
9 minute read
GLOBAL AMBASSADORS
Maak kennis met de Global Ambassadors
Vanuit Voka West-Vlaanderen willen wij West-Vlaamse ondernemers zoveel mogelijk steunen in hun internationale ambities. Wij willen ook de brug slaan tussen ondernemers door hen in contact te brengen met collega-ondernemers/leden van het managementteam die kennis van zaken, een lokaal netwerk en ervaring hebben in een bepaald land. Dat zijn onze Global Ambassadors. We stellen ze in deze rubriek graag aan je voor.
ROEMENIË
DAVID WAELKENS - CEO BIJ WAELKENS NV “Enorm potentieel”
“Wij behoren tot de laatste 10 vlaggenproducenten in Europa. Sinds 2007 hebben we een productiefiliaal in Roemenië. Dat filiaal is uitgerust met de modernste technologie om aan diverse noden van klanten te voldoen. Op vandaag werken er een 60-tal mensen. Roemenië is lid van de Europese Unie. De culturele verschillen zijn niet te groot en het land heeft één van de snelst groeiende economieën in Europa. Met 20 miljoen inwoners is het een markt met een enorm potentieel. Er heerst een sterke industriële kennis en productkennis. Door zijn gunstige ligging functioneert Roemenië als toegangspoort tot 3 grote markten: EU, GOS en Midden-Oosten. De recente pandemie en de supplychaindisrupties als gevolg maken ons duidelijk dat we niet afhankelijk kunnen zijn van één single source. Als logistieke hub kan Roemenië zijn voordeel halen uit de nieuwe globale trend van verwachte relokalisatie van productiecapaciteit uit het Verre Oosten.” Ontdek tijdens een infosessie op woensdagvoormiddag 23 november alle nuttige informatie en handelsopportuniteiten in Roemenië, laat je inspireren door een Vlaamse ondernemer die er sterk actief is en daar werknemers tewerkstelt, en breid je netwerk uit met experts die je kunnen helpen bij de eerste stappen.
Meer info: leonid.guz@voka.be
NIKO HOSTYN – MANAGER ESTATE PLANNING VLAANDEREN DEGROOF PETERCAM
Tips van de expert
Een onderneming uitbouwen is een titanenwerk; de onderneming overdragen aan de volgende generatie en de controle uit handen geven, is vaak nog moeilijker. Niko Hostyn, Head Estate Planning
Vlaanderen bij Degroof Petercam, geeft enkele tips.

1. Bekijk of de vennootschap kan genieten van het fiscaal gunstregime
In Vlaanderen kan je de aandelen van je familiale vennootschap notarieel aan de volgende generatie schenken zonder schenkingsrechten. Daartoe moeten een aantal voorwaarden vervuld zijn. Zo dien je, eventueel samen met de familie, ten minste 50% van de stemrechten in handen te hebben (al volstaat in sommige gevallen 30%). De vennootschap moet een reële activiteit uitoefenen, bijvoorbeeld een nijverheids- of handelsactiviteit. Zuivere patrimoniumvennootschappen en holdingvennootschappen kwalificeren in principe niet. Een actieve holding die zelf diensten verleent aan groepsvennootschappen (bijvoorbeeld boekhouding of hr-diensten), kan wel genieten van het gunstregime.
2. Pas op met te hoge uitkeringen na de schenking
Om te kunnen genieten van het gunstregime voor familiale vennootschappen, moeten gedurende 3 jaar na de schenking een aantal voorwaarden blijvend vervuld zijn. Zo mag een NV gedurende die periode geen kapitaalvermindering doorvoeren of mag een BV geen uitkering doen waardoor het eigen vermogen daalt onder de ingebrachte bedragen. Bovendien moet de vennootschap een reële activiteit behouden gedurende 3 jaar.
3. Bestudeer het verkoopscenario voor je onderneming
Een verkoop van de aandelen kan zinvol zijn als niet alle kinderen het familiaal bedrijf willen verderzetten, maar waarbij je de gelijkheid tussen alle kinderen wil respecteren. In dit scenario richten de overnemende kinderen een eigen vennootschap op waarmee ze de aandelen van de ouders aan een marktconforme prijs (al dan niet met bankfinanciering) kopen. Door die verkoop krijgen de ouders een vordering ten opzichte van deze nieuwe vennootschap. De ontvangen verkoopprijs of de vordering kan je in een later stadium aan de kinderen schenken, zodat alle kinderen een gelijke behandeling krijgen.
4. Heb aandacht voor de menselijke kant
Durf een stap achteruit te zetten en de juiste vragen te stellen: welk kind is er écht geschikt om het bedrijf te leiden? Welke kinderen kunnen met elkaar overweg en welke niet? Hoe kan je de rollen tussen de kinderen afbakenen en zo conflicten vermijden? Hoe installeer je een overlegmoment om conflicten op te lossen? Hoe veranker je de familiale waarden in het bedrijf? Die zaken verdienen voorafgaand overleg en schrijf je idealiter neer in een familiecharter. Zo kan je veel ellende besparen en vooral waarde creëren in de toekomst. Dat vraagt overleg, geduld en het lef om die zaken op voorhand bespreekbaar te maken.
ONTDEK HIER MEER INZICHTEN OVER ESTATE PLANNING

De meerderheid van de Belgen heeft een negatieve perceptie van migratie. Dat blijkt uit een studie van Randstad Research bij meer dan 3.000 Belgen. 6 op de 10 menen dat migranten meer kosten dan ze opleveren. Een gelijkaardig aandeel voelt zich door migratie minder veilig en minder thuis in ons land. Voor arbeidsmigratie is er wel een breed draagvlak: 60% is voor migratie in functie van tekorten op de arbeidsmarkt. Jan Denys, arbeidsmarktexpert bij Randstad, geeft tekst en uitleg bij de studie.
Jan Denys over nieuwste studie rond migratie
Wat is u het meest opgevallen toen u de resultaten van het onderzoek te zien kreeg?
“Wat me verbaasde, was het aandeel respondenten dat pleit voor open grenzen: 15%. Dat aandeel – evenveel als het aandeel dat voor gesloten grenzen is – had ik zeker niet zo hoog ingeschat. Het toont aan dat er over migratie heel verschillend wordt nagedacht. Er is zeker geen sprake van polarisatie; de extremen blijven in de minderheid. Maar als je de resultaten allemaal op een rijtje zet en migratie in het algemeen bevraagt, dan is de globale evaluatie niet positief.”
Hoe verklaart u die negatieve perceptie van migratie?
“Die globale negatieve perceptie stamt voornamelijk uit de negatieve perceptie van asiel en van illegale migratie. Daar vindt de Belg dat de overheid het beleid veel strenger zou moeten handhaven: wie het asiel wordt afgewezen, zou het grondgebied ook effectief moeten verlaten. Niet zozeer het principe van asiel wordt afgewezen, wél de organisatie ervan. Zelfs als asiel wordt afgewezen, blijven de asielzoekers toch – illegaal – in ons land. De verklaring van de globale negatieve houding ligt dus hoofdzakelijk bij de mening over illegale migratie. Belangrijke nuance: vragen we naar de houding van de Belg over migratie in functie van werk, dan valt de negatieve perceptie zo goed als weg.”
De vaststelling is dat maar de helft van de migranten na enkele jaren aan het werk gaat. Hoe verklaart u dat?
“Dat gaat louter over de migranten die naar ons land komen voor asiel of gezinshereniging. De groep migranten die naar hier komen met een werkmotief, is voor 80% aan het werk. 80%: dat is onze doelstelling werkzaamheidsgraad. Dat migratie slecht zou zijn voor werk, klopt dus niet. Het succes van arbeidsmigratie heeft ook te maken met de strenge reglementering in ons land: we laten niet zomaar iedereen toe. Arbeidsmigranten moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen en goede competenties hebben. Daarentegen is maar de helft van de migranten die naar ons land komen voor asiel of gezinshereniging, na 10 jaar aan het werk. Die lage doorstroom naar de arbeidsmarkt verklaart ook deels de globale negatieve perceptie. Belgen staan open voor migranten, op voorwaarde dat ze bijdragen aan de maatschappij.”
Wat zijn volgens u mogelijke oplossingen om die groep migranten wel aan het werk te krijgen?
“We moeten zeker sterker inzetten op activatie en de link naar werk sterker aanhalen, ook in het kader van inburgering. Die gezinnen
zijn kwetsbaar en leven frequent aan de rand van de samenleving, met meestal maar één gezinsinkomen. Ze raken vaak in de armoede. Kinderen die opgroeien in zo’n situatie, krijgen een achterstand. Werk is het beste medicijn tegen armoede én een cruciale variabele om het migratieprobleem aan te pakken. Als we die migranten aan het werk krijgen, dan denk ik dat het grootste deel van het probleem opgelost is.”
Dus u gelooft dat de perceptie van migratie in de maatschappij beter zal zijn als we meer migranten aan het werk krijgen?
“Ja, en een voorbeeld in de studie toont dat ook aan. Wanneer een illegale migrant niet werkt, vindt maar een heel klein aandeel van de respondenten dat zo iemand geregulariseerd zou moeten worden. Maar als blijkt dat een illegale migrant één jaar heeft gewerkt, stijgt dat aandeel met 15% tot 20%. Dat toont duidelijk aan welke positieve en verbindende functie werk heeft: het is niet alleen goed voor de economie, maar ook voor de cohesie in de samenleving. De migranten nemen deel én dragen bij aan de samenleving.”

Hoe staat u tegenover gerichte economische arbeidsmigratie?
“Gerichte economische arbeidsmigratie betekent niet noodzakelijk dat we alle deuren moeten openzetten. Een reden van het succes en de positieve waardering van migratie in functie van werk is de strenge regeling in ons land. Dat neemt niet weg dat we pistes kunnen exploreren om die vorm van migratie uit te breiden – zeker als de schaarste op de arbeidsmarkt aanhoudt. In die context is er zeker een extra drijver om migratie om werkredenen te ondersteunen.”
Wat zouden mogelijke pistes zijn?
“We kunnen bijvoorbeeld bilaterale akkoorden sluiten met landen die relatief veel asielzoekers afleveren. Met die landen zou België kunnen afspreken om afgewezen asielzoekers terug te sturen naar hun land van oorsprong. Dat land mag dan in ruil wel een contingent mensen uit dat land naar België laten komen, op voorwaarde dat ze over de juiste competenties beschikken. Ons land beslist uiteindelijk wie uit dat contingent mag blijven, in functie van onze arbeidsmarkt. Een andere piste is tijdelijke migratie in het kader van bepaalde tekorten, zoals nu al in de landbouw gebeurt. We zouden een vorm van periodieke migratie kunnen toepassen in bijvoorbeeld een aantal West-Vlaamse bedrijven, waar een groot tekort is aan (laaggeschoolde) arbeidskrachten. Na verloop van tijd kan dat eventueel structureel. Die periodieke migratie staat volledig los van het ‘pure’ asiel, wanneer mensen bedreigd worden in hun land van herkomst en op zoek zijn naar bescherming in onze land. De meerderheid van de respondenten geeft
Volgens Voka West-Vlaanderen is gerichte economische arbeidsmigratie de belangrijkste hefboom om het arbeidstekort op korte termijn terug te dringen. Buiten onze landsgrenzen is er nog heel wat potentieel. Naar voorbeeld van andere Europese landen moeten we meer inzetten op het aantrekken van buitenlands talent vanuit het motief werk. We vragen de Vlaamse overheid daarom met aandrang om op korte termijn en in overleg met de federale overheid en alle betrokken stakeholders, een visie te ontwikkelen voor het aantrekken van zowel hoog-, midden-, als kortgeschoolden. Een benchmark met andere Europese landen kan ons daarbij op korte termijn inzicht geven in goede praktijken en systemen. We hebben nood aan een attractief onthaalbeleid en een international house in elke provincie, in de plaats van tergend trage procedures om internationale talenten hier aan het werk te krijgen.
in onze studie aan dat principe te steunen. Maar ook dan moeten we zoeken naar banden met werk om het draagvlak voor die groep migranten hoog genoeg te houden.”
Toont deze studie niet aan dat de politieke partijen werk moeten maken van een actief beleid rond migratie, ondanks het feit dat sommige daar vrij huiverachtig tegenover staan?
“Hoewel Vlaams Belang het meest kritisch en afwijzend staat tegenover dat beleid, is hun electoraat veel genuanceerder. Als de partij voor een migratiestop is, dan is de helft van hun electoraat het daarmee niet eens wanneer het gaat over migratie in functie van werk. Ook bij andere partijen merk je dat hun migratiestandpunt niet altijd strookt met wat hun electoraat vindt. Daar zit zeker wat frictie op. Het grootste probleem daar is dat er in heel wat electoraten kiezers zijn die diametraal tegenover elkaar staan.” (MD - Eigen foto)