-
Op tournee door de UK
GR 17: vijf dagen langs de Lesse en de Lomme
La Loire à Vélo: fietsen als God in Frankrijk

Smoorverliefd op de vallei van de Doubs
Een stukje Zwitserland in Normandië
Van de Kempen naar het Kattegat
Treinstapper 4 op de rails
Alleen door Afrika
Wandelen rond de mooiste kastelen
In Wallonië en de Ardennen liggen kastelen op prachtige plekken. Langs water, hoog op een klif, boven een rivier, midden op een vlakte en omringd door dichte bossen.
Verken de kastelen in de Ardennen, de Maasvallei, de Oostkantons of het voormalige hertogdom Limburg tijdens een prachtige wandeling. Elk kasteel is weer anders. Het aanbod varieert van sprookjeskastelen tot middeleeuwse forten en ruïnes.


Ontdek de wandelingen op VISITWallonia.be/wandelen

Vraag het aan …
Stel, je wil een fietsvakantie plannen voor deze zomer, maar zit met vragen. Welke de interessantste route is om langs de Portugese kust te fietsen, bijvoorbeeld. Of het mogelijk is het Pieterpad met de fiets te doen.
Vergeet Google, tegenwoordig vraag je dat toch gewoon aan … ChatGPT!
“Een van de bekendste fietsroutes langs de Portugese kust is de ‘Ecovia do Litoral’”, weet de artificieel intelligente chatbox me meteen te vertellen.
“De route voert langs adembenemende stranden, charmante vissersdorpjes, historische steden en prachtige natuurlijke landschappen. Maar plan uw route en accommodatie goed van tevoren, vooral tijdens het hoogseizoen wanneer het drukker kan zijn. Zorg er ook voor dat u alle benodigde uitrusting meeneemt, zoals fietshelm, reparatieset, waterflessen en zonnebrandcrème.”
“Hoewel het Pieterpad in eerste instantie bedoeld is om te voet te worden afgelegd, is het op sommige delen wel mogelijk om het per fiets te doen”, krijg ik als antwoord op vraag 2. Waarop hij/zij/het (?) er nog aan toevoegt dat sommige onverharde, smalle, steile stukken niet geschikt zijn en respect voor wandelaars heel belangrijk is. En ook hier volgt de toevoeging “fietshelm, reparatieset en waterflessen” zeker niet te vergeten. Verrassend slim, die ChatGPT. En bovendien uiterst hoffelijk en attent!
Aandachtige lezers van Op Weg weten dat sinds enkele maanden nog een alternatief voor Google op de markt is: de Fietsreishelpdesk van Grote Routepaden. Je stelt je vraag via een webformulier en een van onze vrijwilligers antwoordt je per mail. Simpel. Zo’n vrijwilliger is een mens van
vlees en bloed – de bewijzen volgen p 8 en 9 – en beschikt over een stel benen dat zelf langs Portugese kusten gefietst heeft. Of een stel hersenen dat van het bestaan van het Fietserspad weet.
Liepen ook al onze Fietsreishelpdesk binnen: vragen over kaarten, regenbestendige kledij of apps om onderweg een camping te zoeken. En dan natuurlijk die ene heikele kwestie die menig fietser slapeloze nachten bezorgt: “Op welke (hogesnelheids)trein mag mijn fiets mee?” Onze vrijwilligers hebben heel wat uren googelen op treinwebsites achter de rug en proberen je in dit snel evoluerende doolhof zo goed mogelijk op het juiste spoor te zetten.
En ja, zelfs ChatGPT weet hoe heikel deze kwestie is: “Ja, je kunt je fiets meenemen op de trein in Frankrijk. Maar het Franse spoorwegsysteem heeft bepaalde regels en beperkingen voor het vervoeren van fietsen in treinen, afhankelijk van het type trein en de beschikbaarheid van fietsplaatsen. Het is aan te raden om dit vooraf goed te controleren.” Slim antwoord.

Veel fiets-, wandel- en leesplezier,
Peter Cristiaensen Hoofdredacteur Op Weg
PACK ED FOR A DV ENT UR E



3x Wandelen in de Meierij p 22
3x Neanderland Steig p 24
3x Hohenzollern Radweg
+ Württemberger Tälerradweg p 31

6 Lezers onderweg
Dichtbij
8 | Eerste hulp bij fietsreizen
10 | Treinstapper 4 op de rails
Reportages
14 FIETSREPORTAGE | Frankrijk
La Loire à Vélo, fietsen als God in Frankrijk

18 WANDELREPORTAGE | België


Vijf dagen langs de Lesse en de Lomme
32 FIETSREPORTAGE | Nederland, Duitsland en Denemarken
Van de Kempen naar het Kattegat
38 FIETSREPORTAGE | Frankrijk
Smoorverliefd op de vallei van de Doubs
42 WANDELREPORTAGE | Frankrijk
Een stukje Zwitserland in Normandië
46 FOTOREPORTAGE | Engeland, Wales
Op tournee door de UK
Tips
36 WANDELTIP | België
Graften en bosreservaten in de Voerstreek
En verder
22 Wandelnieuws
26 GEBETEN DOOR HET VIRUS | Christina Bloem
Achter de schermen van de jury
30 Fietsnieuws
50 WANDELAVONTUUR | Namibië
De Fish River Canyon Trekking

53 COLUMN | Ridleyman
54 WANDELAVONTUUR | Frankrijk
Twee dikke pluimen voor de 140 jaar oude
Club Vosgien
58 RETRO | 1931-1936 Alleen door Afrika
62 Verenigingsnieuws
65 OPMERKELIJK | Gouden Feest met marmotten
66 COLUMN | Goed-weer-fietser
Klavertje vier
Tijdens onze wandeling op de Streek-GR Dijleland was de euforie groot toen we in een grasperkje dit klavertje

4 vonden. Hoe leuk was het dat ons oog daarop viel? Maar we hadden nog maar net de plek verlaten of we liepen verkeerd en de regen viel met bakken uit de lucht. Eenmaal droog en terug op het goede pad beloofden we elkaar
NOOIT meer naar grasperkjes te kijken tijdens een tocht …

Zeno en Trees
Op naar Italië
Afgelopen zomer fietsten we vanuit Welkenraedt helemaal naar Verona, vanaf Zulpich via de Reitsmaroute. Duitsland was verrassend mooi en van de berglandschappen in Oostenrijk kregen we maar niet genoeg. En dan Italië! Wat een verrassing om daar tussen appelboomgaarden en wijngaarden op prachtige ‘piste ciclabili’ te fietsen. De foto is genomen op de Innradweg in Oostenrijk. Elk jaar maken we een fietstrektocht en deze komt zeker in onze top 3!

Patrick en Christa Lannoy – Vander Meiren
Groene halte

In november werd door TreinTramBus een nieuwe Groene Halte wandeling ingehuldigd. Vanuit het station van Schulen liepen we dwars door de Demervallei, via onder meer het Schulensbroek, het Halensbroek, het Rotbroek en het Diestersbroek naar Diest. Afhankelijk van je keuze op het einde 14,5 of 16 km. Een aanwinst!
Luc CietersGR-herfst
Een GR-route, quasi in onze achtertuin, verrassend dichtbij en zo verrassend mooi. Het is oktober en we stappen ons op één na laatste traject. De zon straalt laag over het polderlandschap en de temperaturen flirten tussen zomer en herfst. En dan dit beeld op onze wandeling. Om ons er aan te herinneren dat de herfst wel degelijk zijn intrede heeft gedaan.


Kaapverdië
Santo Antão, een van de Kaapverdische eilanden. De nieuwsgierige blik van het geitje geeft aan hoe rustig en verlaten het hier is. Géén storende elementen zoals fabrieken, elektriciteitspalen of andere beschavingsbeelden, maar puur wandelplezier langs stevige vulkaanpassen en uitdagende, spectaculaire rotspartijen. En onderweg genieten van overweldigende vergezichten, vulkaanstrandjes met zwart zand en zelfs zeeschildpadden!

Tussen Kobbegem en Relegem
Een oudje (uit Treinstappers 1): omdat ik in Jette woon, vertrek ik meestal in Merchtem en loop ik het traject in omgekeerde richting, naar huis. Voor een kortere versie kan je vertrekken vanuit Mollem. Wat je mist is vooral een stuk bebouwde kom. Voor de rest heel veel natuur, ook in Jette!

Eerste hulp bij fietsreizen
Een half jaar geleden richtten GR-fietsvrijwilligers Guy, Jaco, Leo, Gerrit en Bart & Katrien onze Fietsreishelpdesk op. De bedoeling: hun enthousiasme en kennis over fietsreizen in Europa doorgeven aan nieuwe fietsreizigers. Je stelt je vraag via onze website en krijgt binnen enkele dagen een antwoord in je mailbox. De voorbije maanden kwamen al heel wat vragen binnen. Misschien kunnen sommige jou ook inspireren. Zoniet, stel gerust je eigen vraag!

Herman wil graag de fietsroute Rudbøl-Skagen in Denemarken doen, maar vraagt zich af wat de beste periode is, en of hij zijn auto veilig kan achterlaten.

Jaco fietste al in Denemarken en kan hem geruststellen: “Denemarken is een fijn fietsland, met weinig verkeer, goede treinverbindingen en behulpzame mensen. Houd bij de kustroute rekening met wind, meestal meewind, maar dat is geen garantie. Op zich kan je daar van het voor- tot het najaar goed fietsen. De zomers zijn de laatste jaren droog en warm, maar neem toch ook een regenjas mee.”
“Parkeren voor langere tijd kan meestal wel bij een hotel of B&B. Het beste is een plek te kiezen waar regelmatig mensen langskomen, dus niet op een verlaten landweg. In de meeste kleine dorpen en steden is parkeren gratis. In kleine plaatsen zoals Rudbøl kan je zeker parkeren en als je iemand vraagt op te letten en je te bellen als er iets is, dan zijn Denen daar best voor te vinden.”
Ludo is op zoek naar een aangename fietsroute die ongeveer de kust van Spanje en Portugal volgt.
Bart & Katrien fietsten in 2022 zelf langs de volledige westkust van Portugal van Capo Sao Vicente (het meest zuidwestelijke punt van het Europese vasteland) tot Porto in het Noorden.
“De basis van onze route was de EuroVelo 1. We vreesden dat fietsen langs de kust na een tijd een beetje saai zou zijn, maar het tegendeel was waar. Dit is echt een mooie en heel afwisselende route. Let wel op: de Portugese kust is niet te vergelijken met de Belgische. Het gaat voortdurend op en neer, waarbij er vaak wordt afgedaald naar kustplaatsjes, maar je moet telkens ook weer terug de kliffen opklimmen tegen soms redelijk stevige stijgingspercentages (12 à 13% is geen uitzondering). Af en toe zijn we afgeweken van de EuroVelo 1, omdat een aantal trajecten over slecht wegdek gaan, meer voor een mountainbike. Als alternatief verkozen we dan de gewone weg die het dichtst bij de EuroVelo liep. Ervaringen met fietsen langs Spaanse kusten hebben we niet. Maar bekijk zeker eens de kustroute naar Santiago de Compostella en de EuroVelo 8, waarbij je van Cadiz helemaal naar de Spaans-Franse grens bij Perpignan kan fietsen.”
Martin, Tony en Bart willen graag in Frankrijk fietsen. Maar kunnen ze gemakkelijk heen of terug met de fiets op de trein, bijvoorbeeld vanuit Parijs?
Helaas heeft elk land zijn eigen regeling en bestaat er geen website waarop al die informatie verzameld wordt. Samengevat vereist het heel wat zoekwerk en op voorhand reserveren, maar het is best mogelijk om een fietsreis te maken en met de trein te vertrekken of terug te komen. Voor Frankrijk gaven Bart & Katrien alvast de volgende informatie: “In Frankrijk is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende treinen. Op TER treinen kunnen de fietsen gratis mee. Het aantal plaatsen is wel beperkt. In TGV’s kan een gedemonteerde fiets altijd gratis mee. Maar wil je je fiets niet demonteren, dan moet je eerst uitzoeken op welke TGV-lijnen dat kan én moet je verplicht vooraf reserveren. In de Thalys kan je dan weer enkel gedemonteerde fietsen meenemen, zoals in een vliegtuig.” (Voor een recent overzicht: www.france.fr/nl/bereid-je-reis-voor-naar-frankrijk/ met-fiets-op-trein)
Guy en Bart & Katrien zochten daarom naar alternatieven: “Vanuit Luik of Namen kan je met de fiets naar Luxemburg en vandaaruit kan je zuidwaarts naar Metz met een TER of TGV. Voor Parijs kan je de trein van Antwerpen via Brussel tot Binche nemen, dan fietsen van Binche naar Maubeuge (via een RAVeL, +/- 26 km) en dan met de TER van Maubeuge naar Paris Nord.”
Vraag het aan… onze
FIETSREISHELPDESK
Lieve wil dan weer met de trein op familiebezoek in Zurich en terugkeren met de fiets, maar is dat wel te doen?
Er zijn verschillende opties en dus verzamelden Leo, Gerrit en Guy de volgende tips voor haar:
“In België kan je fiets mee met een speciaal fietsticket, zonder reservatie, in Luxemburg kan dat gratis. Ook op Duitse regionale treinen kan de fiets mee, mits een speciaal ticket. In de meeste deelstaten is dit gratis. Zoals in België kan de conducteur fietsen weigeren tijdens spitsuren. Op IC, ICE en interregionale treinen mag je fiets mee, mits reservatie vooraf Op populaire lijnen (Berlijn, Passau) is ruim op voorhand reserveren echt wel aan te raden. Tussen Passau en Wenen rijdt in het seizoen dagelijks een speciale fietstrein. In Zwitserland mag de fiets op de trein aan de helft van de ticketprijs, tenzij je het voorwiel eruit neemt en er een doek over hangt. Dan is het geen fiets meer maar bagage en die is gratis! Vanuit Keulen vertrekt dagelijks een trein rechtstreeks naar Zürich. In Basel overstappen op een IR (regionale trein) kan voor datzelfde traject € 50 per persoon besparen! En als extra tip: De reisplanner van de Deutsche Bahn is één van de beste. Je kan hem zelfs gebruiken voor verbindingen in Polen, Frankrijk en Oostenrijk.” (www.bahn.de)

Claire wil in Engeland gaan fietsen, maar hoe geraakt ze daar het best, aangezien er geen ferry meer is vanuit België ?


“Er zijn meerdere opties om per ferry naar Engeland te reizen. Welke optie best is hangt natuurlijk af van waar je heen wil”, aldus Jaco. “Calais-Dover is verreweg de goedkoopste, het is ook het kortste traject. Andere vertrekplaatsen zijn Dieppe, Rotterdam of IJmuiden. De prijzen kunnen wel erg variëren naargelang dag en periode. Daarnaast kan je ook de trein overwegen, de Eurostar biedt ook mogelijkheden met de fiets op de trein vanaf Brussel.”
Heb je ook een vraag?
Ga op onze website www.groteroutepaden.be in het menu naar Fietsen > vraag het aan... Je maakt er kennis met onze fietsreishelpdeskers en kan zien welke fietservaring ze hebben. Je vult het formulier in en kiest aan wie je je vraag wil stellen. Onder ‘Langeafstandsfietsen’ vind je een deel van de tips van de fietsreishelpdesk terug met linken naar interessante websites.
Leo Katrien en Bart JacoTreinstapper 4 op de rails

De GR-trein spoort snel en telt alweer een extra wagon. Amper een jaar en twee maanden nadat Treinstapper 3 van de persen rolde, is nummer 4 daar. Met tien nieuwe, zorgvuldig uitgezochte dagtochten van station naar station, hoofdzakelijk langs GR-paden. Een huzarenstukje van een hele groep vrijwilligers, maar succes verzekerd, want de Treinstappers blijven met voorsprong de populairste wandelgidsen in onze webshop.

De Panne – Nieuwpoort
Een stevige duinenwandeling van panne naar panne. Geniet van de rijke en gevarieerde natuur met de ruisende zee, die nooit veraf is. Maak kennis met de Sahara en trek vervolgens door een lappendeken van duinen, duingraslanden en duinbos. Elk van deze plaatsen geeft een stukje geschiedenis prijs van het leven in de kuststreek door de eeuwen heen. Op het einde van de tocht maak je nog kennis met de zeehonden in de IJzermonding. De vele kunstwerken langs de havengeul zijn een bonus.
Foto Bart De Ruytter

Tielt – Deinze
Langs prachtige, soms verzopen, veldwegen wandel je in constant gezelschap van rijen knotwilgen in alle maten en gewichten. Verder maak je kennis met de Mankemerriewegel, ‘eenen coorenwintmeulen op de Poelberch’, met het oude Dendrombosch en met wielerlegende Lucien Buysse. Via de Zeverenbeekvallei en de vlasroterij van Grammene beland je langs een oude Leiemeander, waar ijsvogels gebruik maken van omgevallen bomen en aalscholvers slapen op de wilgen aan de oevers.
2
Gent-Dampoort – Wetteren

Eens de stad uit maak je kennis met ongeschonden natuur via een oud stroperspad en vele turfputten, die de oude meanderende loop van de Schelde aangeven. Na het kasteel van heksengemeente Laarne stap je door velden, vaak van bloemtelers of boomkwekers, tot in Wetteren. Misschien vind jij hier wel het verdwenen paneel van het beroemde Lam Gods?

3
Schoonaarde – Wetteren
Eén brok natuur. Ervaar de rust van de Kalkense Meersen langs open grasvlakten, moerassen, poelen, heiden, bosjes en dijken. De machtige Schelde is nooit veraf en elke bocht heeft een ander, verrassend landschap in petto. Een meesterlijk samenspel waarbij de wetlands het water als een spons vasthouden en vertraagd afvoeren naar de rivier.
4

Kontich-Lint – Sint-Katelijne-Waver
Hoppen van natuurgebied naar natuurgebied: de Babbelse Plassen, Schapenhagen, de Fermerijbeemden, de Goorbosbeekvallei en vooral de Oude Spoorwegberm zijn je tochtgenoten in een steeds wisselend landschap. Verdronken weiden, bloemrijke hooilanden, poelen, wilgen- en elzenbroekenbos wisselen af met verborgen schatten als het Brouwershuis, de Lazaruskapel en domein Roosendael.



Foto Marleen Deprins
Lier – Nijlen
Heel wat afwisseling in de Netevallei. Na verboste moeraspercelen ontdek je het poortgebouw van een abdij. In de Steenbeemden maak je kennis met de zandbij. Na een passage aan het betonnen Fort van Kessel wacht de heide, de Kleine Netevallei en de vloeibeemden van het Viersels Gebroekt.
Foto Herwig Vermeiren
Vertrijk – Ezemaal
De Streek-GR Hageland en GR 128 leiden je door gouden graanvelden en glooiende heuvels, maar evenzeer door een smalle beekvallei, verborgen in het akkerlandschap. Onderweg maak je kennis met de rijke geschiedenis van deze streek rond Hoegaarden. Een kapittelkerk, verschillende kapellen maar ook molens, kastelen en een majestueuze abdij vertellen hun deel van het verhaal.
Foto Johan Daled
Zichem – Diest


Na een kennismaking met de Maagdentoren gaat het richting Scherpenheuvel. Via Kaggevinne daal je de holle weg aan de Galgenberg af. Na het open landschap aan de Kloosterberg stap je door het Webbekoms Broek, waar de brede rietkragen een broed- en pleisterplaats vormen voor water- en moerasvogels. Eens op de oude stadswallen wachten flarden van de geschiedenis van Diest. Het begijnhof, het Boerenkrijgplein, de Petrolpoort en andere plekken vertellen elk hun deel van het verhaal.
Schulen – Diest
Een opeenvolging van natuurgebieden zoals het Lummens Broek begeleiden je via Groot Molen, Kleen Meulen en het Hamelsgoet naar de bossen aan de Willekensberg. Achtereenvolgens ontdek je den Dikken Eik, de hooilanden en moerasbossen van De Schurfert en het kasteeldomein het Lobos. De vallei van de Zwarte Beek is een beekdallandschap bestaande uit een afwisseling van zompnatte graslanden, broekbossen, zeggegemeenschappen en heide met zanderige stuifduinen.
Foto Jan Thys
Zonhoven – Hasselt
Laat je onderdompelen in het land van de 1001 vijvers. Beklim zeker de uitkijktoren voor een panoramisch zicht over de lappendeken van honderden kleinere en grotere waterplassen. Watervogels, kikkers en libellen vergezellen je op deze tocht. Misschien spot je zelfs herten aan de Kuringenheide. De wandeling gaat verder over de gronden van domein Herkenrode met de contouren van de abdijsite in de achtergrond. En wat de ‘bommekoeters’ zijn, ontdek je net voor Hasselt.

De treinstappers variëren tussen 18 en 25 km, maar met de verkortingsmogelijkheden zijn ze ook haalbaar voor gezinnen met kinderen. Naast gedetailleerde kaarten, routebeschrijvingen en achtergrondverhalen vind je in de nieuwe gids ook informatie over het openbaar vervoer. De gids is vanzelfsprekend te koop in onze webshop.

La Loire à Vélo Fietsen als God in Frankrijk
Vier aanloopdagen op de Véloire en de EuroVelo 6 bleken een veelbelovend voorgerecht dat het beste deed vermoeden voor de hoofdschotel. Die was te copieus voor een dag-na-dagkroniek, dus volgt hier een eigenzinnig relaas van twee bedaagde fietsers die ruim twee weken volop genoten van de erg haalbare en uitstekend bewegwijzerde Loire à Vélo.
Æ Tekst en foto’s Griet Van de Keere en Freddy Cloet
La Loire à Vélo betekent uiteraard meereizen met de rivier, maar die gunt je af en toe ook wat eigen ruimte. Ze gaat dan haar eigenzinnige gang terwijl je zelf tussen ander schoons vertoeft, goed wetend dat telkens een blij weerzien volgt.

Wijn- en andere châteaux
Wie Loire zegt, denkt kastelen. De route loopt inderdaad langs – of ei zo na rakelings voorbij – heel wat highlights. Chambord, Blois, Chaumont, Amboise, Saumur, Chinon, om maar enkele ronkende namen te noemen. Wij rijden een ommetje via Chambord, vooral om nogmaals door het prachtige, ommuurde domein te fietsen. Het kasteel zelf biedt ons een gevoel van ‘been there, done that’. Imposant,
ja, maar toch… Dat gebeurt wel vaker: de verwondering en bewondering van een eerste keer doen je terugkeren naar een plaats, boek of kunstwerk, maar de herhaling evenaart zelden de magie van de ontdekking.
Villandry, even voorbij Tours, pronkt dan weer met 7 hectare tuinen, parterres, prieeltjes, een ‘groentetuin’ en een vijver met kaarsrechte oevers. Nergens groeit een blaadje buiten het lijntje, de buxus is motvrij. Indrukwekkend en goed voor een lawine aan foto’s, maar geef ons toch maar wat wilders, spontaners.
Bijna op een zakdoek liggen het kasteel van Chinon en le Château d’Ussé, waar sprookjesschrijver Perrault de inspiratie haalde voor zijn Schone Slaapster. Later rijden we voorbij het hoge
slot van Saumur, waar een schitterend panorama over stad en rivier wacht. Wie tijd uittrekt en fiets en bagage durft achterlaten, kan de sportieve tocht dus makkelijk rijk cultureel inkleuren. Voor ons volstaat meestal een bewonderende groet met fotopauze. Of even uitblazen op een terrasje bij het kasteel. Bijvoorbeeld in Meung-sur-Loire, waar de bisschoppen van Orléans destijds het stof van hun dure gewaden kwamen schudden en waar Simenon Maigret zijn vakanties liet doorbrengen.
Goudgeel in ons glas
De Loire is een gerenommeerde wijnregio. Sportief gezien betekent dat harder op de trappers staan, want wijnstokken gedijen nu
eenmaal beter op hellingen. Wijngaarden zijn prachtig om langs te rijden en om te dromen van het glaasje dat je na de inspanning dubbel en dik verdiend hebt, zoals na de uitdagende klim naar het mooie Sancerre. Kort voor Saumur rijden we langs Domaine de la Bienboire (alleen al de naam !) en wat verderop zien we percelen van Vouvray liggen. Die dag onder een grijze lucht, even later goudgeel in ons glas! In het wijndorp Lussault-sur-Loire klimmen we kort maar stevig, voorbij de waarschuwing ‘zone sous cavées’. Onder de rijweg: kelders waar de wijn ligt te rijpen. Dit is het gebied van de troglodieten, grotwoningen en andere uitgehouwen ruimtes. In zo’n grot staat een reconstructie van een interieur, tot en met gedekte tafel en aangeklede poppen. Zeer vintage. Remmen dicht voor een foto. Een even vintage dametje wandelt haar cottage garden in. We zijn Arnout Hauben niet, maar een babbel dringt zich op. De grot en het tafereel zijn van haar. Veel wandelaars en fietsers willen hier picknicken of even rusten. Dus leek het haar logisch dat ze met die ruimte iets zou doen. De wakkere tachtiger is verwonderd als we vragen of dit stilleven nooit bezoek krijgt van vandalen. Ah non, dit is la campagne. Meer zorgen heeft
zij over het klimaat en haar kleinkinderen. Een moment waar ons hart even warm van wordt. Merci, madame Jeanne!
Bij
De Fransen hebben verstand van het inrichten van hun rivieroevers, schaduwrijk afgezoomd met bomen en faciliteiten allerhande. De burger ontspant er zich, flaneert, bedrijft sport en spel, discussieert, picknickt. Uitschieters zijn de ‘guingettes’, waarvan de Loireoever er een aantal herbergt. In Champtoceaux meldt de gastvrouw dat er vlakbij zo’n eet-, drink-, muziek- en dansbarak ligt. We genieten van de lichtjes chaotische catering en de uitgelaten muziek. Bij een tot trance
herhaalde ‘Le Moribond’ van Brel gaat het veldje uit de bol, terwijl achter ons de zon ondergaat. Een gouden avond na een zalige fietsdag.
Sa Majesté
De parcoursbouwers leiden ons vaak over kronkelende ‘levées’, kilometerslange dijken naast de rivierbedding, vaak met dichte rietkragen. Bij Chalonnes-sur-Loire rijden we zelfs tien kilometer midden in de rivier, op het grootste, overigens bewoonde eiland in de stroom. Heel wat anders dan de tientallen kleinere en grotere pukkels, niet veel meer dan begroeide zandbanken. Al zijn die wel vaak heel rijk aan fauna. Bij Beaugency huist op zo’n eilandje een gigantische kolonie sternen, constant krijsend tijdens hun struggle for life.


Er is ons ook een kennismaking gegund met de rivieren die Le Fleuve Royal voeden. Cher, Indre, Vienne, enz … Telkens meer Leie dan Loire: niets van het eigenzinnige van de stroom. Maar het weerzien met Sa Majesté is telkens van harte. Het is tenslotte voor haar dat we deze tocht maken.

We volgen ook jaagpaden naast kanalen met als toppers de ingenieuze ‘ponts-canal’. In Briare rijden we over het mooiste exemplaar. We

een tot trance herhaalde ‘Le Moribond’ van Brel gaat het veldje uit de bol, terwijl achter ons de zon ondergaat. Een gouden avond na een zalige fietsdag.Wie Loire zegt, denkt kastelen: Sully-sur-Loire. Kleurrijk graanveld in de buurt van Vineuil.
bewonderen de monumentale versiering en zien net een bootje overvaren. Of beter gezegd: de stevigheid van de stalen oevers testen. De huurboot wordt door de zoetwaterkapitein allicht niet direct als pleziervaartuig ervaren, tenzij hij liefhebber is van een duet van schurend staal en een krijsende partner. Maar de fietsers, zij fietsen voort…
Glasramen
Op gezette tijden komen we steden tegen, grote steden ook. Langzaam of bruusk verpoppen het idyllische landschap en de natuur zich eerst tot lelijke hoogbouw om dan over te gaan in statige centra. De toerfietser vraagt zich af hoe de stad zal omgaan met fietsers, of de route goed aangeduid is en of de gps hulp of hinder zal zijn. Wie plannen heeft om in onze sporen te rijden kan gerust zijn: de steden op deze route zijn goed tot uitstekend fietsbaar.
Orléans, de eerste grote stad op de route, gaat 100% voor Jeanne d’Arc. De kathedraal pronkt met glasramen over haar korte leven en met beelden op het voorplein. De Rue Jeanne d’Arc grijpt ons bij de keel: de lege straat hangt vol blauw-gele vlaggen om Oekraïne een hart onder de riem te steken. In de talloze leuke straatjes en op de kaaien vieren mensen zorgeloos weekend. Ze genieten, eten en drinken. In Angers staan aan het stadhuis zeker honderd meter trouwlustigen met aanhang te wachten om hun belofte af te leggen. Instagrammend en TikTokkend doden ze de tijd. Dolle vreugde. In Tours overvalt ons de schoonheid van de glas-
ramen in de kathedraal. Zelfs op een sombere ochtend creëren die een lichtspel van Bijbelse taferelen en afbeeldingen van planten en dieren. Bovendien doen ze dat al zo’n 700 jaar.
Bruggen zijn soms
koppelteken tussen gemeenschappen, vaak ook eeuwenoude plaatsen van conflict. Telkens hangt geschiedenis in de lucht.
Van kunst tot pontje
De rivier wil dat we haar nu eens vanop de linker-, dan weer vanop de rechteroever bewonderen. Bruggen zijn soms koppelteken tussen gemeenschappen, vaak ook eeuwenoude plaatsen van conflict. Telkens hangt geschiedenis in de lucht. Bij de brug van Meung versloeg Jeanne d’Arc de Engelsen en in Beaugency hebben ze al sinds de middeleeuwen een prachtig bouwwerk met 22 bogen. Elders hebben ze zielloze stalen constructies gedropt of mocht een moderne architect zijn genialiteit botvieren met een innoverend ontwerp. Zoals Calatrava in Orléans. Kunstig of spuuglelijk, die drukbereden ‘kunstwerken’ brengen ons veilig naar de overkant. Eén keer gebruiken we een officiële veerdienst, maar de kleine bijrivier de Authion kruisen we met een
‘bac-à bras’ Ingrediënten: een bucolische omgeving, geklungel met een glibberige ketting vol eendenkroos, een wiebelende pontje, krachtig taalgebruik en finaal … een slappe lach.
Verzanding
Zo passeren dagen van sportief bewegen en genieten van deze unieke rivier. Tot we Nantes naderen. De Loire die bijwijlen meer zand dan water duldt, is niet meer. We zien een brede, statige stroom waarop grote schepen varen. De mens heeft hier inspanningen geleverd om – de industriële ontwikkeling ter wille – de verbinding met de zee vrij te maken. Die ingreep en gulzige zandwinningen hebben voor rampzalige ecologische gevolgen gezorgd: erosie van de oevers en nog meer verzanding. Enkele weken na onze trip zorgt de droogte voor ongezien lage waterstanden. Deze ‘laatste wilde rivier van Europa’ is een labiel en sterk bedreigd ecosysteem geworden. Als dat maar goedkomt…

Aankomst met pek (en zonder veren)
Wat zeker goedkomt is onze trip. In Saint-Brévinles-Pins bereiken we samen met onze gezellin de Atlantische Oceaan. Wegwijzers voeren ons naar een pleintje waar een werfwagen botweg de voorrang opeist. In de mist van uitlaatgassen en dampend asfalt staat een bord met de aanduiding dat de route hier eindigt/begint. Niet echt een apotheose. Niet dat we lauwerkransen en fanfares verwachten, maar toch liever geen bars ‘halt’ en de stank van pek. De herrie betreft blijkbaar de
inrichting van een nieuw en stijlvol begin/eindpunt. Goed voor onze opvolgers.
Wijzelf moeten nog naar Saint-Nazaire, over de iconische brug die volstrekt af te raden is voor fietsers. Nog geen veerboot in juni, zelf nalatig geweest en geen oversteek met bus of taxi geboekt, vandaar. Maar kijk: werken blokkeren een volle rijstrook voor gemotoriseerd verkeer,
voor ons een vrijgeleide om veilig, bijna ongestoord over te fietsen!
Op de dijk van Saint-Nazaire voelen we onze Loire à Vélo écht afgerond. Er rest nog een rit naar Batz-sur-Mer aan de prachtige Bretoense Wilde Kust. Na exact 1000 km fietsreis bereiken we het dorp waar we een avond en een rustdag lang genieten van ritjes tussen de unieke zout-
velden van Guérande en van de rijkelijk voorhanden ‘fruits de mer’.
Tijd om huiswaarts te keren, met veel stof aan de fietsen, honderden foto’s en… het verhaal van een reis die we onverwijld ‘panthéoniseren’ (excusez le mot, maar we waren ten slotte bijna drie weken God in Frankrijk).
La Loire à Vélo is een 650 km lange, goed bewegwijzerde fietsroute van Cuffy bij Nevers tot Saint-Brevin-les-Pins aan de Atlantische kust. Bij kilometer nul hadden wij al 225 kilometer onder de wielen (ons voorgerecht van Véloire en EuroVelo 6, zie Op Weg 2023 1) en met enkele zijstapjes en een stukje Bretoense kust extra klokten we uiteindelijk af op 1150 km. De trein bracht ons terug naar onze startplaats Roanne.

Op www.loireavelo.fr vind je alle praktische en toeristische info die je nodig hebt. De Loireroute is tevens het eerste deel van EuroVelo 6, de ‘Rivierenroute’ die van west naar oost door Europa trekt en verder langs de Donau richting de Zwarte Zee loopt.


ARTIKELDATABANK FOTO’S

Vijf dagen langs de Lesse en de Lomme
Elk jaar trekken Jan en ik voor enkele dagen op stap door het zuiden van het land. Wat begon met één overnachting in Onnezies is intussen uitgebreid tot een vijfdaagse. Afgelopen najaar stond de GR 17 op het programma, een verkenning van de Lesse en de Lomme.
Treinen die op tijd zijn, magen die te vol zijn
De NMBS bezorgt ons dit jaar een stressloze reis van Gent naar Anseremme. Overstappen in Brussel en Namen verloopt rimpelloos. Al snel vinden we de streepjes en volgen we de loop van de Lesse, stroomopwaarts. Het kajak-
pretpark is in september gesloten en we genieten volop van de rust en het gezelschap van een waterspreeuw en een grote gele kwikstaart. Voorbij het kasteel van Walzin pauzeren we onder een spoorwegbrug. Onze timing is verre van perfect, want iets verderop in Furfooz passeren we La Flobette, een eenvoudige eet- en
drinkstop aan de oever van de rivier. Aangezien onze maag nog vol zit, lopen we er met spijt in het hart voorbij. Een uurtje later staan we al bij onze overnachtingsplek, een hotelletje in Gendron. We rusten even uit in de kamer en vangen op televisie een glimp op van de begrafenis van de Queen. Het is nog maar 15u, het

weer is prima en dus besluiten we een eindje verder te wandelen zonder bagage. Al snel zien we duidelijke beversporen: uit een boom ontbreekt een flinke hap. Het ziet er allemaal heel vers uit, maar de beestjes zelf zien we niet. In Houyet zijn we net op tijd om de trein terug te nemen naar Gendron. Het restaurant van ons hotel is gesloten maar aan de overzijde van de spoorweg vinden we een brasserie, uitgebaat door drie jonge dames.
Welgekomen pauzes
Rode draad voor vandaag is de RAVeL HouyetRochefort. Een oude spoorwegbedding verbindt beide plaatsen en is nu omgevormd tot fietspad. We zullen het pad meermaals kruisen en soms ook volgen, want Rochefort is onze bestemming. We verlaten onmiddellijk de vallei van de Lesse en nemen een bospad omhoog. Zo komt een prachtig landschap met weide en bos tevoorschijn. Tijd om op een bankje even te verpozen. Aan een landbouwweg wijst een bord ons op de fatale gevolgen van blikjes voor rundvee. Onbegrijpelijk dat mensen dit zomaar weggooien, en jammer dat onze overheden nog geen systeem op poten hebben gezet om dit via statiegeld in te zamelen.
In Hérock houden we (alweer) even halt aan
een grote kapel. Het bankje is welgekomen, want aan een gemiddelde snelheid van 3 km per uur, pauzes inbegrepen, zullen we vandaag zo’n 8 uur onderweg zijn. Na onze picknick aan de oevers van de Lesse herkennen we het geluid van een ijsvogel en even later zien we hem van

We herkennen we het geluid van een ijsvogel en even later zien we hem van dichtbij over het water scheren. Onze dag kan niet meer stuk!
dichtbij over het water scheren. Onze dag kan niet meer stuk! En al helemaal niet wanneer we verderop in een weide herfstijlozen ontdekken. Bij een oude hoeve die te koop staat, kijkt Jan even binnen. Zijn oude droom komt weer even naar boven …
Onze laatste halte is Chapelle Notre Dame du Maquis, een doorkijkkapel net voor Rochefort. Ze werd opgericht na WOII als bedanking,

omdat de bevolking ondanks de strijd gespaard bleef van represailles. Onze timing blijkt alweer te kloppen, want omstreeks 18u30 staan we zoals voorzien in onze hotelkamer, in hartje Rochefort
Klimaatproblemen, gestolen courgettes en een foute boeking
Bij het verlaten van het stadje merken we nog steeds de gevolgen van de overstromingen van juli 2021. Het stromende water zorgde ook hier voor heel wat schade en menselijk leed. Een verbindingsweg in de stad is nog steeds onderbroken, het weggespoelde asfalt nog niet hersteld. We stappen vandaag opvallend veel over verharde wegen, maar gelukkig is het landschap best mooi. Veel bomen met verdorde bladeren zijn al in herfstmodus na de droge en hete zomer. Hopelijk vinden zij tegen volgende lente nieuwe energie om weer blad te krijgen. Het ene jaar overstromingen, het volgende droogte en hitte: de opwarming van het klimaat houdt ons sterk bezig. Wat zal het de komende jaren worden? En wat met de volgende generatie? Genieten van de prachtige natuur in eigen land lijkt ons alvast een goede klimaatactie. Het hoeft niet ver te zijn om mooi te zijn.
Net voor we het dorp binnengaan is een vrouw haar courgettes aan het inladen. Zij heeft een grote moestuin met mooie vruchten, maar klaagt over diefstal van haar groenten. We zijn verrast dat dergelijke praktijken hier in deze verlaten uithoek opduiken en begrijpen als gepassioneerde moestuiniers haar ergernis. Vandaag is een korte stapdag en na 15 km belanden we in Grupont. De eigenaar van onze B&B is echter verrast, hij dacht dat we een dag later aan zijn deur zouden staan. Niet getreurd, we zijn welkom. We kuieren even door het dorpje terwijl onze bedden opgemaakt worden. Een lokale kunstenaar exposeert leuke verfrissende creaties, onder andere een tekening van een yoga-oefening die toont hoe je in vier stappen hondenpoep kan oprapen. Voor het avondmaal brengt onze gastheer ons naar een restaurant in de buurt, maar bij nader inzien blijkt het een frituur te zijn. Bij een lekker biertje maken wij er het beste van. Een vriendelijke man vertrouwt twee liftende vijftigers en we zijn sneller dan verwacht terug bij onze overnachting
Een kapel, een waterkrachtcentrale en een oude papierfabriek
Vandaag volgen we verder de loop van de Lomme. Ook de spoorlijn naar Libramont kruisen we meermaals. De zon is van de partij en het wordt een prachtige dag. In Mirwart, één
de gleuf is vlakbij geplaatst. Bij het plaatselijke kasteel geraken we even op het foute pad. Omdat we geen kaarsje gebrand hebben?

Gelukkig zijn we snel weer in goede GR-handen en vinden we een picknickplek bij de rivier, nabij Smuid. De Lomme blijkt hier een perfect verval te hebben om groene energie op te wekken. Langs een verharde weg bij Poix-SaintHubert geraken we aan de praat met een man die zit te rusten op een bank voor zijn woning. Jan is benieuwd naar het gebouw ernaast. Het blijkt een oude papierfabriek te zijn die vroeger omslagen maakte. Vandaag wordt de ruimte gebruikt voor crossmotoren. Die houden zich vandaag gelukkig gedeisd.



van die mooiste dorpen van Wallonië, gaan we even binnen in de kerk, maar ver geraken we niet: een metalen hek houdt ons tegen. Een kaarsje aansteken zou nog net kunnen, want
Verderop staat nog wat heide in bloei. Het is opvallend hoeveel vlinders we nog zien, onder meer de grote vos en de gele luzernevlinder. Na 25 km komen we aan bij de bron van de Lomme in Bras-Haut. Ook daar staat een kapel, gewijd aan de Heilige Maagd. Het bronwater zou goed zijn voor oog- en huidziekten. We maken gebruik van de aanwezige banken voor een laatste stop, om dan op zoek te gaan naar onze

Op ons pad treffen we een hele familie aan: twee grote everzwijnen, samen met een tiental kleintjes, op zoek naar voedsel tussen de bomen.Even pauzeren bij een prachtig uitzicht. Een struik van gele kornoelje, met zijn rode eetbare vruchten. Beverwerken. De kapel van Hérock in Houyet.
overnachtingsplek. Die blijkt een goede kilometer verder te liggen. De vermoeidheid valt best mee. Veel steile hellingen of afdalingen zijn er niet, waardoor knieën en kuiten maar beperkt op de proef worden gesteld. We hebben het wel eens anders geweten in de Ardennen. Of is onze conditie verbeterd met de jaren? Het avondmaal blijkt een vijfgangenmenu, door de gastheer gebracht maar door de gastvrouw met veel zorg klaargemaakt. Onmiskenbaar het culinaire hoogtepunt van onze vijfdaagse.


Een hert en een kudde everzwijnen
Na een heerlijk ontbijt met lokale producten vatten we het laatste deel aan, richting Libramont, zo’n 12 km verder. Wij vertrekken
onmiddellijk zuidwaarts en snijden hierdoor 3 km af. Bij het kerkje van Bras-Bas genieten we van de voormiddagzon. In een groot omheind bos hangen bordjes dat er ’s morgens en ’s avonds wordt gejaagd, maar gelukkig mogen we overdag nog met een gerust gemoed de paden bewandelen. Dat er veel wild zit merken we snel. Terwijl ik even stop om een trui uit te trekken horen we een hert burlen. Daarmee hoopt het mannetjeshert een vrouwtje voor zich te winnen en toont hij in dit territorium de baas te zijn. Even verderop staat het dier in vol ornaat, op zo’n 50 m van ons. Het brede gewei is indrukwekkend. Hij kijkt ons een tijdje aan en besluit dan om de aftocht te blazen. Een prachtige ontmoeting, maar het is nog niet gedaan. Enkele minuten later treffen we een
familie op ons pad: twee grote everzwijnen, samen met een tiental kleintjes, op zoek naar voedsel tussen de bomen. Een klein biggetje moet hevig hoesten. We observeren een tijdje hun gedrag en besluiten traag verder te stappen. Al snel hebben ze ons opgemerkt en verplaatsen zij zich verder in het struikgewas. Zullen ze het einde van de maand halen, nu er elke dag op hen wordt gejaagd?
We lopen verder langs lange rechte paden, met vooral naaldhout rondom ons. Bij een open plek genieten we nog even van het landschap en de geluiden van de natuur, om ten slotte het laatste deel naar Libramont aan te vatten. Na de picknick stappen we op de trein, voldaan en niet te vermoeid.
PRAKTISCHE INFO

In 2021 verscheen bij onze Waalse collega’s de nieuwe topogids GR 17, Sentier de la Lesse et de la Lomme. De gids beschrijft twee tochten: enerzijds het pad langs de Lesse van haar monding in de Maas bij Anseremme tot haar bron in Ochamps (105 km) en daarnaast het pad langs de Lomme van haar monding in de Lesse bij Eprave tot haar bron bij Bras (60 km). Beide uiteinden kunnen via Libramont verbonden worden tot een lus. GR 17 loopt deels op nieuwe paden en deels via langer bestaande GR-paden (GR 126, GR 577, GR 151 en GR 129).
Daarbovenop beschrijft de gids nog eens 10 niet-gemarkeerde luswandelingen van 14 tot 26 km, hoofdzakelijk langs bijriviertjes zoals de Our, de Almache, de Wéri, de Wimbe, de Hileau, de Marsolle of de Masblette. Deze Franstalige topogids is vanzelfsprekend beschikbaar in onze webshop. Geupdate gpx-tracks vind je op grsentiers.org
Wandelroute van het jaar
Na twee digitale edities kon dit jaar de trofee ‘Wandelroute van het jaar 2023’ opnieuw live uitgereikt worden aan de mooiste nieuwe wandelroute van de Benelux. De eer viel te beurt aan het Stellingenpad, een 260 km lang streekpad in het grensgebied van de Nederlandse provincies Friesland, Drenthe en Overijssel. Het traject volgt in grote lijnen de omtrek van de Vrijstaat der Stellingen die tussen de jaren 1300 en 1500 in dit gebied bestond. De jury roemde de grote afwisseling aan landschappen, de uitzonderlijk mooie en gedetailleerde gids en het originele thema. Ook het feit dat de route door het Nationaal Park Drents-Friese Wolden en het Nationaal Park Weerribben–Wieden loopt, was een belangrijk pluspunt. De andere vier laureaten waren het Betuwepad, de GR 161 –Tour du Pays de Bouillon, de Heuvelrughike en de National Park Trail. Het Stellingenpad is de opvolger van het Hondsrugpad dat vorig jaar de trofee won.
Wandelen voor het goede doel
Na 15 edities in het laatste weekend van augustus gaat de Oxfam Trailwalker dit jaar door op 19 en 20 mei. Deze sportieve en solidaire uitdaging vindt plaats in het hart van het Grote Bos van Saint-Hubert. Je wandelt 100 km in minder dan 30 uur (teams van vier personen) of 25 km in minder dan 7 uur (teams van twee tot acht personen). Voorafgaand aan het evenement verbinden de teams zich ertoe om geld in te zamelen voor de acties van Oxfam België. Vertrek en aankomst vinden plaats op

het militaire vliegveld van Saint-Hubert. Je kan tot 30 april inschrijven. Het organisatieteam verwacht in totaal minstens 225 teams (ongeveer 1250 wandelaars). oxfambelgie.be/ doe-mee/oxfam-trailwalker
Nieuwe Vlaamse pelgrimswegen
In Vlaanderen wordt gewerkt aan een net van pelgrimsroutes dat op elkaar en op de Franse trajecten aansluit. Niet alleen interessant voor pelgrims naar Santiago maar ook voor ‘gewone’ wandelaars.
Via Brugensis (199 km). Een belangrijke historische as liep van Brugge naar Atrecht (Arras). De pelgrims kwamen per schip aan in Sluis en gingen daar aan land of zetten hun tocht verder langs de Zwinhavens. De Via Brugensis start dan ook op de markt van Sluis aan het eindpunt van de Jacobsweg Die Haghe. Deze komt uit het noorden langs de Nederlandse kust. De Via Brugensis voert langs de Damse Vaart naar Brugge en verder langs Zevenkerken, Torhout, Roeselare en
Ledegem naar Menen. Daar kan je kiezen om langs de Via Scaldea richting Reims en Vézelay te stappen of de Leie over te steken en de Via Brugensis te volgen naar Lens en vandaar via Arras naar Epernon en Chartres.
Via Yprensis (70 km). Deze route start op de kop van het Westerstaketsel, 500 m ver in de zee bij Nieuwpoort en volgt een deel van de frontstreek langs de IJzer. Via Boezinge, Steenstraete, Ieper en Wervik gaat het traject Frankrijk binnen om daar aan te sluiten op de Via Brugensis.
Beide routes worden samen uitgegeven als e-boek of als papieren gids. Alle info compostelagenootschap.be



Eerste Pasar Wandelfestival

Op zondag 30 april organiseert Pasar zijn eerste Wandelfestival, een laagdrempelig, niet competitief wandelevent waar zowel ervaren als beginnende wandelaars hun uitdaging vinden en kunnen genieten van een gezellige ambiance en randanimatie. De wandelingen starten in Ezemaal en zijn 3 tot 26 km lang. Onderweg
Nieuw bij Gegarandeerd Onregelmatig
Bij Gegarandeerd Onregelmatig verschenen twee nieuwe interessante gidsen. Je kan de routebeschrijvingen en gpx-tracks downloaden via www.wandel zoekpagina.nl of de papieren versie bestellen via www.gegarandeerdonregelmatig.nl. Prijs € 17,95.
3x Wandelen in de Meierij
3x Neanderland Steig
Surf naar www.groteroutepaden.be >magazine>wedstrijden
Wandelen in de Meierij. De Meierij is het gebied tussen ‘s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven. Deze gids begeleidt de liefhebber van onverhard wandelen in 15 tochten van 11 tot 18 km op de mooiste paden in de wijde omtrek van ’s-Hertogenbosch. Minimaal 70% van iedere route is onverhard. De trajecten voeren door schitterende natuurgebieden zoals de Maashorst, de Kampina en de Loonse en Drunense Duinen. Leuke oeverpaadjes langs de Dommel, de Beerze en de Aa staan eveneens op het programma. Ook dichtbij de stad word je verrast door mooie natuur zoals
de Moerputten en het Bossche Broek.
Wandelen langs de Regge. De Regge is een van de langste kleine rivieren van Nederland. Hij begint als een stroompje van nog geen meter breed in Diepenheim en mondt ruim 70 km verder bij Ommen als een forse rivier uit in de Overijsselse Vecht. De laatste jaren heeft de rivier de ruimte teruggekregen die haar begin 20ste eeuw was afgenomen. Vele meanders zijn weer in hun oorspronkelijke staat hersteld. De gids bevat 13 gevarieerde routes van 11 tot 19 km langs het water en door de heuvels, de bossen en de landgoederen in de wijde omtrek.
worden de deelnemers verrast door allerlei acts. Deelname kost € 10, kinderen tot 12 jaar betalen de helft.
Alle info via www.wandelfestival.be







Van Brussel naar de Ardennen
Bij onze collega’s over de taalgrens verscheen de zesde ge-update editie van de GR 126, de Bruxelles à la Semois. Op deze populaire route van ruim 236 km stap je door een grote variatie aan landschappen. Bekende, zoals het Zoniënwoud met zijn imposante beukendreven, maar ook minder bekende. Je trekt door de bosrijke valleien van de Samber, de Maas, de Lesse en hun zijrivieren. Ook diverse cultuurparels staan op het programma: Villersla-Ville, Namen, Dinant, de grot van de Man van Spy of het fort van Malonne. De route eindigt aan de Semois, vlakbij de Franse
grens. Wat het traject aantrekkelijk maakt, is de goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer, waardoor je de route gemakkelijk in etappes kan verdelen. Zelfs een vier- of vijfdaagse trektocht vanaf een vaste standplaats behoort tot de mogelijkheden. Te koop in de GR-webshop.
Info www.grsentiers.org



Pieterpad







De nestor van de Nederlandse langeafstandswandelroutes is het Pieterpad, dat in 500 km van Pieterburen in het uiterste noorden van Groningen naar de Pietersberg in het uiterste zuiden van Limburg voert. Het pad werd in 1983 in Vorden, halverwege het traject, officieel in gebruik genomen en is nu dus 40 jaar oud. Ter gelegenheid daarvan verscheen het boek Op Pieterpad, een relaas over twee fictieve wandelaars die het pad bewandelen.
Schrijver Wim Huijser, zelf wandelaar en routemaker, schreef bij elk deelkaartje uit de routegids een humoristisch verhaal. Tijdens de Fiets en Wandelbeurs in Utrecht werd het eerste exemplaar van het boek aan de directeur van de Stichting Pieterpad aangeboden. Uitgeverij Noordboek, prijs € 19,90.
www.noordboek.nl

Droombalkon
In de serie Hikeline verscheen de wandelgids Albsteig. Deze route is een van de oudste van Duitsland. Hij voert in 360 km van Donauwörth naar Tuttlingen, dus van de ene Donaustad naar de andere. Met zijn onvergetelijke uitzichten aan de noordrand van de Schwäbische Alb doet hij zijn bijnaam ‘Droombalkon van het Zuiden’ alle eer aan. De natuur speelt de hoofdrol maar behalve uitgestrekte bossen, heidegebieden en
watervallen zijn er ook imposante burchten, koele grotten of bizarre rotsformaties, afgewisseld met leuke dorpjes en bezienswaardige vakwerkstadjes. Vanaf de hoog gelegen route kan je soms tot in de Alpen kijken. Uitgeverij Esterbauer, prijs € 12,90. www.esterbauer.com
Welke Duitse route?
De bestseller Fernwanderwege

Deutschland kreeg een nieuwe, ge-update editie. Een nuttig naslagwerk als je niet kan beslissen welke langeafstandsroute je wil lopen. Hier vind je voldoende gegevens over 63 Duitse wandelroutes (meer dan 12.000 km) om je keuze te vergemakkelijken. Of misschien bemoeilijken. Voor iedere route is er een kaart, hoogteprofiel, mogelijke etappe-indeling, info over kwaliteit en moeilijkheidsgraad en de belangrijkste bezienswaardigheden. Prijs € 10,00. Info www.esterbauer.com
Nieuw bij Cicerone
Bij Cicerone verschenen enkele nieuwe interessante (Engelstalige) gidsen. Info: www.cicerone.co.uk
Walking the John o’ Groats Trail. Deze route verbindt Inverness met John o’ Groats op het uiterste noordoostelijke puntje van Schotland. Het traject loopt grotendeels langs de kust met vooral in het noordelijke deel spectaculaire kliffen. Je gaat op dit pad ook regelmatig het binnenland in en wisselt zo duinen en verlaten stranden af met bosgebieden. Je moet vaak ruig terrein trotseren en wordt op de toppen van de kliffen dikwijls blootgesteld aan sterke wind. Dit maakt dat deze route eerder geschikt is voor ervaren hikers. De totale afstand van 233 km wordt verdeeld in 14 etappes. Voor de dapperen die zich aan de uitdaging Land’s End – John o’ Groats wagen is er een bonusroute die de John o’ Groats Trail met de Great Glen verbindt.

The Thames Path. Deze gids beschrijft de route vanaf de Woolwich voettunnel in Londen naar de bron van de rivier bij Cirencester in Gloucestershire. Met de gids in de hand ontdek je de vele gezichten van de Theems. Het is een makkelijke route met weinig hoogteverschillen. De totale lengte van 293 km is goed voor twee weken wandelplezier. Onderweg passeer je door Windsor, Reading en Oxford en historische plekken zoals Greenwich, Kew Gardens en Hampton Court. De gids bevat kaartjes, wegbeschrijvingen en uitgebreide info over accommodaties en transport. Dit is de enige gids die de route stroomopwaarts, van de monding naar de bron, beschrijft. Een apart mapje in zakformaat bevat detailkaartjes (schaal 1:25.000), waarmee je de route ook in omgekeerde richting kan lopen.

Nieuw bij Conrad Stein
In de serie Outdoor verschenen enkele nieuwe titels. Info en gps-tracks: www.conrad-stein-verlag.de
Griechenland: E4 Peloponnes (1e druk - € 12,90). De Peloponnesos is het grootste Griekse schiereiland, met het vasteland verbonden door de landengte van Korinthe. De E4 doorkruist dit bergachtige gebied in ruim 300 km van noord naar zuid. Het traject start in Diakopto aan de Golf van Korinthe en voert naar Gythio aan de Golf van Laconië. Het is geen route voor beginners, je moet heel wat hoogtemeters overwinnen. Spannende passages door eenzame natuur, wilde rivierdalen, adembenemende kloven en Alpiene landschappen met half verlaten bergdorpen wisselen af met levendige steden als Tripoli en Sparta. Het laatste deel voert door de Taygetos, het hoogste gebergte van de Peloponnesos.

Neanderland STEIG (1e druk - € 14,90). In 1856 werden in het Neanderdal tussen Erkrath en Mettmann de overblijfselen gevonden van een


40.000 jaar geleden uitgestorven oermens. Hij kreeg de naam Neanderthaler en het gebied wordt sindsdien Neanderland genoemd. In 2014 werd daar de Neanderland Steig officieel geopend, een lus van 240 km. De route situeert zich in het laaggebergte van het Bergische Land en verbindt meren, bossen, heidevelden en moerasgebieden met historische dorpen en stadjes. De gids verdeelt de totale afstand in 17 etappes.
Jakobsweg Tillyschanz – Rothenburg ob der Tauer (1e druk - € 15,90). Deze pelgrimsweg begint aan de Tsjechische grens en voert naar Beieren. Op het menu staan eindeloze wouden, schilderachtige riviervalleien, weidse grasgebieden, kleine meren, beroemde kloosters, romantische burchten en middeleeuwse stadjes. De totale route van bijna 300 km wordt verdeeld in 15 etappes.
Via Regia (3e druk - € 15,90). De Via Regia was in de middeleeuwen een trans-Europese handelsroute, pelgrimsroute en militaire route van Santiago de Compostella naar Kiev en Moskou. Hij was destijds 4.500 km lang. Tegenwoordig is het Duitse deel van deze ‘Koningsroute’ een afwisselende wandelroute en pelgrimsweg. De gids bevat het 450 km lange traject tussen Görlitz aan de Poolse grens en Vacha op de grens van Hessen en Thüringen.

Limes
































Achter de schermen van de jury
Het Stellingenpad is Wandelroute van het jaar 2023

Trouwe lezers van Op Weg kennen onze redactrice Christina Bloem al meer dan twee decennia. Alle edities van de Fiets en Wandelbeurs was ze bovendien op post om wandelaars en pelgrims op de juiste weg te zetten. Maar minder bekend is dat Christina ook al 9 jaar de stille kracht is achter de jaarlijkse verkiezing van de Wandelroute van het jaar. Tijd voor een blik achter de schermen.

Hoelang wandel jij al?
Ik heb mijn hele leven gewandeld. Als kind stapte ik met mijn opa door de bossen in de buurt van Utrecht. Hij heeft me de liefde voor de natuur bijgebracht. Als tiener liep ik georganiseerde dagtochten met vriendinnen en later, als moeder, wandelde ik met buggy en hond.
Herinner jij je eerste meerdaagse tocht nog?
Nadat mijn kinderen het huis uit waren, ben ik begonnen met meerdaagse wandelvakanties. In groep en met een gids. Mijn eerste grote tocht was de Coast-to-Coast in Engeland, van de Ierse Zee naar de Noordzee. Dat was best spannend. Zou ik het leuk vinden om twee weken rond te trekken met mensen die ik niet kende? Zou ik het tempo aankunnen? Het viel mee en er volgden meer georganiseerde tochten: de Schotse Hooglanden, het bergachtige BulgaarsGriekse grensgebied,… In Oost-Turkije kampeerden we tussen de nomaden en hun schapen, dronken we uit de bron van de Eufraat en zagen we de zon opkomen boven de berg Ararat. In Syrië speelde ik tafeltennis tegen de abt van een klooster en bezochten we de ruïnes van de woestijnoase Palmyra.
Je liep ook pelgrimstochten. Hoe kwam je daarop terecht?
Na een paar jaar begon ik de planning en organisatie van mijn tochten in eigen handen te nemen. Aanvankelijk bescheiden in eigen omgeving, maar al snel volgde het ‘echte’ werk: pelgrimstochten naar Santiago de Compostela. Het intrigeerde me om een route te wandelen die al sinds de 9de eeuw door miljoenen mensen gelopen is. De eerste tocht van Mol naar Santiago duurde vier maanden. Ik haalde
daarmee de plaatselijke pers, want in die tijd was het nog uitzonderlijk dat een vrouw alleen zo’n monstertocht ondernam. In diezelfde periode begon ik als redactrice bij Op Weg, dat toen nog Recreatief Wandelen heette. Mijn eerste stukjes ‘Overpeinzingen van een pelgrim’ schreef ik onderweg.
ik niet meer. Alleen dat ik meteen “ja” zei. De eerste winnaar in 2015 was het Knooppuntennetwerk Pajottenland. Het jaar daarop geraakten we er als jury niet uit en kregen de Streek-GR Haspengouw en het Wandelnetwerk Getevallei elk een trofee. Aan de organisatie moesten we wel beloven dat we dat nooit meer zouden doen ... In 2017 verhuisde de Belgische beurs naar Gent en werd beslist beide Wandeltrofeeën samen te voegen. Als Belgische jury kregen we de opdracht het werk ‘op de Belgische manier’ verder te zetten. Want ook al zijn we vrijwilligers, wij verkennen de genomineerde routes grondig op het terrein.
Hoe pakken jullie dat aan?
Toen ik ontdekte ik dat er behalve de Camino Francés nog vele andere routes naar Santiago voeren, werd ik helemaal gebeten door het pelgrimsvirus. Het werd een gewoonte om er ieder jaar eentje te verkennen. Liefst nog onbekende trajecten, want daar houd ik van. Ik denk dat ik wel negen of tien keer in Santiago ben beland, telkens langs een andere camino.
Wat sprak je aan om jurylid te worden van de ‘Wandelroute van het Jaar’?


Op de Nederlandse Fiets en Wandelbeurs werd zo’n trofee al jaren uitgereikt. Toen men besliste in België hetzelfde te doen, kreeg Luc Selleslagh de opdracht om een jury samen te stellen. Waarom hij bij mij uitkwam weet
Elk jaar in augustus nodigt Hicle Events, de organisator van de Fiets en Wandelbeurs, toeristische diensten en andere organisaties uit om nieuwe of ingrijpend vernieuwde langeafstandsroutes in te dienen. Omdat ik door mijn werk voor de rubriek Wandelnieuws in Op Weg goed op de hoogte ben van nieuwe wandelprojecten, schrijf ik soms zelf nog een herinnering naar een veelbelovende route.
Bij de eerste juryvergadering bekijken we alle inzendingen en stellen we de longlist op. Daarna gaat ieder jurylid individueel op pad en brengt verslag uit van zijn bevindingen aan de hand van de criteria: beschrijving, kaartmateriaal, bewegwijzering, aanvullende streekinformatie, percentage onverharde paden, afwisseling van het landschap, informatie over openbaar vervoer en horeca onderweg, enz.
Tijdens de volgende juryvergadering stellen we op basis daarvan een shortlist samen met de drie tot vijf wandelprojecten die boven de andere uitsteken. Deze laureaten worden ver-
Met mijn eerste pelgrimstocht van Mol naar Santiago haalde ik de plaatselijke pers. In die tijd was het uitzonderlijk dat een vrouw alleen zoiets ondernam.Bomenkathedraal op de Wandelroute van het Jaar 2023.
volgens door twee juryleden (alleen of samen) bewandeld en uiteindelijk verkent de voltallige jury gezamenlijk de waarschijnlijke winnaar.
Dat levert inmiddels een mooi lijstje op! In 2017 het Groot-Frieslandpad en vervolgens ‘Een Wandeling rondom Zuid-Limburg’, het Romeinse Limespad, de Streek-GR Waas- en Reynaertland, de Langeafstandswandeling in het RivierPark Maasvallei en het Hondsrugpad. Bij de beoordeling dit jaar hadden we het weer bijzonder moeilijk. Drie toproutes verdienden de trofee: Nationaal Park Trail, Heuvelrughike en Stellingenpad. Maar ja, we hadden beloofd er maar één uit te reiken ... Na intensief overleg hebben we de knoop doorgehakt aan de hand van de ‘rapportcijfers’ per criterium. Het werd het Stellingenpad.
Een winnaar uit Friesland, dat is niet bij de deur?
Nee, dat is het zeker niet. Bijgevolg moest ik verschillende keren in het hoge noorden overnachten. Dat doe ik meestal bij adresjes van de stichting Vrienden op de Fiets. Dat zijn eenvoudige B&B’s die uitsluitend bedoeld zijn voor fietsers of wandelaars op meerdaagse tocht. Dikwijls zijn de gastheer en -vrouw zelf ook fietsers of wandelaars, wat voor leuke gesprekjes zorgt. Bij ons vertrek hebben we vaak het gevoel bij vrienden te hebben gelogeerd.
Enig idee hoeveel wandelkilometers die aanpak voor jou jaarlijks betekent?

Nieuwe en nog onbekende trajecten verkennen is een kolfje naar mijn hand, dus trek ik graag en veel op verkenning. Dikwijls begin ik al vóór de eerste juryvergadering. Ik denk dat ik meer kilometers loop dan strikt noodzakelijk, maar
het wandelvirus laat me niet gerust. Voor Op Weg schrijf ik ook steevast een reportage over de winnaar, dus die wandel ik sowieso volledig. Ik schat dat ik bij iedere trofee-uitreiking 300 à 400 kilometer in de benen heb. Hoewel mijn partner Jacques niet door het virus is gebeten, gaat hij toch vaak mee om foto’s te maken. Handig, want hij is fotograaf.
ruimte en er zat niets anders op dan een eind verder het volgende bruggetje te nemen. We vroegen ons wel af of ze dat deden met alle wandelaars in ‘hun’ wei.
Leuke ontmoetingen horen ook bij het wandelen. Zoals bij het veer van Berg aan de Maas tijdens onze verkenning van de Langeafstandswandeling Maasvallei. Op het terras van het café zat een fanfare te genieten van een pintje, waarschijnlijk na een optreden. Toen ze ons zagen aankomen, begonnen ze spontaan opnieuw te spelen. Ook leuk was het verhaal van een Romeinse legionair die binnen kwamen stappen in het café waar we tijdens onze verkenning van het Romeinse Limespad koffie zaten te drinken.
Ongetwijfeld hebben jullie ook alle soorten weergoden ontmoet?
Zovele kilometers leveren ongetwijfeld heel wat anekdotes op!
Onderweg komt een wandelaar wel eens een obstakel tegen. Soms lukt het om te passeren, soms moet je een omweg maken. Zoals op de Dutch Mountain Trail, laureaat in 2021. Net voor de steile klim naar de top van de Wilhelminaberg moesten we op stapstenen een beek oversteken. Precies op die plek was een boom omgewaaid en het dichte loof versperde alles. Er zat niets anders op dan de Wilhelminaberg over te slaan.

Op de Via Belgica, laureaat in 2022, waren het een stuk of zeven paarden die een bruggetje over de Geul blokkeerden. Toen we dwars door het weiland aan kwamen lopen, stonden ze nog rustig te grazen. Maar toen we dichterbij kwamen, liepen ze op een drafje het smalle houten brugje op. Daar bleven ze ons uitdagend staan opwachten. Ze lieten ons geen centimeter
Tijdens onze verkenning van Een wandeling rondom Zuid-Limburg (winnaar 2018) werden we in een bos overvallen door een forse regenbui. We spurtten naar een kerkje dat schuin voor ons op een heuveltje stond. Daar wachtten we op de achterste kerkbank tot het geroffel van de regen op het dak verminderde. Toen we besloten verder te gaan, zag ik hem liggen: een stevige opvouwbare paraplu. Een cadeautje van hierboven? In ieder geval had ik nu bescherming voor een volgende regenbui …
Op het Hondsrugpad werden we in het bos van het Nationaal Park Drentse Aa voorbijgestoken door een terreinwagen die in volle vaart door de diepe plassen op het pad reed. De bosarbeiders in de open laadbak hadden het grootste plezier. Toen we even later hun werfkeet passeerden, boden ze ons als goedmakertje een beker vers gezette koffie aan.

We vroegen ons wel af of die paarden dat deden met alle wandelaars in ‘hun’ wei.
En nog eentje: liften doen we normaal nooit, maar soms is het onvermijdelijk. Op het Frieslandpad waren we op een keer nog minstens 5 km van ons hotelletje verwijderd. Geen bushalte in de buurt, bijna geen verkeer en een beginnende avondschemering. De eerste auto die ons voorbij reed was een open sportwagen, een twoseater bovendien, dus staken we onze duim niet op. Een paar minuten later kwam de auto terug. “Ik kan jullie niet allebei meenemen”, zei de bestuurder, “dus zal ik het één voor één doen.” Hij bracht mij eerst naar het hotel en keerde dan terug om ook Jacques op te halen.
Ten slotte moeten we het nog even hebben over de laureaat van 2023. Wat vond je zo mooi aan het Stellingenpad? Het thema en de grote afwisseling aan landschappen maken de route heel bijzonder. De route volgt in grote lijnen de grens van de ‘Vrijstaat der Stellingen’ die vanaf het jaar 1300 twee eeuwen in de streek Friesland/ Drenthe/Overijssel bestond. Het traject doorkruist dichte bossen met dikke oude bomen, uitgestrekte heidevelden, zandverstuivingen en open agrarisch gebied. En dat op graspaden, zandwegen, kronkelende bospaadjes en vlonderpaden. In het enorme laagveenmoe-
rasgebied Nationaalpark Weerribben-Wieden zijn bijna geen onverharde paden. Daar stap je meestal op asfaltfietspaadjes door een weids landschap van riet, kanaaltjes en meren die door de turfwinning zijn ontstaan. We staken in een vliegende storm het open, verlaten hoogveengebied Fochteloërveen over, vechtend tegen de wind die ons probeerde omver te blazen. Heerlijk!
Ga je volgend jaar weer wandelroutes jureren?
Ja graag!
Christina’s Top 5
Het is moeilijk kiezen tussen alle routes die ik beoordeeld heb, maar ik doe een poging:
1
Heel mooi vond ik het Hondsrugpad (140 km, winnaar in 2022) Je wandelt er als het ware door de prehistorie met zandruggen, veenmoerassen en hunebedden.
2

Ook de Langeafstandswandeling Maasvallei (137 km, winnaar in 2021), is één van mijn favorieten. Dit traject loopt door vele natuurgebieden op de Belgische en de Nederlandse oever van de Maas.
3
Ik vond Een Wandeling rondom ZuidLimburg (277 km, winnaar in 2018) schitterend. Het onderwerp van deze grensoverschrijdende route door Duitsland, Nederland en België is origineel en de natuur zeer afwisselend.
4




De Heuvelrughike (95 km) haalde dit jaar nipt de trofee niet, maar ik was onder de indruk van de vele onverharde paden door het stuwwallenlandschap met bossen, heidevelden, zandverstuivingen en landgoederen.
5
De Camí de Cavalls (190 km) is nummer vijf op mijn lijstje. Geen deelnemer aan onze wandeltrofee, omdat hij in Spanje ligt, meer bepaald op het eiland Menorca. Het is een themaroute, zoals ik ze graag
zie. Een uit de vergetelheid gehaald 13deeeuws pad langs de gehele kust, waarlangs destijds soldaten te paard patrouilleerden om het eiland tegen piraten te beschermen.

Fietsroute van het jaar
Op de eerste dag van de Fiets en Wandelbeurs in Utrecht werd de trofee ‘Fietsroute van het jaar 2023’ uitgereikt. Er waren nog drie routes in de race: naast het Belgische traject van de EuroVélo 5 ook nog de Kastelenroute op enkele Deense eilanden en de Vänerleden rond het Vänermeer, het grootste meer van Zweden. EuroVélo 5 ging met de eretitel lopen. De jury was vooral gecharmeerd door de grote afwisseling van natuur en industrieel erfgoed. Ook de doortocht dwars door Brussel viel in de smaak. Andere pluspunten waren de bewegwijzering, de bereikbaarheid met openbaar vervoer, de voorzieningen onderweg en de aanwezigheid van informatieborden. De volledige EuroVélo

5 loopt van het Engelse Canterbury naar het Italiaanse Brindisi en volgt grotendeels de oude pelgrimsroute Via Francigena die van Engeland naar Rome voert. In België gaat het traject van west naar oost door Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het gebruikt rustige wegen, voormalige spoorbanen en jaagpaden langs rivieren en kanalen, zoals de Dender en de Maas. In de Ardennen moet je vanzelfsprekend klimmen, maar de hellingen zijn mild. Ook kasseistroken zijn onvermijdelijk, maar die zijn zo kort mogelijk gehouden en geven iets authentieks aan de route. De EuroVelo 5 in België is de opvolger van de Royal Canal Greenway in Ierland die vorig jaar de trofee won.
West-Vlaanderen vernieuwt
Westtoer werkt volop aan de verbetering van zijn fiets- en wandelproducten. Daarom werd
Bij de Europafietsers/Pirola verschenen enkele ge-update en nieuwe gidsen. Info: www.pirola.nl
Limes Fietsroute, deel 2 (prijs € 24,50). Deze vernieuwde gids beschrijft het 1100 km lange traject tussen Regensburg (Passau) en Gyula (Roemeense grens) in twee richtingen. De route naar de Hongaarse Puszta is eenvoudig te fietsen over kleine wegen en fietspaden. Een alternatief traject langs het Balatonmeer is wat heuvelachtiger en slechts in één richting beschreven.
Limes Fietsroute deel 3 (prijs € 19,95). Ook deze gids werd vernieuwd. Hij beschrijft het 1300 km lange traject van Gyula naar Constanta aan de Zwarte Zee in één richting. De hoofdroute doorkruist Transsylvanië over de Draculapas naar de beroemde kloosters van de Bukovina en voert door Moldavië naar de Romeinse havenstad Tomis, het huidige Constanta. Er is ook een routeverkorting die de kloosters niet aandoet. Dit deel heeft een ander karakter dan de andere. Je moet enkele bergpassen (tot 1.250 m) overwinnen,
de wegen zijn vaak slecht onderhouden en de voorzieningen zijn sober. De prachtige natuur geeft daarvoor echter ruimschoots compensatie.
Noorwegen tussen Oslo en Trondheim (prijs € 19,95). Deze nieuwe gids beschrijft een boeiende lus tussen Oslo en Trondheim. In noordelijke richting wordt in grote lijnen de pelgrimsweg Olavsroute gevolgd maar wel op wegen die met een normale trekkingsfiets te berijden zijn. Je komt door interessante plaatsen als Hamar en Lillehammer. De lengte van dit traject is 595 km. In zuidelijke richting fiets je vlakbij de Zweedse grens over verlaten hoogvlakten, langs schitterende meren en door uitgestrekte bossen in 620 km terug naar Oslo.

Katharen – Basken Fietsroute (prijs € 22,95).



Een vernieuwde gids met een 600 km lange route van Narbonne naar Biarritz. Het traject voert langs historische plaatsen die een rol hebben gespeeld in de opkomst en ondergang van de Katharen. Er is een noordelijke route langs steden en dorpen (onder meer Carcassonne) en een zuidelijke langs legendarische Katharenburchten zoals Montségur. De Pyreneeëntoppen worden vermeden maar desondanks moet er regelmatig pittig geklommen worden.

de voorbije maanden de bewegwijzering van 22 fietsroutes verwijderd en zullen in totaal 25 nieuwe fietsroutes worden gelanceerd. Zo zijn de IJzerbroekenfietsroute (49,7 km rond Alveringem), de Wastinefietsroute (52,3 km rond Lichtervelde) en de Koekelarebergfietsroute (57,2 km rond Koekelare en Diksmuide) herwerkt. Ook de Middenkustfietsroute (51,2 km door Middelkerke en het hinterland) kreeg een volledig nieuw traject en hetzelfde geldt voor de Uitkerkse Polderfietsroute (40,4 km rond Blankenberge), de Grensleiefietsroute (57,2 km langs de Leie en het Kanaal Ieper-Komen), de Vrijbosfietsroute (50,6 km door het glooiende landschap rond Staden), de Scheldefietsroute (45,9 km tussen Schelde en Leie), de Kezelbergfietsroute (54,8 km rond een oude spoorwegbedding) en de Oudlandfietsroute (46,3 km door het hinterland van Bredene en De Haan). Alle herwerkte en nieuwe routes zijn inmiddels bewegwijzerd met de bekende zeshoekige bordjes en aangeduid op de nieuwe fietsnetwerkkaarten. Aparte folders verschijnen niet meer.
www.shop.westtoer.be.
Web-fietsgids
Onze redacteur Guy Raskin heeft een nieuw concept voor een fietsgids ontwikkeld: de web-fietsgids. Als eerste van wellicht een nieuwe serie heeft hij zijn digitale fietsgids Via de Alpen en Adria naar Rome uit 2015, die aan een serieuze update toe was, omgebouwd tot de web-fietsgids Op de fiets naar Venetië, Assisi en Rome. In dit nieuwe concept worden alle informatieve teksten, bezienswaardigheden, afstanden en foto’s niet in een gids maar op een website weergegeven, geschikt voor PC, tablet of smartphone. Hierdoor krijgt de fietser een overzichtelijk beeld van de route en kan hij de informatieve teksten tijdens zijn tocht zowel online als offline raadplegen. Tabbladen geven toegang tot routebeschrijvingen, stadswandelingen of een reisplanner met etappe-indelingen en overnachtingsmogelijkheden op campings of in jeugdherbergen. Via de tab contact kan je tracks en fietsroutekaartfiches aanvragen. Alle nuttige info vind je via op-de-fiets-naar-venetië-assisi-rome. weebly.com
Nederlands werelderfgoed
Nederland telt elf door UNESCO
Werelderfgoed erkende sites. Het zijn gebouwen of gebieden die uniek en onvervangbaar zijn in de wereld. Staan onder meer op de lijst: het vroegere Zuiderzee-eiland Schokland, de Hollandse Waterlinies, de molens van Kinderdijk, het Rietveld Schröderhuis in Utrecht, de Grachtengordel van Amsterdam en de van Nellefabriek in Rotterdam. Rond elke site is een fietsroute van 21 tot 82 km ontwikkeld en daarnaast is er een langeafstandsroute van bijna 900 km die al deze erfgoedplekken met elkaar verbindt. De Fietsroute
Unesco Werelderfgoed werd tijdens de Fiets en Wandelbeurs officieel gepresenteerd. Alle routes maken gebruik van knooppuntennetwerken. Alle info, kaartjes en gpx-tracks vind je via www.fietsnetwerk.nl/partners/ unesco-werelderfgoed/
Fietsen in Duitsland
De bestseller Radfernwege
Deutschland beleefde zijn
13e editie. In dit lijvige boek (744 blz.) worden alle lange afstands fietsroutes van Duitsland besproken, met afstanden, hoogtegrafieken, bezienswaardigheden, wegdek, verkeersluwheid, schoonheid, geschiktheid voor kinderen en andere interessante info. Het is geen routeboek maar geeft wel een goed idee van alle routes in Duitsland. Het zijn er niet minder dan 300, met een totale lengte van 79.000 km. Keuze genoeg dus. Op een overzichtskaart zijn alle routes ingetekend, zodat je desgewenst verschillende trajecten met elkaar kan combineren. Uitgeverij Esterbauer, prijs € 12,00. www.esterbauer.com

Westkustfietsweekend
Op 13 en 14 mei organiseren De Panne, Koksijde-Oostduinkerke, Nieuwpoort en Veurne de tweede editie van het Westkust–weekend. Fietsers kunnen langs het traject van de Westkustfietsroute (48,5 km), dat uitzonderlijk is aangepast en in een feestelijk jasje gestoken, genieten van adembenemende plekken, foodtrucks en animatie. Er kan bovendien eenmalig dwars door monumenten gefietst worden zoals de Vismijn in Nieuwpoort en
Nieuw bij Esterbauer
Bij Esterbauer verschenen in de serie Bikeline Radtourenbuch enkele nieuwe gidsen. Prijs € 15,90. Info www.esterbauer.com
Fränkischer WasserRadweg. Deze route beschrijft een lus door drie populaire vakantiegebieden van Noord-Beieren: Fränkisches Seeland, Naturpark Altmühltal en Romantisch Franken. Je rijdt op verkeersvrije fietswegen door lieflijke rivierdalen, over licht golvende hoogvlakten en langs heerlijke meren waarin gezwommen kan worden. De 390 km lange tocht brengt je ook regelmatig langs machtige burchten, ingetogen kloosters en schilderachtige stadskernen zoals die van Rothenburg ob der Tauer.


Hohenzollern Radweg + Württemberger Tälerradweg. De twee routes uit deze gids zijn ongeveer 270 km lang. De eerste voert van
Weinstadt in het dal van de Rems naar Konstanz aan de Bodensee. Het traject volgt de sporen van de eens zo machtige Hohenzollern-dynastie. Onderweg wisselen charmante stadjes af met burchten, wijngaarden en dichte wouden. De tweede voert door de Schwäbische Alb en het Hohenloher Land van Crailsheim naar Ulm en verder naar Schwäbisch Gmünd. Zoals de naam al doet vermoeden, fiets je hoofdzakelijk door schilderachtige valleien van grote en kleine rivieren. Bezienswaardige steden als Ellwangen, Aalen, Ulm en Blaubeuren liggen langs de route, klaar om ontdekt te worden.
het Abdijmuseum Ten Duinen. Info: www. dekust.be/westkust-fietsweekend.
Op fietsvakantie
3x Hohenzollern Radweg + Württemberger Tälerradweg

Surf naar www.groteroutepaden.be >magazine>wedstrijden
Een handige hulp bij de voorbereiding van een meerdaagse fietstocht is het Handboek Fietsvakantie 2.0. Het staat vol tips en informatie die je op weg helpen naar een geslaagd fietsavontuur. Het boek neemt je stap voor stap mee, of het nu om een weekendje fietsen in eigen land gaat of een fietsreis rond de wereld. Het boek geeft je niet alleen tips over de voorbereiding en de techniek van de fiets, maar ook aantrekkelijke illustraties en routevoorstellen. Het is geschreven door ervaren vakantiefietsers en wereldfietsers. Uitgeverij Bike4travel, prijs € 21,95. www.bike4travel.nl

Van de Kempen naar het Kattegat
Van uitstel komt niet altijd afstel. Na zoveel jaren van plannen gaat mijn jongensdroom om naar de Noordkaap te fietsen in vervulling. Omdat de coronabarometer de goede kant opgaat en mijn baas instemt met drie maanden vakantie kan ik de nodige voorbereidingen treffen: de route uitstippelen, de eerste slaapplaatsen vastleggen en puzzelen en wegen om mijn fiets zo minimaal mogelijk te bepakken.

Æ Tekst en foto’s Joris Bal
Keuvelen met vrienden
Vanuit mijn thuisbasis rijd ik onder een heerlijk zonnetje noordwaarts. Onderweg pik ik
een vriend op die vandaag een eindje meefietst.
Gemoedelijk keuvelend rijden we door de stille
Kempen naar het lawaaierige Turnhout, waar ik
Christel ontmoet: zij zal mij vergezellen tot in het noorden van Denemarken.
De volgende dag fietsen we samen met een groepje vrienden over het Bels Lijntje, de oude
spoorlijn tussen Turnhout en Tilburg, die door het prachtige vennengebied loopt. Tilburg is niet veel zaaks maar ‘s Hertogenbosch heeft Venetiaanse allures. Langs waterwegen en door open velden gaat het naar Maren-Kessel. Plots word ik aangesproken door een kind: ze is in paniek want haar moeder verschijnt niet op de afgesproken plaats. Maar wat het begin van een onrustwekkende verdwijning lijkt, wordt algauw een blij weerzien.
Even omrijden
Na een lekker ontbijt rijd ik onder een heerlijk zonnetje naar Lith, om daar de veerpont te nemen over de Maas. Maar er beweegt niet veel. Volgens twee dames die er al een tijdje staan, vaart hij niet omwille van een staking (‘Who pays the ferryman?’). Er zit niets anders op dan een omweg te maken via Megen om daar de overzetboot te nemen. Het Land van Maas en Waal heet mij welkom. Ik fiets verder naar
Druten voor een tweede veer, dit keer over de Waal. Maar deze boot vaart alleen tijdens de weekends. “Je kan wat verder lekker over de brug”, zegt de dame naast mij. “Dan moet je maar even omrijden!”
Arnhem is gebouwd te midden van beboste heuvels. Een grindweg voert ons door de uitgestrekte Veluwe langs vennen en bossen. Vanuit camping Ommeland gaat het aanvankelijk door bos en hei en vervolgens langs idyllische landschappen naar Emmen. De warmte begint door te wegen, maar een verfrissende douche in B&B Villa Emmen brengt heerlijke verkoeling.

Rondreis met tractor
Duitse nummerplaten verraden dat we de grens overgestoken zijn. We ruilen het Nederlandse fietsroutenetwerk in voor de Jutland fietsroute die naar het noordelijkste punt van Denemarken loopt. In Surwold ontsnappen we op het nippertje aan een hevig onweer.
‘s Morgens worden we verrast door een groep mannen die een rondreis maken met de tractor:
misschien het ‘oud zot’, maar dat kunnen ze van ons ook zeggen. De route heeft hier een voorkeur voor zandwegen, wat het fietsen na de regen van gisteren bijna onmogelijk maakt.
bezoek brengen aan Oldenburg. De fiets wordt nu wat rust gegund, de bus brengt ons tot in het bezienswaardige centrum van de stad. Graaf Antony Günther heeft er in de 17de eeuw een mooi patrimonium nagelaten.
Van veer naar veer
Dan maar het stalen ros duwen tot aan de eerstvolgende verharde weg.
Ik rijd verder langs een drukkere baan tot Harkebrügge. Van hieruit willen we graag een
De volgende ochtend heeft de zon de regen verjaagd. Ik fiets door een open landschap van weiden en kleine bossen. Ietwat eentonig, maar af en toe word ik toch verrast door een idyllisch tafereel. De blauw-gele stickers van de Jutlandroute herinneren mij eraan dat ik nog steeds op het rechte pad ben. In Golzwarden nemen we de veerpont over de Wezer. Na 8 dagen fietsen door een vlak landschap verschijnen de eerste heuvels en dat laat zich voelen. De camping van Hemmoor is gelegen aan een vroegere kalksteengroeve, die nu dienst doet als speeltuin voor sportduikers. Aanvankelijk volgt de route de Basbeek, daarna gaat het over lange rechte wegen naar Wischhafen, waar de veerboot ons over de Elbe

‘s Morgens worden we verrast door een groep mannen die een rondreis maken met de tractor: misschien het ‘oud zot’, maar dat kunnen ze van ons ook zeggen.
brengt. De auto’s vormen een lange file maar fietsers hebben gelukkig voorrang.
Een lekke band komt nooit alleen
De biljartvlakke uiterwaarden van de Elbe liggen te fonkelen onder een deugddoend zonnetje. Met af en toe de wind in de rug lijkt het of ik vleugels krijg. De talrijke huizen met strodak doen me denken aan de Cotswolds in Engeland, en de vele schapen maken het plaatje af! De oude stad Itzehoe aan de Stör heeft een aantrekkelijke kloostertuin.

De hemel trekt toe en het begint te regenen. Het landschap wordt grijs en wazig. In Hademarschen schuil ik op een overdekt terras met een warme kop thee. Via een bericht meldt Christel me dat ze een lekke band heeft. Een half uurtje later krijg ik een tweede bericht: de tweede band is ook lek. Dat is meteen het einde van haar op de klippen gelopen fietsdag. In Oldenbüttel vaart het veer over het NordOstsee-Kanal net voor mijn neus weg. Maar heel lang hoef ik niet te wachten om de overkant te bereiken. Van de ene schuilplaats naar de andere kom ik bij de eindbestemming van die dag, het kleine stadje Kropp.
Van Vikingen en Italianen
In Hedeby, dat op de Unesco Werelderfgoedlijst staat, zijn we nog steeds op Duits grondgebied. In de middeleeuwen was het een belangrijke Deense nederzetting en je kan er het Wikinger Museum Haithabu bezoeken, dat aan de oevers van de Ostseefjord ligt. Een ritje door het 18deeeuwse beeldenpark van Schloss Gottorf brengt ons in andere sferen: een palladiaans tempeltje geeft deze barokke tuin een Italiaans tintje. Na enige scherpe heuveltjes belanden we in Flensburg. Veel binnenplaatsen en huizenrijen
herinneren ons aan het beeld van Deense steden. Niet verwonderlijk als je weet dat deze noordelijkste stad van Duitsland meer dan 400 jaar geregeerd werd door de Deense Kroon. Bovendien was de Hanzestad al die jaren ook de belangrijkste haven van Denemarken.
Slapen in een Kro
Vanuit Flensburg rijd ik vlotjes de Deense grens over. De wind neemt toe en krijgt een stormachtig karakter. Langs golvende en wuivende koolzaadvelden bol ik Kliplev binnen. Aan de kerk, waar Christel me tegemoet komt, genieten we bij de picknick van het zicht op een Kro, een traditionele Deense herberg, en een houten klokkentoren van 1300, het oudste houten bouwwerk van Denemarken. Over een 10 km lange gravelweg bereiken we Rødekro en slapen daar in… jawel, een Kro.
Ik fiets van schuilplaats naar schuilplaats want vandaag is het herfstig lenteweer met veel wind en regenbuien. Langs fietsroute 3 van het Deense nationale fietsnetwerk, de Hærvejen of Legerweg, pedaleren we over mooie en rustige paden. Het is een prehistorische weg, die liep van Viborg naar Hamburg voor het vervoer van vee. In de parochie Øster Løgum valt mijn oog op een 12deeeuws wit kerkje met een speciale toren.

Op het graf van een Vikingvrouw
Op zoek naar een schuilplek beland ik in het stadje Vojens in een groezelige pub, waar 12 mannen gezellig binnen zitten te roken. Ik bestel een thee, en de waard komt aandraven met een volle kan heet water en twee zakjes thee. Alsof ik hier gans de namiddag lekker ontspannen ga doorbrengen ...
Het blijft stevig waaien en de beklimmingen worden alsmaar langer en steiler. Brørup is vandaag mijn eindbestemming en daar ben ik niet kwaad om. In Bække leidt een bord mij naar een Viking Stone Ship. Volgens het opschrift op een runensteen is dit het graf van de Vikingvrouw Vibrog. Vandaag staan er nog 9 grote stenen rond en op haar graf, vroeger waren het er wel 60. Een picknickplaats met drinkwater en frigobox vol lekkers en verder een bivakplaats wijzen erop dat de Denen graag in de natuur vertoeven. Het landschap rond Jelling doet wat aan de Ardennen denken, met af en toe een stevige kuitenbijter.
Over de hoogste ‘piek’
Vanuit Givskud is het klimmen naar het hoogste punt van de Jutlandroute, een heuvel van … 127 m! Maar ik geniet wel van het prachtige uitzicht over bossen, heide, duinen en vennen. De route volgt hier één van de best bewaard gebleven delen van de Hærvejen.
In Vrads vleien we ons neer op een terras van een Købmandshandel, een oud winkeltje dat terug geopend werd door vrijwilligers, om er te genieten van een verfrissend gemberbier. Het asfaltpad over het tracé van een voormalige 19de-eeuwse spoorlijn stijgt over een heuvelkam en komt uit in Silkeborg. Verder gaat het over rustige wegen, aanvankelijk door bebost gebied en nadien door een open veld, waar ik
Vanuit Givskud is het klimmen naar het hoogste punt van de Jutlandroute, een heuvel van … 127 m!
de remmen dichtknijp bij twee infoborden. Ze verwijzen naar de plaats waar in 1157 de veldslag van Grathe Heath plaatsvond tussen de legers van Valdemar I De Grote en zijn rivaal Sweyn III, waarbij de eerstgenoemde won en het eengemaakte Deense koninkrijk oprichtte..

Fjorden en fresco’s
Een mooi fietspad over een verlaten spoorwegberm leidt naar Viborg, een van de oudste steden van het land. De 19de-eeuwse dom is een ware verrassing voor het evangelisch-lutherse Denemarken: de muren, het plafond en de gewelven van de kerk zijn voorzien van muurschilderingen met voorstellingen uit de Bijbel. Joakim Skovgaard heeft de fresco’s ontworpen en samen met een aantal medewerkers meer dan 100 jaar geleden aangebracht. Na Viborg fiets ik over een aantal heuvels om op het Hiemmerlandsstien fietspad te belanden, een 79 km lange route over een verlaten spoorwegberm naar Nibe, mooi gelegen aan de Limfjord. Intussen is het zonnetje erdoor gekomen, ideaal om te kamperen aan de oevers van het water. We rijden vlotjes door Aalborg, de vierde grootste stad van Denemarken. ‘s Middags pauzeren we naast de Lindholm Høje, een belangrijke Viking-begraafplaats. Na de overnachting in Brønderslev beginnen we aan de laatste Deense fietsdag. Door open velden ontwaren we in de verte de zee. Met 1200 km op de teller staan we in Skagen te mijmeren over het wateroppervlak van het Skagerrak en het Kattegat. Aan de overzijde wacht het vervolg van mijn droomtocht naar de Noordkaap.



PRAKTISCHE INFO
Givskud
Bække
Øster Løgum Vojens
Rødekro Kliplev
Flensburg
Kropp
Oldenbüttel
Maren-Kessel
Turnhout Tilburg ‘s Hertogenbosch
Op weg naar de Noordkaap maakte ik tot het Nederlandse Emmen gebruik van knooppunten. Daarna volgde ik de 900 km lange Jutlandroute naar Skagen, waar Kattegat (oost) en Skagerrak (west) samenvloeien. De route loopt via historische handelswegen over de centrale hogere delen van Schleswig-Holstein en Jutland. Meer info en de tracks vind je op www.europafietsers.nl/fietsroutes/jutlandfietsroute. Mijn reisverhaal kan je in een uitgebreide versie lezen op www.pindat.com/reisblog/noordkapje

Graften en bosreservaten in de Voerstreek

Sint-Martens-Voeren vormt zowat het geografische middelpunt van de Voerstreek en is dus een uiterst geschikt om de omliggende Voerdorpen te verkennen. Vanuit jeugdherberg De Veurs zochten we eerst de noordgrens met Nederlands-Limburg op, de volgende dag wandelden we naar de Waalse grens.
GR 128
De Vlaanderenroute loopt van de Kemmel helemaal door tot Teuven, de meest oostelijke deelgemeente van Voeren. De ontwerpers van het lokale wandelnetwerk zijn natuurlijk zo slim geweest om heel wat knooppunten op dit GR-traject te leggen. Daardoor is het kinderspel om de GR 128 te betrekken in onze twee Voerense lussen. Een andere prettige gedachte is dat het wandelnetwerk gewoon over de grens verderloopt tot Noorbeek, ideaal voor mijn maat om enkele grenspalen te knuffelen.

Sint-Martens-Voeren
Naast de Sint-Martinuskerk vloeien Voer en Veurs samen. In tegenstelling tot centrumgemeente ’s Gravenvoeren heerst hier een merkwaardige dorpse stilte. Een plek om even te verwijlen is het Veltmanshuis, de vroegere pastorie van Hendrik Veltmans, in de jaren 30 een hevige voorvechter van het Vlaams karakter van de Voerstreek. Als eerbetoon kocht de Vlaamse Gemeenschap dit historisceh gebouw. Een andere blikvanger is het spoorwegviaduct van 250 m dat de Voervallei overspant.
Het waren de Duitsers die het tijdens WO I bouwden om Antwerpen met Aken te verbinden. Sinds 1958 denderen er nog alleen goederentreinen over. Zij zorgen voor bulktransport van de Antwerpse haven naar het Duitse achterland. Vanaf het terras van jeugdherberg De Veurs levert de panoramische uitkijk over het spoorwegviaduct, samen met de dorpskerk en de Voervallei, een mooie prentkaart op.
Veurs
Dit gehucht van Sint-Martens-Voeren ligt in de buurt van de tunnel waar de goederentreinen 2 km ondergronds gaan. Daar ontspringt ook de Veursbeek. Aan de tunnelingang klimmen we uit het beekdal en wandelen we voorbij de eerste huizen van het gehucht. In documenten uit de 15de eeuw staat Veurs vermeld als ‘Voersche’. Toeval of niet, verderop komen we in een voorouderlijke, bijna geborgen sfeer terecht. Hier is de tijd blijven stilstaan. We kijken onze ogen uit naar stokoude vakwerkgevels en scheefgetrokken daken. De meeste woningen dateren uit de 18de, begin 19de eeuw. Tussen de balkenstructuur herkennen we de
driehoekige lemen vakken, bijeengehouden door een vlechtwerk van wilgentwijgen. Een speciale retro-ervaring die je nergens anders in de Voerstreek aantreft.
Weiden en graften
In Voeren doet men nauwelijks aan akkerbouw. Buiten de bescheiden dorpskernen voeren vooral weiden en bossen de boventoon, af en toe onderbroken door een oude hoogstamboomgaard. Het is telkens verwonderd opkijken wanneer tussen de groene heuvels een eenzame hoeve opduikt. Zelfs koeien zijn hier een zeldzame verschijning. Een bijzonder landschapselement zijn de graften. Dit zijn laagbegroeide steilranden die evenwijdig lopen met de hoogtelijnen van de hellingsweiden. Ze ontstonden door eeuwenlange afzetting van afgespoelde aarde tegen een heg of afsluiting. Aan de bovenkant van de heg hoopte zich grondmateriaal op, de onderzijde werd almaar steiler door erosie. Op die manier vormden zich terrassen. Graften zijn een uniek verschijnsel, ze komen alleen voor in de Voerstreek en Zuid-Limburg. Tijdens onze

wandeling pal op de grens met Nederland kunnen we ze in alle glorie bekijken op de Martelberg in de buurt van Ulvend.
Doorstoten naar Zuid-Limburg

In de Voerstreek zijn de meeste oerbossen goed bewaard gebleven en hebben ze de nodige bescherming gekregen van het Agentschap Natuur en Bos. Onze route leidt ons door/langs het Altenbroekbos, het Broekbos, het Veursbos, het Vrouwenbos en het Alsbos. Wat een weelde om in twee dagen maar liefst vijf ongerepte bosgebieden te mogen doorkruisen!
Over de Nederlandse grens zou je kunnen vermoeden dat hetzelfde landschap gewoon doorloopt, maar niets is minder waar. Opeens zijn de bosgebieden uitgedund tot smalle stroken om plaats te maken voor uitgestrekte
akkers en kunnen we onze blik in de verte laten dwalen, nauwelijks gehinderd door bospartijen. Alleen het beekbos langs de Noor kan ons enigszins bekoren. Ook het aantal laagstamboomgaarden is op den duur niet meer te tellen. Bovendien is Noorbeek een dichtbevolkt dorp geworden en krijgen we opeens heimwee naar het authentieke dorpskarakter van Sint-Martens-Voeren en Veurs.
De Commanderie
Een bezoek aan het domein van de Commanderie van Sint-Pieters-Voeren is een welkome afwisseling met onze natuurbeleving. Nadat we eventjes de grens met Wallonië gestreeld hebben, dalen we af naar de vallei waar de Voer ontspringt. Daar staat een kasteel van de Duitse Orde, een geeste-
lijke ridderorde of commanderie die opgericht werd na de Derde Kruistocht in 1190. Deze ridders waren soldaten van Christus, die het geloof gewapenderhand moesten verdedigen. De Orde bleef bestaan tot de Franse Revolutie. Het kasteel dateert uit het begin van de 17de eeuw. In het kasteelpark wandelen we naar de bron van de Voer. Het loepzuivere water vloeit in vijvers waarin forellen gekweekt worden. De plek trekt veel bezoekers, maar is voor ons vooral een deugddoende wandelpauze. Met een drankje kijken we uit over de vijvers waarin kasteel en dorpskerk zich onberoerd weerspiegelen. Ook verderop hebben boeren, molenaars en kasteelheren dankbaar gebruik gemaakt van het constant stromende water om (stuw)vijvers of kasteelgrachten aan te leggen.
We wandelden vanuit jeugdherberg De Veurs (www.jeugdherbergen.be) twee lussen op het wandelnetwerk van de Voerstreek, met de hulp van de gedetailleerde NGI-wandelkaart Voerstreek, schaal 1:12.000.


SMOORVERLIEFD op de vallei van de Doubs
Ik moest er even uit. Ergens op de fiets stappen, op zoek naar weer een gezonde, grijze massa. Een midweek in Bourgogne-Franche-Comté viel me als geschenk in de schoot. Langs de rivier de Doubs en grotendeels op de EuroVélo 6 kreeg ik 300 km de tijd om mijn hoofd leeg te maken.

Æ Tekst en foto’s Wim Vandamme
“Begin oktober was geen bezwaar”, antwoordde Marie-Hélène, Attachée de Presse et de Promotion van de regio. “On se croirait dans un chenil ici.” Die uitdrukking moest ik even opzoeken. Bakken regen en veel wind, alles sterft af in de herfst. Ik koester de herfst. Niets kon me tegenhouden. Integendeel, “I love it!”
Melkproductie
Valt me dat even tegen wanneer ik met mijn Cambio in de kunst- en geschiedenisstad
Montbéliard de parking van het hotel oprijd. Het is 27°. Onder een staalblauwe hemel verken ik het oude stadscentrum met zijn rijkdom aan veelkleurige gevels en oude (renaissance) gebouwen. De rijk versierde Lutherse tempel van Saint-Martin is de grootste en oudste reformatiekerk van Frankrijk. Op een steenworp afstand van het stadscentrum kijk ik met verbazing naar het ‘archipelschip’, een eerbetoon aan Galileo. Het is een 40 meter hoge sculptuur die de tuin domineert en de grootste zonnewijzer
ter wereld vormt. En dan heb ik ‘la Montbéliarde’ nog niet ontmoet, een geharde en bescheiden koe met een hoge melkproductiviteit.
Kere ke were
Ik ben vroeg uit de veren en heb me voorgenomen deze namiddag ‘op tijd’ in Besançon te zijn om het geboortehuis van Victor Hugo nog te kunnen bezoeken. Maar ik zie het al wanneer ik ’s ochtends uit het venster kijk. “’t Is an’t smôorn”, zeggen we in West-Vlaanderen. “Une purée de
pois”, in mooi Frans. Mist. Dichte mist. Zeer dichte mist. En toch, zonder twijfelen spring ik op mijn fiets. De routebewijzering is nauwelijks te zien. Fietsen in mistig weer met een bril op is geen pretje en even speel ik met het idee om hem af te zetten, maar dan krijg ik barstende hoofdpijn. En dus fiets ik verder de mist in. Ter hoogte van Brebotte zie ik plots half weggedoken in de struiken een bordje Belfort naar rechts. En Besançon naar links. En ik kom van links… 8 km in het grote niets gefietst. De stilte, de geur van de mist, het spiegelgladde wateroppervlak, de verschillende tinten grijs, … zalig, maar ik ben verkeerd! “Kere ke were...”
Lille? Ah Isle!
Ik blijf verder in de zeer dichte mist fietsen. En dat zal de komende voormiddagen ook het geval zijn. Maar alles wat de mist verhult, kan ik in mijn fotografisch voordeel gebruiken. Schoonheid zien op plaatsen waar anderen aan voorbij fietsen. Een wereld zonder kleur met alleen grillige schimmen, zonder storende, afleidende elementen. Zoals de pijlers van de Pont-Levis over het Rhône-Rijnkanaal, die als twee grijpgrage handen uit de mist opduiken. En ik blijf verder in nog dichtere mist fietsen. Zalig. Kilometers lang. Rechtdoor een helling op, het bos in. Waarom ik nu plots een geelblauwe aanduiding volg, ik breek er vandaag nog steeds mijn hoofd over. En hoe meer ik denk ‘ik fiets verkeerd’, hoe verder ik het bos in fiets. Vallend, opstaand, altijd maar hoger,
over de Mont de Bellenoie tot in godbetert Accolans. Een verdwaalde Belg op zoek naar de EuroVélo 6 … En het Frans dat ze hier spreken klinkt alsof het door een rasp is gehaald.

“Ensuite, il faut retourner à Lille.”
“Lille? Montrez-moi s.v.p. Ah Isle s/le Doubs!”
Ik ben nauwelijks 30 km ‘en route’ terwijl er al 65 op mijn teller staan. Het mistgordijn is nu helemaal opgetrokken. Ook de volgende dagen verschijnt een blauwe hemel klokvast op de middag.
Ik zie het al wanneer ik ’s ochtends uit het venster kijk. “’t Is an’t smôorn”, zeggen we in WestVlaanderen. “Une purée de pois”, in mooi Frans.
Impressionistisch
Je ‘mist’ veel wanneer je door een dikke muur van in de lucht zwevende waterdruppeltjes langs de oever van grote en kleine wateren fietst. Nochtans is dit stuk van de EuroVélo 6 in de glooiingen van de Jura bezaaid met kleine en grote historische plaatsen. Ik glijd langs indrukwekkende hellingen, uitstekende rotsen, oude kanalen, tunneltjes, sluisjes, hotels en

werkhuizen uit lang vervlogen tijden. Bij de vele grijze silhouetten slaat mijn fantasie op hol. Zouden de grote Franse impressionisten Renoir, Monet, Pissarro en Degas dit ooit hebben gezien? Vlakbij Voujeaucourt, op de brug waar de Doubs, het Rhône-Rijnkanaal en de Allan samenvloeien, valt er plots heel even een streepje zon door de dikke mist. Dole ademt water, Vauban en Louis Pasteur, ook wanneer een dikke brij wit de stad aan het oog onttrekt. Op de Passerelle des Poètes snijdt een grillige witte streep het water in twee alsof een opening wordt gemaakt voor meer kleur. Uit het niets duikt bij de oversteek van het kanaal in Damparis een recent beeldhouwwerk van Pascal Coupot op. L’enfant et la Science. Ik kijk verbaasd naar vaders en zonen, zittend of staand op de oever met de vishengel in de hand, turend naar een onzichtbaar punt in het water. En dat op een woensdagochtend, wanneer kinderen in Frankrijk geen school hebben ...
Kleurrijk
De kleurrijke outfits van de talrijke fietstrekkers op leeftijd zijn wellicht géén statussymbool. Ooit waren de kleurrijke daken van geglazuurde gladde tegels op de kerken dat wel. En het wordt nog kleurrijker. In de velden liggen in roze (jawel), blauwe, groene, gele en zwarte wikkelfolie bedekte balen. Voor elke verkochte folie doneert de fabrikant een deel van de opbrengst aan de strijd tegen kanker. Roos staat voor borstkanker, geel voor kinderkanker, enz …
Nostalgie
Langs de oever van kanalen met stilstaand water vertellen oude boten en afgeschilferde reclameslogans op vergane hotels hoe het vroeger was. Maar weg van het water, scherend langs rotspartijen die me verbaasd aanstaren, wordt het landschap weidser. Hoog boven de rotsen duiken kasteelruïnes op. Die van Montferrand-le-Château tronen op de rand van een ravijn van 120 m diep en kijken dominerend uit over de Doubs. Om Besançon te verlaten moet je door een 400m lange fietstunnel onder de citadel. Het doet me nostalgisch terugdenken aan mijn prille jeugdjaren en de scheepstunnel op het Kanaal Bossuit-Kortrijk, ‘de Souterrain’. In Thoraise vormt een smalle


‘Souterrain’ een zijtak van de Doubs die helemaal rond het dorp loopt. Ik fiets warempel voorbij Saint-Vit en Rochefort en kom (Gewijde van) Dampierre tegen. Hier ligt een historische sluis met een uitnodigende picknickplaats en ik slaag er een praatje met Roberto en Elana, een Italiaans koppel dat fietst van hier naar daar. Naturalmente.
Fotografisch hart
Op 47.1712° - 5.7846°, 26km voor Dole, heet het infobord ‘Entrée Jura’ me welkom. Precies Zwitserse precisie. Op dit deel van het RhôneRijnkanaal begrenzen kliffen het fietspad. Het is een hele mooie passage. In La Barre ter hoogte van de 40m hoge watertoren heb ik zowaar een hoogtegevoel, maar nog géén hoogteziekte. In het oude vestingstadje Rochefort-sur-Nenon zijn de versterkte inkompoort, een aantal huizen en een kapel 15de-eeuwse getuigen van wat ooit een


gouden periode was. Boven de rotswanden heb je een prachtig uitzicht en bij helder weer is het mogelijk om de Mont Blanc zien, maar ik pas. Ik heb al genoeg wit gezien.
In de oude universiteitsstad Dole, gelegen op een oude Romeinse weg, begint mijn historisch hart sneller te kloppen en mijn fotografisch oog in alle richtingen te schieten. “Je fotografeert je vingers nog bloot tot op het bot”, grapt Sigmund, een vriendelijke Duitser met ligfiets op weg naar Mulhouse.
Côte-d’Or
Ongemerkt verlaat ik het departement Jura en fiets door naar het departement met de misleidende naam Côte-d’Or. Die verwijst naar de gouden kleuren van de wijngaarden in de herfst. Niet alléén de godin Sauconna – de Saône is een traag door een vrij vlak gebied meanderende rivier – houdt me vanaf dan gezelschap, maar ook de toeristische fietsroute La Voie Bleue (V50). Fluitend fiets ik verder, voorbij Saint-Jean-de-Losne, een van de kleinste gemeenten van Frankrijk, maar met de grootste rivierjachthaven van het land. In het onooglijke Lechâtelet zijn Valérie en Cyril sinds 2022 de nieuwe eigenaars van Cascarot. Ze hebben een geoefend oog voor zeilers en fietsers en ‘glace de qualité’ voor de fijnproevers. Het roestig uithangbord aan de gevel doet dit niet vermoeden. Hugo en Elisa, prille Spaanse zeventigers op Moma Trekking Bikes, vergasten me op het buitenterras met een warme tas straffe koffie.
Analoge fotografie
Nog 44 km naar Chalon, mijn eindpunt. Het is hier rustig, landelijk en

In de oude universiteitsstad Dole, gelegen op een oude Romeinse weg, begint mijn historisch hart sneller te kloppen en mijn fotografisch oog in alle richtingen te schieten.... en aan de Doubs!
etsreportage SMOORverliefd
(EuroVélo 6)
FORMAAT - 116 x 69mm
fietsvriendelijk. Goed onderhouden grasveldjes met picknicktafels verleiden fietstoeristen tot een pauze. In Verdun-sur-le-Doubs lijkt de tijd stil te hebben gestaan en wat verder in Allerey-sur-Saône staan alléén nog de pijlers van de 150 m lange hangbrug. Talrijk worden de waarschuwingen voor overstromingen. Het landschap waaiert open en een tegenwind steekt op. In de kerk van Sassenay worden de relikwieën van een monnik uit de 4de eeuw

bewaard. Héél merkwaardig: een romaanse kerk in deze streek! Eenmaal Crissey voorbij is het gedaan met schoonheid en rust. Chalonsur-Saône was ooit een drukke rivierhaven en er werd veel wijn verscheept. Eenmaal aangesloten op het spoorwegnet kon de stad zich verder industrieel ontwikkelen. Desondanks staat ze geklasseerd als Ville d’Art et d’Histoire. Het binnenfietsen is ondanks de fietssignalisatie een hachelijke onderneming, zeker wanneer je
dagenlang nauwelijks autoverkeer zag. De brug Saint-Laurent, geflankeerd door vier obelisken, verbindt het historisch centrum met het eiland Saint-Laurent. De eerste (Romeinse) brug op deze plaats stond er al in 15 voor Christus. Aan het standbeeld van Joseph Nicéphore Niépce, de uitvinder van de analoge fotografie, neem ik nog een laatste digitale foto. Op een klein pleintje kijkt hij uit over de rivier, als was hij een napoleontische held.
Rijke cultuur
Besançon is de hoofdstad van de regio Franche-Comté. De stad ligt aan een lus van de Doubs en wordt gedomineerd door het indrukwekkende silhouet van haar citadel, een meesterwerk van Vauban. Aan de voet ligt het historische centrum. De Saint-Jean kathedraal heeft een astronomische horloge die wel 30.000 onderdelen telt.
Dole heeft een rijk verleden als commanderij van de Tempeliers en vroegere hoofdstad van het Vrijgraafschap Bourgondië. Het historische centrum is rijk aan religieuze gebouwen maar heeft ook Romeinse overblijfselen. Langs het Leerlooierskanaal staat het geboortehuis van Louis Pasteur.
Montbéliard kende haar glorieperiode in de 16de eeuw. Er werden bruggen, fonteinen en een kasteel in Zwabische renaissancestijl gebouwd plus een stadsuitbreiding waar gevluchte Hugenoten onderdak vonden.
EuroVélo 6 is een Europese fietsroute die loopt van de Atlantische Oceaan naar de Zwarte Zee. Deze ‘Rivierenroute’ is vooral gekend voor zijn lange trajecten langs de Loire en de Donau, maar volgt onderweg nog een aantal andere valleien, zoals die van de Doubs (nl.eurovelo.com/ev6).
La Voie Bleue (V50) is een noord-zuid georiënteerde fietsroute die de valleien van de Moezel en de Saône volgt
(nl.lavoiebleue.com).
Mijn (fiets)toeren: dag 1 MontbéliardBesançon (92 km), dag 2 Besançon-Dole (71 km), dag 3 Dole-Chalon-sur-Saône (90 km) en dan met fiets op de trein terug naar Montbéliard.

Een stukje Zwitserland in Normandië
Toegegeven, alpiene toestanden zal je niet aantreffen in ‘La Suisse Normande’, een streek ten zuiden van Caen. Maar de grillige rotsformaties langs de Orne vormen wel een pittoresk en uitdagend wandeldecor. De Streek-GR die er de mooiste plekjes aan elkaar rijgt, werd eind 2022 zelfs uitgeroepen tot ‘meest geliefde GR van Frankrijk’.

De kermis is in het dorp. Onder mijn hotelraam aan het marktplein van Condé en Normandie zijn enkele potige venten de stand met botsauto’s aan het opbouwen. Wat verder manoeuvreert het visserskraam zich naar de juiste positie. Gelukkig begint het feestgedruis pas de volgende avond. Mijn nachtrust is verzekerd.
Oorlogsleed
In de 18de en 19de eeuw was Condé een bedrijvig industrieel centrum, met vooral textielnijverheid en drukkerijen. In juni 1944 werd het dorp, net als vele omliggende gemeenten, zwaar gebombardeerd door de geallieerden, om de weg vrij te maken voor de oprukkende landingstroepen. De heropbouw duurde tot diep in de jaren 60. Vooral Zweden bood hierbij steun, in de vorm van prefabwoningen en een protestantse kerk. In zowat elke straat staan panelen met vooroorlogse dorpsgezichten. In de bibliotheek-annex-museum hebben ‘Les Amis des Cheveux Blancs’ (inderdaad, een ouderenvereniging) zo’n 20 jaar gewerkt aan een grote maquette van het originele dorpscentrum. Daarop prijken nog heel wat verdwenen gebouwen, zoals het Augustijnenklooster en het historische gemeentehuis.
Eenzame zonnebloem
Langs de oever van de Druance stap ik naar het stadspark. Na de uitzonderlijk droge zomer staat ook hier het waterpeil erg laag. De rivier is verschrompeld tot een kabbelend stroompje, middenin een brede geul. In de droge bedding schiet één eenzame zonnebloem op. Het beeld blijft me de rest van de dag bij. Ik geraak er maar niet uit of ik dit poëtisch en charmant moet vinden, of toch eerder verontrustend…
Chinese kamer
Door een heuvelend bocagelandschap leidt de Tour de la Suisse Normande mij langs enkele slaperige gehuchtjes naar Pontécoulant. De topogids suggereert een ommetje via de GR 221 naar het gelijknamige kasteel. Ik ben al flink opgeschoten, dus enkele extra kilometers schrikken me niet af. Ik krijg er geen spijt van: het gerestaureerde kasteeldomein biedt een mooie inkijk in het leven van de landelijke adel op het einde van de 19de eeuw. Curator Ingrid, die in haar eentje instaat voor het onthaal, leidt me even rond. De familie Le Doulcet de Pontécoulant heeft heel wat vooraanstaande politici en diplomaten voortgebracht. Uit het buitenland brachten ze een aantal opmerke lijke meubelstukken en decoratie-objecten mee, zoals lederen zetels uit Cordoba, een tafel met houtsnijwerk uit Syrië en een stand beeld uit Egypte. De laatste telg van de familie schonk het landgoed in 1896 aan het departe ment Calvados. De inrichting varieert van een verfijnde Lodewijk XVI-stijl tot kamers met een strak en sober Empire-meubilair. Volgens de mode van de tijd mocht ook een Chinese kamer niet ontbreken. De meubels zijn er inge legd met parelmoer. Op de benedenverdieping bestiert Ingrid een klein theesalon. Ik houd het bij een colaatje (wat snelle suikers) en zoek nog even de rust en schaduw op in de Engelse tuin.


Modelbouw voor gevorderden
Enkele gehuchtjes verder, in La Vilette, houd ik voor de middagstop halt op de trappen van het piepkleine gemeentehuis (openingsuren: dinsdag van 16u45 tot 19u15). Bij het oorlogsmonument wappert de Franse vlag; veel meer beweging valt er niet te bespeuren. Landweggetjes omzoomd met heggen voeren me in de richting van Clécy, het toeristisch centrum van La Suisse Normande. Onderweg pik ik enkele weidse vergezichten mee op de Rochers de la Houle en de vallei van de Orne. Clécy is een gezellig kunstenaarsdorp met tal van galerijen en een wat Provençaalse flair. Er is een klein museum gewijd aan André Hardy, een schilder die Normandische landschappen vastlegde in een impressionistische stijl. De oude telefooncel bij het gemeentehuis kreeg

De paadjes worden rotsig en steil en ik begin in te zien waar de vergelijking met de Zwitserse bergen vandaan komt.Boven op de Rochers des Parcs bij Clécy.
Ik slenter wat door het dorp en volg een wegwijzer die verwijst naar ‘Le Monde Miniature’. Het blijkt te gaan om één van de grootste miniatuurspoorwegen van Europa. Eind jaren 60 bouwde Yves Crué een modelspoorbaan van 25 m², als ‘extraatje’ voor de bezoekers van zijn ciderbrouwerij. Zijn zoon Emmanuel breidde de maquette uit tot liefst 310 m², inclusief militair vliegveld, miniatuurhaven en zelfs een heus spookhuis.
Training voor de Mont Blanc
Na een nachtelijk onweer drijven lichte mistbanken boven de Orne. Ik maak de doorsteek naar Pont d’Ouilly via de ‘Pain de Sucre’, één van de hoogste punten van La Suisse Normande (171 m). De paadjes worden rotsig en steil en ik begin in te zien waar de vergelijking met de Zwitserse bergen vandaan komt. Enkele paragliders springen van de kliftop de vallei tegemoet. Er groeit rode dopheide en gaspeldoorn tussen de rotsen. In het verlengde liggen de Rochers des Parcs. Het harde gesteente uit het Cambrium (540 miljoen jaar oud) weerstond de erosie en vormt nu een rotsachtige uitloper die 70 meter uittorent boven de Orne. Hoewel het een populaire wandelstreek is, kruist slechts één enkele langeafstandswandelaar mijn pad. Grégoire, een laborant uit Rouen, volgt de TSN in omgekeerde richting. Hij verbaast zich over mijn lichte bepakking. Ik beken dat ik voor de optie ‘bagagevervoer’ heb gekozen. “Ach zo, ik wist niet dat dat kon. Nu ja, ik hoop volgend jaar de Tour du Mont Blanc te stappen en kom hier wat ‘trainen’. Dan mag je niet valsspelen, he”, knipoogt hij. In het zog van enkele energieke trailrunners in fluopakjes bereik ik het centrale uitkijkpunt over de vallei van de Orne en het viaduct van Lande. De voormalige spoorlijn naar Caen is nu een ‘voie verte’.
Schone Jacqueline
In Pont d’Ouilly nestel ik mij met een ‘pepito’ (Zwitserse brioche) en een stuk ‘tarte normande’ aan de oever van de Orne. Op het water heeft een groep jongeren in kano’s dolle pret bij enkele stroomversnellingen. De brug waaraan het dorp zijn naam dankt, bestond al in de Gallo-Romeinse tijd. De Britten bombardeerden ze in augustus 1944. Na de bevrijding werd een noodbrug aangelegd, de Pont Jacqueline, vernoemd naar een plaatselijke
lijk in het oog: het bakstenen viaduct van de spoorlijn Falaise-Berjou en de schoorsteen van de oude textielfabriek. Tijdens WOII braken de Duitsers de rails op en verscheepten ze naar het Russische front. De fabriek specialiseerde zich in grijze uniformstof, voor schoolkinderen en ambtenaren. Maar ook het fijnere werk werd niet geschuwd. Blijkbaar kwam zelfs de paars-roze Vichystof voor de bruidsjapon van Brigitte Bardot hier vandaan… Toen de fabriek in de jaren 80 de deuren sloot, wilden enkele investeerders er hydro-elektriciteit produceren. Ze slaagden er echter niet in het nodige geld bijeen te brengen. De overheid besloot de site dan maar te herbestemmen voor natuur en recreatie.
Bij de gerestaureerde kalksteenoven van La Bourganière vind ik een aangename rustplek. Brokken kalksteen werden er gedurende een week verhit tot 800 graden. Het poeder dat overbleef – ongebluste kalk – werd gebruikt in de bouw (als voorloper van cement) of in de landbouw (om zure gronden vruchtbaarder te maken). In de omliggende bossen liggen ook een aantal zwaar verroeste vaten, die dienden om houtskool te produceren. De lokale bevolking deed dit tot ver in de jaren 50.
schone. Op fotopanelen is ook hier de oorlog alomtegenwoordig. Naast de brug ligt een kleine ‘guinguette’, de typisch Franse eet- en dansgelegenheid zoals we die kennen van de schilderijen van Renoir. Op zomerse zondagen wordt hier gefeest op de tonen van traditionele accordeonmuziek.
‘Chasse Gardée’ prijkt er op een bordje bij een veld in Mesnil-Villement. Boven het veld hangt een buizerd geduldig te bidden. Dan stort hij zich in een duikvlucht op een prooi, het jachtverbod vrolijk aan zijn laars lappend. In Mesnil vallen twee bouwwerken onmiddel-
‘Oëtre ou ne pas être?’
De Orne vormt hier de grens tussen het gelijknamige departement en de Calvados. Ik steek de rivier over bij La Forêt-Auvray en vat een gestage klim aan naar de Roche d’Oëtre. Bij de bosrand zit een familie te picknicken. “Ça grimpe, hein!”, lacht moeder me toe. De rots van 118 meter naast een steile afgrond is één van de meest emblematische (en toeristische) plekken van La Suisse Normande. Er komen tot 80.000 bezoekers per jaar. Het natuurlijke belvedère kijkt uit over de beboste kloven van de



De Rouvre heeft de allure van een bergstroom. De Atlantische zalm komt er paaien. Het is één van de laatste vindplaatsen van de beekparelmossel en ook otters hebben er hun biotoop.Oorlogsmonument aan het kerkje van Pontécoulant.
Rouvre-vallei. De site is beschermd als kwetsbaar natuurgebied. Voor het bijzondere toponiem is nog niet echt een verklaring gevonden. De lokale marketingverantwoordelijke is blijkbaar een Shakespeare-fan, want die kwam op de proppen met de wervende slogan ‘Oëtre ou ne pas être?’. Je denkt er best niet teveel op door, vermoed ik…
De vorige nachten vond ik steeds onderdak in comfortabele hotelletjes. In Ménil Hubert sur Orne kan ik voor de nacht terecht op Camping de la Rouvre. De uitbaters, een koppel dertigers, besloten er na een wereldreis een plek te creëren voor kampeerders en trekkers van allerlei pluimage. Ze brengen me onder in een (luxe-)tent vlak aan het water. De Rouvre, een zijrivier van de Orne, heeft de allure van een
bergstroom. De bedding is bezaaid met rotsen en granietblokken. De Atlantische zalm komt er paaien. Het is één van de laatste vindplaatsen van de beekparelmossel en ook otters hebben er hun biotoop. Op het houten terrasje voor de tent geniet ik met een blikje lokale bio-cider van de duizelingwekkende sterrenhemel. Het wild-ruisende water houdt me nog een tijdje uit mijn slaap.
Chemin des Anglais
Op de terugweg naar Condé valt er opnieuw niet te ontsnappen aan het oorlogsverleden. Ik wandel naar Berjou langs de Chemin des Anglais, een stijgende holle weg door de bossen. In augustus 1944 werd in en rond Berjou hevig strijd geleverd tussen de wanhopige Duitsers

en de Britse infanteriedivisie ‘Wessex’. Na drie dagen beslechtten de tanks van de ‘Sherwood Rangers’ het pleit. 50 Britse soldaten en naar schatting dubbel zoveel Duitsers kwamen om bij de gevechten, naast een dertigtal burgers. Het is doodstil in het bos. Ik probeer mij voor te stellen wat er omging in de hoofden van de militairen die over dit bospad marcheerden –op weg naar een onvermijdelijke draaikolk van geweld.
Met Berjou achter mij en het einddoel in zicht check ik het hoogteprofiel dat ik de voorbije dagen heb afgelegd. Ik klok af op meer dan 2.200 meter stijgend hoogteverschil. Daarmee kan je in Zwitserland al een flinke bergpas overwinnen. Zo bekeken, heeft de regio zijn naam zeker niet gestolen!
De GRP Tour de la Suisse Normande is 113 km lang en verdeeld in zes dagetappes. Je kan ook opteren voor lussen van twee, drie of vier dagen. Het parcours is beschreven in een kleine topogids (‘Rando Fiche’) van FFRandonnée, (online) verkrijgbaar bij de toeristische dienst van La Suisse Normande (8€). Hier kan je ook terecht voor logeertips of de organisatie van bagagevervoer (15€ per traject): www.suisse-normande-tourisme.com.

Ik stapte de vierdaagse variant: Condé-Clécy (20 km), Pont d’Ouilly (22 km), Ménil Hubert-sur-Orne (24 km), Condé (20 km).


De regio is uitstekend (en milieuvriendelijk) te bereiken met het openbaar vervoer, in een tijdspanne van een goede halve dag. Thalys naar Parijs (1u22), trein naar Caen (2u) en dan een klein uurtje met bus 117, die verschillende etappeplaatsen aandoet.

Op doortournee de UK

We doorkruisten Engeland waar het ongeveer op zijn smalst is en breidden er nog een stukje Wales aan vast. Mede door het fantastische weer werd het een superreis met veel afwisseling: de steden York en Liverpool, de kusten van West-Engeland en Noord-Wales, drie nationale parken (de Yorkshire Dales, Snowdonia, The Peak District) en de Noordzee als toetje.

De wind waait wat af
De meeste trekkers volgen min of meer een rechte lijn en ‘genieten’ soms dagenlang van dezelfde tegenwind. Maar als je na een week terugdraait en de wind hetzelfde doet, begin je je toch af te vragen of er geen wet is die dat zou kunnen verbieden. Van de 15 dagen hadden we 13 dagen ‘headwind’. In sommige afdalingen moesten we zelfs nog bijtrappen om beneden te geraken. Als we dan eens 500 meter meewind hadden, gingen we bijna remmen om die staat van genade even langer te laten duren.
Anderzijds, wanneer voelt een mens zich pas echt fietser? Als je mag en kan opboksen tegen de natuurelementen, toch?
Het regende geen katten en honden
Een boer die begint te hooien, de positief ingestelde trekker ziet dat graag. Want het zal minstens een paar dagen droog blijven. De eerder zwartgallige trekker zal denken dat de boer nog snel zijn hooi wil binnenhalen voor het enkele dagen later gaat regenen. Hoe je het ook draait of keert, wij fietsten 15 dagen door Engeland en Wales en slaagden erin geen enkele keer nat te worden. Zelfs niet in Snowdonia, toch één van de pissoirs van Europa. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Het was zo erg dat zelfs de Engelsen klaagden over te weinig regen. De wereld op zijn kop.

Schaapjes tellen
Als kind werd ik verliefd op het Engelse platteland door de serie ‘All Creatures Great and Small’. Wist ik veel dat veearts James Herriot in de Yorkshire Dales rondliep en dat ik zo’n 40 jaar later door datzelfde prachtige landschap zou fietsen. Onderweg komt een mens inderdaad ‘all kinds of creatures’ tegen. In Noord-Engeland en Wales vooral schapen, in alle kleuren en vormen. Er zouden er zo’n 23 miljoen rondlopen, het arme schaap Liz Truss niet meegerekend. Wij kozen toch voor dit kalfje, een belted galloway. Was het niet vergezeld geweest van papa stier, we hadden er met een zwarte alcoholstift ‘Molteni’ op geschreven.



Duizend foto’s zeggen meer dan één woord
Een zicht is op foto nooit zo mooi als in het echt. Je kan het reliëf, de kleuren en geuren nooit vatten in een beeld, tenzij misschien als topfotograaf. Nochtans waren er tijdens onze reis dagen dat we wel 1000 foto’s hadden willen maken: de paarse heide, de vele groene schakeringen, een kronkelende weg, de stenen muurtjes, nog maar eens een kerkje dat recht uit de middeleeuwen komt gelopen, de bijhorende scheefgezakte grafzerken, het zoveelste oude brugje over een klaterende rivier, een rotspartij, een Engelse tuin… Fotograaf-wandelaars zijn in het voordeel. Tijdens een steile beklimming stop je als fietser liever niet omdat je dan misschien niet meer uit de startblokken geraakt. Tijdens een afdaling laat je je liever goed bollen …
Leve de prachtige bergen! Al gaat het er blijkbaar soms ook omhoog …


Bijna elke fietser zal wel al foto’s getrokken hebben van dit verkeersbord A5. Als je zoiets in de verte ziet opdoemen en de exacte cijfers nog net niet kan (of wil) lezen, houd je je hart altijd eventjes vast. Dit bord in Llanelian deed de moed toch wel even in onze sandalen zakken. Zo’n 40 km meer westwaarts in Fford-Pen-Llech staat zelfs een 40%bord, al bleek het na officiële metingen voor het Guinness Book of Records ‘maar’ om 37,45% te gaan. Toch nog goed voor de steilste helling ter wereld. Voor ons was dit bord reden genoeg om volgend jaar een onderbroek minder mee te zeulen. Ondertussen leerden we ook dat met een gepakte fiets 1000 hoogtemeters op een dag even zwaar zijn als een zak patatten van 50 kilo op de schouders. Nog net te doen, maar echt comfortabel kan je het niet meer noemen.
Puur natuur of luxe?
Of allebei misschien?
Weet je niet precies waar je ’s avonds belandt, dan is het zelfs in West-Europa een beetje avontuurlijk reizen. Kieskeurig ben je dan beter niet, al is het altijd een uitdaging om een leuke slaapplek te pakken te krijgen. Voor de ene mag het puur natuur zijn, voor de ander wat meer luxe. Voor ons primeren de woorden gezelligheid en uitzicht. Elke trekker zal wel de meest uiteenlopende verhalen kunnen vertellen, over romantische tot ronduit ranzige overnachtingsplaatsen. Wij sliepen tweemaal bij ongelooflijk gastvrije mensen thuis (via warmshowers.org), drie maal in een hotelletje en kwamen negen keer op campings terecht. De meeste klein en één wel heel charmante in Penmachno in Wales, waar de schapen zich niet stoorden aan gekke rondtrekkende mensen. En dan was er nog die minder charmante waar ongeveer alles kapot was wat kapot kon. Wat tegelijk ook wel weer grappig was.
Een mens zeult wat mee
Daags voor vertrek zijn onze discussies best grappig. Alles ligt uitgestald op de keukentafel en lijkt onmogelijk in die kleine fietstassen te passen. Wat laten we thuis? Hoeveel scheppen oploskoffie gaan mee? Welk recipiënt gebruiken we voor de olijfolie? Op hoeveel onderbroeken heeft iedereen recht?
Pingpongpaletjes mee of niet? Zou het met 5 tentpiketjes minder ook niet lukken? Moeten die 4 nog net geoogste courgetten echt mee? En die 8 pruimen? Als bestek enkel lepels dit jaar?
Dwarsliggers, boekjes met flinterdun papier die je dwars leest, zijn best handig. Zoonlief koos echter een boek van 604 gram. Vrouwlief vond na het sleuren van de fietsen op de trein – de reis moest dus eigenlijk nog beginnen – een boek met als titel ‘Het geheim van een goede relatie’. Geschat gewicht: 300 gram. Na het lezen van
een paar pagina’s wou ze het wel in haar bagage stoppen. Mag je dan als partner lichtjes ontstemd zijn? Niet zozeer omwille van de titel, zo zeker zijn we wel van onszelf, maar omwille van het extra gewicht. Het boekje zou de reis uiteindelijk niet meemaken. Rara. En dan moet alles gestapeld worden. Elke trekker heeft zijn eigen manier. Voortassen hebben wij niet, het bergje achteraan op de fiets is daardoor iets hoger (of ‘indrukwekkender’, of ‘idioter’ …).
De kajaktassen om tent, slaapzakken en slaapmatjes weg te bergen waren dit jaar een positieve vernieuwing. Onder de snelbinders wordt altijd wel iets gedroogd, wat de ordelijkheid niet steeds ten goede komt. En tot slot, trekkers hebben snel een babbel, en nog meer als je een wok meesleurt. Zoals iemand zei: “Some people have a dog, you got a wok.”
Een mens bouwt wat af Het voordeel van fietsen is dat je veel verschillende plekken aandoet. Wij bezochten nabij Ripon het prachtige Fountains Abbey, een bijna 1000 jaar oud Cisterciënzercomplex dat in de 16de eeuw verlaten werd. Een halve dag puur middeleeuws genot. We passeerden in Wales ook het Llangollenkanaal dat rond 1800 werd gebouwd, vooral om kolen te vervoeren. Op een bepaald moment, in Trevor, gaat het kanaal in de vorm van een mega-aquaduct over de Deevallei en varen de toeristische narrowboats zomaar eventjes 38 meter boven de rivier. Ik vermoed één van de weinige plekken op aarde waar een schipper hoogtevrees kan hebben.

York en Liverpool, de kusten van West-Engeland en Noord-Wales, 3 nationale parken (de Yorkshire Dales, Snowdonia, The Peak District) en de Noordzee als toetje.
We kochten een heen-en-terugkaartje voor de boot van Rotterdam naar Hull. Daar aangekomen ‘boekten’ we nog een fietsretourtje Wales en terug. Zowaar gratis. We volgden voor ongeveer 70% het National Cycle Network (www.sustrans.org.uk/nationalcycle-network) en koppelden die stukken aan elkaar via rustige wegen. Onze etappes: Hull –York (88 km) – Ripon (51 km) – Appletreewick
(45 km) – Preston (87 km) – Liverpool (77 km)
– Prestatyn (79 km) – Penmachno (64 km)

– Llangollen (79 km) – Tarporley (69 km) –Chapel-en-le-Frith (70 km) – Midhopstones
(45 km) – Rawcliffe (79 km) – Hull (69 km).

Met zijn lengte van 160 km is de Fish River Canyon na de Grand Canyon in de Verenigde Staten de op één na langste ter wereld. Doorheen de kloof loopt een vijfdaagse trekking van 90 km, een tocht in volle natuur, zonder paden of wegmarkeringen, zonder menselijke aanwezigheid. Dat klinkt als een avontuur dat we niet willen missen.
Æ Tekst en foto’s Christophe Deblaere
De Fish River Canyon Trekking in Namibië

Geen probleem nie
We parkeren onze terreinwagen op de camping in Ai-Ais aan het eindpunt van de canyon. Van hieruit rijden we met een shuttle van de parkrangers naar het startpunt in Hobas. Het is nog donker wanneer we vertrekken en het is ijskoud in de open jeep. Bij de ochtendschemering zien we zebra’s, impala’s en ook een wildebeest. In Hobas melden we ons aan met de permit die we online kochten. Het wordt even spannend: we hebben een permit voor drie personen gekocht, omdat je voor de veiligheid met minimaal drie wandelaars moet zijn om de tocht te mogen maken. Maar we zijn slechts met z’n tweeën. Om onze veilig-
heid te waarborgen hebben we een Garmin Inreach aangeschaft. Dit toestel stuurt tijdens het wandelen via een Iridium satellietverbinding onze track door naar het thuisfront. Komen we in de problemen, dan kunnen we met hetzelfde toestel de hulpdiensten verwittigen. “Geen probleem nie”, zegt de vriendelijke dame aan het loket. “Dit is Afrika, voor elk probleem is er een oplossing.” We sluiten formeel aan bij een groep uit Zuid-Afrika en krijgen hetzelfde groepsnummer. We mogen onze eigen trekking maken, mits we ons na de tocht individueel afmelden bij de check-out. Daar controleren de rangers of iedereen veilig en wel de canyon verlaten heeft.
Recht naar beneden
Hobas heeft een viewpoint waar toeristen een stop maken om foto’s te nemen van de canyon. Er ligt ook een groengeschilderde rots met daarop ‘Start of the hiking trail’. En ook nog ‘day hikes or leisure walks down into canyon stricktly prohibited’. We nemen een foto met de groene rots en starten meteen de afdaling naar de bodem van de canyon. 450 meter is een peulschil, denken we, maar dit is andere koek dan de Alpen. Het primitieve pad gaat recht naar beneden en er zijn voortdurend ‘treden’ van zo’n meter diep. Met zware rugzakken is dat niet eenvoudig, zelfs niet met wandelstokken. Pas twee uur later bereiken we met knikkende
knieën de dalbodem. Hier slingert de Fish River zich als een groenblauw lint doorheen de canyon. Het water is rimpelloos en kristalhelder. We besluiten om een verfrissende duik te maken en een soepje te warmen. Intussen komen de Zuid-Afrikanen één voor één naar beneden gedruppeld. De laatsten zijn totaal uitgeput en een paar komen niet opdagen. De gids wordt behoorlijk ongerust en gaat een kijkje nemen. Onze pauze heeft lang genoeg geduurd en het is tijd om te vertrekken. We nemen afscheid van de Zuid-Afrikanen en wensen elkaar veel succes.
De bovenloop
Ook de eerste kilometers in de canyon zijn behoorlijk zwaar. De valleibodem is weliswaar enkele tientallen meter breed, maar er is geen pad en het terrein is bezaaid met rotsblokken en rolkeien. We zijn voortdurend op zoek naar de meest efficiënte route. Regelmatig steken we de rivier over of keren we terug op onze stappen. Sneller dan twee km per uur vorderen we niet. Af en toe dwarsen we een zandstrand. Ook dat stapt moeizaam, maar het gaat toch vlotter dan de wankele keien. Na een paar kilometer is onze pijp uit. We kiezen er het meest idyllische strand uit en poten onze tent neer. Het water van de rivier is helder, maar we filteren het toch voor we er eten mee klaarmaken. Dat gaat snel: oplossoep, een gedehydrateerde maaltijd uit een zakje en tot slot een oploskoffie met oplosmelk. Om het geheel wat op smaak te brengen hebben we biltong gekocht, gedroogd vlees van wild. Dat

wordt overal in Namibië gegeten. Als het donker wordt, verschijnt een schitterende sterrenhemel die zich omheen een heldere maan in

heel geconcentreerd van kei op kei stappen. Daarom blijven we zoveel mogelijk zandstroken opzoeken. Om het fijne zand uit onze schoenen te houden wikkelen we een buff om onze enkels. Gelukkig hebben we altijd een tweede mee. Het landschap is betoverend: de rivier contrasteert met zijn felle kleur heel mooi tegen het decor van zand en rotsen, afgelijnd door de hoge wanden van de canyon. Daarboven schittert een helblauwe lucht. Het is hier elke dag uitstekend wandelweer: kurkdroog en niet te warm. De Namibische winter is een droog seizoen met aangename temperaturen, in tegenstelling tot de zomer die nat en veel te heet is. Laat in de namiddag zoeken we opnieuw een zandstrand als bivakplaats. We verfrissen ons in de rivier terwijl een maraboe waakzaam toekijkt.
de rivier weerspiegelt. Het is lang geleden dat de Melkweg zich zo mooi liet zien. Koud is het niet, maar we maken toch een klein kampvuurtje, gewoon voor de gezelligheid.
Namibische winter
Ook de volgende dag blijven de grote velden met rolkeien lastig om te overbruggen. De stenen zijn zo groot als voetballen en je moet
En verder
De leukste manier om Namibië te bezoeken is een terreinwagen met daktent huren. Je kan overal kamperen en in alle vrijheid de meest interessante plaatsen bezoeken. We deden het vorige zomer en trokken door de Namib woestijn, we beklommen hijgend de duinen van Sossusvlei, bewonderden vol verwondering de Rock-art in Twyfelfontein, haalden onze neus op voor de verschrikkelijk stinkende zeehondenkolonie bij Cape Cross, reden heel eenzaam langs de scheepswrakken van de verlaten Skeleton coast en vergaapten ons aan Afrika’s wilde dieren in het wildpark van Etosha.

De valleibodem is weliswaar enkele tientallen meter breed, maar er is geen pad en het terrein is bezaaid met rotsblokken en rolkeien.“Dayhikes strictly prohibited”, voor ons geen probleem.
Morgen wordt de canyon breder, het terrein zal makkelijker zijn en we verwachten dat we dan sneller vooruit zullen gaan.
De benedenloop
Het terrein wordt inderdaad makkelijker. Ook onze rugzak wordt steeds lichter. We halen snelheden tot vier per uur en stappen nu bijna twintig km per dag. De Sulphur Springs is een warmwaterbron, maar we hebben geen tijd voor een zwempartij en stappen ijverig verder. De canyon blijft schitteren: hij wordt steeds breder en de points of interest rijgen zich aan elkaar. We volgen ze op de kaart en proberen ze op het terrein te herkennen: de Rapids, Pulpit Rock, Tamarisk Bush, de Walls of Jericho en de Zebra pools. In de Fool’s Gold Corner blijkt geen goud te bespeuren. We temperen meteen maar onze verwachtingen voor Bikini Beach. Wel vinden we af en toe een schoen met een losgekomen zool. Eigenaardig zijn ook de blote voetensporen die we regelmatig in het zand terugvinden. We vragen ons af of het moge-
lijk is om deze tocht op blote voeten te maken. En bedenken dan plots dat je ook zo’n sporen nalaat als je op Barefoots stapt.
Wanneer we onze maaltijd klaarmaken, komt de jakhals likkebaardend dichterbij. We gunnen hem wat chili con carne en gedroogde biltong.
Waar de canyon nog wat breder wordt, vinden we de resten van een verroeste Vespa. Die is hier gestrand in 1968, toen de Cape Town Vespa Club de canyon per scooter wou overwinnen. Ze hebben hun drie vehikels (Veni, Vidi en Vinci) zo ver mogelijk gereden, dan in een bootje vervoerd en tenslotte met touwen voort-
gesleurd. Vidi is het verst geraakt en staat netjes op een rotsblok.
De canyon is ook anderen fataal geworden. Luitenant Thilo von Trotha van het Duitse koloniale leger werd in 1905 door Nama krijgers neergeschoten. Zijn eenzaam graf op een kleine heuvel kijkt voor eeuwig uit op de canyon.


Jakhals

Een paar shortcuts snijden op dag vier een meander af en bieden bovendien een paar mooie uitzichtpunten. Een van die inkortingen start zowaar in een smalle kloof die achter een struik verborgen zit. De canyon wordt nog breder en er zijn af en toe wat bomen en struiken. Wanneer we de laatste avond onze tent opzetten horen we geritsel in het struikgewas. Het is een nieuwsgierige jakhals die ons voedsel heeft geroken. Met zijn slimme blik heeft hij iets van de gevatheid van een vos, maar hij is groter en robuuster. Wanneer we onze zoveelste gedehydrateerde maaltijd klaarmaken, komt hij likkebaardend dichterbij. We gunnen hem wat chili con carne en gedroogde biltong.
Voor de Fish River Canyon heb je een permit nodig, online te bestellen bij de Namibia Wildlife Resorts (www.nwr.com.na). Slingsbymaps publiceert een uitstekende wandelkaart van de canyon (www.slingsbymaps.com). Je kan de reis volledig zelf organiseren of je kan je laten bijstaan door een touroperator, bijvoorbeeld door Joker (www.joker.be).


Cold beer
De laatste dag zetten we er vaart achter. Het pad is goed en we halen zowaar zes km per uur. Dat is ook nodig, want vanaf hier zijn er muggen en die achtervolgen ons aan hetzelfde tempo. Het is ook uitkijken voor een grote kolonie bavianen op ons pad. De meesten spurten krijsend weg, maar een gemeen kijkend mannetje blijft rustig zitten. We negeren hem en wandelen stoïcijns voorbij. De
RIDLEYMAN
herkenningspunten op de kaart krijgen inmiddels hoopgevende namen: eerst ‘Almost there’ en even later ‘Last rest’. Iemand heeft een paar aanmoedigingen op de rotsen geklad. Voor de Zuid-Afrikanen: ‘Amper daar’. En voor ons: ‘Cold beer‘. Iets verder gaat het pad over in de camping van Ai-Ais. Daar worden we meteen gespot vanop het terras voor de bar. Het is een traditie: wie de canyon gelopen heeft wordt uitbundig verwelkomd. Iemand luidt een klok,
iedereen staat recht, heft zijn bier hoog en feliciteert ons met hartelijke indianenkreten. We bestellen meteen een rondje en gaan voor de koedoe-steak met friet.
Uren later komt het eerste groepje ZuidAfrikanen aan. Een deel van de groep was ontzettend traag en halfweg zijn zij achtergebleven. De rangers komen meteen in actie. Met grote rugzakken met eten trekken ze stroomopwaarts de canyon in, op zoek naar de achterblijvers.

Het treinstation van Nantes. Wij, de fietsen en onze bagage staan strategisch geparkeerd bij de spoorinformatie. U kent ongetwijfeld het kenmerk van de Franse spoorwegen: je zo lang mogelijk laten wachten voor ze de info prijsgeven. De klok tikt wreedaardig richting vertrektijd. Net wanneer de zenuwen onder hoogspanning raken verschijnt het perronnummer. Haastig naar een andere zone, rijtuig 1 en de genummerde plaatsen. Bagage en fietsen stallen, eindelijk de zachte zetels, voor vijf zalige uren Intercités naar het vertrekpunt van onze afgewerkte tocht.
In de trein heerst het gebruikelijke geharrewar wanneer genummerde rijtuigen en dito zitplaatsen niet voor iedereen volstaan om op de correcte positie te geraken. Zeker als een assertief gezelschap wél reservaties heeft voor rijtuig 1, plaatsen 16 tot 19… in een andere trein. Gratis animatie, dat wel.
Daarvoor zorgt ook onze overbuur, die hijgend de trein binnenstormt. “Mon vélo est très délicat”, zegt hij ons, als contrast met onze bedaagde, iets stevigere toermachines. Hij hanteert ze als een soort schild voor zijn rijwiel. Een kat waakt minder angstvallig over haar jongen dan deze reiziger over zijn Ridley-koersfiets. In zijn wereldbeeld is iedere passagier, elk versnellen of afremmen van de trein een bedreiging voor het welzijn van zijn fiets.
Bovendien moet hij zijn aandacht verdelen over 1) waken over die schat, 2) uitstippelen van een lange reis op een uitgevouwen kaart en 3) invoeren van de route in zijn fiets-gps. Dat de kaart daarbij tot op onze schoot reikt, ligt buiten zijn
focus. Je kan niet op alles letten, toch? De planning behelst ook een reeks telefoontjes over logistieke steun tijdens zijn rit. Het stemvolume stijgt met de opgebouwde spanning.
Dit multitasken zorgt voor exponentieel toenemende stress en een steeds frequenter opveren om de Ridley te gaan checken. Die duracellspanning straalt ten langen leste ook op ons af. Weg het plan om door de foto’s van onze tocht te scrollen en van het landschap te genieten. Wanneer hij finaal wat te onstuimig met onze tweewielers begint om te gaan – het zijn geen gepantserde wagens – en wij hem dat beleefd duidelijk maken, vlucht hij schichtig naar de overloop en vlijt hij zich voorwaar neer bij zijn precieuze Ridley. Met kaart en al.

In Roanne nemen onze bescheiden fietsen met plezier afscheid van hun delicate reisgezel. Ridleyman zelf blijft plannen.
Griet Van de Keere en Freddy Cloet

Twee dikke pluimen voor de 140 jaar oude Club Vosgien
Het kwaliteitslabel van La Traversée du Massif des Vosges, de combinatie van GR 5 en GR 53, is oververdiend. Bijna geen asfalt, veel smalle paden, genoeg schuilhutten en slaapgelegenheid, prachtige vergezichten en overal kastelen, forten en mooie Elzasdorpen met kleurrijke vakwerkhuizen. Bovendien ontmoette ik er heel wat gelijkgezinden.

Æ Tekst en foto’s Bart Van den Eynde
Ik loop graag door bossen en de mooiste op de route zijn de beukenbossen boven 1000 m. De boompjes zijn klein, wit-groen gevlekt, gedrongen en sterk vertakt met kronkelende takken, als gebalde vuisten tegen de winterstormen. Op het zuidelijke stuk loop ik verschillende dagen op de kale kam, met vergezichten “waarvoor je moet oppassen dat je niet verziend wordt” (zoals Piet zo mooi zei). Noordelijker klimmen we – ik heb inmiddels gezelschap gekregen –niet hoger dan 526 m, maar krijgen we dagelijks nog steeds honderden hoogtemeters voor-
geschoteld, op en af door de beboste heuvels. Alsof we als boskabouter op een grote slapende reus met kippenvel wandelen.
Robert l’Indien
Ik wil hier eerst en vooral de Club Vosgien lof toezwaaien. Sinds 1897 bewegwijzert de vereniging het pad met een rode rechthoek, en dat uitsluitend met vrijwilligers. Ik heb het geluk
Robert en Emilie tegen te komen, vlak na de abri du Brézouard, de mooiste schuilhut langs de tocht. Omdat Robert zo dikwijls alleen op
Omdat Robert zo dikwijls alleen op pad is, noemen ze hem bij de Club ‘l’Indien’. Omwille van die bijnaam heeft hij twee pluimen op zijn hoed gestoken ...
pad is, noemen ze hem bij de Club ‘l’Indien’. Omwille van die bijnaam heeft hij twee pluimen op zijn hoed gestoken ... De vereniging kuist de paden drie maal per jaar en behalve bij de parkings heb ik haast nergens een papiertje zien liggen. Bovendien bouwen ze picknickbanken, kiosken, oriëntatietafels en zelfs afdaken op torens van kastelen. Het is duidelijk dat ze hier van hun kastelen, bossen en natuur houden! Twee dikke pluimen en chapeau!
Les amis du Bernstein
Het meeste plezier beleef ik aan een zeventiger. Met zijn kruiwagen duwt hij twee granietstenen het pad naar het kasteel van Bernstein op. Met zeven zijn ze aan het werk, allemaal gepensioneerd. Ze vrijwaren de ruïne van verder verval en geven me een duidelijke uitleg over hoe je een kasteelmuur restaureert. Ze nummeren de stenen, breken de muur af, bouwen die terug op en maken hem bovenaan waterdicht zodat de vorst er geen vat meer op heeft. “Vous devez être des bons copains en travaillant ensemble comme ça”, prijs ik hen. “Oui, et on est bien
équipé, on a du crémant et du rosé”, krijg ik als antwoord. Schaterlachend neem ik afscheid.
Judith
Ik kruis haar in de buurt van Le Bonhomme. Oudere dame, alleen, ik schat 1m50 groot en 65+. From Oxford, de GR 5 volgend en dus ook door België gestapt. “With a tent?” “Oh yeah, it is either that or…” en ze zet haar wijsvinger met gestrekte duim op haar slaap. Weer schatert mijn hart en vol bewondering neem ik afscheid: “Always a pleasure to meet people like you.”
Eric
Hem ontmoet ik bij de refuge du Strokenkopf, een van die mooie en gezellige ‘abris’ onderweg. Ik ben er gestopt om te schuilen voor de motregen en om iets te eten. De open haard nodigt uit om een vuurtje te stoken en zo de ruimte nog gezelliger te maken. Nadien sprokkel ik nog wat hout om de voorraad aan te vullen en groet twee voorbijgangers. Wanneer ik opstap, wandelt net een struise langha-
rige kerel met een sympathieke kop voorbij. Ik spreek hem aan en babbelend stappen we tot Markstein, waar hij terugkeert om zijn ‘randonnée en boucle’ te sluiten. Maar niet zonder halt te houden bij de Ferme Auberge du Haag waar ze volgens hem de beste bosbessentaart van de Vogezen hebben. Onderweg vertelt hij over zijn depressie, zijn scheiding en zijn werk. Het zijn niet de pillen die hem er bovenop geholpen hebben, maar het feit dat hij is beginnen wandelen. We nemen afscheid met een stevige handdruk en warmte in het hart.
Nicolas en Jean-Michel
Die avond slaap ik in de ferme-auberge de Steinlebach en bij het ontbijt spreken twee mannen me aan: “Of ik het was die gisteren vuur gemaakt had in de abri? Kom erbij zitten.” En zo maak ik kennis met Nicolas en zijn 53-jarige vader. Jean-Michel is marathonloper heeft er al 25 gelopen, Nicolas nul. Ik voel het wederzijds respect en de liefde van de vader voor de zoon en omgekeerd. Tussen de croissants en de baguettes ontspinnen zich verhalen over GR’s en marathons. We nemen afscheid met een foto en het gevoel samen tot de grote ‘bende van de buitenkindjes’ te behoren.


Aline en Arnaud


In de refuge des Trois Fours zit ik aan tafel met zes anderen, twee Antwerpse klimmers, een

ouder koppel en Aline en Arnaud die in augustus het noordelijk deel van de GR 20 in Corsica hebben gelopen. Het is daar druk, volgens de verhalen. 80% zijn jonge sportieve mensen die zeer vroeg opstaan om bij de volgende bivakplaats een goed plekje te versieren. Foto’s van de kampplaatsen doen me denken aan festivalterreinen, met wachtrijen van een half uur voor het toilet. Toch maar beter in september of oktober naar Corsica gaan, lijkt me. Wanneer we het over alternatieven hebben, vertel ik dat ik in de Pyreneeën nog nooit in de file gestaan heb voor een deur met een hartje erin …
Pascal
Tijdens het ontbijt in het Centre de la Randonnée Marcel Rudloff in Châtenois verwelkomt een vriendelijke man me met de woorden: “Vous êtes bien matinal!” Het is 6u50 en we zijn alleen in de grote eetzaal. Pascal is ook wandelaar en vertelt me over een wonderlijke ochtend in de buurt van de Grand Ballon. Terwijl hij op zijn hukken gentiaanbloemen aan het bewonderen is, ziet hij plots 17 gemzen rustig rondom hem grazen. Zijn enthousiasme is welkom, want van de oudere dames die het Europees Patchwork Festival komen bezoeken heb ik de vorige avond alleen wantrouwige blikken gekregen. “Als ik met pensioen ben ga ik doen wat jij doet”, beweert hij bij een stevige handdruk.
Gunther
Aanvankelijk ben ik alleen in de Relais du Randonneur in Gyromagny. Tot bij valavond nog een grote rugzak binnenvalt met daaraan een mannetje dat 30 km achter de kiezen heeft. 20 kg torsen is veel, zelfs voor een jonge sterke kerel. Opgelucht verlost hij zijn schouders van hun last en de rugzak ploft op de grond. Ik heb nog wat brood, kaas, chocolade en fruitsap dat
hij in dank aanvaardt. Hij is Belg maar woont in Duitsland. Die 20 kg is al een aanwijzing: het is de eerste keer dat hij een grote trektocht doet. Het gewicht van de rugzak is een populair gespreksonderwerp onder wandelaars. Zo passeer ik een veertiger die met tent en slaapzak maar zonder kookgerief slechts aan 6 kg komt, terwijl een jonge knaap met 14 kg de berg opzwoegt richting abri de la Pierre des Trois-Bans. Zelf kom ik aan 7 kg, met slaapzak maar zonder tent. Kamperen of in een abri slapen heeft zijn charme, maar zonder beek, meer of douche mijn slaapzak induiken is aan mij niet besteed.
En al die anderen
Zoals Karin en Marcel van Chambre d’hôtes Le Petit Arnsbourg, die honderduit vertellen over de fauna in de Vogezen: de dassen, everzwijnen, herten, lynxen en ook de wolf die teruggekeerd is via Duitsland. Van de refuge du Klein Hahnenbrunnen krijg ik plots een sms of alles ok is met mij. De eigenares heeft zich heel de nacht zorgen gemaakt omdat ik niet kwam opdagen. Er moet iets misgelopen zijn tijdens mijn puzzelwerk bij de voorbereiding van de tocht. Ik heb Sofie beloofd met mijn maten terug te keren. En in de TGV tussen Straatsburg en Luxemburg zit Frédérique naast ons een gids te lezen over het National Park Val Grande. We stappen allemaal uit in Luxemburg met een extra to-dolijst wandelbestemmingen.
Kastelen en ruïnes


Bernard
Ik zit in Saverne in de zon wat te keuvelen met het standbeeld van Louise Weiss – “La tâche des hommes futurs, la tienne, sera de dénouer les conflits futurs” – wanneer plots Karl Marx (alias Bernard) resoluut op mij afstapt en vraagt of de zon deugt doet. Twee uur later neem ik afscheid met een bagage aan weetjes over zijn turbulent leven, over de geschiedenis van de Elzas en over de liefde van de steenhouwers voor de ‘grès rouge des Vosges’. Die rode steenlagen kom ik de hele route tegen en daarmee is ook de kathedraal van Straatsburg gebouwd. “Al die gevels en torens, met de grès rouge is dat een makkie.”
Natuurlijk geven we ook onze ogen de kost onderweg. Zo ben ik gestart bij de leeuw van Belfort, een beeldhouwwerk van Bartholdi, dezelfde die het vrijheidsstandbeeld ontwierp. De leeuw staat onderaan de citadel, waarvan de geschiedenis start in de 13de eeuw en eindigt in de 19de. Zal het jullie verwonderen dat Vauban er ook aan gesleuteld heeft?
Volgens de topogids passeert de Traversée een 80-tal kastelen en burchten. HautKoeningsbourg is het bekendste. Het was een kinderlijke droom (gril) van Keizer Willem II die in 1901 van een ruïne een middeleeuwse burcht liet maken. Geld genoeg zeker? Je kan als Rode Ridder de poort binnenwandelen nadat je je zwaard – in casu je Opinel – hebt afgegeven. Pracht en praal alom en tegelkachels als bruidstaarten à gogo. Doen!
Mis zeker het kasteel van Lichtenberg niet, 500 m uit de route, betalend, maar met prachtig uitzicht vanuit een strandstoel, plus een ten-
Het oorlogskerkhof Duchesne aan de voet van de Tête des Faux. De vele kastelen en ruïnes bieden vaak prachtige panorama’s.Je kan als Rode Ridder de poort van het kasteel binnenwandelen nadat
je je zwaard – in casu je Opinel – hebt afgegeven.
toonstelling met legokastelen en vooral een film op groot scherm met de geschiedenis van al die kastelen. Effe uitrusten in een cinemazetel doet deugd. Heel vaak zijn de kastelen vandaag ruïnes. In de 17de eeuw gaven de meeste bewoners er de brui aan en verhuisden naar de vallei waar het véél comfortabeler wonen was. Verval volgde snel en oorlogen (ook de Zweden!) deden de rest.
Rotsen
Onderweg komen we ook prachtige rotspartijen tegen, zoals de Rocher des Bohémiens. We klimmen er op en houden een minuut stilte voor alle bohémiens ter wereld. In de 13de eeuw zouden hier zigeuners levend verbrand zijn. Ook wij werden ooit uitgescholden op een camping langs de Transardennaise voor ‘bande de bohémiens’, omdat we met het mooie weer onze tenten hadden thuisgelaten en in de open lucht sliepen. Dat paste niet in het plaatje van de rekening (x personen, x tenten, x auto’s) en de campingeigenaar was zichtbaar uit zijn lood geslagen. Na voor de douche betaald te hebben zijn we dan maar in het bos gaan slapen.

Het verhaal van de sledehonden
Om te eindigen nog een mooi verhaal, gevonden op een infobord. De oorlogswinter van 1914 was bijzonder hard en de bevoorrading van het Vogezenfront verliep zeer moeilijk voor de Fransen. Twee officieren die in Alaska gewoond hadden overtuigden hun bevelhebbers om tegen de volgende winter 400 sledehonden te kopen in Canada en Alaska. Per schip en per trein werden die naar de Elzas gebracht, een turbulente reis waarbij Duitse spionnen zelfs probeerden hen te vergiftigen. Maar het loonde. Een slede met 9 honden kon op één dag tot 120 km afleggen met 300 kg proviand en drie soldaten. Naar het schijnt lopen er nu nog nakomelingen rond die na de oorlog aan hun begeleiders werden meegegeven. 250 honden stierven, drie van hen werden gedecoreerd met het Croix de Guerre!
PRAKTISCHE INFO
La Traversée du Massif des Vosges is het eerste Franse langeafstandspad met het internationale LQT-kwaliteitslabel. Met zijn 430 km is het meteen ook een van de langste. Het zuidelijke deel valt samen met de GR 5, het noordelijke deel is de GR 53. Meer info op www.massifdes-vosges.fr/randonnees-et-balades/traversee-du-massif-desvosges. De meeste wandelaars lopen van noord naar zuid (van laag naar hoger), wij deden het omgekeerde. Onze etappes vind je in de artikeldatabank op de website. De topogids is te koop in de webshop.


De eerste fietser die Afrika van Noord naar Zuid doorkruiste, was Kazimierz Nowak. Die prestatie – waarvan hij zelf uitgebreid verslag heeft gedaan – raakte in vergetelheid omdat Europa in de Tweede Wereldoorlog verzeilde. Kazimierz’ exploot leest als een mengeling van kritische journalistiek en een avonturenroman. Bovendien toont hij ons wat een waanzinnige onderneming een reis per fiets in die tijd was.

6 november 1931. Nowak vertrekt in Poznan, Polen. Hij wil met eigen ogen Afrika zien. Hij neemt in Sicilië de overzetboot naar Tripoli en begint aan een trip die meer dan vijf jaar zou duren. Alsof het hem daar pas daagt dat hij aan iets waanzinnigs begint, schrijft hij: “Ik voelde me als de kapitein op een schip, maar dan een zonder zeilen, roer of bemanning.”

Reisgidsen en kaarten bestaan nauwelijks, laat staan de communicatiemogelijkheden die we vandaag kennen. Hij staat er alleen voor wanneer hij de Sahara inrijdt. Al vlug blijkt wat voor een helletocht dit is. Stormen geselen zijn lijf, de hitte is verzengend en zijn route is één grote zoektocht naar water. Gelukkig put hij
vreugde uit de betoverende nachten in de woestijn, en uit het gezelschap van de nomaden die met hun handelswaar door de onherbergzame Sahara trekken. Telkens hij de kans heeft brengt hij de avonden in hun gezelschap door.
Een muskin
Kazimierz zit altijd om geld verlegen en overnacht meestal in de tent die zijn vrouw voor hem heeft gemaakt. Dat maakt hem tot een bizarre verschijning: doorgaans reist een witte Europeaan in gekoloniseerd Afrika in luxe, geëscorteerd door dragers en gidsen. Hij wordt vaak aanzien voor een muskin, het Arabische woord voor een arme drommel. Maar het is
net die unieke positie die hem een uniek perspectief geeft op het dagelijks leven in koloniaal Afrika. Geregeld schrijft hij artikels voor Poolse kranten. Hij is etnograaf, journalist en toerist tegelijk. Dat laatste mogen we letterlijk nemen, want hij maakt wel degelijk ‘de toer’ van Afrika rond. Na vijf jaar zou Kazimierz terug in Algiers aankomen. Maar eerst fietst hij dus helemaal naar het meest zuidelijke puntje van Afrika.


Magisch en tragisch
Gaandeweg ontdekt hij een continent dat tegelijk magisch en tragisch is. Hij moet een humanistische romanticus zijn geweest want hij is vaak lyrisch over de natuurpracht, de wilde
dieren en de (onbezoedelde) ‘inboorlingen’. “Ik werd verliefd op die nachten vol mysterieus gefluister van de savanne en op de eenzaamheid waarvan ik had zitten dromen aan mijn bureau thuis. Als kleine jongen kon ik vaak niet slapen na de aardrijkskundeles omdat mijn gedachten altijd naar dit deel van de wereld afdwaalden.” De tragiek die hij op zijn pad aantreft is vaak van menselijke makelij en keer op keer stelt hij het machtsmisbruik van de Europese overheersers aan de kaak. In steden ziet hij vooral verval, uitbuiting en morele degeneratie. Hij wordt er soms wat misantroop van: “Wanneer ik na vele weken reizen nog eens omringd ben door het drukke gedoe van mensen, voel ik me diepbedroefd, alsof ik ontwaak uit een betoverende droom.”
Selfie avant la lettre

Omwille van de politieke onrust in Libië dwingen de autoriteiten hem via de kust naar Egypte te reizen. Daar ziet hij eindelijk de legendarische antieke bouwwerken uit zijn geschiedenislessen. Het moet indrukwekkend geweest zijn, in een tijd waarin reizen nog was voorbehouden aan de happy few. Kazimierz laat zijn landgenoten meegenieten en maakt ook foto’s van zijn ontmoetingen en ontdekkingen. We zien hem poseren op een Sfinx, met

een Poolse krant in de hand. Een selfie avant la lettre. Het is dankzij die unieke foto’s dat we ons heel concreet kunnen voorstellen hoe Afrika er destijds uitzag.
‘donker’ Afrika. Naast nieuwe culturen ontdekt hij vooral nieuwe natuur. We naderen de tropen, en daar barst het van leven. Wat volgt is een wonderbaarlijke reis door moerassen, oerwoud en savanne.
Door Congo-Belge naar de Kaap

Egypte was toen een wingewest voor Engelse ondernemers en Kazimierz observeert de bedrijvigheid op en langs het Suezkanaal. Maar dat maakt de lokale bevolking zelden rijker. In de middens waar Kazimierz zich ophoudt heerst vooral schaarste, ziekte en gebrek. Geen wonder dat heel wat mensen even de realiteit ontvluchten in een roes van hasj. Waarop Kazimierz zelf beschrijft hoe hij een pijp rookt en als in een droom de wereld ervaart. Hij volgt de Nijl en arriveert in Zuid-Soedan in

Het is onwaarschijnlijk dat Kazimierz veel heeft gefietst. Het grootste deel van de tijd moet hij zijn fiets hebben geduwd. Of soms zelfs hebben achtergelaten. Dat is zeker het geval wanneer hij de Rwenzori, de Maanbergen, beklimt, de hoogste bergketen van Afrika. Hij strandt er in een sneeuwstorm en moet onverrichterzake weerkeren naar de verzengende vallei die hem tot in Congo brengt. Het Kivumeer, Leopoldstad, de Kasai, de Congostroom… het zijn allemaal namen die in ons collectief geheugen zitten. Maar het maakt zijn relaas wel razend interessant en geeft ons een inkijkje in de Belgische kolonies van de jaren 30. Niet dat het beeld altijd opbeurend is. Maar anderzijds: wist je dat er zelfs een olifantenschool was opgericht door de Belgische overheid?
Kazimierz passeert langs goudmijnen, rubberplantages en reservaten en rapporteert over een kant van de kolonisatie die destijds nog nauwelijks belicht werd. Maar evenzeer beschrijft hij de pracht van valleien en wouden, fauna en

“Als kleine jongen kon ik vaak niet slapen na de aardrijkskundeles omdat mijn gedachten altijd naar dit deel van de wereld afdwaalden.”
flora en maakt hij zo misschien wel de geesten rijp voor het latere Afrika-toerisme. Dat is in die tijd nog aan het ontluiken, vooral dan in de gebieden onder Brits gezag. In Rhodesië belandt Kazimierz in Livingstone, “de hoofdstad van de kolonie én een favoriete bestemming voor ’s werelds rijkste toeristen die de machtige Victoria-watervallen willen zien. Zij komen rechtstreeks uit Europa of Amerika aan zonder de reservaten te bezoeken en zijn zich niet bewust van de discriminatie die daar bestaat”. Moedig fietst hij door richting Kaap Agulhas. Met zin voor drama noteert hij: “De eerste –maar zeker niet de laatste – fietser heeft het uitgestrekte continent doorkruist door wildernis en woestijnen heen en slaat op het zuidelijkste puntje zijn tent op.”


Multimodaal naar huis
Drie dagen later vertrekt hij alweer, terug noordwaarts. Aanvankelijk verloopt zijn tocht vlot maar eens het gladde asfalt achter zich komt hij terecht in de verzengende Kalahari, waar hij meer dode dan levende dieren aantreft. Die medogenloze natuur speelt hem steeds vaker parten, deels ook omdat hij zwakker wordt naarmate de tocht vordert. Malaria, parasieten en uitputting beginnen hun tol te eisen, en medische zorgen zijn uiterst schaars. We weten dat Kazimierz af en toe op krachten komt in een missiepost, maar voorts moet hij vaak uitzieken in zijn tent of in een verlaten hut. In Angola begeeft zijn fiets het en helpt een
landgenoot hem uit de nood met twee paarden. Hij heeft nog nooit een paard bereden, maar leert gaandeweg de dieren onder controle houden en ze brengen hem tot vlak bij de evenaar. Daar is het klimaat voor hen te vochtig en heerst de tseetseevlieg. Hij laat ze achter en is blij om terug te fietsen: “Ja, het was gemakkelijker om met de fiets te reizen; deze metgezel lag gedwee naast mijn geïmproviseerde bed ‘s nachts, had geen eten of water nodig en was zich niet bewust van de aanwezigheid van leeuwen in de buurt.”
net zijn camera en papieren redden en moet langs de oever verder. Het heeft nogal wat voeten in de aarde om uiteindelijk terug de bewoonde wereld te bereiken. Meer dan duizend kilometer zou hij stappen. Om dan weer te water te gaan. Deze keer op de Lulua die verderop uitmondt in de Congostroom. Hoewel deze tocht soms hachelijk is, blijkt uit zijn verhaal dat hij ook mooie, rustige momenten beleeft. Hij ontwikkelt zelfs foto’s in zijn kajuit en “geniet het meest van mijn eenzame avonden waarop ik aan boord van Maryś zit, zachtjes gewiegd door de stromingen”.
Bagagelijst
Per kano

Wanneer hij de Kasaï bereikt, neemt hij misschien wel zijn meest krankzinnige beslissing: hij zal per kano verder reizen. Hoe dat gaat kan je in het boek lezen, maar hij kan maar

Aan dit idyllische leven komt een einde wanneer hij voet aan wal zet in Brazzaville en weer per fiets verder reist. Hij zal de befaamde Nord-Sud route tot aan het Tsjaadmeer volgen, een paar duizend kilometer verderop. “Mijn beladen fiets lijkt met haar twee bulten op een kameel en kraakt onder het gewicht van mijn hele hebben en houden voor de komende maanden. Het is ongelofelijk dat mijn vertrouwde Stomilbanden, die speciaal van thuis zijn opgestuurd, zo’n last kunnen dragen: twee camera’s, een dubbelloops geweer (kaliber 12 mm), honderd kogels, een automatisch pistool, een deken, een muskietennet, een tent, haringen, een bijl, reservebanden en spaken, lijm en rustines, een priem, koord, 250 gram kinine, wat aspirine en castorolie,

Zijn gidsen vragen hem een verklaring te ondertekenen waarin
hij bevestigt dat zijn dood niet hun schuld is.
twee kledingstukken. Plus mijn voedselvoorraad: een kilogram suiker, 250 gram thee, wat olijfolie en een zak maismeel. De bagage weegt in totaal meer dan 60 kilo en ik zweer dat dit slechts het absoluut noodzakelijke was om de reis te overleven.“
Een moeizaam einde
Al gauw belandt hij in vochtige tropische wouden waar hij rubberoogstende zwarten ontmoet, en broeierige moerassen vergeven van de muggen (en grotere dieren). Hij reist via Kameroen en de savanne naar de woestijn. Het voelt soms aan als een koortsdroom en zijn relaas krijgt iets caleidoscopisch wanneer hij plots melding maakt van een Belgische filmploeg, van lokale bevolking die hem met stenen bekogelt of van een wild zwijn dat hem aanvalt.
Uiteindelijk bereikt hij het ‘dor nomandenland’ van Tsjaad en neemt zijn tocht weer een andere wending. Het mulle zand is onmogelijk te berijden en hij stelt zijn eigen karavaan samen met enkele dromedarissen (en een blinde gids!).

Zelf rijdt hij op Ueli, een dier waarmee hij een ontroerende vriendschap ontwikkelt. De fiets bengelt op een ander lastdier.

In dit laatste deel – hij is dan al meer dan vier jaar onderweg – merken we hoezeer hij lijdt onder de gevolgen van jarenlange ontbering en blootstelling aan de elementen. Soms lijkt hij zijn verstand te verliezen en ook zijn geduld: voor het eerst wordt hij echt agressief. Het effect van jarenlang kinine slikken? Vaak zit hij ijlend op de dromedaris, balancerend op de rand van de dood. Zijn gidsen vragen hem een verklaring te ondertekenen waarin hij beves-

tigt dat zijn dood niet hun schuld is. Maar hij blijft verslag uitbrengen aan zijn Poolse lezers en beschrijft hoe hol het Sahara-toerisme is en hoezeer hij, ondanks alles, in vervoering blijft van de woestijn.


Nieuwsgierigheid
Eindigen doet hij zoals hij begon: per fiets. Uitgeput arriveert hij in Algiers na (vermoedelijk) 40.000 kilometer. Tien maanden later sterft hij alsnog aan de gevolgen van de ontberingen en ziekten. Kazimierz was een moedig man en maakte gebruik van de geniale uitvinding die de fiets is om als volksjongen zelf op ontdekking te gaan. Hij schreef eerlijk en soms naief over wat hij zag en geeft ons zo een unieke kijk op een Afrika dat al lang niet meer bestaat. Waar hij de energie vandaan haalde om te blijven schrijven, is een mysterie. Misschien was het de kracht van de nieuwsgierigheid. De kracht die menig fietser of wandelaar drijft.
Meer info en foto’s vind je op kazimierznowak.be Het boek is te koop in de boekhandel of kan besteld worden op deze website.

Vrijwilligers in de kijker
WANDELKALENDER
Onze provinciale teams werkten opnieuw een hele reeks mooie tochten uit. De wandelingen zijn tot in de puntjes uitgewerkt. Je hoeft zelf niks voor te bereiden en je kan in fijn gezelschap genieten van een prachtig stukje GR-pad. Wil je op de hoogte blijven?
Schrijf je dan ook in voor de nieuwsbrief van je provincie via www.groteroutepaden.be/nl/ inschrijven-nieuwsbrief
GR 131 in het nieuw
Onze West-Vlaamse vrijwilligers gaven de GR 131 Brugse Ommeland - Ieperboog onlangs een serieuze upgrade! Tussen de E403 en het Wijnendalebos loopt de route niet langer via verharde wegen langs de noordkant van de stad, maar trekt ze langs mooiere paden dwars door Torhout. Hoogtepunten zijn onder meer het Groenhovebos, het Kasteel Ravenhof, domein ’s Gravenwinkel, landschapspark ’t Hoge Water en het Wijnendalebos. Het nieuwe traject is volledig gemarkeerd, de oude markeringen zijn weggehaald en de gpx op onze website is aangepast.
Ivan Monbailliu, vrijwilliger-markeerder op de GR 131, leidde dit allemaal in goede banen. Hij verduidelijkt het hoe en waarom van zo’n trajectwijziging.
Waarom hebben jullie beslist de route te wijzigen?
Het zat ons dwars dat dit stuk zoveel verharde kilometers telde. Dat was echt niet de meest aangename route. En daarnaast was Torhout ook vragende partij om de GR door de stad zelf te laten lopen.
Hoe begin je aan zo’n trajectwijziging?
In eerste instantie kijk je op kaarten wat de mogelijkheden zijn. Maar op een bepaald moment moet je toch alles ter plekke gaan testen. Een pad op een kaart kan bijvoorbeeld in werkelijkheid niet toegankelijk zijn. Daarnaast moet je ook nagaan of je toestemming kan krijgen voor delen die op privédomein liggen. Maar dat is heel vlot gegaan.
Moet je soms moeilijke keuzes maken?
Het was spijtig dat we provinciedomein d’Aertrycke niet in de route konden betrekken, maar dat lag gewoon te moeilijk. Daarnaast
wilden we de route over vlonderpaden over vijvers laten open, maar merkten we dat die dikwijls onder water stonden. Nu lopen we erlangs, maar dat is ook heel mooi.
Met welk stuk op de nieuwe route ben je zelf erg blij?
Zelf vind ik het stuk van Groenhove richting de stad heel mooi. Het is een prachtig pad door de velden waar de GR-wandelaars zeker van zullen genieten!
Vrij op donderdag 4 mei?
GR-West-Vlaanderen organiseert die dag een wandeling langs het nieuwe traject van de GR 131. Afspraak om 9u30 aan het kasteel van Wijnendale. Voor meer info en inschrijven, ga naar de AGENDA op onze website.
Winnaars vorig nummer
De Wandelgids Rothaarsteig wordt opgestuurd naar Bart Lycke, Marie Elet en Michel Broothaerts. Het Handboek voor Vakantiefietsers naar Freddy Wyzen, Johan Devarwaere en Ivo Raes. De Fietsgids Werse Ems Radweg is voor Inge De Bruyn, Annemie Cornelis en Johan Ardui.
Antwerpen
Zo 2/04: Dagstapper Ravels (Streek-GR Kempen)
Zo 7/05: Dagstapper Testelt (Streek-GR Hageland en lokale paden)
Limburg
Zo 02/04: Wilhelminaberg Landgraaf (Dutch Mountain Trail)
Zo 16/04: Dagwandeling via de Hobokense

Polder naar Antwerpen
Zo 30/04: Bloesemwandeling in Hoepertingen (GR 128 en Streek-GR Haspengouw)
Zo 07/05: Halve dagwandeling in het Rivierpark

Maasvallei
Wo 17/05: 5-daagse wandeltocht van GR-Limburg in Ierland (inschrijvingen afgesloten)
Oost-Vlaanderen
Vr 21/04: Vrij(e)dagwandeling Neigem (GR 512)
Vr 26/05: Vrij(e)dagwandeling Vlaamse
Ardennen (Streek-GR en GR 122)
West-Vlaanderen
Do 06/04: Tocht vanuit Doomkerke (GR 129)
Zo 16/04 Bustocht Cenleu - Samer (GR 127A)
Do 04/05: Doop van het nieuwe traject voor de GR 131 in en om Torhout.
Vlaams-Brabant
Zo 16/04: Bustocht Signal de BotrangeMonschau (Duitsland)
Zo 21/05: Bustocht Leudal (Zuid-Limburg, Nederland Alle
Fiets en Wandelbeurs neemt een nieuwe start
Op 18 en 19 februari 2023 beleefde de Fiets en Wandelbeurs een topeditie in Flanders Expo in Gent. Na twee jaar afwezigheid vanwege corona bezochten 15.266 bezoekers de beurs en daarmee is het aantal terug op het niveau van voor de pandemie. Aan onze stand was het altijd gezellig druk:








• bij onze shops met wandel- en fietsgidsen;
• bij de talrijke informanten die de bezoekers wegwijs maakten in routes in binnen- en buitenland;
• en bij onze workshops en lezingen over lokale en exotische fiets- en wandelbestemmingen.
Was je erbij, dan kan je met deze foto’s nog even nagenieten. Voor alle anderen: we kijken er nu al naar uit om je te zien op de volgende Fiets en Wandelbeurs!

om de lente te ontdekken

GR 12 Amsterdam – Parijs | Deel Vlaanderen & Brussel


204 km van Bergen Op Zoom (NL) tot Braine-le-Château → €18|€20
Treinstapper 4
Opnieuw 10 dagtochten van station naar station langs de mooiste hoekjes van Vlaanderen → €18|€20
GR 56 Sentiers de l’Est de la Belgique
Een van de oudste wandelroutes van België voert je door de Oostkantons → € 18,00|€ 20,00

Langs de grenzen van de Oostkantons Eén hoofdroute van 350 km, aangevuld met 7 lussen → € 17,06|€ 18,95
LF Waterlinieroute 410 km langs natuurgebieden en verdedigingslinies → € 11,66|€ 12,95




www.groteroutepaden.be

Gouden Feest met marmotten
Moemoe’s droom: 50 jaar huwelijksfeest met alle kinderen en kleinkinderen in de bergen, inclusief een tweedaagse naar een berghut. Een echte hoge hut, net zoals vroeger!
En zo geschiedt, op naar Refuge de Vallonpierre in het Parc des Ecrins. De weersverwachting is barslecht, de zenuwen staan bangelijk op scherp: koud, warm of regenkleding? En waar is die compeed?
Vanuit de wondermooie camping in Valbonnais rijden we een dik uur naar La Chapelle-enValgaudemar. Volgens het boekje is het slechts 2u30 stappen en 700 m omhoog tot 2271 m. Voor ons met pauzes wordt het 5 uur. Maar machtig mooi, met riviertjes en bruggetjes en telkens een waterfeest bij elke pauze. Nul regen, zelfs een aangename 22°. Ideaal. De laatste klim is best pittig, zowel voor de 70-plussers als voor het kleinste grut.
Eindelijk de hut, mooi verstopt tussen mega rotsblokken, aan een lieflijk meertje. Omgeven door hoge toppen met plukken vuile sneeuw en
CORRECTIE
In Op Weg 2022 4 werd in het mooie artikel over de GR 213A een oud bordje ‘Sentier Européen n°3’ gelinkt aan ‘de allereerste GR ooit’. Het Is maar een detail natuurlijk, maar die link klopt niet. GR 3 is niet hetzelfde als E3. Het Europees pad E3 loopt of liep zoals
gletsjers. Een echte hut met van die stinkende sloefkes voor iedereen en kale banken. Maar ook met bosbessentaart in de aanbieding! En geklingel en getrappel alom: een woeste kudde schapen omsingelt de hut. Vava, verkleed als journalist, spurt naar de herder en komt terug met een groot verhaal over Xavier en zijn 980 schapen van drie boeren-eigenaars. Over hun kleurige verftekens en over zijn twee drijfhonden en drie waakhonden. Over goed hooi en slecht gras en over het wolvengevaar. Xavier spalkt zelf gebroken poten. Eenzaam hard werk. Alle volwassenen staan paf bij zoveel moois en fotogenieks. Maar waar zitten de kleinkinderen? Die komen terug met al even enthousiaste verhalen over schattige marmotten, tot op 10 meter genaderd, precies dikke stokstaartjes, te zot gewoon, en dat gefluit en die stank. Ze componeren ter plaatse een marmottenlied. Om 19u avondmaal met matige, onbestemde kostschoolsoep, gelukkig gevolgd door een rijke rijstschotel, kaas en chocolademousse-perentaart. Tijd voor het kleine volk om naar de stapelbed-
meestal over bestaande nationale paden, in dit geval de GR 13. Dergelijk bordje dateert zeker niet uit de jaren 40, eerder uit de jaren 70, 80 of 90. Je vindt er ook in het GH Luxemburg of in Martelange. Merkwaardig genoeg is er echter wel een link tussen de streek waar de GR 213A doorloopt en de
den te trekken. Intussen lossen de feestelingen een gouden familie-crypto op en zingt een volle berghut ‘Bonne Anniversaire’. Door het bangelijke onweer ’s nachts moeten er plots kantelramen dicht. San slaapt gewoon verder, met gedruppel op zijn oververmoeide slaapkop.

’s Morgens ligt er bloemsuiker op alle toppen. Magisch. Het ontbijt is Frans en best sober. Dalen is een makkie, zelfs doenbaar voor de dikke-knieën-club. Plots laat Bas een wandelstick in de bergrivier vallen. Verloren? Neen, geblokkeerd 100 meter verder. Zijn pa trekt zijn heldenkostuum aan en redt, met groot gevaar voor lijf en leden, een onnozele stick van 7 €. Applaus voor de show.
Om 14u aan de parking van de auto’s en een uurtje later ijsjes en koel bier op een zonnig terrasje. Wat een feest! Moemoe zo blij en vava blij om moemoe en om die wonderlijke tweedaagse.
Jan Aertsen (deelnemer Zomerwedstrijd Op Weg)
vermelde GR-pionier Jean Loiseau. Of hij er geboren is, is onduidelijk, maar zijn vader alleszins wel. En ook al woonde Jean in Parijs, vader en zoon hebben er zeker wandeltochten ondernomen.
Luc SelleslaghGoed-weer-fietser
“Ik ben een goed-weer-fietser geworden”, grapte mijn Nederlandse collega toen ze van werkplek veranderde. Voorheen fietste ze dagelijks 3 km, vanaf nu was het minstens 13 km. Iets te veel van het goede om dagelijks te doen.
Haar grapje zette me aan het denken. Ben ik ook een goed-weerfietser? Voor afstanden minder dan 5 km neem ik altijd de fiets en ook naar het werk verkoos ik altijd een combinatie van fiets en openbaar vervoer. Maar sinds vier jaar is mijn enkeltje woon-werk naar 35 km verhoogd. Eerlijk is eerlijk, de duistere en koude wintermaanden laat ik mijn speed-pedelec staan en combineer ik de wagen met thuiswerk. Maar eenmaal de dagen lengen en de temperaturen ook ’s morgens boven het vriespunt blijven, trap ik maar al te graag die afstand. En ja, ik ben grote fan geworden van het weerbericht en check vaak al om 6u de buienradar. Maar om één of andere mysterieuze reden ben ik nog nooit doorweekt op het werk aangekomen. Steevast blijven de onweersbuien een eindje van mij vandaan of halen ze mij niet in. Misschien fiets ik wel in de juiste windrichting? Omgekeerd is het niet altijd zo, al wachten de hemelsluizen geregeld tot na mijn thuiskomst om open te barsten. De regendruppels die toch eerder durven vallen, worden snel weggespoeld in de vergeetpunt van een overheerlijke douche.

Maakt mij dat ook tot een goed-weer-fietser? Het lijkt erop.
En wat met mijn fietsvakanties? Die zijn stuk voor stuk maanden op voorhand gepland. Wel, ik kan me na vele duizenden kilometers niet herinneren dat het weer ooit een spelbreker is geweest. Echt verzopen ben ik nog nooit. Om de één of andere reden rijdt er blijkbaar een goed-weer-engeltje op mijn schouder mee. Alhoewel, één keer was hij niet mee. Mijn voorlaatste etappe langs de Rijn miezerde het al bij het vertrek. Een mens blijft dan hopen op beterschap. Een thee in een ‘Stehcafe’ en een warme soep in een bedampte brasserie hielden mij op de been. Maar ik fietste van de drup naar de felle regen. Mijn laatste energiereep at ik bibberend op een overdekte brug. Dat gaf mij de kracht om de jeugdherberg te bereiken. Ik kreeg een slaapzaal toegewezen waar ik meteen een half uur onder een veel te hete douche doorbracht, om vervolgens alle natte spullen te verspreiden over de hele kamer. Want dat geluk had ik dan ook weer: ik hoefde de kamer met niemand te delen. De laatste etappe startte weer in de regen en toen ik na enkele kilometers een stationnetje tegenkwam, riep het engeltje dat ik beter de trein zou nemen.
Ik heb geluisterd en ben dus ook een goed-weer fietser.
Hilde Leemans
Volgend nummer
VOLGEND NUMMER
Op Weg juni 2023
Reportages
Schluchtensteig
Hermannsweg
Jotunheimen
Noord-Duitsland
Zwarte Wouden route
Portugese kust
COLOFON
Op Weg is het tweemaandelijks magazine van Grote Routepaden vzw
Grote Routepaden onderhoudt in Vlaanderen bijna 5000 km wit-rood en geel-rood bewegwijzerde GR-wandelpaden en 1.500 km met bordjes gemarkeerde LF-fietsroutes. Meer info op www.groteroutepaden.be
Contact GR-medewerkersteam, Grasmarkt 61, 1000 Brussel, info@groteroutepaden.be, +32 487 20 82 01, Redactie Op Weg: opweg@groteroutepaden.be, + 32 496 606 553
Verantwoordelijke uitgever
Rik Röttger
Hoofdredacteur
Peter Cristiaensen
Eindredactie
Willem Dhaenens, Ann Mulders, Peter Cristiaensen
Redactie
Christina Bloem, Yanick Bos, Bart Caers, Christophe Deblaere, Karen De Pooter , Willem Dhaenens, Daan Duppen, Ignace Fermont, Isabel Hoogewijs, Tom Langmans, Johan Lauwerier, Hilde Leemans, Guy Raskin, Katrien Seynaeve, Wim Vandamme, Dominique Van De Casteele, Marc Vandoren, Guido Vandroemme, Ward Van Loock, Bart Van Santvliet en Steven Vermeylen.
Cartografie
Marc Vandoren, Guy Raskin, Wim Vandamme, Jean-Pierre Tossyn
Werkten mee aan dit nummer
Zeno en Trees, Luc Cieters, Nico Roose, Patrick en Christa Lannoy-Vander Meiren, Luc Essers, Martine Van den Abeele, Jaco van der Maarel, Leo Thielemans, Gerrit Van Campenhout, Cathy De Gusseme en Jan Thys, Bart De Ruytter, Filip De Blieck, Riet Lenaert, Marleen Deprins, Herwig Vermeiren, Johan Daled, Griet Van de Keere en Freddy Cloet, Wim Bracke, Jacques Huinck, Joris Bal, Koen De Roo, Bart Van den Eynde, Tom Ysewijn, Kazimierz Nowak, Ivan Monbailliu, Wim Patry, Jan Aertsen
Coverfoto
Koen De Roo (Op tournee door de UK)
Opmaak en druk
Bredero Graphics, www.brederographics.com
Reclameregie
Peter De Vester, peter@moizo.be, 03 326 18 92
Abonnement
Jaarabonnement (6 nummers): € 37 (€ 35 bij domiciliëring). Voor buitenland €45 (€40 bij domiciliëring).
Schrijf het lidgeld over op rekeningnummer BE 62 4111 0569 7161 BIC = KREDBEBB met als mededeling ‘lidmaatschap + naam + adres’. Registreer je via de website groteroutepaden.be/nl/registreren.
Als abonnee ben je ook lid van Grote Routepaden en heb je recht op tal van voordelen: 10% korting in de GR-webshop, korting in buitensportzaken, een bon van € 5 voor een overnachting in een Vlaamse jeugdherberg en toegang tot de artikeldatabank van Op Weg (gaat terug tot 2003). www.groteroutepaden.be
Overname van (delen van) artikels uit dit tijdschrift is toegestaan mits bronvermelding en schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur.
Deze publicatie wordt gedrukt op papier waarvan de oorsprong gecertificeerd wordt door FSC® (Forest Stewardship Council®). Dit label promoot verantwoord bosbeheer gekoppeld aan sociaal en ecologisch verantwoord ondernemerschap. Grote Routepaden vzw verzekert op deze manier dat het papier met respect voor het milieu werd geproduceerd.



