5 minute read

De Fish River Canyon Trekking in Namibië

Geen probleem nie

We parkeren onze terreinwagen op de camping in Ai-Ais aan het eindpunt van de canyon. Van hieruit rijden we met een shuttle van de parkrangers naar het startpunt in Hobas. Het is nog donker wanneer we vertrekken en het is ijskoud in de open jeep. Bij de ochtendschemering zien we zebra’s, impala’s en ook een wildebeest. In Hobas melden we ons aan met de permit die we online kochten. Het wordt even spannend: we hebben een permit voor drie personen gekocht, omdat je voor de veiligheid met minimaal drie wandelaars moet zijn om de tocht te mogen maken. Maar we zijn slechts met z’n tweeën. Om onze veilig- heid te waarborgen hebben we een Garmin Inreach aangeschaft. Dit toestel stuurt tijdens het wandelen via een Iridium satellietverbinding onze track door naar het thuisfront. Komen we in de problemen, dan kunnen we met hetzelfde toestel de hulpdiensten verwittigen. “Geen probleem nie”, zegt de vriendelijke dame aan het loket. “Dit is Afrika, voor elk probleem is er een oplossing.” We sluiten formeel aan bij een groep uit Zuid-Afrika en krijgen hetzelfde groepsnummer. We mogen onze eigen trekking maken, mits we ons na de tocht individueel afmelden bij de check-out. Daar controleren de rangers of iedereen veilig en wel de canyon verlaten heeft.

Recht naar beneden

Hobas heeft een viewpoint waar toeristen een stop maken om foto’s te nemen van de canyon. Er ligt ook een groengeschilderde rots met daarop ‘Start of the hiking trail’. En ook nog ‘day hikes or leisure walks down into canyon stricktly prohibited’. We nemen een foto met de groene rots en starten meteen de afdaling naar de bodem van de canyon. 450 meter is een peulschil, denken we, maar dit is andere koek dan de Alpen. Het primitieve pad gaat recht naar beneden en er zijn voortdurend ‘treden’ van zo’n meter diep. Met zware rugzakken is dat niet eenvoudig, zelfs niet met wandelstokken. Pas twee uur later bereiken we met knikkende knieën de dalbodem. Hier slingert de Fish River zich als een groenblauw lint doorheen de canyon. Het water is rimpelloos en kristalhelder. We besluiten om een verfrissende duik te maken en een soepje te warmen. Intussen komen de Zuid-Afrikanen één voor één naar beneden gedruppeld. De laatsten zijn totaal uitgeput en een paar komen niet opdagen. De gids wordt behoorlijk ongerust en gaat een kijkje nemen. Onze pauze heeft lang genoeg geduurd en het is tijd om te vertrekken. We nemen afscheid van de Zuid-Afrikanen en wensen elkaar veel succes.

De bovenloop

Ook de eerste kilometers in de canyon zijn behoorlijk zwaar. De valleibodem is weliswaar enkele tientallen meter breed, maar er is geen pad en het terrein is bezaaid met rotsblokken en rolkeien. We zijn voortdurend op zoek naar de meest efficiënte route. Regelmatig steken we de rivier over of keren we terug op onze stappen. Sneller dan twee km per uur vorderen we niet. Af en toe dwarsen we een zandstrand. Ook dat stapt moeizaam, maar het gaat toch vlotter dan de wankele keien. Na een paar kilometer is onze pijp uit. We kiezen er het meest idyllische strand uit en poten onze tent neer. Het water van de rivier is helder, maar we filteren het toch voor we er eten mee klaarmaken. Dat gaat snel: oplossoep, een gedehydrateerde maaltijd uit een zakje en tot slot een oploskoffie met oplosmelk. Om het geheel wat op smaak te brengen hebben we biltong gekocht, gedroogd vlees van wild. Dat wordt overal in Namibië gegeten. Als het donker wordt, verschijnt een schitterende sterrenhemel die zich omheen een heldere maan in heel geconcentreerd van kei op kei stappen. Daarom blijven we zoveel mogelijk zandstroken opzoeken. Om het fijne zand uit onze schoenen te houden wikkelen we een buff om onze enkels. Gelukkig hebben we altijd een tweede mee. Het landschap is betoverend: de rivier contrasteert met zijn felle kleur heel mooi tegen het decor van zand en rotsen, afgelijnd door de hoge wanden van de canyon. Daarboven schittert een helblauwe lucht. Het is hier elke dag uitstekend wandelweer: kurkdroog en niet te warm. De Namibische winter is een droog seizoen met aangename temperaturen, in tegenstelling tot de zomer die nat en veel te heet is. Laat in de namiddag zoeken we opnieuw een zandstrand als bivakplaats. We verfrissen ons in de rivier terwijl een maraboe waakzaam toekijkt. de rivier weerspiegelt. Het is lang geleden dat de Melkweg zich zo mooi liet zien. Koud is het niet, maar we maken toch een klein kampvuurtje, gewoon voor de gezelligheid.

Namibische winter

Ook de volgende dag blijven de grote velden met rolkeien lastig om te overbruggen. De stenen zijn zo groot als voetballen en je moet

En verder

De leukste manier om Namibië te bezoeken is een terreinwagen met daktent huren. Je kan overal kamperen en in alle vrijheid de meest interessante plaatsen bezoeken. We deden het vorige zomer en trokken door de Namib woestijn, we beklommen hijgend de duinen van Sossusvlei, bewonderden vol verwondering de Rock-art in Twyfelfontein, haalden onze neus op voor de verschrikkelijk stinkende zeehondenkolonie bij Cape Cross, reden heel eenzaam langs de scheepswrakken van de verlaten Skeleton coast en vergaapten ons aan Afrika’s wilde dieren in het wildpark van Etosha.

Morgen wordt de canyon breder, het terrein zal makkelijker zijn en we verwachten dat we dan sneller vooruit zullen gaan.

De benedenloop

Het terrein wordt inderdaad makkelijker. Ook onze rugzak wordt steeds lichter. We halen snelheden tot vier per uur en stappen nu bijna twintig km per dag. De Sulphur Springs is een warmwaterbron, maar we hebben geen tijd voor een zwempartij en stappen ijverig verder. De canyon blijft schitteren: hij wordt steeds breder en de points of interest rijgen zich aan elkaar. We volgen ze op de kaart en proberen ze op het terrein te herkennen: de Rapids, Pulpit Rock, Tamarisk Bush, de Walls of Jericho en de Zebra pools. In de Fool’s Gold Corner blijkt geen goud te bespeuren. We temperen meteen maar onze verwachtingen voor Bikini Beach. Wel vinden we af en toe een schoen met een losgekomen zool. Eigenaardig zijn ook de blote voetensporen die we regelmatig in het zand terugvinden. We vragen ons af of het moge- lijk is om deze tocht op blote voeten te maken. En bedenken dan plots dat je ook zo’n sporen nalaat als je op Barefoots stapt.

Wanneer we onze maaltijd klaarmaken, komt de jakhals likkebaardend dichterbij. We gunnen hem wat chili con carne en gedroogde biltong.

Waar de canyon nog wat breder wordt, vinden we de resten van een verroeste Vespa. Die is hier gestrand in 1968, toen de Cape Town Vespa Club de canyon per scooter wou overwinnen. Ze hebben hun drie vehikels (Veni, Vidi en Vinci) zo ver mogelijk gereden, dan in een bootje vervoerd en tenslotte met touwen voort- gesleurd. Vidi is het verst geraakt en staat netjes op een rotsblok.

De canyon is ook anderen fataal geworden. Luitenant Thilo von Trotha van het Duitse koloniale leger werd in 1905 door Nama krijgers neergeschoten. Zijn eenzaam graf op een kleine heuvel kijkt voor eeuwig uit op de canyon.

Jakhals

Een paar shortcuts snijden op dag vier een meander af en bieden bovendien een paar mooie uitzichtpunten. Een van die inkortingen start zowaar in een smalle kloof die achter een struik verborgen zit. De canyon wordt nog breder en er zijn af en toe wat bomen en struiken. Wanneer we de laatste avond onze tent opzetten horen we geritsel in het struikgewas. Het is een nieuwsgierige jakhals die ons voedsel heeft geroken. Met zijn slimme blik heeft hij iets van de gevatheid van een vos, maar hij is groter en robuuster. Wanneer we onze zoveelste gedehydrateerde maaltijd klaarmaken, komt hij likkebaardend dichterbij. We gunnen hem wat chili con carne en gedroogde biltong.

Voor de Fish River Canyon heb je een permit nodig, online te bestellen bij de Namibia Wildlife Resorts (www.nwr.com.na). Slingsbymaps publiceert een uitstekende wandelkaart van de canyon (www.slingsbymaps.com). Je kan de reis volledig zelf organiseren of je kan je laten bijstaan door een touroperator, bijvoorbeeld door Joker (www.joker.be).

Cold beer

De laatste dag zetten we er vaart achter. Het pad is goed en we halen zowaar zes km per uur. Dat is ook nodig, want vanaf hier zijn er muggen en die achtervolgen ons aan hetzelfde tempo. Het is ook uitkijken voor een grote kolonie bavianen op ons pad. De meesten spurten krijsend weg, maar een gemeen kijkend mannetje blijft rustig zitten. We negeren hem en wandelen stoïcijns voorbij. De

This article is from: