5 minute read

Op doortournee de UK

We doorkruisten Engeland waar het ongeveer op zijn smalst is en breidden er nog een stukje Wales aan vast. Mede door het fantastische weer werd het een superreis met veel afwisseling: de steden York en Liverpool, de kusten van West-Engeland en Noord-Wales, drie nationale parken (de Yorkshire Dales, Snowdonia, The Peak District) en de Noordzee als toetje.

De wind waait wat af

De meeste trekkers volgen min of meer een rechte lijn en ‘genieten’ soms dagenlang van dezelfde tegenwind. Maar als je na een week terugdraait en de wind hetzelfde doet, begin je je toch af te vragen of er geen wet is die dat zou kunnen verbieden. Van de 15 dagen hadden we 13 dagen ‘headwind’. In sommige afdalingen moesten we zelfs nog bijtrappen om beneden te geraken. Als we dan eens 500 meter meewind hadden, gingen we bijna remmen om die staat van genade even langer te laten duren.

Anderzijds, wanneer voelt een mens zich pas echt fietser? Als je mag en kan opboksen tegen de natuurelementen, toch?

Het regende geen katten en honden

Een boer die begint te hooien, de positief ingestelde trekker ziet dat graag. Want het zal minstens een paar dagen droog blijven. De eerder zwartgallige trekker zal denken dat de boer nog snel zijn hooi wil binnenhalen voor het enkele dagen later gaat regenen. Hoe je het ook draait of keert, wij fietsten 15 dagen door Engeland en Wales en slaagden erin geen enkele keer nat te worden. Zelfs niet in Snowdonia, toch één van de pissoirs van Europa. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Het was zo erg dat zelfs de Engelsen klaagden over te weinig regen. De wereld op zijn kop.

Schaapjes tellen

Als kind werd ik verliefd op het Engelse platteland door de serie ‘All Creatures Great and Small’. Wist ik veel dat veearts James Herriot in de Yorkshire Dales rondliep en dat ik zo’n 40 jaar later door datzelfde prachtige landschap zou fietsen. Onderweg komt een mens inderdaad ‘all kinds of creatures’ tegen. In Noord-Engeland en Wales vooral schapen, in alle kleuren en vormen. Er zouden er zo’n 23 miljoen rondlopen, het arme schaap Liz Truss niet meegerekend. Wij kozen toch voor dit kalfje, een belted galloway. Was het niet vergezeld geweest van papa stier, we hadden er met een zwarte alcoholstift ‘Molteni’ op geschreven.

Duizend foto’s zeggen meer dan één woord

Een zicht is op foto nooit zo mooi als in het echt. Je kan het reliëf, de kleuren en geuren nooit vatten in een beeld, tenzij misschien als topfotograaf. Nochtans waren er tijdens onze reis dagen dat we wel 1000 foto’s hadden willen maken: de paarse heide, de vele groene schakeringen, een kronkelende weg, de stenen muurtjes, nog maar eens een kerkje dat recht uit de middeleeuwen komt gelopen, de bijhorende scheefgezakte grafzerken, het zoveelste oude brugje over een klaterende rivier, een rotspartij, een Engelse tuin… Fotograaf-wandelaars zijn in het voordeel. Tijdens een steile beklimming stop je als fietser liever niet omdat je dan misschien niet meer uit de startblokken geraakt. Tijdens een afdaling laat je je liever goed bollen …

Leve de prachtige bergen! Al gaat het er blijkbaar soms ook omhoog …

Bijna elke fietser zal wel al foto’s getrokken hebben van dit verkeersbord A5. Als je zoiets in de verte ziet opdoemen en de exacte cijfers nog net niet kan (of wil) lezen, houd je je hart altijd eventjes vast. Dit bord in Llanelian deed de moed toch wel even in onze sandalen zakken. Zo’n 40 km meer westwaarts in Fford-Pen-Llech staat zelfs een 40%bord, al bleek het na officiële metingen voor het Guinness Book of Records ‘maar’ om 37,45% te gaan. Toch nog goed voor de steilste helling ter wereld. Voor ons was dit bord reden genoeg om volgend jaar een onderbroek minder mee te zeulen. Ondertussen leerden we ook dat met een gepakte fiets 1000 hoogtemeters op een dag even zwaar zijn als een zak patatten van 50 kilo op de schouders. Nog net te doen, maar echt comfortabel kan je het niet meer noemen.

Puur natuur of luxe?

Of allebei misschien?

Weet je niet precies waar je ’s avonds belandt, dan is het zelfs in West-Europa een beetje avontuurlijk reizen. Kieskeurig ben je dan beter niet, al is het altijd een uitdaging om een leuke slaapplek te pakken te krijgen. Voor de ene mag het puur natuur zijn, voor de ander wat meer luxe. Voor ons primeren de woorden gezelligheid en uitzicht. Elke trekker zal wel de meest uiteenlopende verhalen kunnen vertellen, over romantische tot ronduit ranzige overnachtingsplaatsen. Wij sliepen tweemaal bij ongelooflijk gastvrije mensen thuis (via warmshowers.org), drie maal in een hotelletje en kwamen negen keer op campings terecht. De meeste klein en één wel heel charmante in Penmachno in Wales, waar de schapen zich niet stoorden aan gekke rondtrekkende mensen. En dan was er nog die minder charmante waar ongeveer alles kapot was wat kapot kon. Wat tegelijk ook wel weer grappig was.

Een mens zeult wat mee

Daags voor vertrek zijn onze discussies best grappig. Alles ligt uitgestald op de keukentafel en lijkt onmogelijk in die kleine fietstassen te passen. Wat laten we thuis? Hoeveel scheppen oploskoffie gaan mee? Welk recipiënt gebruiken we voor de olijfolie? Op hoeveel onderbroeken heeft iedereen recht?

Pingpongpaletjes mee of niet? Zou het met 5 tentpiketjes minder ook niet lukken? Moeten die 4 nog net geoogste courgetten echt mee? En die 8 pruimen? Als bestek enkel lepels dit jaar?

Dwarsliggers, boekjes met flinterdun papier die je dwars leest, zijn best handig. Zoonlief koos echter een boek van 604 gram. Vrouwlief vond na het sleuren van de fietsen op de trein – de reis moest dus eigenlijk nog beginnen – een boek met als titel ‘Het geheim van een goede relatie’. Geschat gewicht: 300 gram. Na het lezen van een paar pagina’s wou ze het wel in haar bagage stoppen. Mag je dan als partner lichtjes ontstemd zijn? Niet zozeer omwille van de titel, zo zeker zijn we wel van onszelf, maar omwille van het extra gewicht. Het boekje zou de reis uiteindelijk niet meemaken. Rara. En dan moet alles gestapeld worden. Elke trekker heeft zijn eigen manier. Voortassen hebben wij niet, het bergje achteraan op de fiets is daardoor iets hoger (of ‘indrukwekkender’, of ‘idioter’ …).

De kajaktassen om tent, slaapzakken en slaapmatjes weg te bergen waren dit jaar een positieve vernieuwing. Onder de snelbinders wordt altijd wel iets gedroogd, wat de ordelijkheid niet steeds ten goede komt. En tot slot, trekkers hebben snel een babbel, en nog meer als je een wok meesleurt. Zoals iemand zei: “Some people have a dog, you got a wok.”

Een mens bouwt wat af Het voordeel van fietsen is dat je veel verschillende plekken aandoet. Wij bezochten nabij Ripon het prachtige Fountains Abbey, een bijna 1000 jaar oud Cisterciënzercomplex dat in de 16de eeuw verlaten werd. Een halve dag puur middeleeuws genot. We passeerden in Wales ook het Llangollenkanaal dat rond 1800 werd gebouwd, vooral om kolen te vervoeren. Op een bepaald moment, in Trevor, gaat het kanaal in de vorm van een mega-aquaduct over de Deevallei en varen de toeristische narrowboats zomaar eventjes 38 meter boven de rivier. Ik vermoed één van de weinige plekken op aarde waar een schipper hoogtevrees kan hebben.

York en Liverpool, de kusten van West-Engeland en Noord-Wales, 3 nationale parken (de Yorkshire Dales, Snowdonia, The Peak District) en de Noordzee als toetje.

We kochten een heen-en-terugkaartje voor de boot van Rotterdam naar Hull. Daar aangekomen ‘boekten’ we nog een fietsretourtje Wales en terug. Zowaar gratis. We volgden voor ongeveer 70% het National Cycle Network (www.sustrans.org.uk/nationalcycle-network) en koppelden die stukken aan elkaar via rustige wegen. Onze etappes: Hull –York (88 km) – Ripon (51 km) – Appletreewick

(45 km) – Preston (87 km) – Liverpool (77 km)

– Prestatyn (79 km) – Penmachno (64 km)

– Llangollen (79 km) – Tarporley (69 km) –Chapel-en-le-Frith (70 km) – Midhopstones

(45 km) – Rawcliffe (79 km) – Hull (69 km).

Met zijn lengte van 160 km is de Fish River Canyon na de Grand Canyon in de Verenigde Staten de op één na langste ter wereld. Doorheen de kloof loopt een vijfdaagse trekking van 90 km, een tocht in volle natuur, zonder paden of wegmarkeringen, zonder menselijke aanwezigheid. Dat klinkt als een avontuur dat we niet willen missen.

Æ Tekst en foto’s Christophe Deblaere

This article is from: