ook een ficheplicht. Nieuw dit jaar is dat per type kost het exacte forfaitaire bedrag opgenomen moet worden. Bovendien moet elk forfaitair bedrag gestaafd kunnen worden, hetzij met een ruling, hetzij via steekproeven.
Doe aan pensioensparen via de vennootschap
Via een IPT-verzekering bouwt de vennootschap een pensioenspaarpot op voor haar bedrijfsleider. Bij uitkering van het kapitaal op de wettelijke pensioenleeftijd geldt een belastingdruk van slechts 10%.
De premies die de vennootschap stort zijn aftrekbaar indien de bedrijfsleider voldoende loon ontvangt (cfr. 80%-regel). Belangrijk, de aftrekbaarheid van de gestorte IPT-premies wordt steeds verder ingeperkt door de fiscus, wat het regime minder aantrekkelijk maakt. Een VAPZ-contract is gelijkaardig.
Jaarlijks zijn maximaal 3.302,77 euro aan gestorte premies aftrekbaar (aj. 2023). Hier geldt geen vlak belastingtarief, maar moet je rekening houden met de progressieve tarieven. Bezit je privé vastgoed, dan kies je beter voor een IPT dan voor een VAPZverzekering.
Via pensioensparen zit je geld niet langer vast in de vennootschap, maar in een pensioenspaarpot. Toch biedt deze meer flexibiliteit. Het is namelijk mogelijk om een gedeeltelijke vervroegde uitkering te doen wanneer je vastgoed wenst aan te kopen.
Leen geld via de vennootschap Niemand die je tegenhoudt om privé uitgaven met de bankkaart van de vennootschap te betalen, op voorwaarde dat deze correct verwerkt worden in de boekhouding. De betalingen zullen geboekt worden op een debet-rekening courant. Er wordt dus eigenlijk een lening aangegaan bij de vennootschap. Hierop zijn wettelijk 10,2% interesten verschuldigd (aj. 2023), wat ver boven de huidige marktrente reikt… Maar sluit je hiervoor een leningovereenkomst met je vennootschap, dan zal de wettelijke interestvoet die je moet toepassen slechts 2,57% bedragen, voor
een lening terugbetaalbaar op 3 jaar. Let wel, een lening is minder flexibel aangezien je deze volgens een afgesproken aflossingstabel moet terugbetalen. En nog eentje die vaak vergeten wordt: vergeet ook niet de nodige verslaggeving op te stellen die het Wetboek van Vennootschappen voorschrijft.
Door het combineren van verschillende mogelijkheden kan toch een aardig bedrag van de vennootschap naar je privé uitgekeerd worden. Vergelijk jouw situatie niet zomaar met collega-ondernemers, maar bepaal wat voor jezelf van toepassing kan zijn. Houd hierbij steeds in het achterhoofd dat vele kleine voordelen, één groot kunnen vormen.
De energie- en inflatiecrisis bezorgt de politiek kopbrekens. De regering wenst dat de begroting van de inwoners klopt, maar dit zal een impact hebben op de begroting van ons land. Hoe de steunmaatregelen zullen betaald worden, moet blijken uit een mix van besparen en belasten. Minister Van Peteghem heeft een blauwdruk klaar voor een brede fiscale hervorming die tegen het jaareinde op de regeringstafel komt. Hieronder enkele voorstellen die belangrijk zijn voor vermogende particulieren.
Verlaging van personenbelasting
Dat beroepsinkomsten in België te zwaar belast worden, is een politieke consensus. Een verlaging van de lasten op arbeid door verschuiving naar andere inkomsten, moet leiden tot een rechtvaardige belasting die de werkzaamheidsgraad en het ondernemerschap stimuleert. Het idee ligt op tafel om de schijf van onbelaste beroepsinkomsten te verhogen tot 13.390 euro per jaar. Een maatregel die werkenden zullen toejuichen. Tegelijk wenst men de tarieven per inkomstenschaal te verlagen met 5%, én het hoogste tarief (50%) zou pas van toepassing worden vanaf een inkomen van meer dan 84.470 euro. Dit zijn belangrijke stappen in de richting van lagere belasting op arbeid. Bovendien zou het toegelaten zijn om jaarlijks tot 6.000 euro onbelast bij te klussen. In ruil zullen bepaalde verloningsvormen zoals eco- en consumptiecheques enz, verdwijnen zodat de uitbetaling in euro opnieuw de norm wordt inzake verloningsbeleid.
Ook voor de ondernemingen ziet de fiscale blauwdruk er veelbelovend uit. Het algemeen tarief in de vennootschapsbelasting blijft weliswaar behouden op 25%, wat in lijn ligt met het Europees gemiddelde.
Maar voor de fiscale kmo’s heeft men een stimulans voor ogen. Het huidige tarief voor kmo’s zou verlaagd worden tot 15% (ipv 20%), en bovendien zou dit van toepassing zijn op de eerste 200.000 euro winst (ipv 100.000 euro). Daartegenover staat dat minstens één van de bedrijfsleiders een minimumbezoldiging moet verkrijgen van
45.000 euro, zonder rekening te houden met voordelen van alle aard.
Gelijkschakeling van alle belastingen op vermogensinkomsten
De verschillende fiscale behandeling van roerend en onroerend vermogen duwt investeerders of beleggers in een bepaalde richting. Het doel is om álle inkomsten uit vermogen op éénzelfde manier te belasten, zodat fiscaliteit geen drijfveer is.
De nota spreekt over een vast tarief op alle inkomsten uit vermogen:
» Inkomsten uit verhuur van vastgoed wil men in de toekomst belasten aan 25%, én op basis van de werkelijk ontvangen huur. Dan neemt men afstand van het verouderde systeem van kadastrale inkomens!
» Inkomsten uit beleggingen worden zwaar belast, vandaar dat men hier een verlaging voorziet. De huidige roerende voorheffing (30%) op intresten en dividenden, zou vervangen worden door een tarief van 25%.
» Naar analogie met het belastingvrij bijklussen, wordt er ook voor deze vermogensinkomsten een voetvrijstelling uitgewerkt van 6.000 euro per kalenderjaar.
Daarnaast duikt het spook van de meerwaardebelasting terug op:
» De (netto)meerwaarde bij verkoop van vastgoed, zou getaxeerd worden aan een nieuw tarief van 15%, om het even wanneer die meerwaarde gerealiseerd wordt.
» Ook de meerwaarden op (beursgenoteerde) aandelen wil men op dezelfde manier belasten, zijnde 15% op de (netto)meerwaarde.
» Deze nieuwe meerwaardebelasting op aandelen, zou een afschaffing betekenen van de zeer controversiële effectentaks en de dure beurstaks.
Meerwaardebelasting op aandelen Of en hoe die meerwaardebelasting toegepast zal worden op een ondernemer die bijvoorbeeld op het einde van zijn loopbaan (de aandelen van) zijn onderneming verkoopt, is momenteel nog niet duidelijk. De voetvrijstelling van 6.000 euro zal hier een schrale troost wezen.
Al bij al betreft het een evenwichtige en goed doordachte hervorming, die ons fiscaal landschap zou egaliseren, moderniseren en drastisch zou vereenvoudigen. Uit het begrotingsconclaaf van 11 oktober blijkt dat de politieke debatten over deze hervorming even vooruitgeschoven worden tot het jaareinde. Hopelijk laat dit uitstel geen opening voor ‘koterij-fiscaliteit’, gestuwd door electorale overwegingen. In tijden van energie- en inflatiecrisis is er voor particulieren en ondernemingen meer dan ooit nood aan een duidelijke en doordachte fiscale hervorming.
Vincent Lambrecht, Director Estate Planning CapitalatWork NV
Het Hof van Justitie heeft in zijn rechtspraak geoordeeld dat de vrijstelling van roerende voorheffing op dividenden enkel uitwerking krijgt op voorwaarde dat het dividend wordt toegekend aan de moedervennootschap die als ‘uiteindelijke gerechtigde/Ultimate Beneficial Owner’ (hierna: UBO) kwalificeert. Deze rechtspraak sijpelt nu ook door in de rulings van de Rulingcommissie, waarbij belang wordt gehecht aan het beslissingsproces in hoofde van de moedervennootschap met betrekking tot de ontvangen dividenden.
Algemeen Indien een moedervennootschap gedurende minstens één jaar een aandelenparticipatie van minimaal 10% of ten bedrage van 2.500.000 euro van een Belgische dochtervennootschap bezit, kan een dividenduitkering door de dochtervennootschap plaatsvinden met vrijstelling van roerende voorheffing voor zover er geen sprake is van misbruik. Het gebruik van zuivere doorstroomvennootschappen of complexe kunstmatige structuren die tot doel hebben deze bronbelasting te ontwijken, zijn volgens het Hof van Justitie een indicator die wijst op misbruik. Dit leidt tot het niet toepassen van de voormelde vrijstelling van roerende voorheffing op de door de dochtervennootschap uitgekeerde dividenden aan de moedervennootschap.
Het Hof van Justitie heeft op 26 februari 2019 geoordeeld dat deze vrijstelling slechts toepassing vindt als de moedervennootschap, aan wie de dividenden toekomen, ook de UBO van deze inkomsten is. De kwalificatie van UBO wordt verkregen wanneer deze persoon het volledige recht tot gebruik en genot heeft over de ontvangen dividenden en deze geen contractuele of juridische doorstortingsplicht ten aanzien van een derde heeft. De fiscale wetgeving met betrekking tot de vrijstelling van roerende voorheffing maakt echter geen melding van dit UBO-begrip.
De Rulingcommissie en het UBO-begrip In navolging van de rechtspraak van het Hof van Justitie stelt de Rulingcommissie het UBO-begrip heden ook centraal in de beoordeling of er toepassing kan zijn van de vrijstelling van roerende voorheffing. In haar analyse hecht de Rulingcommissie
belang aan substantie (bv. voldoende eigen vermogen om haar activiteiten uit te voeren en de daaraan verbonden risico’s te dragen) en de uiteindelijke gerechtigheid van de moedervennootschap aan wie de dividenduitkeringen toekomen. Wat betreft de uiteindelijke gerechtigdheid is het voor de Rulingcommissie cruciaal dat de moedervennootschap een vrije beslissingsbevoegdheid heeft over de ontvangen dividenden.
Relevante criteria voor UBO
Uit de recente rulings blijken de relevante criteria waaraan belang wordt gehecht om de ontvangende moedervennootschap als UBO te kunnen kwalificeren.
Indien de moedervennootschap zelf een analyse kan maken over hoe zij het ontvangen dividendinkomen zal aanwenden, namelijk: » als werkkapitaal; of » om haar liquiditeit te waarborgen; of » voor het aanleggen van reserves voor investeringen of kortetermijnbeleggingen; of » voor herinvestering in de dochtervennootschap(pen); of » om aan te wenden voor eigen dividenduitkeringen, kan worden besloten dat de moedervennootschap als UBO kwalificeert.
Ook wanneer het bedrag van de dividenduitkering door de moedervennootschap zelf wordt bepaald en losstaat van het ontvangen dividendbedrag van de dochtervennootschap, duidt dit opnieuw op de vrije beslissingsbevoegdheid van de moedervennootschap. De voormelde criteria zijn evenwel niet exhaustief, maar zijn positieve elementen om te besluiten dat de
moedervennootschap UBO is van het ontvangen dividendinkomen. Dit houdt ook in dat hoe ruimer de beslissingsbevoegdheid van de moedervennootschap is geformuleerd, de kans reëler is dat zij als UBO zal kwalificeren.
In haar rulings hecht de Rulingcommissie veel belang aan het beslissingsproces in hoofde van de moedervennootschap met betrekking tot de ontvangen dividenden. Een uitvoerig gedocumenteerd beslissingsproces waaruit de verschillende aanwendingswijzen van de dividenden blijken, is dan ook aangewezen om aan te tonen dat deze effectief UBO van de ontvangen dividenden is. Dit vermijdt eventuele discussies over de vrijstelling van roerende voorheffing.
Eline Depaepe en Evert Moonen, De Langhe Advocaten
Kuurnenaar Christophe Dhaene maakt met het door hem opgerichte informaticabedrijf e-BO Enterprises de ene kwantumsprong na de andere in de wereld van de innovatieve servicebedrijven voor allerlei technologische applicaties. Met een nieuwe en behoorlijk spectaculaire vestiging in het Ostend Science Park en met een doorbraak op de wereldkaart, tekent e-BO Enterprises voor een benijdenswaardig succesverhaal.
e-BO Enterprises is met 130 expertsconsultants een bekende naam in het circuit. Hoe begon dit mooie ondernemersavontuur?
“Na mijn studies Latijn-wiskunde behaal de ik het diploma industrieel ingenieur, met als specialisatie elektronica, en een bijzondere licentie informatica. Ik begon te werken als ingenieur bij de Barco’s en Bekaerts in onze contreien en later bij Flan ders Language Valley in Ieper. Technologie is altijd mijn ding geweest. In 2000 ben ik met mijn eigen bedrijf gestart, als consul tant informatica. Al snel volgden de eerste aanwervingen en die organische groei bleef zo maar doorgaan, soms tot mijn eigen verbazing. Vandaag werken we met 130 mensen en tekenen we nu al vele opeen volgende jaren voor een double digit groei. Noem ons maar een technologieintegrator. In de praktijk zijn we actief in 3 marktsegmenten: de industriële sector, de zogenaamde openbare veiligheid en op het terrein van hernieuwbare energie, meer specifiek de windmolenparken op zee. In wezen is het vrij eenvoudig: e-BO Enterpri ses volgt alle technologische toepassingen professioneel op. Is het een technische kwestie, dan staan we paraat.”
Hoe kreeg u het financieel voor elkaar? “Dit bedrijf is volledig onafhankelijk. Alles is 100% mijn eigendom, er is geen enkele langetermijnschuld. Het klinkt eenvoudig maar het is de waarheid: we hebben altijd weinig kapitaal vandoen gehad. De recur rente inkomsten hebben jaar na jaar onze kapitaalhonger gedekt.”
Dit jaar kwam er een behoorlijk spectaculaire zetel bij in Oostende, naast het hoofdkwartier in Ieper. Vanwaar de keuze voor Oostende?
“Gezien onze grote focus op hernieuwba re energie, was Oostende een meer dan logische keuze. Hier zitten we dicht bij onze blue energy klanten. Maar deze nieuwbouw was ook nodig wegens plaatsgebrek in Ie per. Aan de kust is het ook net ietsje gemak kelijker om te rekruteren. Ik denk hier ook aan de visvijvers van Brugge of Gent. Finaal is het vanuit deze laatste stad amper een
half uurtje rijden naar hier. Met Oostende en Ieper hebben we nu 2 ijzers in het vuur liggen, met telkens 120 man aan boord.”
In een razendsnel evoluerende wereld van de technologie, is up-to-date blijven niet altijd een evidentie. Hoe krijgt u dat gedaan?
“In onze business komt het erop aan om je elke dag opnieuw te bewijzen. Dat doen we vooral door met onze klanten samen de zaken aan te pakken op het terrein. In die zin noem ik onszelf liever een partner van klanten dan een supplier. Wij doen ook wat weinig andere IT-bedrijven doen: we staan 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 paraat. Om op de hoogte te blijven van onze opdrachten, geloof ik sterk in kleine competentieteams van pakweg 4 tot 6 man, waar dagelijks aan onderlinge kruisbestuiving wordt gedaan. Bijkomende interne opleiding behoort ook tot de vaste geplogenheden. Finaal beschikken we ook over alle certificaten die toegekend worden door onafhankelijke auditors.”
Gezien de snelle groei, kan het moeilijk anders of venture capitalists komen hier wel eens aankloppen. Wat zegt u hen? “Jawel, er is belangstelling. En ik leer bij uit die gesprekken. U weet ook dat die mensen dromen van rendementen van 20%. Welnu, wij tekenen al meerdere jaren voor zo’n groeicijfer. Evident dat ze daarop afkomen. Maar dat heeft nu geen prioriteit. Het heeft ook met de aard van onze business te maken, waar langetermijncontracten eer der de regel zijn. In de bedrijfswereld niet zozeer, maar contracten met de overheid hebben gemakkelijk een looptijd van 7 jaar. En voor het technische onderhoud en de support van windmolens spreken we ge makkelijk over deals met een looptijd van 20 jaar. Continuïteit in de bedrijfsvoering is dus belangrijk, zelfs cruciaal.”
U bent vandaag 53. Waar droomt u van voor dit bedrijf?
“Internationalisering staat hoog op de prioriteitenlijst, en we zijn wat dat betreft op de goede weg. In Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben we al eigen
“Soms denk ik dat e-BO al 2 keer groter had kunnen zijn dan het nu is. Maar eerlijk: de grootste willen zijn, is nooit mijn ambitie geweest.”
kantoren. In 2023 volgen Taiwan en hope lijk ook de Verenigde Staten. Mijn tweede grote droom, of noem het maar opdracht, betreft het beter organiseren en stroomlij nen van onze activiteiten.”
Wat doet een ondernemer-manager die een team van 250 mensen onder zijn hoede heeft? Wat leert uw eigen agenda als het over tijdsbesteding gaat?
“Het zal u misschien verrassen, maar ik moet er vooral voor zorgen dat ik niet onmisbaar ben. Als er met mij iets zou gebeuren, moet dit bedrijf verder kunnen, toch? Daarom heb ik een 4-tal rechterhan den die mee de zaken aansturen. Het is ook mijn taak ervoor te zorgen dat de structuur, de organisatie er staat als een blok. Dat vergt continu bijsturen. En natuurlijk moet ik de strategie uitstippelen voor de iets langere termijn. Dat gebeurt nog altijd het best op basis van wat ik voortschrijdend inzicht noem en via kleine maar betekenis volle stapjes.”
De moderne bedrijfswereld is bijna angstvallig veel afhankelijk geworden van technologie. Is de human touch in gevaar?
“Er is in 20 jaar tijd heel veel veranderd. Pakweg rond het magische jaar 2000 was de technologie er voor de technologie. Nu heeft technologie een heel andere dimen sie gegeven aan het bedrijfsleven. IT zorgt nu voor een grote en ongeziene meerwaar de in de bedrijfsprocessen. Digitalisering is omzeggens overal, en waar het nog niet is, doet het zijn intrede wel. In onze projecten met kritische infrastructuur of gevoelige informatie, zoals bij de overheid, is digitali sering noodzakelijk en heeft het een grote meerwaarde, maar toch zijn het nog altijd mensen die een finale beslissing nemen.”
Eén van de sleuteldomeinen binnen jullie portfolio betreft cybersecurity. Daar springen bedrijven nog te achteloos mee om, blijkt uit tal van studies. “Op basis van onze ervaring blijf ik beweren dat het staat of valt met mensen. De alert heid, de awareness om het met een mooi Engels woord te zeggen, laat nog altijd flink te wensen over, en dat terwijl alle veilig heidstools bestaan, zowel voor machine parken als voor offices. Je moet realistisch zijn: 100% veilig bestaat niet. Maar wat je wel kan doen, is zoveel mogelijk drempels opwerpen die het de belagers moeilijk maakt om tot het hart van de organisatie
door te dringen. Die drempels doen veilig heidsexperten ook tijd winnen om de zaak op te lossen. In elk geval is het noodzakelijk om data een veilig onderkomen te geven op diverse plaatsen.”
De blue economy, waar Oostende zo hoog en terecht mee oploopt, zorgt voor een significant deel van jullie business. Welke boodschap heeft u voor die sector?
“Wat hier voor de kust van Oostende ge beurt is mooi, heel mooi. De opgebouwde expertise, denk onder meer aan de wind molenparken op zee, is top en wordt ook wereldwijd erkend als dusdanig. Maar dan denk ik: mag het ook nog wat meer zijn? Daarom is het belangrijk deze knowhow te zien als een exportproduct met een enorm potentieel. In het kader van duurzaamheid en de roep naar een groenere economie, hebben we terzake alle troeven in huis.”
Is het haalbaar om onze energiebevoorrading via windenergie nog eens te vermenigvuldigen met 3, zoals de ambitie richting 2030 luidt? Of is dat toch maar wishful thinking? “Hernieuwbare energie is de toekomst, daar kan geen twijfel over bestaan. Wind molenparken op zee halen een veel groter rendement dan die aan land. Maar om die ambitie waar te maken, zullen we alles moeten inzetten: windmolens aan land, zonnepanelen, drijvende zonnepanelen, batterijen, ‘floating wind’, enzovoort.”
Hoe staat u als consultant en expert tegenover het Ventilus-dossier?
“Het spijt me ergens dit te moeten zeggen, maar de enige mogelijkheid is boven gronds. Het zogenaamde gezondheids probleem lijkt me ook overtrokken. De ondergrondse oplossing is zo goed als onbetaalbaar en is ook technologisch am per haalbaar over zo’n afstand. Ten gronde pleit ik ervoor om zo snel mogelijk tot een oplossing te komen, en alle strijd te staken. Onze bedrijven hebben nu eenmaal kilo watts vandoen als ze de opgebouwde wel vaart hier willen houden. Als wetenschap pers en experts vroeger een gefundeerde mening gaven, volgden de maatschappij en de politiek die onderbouwde visie quasi blindelings. Nu ontstaat een hele hetze rond zo’n rapport. Waarom toch?”
Afsluiten doen we graag met enkele fraaie en voor het ondernemerschap zo
Christophe Dhaene hanteert in zijn ondernemerschap 3 basisprincipes. “Alles is gebaseerd op gezond boerenverstand. Ten eerste niet tèvéle lullen. Ten tweede: zit je met een probleem, zeg het dan. En ten derde: keep your promises”, klinkt het.
belangrijke uitspraken van Bill Gates. De eerste luidt als volgt: “To win big, you sometimes have to take big risks.”
“Soms denk ik dat e-BO al 2 keer groter had kunnen zijn dan het nu is. Maar eerlijk: de grootste willen zijn, is nooit mijn ambitie geweest. Daarvoor ben ik dan weer te risicoavers, denk ik. Rijk worden zegt me ook niets. Wie dat nastreeft, is in mijn ogen geen echte ondernemer. Geld is maar een middel. Mijn echte droom bestaat er in om te ondernemen. Ik heb ook altijd de lange termijn voor ogen gehad en er voor bedankt om een eendagsvlieg te zijn. Mijn trigger is altijd geweest om topkwaliteit te serveren. Die strategie heeft nu al meer dan 20 jaar haar vruchten afgeworpen.”
Nog eentje: “Power comes not from knowledge but from knowledge shared”.
“We zijn geen soloslim speler, nooit ge weest. We hebben heel wat partnerships lopen, onder meer met de universitaire wereld, maar ook met andere bedrijven.”
Finaal: “It’s fine to celebrate success, but it’s better to embrace the lessons of failure. Your most unhappy customers are your greatest source of learning.”
“Een heel terechte uitspraak. Ik druk dat zo uit: expertise is altijd de som van de fouten die je maakt. En ook: eerst doen, en pas dan feesten.”
(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)
“De Vlaamse knowhow rond blue economy is een exportproduct met een enorm potentieel.”
Als je een heerlijke wrap van een private label verorbert, is de kans aanzienlijk dat die bij Poco Loco in Roeselare is gemaakt. De dochteronderneming van Paulig investeerde recent in een nieuwe, extra volautomatische productiesite. Sinds jaren werkt Poco Loco zeer nauw samen met IntOCon. Het Ieperse bedrijf draagt met machines op maat bij tot de meest efficiënte integratie voor de verschillende installaties. “We zien het als een grote erkenning dat Paulig ook voor buitenlandse productiesites op onze expertise rekent”, zeggen stichter Carl Commeene en CEO Jan Goossens.
“Zelfs producten met vormafwijkingen gaan niet verloren”
IntOCon bestaat 24 jaar. Carl Commeene stond in 1998 aan de basis van de on derneming die zich altijd al toelegde op maatwerk in roestvrij staal, vooral binnen de voedingsindustrie. “We zijn door de jaren heen steeds blijven groeien, waardoor complexe totaalprojecten met een verre gaande graad van automatisatie perfect tot onze mogelijkheden behoren”, vertelt Carl. “Van ontwerp tot en met productie en indienstneming werken we nauw samen met de klant om tot de juiste oplossing te komen”, verduidelijkt Jan.
IntOCon is intussen bijna 20 jaar kind aan huis bij Poco Loco. “De samenwerking begon toen onze productie zich nog aan de Trakelweg situeerde”, herinnert Rik Vanden broucke, Technical Engineering Manager bij Paulig, zich. “Aanvankelijk stond de Ieperse partner vooral in voor transportbanden, maar de samenwerking kreeg snel een
extra dimensie. De eerste IntOCon-‘inliners’ (systeem dat verpakte producten samen brengt op 1 spoor, nvdr) zijn na ruim 10 jaar nog altijd in gebruik. Onze operatoren appreciëren de hoge betrouwbaarheid en de onderhoudsvriendelijkheid van de lijnen ten zeerste.”
Zo werd de inbreng van IntOCon in het lo gistieke deel van de productie alleen maar groter. “Voor de nieuwe productieunit van tortilla’s zorgen wij na het koelproces voor het bufferen van productstapels”, verdui delijkt Carl. “Van daaruit vertrekken de pro ducten naar de dieptrekmachines, waar de producten onder een atmosfeer van CO2 en stikstof worden verpakt. Vervolgens worden de verpakte producten onderworpen aan verschillende controles (lek- en metaalde tectie, gewichtscontrole,…) vooraleer ze finaal in kartonnen dozen worden verpakt. Onze machines zorgen er hier voor dat ge
“Paulig
— JAN GOOSSENScontamineerde producten correct worden uitgestoten.”
Wegens de krappe en volatiele arbeids markt, viel de keuze op een doorgedreven automatisatie van de nieuwe productielij nen, zodat Poco Loco het beschikbare per soneel optimaal kan inzetten. Het gebruikt bijvoorbeeld cobots om kartonvellen in de
heeft ons al vroeg in het project betrokken, wat ervoor zorgde dat de eerste producten binnen het jaar van de band rolden.”
verpakking te plaatsen en in parallel een traceer baarheidscan uit te voeren. “Paulig heeft ons al vroeg in het project betrokken, wat ervoor zorgde dat de eerste producten binnen het jaar van de band rolden. Voor dit project hebben we ervoor gekozen om het bufferen van het product verder te optimaliseren. Daarnaast kreeg het herwerken van zijstromen binnen het productieproces extra aandacht. Dat biedt de mogelijkheid om grondstoffen zo efficiënt en optimaal mogelijk in te zetten. Op die manier dragen we bij tot een betere ecologische voetafdruk, iets wat bij Poco Loco en bij uitbreiding de hele Paulig-groep terecht een prioriteit is”, aldus Jan Goossens.
“Paulig neemt IntOCon intussen verder mee in projecten bij andere vestigingen buiten onze landsgrenzen. Die tendens is merkbaar bij steeds meer Vlaamse voe dingsbedrijven”, besluit Carl Commeene. (BVC - Foto Kurt)
www.intocon.be
Geloofwaardige bedrijfscommunicatie staat of valt met een goed verhaal, waarin de juiste boodschappen op de juiste manier worden gebracht. In 2012 richtte oud-VRTjournalist Björn Crul het content agency Comm2B op, om bedrijven, overheden en social-profitorganisaties bij te staan. Het agentschap kende de afgelopen jaren een sterke groei. Het viert zijn tiende verjaardag met een nieuwe naam: the content company.
“Wij zijn een partner voor contentcreatie en storytelling voor kmo’s, corporate organisaties, overheden en social-profitorganisaties”, duidt Björn Crul. “We hebben een ervaren team van 4 bedrijfsjournalisten en storytellers die met een open vizier en een kritische blik aan elke opdracht beginnen. We leven ons in in de wereld van de klant en zijn doelgroepen. Vervolgens zorgen we voor sterke content in functie van het medium dat zal worden ingezet.”
Het bedrijf heeft een ruime ervaring opgebouwd in zowel copywriting, pers & pr, video- en podcastproductie en event storytelling. Björn Crul: “We gaan steeds op zoek naar boeiende, interessante en authentieke verhalen die de boodschap op een treffende manier overbrengen. Dat doen we onder meer voor magazines en tv, maar ook voor kmo’s die een webtekst, persbericht of bedrijfsvideo willen. We ondersteunen eveneens de marketing- of communicatieafdeling van corporate bedrijven die versterking zoeken in het kader van content marketing of om de juiste inhoudelijke invulling te geven aan een event.”
De eigen ploeg van bedrijfsjournalisten en storytellers vult the content company aan met cameramensen, monteurs, fotografen, grafici, presentatoren, enzovoort die worden gekozen in functie van een specifiek project.
www.thecontentcompany.be
Voor zijn eerste haventerminal op Europese bodem koos de Britse Nectar Group voor Oostende. De wereldwijde behandelaar van bulkgoederen is er deze zomer gestart met trafiek van staal, hout, wieken en onderdelen van windturbines. “We sloten een overeenkomst voor het behandelen van alle soorten cargo op deze terminal vlak aan zee”, zegt senior ports consultant Ian Jacobs.
Net voor de zomer richtte de Britse Nectar Group in Oostende de vestiging Nectar Belgium Cargo Handling (NBCH) op. Nectar Group is een wereldwijde speler in terminaloperaties, vrachtbehandeling en havendiensten, goed voor jaarlijks ongeveer 7 miljoen ton cargo. De groep werkte de voorbije halve eeuw in 75 landen en heeft terminaloperaties in Afrika en Azië. Ze behoort tot de logistieke tak van de holding Monaco Resources, die wereldwijd industriële activiteiten met meer dan 5.000 mensen controleert.
Geen kleine speler dus, en toch is het Europese vasteland voor de Britten nieuw terrein. “Toen er tijdens de pandemie naar veel van onze overzeese locaties niet ge reisd kon worden, vroeg Nectar Group me om mogelijkheden in en nabij het Verenigd Koninkrijk te onderzoeken. Dat leidde naar Haven Oostende, waar we snel een aanbod kregen”, zegt Ian Jacobs. Hij is senior British ports consultant voor Nectar Group en heeft een kwarteeuw managementervaring in de Britse havensector. Hij was actief in onder meer Southampton, Immingham, DP World London Gateway en Jersey.
Na het afronden van alle tot dan toe vergunde offshore windparken in 2020, was er weer volop ruimte vrijgekomen op de 15 hectare grote REBO-terminal (Renewable Energy Base Ostend).
Jacobs: “Wij zagen er diverse kansen voor zowel rorodiensten, een bargeservice voor containers met Antwerpen en Zeebrugge, als projectcargo en breakbulk (stukgoed).
Na het eerste overleg met Haven Oostende in januari, kwamen we tot een overeen komst voor het behandelen van het volle dige gamma van load-on/load-off (lolo), bulk, projectcargo en roro. Het behandelen van stukgoed en containers leek een ideale eerste doelmarkt. We hebben daarvoor een fantastische locatie: 2 hectare verhard terrein met uitbreidingsmogelijkheden, gelegen aan een kade voor schepen tot 200 meter lang, met 8 meter waterdiepte, kantoren en een kleine loods. In de buurt zijn opslagloodsen beschikbaar en het havenbestuur bouwt tegen het voorjaar van 2023 op de terminal een loods van 7.000 m².”
Nectar Group installeerde een mobiele, veelzijdige Gottwald-kraan met 125 ton hijsvermogen. Tot de eerste ladingen sinds juni behoorden wieken en onderdelen van windturbines, hout uit Letland en stalen buizen uit Portugal. “Dit is pas het begin, we bezoeken nu volop potentiële klanten voor zowel import als export. We zien in België en de ruime omgeving van Oostende bij voorbeeld veel staaltrafiek. Daarin moeten ook voor ons kansen zitten. We mikken op langdurige partnerships voor betrouwbare en betaalbare diensten met toegevoegde waarde. In breakbulk is er niks standaard, dus moeten we elke vraag zeer innova tief en flexibel kunnen beantwoorden. We namen deel aan de breakbulkbeurs Antwerp XL en kijken uit naar industriële klanten in de ruime regio, onder meer tot in Noord-Frankrijk.”
Aan de voorkant ligt de terminal pal aan zee, zonder sluizen. “We stockeren de cargo
Zelfs voor zo’n ervaren groep betekende starten in een nieuw land een nieuw leerproces. “In tegenstelling tot het VK, waar je van de ene op de andere dag een bedrijf kunt beginnen, duurt dat in België iets langer. We kregen gelukkig veel hulp van het havenbestuur en andere bedrijven uit de Oostendse havengemeenschap. Ook het systeem van de Belgische havenarbeid is minder flexibel dan we in het VK gewoon zijn. Daarmee moeten we in het planningsproces voor het behandelen van schepen rekening houden. Niettemin engageren we ons om met lokale contacten te werken en de Belgische cultuur te omarmen.”
en laden ze op vrachtwagens en binnen schepen. Mettertijd wensen we meer vracht via barges te versturen. Dat is duurzamer en het verzacht de problemen van zowel wachttijden voor vrachtwagens in andere havens als het algemene chauffeurstekort. Daarnaast blijven we ijveren voor andere lolo- en zelfs roro-diensten.”
Nectar Group plaatste in Oostende de erva ren operations administrator Joan Wallace en trok met Karl Antonissen een ervaren sitemanager aan. Hij werkte als zelfstandige onder meer in Antwerpen 12 jaar voor de terminalgroep PSA. Zij worden gesteund door de collega’s vanuit het VK en werken met lokale onderaannemers. (RJ - Foto EV)
www.nectargroup.co.uk
“We bezoeken nu volop potentiële klanten voor het behandelen van hun import en export.”
Na 3 jaar onbemande binnenvaart tussen Diksmuide en Oostende is het Europese testproject Watertruck+ positief afgerond. “We staan klaar voor uitbreiding naar andere trajecten zoals het kanaal Roeselare-Leie en de toekomstige overslagterminals van De Vlaamse Waterweg in Veurne en Diksmuide”, zegt voorzitter Patrick Degryse van Group De Cloedt.
Het Europese project Watertruck+ werd in 2014 op gang getrapt om het potentieel van de kleinere waterwegen beter te benutten. Group De Cloedt, die jaarlijks 4 miljoen ton zand, granulaten en grond over de Vlaamse binnenwateren verplaatst, was er meteen bij. “We kwamen tot een partnerschap van gebruikers en deskundigen die erin geloofden, met grote dank aan De Vlaamse Waterweg. Daar engageerde het topma nagement zich voor een wettelijke opening naar een stappenplan om onbemande bin nenvaart mogelijk te maken. In heel Europa staat daarin vandaag nog steeds niemand verder dan Vlaanderen”, zegt Patrick Degryse. Andere partners waren De Vlaam se Waterweg nv, de Brabantse bouwstoffen Groep André Celis en Antwerp Management School. De vaartuigen werden gebouwd door scheepsbouwer Concordia Damen.
Met 50% Europese steun op een budget van 14 miljoen euro werden 18 duwbakken gebouwd. Een aantal daarvan zijn gemo toriseerd en sommige werden uitgerust
voor besturing vanop afstand of zelfs voor autonoom varen. De besturingstechnologie werd ontwikkeld door Seafar in Antwerpen, een start-up van West-Vlaming Louis-Robert Cool. Vanuit de controlekamer van Seafar worden de vaartuigen aangestuurd.
3 jaar geleden was het zover: Group De Cloedt startte een ambitieus testproject voor het transport van 400.000 ton afgegra ven grond uit Diksmuide naar Oostende. “Het gaat om een enorme hoeveelheid waarmee we 7 tot 8 jaar zoet zijn. Met 5 Wa tertrucks van maximaal 400 ton capaciteit (bij een diepgang van 2,80 meter) varen we over de IJzer, het kanaal NieuwpoortPlassendale en het laatste stuk van het kanaal Brugge-Oostende. Het is niet het gemakkelijkste traject: er zijn veel bochten, de diepte is soms beperkt en er raakte ver vuiling vast in de schroeven. Daarenboven zijn de vele stremmingen een vervelend probleem. We leerden daarmee om te gaan en het meeste werd opgelost. Doordat ze
vaak samen varen, blijft ook het opendraai en van bruggen zeer beperkt. Er gebeurden nog geen ongelukken en we zijn zeer tevre den over het resultaat.”
Group De Cloedt is klaar voor uitbreiding. “Er ligt een project ter studie voor het ka naal Roeselare-Leie en we kijken benieuwd naar de 2 regionale overslagcentra (ROC’s) die De Vlaamse Waterweg in Veurne en Diksmuide gaat aanleggen. We krijgen ook vragen uit Limburg, Wallonië, Duitsland en Litouwen. Voorlopig heeft alleen Vlaan deren een wettelijk kader, maar je merkt in alle landen beweging. Ik geloof in het autonome voor het efficiënter en veiliger maken van talrijke industrietakken. Je ziet het steeds meer opduiken in container terminals, automotive en scheepvaart. Het maakt de operaties vaak vlotter en logischer en het is een middel tegen de arbeidskrapte.” (RJ - Eigen foto)
Werk kan fantastisch zijn. Mensen voelen zich nuttig. Ze leren bij. Ze leren misschien zelfs vrienden kennen.
Maar dat is niet voor iedereen zo. En dat willen wij veranderen met onze missie: Unsuck Work. Wij willen de hele jobmarkt beter maken, met gelijke kansen voor iedereen.
En neen, wij zijn ook niet perfect. Maar we zijn wel vastbesloten een voortrekkersrol te spelen. En dat doen we graag samen met u, door werk te maken van een goed en inclusief HR-beleid.
Want werk hoeft helemaal niet te sucken. Het kan net fantastisch zijn.
Al 25 jaar regelt de Brugse vliegtuigmakelaar Chapman Freeborn privévluchten en vrachtvluchten op maat. Sinds de coronacrisis, die voor een boost zorgde in het aantal vluchten, is het bedrijf goed voor een omzet van 12 miljoen euro. “Voor veel bedrijven betekende Chapman Freeborn de redding in nood’, zegt Chris Vandenplas, Regional Manager voor Benelux en Frankrijk.
Chapman Freeborn linkt klanten die op zoek zijn naar een vlucht aan vliegtuigeigenaars die hun toestel ter beschikking stellen op de markt. “Dat kunnen ener zijds passagiersvluchten zijn, waarbij we voornamelijk zakenlui maar bijvoorbeeld ook technisch personeel op een efficiënte manier naar hun bestemming brengen. Anderzijds zoeken we ook oplossingen voor cargo’s die buiten de reguliere lijnvlucht markt vallen. Ladingen die bijvoorbeeld omwille van hun afmetingen of gewicht niet met een lijnvlucht mee kunnen, of die naar een bestemming moeten met een beperkt vluchtaanbod. Zo vervoeren we geregeld ladingen voor Artsen Zonder Grenzen. Soms gaat het ook over ladingen die niet met de gewone lijnvluchten mee kunnen omdat ze absoluut niet in verkeerde han den mogen vallen: paspoorten die van bij een drukker naar het land van bestemming worden gebracht, bijvoorbeeld.”
Het Engelse bedrijf Chapman Freeborn werd in 1973 opgestart. 25 jaar geleden
werd de Belgische vestiging geopend in Oostende. “Sinds een aantal jaar zitten we op onze huidige locatie in Brugge”, zegt Vandenplas. “Ons bedrijf telt 6 medewer kers die dag in dag uit ten dienste staan van klanten die nood hebben aan gespeciali seerd luchtvervoer. Samen regelen we ruim 200 vluchten per jaar.”
Eén van de grootste troeven van Chapman Freeborn is naar eigen zeggen de snelheid waarmee oplossingen worden geboden. “Als het echt snel moet gaan, krijgen we onze klanten 2 uur na hun telefoontje op een vliegtuig”, zegt Vandenplas. “Zoals laatst nog: voor de kust van Denemarken was een schip aan het zinken. Wij kregen van een bergingsbedrijf de vraag om zo snel mogelijk technisch personeel ter plaatse te brengen. 2 uur later zijn ze met het vliegtuig kunnen vertrekken. Ter plaatse hebben we via onze connecties nog een helikoptervlucht geregeld om hen op het schip te laten zakken. Het schip kon nog gered worden daardoor. Met een sleepboot
is het nog in de dichtstbijzijnde haven geraakt.”
Sinds het begin van de covid-periode no teerde de onderneming duidelijk meer aan vragen van nieuwe klanten. In 2021 draaide Chapman Freeborn Benelux-Frankrijk een omzet van ruim 12 miljoen euro. “De coronacrisis was voor ons bedrijf zakelijk gezien een goeie zaak”, zegt Van denplas. “Een groot deel van het reguliere lijnvluchtverkeer lag maandenlang plat. We hebben in die periode aanzienlijk meer cargovluchten uitgevoerd voor industriële ondernemingen. Een vliegtuig charte ren om onderdelen tot in een fabriek te brengen kost een ondernemer inderdaad geld, maar een productielijn die stilligt tot er een vervangstuk ter plaatse is, kost nog veel meer. Voor veel bedrijven betekende Chapman Freeborn op dat moment de redding in nood.”
Daarnaast hebben ook een pak zakenlui de voordelen van privévliegen ontdekt tijdens de coronacrisis. “Het is een luxe waar je heel gemakkelijk aan kan wennen: niet uren op voorhand naar de luchthaven moe ten om er aan te schuiven, maar op een vliegtuig kunnen stappen dat op jou staat te wachten…” (JM - Foto MVN)
Op de transportzone LAR in Rekkem is DSV Road, de afdeling wegvervoer van de Deense groep DSV, al ruim 3 decennia een vaste waarde. Dit is het knooppunt van alle Belgische trafieken met Frankrijk, Spanje, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Deze vestiging is na de hoofdzetel in Puurs de belangrijkste vestiging van DSV Road in ons land.
“De LAR is onze thuis sinds 1989”, vertelt director sales & marketing Nancy Balduck van DSV Road op de transportzone LAR in Rekkem. “Ik was er al bij toen de Deense groep DSV in 1989 aan de grenspost langs de E17 een kleine vestiging met een 5-tal mensen startte. Datzelfde jaar verhuisden we naar een nieuwbouw op de LAR Noord, waar we al snel tot een 30-tal medewer kers groeiden. We kregen grote impulsen door een aantal overnames van Belgische bedrijven, onder andere in 2006 Frans Maas en in 2008 ABX Logistics. Daarna werden onze gebouwen uiteindelijk te klein en in juli 2019 verhuisden we naar de huidige nieuwbouw op LAR Zuid. Deze site beslaat 2,4 hectare, waarvan 6.000 m² magazijnen met 52 laadkaaien en 2.000 m² kantoren. Vandaag werken hier 70 bedienden en 10 arbeiders.”
DSV is een Deens transport- en logistiek bedrijf dat met 75.000 medewerkers we reldwijd transport- en logistieke diensten aanbiedt via de weg, lucht, zee, spoor en warehousing. “De tak DSV Road focust op wegtransport en heeft in België 4 vestigin gen. De 2 grootste zijn het hoofdkantoor in Puurs en onze site in Rekkem, gevolgd door Gent en Eupen. Op de LAR behandelen wij voor heel België alle trafieken naar en van Frankrijk, Spanje, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Ierland. In onze magazijnen doen we voornamelijk aan crossdocking: binnenkomende palletgoederen zo snel mogelijk naar hun eindbestemming ver delen. We werken voor de meest uiteen lopende industriële sectoren, van chemie en technologie tot machines en textiel. We hebben zelf geen chauffeurs maar doen
een beroep op vaste onderaannemers om onze vloot van eigen trailers te verplaat sen.”
De vestiging in Rekkem is volgens ver schillende taken georganiseerd. “Onze 70 bedienden zijn grotendeels operationele mensen. Daarnaast staan ze in voor ver koop, administratie en douaneafhandeling. We hebben ook een kleine distributieafde ling en als een specialiteit high value cargo. We leveren ook ondersteunende diensten voor het hele Belgische netwerk, zoals de control tower voor de grootste klanten, de centrale planning van de trailers, de nati onale coördinatie van spotaanvragen en het beheer van uitzonderlijke transporten. Rekkem is goed voor een sterk deel van de totale omzet van DSV Road in België.”
Voor de trafiek met het VK vormde de Brexit een fikse uitdaging. “De mensen van ons douaneteam hebben 20 tot 30 jaar ervaring en ontwikkelden zich tot specialisten in de Brexit. Met hun hulp en met goede briefings van het hoofdkantoor, pasten onze ope rationele mensen en verkopers zich aan de nieuwe situatie aan. Want de impact was niet gering: de Brexit veranderde ons product. Dat kostte veel energie maar alles loopt op wieltjes.”
Nu is het uitkijken naar de impact van de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne. “Wij zijn een commissionair-expediteur, dus geen transporteur met vrachtwagens waar
brandstof in moet. We hebben ook geen ge koelde magazijnen. Niettemin ondervinden we indirect de stijgende chauffeurslonen en energieprijzen. Voor 2023 wordt bovendien een flinke algemene indexering van de lonen verwacht. Op groepsniveau heeft de oorlog in Oekraïne wel een directe impact. Heel snel besliste DSV om alle activiteiten in Rusland stop te zetten. Daarnaast verloor de Europese arbeidsmarkt veel chauffeurs omdat de Oekraïners naar hun land geroe pen werden. En voor de transportafdelin gen bedraagt brandstof 25% van de kosten, dan is de tekening snel gemaakt.”
Na meer dan 3 decennia blijft de LAR een interessante uitvalsbasis, vindt Balduck: “Dit gebied is van bij het begin geconcipieerd als een echte transportzone met brede toegangswegen en voorzieningen voor de chauffeurs. Het ligt buiten de bebouwde kom zodat je niemand hindert. Het grootste voordeel is de nabijheid van Europese snelwegen. Zo heeft het wegtransport in de mix van multimodaal vervoer nog altijd zijn waarde. Voor de cruciale just-intime leveringen is de vrachtwagen flexibel en betrouwbaar. Wij zijn voor sommige klanten hun ‘magazijn op wielen’. Dat koppelen we aan het DSV-netwerk van 300 kantoren in 30 Europese landen, waarin we vlot en makkelijk samenwerken.” (RJ - Foto Kurt)
“We ondervinden indirect de stijgende chauffeurslonen en energieprijzen.”
Goed voor 40 volle transporten per dag
Expeditiebedrijf TransDirect uit Kortrijk neemt de transportzorgen van andere bedrijven in handen. Je laat hen weten welke lading waar naartoe gebracht moet worden, TransDirect regelt de rest. “Dat we klanten ontzorgen, is onze grootste troef”, zegt zaakvoerder Gilles Devriendt.
Expeditiebedrijf TransDirect werd in januari 2021 opgestart en is nu al goed voor een 40-tal volle transporten per dag en een omzet van om en bij de 1,6 miljoen euro. Zaakvoerder Gilles Devriendt, amper 24, wierf recent een vierde arbeidskracht aan om al die transporten in goede banen te leiden.
“Als jobstudent werkte ik voor een trans portbedrijf: eerst als chauffeur van een bestelwagen en daarna als verkoper van transporten.” Tijdens zijn werk daar zag de jonge ondernemer een opportuniteit. “Transport is voor veel bedrijven een extra last bovenop hun kernactiviteiten. Iets waar ze eigenlijk liefst geen tijd en energie mee zouden verliezen.”
TransDirect moet bedrijven op transport vlak ontzorgen. “Ze laten ons weten welke transporten uitgevoerd moeten worden in de Benelux en wij zorgen dat het in orde komt”, zegt Gilles Devriendt. “We hebben zelf geen vrachtwagens, maar werken samen met verschillende transportaanbie ders om de transportvragen in te vullen. Onze ladingen kunnen heel uiteenlopend zijn: van droge voeding en staal tot ver pakkingen en karton. Voorlopig doen we nog geen gekoeld transport, maar in de toekomst kan dat nog veranderen.”
De deadline is 11 uur om een transport voor de dag nadien aan te vragen. “Maar meestal zijn onze opdrachten meerdere da gen op voorhand al gekend. Dat geeft ons ook de mogelijkheid om de duurzame kaart te trekken: als we de puzzel leggen, zorgen we ervoor dat er amper lege vrachten rond rijden. Dat is een voordeel dat wij kunnen bieden ten opzichte van grotere transport bedrijven: daar moet het snel gaan. Dan gebeurt het al sneller dat enkel de heen- of terugvracht ingevuld wordt.”
In de transportsector is er een groot tekort aan arbeidskrachten. “Het is één van de grootste uitdagingen in onze sector”, zegt Devriendt. “Maar voorlopig slagen wij er nog altijd in om oplossingen te vinden voor al onze transportvragen.”
Daar zijn verschillende verklaringen voor, zegt Devriendt. “Wij zijn om te beginnen radicaal tegen sociale dumping. Wij werken alleen samen met bedrijven die hun men sen correct betalen en die met alle nodige certificaten en vergunningen in orde zijn.
Uiteraard streven we naar scherpe prijzen, maar niet ten koste van de mensen die de transporten uitvoeren. We hebben intussen een sterke reputatie opgebouwd op dat vlak en dat maakt ons een aantrekkelijk bedrijf om mee samen te werken.”
TransDirect schakelt ook kleine zelfstandi gen in. Dat helpt ook om alle transporten vlot ingevuld te krijgen. “Dat zijn vrachtwa genchauffeurs met een eigen vrachtwagen die je voor losse opdrachten kan inschake len. Ze maken een groot deel uit van ons netwerk met een 500-tal carriers. Kleine zelfstandigen gaan al sneller eens een extra rit bijnemen als het nodig is, omdat ze voor hun eigen portemonnee rijden, en zelf ook met een tevreden gevoel naar onze samen werking kijken.” (JM - Foto Kurt)
www.transdirect.be
De transport- en logistieke sector zijn volop in beweging. Daar heeft de duurzaamheidsgedachte alles mee te maken. Ziegler, gespecialiseerd in internationale logistieke diensten en multimodaal transport, zet daar maximaal op in. Het leverde CEO Diane Govaerts, ‘auteur’ van de filosofie ‘Ziegler now even greener’, een nominatie voor de Manager van het Jaar op. Johan De Brauwer, Managing Director van Ziegler Belux, vertaalt dat naar enkele concrete tips.
De tijd waarin de voornaamste doelstelling van een trans porteur vervoer van punt A naar B was, ligt ver achter ons. De sector sleurt door de nochtans vrij schaarse ongevallen met vrachtwagens bij bepaalde mensen nog een negatief imago met zich mee, maar er is al heel veel ten goede veranderd. Zo raden wij bedrijven aan zo goed mogelijk na te denken over hoe ze hun transporten multimodaal kunnen organiseren. De plaatsjes in de buurt van water- en spoorwegen zijn duur, maar maak daar gebruik van als het kan. Opteer voor de ‘last mile delivery’ indien mogelijk voor cargo bikes of elektrische bestelwagens.
Vestig je logistieke hub(s) bij voorkeur aan de rand van de stad. Idealiter investeer je daarbij in technologieën die toelaten om duurzamer te werken. Opteer bijvoorbeeld voor warmtepompen en zonnepanelen met batterijen, om zoveel mogelijk de eigen energiebehoeften af te dekken. Het is een goed idee om dat nu al te doen en niet te wachten tot de overheid bepaalde maatregelen oplegt. Nu kan je wel al aan de slag met de vervanging van klassieke verlichtingsarmatu ren door ledsystemen, voorzien van bewegingssensoren. Zo gaat de verlichting alleen aan op plaatsen waar er effectieve activiteit is, waardoor die investering zich pijlsnel terugver dient.
Bekijk goed welke initiatieven nu al vruchten afwerpen en voor welke ideeën het nog te vroeg is. Op dit moment heeft het bijvoorbeeld niet zoveel zin om in elektrische vrachtwa gens te investeren, door de hoge kostprijs en het gebrek aan laadfaciliteiten. Gelukkig is de overheid zich daar wel van bewust. Het is sowieso wel Zieglers ambitie om tegen 2026 leveringen in stadscentra volledig CO2-neutraal te verzorgen.
Gas- of dieselheftrucks zijn geen toekomstgerichte oplossin gen. Elektrische modellen functioneren geluidloos, wat auto matisch voor een rustigere atmosfeer zorgt. Tegelijk rijden ze toch veilig, dankzij zwaailichten en claxons. Met de plaatsing van spiegels in het magazijn kan je dat veiligheidsniveau nog verhogen.
traditie onze jubilarissen in de bloemetjes. Bestaat je onderneming 25, 50, 75, 100, 125 of zelfs 150 jaar? Laat het ons dan zeker weten via kellie.saelens@voka.be!
Meer info? 056 26 13 80 | pubmateriaal@voka.be
De voorbije jaren maakte POM West-Vlaanderen werk van de uitbouw van een netwerk van multimodale platformen. In Roeselare opent binnenkort na Wielsbeke een tweede rivierterminal. De werken aan 2 regionale overslagcentra in de Westhoek zijn aan de gang. Aangevuld met het spoorwegplatform LAR (Lauwe-Aalbeke-Rekkem), Avelgems Container Terminal (AVCT) en diverse mogelijkheden vanuit Zeebrugge zijn er heel wat opportuniteiten voor West-Vlaamse bedrijven om hun goederenstromen te verduurzamen.
“Een groot deel van het goederenvervoer gebeurt momenteel nog altijd via snelwegen”, weet Jean de Bethune. “Wij stimuleren West-Vlaamse bedrijven om over te schakelen op synchromodaal transport. Spoor- en waterwegen schuiven we naar voor als duurzame alternatieven voor het wegtransport. Deze synchromodaliteit levert bedrijven niet alleen de optimale transportoplossing, maar vaak ook lagere transportkosten en een kleinere ecologische voetafdruk”, vertelt Jean de Bethune, voorzitter van POM West-Vlaanderen. “Samen met De Vlaamse Waterweg investeren we in multimodale overslagplatformen. Zo maken we goederenvervoer binnen onze provincie efficiënter en klaar voor een duurzame toekomst.”
“Voor River Terminal Roeselare, op het kanaal Roeselare-Leie, zoeken we een exploitant. Dit overslagcentrum bestaat uit een kaaimuur van 230 meter waar schepen aanmeren en een kaaiplateau van 18.000 m² met een aanpalend terrein van 9.000 m² dat als opslagruimte ingezet kan worden. De terminal werkt complementair aan de rivierterminal in Wielsbeke, waar de focus hoofdzakelijk ligt op containers. Deze terminal mikt voornamelijk op transport van bulk en palletten.”
Regionale overslagcentra in Veurne en Diksmuide
Overslagcentrum River Terminal Wielsbeke ligt langs de Leie. Uitbater Shipit zorgt voor de overslag van bulk en palletten, Delcatrans voor de overslag van containers. “Met het oog op de sterk groeiende containertrafiek, bouwden we de River Terminal Wielsbeke verder uit”, vertelt Jean de Bethune. “De huidige kaaimuur werd verlengd tot 325 meter, het kaaiplateau kreeg er 25.000 m² bij en er werd een interne wegenis aangelegd om de bereikbaarheid te vergroten en het aanpalende terrein van 33.000 m² te kunnen aansnijden.”
Analyseer je goederenstromen en laat ook je businesscase uitrekenen op www.pomwvl.be
Ook de Westhoek krijgt er 2 kaaimuren bij. In Veurne (aan de Lovaart) komt er een kaaiplatform van 325 m² met aansluitstrook van 292 m² en in Diksmuide (aan de IJzer ter hoogte van Heernisse) een kaaiplatform van 325 m² met aansluitstrook van 163 m². “De duurzame ontsluiting van de Westhoek is voor ons belangrijk. Daarnaast experimenteren we hier ook met innovatieve technologieën zoals autonome en onbemande vaartuigen.”
Het is belangrijk dat deze multimodale platformen ook effectief gebruikt worden. “Samen met Multimodaal.Vlaanderen overtuigen we ondernemers om spoor- en waterwegen op te nemen in hun logistieke keten. Dat doen we via advies op maat. Experts bekijken elk project en brengen haalbare, duurzame alternatieven in kaart”, besluit Jean de Bethune.
Het erkend sociaal secretariaat Paycover in Kortrijk verzorgt de loonadministratie voor meer dan 1.000 werkgevers uit verschillende beroepssectoren. De transportsector is één van de specialisaties. “Dat onze klanten elk hun vaste medewerker hebben in onze organisatie, is atypisch voor onze branche. Maar het is meteen ook onze grootste troef”, zegt Bruno Velghe.
Paycover is actief in heel uiteenlopende beroepssectoren, van de horeca tot de bouw en van de metaal- tot de schoonmaaksector. Het bedrijf werd opgericht in 2014. Het is daarmee het jongste erkend sociaal secretariaat in Vlaanderen. “Door de jaren heen hebben we een mooi klantenbestand opgebouwd”, zegt Bruno Velghe. “Nieuwe klanten komen veelal bij ons terecht nadat an dere klanten ons aanraden. Vandaag verzorgen we de loonadmi nistratie voor meer dan 1.000 werkgevers in de ruime regio.”
Dat het grootste aantal klanten van Paycover uit de transportsector komt, is geen toeval. “Zelf zit ik tweejaarlijks mee aan tafel voor de transportsectoronderhandelingen”, zegt Velghe. “Daarin
bepalen we samen met de vakbonden de loon- en arbeidsvoor waarden voor de hele transportsector voor de daaropvolgende 2 jaar. Dat zorgt ervoor dat we hier een heel uitgebreide kennis in huis hebben rond alle mogelijke afspraken en voorwaarden in de sector.”
De loonadministratie van de transportsector is een uitdaging. “In geen enkele andere branche is de flexibiliteit van werkgevers en werknemers zo groot en zijn er zo’n uiteenlopende situaties”, zegt Bruno Velghe. “Van een traditionele 38 urenweek is door gaans geen sprake. In plaats daarvan zijn er arbeidstijden, be schikbaarheidstijden, verblijfsvergoedingen,… Wie zijn draai vindt in de transportsector, kan ook alle andere sectoren de baas.”
Erkend sociaal secretariaat van werkgevers nr. 995 info@paycover.be www.paycover.be
Bij Paycover heeft elke klant zijn vast aanspreekpunt binnen de organisatie. “We gaan daarmee een beetje tegen de trend in”, zegt Velghe. “Bij vele grootschalige sociale secretariaten wordt de workload gewoon verdeeld tussen de medewerkers al naargelang het werk binnenkomt. Dat betekent dat je als klant vaak andere medewerkers aan de lijn krijgt. Bij ons hebben alle medewerkers hun eigen specialisaties en hun eigen klanten. Klanten worden dus altijd geholpen door iemand die hun dossier tot in de puntjes kent en die ook nog eens thuis is in zijn sector.”
• Personeelsadministratie en loonberekening • zonder zorgen • Proactieve ondersteuning en sociaal juridische
adviesverlening
Gebruiksvriendelijke en innovatieve software
Duidelijk en permanent zicht op de prestaties
van uw personeel
Integratie van gegevens afkomstig van tijds-
registratie, digitale tacho of boordcomputer
Nog iets waarmee Paycover zich op een positieve manier onderscheidt: “In onze branche wordt vaak gewerkt met tarieven per uur, terwijl wij met vaste bedragen werken. We willen dat onze klanten zich niet geremd voelen om een vraag te stellen en dat is wel zo als elke vraag gepaard gaat met een bijhorende factuur. Er mag geen drempel zijn om iets te vragen.”
Persoonlijke begeleiding door uw dossier-
beheerder
Paycover heeft tot slot ook een heel gebruiksvriendelijk soft waresysteem waar klanten hun data in kwijt kunnen en dat bewerkingen zoveel mogelijk automatiseert en digitaliseert.
Roro-rederij Wallenius SOL versterkt gevoelig de industriële verbinding van Zeebrugge met Duitsland, Zweden en Finland. Voor de dienst naar de Botnische Golf, de meest noordelijke regio van de Baltische Zee, werden 2 nieuwe ijsklasseschepen met recordafmetingen gebouwd. Daarnaast kwam Philip Plasschaert in de nieuwe functie van commercieel manager voor de Benelux en het VK.
4 jaar geleden sloegen de Zweedse rede rijen Wallenius Lines en Swedish Oriental Line (SOL) de handen in elkaar voor het opzetten van een rorodienst tussen Zee brugge en de Botnische Golf. “In die meest noordelijke punt van de Baltische Zee speelt zich een groene industriële revolutie af. Met onze joint venture bieden we aan die duurzaam groeiende industrie een duurzame transportroute”, zegt managing director Ragnar Johansson van Wallenius SOL.
Stap voor stap groeide een rotatie die vandaag 7 havens in Zweden en Finland verbindt met Zeebrugge, Antwerpen, Tilbury (Londen) en Lübeck (Duitsland). De kerntrafiek bestaat nog steeds uit papier, karton en houtpulp, maar gaande weg werden andere industriële goederen toegevoegd. Het gaat om voornamelijk onbegeleide trailers, containers, high & heavy en stukgoed.
Voor de toenemende vraag besliste Wallenius SOL om 100 miljoen euro te investeren in 2 nieuwe schepen. Die conro’s kunnen 3 keer meer containers en 2 keer zoveel roro als hun voorgangers
meenemen. Ze hebben een capaciteit van 6.442 lijnmeter (roro) en 960 TEU (contai nereenheden). “Met hun 242 meter lengte en 35,2 meter breedte zijn dit ’s werelds grootste conroschepen van ijsklasse 1A. Geladen met 8.000 ton cargo kunnen ze door een ijslaag van één meter dik varen. Ze zijn bovendien zeer energiezuinig en milieuvriendelijk, met motoren die zowel op vloeibaar aardgas (LNG), biogas, diesel als biodiesel kunnen draaien. Ze verbruiken ongeveer 60% minder brandstof dan onze vorige schepen en stoten evenredig minder CO2 uit”, zegt Johansson. Zijn vrouw Anette Johansson mocht op woensdag 2 novem ber in Zeebrugge de ‘Baltic Enabler’ dopen, een primeur voor de PSA-terminal. Zuster schip ‘Botnia Enabler’ werd in september in Zweden gedoopt.
Wallenius SOL investeert ook in menselij ke versterking. In augustus stapte Philip Plasschaert (56) in de nieuwe functie van commercieel manager voor de Benelux en het VK. De Zeeuws-Vlaming uit Terneuzen werkte voorheen bij o.m. tankterminal-
— RAGNAR JOHANSSONoperatoren Vopak en BDP International, de Zweedse rederij Transatlantic en de Duitse logistieke wereldspeler DB Schenker. “Van uit die ervaring met de vrachtscheepvaart in Europa, en specifiek met betrekking tot Scandinavië, vertegenwoordig ik nu Wallenius SOL dicht bij klanten in de Be nelux en het VK. Op onze nieuwe record schepen is plaats voor duurzame partner schappen met Europese expediteurs en industriële partijen, maar ook voor shortsea verdeling van intercontinentale operatoren. Wij zijn een van de weinige spelers met een lijndienst tussen enerzijds het noorden van Finland en Zweden en anderzijds Duits land, de Benelux en het VK.” (RJ - Foto MVN)
“Dit zijn ’s werelds grootste conroschepen van ijsklasse 1A. Geladen met 8.000 ton cargo kunnen ze door een ijslaag van één meter dik varen.”
In navolging van de succesvolle Bedrijvencontactdagen in Kortrijk, lanceerden Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen en Kortrijk Xpo het initiatief nu voor het eerst in de provinciehoofdplaats Brugge. Op 26 en 27 oktober vond de eerste editie van de Bedrijvencontactdagen Brugge plaats in het gloednieuwe Beurs-, Meeting- en Congrescentrum (BMCC). Met meer dan 160 exposanten en meer dan 4.000 bezoekers heeft de eerste Brugse editie haar start niet gemist. Het b2b-netwerkevenement zal voortaan in Brugge plaatsvinden in de even jaren, Kortrijk wordt de trekpleister voor de oneven jaren.
Op donderdag 27 oktober stond ‘Verderkijkers’, hét innovatiecongres van Voka West-Vlaanderen, opnieuw op het programma. Het event biedt alle ondernemers en professionals met interesse voor innovatie een congresavond over innovatie en technologie aan. Dit jaar stonden ‘wondering tech’ en de mooiste innovatieve verhalen centraal. Deelnemers werden er in vervoering gebracht door mensen en verhalen.
INFO EN
Met een raad van advies haal je externe, onafhankelijke knowhow en relevante expertise in huis. Je omringt je met extra kennis en waardevol advies en krijgt zowel een klankbord als nieuwe ideeën voor je onderneming. Tijdens dit seminarie (op 5 december in Brugge en op 7 december in Kortrijk) ontdek je wat een raad van advies voor jouw onderneming kan betekenen en hoe je dit het beste aanpakt.
Meer info: Steven Stichelbout, steven.stichelbout@voka.be, 0471 88 89 57
Op dinsdag 29 november trekken we met Voka Connect naar Oostende, naar het iconische gebouw en de prachtige collectie van Mu.Zee. Het museum stelt scherp op moderne en hedendaagse kunst in België, van 1880 tot vandaag. De focus van deze Voka Connect ligt dan ook op de bijdrage van cultuur, toerisme en horeca aan het economisch weefsel in Noord-West-Vlaanderen.
Meer info: Shirley Seynaeve, shirley.seynaeve@voka.be, 0473 89 23 17
Kick-off Plato Experten - Human Resources woensdag 30 november 2022
Infosessie: De waterhuishouding van je bedrijf optimaliseren woensdag 30 november 2022 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Seminarie: Werken met een raad van advies maandag 5 en woensdag 7 december 2022 / van 9.00 tot 16.00 uur Voka | Brugge, Oostkamp (5/12) & Voka West-Vlaanderen, Kortrijk (7/12)
Seminarie: (Laten) participeren in een bedrijf doe je zo! dinsdag 6 december 2022 / van 9.00 tot 17.00 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Kick-off Plato Experten - Leiderschap woensdag 7 december 2022
Infosessie: Subsidies voor innovatie, digitalisering en duurzaam ondernemen maandag 12 december 2022 / van 10.30 tot 12.00 uur / Voka | Brugge, Oostkamp of online
Seminarie: Cafetariaplan en flexibele verloning dinsdag 13 december 2022 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Seminarie: Internationale handel (intracommunautair) dinsdag 13 december 2022 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp of online
OP ONZE WEBSITE: WWW.VOKA.BE/ WEST-VLAANDEREN
Seminarie: Cafetariaplan en flexibele verloning
Hoe kan je verlonen op maat van jouw werknemers? Wat is een cafetariaplan en hoe start je hiermee? Hoe geef je een verloningsbeleid vorm? Tijdens dit seminarie op 13 december zoomen we in op een aantal mogelijkheden zonder dat dit voor jou als werkgever een hogere loonkost met zich meebrengt.
Meer info: Joyce Simoens, joyce.simoens@voka.be, 0474 85 60 20
Voka One 2022 - Activiteit 4: Slotsessie rond cybersecurity maandag 21 november 2022 / van 18.00 tot 21.00 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Voka Hotspot Leiestreek bij Vlaemynck Vastgoedmanagement woensdag 23 november 2022 / van 8.00 tot 10.00 uur / Vlaemynck Vastgoedmanagement, Tielt
Voka Connect: Trends en uitdagingen in de toeristische sector dinsdag 29 november 2022 / van 18.15 tot 22.00 uur / Mu.Zee, Oostende
Vokafé Diksmuide - Willaert Verpakkingen dinsdag 6 december 2022 / van 18.30 tot 21.30 uur / Willaert Verpakkingen, Diksmuide
Voka Ladies visits Concertgebouw Brugge met Katrien Van Eeckhoutte donderdag 8 december 2022 / van 18.30 tot 22.30 uur / Concertgebouw Brugge
Vokafé Roeselare - Westvlaams Tegelhuis donderdag 8 december 2022 / van 18.30 tot 21.30 uur / Westvlaams Tegelhuis, Roeselare
Voka Connect: Bart Verhaeghe, CEO LakeSprings maandag 12 december 2022 / van 19.00 tot 21.30 uur / Terrest Brewery, Houthulst
Vokafé Ieper - Frock Gallery dinsdag 13 december 2022 / van 18.30 tot 21.30 uur / Frock Gallery, Ieper
Top Interieur Izegem, Ambachtenstr. 6 (Rijksweg) www.topinterieur.be
Ma-vr 09u30 tot 18u30, za 10u tot 18u30, zon 13u30 tot 18u30. Gesloten op donderdag.
