5 minute read

SMOORVERLIEFD op de vallei van de Doubs

Next Article
Goed-weer-fietser

Goed-weer-fietser

Ik moest er even uit. Ergens op de fiets stappen, op zoek naar weer een gezonde, grijze massa. Een midweek in Bourgogne-Franche-Comté viel me als geschenk in de schoot. Langs de rivier de Doubs en grotendeels op de EuroVélo 6 kreeg ik 300 km de tijd om mijn hoofd leeg te maken.

Æ Tekst en foto’s Wim Vandamme

“Begin oktober was geen bezwaar”, antwoordde Marie-Hélène, Attachée de Presse et de Promotion van de regio. “On se croirait dans un chenil ici.” Die uitdrukking moest ik even opzoeken. Bakken regen en veel wind, alles sterft af in de herfst. Ik koester de herfst. Niets kon me tegenhouden. Integendeel, “I love it!”

Melkproductie

Valt me dat even tegen wanneer ik met mijn Cambio in de kunst- en geschiedenisstad

Montbéliard de parking van het hotel oprijd. Het is 27°. Onder een staalblauwe hemel verken ik het oude stadscentrum met zijn rijkdom aan veelkleurige gevels en oude (renaissance) gebouwen. De rijk versierde Lutherse tempel van Saint-Martin is de grootste en oudste reformatiekerk van Frankrijk. Op een steenworp afstand van het stadscentrum kijk ik met verbazing naar het ‘archipelschip’, een eerbetoon aan Galileo. Het is een 40 meter hoge sculptuur die de tuin domineert en de grootste zonnewijzer ter wereld vormt. En dan heb ik ‘la Montbéliarde’ nog niet ontmoet, een geharde en bescheiden koe met een hoge melkproductiviteit.

Kere ke were

Ik ben vroeg uit de veren en heb me voorgenomen deze namiddag ‘op tijd’ in Besançon te zijn om het geboortehuis van Victor Hugo nog te kunnen bezoeken. Maar ik zie het al wanneer ik ’s ochtends uit het venster kijk. “’t Is an’t smôorn”, zeggen we in West-Vlaanderen. “Une purée de pois”, in mooi Frans. Mist. Dichte mist. Zeer dichte mist. En toch, zonder twijfelen spring ik op mijn fiets. De routebewijzering is nauwelijks te zien. Fietsen in mistig weer met een bril op is geen pretje en even speel ik met het idee om hem af te zetten, maar dan krijg ik barstende hoofdpijn. En dus fiets ik verder de mist in. Ter hoogte van Brebotte zie ik plots half weggedoken in de struiken een bordje Belfort naar rechts. En Besançon naar links. En ik kom van links… 8 km in het grote niets gefietst. De stilte, de geur van de mist, het spiegelgladde wateroppervlak, de verschillende tinten grijs, … zalig, maar ik ben verkeerd! “Kere ke were...”

Lille? Ah Isle!

Ik blijf verder in de zeer dichte mist fietsen. En dat zal de komende voormiddagen ook het geval zijn. Maar alles wat de mist verhult, kan ik in mijn fotografisch voordeel gebruiken. Schoonheid zien op plaatsen waar anderen aan voorbij fietsen. Een wereld zonder kleur met alleen grillige schimmen, zonder storende, afleidende elementen. Zoals de pijlers van de Pont-Levis over het Rhône-Rijnkanaal, die als twee grijpgrage handen uit de mist opduiken. En ik blijf verder in nog dichtere mist fietsen. Zalig. Kilometers lang. Rechtdoor een helling op, het bos in. Waarom ik nu plots een geelblauwe aanduiding volg, ik breek er vandaag nog steeds mijn hoofd over. En hoe meer ik denk ‘ik fiets verkeerd’, hoe verder ik het bos in fiets. Vallend, opstaand, altijd maar hoger, over de Mont de Bellenoie tot in godbetert Accolans. Een verdwaalde Belg op zoek naar de EuroVélo 6 … En het Frans dat ze hier spreken klinkt alsof het door een rasp is gehaald.

“Ensuite, il faut retourner à Lille.”

“Lille? Montrez-moi s.v.p. Ah Isle s/le Doubs!”

Ik ben nauwelijks 30 km ‘en route’ terwijl er al 65 op mijn teller staan. Het mistgordijn is nu helemaal opgetrokken. Ook de volgende dagen verschijnt een blauwe hemel klokvast op de middag.

Ik zie het al wanneer ik ’s ochtends uit het venster kijk. “’t Is an’t smôorn”, zeggen we in WestVlaanderen. “Une purée de pois”, in mooi Frans.

Impressionistisch

Je ‘mist’ veel wanneer je door een dikke muur van in de lucht zwevende waterdruppeltjes langs de oever van grote en kleine wateren fietst. Nochtans is dit stuk van de EuroVélo 6 in de glooiingen van de Jura bezaaid met kleine en grote historische plaatsen. Ik glijd langs indrukwekkende hellingen, uitstekende rotsen, oude kanalen, tunneltjes, sluisjes, hotels en werkhuizen uit lang vervlogen tijden. Bij de vele grijze silhouetten slaat mijn fantasie op hol. Zouden de grote Franse impressionisten Renoir, Monet, Pissarro en Degas dit ooit hebben gezien? Vlakbij Voujeaucourt, op de brug waar de Doubs, het Rhône-Rijnkanaal en de Allan samenvloeien, valt er plots heel even een streepje zon door de dikke mist. Dole ademt water, Vauban en Louis Pasteur, ook wanneer een dikke brij wit de stad aan het oog onttrekt. Op de Passerelle des Poètes snijdt een grillige witte streep het water in twee alsof een opening wordt gemaakt voor meer kleur. Uit het niets duikt bij de oversteek van het kanaal in Damparis een recent beeldhouwwerk van Pascal Coupot op. L’enfant et la Science. Ik kijk verbaasd naar vaders en zonen, zittend of staand op de oever met de vishengel in de hand, turend naar een onzichtbaar punt in het water. En dat op een woensdagochtend, wanneer kinderen in Frankrijk geen school hebben ...

Kleurrijk

De kleurrijke outfits van de talrijke fietstrekkers op leeftijd zijn wellicht géén statussymbool. Ooit waren de kleurrijke daken van geglazuurde gladde tegels op de kerken dat wel. En het wordt nog kleurrijker. In de velden liggen in roze (jawel), blauwe, groene, gele en zwarte wikkelfolie bedekte balen. Voor elke verkochte folie doneert de fabrikant een deel van de opbrengst aan de strijd tegen kanker. Roos staat voor borstkanker, geel voor kinderkanker, enz …

Nostalgie

Langs de oever van kanalen met stilstaand water vertellen oude boten en afgeschilferde reclameslogans op vergane hotels hoe het vroeger was. Maar weg van het water, scherend langs rotspartijen die me verbaasd aanstaren, wordt het landschap weidser. Hoog boven de rotsen duiken kasteelruïnes op. Die van Montferrand-le-Château tronen op de rand van een ravijn van 120 m diep en kijken dominerend uit over de Doubs. Om Besançon te verlaten moet je door een 400m lange fietstunnel onder de citadel. Het doet me nostalgisch terugdenken aan mijn prille jeugdjaren en de scheepstunnel op het Kanaal Bossuit-Kortrijk, ‘de Souterrain’. In Thoraise vormt een smalle

‘Souterrain’ een zijtak van de Doubs die helemaal rond het dorp loopt. Ik fiets warempel voorbij Saint-Vit en Rochefort en kom (Gewijde van) Dampierre tegen. Hier ligt een historische sluis met een uitnodigende picknickplaats en ik slaag er een praatje met Roberto en Elana, een Italiaans koppel dat fietst van hier naar daar. Naturalmente.

Fotografisch hart

Op 47.1712° - 5.7846°, 26km voor Dole, heet het infobord ‘Entrée Jura’ me welkom. Precies Zwitserse precisie. Op dit deel van het RhôneRijnkanaal begrenzen kliffen het fietspad. Het is een hele mooie passage. In La Barre ter hoogte van de 40m hoge watertoren heb ik zowaar een hoogtegevoel, maar nog géén hoogteziekte. In het oude vestingstadje Rochefort-sur-Nenon zijn de versterkte inkompoort, een aantal huizen en een kapel 15de-eeuwse getuigen van wat ooit een gouden periode was. Boven de rotswanden heb je een prachtig uitzicht en bij helder weer is het mogelijk om de Mont Blanc zien, maar ik pas. Ik heb al genoeg wit gezien.

In de oude universiteitsstad Dole, gelegen op een oude Romeinse weg, begint mijn historisch hart sneller te kloppen en mijn fotografisch oog in alle richtingen te schieten. “Je fotografeert je vingers nog bloot tot op het bot”, grapt Sigmund, een vriendelijke Duitser met ligfiets op weg naar Mulhouse.

Côte-d’Or

Ongemerkt verlaat ik het departement Jura en fiets door naar het departement met de misleidende naam Côte-d’Or. Die verwijst naar de gouden kleuren van de wijngaarden in de herfst. Niet alléén de godin Sauconna – de Saône is een traag door een vrij vlak gebied meanderende rivier – houdt me vanaf dan gezelschap, maar ook de toeristische fietsroute La Voie Bleue (V50). Fluitend fiets ik verder, voorbij Saint-Jean-de-Losne, een van de kleinste gemeenten van Frankrijk, maar met de grootste rivierjachthaven van het land. In het onooglijke Lechâtelet zijn Valérie en Cyril sinds 2022 de nieuwe eigenaars van Cascarot. Ze hebben een geoefend oog voor zeilers en fietsers en ‘glace de qualité’ voor de fijnproevers. Het roestig uithangbord aan de gevel doet dit niet vermoeden. Hugo en Elisa, prille Spaanse zeventigers op Moma Trekking Bikes, vergasten me op het buitenterras met een warme tas straffe koffie.

Analoge fotografie

Nog 44 km naar Chalon, mijn eindpunt. Het is hier rustig, landelijk en

This article is from: