VMT 3 (2016)

Page 40

VOEDINGSMIDDELEN, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE 2016 | EDITIE 3 PIA-STANDAARD TEGEN FRAUDE • NIEUWE VERSIE VAN BRC • MEMBRANEN EFFICIËNT KIEZEN • APPS VOOR GEZONDE KEUZE • ERKENNING SCHEMA’S • VERSPILLINGSFABRIEK KENNISCENTRUM Standaarden voedselveiligheid ema: WWW.VMT.NL

FOR YOUR NEXT CAREER MOVE IN FOOD

QUALITY COORDINATOR EXTERNAL MANUFACTURING

OVERTUIGENDE CONTINU VERBETERAAR MET FOCUS OP KWALITEIT EN PROCES

NIJMEGEN

Mead Johnson Nutrition is één van de grootste fabrikanten van zuigelingenvoeding ter wereld en bestaat al ruim 100 jaar. Zij verkoopt meer dan 70 producten in ruim 50 landen. In Nederland bestaat het assortiment uit standaard zuigelingenvoedingen en uit voedingen voor zuigelingen met voedingsproblemen. Over de gehele wereld doet zij omvangrijke onderzoeken, waarmee wordt bijgedragen aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van babyvoeding. In Nijmegen staat een productieplant waar geproduceerd wordt voor markten in Europa, Azië en Latijns Amerika. Kwaliteit, leverbetrouwbaarheid en efficiëntie spelen een belangrijke rol. Voor de afdeling Quality Support zijn wij op zoek naar een Quality Coordinator External Manufacturing, verantwoordelijk voor het optimaal borgen van de kwaliteit van de eindproducten die door third parties worden geproduceerd zodat ze voldoen aan de strenge kwaliteits- en voedselveiligheidseisen van Mead Johnson Nutrition. Consultant: Janneke van der Logt, telefoon 0317-468686 of 06-23637490

KWALITEITSSPECIALIST

EINDVERANTWOORDELIJKE ROL VOOR KWALITEIT VAN DE PRODUCTIELOCATIE

Ten Kate Vetten B.V. is een belangrijke Europese producent van hoogwaardige, dierlijke vetten en eiwitten met een wereldwijde export. De afnemers zijn bedrijven in de levensmiddelen-, diervoeding- en technische industrie. Totaal werken er ± 200 medewerkers, de omzet bedraagt ruim € 120 miljoen. Het hoofdkantoor bevindt zich in Musselkanaal. In Nederland staat een plant in Ter Apelkanaal en in Duitsland staan 2 plants. Door gebruik te maken van verschillende technieken produceert zij diverse eindproducten zoals verpakte vetten, lardoil en functionele eitwitten. Voor de locatie in Ter Apelkanaal zoeken wij een zelfstandige Kwaliteitsspecialist die verantwoordelijk is voor het opstellen, verder ontwikkelen en borgen van het beleid op het gebied van kwaliteit. Tevens is deze proactieve professional nauw betrokken bij kwaliteitszaken en -projecten voor de 2 locaties in Duitsland.

Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126

QUALITY MANAGER EXTERNAL LABORATORIES

VEGHEL CENTRE OF EXPERTISE POSITION IN A VIBRANT & BUSINESS CRITICAL ENVIRONMENT

A job at Mars is never just a job. It’s an adventure. A journey. Anything but blindly following what other people tell you to do. With Mars, the decisions you make matter. It means you can rewrite the rules and build new solutions. You can develop your ideas and create new successes. In fact, in a culture that’s all about freedom, personal responsibility and entrepreneurship – and with brands active in 180 countries and sales of over $30 billion – you can make it mean more no matter where you join Mars. Mars offers an environment that considers your personal qualities and stimulates (international) career opportunities. So the question is, what will your story be? Start a new chapter at Mars as a Quality Manager External Laboratories. You will be responsible for the quality of the external chemistry laboratory network.

Consultant: Dirk-Jan van Veldhuizen, telephone: +31(0)317-468686 or +31(0)6-53137885

PROCESTECHNOLOOG

GROEIFUNCTIE

IN ÉÉN VAN KRAFT HEINZ´ BELANGRIJKSTE FABRIEKEN IN EUROPA

ELST (GLD.)

The Kraft Heinz Company is één van de grootste voedingsmiddelen-concerns ter wereld. In Nederland heeft zij met top A-merken als Honig, De Ruijter, Karvan Cévitam, Roosvicee, Wyko en natuurlijk met Kraft Heinz zelf, een leidende marktpositie. Het succes wordt bepaald door een ambitieuze en professionele instelling, binnen een informele cultuur die gericht is op breed samenwerken in en met alle schakels van de business. Met veel ruimte voor originaliteit, ondernemerschap en bevoegdheden op basis van verantwoordelijkheid. Eén van de strategieën is continue innovatie, waarbij de consument aangenaam verrast wordt. Dit betekent een continue verbetering en investering in kwaliteit, productbeleving en recepturen. Voor de Plant Sauzen in Elst zoeken wij een gedreven Procestechnoloog, verantwoordelijk voor het optimaliseren en verbeteren van nieuwe en bestaande productieprocessen en implementeren van nieuwe producten en verpakkingsmaterialen in de productie.

Consultant: Janneke van der Logt, telefoon 0317-468686 of 06-23637490

REGULATORY SCIENCE INNOVATION MANAGER EU

SEEKING CONTINUOUS CHALLENGES IN REGULATORY INNOVATIONS

NIJMEGEN

Mead Johnson Nutrition is a fast growing world leader in baby and infant nutrition. The vision of the company is to be the world’s leading provider of science based pediatric nutrition and specialized nutritional products. Mead Johnson Nutrition is highly dedicated to create nutritional brands and products trusted to give infants and children the best start in life. With over 250 employees, Nijmegen regional Supply and Innovation Centre develops and produces for the European, Asian and Latin American markets. Quality, reliability, innovation and ethics are considered important at Mead Johnson. Mead Johnson R&D Europe is integrated in the Nijmegen facility. To strengthen the Regulatory and Nutrition Science team we are searching for a Regulatory Science Innovation Manager EU who is responsible for the development of regulatory innovation plans in cooperation with stakeholders in alignment with the regional business strategies.

Consultant: Daphne van der Hee, telephone: +31(0)317-468686 or +31(0)6-53868415

Voor meer informatie zie onze website: www.dupp.nl of mail uw reactie naar: info@dupp.nl

RECRUITMENT EXECUTIVE SEARCH INTERIM MANAGEMENT FOOD GENERAAL FOULKESWEG 66 6703 BW WAGENINGEN 0317-468686
TER APELKANAAL

Staat u voor veilige, verantwoorde en eerlijke voeding?

Vinçotte ISACert Nederland biedt u innoverende audit-, verificatie- en certificatieoplossingen voor uw agro-food business.

Wilt u voedingsmiddelen leveren die aan de eisen en verwachtingen van uw klanten voldoen op het gebied van veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid? Op zoek naar onafhankelijke expertise die u verder helpt? Vertrouw op de deskundigheid van Vinçotte ISACert Nederland. Zo kunt u echt gerust zijn.

www.isacert.nl

ISACert wil vertrouwen toevoegen aan de internationale levensmiddelenketen. Daarom maken wij voortaan deel uit van de Vinçotte groep. Dit maken we duidelijk met ons nieuwe logo. Vinçotte ISACert Nederland is hierdoor in staat om hoogwaardige audit en certificatiediensten te realiseren, waarmee we toonaangevend zijn voor certificatie op het gebied van productveiligheid, -kwaliteit, -traceerbaarheid en -integriteit.

A Vinçotte company
04 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 INHOUD
10.
. . . . . . . . . .
Nieuwe standaard Product Integrity Audit moet bewustzijn risico’s vergroten . . . . . . .
. . . .
14. IFS Food versie 6 verder ontwikkeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28. Orient Plaza klaar voor onaangekondigde audits . . . . . . 42. Verspillingsfabriek klaargestoomd voor productie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Foto cover: Guy Ackermans

Nieuws

6 Nieuws

47 Technisch nieuws

49 Agenda

50 Colofon

Thema: Standaarden

Met de jaarlijkse GFSI Conferentie net achter de rug behandelt VMT in dit themanummer belangrijke ontwikkelingen in voedselveiligheidsstandaarden.

10 Fraude tegengaan met PIA-standaard

14 IFS Food evolueert naar versie 7

16 BRC ontwikkelt standaard verder

21 NVWA accepteert schema’s

22 Smachten naar erkenning schema’s

24 Risico’s nemen voor risicobeheersing

28 Van restaurant naar AA-certi caat

Ingrediënt & Product

32 Innovaties door de keten heen

Technologie & Techniek

34 E ciënt kiezen van membranen

38 Assetmanagement in voedingsindustrie

Marketing & Consument

40 ‘Gepersonaliseerd voedingsadvies werkt’

Duurzaamheid & MVO

42 Van afval naar voedingsmiddel

Dutch Audit Organization

Bij het schrijven van deze bespiegeling voor dit themanummer over voedselveiligheidsstandaarden is de GFSI Conferentie in Berlijn nog gaande en vliegen de recalls me om de oren. Het eerste moet het laatste voorkomen, maar dat blijkt moeilijk, al meer dan twintig jaar.

Dit themanummer leert dat verplichte, onaangekondigde audits nog een kwestie van tijd zijn – dat naast voedselveiligheid productintegriteit sterk aan belang wint. Albert Heijn heeft daar zelfs een nieuwe standaard voor ontwikkeld. Met een aparte audit, want integriteitpreventie en borging controleren vergt andere vaardigheden dan voor voedselveiligheid. Voor beide is de bedrijfscultuur het allerbelangrijkste. Voelt een directie en RvA bij fabrikanten wel tot in haar tenen de behoefte om veilig voedsel te produceren? Heeft de retail wel de absolute wil om de kwaliteit, veiligheid en integriteit van hun producten te garanderen? Is kwaliteitsmanagers er vrijwel alles aan gelegen om verbeteringen doorgevoerd te krijgen? Ik denk het niet.

Het wordt hen ook gemakkelijk gemaakt door de manier waarop voedselveiligheidssystemen worden gecontroleerd. Van meet af aan bevat dit de fundamentele weeffout dat degene die wordt geïnspecteerd zijn controleur betaalt. Daarmee is de gewenste diepgang en scherpte er nooit gekomen en polderen we op alle niveaus met deze vorm van matchfi xing door en zijn we er met zijn allen nog verbaasd over ook dat de NVWA die schema’s maar niet wil accepteren.

De NVWA trekt er hard aan om privaatrechtelijke systemen mee te laten wegen in hun toezichtsregime. Internationaal is daarvoor grote belangstelling. Hopelijk willen en zijn regeringen wel in staat deze weeffout te verhelpen en krijgt Nederland daarmee een nationale, onafhankelijke auditorganisatie.

05 COLUMN
Hans Damman • h.damman@mybusinessmedia.nl

Mona

Uit onderzoek van Mona blijkt dat er behoe e is aan exclusieve soorten vla. Daarom komt de Nederlandse toetjesmaker nu met Intense Vla. Die is er in de smaken Pure Chocolade, Rijke Vanille en Chocolade Hazelnootsmaak. “Vla is als premiumproduct een toevoeging op het bestaande toetjesrepertoire van pudding, mousse, yoghurt en kwark”, aldus Emilie Heesters, brandleader van Mona. De Intense Vla is volgens Mona een rijke, stevige variant, gemaakt met eersteklas ingrediënten. Voor de variant Rijke Vanille zijn bijvoorbeeld vanillestokjes en vanille-extract uit Madagaskar gebruikt. In de chocoladevariant zit echte chocolade. In alle drie de varianten is Nederlandse weidemelk verwerkt.

.............................................................................................www.mona .nl

Albert Heijn

Albert Heijn breidt het schap bewuste & feelgoodproducten uit met honderd nieuwe producten in vier categorieën. De nieuwe producten spelen volgens de supermarkt in op de behoe en van klanten met een bewuste levensstijl. Zo introduceert Albert Heijn pasta op basis van peulvruchten als rode linzen of kikkererwten, net als pasta’s op basis van haver, quinoa en boekweit en zeewier. Ook nieuw in het assortiment zijn producten van zaden en noten die net na het ontkiemen zijn geoogst. Verder neemt de supermarkt een alternatief voor chips op, namelijk fruit- en groentechips van onder meer appel, perzik, paprika of bietjes, en waaraan geen suiker of vet is toegevoegd. Daarnaast zijn repen en vers geperst fruit andere uitbreidingen van het assortiment.

..................................................................................................www.ah.nl

Duurzaamheidstool

Het meetinstrument van e Sustainability Consortium (TSC) is nu ook toepasbaar om de duurzaamheid van Nederlandse voedingsmiddelen in de breedste zin te verbeteren. Die conclusie trekken Ahold, Rabobank, ZLTO en Wageningen UR na een driejarige pilot in Nederland met de wereldwijd geharmoniseerde vragenlijsten. Met de feedback van leveranciers van Ahold die een vragenlijst kregen voorgelegd, kon TSC de indicatoren van de tool bijschaven. De toelichting op de indicatoren zorgde voor een betere afstemming met al breed toegepaste duurzaamheidsinitiatieven zoals Global Gap en BSCI.

................................................................................www.wageningenur.nl

Eicode-app

Met de nieuwe gratis Eicode-app kunnen consumenten zien van welke boerderij hun eieren komen. Daarnaast kunnen ze zien hoe de kippen worden gehouden en of de boerderij is gecerti ceerd. De applicatie werkt aan de hand van de unieke code die op de eieren staat. Doel ervan is de traceerbaarheid van eieren van legpluimveehouders die deelnemen aan het kwaliteitssysteem IKB Ei vergroten. De app is ontwikkeld door Stichting Ovoned in samenwerking met KAT, het Duitse kwaliteitssysteem voor eieren. ovoned avined.nl

Nieuws online

• Goede testmethoden om antibioticaresistente bacteriën te detecteren in voeding ontbreken. En dat terwijl antibioticaresistentie wereldwijd razendsnel om zich heen grijpt. Nederland vertolkt een voortrekkersrol om dit probleem aan te pakken.

• De lupinedranken van Prolupin zijn op de Duitse markt beschikbaar in aseptische kartonnen verpakkingen van SIG Combibloc. De dranken maken deel uit van de veganproductlijn Made with Luve, producten gemaakt met eiwit van lupine die groeit in Duitsland.

• Bij een groot aantal landelijk opererende supermarktketens in Australië zijn recalls uitgevoerd voor verschillende soorten zakken gemengde salade.

Breid uw abonnement uit naar een VMT optimaal abonnement en lees naast het vakblad alle informatie op vmt.nl

Minder suiker in Taksi en Fristi

De hoeveelheid suiker in in de drankjes Taksi en Fristi is de afgelopen zes jaar gedaald met tientallen procenten. Dat waren niet de enige voedingsmiddelen. FrieslandCampina bracht bij zijn hele productportfolio het suikergehalte omlaag. FrieslandCampina is in 2009 in Nederland gestart met een groot suikerverlagingsprogramma.

In de afgelopen zes jaar verlaagde het concern onder andere het suikergehalte van Mona luchtige pudding met 17 procent, van Taksi met 30 procent en van Fristi met 44 procent. FrieslandCampina verwerkt per jaar ruim acht miljoen kilo suiker minder in zijn producten. De verlaging beïnvloedt de smaak en de textuur van producten.

Om dit te compenseren, zijn aanpassingen in recepturen nodig die relatief veel onderzoek en ontwikkeltijd vragen. Ook moeten consumenten vaak wennen aan de veranderde smaak. Daarom past FrieslandCampina de receptuur in kleine stappen aan. Op deze manier wordt de zoete smaak geleidelijk, bijna ongemerkt, verlaagd. FrieslandCampina hee zich in 2014 aangesloten bij het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Hierin hebben overheid en voedingsindustrie afspraken gemaakt over verlaging van suiker, vet en zout in voedingsmiddelen.

06 NIEUWS IN HET KORT
................................................................................................www.vmt.nl
......................................................................www.frieslandcampina.com

Mars haalt miljoenen repen terug

In Duitsland is in een chocoladereep van Mars een stukje plastic gevonden. Dit is de start van een grote terughaalactie van miljoenen repen in zo’n zestig landen, waaronder Duitsland, Nederland en België.

Een Duitse consument vond een stukje plastic in een Snickers mini. Hij stuurde het product naar de klantenafdeling van de snackproducent. Verondersteld wordt dat het gaat om een stukje PE-plastic, a omstig van een beschermingsdop van een van de leidingen, vertelt een medewerker van de afdeling Corporate A airs van Mars Nederland. De terugroepactie hee prioriteit, maar tegelijkertijd wordt uitgezocht hoe het plastic in de Snickers mini kon komen.

“Omdat we niet met zekerheid kunnen zeggen of ook andere producten van de productielijn plastic bevatten, roepen we vrijwillig alle producten terug met houdbaarheidsdata tussen 19 juni 2016 en 8 januari 2017.”

De terugroepactie betre miljoenen candybars Mars, Snickers, Milky Way mini, Celebrations en Mini mix in bijna zestig landen. In Nederland gaat het naar schatting om vier miljoen repen. In België

zou het eerder gaan om honderdduizenden dan miljoenen, vertelt Kathy Heungens van Mars Belgium in krant De Standaard. “En dan gaat het eerder om 700.000 dan om 200.000.” De woordvoerder van Mars Nederland benadrukt dat PEplastic geen kwalijke e ecten hee in het lichaam bij consumptie. Daarnaast gee ze aan dat het een

Kwalitatief goede eiwitten

Wie vaker vlees vervangt voor alternatieve eiwitten, krijgt geen tekort aan kwalitatief goede eiwitten. Dat is de conclusie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) na een onderzoek naar nieuwe eiwitbronnen.

Het RIVM onderzocht of de overstap naar voedingsmiddelen met nieuwe eiwitbronnen gevolgen hee voor de hoeveelheid eiwitten die Nederlanders binnenkrijgen en de kwaliteit daarvan. Het onderzoek richtte zich op de consumptie van vlees- en zuivelvervangers, zoals soja, lupine, algen

en insecten (sprinkhanen en meelwormen). Ook onderzocht het RIVM kweekvlees. Dit is op dit moment nog niet als producttoepassing voor consumenten te verkrijgen.

De onderzoekers constateren dat eiwitten in nieuwe voedingsmiddelen iets minder goed door het lichaam worden opgenomen of een minder gunstige samenstelling aan aminozuren hebben.

Ondanks dat krijgen Nederlanders voldoende hoogwaardige eiwitten binnen. Vrijwel niemand gebruikt uitsluitend nieuwe eiwitbronnen. Het voedingspatroon blij meer dan genoeg traditionele eiwitten bieden. In een gangbaar

geïsoleerd incident is en dat er geen risico is bij andere producten van Mars. Mars zette extra medewerkers in om alle vragen over de recall te kunnen beantwoorden. De ingeleverde repen worden vernietigd.

07 MEER NIEUWS OP WWW.VMT.NL NIEUWS VMT . 11 MAART 2016 . NR 3
...................................................www.mars com
......................................................www.rivm.nl
Nederlands voedingspatroon komt het grootste deel van de eiwitten uit vlees, zuivel en ei.

A-merken in de li door innovatiekracht

Na jaren van afnemende groei, met 2013 als dieptepunt, slaan A-merken de weg omhoog weer in. Ze groeien sneller dan huismerken door de focus op innovatie. Zonnatura is hiervan een goed voorbeeld.

Dit blijkt uit de jaarlijkse Merken Top 100 die onderzoeksbureau IRI in Foodmagazine publiceert. Afgelopen jaar nam de omzet van A-merken toe met 1,3 procent, terwijl de huismerken groeiden met 0,3 procent. Daarmee presteren de A-merken beter dan de afgelopen twee jaar maar zitten ze nog niet op het niveau van 2008 toen de groei 5,1 procent bedroeg. Volgens IRI is de opgaande lijn te danken aan het herstel van innovatiekracht van A-merken. Zonnatura en Quaker zijn voorbeelden van merken die het afgelopen jaar veel nieuwe producten introduceerden. Zonnatura maakt op nummer 99 een comeback in de top-100 van succesvolle A-merken. Het merk pro teert door de groeiende markt van bewuste voeding en door de stroom aan innovaties die zorgen voor een sterke groei, stelt IRI.

Campina blij met een tweede plaats in de overall ranking het grootste A-merk in voedingsmiddelen. Douwe Egberts (3), Coca-Cola (4), Heineken (5) en Unox (6) zijn andere hoogvliegers. Hoewel Coca-Cola net als vorig jaar plaats nummer vier inneemt, staat die positie onder druk. De colaconsumptie neemt af ten faveure van water, maar ook alcoholvrijbier. Heineken dat zich op dit gebied sterk pro leert, zit met Radler de frisdrankenfabrikant op de hielen.

Gelijke portiegroottes gewenst

De verschillen in portiegroottes op productverpakkingen leiden volgens de Consumentenbond tot veel verwarring. De bond wil dat hier meer duidelijkheid in komt. Ook de FNLI is voorstander van het gebruik van zoveel mogelijk gelijke portiegroottes.

Traditioneel

Voor vergelijkbare producten gebruiken fabrikanten nu vaak verschillende portiegroottes. Het Voedingscentrum, de brancheorganisatie FNLI en de stichting Ik Kies Bewust hebben ook ieder een eigen lijst met richtlijnen voor portiegroottes. De Consumentenbond wil dat of alle portievermeldingen verdwijnen of dat er één richtlijn komt waar alle fabrikanten zich aan houden. Fabrikanten mogen zelf bepalen of ze de voedingswaarde per portie op de verpakking vermelden en hoe groot zo’n portie is. Een Twix bevat twee repen, maar op de verpakking staat dat één reep een portie is. In een pakje Sultana zitten drie biscuits, maar een portie is bij Sultana één koekje, terwijl Jumbo bij soortgelijke fruitbiscuits alle drie de koekjes als één portie beschouwt. De Consumentenbond vroeg een panel van ruim 2.800 consumenten wat zij als een portie beschouwen. De meningen hierover liepen sterk uiteen. Twee derde van de panelleden checkt de voedingswaarde per portie. Consumenten die producten met elkaar willen vergelijken, kunnen het best naar de voedingswaarde per 100 gram kijken. Dit moet verplicht op alle verpakkingen staan. Ook de FNLI is voorstander van zoveel mogelijk gelijke portiegroottes. De brancheorganisatie werkt al aan harmonisatie van de diverse lijsten met richtlijnen voor portiegroottes. De portiegroottelijst van het Voedingscentrum wordt op dit moment herzien. In afwachting hiervan wil de FNLI deze samenvoegen met de lijst van Het Vinkje.

08 NIEUWS VMT . 11 MAART 2016 . NR 3
........................................................................www.consumentenbond.nl
.............................................................................www.iriworldwide.com
“Mensen die thuis een traditionele maaltijd koken, zijn voor de industrie een obstakel.”
Michael Pollan in ‘Natuurlijk eten is een mythe’ in NRC Handelsblad van dinsdag 23 februari.

Listeria op gerookte

Dupp

Hans Hilbrands is sinds 1 februari partner bij Dupp Food Executive Search in Wageningen. Hilbrands gaat zich richten op de hogere management- en directiefuncties in de foodbranche. Eerder was hij directeur Food Technology bij HAS Hogeschool. Daarnaast werkte Hilbrands in diverse marketing-, sales- en hrm-functies bij FrieslandCampina.

www.dupp.nl

De problemen met listeria op gerookte zalm afkomstig van leverancier H. van Wijnen houden aan. Jumbo haalde in de maand februari verschillende gerookte zalmproducten uit het schap. “Er is sprake van een structurele fout.”

Niet alleen bij Jumbo vond een recall plaats; bij Aldi gebeurde hetzelfde. Hier constateerde de discounter een besmetting van zijn regenboogforel met listeria. Jumbo, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en leverancier H. van Wijnen riepen consumenten op geen gekochte gerookte zalmproducten te consumeren en die te retourneren naar een van de Jumbo-winkels.

Tijdens een uitgebreide steekproef van de leverancier bleken alle bij Jumbo verkrijgbare gerookte zalmproducten bovenmatig veel listeria te bevatten.

Dit kan een gevaar opleveren voor de volksgezondheid, maar met name voor zwangere vrouwen, ouderen en mensen met een verzwakt afweersysteem.

Hoewel veel klanten de risico’s van het eten van gerookte zalm kennen, neemt Jumbo geen enkel risico. Gedupeerden krijgen direct hun geld terug als ze de vis terugbrengen.

Jumbo lijkt genoeg te hebben van de incidenten met de gerookte zalm. De supermarktketen hee H. van Wijnen inmiddels om opheldering gevraagd. Voorlopig neemt het Veghelse familiebedrijf dan ook geen producten meer af van de leverancier. De supermarkt laat weten dat op korte termijn gerookte zalmproducten van een andere leverancier in het schap liggen, zodat de klant niet misgrijpt.

Daar waar Jumbo het in een persverklaring hee over “het terugbrengen van (alle) gerookte zalmproducten die de consument hee gekocht”, spreekt H. van Wijnen in minder drastische bewoordingen over het “niet eten van een beperkte selectie gerookte Toastzalm 100 gram in verpakking van H.van Wijnen.” De leverancier biedt op haar website excuses aan. “H. van Wijnen betreurt dit incident ten zeerste en biedt haar excuses aan voor het ongemak.”

Grow Campus

Jan Pieter van der Lugt is de nieuwe campusmanager van Grow Campus. Hij gaat zorgen voor uitbreiding en verdere versterking van de ondernemerscommunity. Dit doet hij onder andere door de ondernemers te verbinden met de 30.000 aanwezige studenten en met de huidige en nog te ontwikkelen faciliteiten op de Grow Campus.

www.growcampus.nl

GMV

Directeur Wouter de Heij van innovatiebedrijf TOP treedt toe tot het bestuur van GMV, de belangenvereniging voor machinebouwers in de voedingsindustrie. Hij gaat zich voornamelijk bezighouden met innovatie. De Heij wordt sectievoorzitter van Dairy & Liquid.

............................ www.dutchfoodsystems.com

09 PERSONALIA
........................................................................................www.jumbo.com
zalm advertentie R-Biopharm AG Telefoon: 075 615 1046 • www.r-biopharm.com Sneltest voor het testen van grondstoffen en oppervlakten
Gliadin
RIDA®QUICK

Fraude tegengaan met PIA-standaard

Leveranciers Albert Heijn bewustmaken van risico’s

De Product Integrity Audit (PIA), ontwikkeld door Albert Heijn en ISACert, moet fraude tegengaan en de productintegriteit kunnen waarborgen. Vooruitlopend op het VMT Food Event op 14 april, waar de standaard uitgebreid wordt toegelicht, vertelt Rob van de Straat, qualitymanager Trusted Products bij Albert Heijn, over doel, opzet en eerste ervaringen. “We willen het bewustzijn bij onze toeleveranciers voor frauderisico’s vergroten.”

“Twee jaar gelden besloot Albert Heijn meer te focussen op fraudepreventie en integriteit. We hebben onze leveranciers ingedeeld in de risicocategorieën laag, midden en hoog. Datzelfde hebben we gedaan met de producten die we verkopen. Zet die twee tegenover elkaar in een matrix en al snel is duidelijk waar je weinig en veel risico loopt. Vervolgens hebben we samen met ISACert een standaard ontwikkeld waarmee we objectief in kaart kunnen brengen hoe het bij een toeleverancier is gesteld met fraude en integriteit. Deze Product Integrity Audit-standaard is eigendom van Albert Heijn.”

010 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
Rob van de Straat, qualitymanager Trusted Products, Albert Heijn: “We willen werken aan bewustwording en vinden dat belangrijker dan de PIA als een leveringsvoorwaarde op te leggen.”
INTERVIEW STANDAARDEN
Foto: Chellsy de Ruijter

Vijf hoofdcriteria

“Kern van de standaard zijn de criteria die ervoor moeten zorgen dat toeleveranciers hun fraude- en integriteitsrisico’s kennen, daarvoor passende beheersmaatregelen nemen en verbeterplannen opstellen. De vragen daarover hebben we gebundeld in vijf hoofdcategorieën: bedrijfscultuur & management, risicobewustzijn & productintegriteitsysteem, massabalansen & traceerbaarheid, beheersmaatregelen & verbeterplannen, en bedrijfskarakteristiek & indruk auditor.

De indruk en het gevoel van de auditor laten we nog niet meewegen in de eindscore. Een certi cerende instelling (CI) wil een bedrijf op een objectieve manier beoordelen, maar toch moet een auditor iets met zijn gevoel kunnen doen. Bijvoorbeeld dat hij de totaalscore met maximaal plus of min 10 procent corrigeert. Dat zou ik wel aandurven, maar we moeten dit nog samen met de CI’s verder uitwerken. Door de hoofdcriteria in een spiderdiagram te zetten, maken we als het ware een foto van een bedrijf. Daarop kunnen we zien wat de sterke en zwakke kanten zijn voor wat betre fraude en productintegriteit. Over de dipjes gaan we met de leverancier in gesprek.”

Pilot met versleveranciers

“Begin vorig jaar hebben we de standaard getest, samen met Jacob Schilstra van ISACert, dat eveneens een presentatie op het Food Event houdt. In deze pilot participeerden onze dedicated versleveranciers van vlees en vis, sectoren met een hoogrisicopro el. We wilden weten hoe ver zij met fraudepreventie en productintegriteit zijn. Later volgden onze leveranciers van groente en groenteproducten en kaasleveranciers. Slechte situaties hebben we niet aangetroffen. Toch was het mooi om te zien dat zij ondanks hun hoge niveau door deze audit nog stappen hebben gemaakt. Naarmate productrendement belangrijker is en

grondsto en duurder zijn, blijken zaken als massabalansen beter ontwikkeld. Moeilijker wordt het bij samengestelde producten en sectoren die veelal werken met lage grondstofprijzen. Denk aan een AGF-sector.”

Samengestelde producten

“Over de nauwkeurigheid en frequentie van massabalansen maken en traceerbaarheid hebben we soms behoorlijke discussies gevoerd. Je ziet dat een aantal leveranciers na de audit duidelijke stappen hebben gezet. Ze hebben een batch nauwkeuriger omschreven en nauwkeuriger door de productie gevolgd, zodat ze beter weten in welke producten deze batch is verwerkt. Automatisering wordt erg belangrijk, zeker bij samengestelde producten zoals maaltijdsalades en pizza’s. Processen worden daarbij zo complex dat je deze vrijwel

Integrity Audit?

audits. De PIA’s worden door ISACert uitgevoerd. De onaangekondigde audits doe ikzelf. Daarbij duik ik dieper in de AHrecepturen: kloppen die wel met de speci caties in onze database, worden ze wel geproduceerd op de manier zoals we hebben afgesproken en kloppen de dozen en inkoop wel met wat we hebben afgesproken.”

Gespecialiseerde auditors

“Het screenen van alle productcategorieën is ambitieus, ook al omdat we tot nu toe met één CI werken die inmiddels twee van haar auditors hiervoor hee opgeleid. Er zijn namelijk andere vaardigheden nodig. Het is een ander vak dan Foodsafety-auditor. Vandaar dat we een combinatie met audits voor voedselveiligheid alleen denkbaar achten bij laagrisicobedrijven met laagrisicoproducten.

niet meer handmatig kunt beheren. Je zult moeten gaan werken met scanbare producten. Ook hebben we stappen gemaakt in de managementrapportages en interne audits. Directies zijn zich meer bewust van de risico’s.”

Uitbreiden naar alle categorieën

“Na de dedicated versleveranciers gaan we van elk van de overige productcategorieën drie bedrijven bevragen op de PIA-standaard. We onderzoeken alle categorieën. Daarmee onderstrepen we dat er overal fraude kan plaatsvinden, ook in sectoren en bedrijven waar je dat niet verwacht. Op deze manier krijgen we een beeld van wie en welke sectoren al met productintegriteit bezig zijn.

Behalve de PIA zetten we ook in op analyses van eindproducten en onaangekondigde

Die PIA-auditor geven we een set aan hulpmiddelen mee. Denk aan onze klachtenregistratie, productspeci caties, interne rapporten van onaangekondigde audits of bezoeken van onze kwaliteitsmensen over het bedrijf en analyseresultaten van eindproducten. Daarnaast vraag ik de auditor extra aandacht te besteden aan producten waarin risicovolle ingrediënten worden verwerkt, bijvoorbeeld pijnboompitten of geitenkaas in maaltijdsalades. Met ISACert willen we de standaard en audit verder ontwikkelen. Inmiddels zijn we ons – ook met het oog op de capaciteit – aan het oriënteren op een tweede certi cerende instelling die ook veel ervaring hee met traceerbaarheid en massabalansen.

Na a oop van de audit schrij de integrity-auditor een rapport met de non-conformities. De CI stuurt dit rapport ook naar ons op. Niet de CI maar wij kijken of een bedrijf de verbetermaatregelen hee doorgevoerd. In eerste instantie zullen we ons daarvoor richten tot het hoofd kwali-

011
‘Tussen de sectoren zie je duidelijke verschillen’
2016 Kom naar het Food Event op 14 april in Den Bosch! www.vmt.nl/FoodEvent
Meer weten over Product

teit van de onderneming. Als het rapport niet naar tevredenheid wordt opgevolgd, geven we dit door aan onze categorydirector en vragen we dit onder de aandacht te brengen van de directie van het bedrijf, bijvoorbeeld tijdens de eindejaarsgesprekken.”

Ervaringen tot nu toe “De eerste ervaringen in de praktijk zijn goed. De PIA is vernieuwend en prikkelend. Soms is er ook wel wat irritatie. We spelen wel advocaat van de duivel door leveranciers te vragen of ze nu wel precies weten hoe een proces in elkaar steekt, hoe transparant hun keten eigenlijk is en of de grondstofspeci caties wel goed zijn vastgelegd. Voor een aantal van hen is dat een eyeopener.

Leveranciers kunnen voor de audit maximaal 100 punten halen: voor elk van de vijf hoofdcriteria 100 punten, waarvan dan het gemiddelde wordt genomen. De ervaring tot nu toe leert dat de score een bandbreedte vertoont van 30 punten.

In het algemeen kunnen we stellen dat leveranciers die in het verleden te maken hadden met een incident, hun zaken beter op orde hebben. Blijkbaar hebben zij geleerd van hun fouten. De huidige indeling en weging levert nog onvoldoende onderscheidend vermogen op tussen laag-, midden- en hoog risicobedrijven. Daarom kijken we naar de samenstelling en zwaarte van de vijf hoofdcriteria. Nu wegen ze nog alle vijf even zwaar. Moeten we bijvoorbeeld traceerbaarheid & massabalansen zwaarder laten wegen? Als we eind dit jaar meer data hebben, kunnen we daar waarschijnlijk meer over zeggen. Bij de samengestelde producten zien we nogal eens dat fabrikanten te weinig kennis hebben van producten die niet tot hun core behoren, zoals kruiden bij vleesverwerkers of vlees, kaas of noten bij producenten van maaltijdsalades. Wij helpen onze leveranciers de goede producten te kopen of de juiste leveranciers te kiezen. Daar kunnen nog grote stappen worden gezet. Voor voedselveiligheid is dat vaak al prima ge-

Om consumenten te garanderen dat ze krijgen wat er op de verpakking staat, ontvangt de PIA-auditor naast informatie over het bedrijf de opdracht extra aandacht te besteden aan risicovolle ingrediënten als pijnboompitten of geitenkaas in maaltijdsalades.

regeld, maar wat betre fraudepreventie en productintegriteit moet het bewustzijn nog duidelijk groeien. We gaan niet zo ver om leveranciers voor te schrijven van wie zij

Daarmee gaan ze een stap verder in de keten. Dat is nieuw. Tot nu toe richten we ons op de last stage of production, het bedrijf dat de laatste bewerking van een product hee uitgevoerd.

Het is nog te vroeg om het er over al te hebben of de PIA een leveranciersvoorwaarde wordt. Eigenlijk vragen we met de PIA helemaal geen rare dingen. Het is veel meer dat we met onze leveranciers in gesprek zijn. We willen werken aan bewustwording en vinden dat belangrijker dan de PIA als leveringsvoorwaarde op te leggen.”

Integriteitsaudit breder beschikbaar

“Fraude en integriteit is niet iets dat Albert Heijn voor zichzelf wil houden. Dat moet branchebreed worden opgepakt. We zullen de productintegriteitsaudit daarom ook in breder verband bespreken. Ook via dit artikel en de lezingen op het Food Event willen we er de aandacht op vestigen. Er komt zeker een moment dat we als Albert Heijn zeggen dat we deze standaard voor fraude en integriteit breder beschikbaar willen stellen.

Het zou interessant zijn als er een soort RASFF-systeem komt voor incidenten met fraude en integriteit, zodat een sector daarvan snel op de hoogte is. Verder overwegen we om de fraudetool van SSafe, onlangs door Pricewater Coopers gelanceerd, op te nemen in onze standaard.

Albert Heijn hee ook input gegeven voor deze Food Fraud Vulnerability

Assessment-tool en we zijn blij dat hij er inmiddels is.

bepaalde grondsto en moeten betrekken, daarvoor is het nog veel te vroeg. Tenzij we een risico erg hoog inschatten. We hebben veel liever dat onze toeleveranciers zelf op basis van eigen onderzoek en risico’s bepalen met wie zij in zee gaan. Onze versvleesleverancier hee spontaan de PIA uitgerold naar zijn toeleveranciers.

Het is een prima hulpmiddel voor bedrijven om een goed beeld te krijgen van de risico’s en hun kwetsbaarheden. Het is een goed middel ter voorbereiding op de PIAaudit. De tool is nog niet opgenomen in de standaard in de zin dat bedrijven hun rapportage erover beschikbaar stellen, maar we vinden het een interessante gedachte.”

VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 012 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
• HANS DAMMAN • INTERVIEW STANDAARDEN
‘Over de dipjes gaan we met de leverancier in gesprek’
Foto: Guy Ackermans

THIS IS INCREASING PRODUCTIVITY

PLC + HMI motion controller M2M-communicatie

Dual LAN netwerken en opties voor Ethernet/IP

De nieuwe Parker Automation Controller (PAC) is ontworpen voor de wereldwijde machinemarkt. De Parker Automation Controller (PAC) combineert machine logica, geavanceerde real-time motion control en visualisatie in een prestatiegerichte oplossing. De PAC vermindert ontwikkeltijd en kosten door inzet van CodesysV3: IEC61131-3.

parker.nl

0084AdvVMT_PAC_22012016.indd 1 12-01-16 16:55 02-2014 VMT AZO N3 ndl Pfade 90x267 korr 07.03.14.indd 1 07.03.14 09:59
Parker Automation Controller

STANDAARDEN

IFS Food evolueert naar versie 7

Nederland is voor IFS een belangrijke markt geworden. De komende jaren wordt een verdere stijging van het aantal IFS-certificaten verwacht. Omdat de markt verandert, moet IFS Food versie 6 verder worden ontwikkeld. Blijft IFS vasthouden aan de risicogebaseerde aanpak en komen er onaangekondigde audits en een fraudemodule?

Vorig jaar hebben zeventig certi catieinstellingen wereldwijd bijna 15.000 IFS Food-certi caten uitgegeven. Daarnaast zijn meer dan 1.600 IFS-normen voor logistiek en meer dan 850 IFS Brokercerti caten uitgegeven. De afgelopen drie jaar hee Nederland zich ontwikkeld tot een voor IFS belangrijke markt. Vorig jaar zijn er meer dan 1.250 IFS-certi caten uitgegeven. Een verdere groei is te verwachten. De IFS Food-versie 6 moet echter een groeiende behoe e aan transparantie in de voedselketen onder ogen zien. Ook neemt de vraag naar onaangekondigde audits toe, zowel bij autoriteiten als voedingsmiddelenindustrie. IFS moet zich in twee richtingen ontwikkelen. Als een horizontaal schema moet het een manier vinden om aan de ene kant de risico’s te beheersen die kunnen ontstaan in de voedselketen en aan de andere kant hoe onaangekondigde audits in het schema kunnen worden geïmplementeerd.

SWOT-analyse

Om een helder beeld te krijgen, voerde IFS vorig jaar een SWOT-analyse uit. Hiertoe interviewde het Duitse adviesbureau Quant met steun van het Nederlandse

bedrijf Supplier Information Management de belangrijkste stakeholders, die een goed beeld hebben van de internationale voedselmarkt in het algemeen en op IFS in het bijzonder. Verklaringen en informatie uit de interviews zijn met behulp van een SWOT-analyse geëvalueerd en weergegeven. Het belangrijkste doel was het verkrijgen van een potentiële analyse van de IFS Food-versie 6 met mogelijke aanbevelingen voor verdere groei van de marktpositie, verdere ontwikkelingen in het algemeen en een toenemende aantrekkelijkheid voor belanghebbenden. Daarnaast wilde de schema-eigenaar weten hoe stakeholders over IFS denken en hun feedback gebruiken om IFS in het algemeen te verbeteren en in het bijzonder de huidige zesde versie van IFS Food.

Resultaten

Uit de SWOT-analyse kwam een aantal belangrijke resultaten naar voren. Zo is de IFS goedgekeurd en beoordeeld als kwaliteitsleider op het vlak van voedselveiligheidsnormen in de markt. Daarnaast wordt de risicogebaseerde aanpak van IFS sterk ondersteund door de voedingsmiddelenindustrie. Aan de andere kant worden er in

de IFS-voedselaudit te veel documentatiekwesties behandeld. IFS moet daarom de proces- en productbenadering als sleutelelement in de nieuwe versie versterken. Kwalitatieve toevoegingen aan de normen die verdergaan dan kwaliteitszorg en veiligheidskwesties worden steeds belangrijker. Dekkend risicobeheer voor de hele voedselketen zou moeten worden geïmplementeerd. De stakeholders in de voedingsmiddelenindustrie waarderen de IFS-benadering zeer om naast de voedselveiligheid ook te controleren of voldaan wordt aan de speci caties van klanten voor wat betre grondsto en en recepturen. Dit maakt de IFS-standaard uniek. Stakeholders willen dat er ook een optie voor een onaangekondigde audit in het standaardprotocol van de IFS wordt opgenomen.

Naast deze inhoudelijke punten van het standaardprotocol pleiten de belangrijkste stakeholders ervoor dat de IFS exibeler wordt voor de gebruikers op het vlak van de administratie, met name voor certi catie-instellingen en auditoren. En wel zonder dat dit a reuk doet aan de risicogebaseerde aanpak voor het uitvoeren van het schema in de voedingsmiddelenindustrie.

Samengevat voor de toekomst: duidelijke focus op proces- en productgerichte aanpak (back to the roots); terugdringen van systematisering, geïnstrueerde audits en bureaucratie. De sterke punten van de risicogeoriënteerde aanpak bij voedselveiligheidskwesties blijven noodzakelijk. Dat geldt ook voor het handhaven en uitbreiden van extra gerichtheid op kwaliteit, met

014 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT

name het beheer van risico’s voor het eindproduct die kunnen optreden in de toeleveringsketen.

Onaangekondigde audit

Als eerste verbeterstap hee IFS een protocol ontwikkeld voor onaangekondigde audits, dat is opgenomen in deel 5 van de IFS-Food Standaard. Dit is eind februari gepubliceerd en wordt per 1 oktober van dit jaar verplicht voor certi catie-instellingen. Dit extra deel 5, ‘IFS Food audit protocol for unannounced audits’, maakt het voor bedrijven mogelijk te kiezen uit aangekondigde en onaangekondigde audits. Bij de aangekondigde audit krijgt het bedrijf een controle volgens de standaardregels van IFS Food 6. Bij de onaangekondigde audit controleert een certi cerende instelling een bedrijf zonder voorafgaande kennisgeving binnen het tijdvak van zestien weken voor en twee weken na de voorgestelde auditdatum.

Het onaangekondigde audit-proces volgt de bestaande IFS Food 6-regels met enkele aanpassingen. Het bedrijf kan geblokkeerde periodes de niëren waarbinnen de audit niet kan worden uitgevoerd met een maximum van tien werkdagen, zoals geplande klantbezoeken, onderhoud en vakantie van werknemers. De geblokkeerde periode kan

worden onderverdeeld in maximaal drie tijdvakken. Voor bedrijven met seizoensgebonden producten zijn de blackoutperiodes niet van toepassing. Bedrijven stellen de certi cerende instelling op de hoogte van de seizoensgebonden productieperiodes.

Multilocatiebedrijven met een centraal beheer kunnen hun audits splitsen. Het hoofdkantoor kan zowel aangekondigd als onaangekondigd worden gecontroleerd.

ceerd. Dit zal tot eind van dit jaar duren. Publicatie van de wijzigingen in de IFS-Food standaard is te verwachten in de zomer van 2017. De implementatie van de veranderingen zal zes maanden later plaatsvinden.

Autoriteiten en de voedingsmiddelensector hebben IFS verzocht om naast voedselveiligheid een volledige risicoanalyse uit te laten voeren. Die analyse moet alle risico’s dekken die zich kunnen voordoen in de toeleveringsketen (productie, import en handel).

Productielocaties worden altijd onaangekondigd gecontroleerd.

Het nieuwe auditprotocol komt beschikbaar op de website van IFS en kan worden gedownload. Hieraan zijn geen kosten verbonden. De huidige voedselcontroles zullen worden ingetrokken en niet langer door IFS worden aangeboden.

Reviewproces versie 7

IFS gaat de huidige IFS-Food-standaard

(versie 6) herzien zodra het nieuwe GFSI Guidance Document versie 7 is gepubli-

Voedselveiligheid alleen is niet meer voldoende. Naast de voedselveiligheid moet een norm als IFS ook de kwaliteit en de integriteit van voedsel omvatten.

Na het paardenvleesschandaal hee IFS al eisen ingevoerd voor de aankoop van grondsto en en voor authenticiteitscontroles om te garanderen dat in een IFS Food-audit tevens het integriteitsaspect van voedsel wordt behandeld. IFS zal deze aanpak in Food versie 7 verder versterken.

015
De risicogebaseerde aanpak van IFS wordt sterk ondersteund door de voedingsmiddelenindustrie..
‘Stakeholders willen optie voor onaangekondigde audits’
• STEPHEN TROMP • S. Tromp, directeur IFS, Berlijn, Tromp@HDE.de Foto: Monty Rankusen/IFS

STANDAARDEN

BRC ontwikkelt standaard verder

Meerwaarde leveren voor gecerti ceerd bedrijf

De BRC is in Nederland de bekendste GFSI-erkende standaard voor voedselveiligheid. De eerste versie dateert van 1998. In 2015 werd versie 7 van kracht. Welke ontwikkelingen zijn er nog te verwachten voor bijvoorbeeld bedrijfscultuur, fraude, allergenen en onaangekondigde audits?

De BRC-standaard is opgesteld door supermarktorganisaties in het Verenigd Koninkrijk. Doel was de wettelijkheid en de kwaliteit van hun eigen merkproducten juridisch te borgen via ona ankelijke certi catie. In 2003 is de naam Technical Standard for Companies Supplying Retailer Branded Food Products (to UK Retailers) gewijzigd naar BRC Global Standard –Food. Dit om voldoende invloed te houden op de internationale leveranciers en om zich staande houden ten opzichte van onder meer de IFS.

Aanpassingen criteria en protocol

Omdat steeds meer bedrijven door steeds meer verschillende instellingen werden gecerti ceerd, rees de vraag of de doelstelling van de BRC werd behaald en of de gecerticeerde bedrijven daadwerkelijk aan de verwachtingen voldeden. Bij elke nieuwe versie had de BRC de behoe e de criteria en het protocol aan te passen om inzicht en zekerheid bij gecerti ceerde bedrijven te verhogen (zie kader).

Daarnaast waren wettelijke ontwikkelingen, recalls en incidenten aanleiding om de BRC

Food-standaard inhoudelijk steeds uit te breiden. Dit geldt voor onder meer hygiënerisicozones in de fabriek, microbiologisch onderzoek en veri catie, allergenenmanagement, etikettering, de introductie van criteria voor site security

om sabotage te voorkomen en criteria voor food fraude om het risico daarop te minimaliseren.

18.500 certi caten

De BRC hee wereldwijd circa 23.500 certicaten. Dit aantal groeit jaarlijks met circa 4,5 procent. In Italië, China, Peru en India is die groei het snelst. Omdat de ontwikkelingen in de Verenigde Staten vertragen, wordt daar in 2016 een kantoor geopend. Er zijn circa 18.500 BRC Food-certi caten. De BRC hee een analyse gedaan op de auditrapporten van 2014. Daaruit blijkt

Al doorgevoerde aanpassingen in BRC Food

Een aantal aanpassingen die BRC in het verleden doorvoerde:

• introductie van verschillende certificatieniveaus (AA/A/B/C/D) op basis van het aantal vastgestelde afwijkingen;

• verhoging van auditfrequentie naar twee keer per jaar bij C/D-niveau;

• introductie van fundamental criteria die een KO-werking hebben en de aanscherping hiervan in de verschillende opeenvolgende versies;

• verhoging van de duur van de standaardaudit van één naar twee dagen;

• publicatie van interpretatiedocumenten bij de verschillende versies;

• publicatie van bestpractice-guidelines;

• publicatie van sector- en themaguidancedocumenten;

• introductie van extra eisen voor de inhoud van het auditrapport;

• examinering en kwalificatie van auditoren op categorieniveau;

• invoeren van een integriteitsprogramma voor certificatie-instellingen;

• introductie van onaangekondigde audits;

• introductie van BRC-standaarden voor andere schakels in de levensmiddelenketen:

BRC Storage & Distribution, BRC Agents & Brokers, BRC Packaging & Packaging Materials.

016 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT

wereldwijd 79 procent van de bedrijven een certi caat op A-niveau te scoren. Alle gecerti ceerde bedrijven scoren gemiddeld vijf afwijkingen.

Opvallend is dat Nederland een hoger aantal afwijkingen scoort dan gemiddeld in de categorieën 17 graanproducten (gemiddeld zes afwijkingen); 18 oliën en vetten (gemiddeld zeven afwijkingen); 3 rauwe/bereide vleesproducten (gemiddeld acht afwijkingen); 7 zuivel, 14 bakkerij, 16 zoetwaren (elk gemiddeld negen afwijkingen).

Die hogere scores lijken erger dan het is, want Nederland neemt na het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de derde plaats op de ranglijst in met het hoogste aandeel A-scores. Binnen de categorieën 7 zuivel, 16 zoetwaren en 18 oliën en vetten valt Nederland in positieve zin op met de percentages A-scores van respectievelijk 76, 92 en 91 procent.

Onvoldoende meerwaarde

Wordt met dergelijke scores nu aan de verwachtingen van de stakeholders voldaan? Is de informatiebehoe e van retailers vandaag de dag ingevuld? Het antwoord hierop is helaas nog vaak ‘nee’. De retail verwacht dat het aantal recalls zal dalen. Dit is echter niet het geval. Is dit een reële verwachting?

Recalls zijn immers een onderdeel van de beheerssystemen. Aan de andere kant mag je van een goedwerkend kwaliteitssysteem enige preventieve werking veronderstellen. De problemen van de laatste jaren hebben ervoor gezorgd dat afnemers en standaardeigenaren extra kritisch kijken naar de criteria en de gecerti ceerde bedrijven. We zien dat daarom sommige retailers vasthouden aan eigen leveranciersaudits. De BRC beoordeelt elk half jaar bij iedere erkende certi catie-instelling of de inhoud van de rapporten aan de eisen voldoet.

Wat kunnen we verwachten?

De BRC ontwikkelt aanvullende modules die bedrijven vrijwillig of op verzoek van de afnemer kunnen toepassen.

Deze modules doen het volgende:

1. De speci eke informatiebehoe e van retailers invullen via aanvullende criteria zoals voor ASDA en Costco. Het ligt in de verwachting dat er meer afnemermodules komen.

2. Aparte certi caten vervangen bij Traded Goods en Management of Food Materials for Animal Feed voor meer e ciëntie. Een module voor glutenvrije producten zit in de pijplijn. Verder zijn er ontwikkelingen in ketenborging. Nu de certi caten ervoor beschikbaar zijn, verwacht de BRC dat alle schakels gecerti ceerd zijn. Ook moeten BRC Foodgecerti ceerde bedrijven zich meer verdiepen in de hele leveranciersketen. Dit zien we terug in de eisen voor leveranciersbeoordeling en fraudepreventie. De speciale aandacht voor traceerbaarheid zien we terug in de adoptie van de GlobalGAP Chain of Custody-module voor groenten en fruit. Binnenkort komt er ook een module voor ‘ketenborging vlees’.

Zekerheid voor retail verhogen

De BRC is daarnaast op zoek naar meer zekerheid bij gecerti ceerde bedrijven. Daarom wordt dit jaar een module Culture Excellence ontwikkeld. De bedrijfscultuur

‘Je kunt niet ongestraft audits blijven combineren’

zegt iets over de mate waarin bedrijven continu aan de certi catiecriteria willen voldoen. Dit is bij de huidige vorm van certi catie een onderbelicht aspect dat duidelijk meer aandacht verdient. Alleen bedrijven met een positieve kwaliteitscultuur kunnen de zekerheid bieden die de retail zoekt. Het lijkt daarom onvermijdelijk dat dit onderwerp een vast onderdeel wordt van de voedselveiligheidscerti catie. Door de aandacht voor voedselfraude-

preventie zal de zoektocht naar meer zekerheid verdergaan. De BRC laat zich hier nog niet over uit. De BRC Food was een van de eerste standaarden met een programma voor onaangekondigde audits. Verwacht mag worden dat deze audits op termijn een standaardwerkwijze worden. Hoe snel dit gebeurt, hangt af van de nieuwe GFSI-eisen – bij het schrijven van dit artikel was daarover nog weinig bekend – en of meer individuele retailers dit van hun leveranciers gaan eisen. De wens is om zoveel mogelijk modules te combineren in één audit. Er zijn echter grenzen aan de e ectiviteit. Auditoren voor voedselfraude en bedrijfscultuur hebben speci eke kennis en vaardigheden nodig. Ook vergen deze onderwerpen een andere auditaanpak. Je kunt niet ongestra blijven combineren. Aparte protocollen liggen daarom voor de hand.

Ing. J. Schilstra, manager businessdevelopment, Vinçotte ISACert Nederland, j.schilstra@isacert.nl

017
Bij versie 7 van de BRC Food-standaard zijn een interpretatiedocument en dertien themaguidelines gepubliceerd. Dat aantal is groter dan ooit.

REDU C EREN VAN VET EN GEUREN

BIJ INDUS T RI Ë LE F RI T UUR ,- BA K ,- EN G AARLIJNEN

ME T J IM CO F LO-P UV-C EN OZON T E CHNOLOGIE

(BEWEZEN TECHNOLOGIE MET MEER DAN 100 REFERENTIES)

 HET VERWIJDEREN VAN GEUREN  HET REDUCEREN VAN BRANDGEVAAR

 HET REDUCEREN VAN OLIE EN VET IN DE AFZUIGKANALEN

J IM CO F LO-D T E CHNOLOGIE

ME T UV-C EN OZON

Gebruik van de FLO-D en FLO-D mini voor effectieve oppervlakte desinfectie zonder gebruik te maken van chemicaliën, waarbij o.a. listeria, salmonella en andere bacteriën worden afgedood. Kan o.a. toegepast worden binnen de levensmiddelenindustrie in:

 PRODU CT IE RUIMT ES

 KOELTORENS

 KOELOPSL AG

 E TC.

DESINFE CT EERT TOT 99%

Voor meer informatie: www.baaijens.nl/brochuresjimco

DE MILIEUVRIENDELIJKE OPLOSSING

Baaijens I.E. te Oss werkt sinds begin 2015 samen met Jimco. Dit Deense bedrijf bouwt apparatuur voor het desinfecteren van ruimtes, zoals productie- en koelruimtes in de voedingsmiddelenindustrie. Ook kan deze techniek worden toegepast in de luchtbehandeling voor het vernietigen van geuruitstoot en vet (in luchtkanalen) van onder andere rook, frituurvet en uienlucht.

De geuruitstoot naar een acceptabel minimum geschiedt op een milieuvriendelijke manier zonder gebruik van chemicaliën. De techniek werkt op basis van UV-C en ozontechnologie. Deze methode is op zijn beurt gebaseerd op ‘fotolytische oxidatie’, waarbij koude verbranding plaatsvindt van organische stof. De genoemde techniek onderscheidt zich van

bestaande UV-ozontechnieken. Bacteriën, zoals listeria en salmonella, worden volgens gereduceerd tot bijna nul. In samenwerking met de universiteit van Odense zijn veel testen uitgevoerd om listeria en salmonella te bestrijden.

Als gevolg van de toenemende hygiëne eisen in de voedingsmiddelenindustrie, wordt het gebruik van UV-C licht om micro organismen zoals bacteriën, schimmels en virussen te verwijderen meer en meer standaard.

UV-desinfectie – gebaseerd op een exacte berekening van een stralingspercentage – zorgt ervoor dat de productielucht vrij van micro organismen blijft en zo voldoet aan de lokale regelgeving.

STERILISATIE

TOT 99%

De geringste besmetting met microbiologische verspreiding via luchtbehandelingssystemen door frequent gebruikt in productie ruimtes kan resulteren in defecten of het terugroepen van de goederen – dure maatregelen voor een bedrijf. Om dit te voorkomen heeft, een gestaag toenemend aantal bedrijven, besloten om de procesruimte met gebruik van UV-C licht en ozon te steriliseren.

AUTOMATISCHE DESINFECTIE

VAN KOELOPSLAG

Doden van schimmel, gist en ethyleen

 BESPA RING VAN GELD

 LA NGERE HOUDBAA RHEIDSDAT UM

 VERLENGING THT DAT UM

 GEEN CH EMICALI ËN OF WAT ER

 GE ZA MENLIJKE OPSL AG

Afhankelijk van de gecalculeerde dosering UV-C, kan een dodingspercentage van 99.9% van alle micro organismen worden behaald. Samen met PLC-controle en speciaal door Jimco a/s ontwikkelde UV-C sensoren, zorgt dit ervoor dat het UV-C licht voor 100% effectief is.

Naast sterilisatie van de lucht in de ruimte, kan UV-C sterilisatie ook de hygiëne standaard aanduidend verbeteren in andere proces ruimtes (voorbeeld: transportbanden in snijmachines) of gedurende verpakkingsprocsen (transportbanden, verpakking met folie etc.).

Dommelstraat 4 5347 JL Oss Postbus 25 5340 AA Oss Tel. +31 (0)412 623 056 Email: info@baaijens.nl www.baaijens.nl
HOGERE NAUWKEURIGHEID MINIMALE INVESTERING SNELLERE RESULTATEN
zowel servicelaboratoria als producenten van voedingsmiddelen en dranken, is ANSR het perfecte moleculaire testsysteem voor de snelle detectie van pathogenen. ANSR geeft nauwkeurige resultaten voor Listeria en Salmonella op basis van DNA detectie. Voor resultaten in minder dan 24 uur, wat minder kost dan u denkt, waarom neemt u niet vandaag nog contact op voor meer informatie? WAT ALS U HET ALLEMAAL KUNT HEBBEN? Tel: 0800-0222 571 • Fax: 0800-0222 586 Email: microbiologie_nl@neogeneurope • Web: www.neogeneurope.nl Moleculair Testsysteem voor detectie van Pathogenen NEO 35/03-01/16 ALTERNATIVE ANALYTICAL METHODS FOR AGRIBUSINESS www.afnor-validation.org Munters adv_185 x 131 mm.indd 1 03-02-16 16:54
Voor

NVWA accepteert schema’s

Certificaten moeten een goede afspiegeling zijn van de bedrijfsvoering en borging, wil de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hiermee rekening houden bij haar toezicht. Om dat te bereiken werd Ketenborging.nl opgericht. Er meldden zich 21 schema-eigenaren. De eerste schema’s worden naar verwachting deze zomer geaccepteerd.

Vanaf september 2014, toen de website ketenborging.nl o cieel werd gelanceerd, hebben 21 schema-eigenaren zich gemeld bij de NVWA voor een toetsing van hun kwaliteitssysteem. Op dit moment blijken na een bureaustudie 12 schema-eigenaren zo ver te zijn dat de NVWA hun verzoek in behandeling hee genomen. De actuele lijst is na te lezen op www.ketenborging.nl.

Eerste ervaringen

De ervaringen tot nu toe zijn wisselend. Schema-eigenaren zijn bereid om volledig inzicht te geven in de werking van hun kwaliteitssysteem en daar waar nodig zaken aan te passen. Ze willen dat de NVWA hun schema zo snel mogelijk accepteert. Echter, in de praktijk gaan de daarvoor benodigde aanpassingen traag. Dat komt omdat enkele relatief nieuwe elementen uit de criteria van de Taskforce Voedselvertrouwen nog niet voldoende zijn uitgewerkt en ingevoerd in de schema’s. Wat betre integriteit, fraude en onaangekondigde controles wachten schema-eigenaren op het standpunt van GFSI. Het nieuwe guidance-document ligt nu bij de stakeholders voor commentaar.

Ambitieniveau

De ambitie en de daadkracht van de schema-eigenaar bepalen dus het verdere

tempo van de toetsing. De vragen daarna zijn: welke ambitie hee de industrie om ketens te versterken en welke concrete acties zijn daarvoor al in gang gezet? Wat betre voedselveiligheid zijn alle grote sys-

gewerkt. Ook wil de NVWA in een jaarlijks evaluatiegesprek met de schema-eigenaar dit soort zaken bespreken. Andersom wil de autoriteit een schema-eigenaar kunnen informeren als een bedrijf in haar ogen ernstig tekortschiet. Kortom, de NVWA wil informatie kunnen uitwisselen.

Acceptatie

Betrokkenen verwachten dat deze zomer de eerste private kwaliteitssystemen op ketenborging.nl als geacepteerd staan. Eenmaal geaccepteerd, treedt aangepast toezicht in werking. Het is de bedoeling continu een schema te monitoren aan de hand van signalen en eventueel een gerichte steekproef. Ook kan de NVWA periodiek in evaluatiegesprekken de vinger aan de pols houden om na te gaan of het systeem haar toezichthoudende rol nog steeds voldoende vervult.

Belangstelling buitenland

temen inmiddels bij de NVWA door de procedure gegaan, op de veri catie na. Verder ontwikkelt de NVWA nieuwe werkwijzen en methoden voor de veri catie in de praktijk en het delen van informatie. De NVWA wil van de schema-eigenaar informatie ontvangen over de prestaties van het systeem. Het gaat hier om gebundelde informatie over non-compliances in de verschillende sectoren, de snelheid waarmee bedrijven deze gebreken oplossen, het actief melden van ernstige zaken en incidenten en ook de ingetrokken of opgeschorte certicaten. De juiste vorm moet nog worden uit-

Vanuit het buitenland is er nog steeds veel belangstelling voor de Nederlandse aanpak. De NVWA hee het onderwerp op de agenda gezet van de Heads of Agencies van de Europese Food Safety Authorities. Een werkgroep onder voorzitterschap van Nederland werkt aan een document dat als guidance-document moet gaan dienen voor andere landen die private systemen in hun toezicht willen betrekken. Ook houden Nederland en Canada tijdens de GFSI-conferentie eind februari in Berlijn een government-to-governmentoverleg. Dan worden de eerste stappen gezet om ervaringen te delen en richting te geven op internationaal vlak. Aan het overleg nemen zo’n twintig landen deel, waarvan de hel uit de EU.

• HANS BEUGER •

Ing. J.F.M. Beuger, coördinerend specialistisch adviseur, NVWA, j.f.m.beuger@nvwa.nl

021 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 COLUMN STANDAARDEN VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
‘De NVWA wil informatie kunnen uitwisselen’

Smachten naar erkenning schema’s

Eigenaren werken aan acceptatie op Ketenborging.nl

De website Ketenborging.nl biedt een overzicht van private kwaliteitsschema’s die de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) heeft geaccepteerd. Tot nu toe heeft de de toezichthouder nog geen enkel schema erkend. VMT zocht met enkele eigenaren contact en vroeg hun waarom eigenlijk nog niet.

Bij ieder voedselschandaal dringt zich de vraag op hoe waterdicht de voedselveiligheidsschema’s zijn. Dat gebeurde ook op de gedenkwaardige haringparty in Scheveningen van 18 juni vorig jaar, een samenkomst van de retail en keten. NVWA-baas Harry Paul liet daar al snel merken dat hij niet voor de gezelligheid kwam. Hij had een duidelijke boodschap: van de kwaliteitsschema’s klopt maar weinig. Hij vergeleek ze met een bodemsanering van met asbest vervuilde grond: alle certi caten zijn op orde, maar in de praktijk wordt anders gewerkt. “Alle fraudeurs hebben een BRCcerti caat. Een van uw inkopers zei dat er al zeven jaar geen audit is geweest omdat zijn afnemers vertrouwen op de BRCcerti cering. De ene audit dekt dus de andere af. Certi caten zijn gewoon te koop. Kwaliteitssystemen zijn zo lek als een mandje”, was zijn niet mis te verstane boodschap. Paul wilde vooral het bed even opschudden, ook al omdat veel schemaeigenaren hard werken voor een NVWAerkenning.

Op de website Ketenborging.nl staan op dit moment twaalf kwaliteitsschema’s op de status ‘in behandeling’, de eerste fase in het beoordelingsproces van de NVWA. In de tweede en laatste fase kunnen ze de felbegeerde status ‘geaccepteerd’ behalen. VMT belde vijf schema-eigenaren met de vraag hoe ver zij zijn met het doorvoeren van de criteria voor acceptatie, opgesteld door de NVWA. Riskplaza, FSSC 22000 en IFS vertellen over de soms hobbelige weg van ‘in behandeling’ naar ‘geaccepteerd’. BRC en GMP+ vonden het nog te vroeg om te reageren.

Riskplaza werkt aan missing links

Sjoerd Kanters, directeur Riskplaza: “Er zijn verschillende contactmomenten geweest met de voedselautoriteit het afgelopen jaar om

de voortgang en het plan van aanpak te bespreken. Het Riskplaza-audit+-reglement voldeed aan de meeste criteria van de NVWA, maar er waren toch nog een aantal missing links. Eén daarvan is dat het Riskplaza-audit+-reglement als systeem nog niet geaccepteerd is door de Raad voor Accreditatie (RvA). De stichting hee besloten om de internationale NEN-EN-ISO/IEC 17021 te gaan volgen, een internationale norm voor systeemmanagement. De eisen die in deze norm worden gesteld aan het Riskplaza-systeem en aan de certi catie-instellingen zijn nu opgenomen in een nieuwe versie van het Riskplaza-audit+-reglement. Die verschijnt dit voorjaar.

022 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
INTERVIEW STANDAARDEN

De certi catie-instellingen die nu al erkend zijn door Riskplaza, zijn al geaccrediteerd volgens deze ISO 17021-norm. Nadat de RvA het Riskplaza-systeem hee geaccepteerd, kunnen deze certi catieinstellingen pas een uitbreiding van hun scope aanvragen. Met deze toetsing door de RvA ontstaat er tevens voor Riskplaza meer internationaal draagvlak, erkenning en herkenning bij buitenlandse bedrijven.

Een ander belangrijke aspect voor de stichting is de integriteit van het Riskplaza-systeem. Het Riskplaza-audit+reglement is de afgelopen tijd verder ontwikkeld om een optimale werking van het integriteitsprogramma te bewerkstelligen. Zo is er een nieuw hoofdstuk opgenomen over het interventiebeleid voor certificatie-instellingen.

De nieuwste versie van het Riskplazaaudit+-reglement wordt dus dit voorjaar aan de RvA aangeboden. Het hele acceptatie-/accreditatietraject zal op zijn vroegst pas in het voorjaar van 2017 gereed zijn. Daarna zal de NVWA een aantal bedrijven bezoeken om in de praktijk na te gaan of de implementatie en de naleving van het Riskplaza-audit+-reglement goed wordt uitgevoerd en dat erop kan worden vertrouwd dat de borging van grondstofgevaren op orde is bij deze bedrijven. Hier kan geen tijdspanne aan ontleend worden door de Stichting Riskplaza.”

FSSC 22000: Nederland koploper in aanscherpen eisen

Cornelie Glerum, directeur FSSC 22000: “De belangrijkste aanpassingen in ons schema zijn terug te voeren naar de implementatie-eisen van onaangekondigde audits, productintegriteit in het FSSC 22000-certi catieschema en wederzijdse informatiedeling tussen de schema-eige-

naar FSSC 22000 en de NVWA. FSSC 22000 is verheugd dat de NVWA hee aangegeven een veri catie-audit in te gaan plannen. Aanleiding daarvoor was door ons gewekt vertrouwen en onze actieve houding ten opzichte van de implementatie van de ontbrekende elementen. Het proces is ook voor de NVWA nieuw, maar we hebben de indruk dat de NVWA actief zoekt naar oplossingen om het proces goed te laten verlopen. Aanpassen van een schema kost tijd omdat het consensus vraagt van de relevante betrokken stakeholders. Hierbij moeten ook de eisen van het GFSI continu in acht worden genomen. Nederland is voorloper in het aanscherpen van de eisen, waarbij de schema-eigenaren, die veelal internationaal opereren, er zorg voor moeten dragen dat het schema wereldwijd geaccepteerd blij . Momenteel wordt hard gewerkt aan FSSC 22000 versie 4, die uiterlijk 1 juni wordt gepubiceerd. Die zal helemaal in lijn zijn met de nieuwe GFSI-eisen. De nieuwe eisen voor verplichte onaangekondigde audits en productintegriteit worden volledig daarin opgenomen.”

IFS voorziet nog niet in onaangekondigde audits

Stephan Tromp, directeur IFS: “IFS moet een protocol implementeren om onaangekondigde audits uit te voeren via certi catie-instellingen. Dit protocol zal de komende dagen worden gepubliceerd. Een ander punt waaraan we moeten werken, is informatie-uitwisseling tussen NVWA en IFS. We moeten hiervoor samen een oplossing bedenken die voldoet aan de Nederlandse wetgeving.

Wat betre data-uitwisseling gaat het er meer om hoe we dit gaan doen. IFS hee een unieke database met veel mogelijkheden. Het hangt ervan af welke informatie de NVWA wil hebben en wat mogelijk is volgens de Nederlandse wet.

Wanneer we verwachten dat ons schema op Ketenborging.nl van de NVWA de status ‘geaccepteerd’ krijgt? Dat hangt af van de acceptatie van ons protocol over onaangekondigd auditen én de uiteindelijke oplossing voor informatie-uitwisseling. Dus het is meer de vraag wanneer de NVWA denkt dat we volledig klaar zijn voor Ketenborging.nl.”

023
• MAURICE DE JONG •

STANDAARDEN

Risico’s nemen voor risicobeheersing

Overstijgen van compliance voor beter resultaat

Een bedrijf kan alleen goed blijven draaien als de medewerkers doen wat ze moeten doen, is een veelgehoorde uitspraak. Maar is dat eigenlijk wel zo? Wanneer de medewerkers meer vrijheid krijgen om zelf te bepalen wat ze moeten doen, kunnen zij beter omgaan met onvoorziene omstandigheden.

Normen en standaarden worden in de levensmiddelenbranche steeds vaker de prestatie-indicatoren, zowel voor de stakeholders als het bedrijf zelf. Aan de daaruit voortvloeiende procedures en werkwijzen blijken medewerkers zich echter niet altijd te houden, met alle risico’s van dien. Denk maar aan voedselveiligheidsincidenten, onnodige verspilling van grondsto en, energie en water, uitval en a eur vanwege kwaliteitsafwijkingen, recalls, boetes en zelfs de sluiting van een bedrijf. Logisch dus dat we dergelijke gedragsafwijkingen willen voorkomen. Maar dan wordt het ingewikkeld.

Redenen afwijkend gedrag

De redenen waarom een medewerker zich niet aan een procedure houdt, niet compliant handelt, zijn in onze ervaring niet eenduidig.

Soms komt een medewerker situaties tegen die complex of niet standaard zijn, zoals storingen of andere onverwachte gebeurtenissen. Zo’n situatie vraagt soms om direct ingrijpen door de betrokkenen. Vaak is voor zulke situaties geen geschikte procedure aanwezig of voldoet de bestaande procedure niet. De medewerker moet dan van

de procedure afwijken en improviseren. Een andere reden kan zijn dat de procedure zelf niet deugt: te vaag, te betuttelend, achterhaald, niet realistisch of voor verschillende interpretaties mogelijk. Een bijkomstig nadeel is dat medewerkers daardoor in de verleiding kunnen komen om andere procedures en regels dan ook als ondeugdelijk te beschouwen.

Ook kan de medewerker zelf een betere manier zien die e ciënter en e ectiever is.

In de ogen van deze medewerker is de bestaande procedure dan ook gediskwaliceerd. Deze situatie komt vaak voor. Er bestaat zelfs een naam voor: E ciency-

oroughness Trade-O principle (ETTO). Volgens het ETTO-principe ruilen medewerkers grondigheid in voor e ciëntie –het rendement – wanneer de omstandigheden naar hun oordeel daarom vragen. Professor Erik Hollnagel van de technische universiteit Mines Paris Tech hee dit principe zelfs uitgewerkt als een manier om menselijk succes en menselijk falen te verklaren (2009).

Werkomgeving bepaalt afweging

Het idee is dat medewerkers in hun werk regelmatig de afweging maken tussen grondigheid en e ciëntie. Deze afweging is a ankelijk van waar de directe werkomgeving de nadruk op legt.

Wanneer bijvoorbeeld de productiviteitsdoelstellingen hoog liggen, zal de medewerker een tekort ervaren in tijd en middelen. Hierdoor wordt de grondigheid minder en de e ciëntie hoger. Wanneer juist de nadruk ligt op voed-

024 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
Laat procedures niet tegen je werken bij onverwachte gebeurtenissen.

selveiligheid en kwaliteit van het product, gaat de grondigheid omhoog en de e ciëntie omlaag. Volgens het ETTO-principe is het niet mogelijk om gelijktijdig maximale e ciëntie en grondigheid te bereiken.

ETTO-regels

De afweging die een medewerker maakt, is gebaseerd op bepaalde aannames, ook wel ETTO-rules genoemd. Voorbeelden van deze aannames in een productie-omgeving:

• “De vorige batch zag er goed uit, dus dat zal bij deze ook wel het geval zijn.”

• “We hebben het altijd al zo gedaan en toen ging het ook goed, waarom zouden we het op een andere manier moeten doen?”

• “Er vindt verderop in het proces nog controle plaats, dus we hoeven deze controle niet (goed) uit te voeren.”

• “Er is al eerder in het proces gecontroleerd, dus we hoeven deze controle niet (goed) uit te voeren. Dat bespaart tijd.” Stel je voor wat er gebeurt wanneer deze en de voorgaande aanname beide voorkomen in hetzelfde proces.

Procedures niet langer volgen

Wanneer medewerkers minder grondig gaan werken, is de kans groot dat zij een procedure niet of niet goed volgen. Maar

is dat ook altijd erg? Wat Hollnagel betoogt is dat dit pas als erg wordt beoordeeld als er iets fout gaat. Achteraf dus. En daar ligt vaak het probleem. Het afwijken van de procedure wordt automatisch beschouwd als de oorzaak van het falen. Vanaf dat moment wordt alles op alles gezet om ervoor te zorgen dat medewerkers zich weer aan de procedure gaan houden, terwijl het goed mogelijk is dat een andere oorzaak aan het incident ten grondslag ligt. Dit besef zien we vaak in een bedrijf

Denk aan Food Defense, het voorkomen van opzettelijke besmettingen. Een potentiële dader zal juist kijken waar het bedrijf geen voorzorgsmaatregelen hee getro en omdat daar de kans op succesvolle sabotage het grootst is. Het enige dat dan nog een opzettelijke besmetting in de weg staat, zijn medewerkers die het gevaar tijdig herkennen en daar e ectief op reageren. Het is haast onmogelijk om afdoende procedures voor dergelijke scenario’s te ontwikkelen. Medewerkers doen dus juist wat ze moeten doen zonder dat daar een procedure voor nodig is.

Laat procedures werken

Een procedure kan medewerkers wel helpen, maar succesvol handelen van medewerkers is de sleutel. Kijk daarom goed naar je procedures. Bieden ze voldoende ruimte om te kunnen handelen naar de geest en niet naar de letter? Kunnen medewerkers verbeteringen in de procedures voorstellen? En worden die dan ook toegepast en teruggekoppeld?

Kijk ook goed naar de medewerkers. Wat is het vermogen om met onverwachte gebeurtenissen om te gaan? Worden ze voldoende beloond op succesvol proactief gedrag, naast het voldoen aan productiviteitsdoelstellingen?

Het kan voelen alsof je de controle loslaat en dus meer risico’s gaat nemen. Maar het past binnen wat Hollnagel Resilience Engineering noemt: het zo ontwerpen van een systeem –organisatie, proces of samenwerkingsverband – dat het in staat is om goed om te gaan met onverwachte gebeurtenissen. Risico’s nemen om risico’s te beheersen, dat is waar het om gaat.

ontstaan bij het maken van een goede Root Cause Analysis.

Anticiperen op gebeurtenissen

Mensen hebben de motivatie en het vermogen om in een situatie in te schatten wat nodig is en daarop te reageren. In veel gevallen betekent dat buiten vaste procedures denken en handelen. Het zorgt ervoor dat medewerkers kunnen anticiperen op onverwachte gebeurtenissen.

• REFERENTIES •

- Hollnagel, E. (2009). The ETTO Principle: Efficiency-Thoroughness Trade-Off: Why things that go right sometimes go wrong. Aldershot: Ashgate.

- Hollnagel, E., Woods, D.D., & Leveson, N. (Eds.). (2006). Resilience engineering. Concepts and precepts. Hampshire, England : Ashgate.

• TOBI BOAS •

T.J.E. Boas, adviseur Précon Food Management, 030-56566010, tboas@precon-food.nl

025
De samenhang tussen grondigheid en efficiëntie: wanneer het ene hoger wordt, wordt het andere lager. Figuren: Précon Food Management
‘Afwijken wordt automatisch beschouwd als faaloorzaak’

Donderdag 14 april 2016

Congrescentrum 1931 in Den Bosch

Food Event: De Digitale Foodrevolutie

De foodketen staat aan de vooravond van een ingrijpende hervorming waarbij digitalisering een heel belangrijke driver is. Worden ketens korter, sneller en beter? We hebben het over digitalisering in de breedste zin van het woord:

■ De opkomst van het online boodschappen doen

■ Het gebruik van big data voor productontwikkeling

■ Vergaande automatisering in de voedingsmiddelenfabriek

■ Personalised Nutrition

■ Nieuwe eisen aan de verpakkingen voor e-commerce

■ Digitalisering van de papierstroom in de productie

Deze digitale revolutie in food heeft gigantische gevolgen, niet alleen voor traditionele retailformules, maar ook voor producenten van levensmiddelen voor bijvoorbeeld:

■ Hun logistieke systemen

■ productie (kleinere batches)

■ Verpakkingen

De digitalisering zorgt ook voor nieuwe uitdagingen op het vlak van voedselveiligheid en productintegriteit (traceerbaarheid, fraude, etikettering). Daardoor zal de kwaliteit van (digitale) data nog (veel) belangrijker worden. Maar die laat nu al te wensen over, zo hebben de paardenvleesaffaire in 2013 en de FVO audit naar de traceerbaarheid van vleesproducten mei 2015 overduidelijk aangetoond.

Kom naar het Food Event en laat u bijpraten over deze belangrijke ontwikkelingen!

Luister naar sprekers van onder andere:

■ Internationaal

E-commerceplatform voor leveranciers Shopall24.dk

■ Logistiek dienstverlener in foodbezorging PostNL

■ Verpakkingenadviesbureau GetPact

■ Merkendesignbureau Brand Candies

■ Onderzoeksinstituut TNO

■ Contractresearchorganisatie NIZO

■ Retail Albert Heijn

■ Certificeerder ISACert

■ Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement

Kijk voor het actuele programma en
€100,-abonneekorting en nog eens + €100,-vroegboekkorting tot 1 maart 2016 Kan ik ook mijn verse levensmiddelen online bestellen? Welke invloed heeft e-retail op mijn productieproces? inschrijven op www.vmt.nl/foodevent Prijzen VMT-abonnee  € 495 Niet-abonnee € 595 Deze bijeenkomst bijwonen? Eenvoudig inschrijven kan op 3 manieren: 1. Website: www.vmt.nl/foodevent 2. E-mail: congressen@mybusinessmedia.nl 3. Telefoon: (010) 289 40 08 Tot 1 maart nog eens € 100,- vroegboekkorting dus schrijf u nu in!

Van restaurant naar AA-certi caat

‘Auditor dringt vaak niet door tot kern van processen’

Restaurant Orient Plaza ging 21 jaar geleden maaltijden op semi-industriële schaal produceren. Toen het bedrijf in 2005 de huidige locatie in Wijchen betrok, werd de hele productie fabrieksmatig ingericht. De locatie bezit IFS Higher Level en sinds vorig jaar BRC AA. Om dat te behalen, werden een cultuuromslag en verbeteringen doorgevoerd. Ook is het bedrijf klaar voor onaangekondigde audits.

De broers Yong Lai en Yong Li Chang startten bijna 28 jaar geleden in de weilanden bij Nijmegen hun Aziatische restaurant Orient Plaza. Op die locatie huizen nu vier oriëntaalse restaurants die een grote diversiteit bereiden aan traditionele en nostalgische gerechten uit de Indonesische, aise,

Chinese en Japanse keuken. Het restaurant is groot en kent zelfs een drive-in. De broers Chang zijn duidelijk succesvol en gaan met hun tijd mee. Ruim twintig jaar geleden besloten ze hun maaltijden ook op semi-industriële schaal te gaan bereiden. Plaza Foods was geboren. In 2005 werd de

huidige locatie in Wijchen betrokken, waar ruim 150 medewerkers op procesmatige wijze jaarlijks zo’n 26 miljoen oriëntaalse en mediterrane maaltijden produceren. Die worden geleverd aan retailers in Nederland (Aldi, Jumbo en Makro), België (Aldi, Colruyt en Spar), Duitsland (Aldi, Edeka en Netto), Verenigd Koninkrijk (Aldi) en Scandinavië (Netto en Dansk). De restaurantgedachte en werkwijze zijn in Wijchen nog steeds terug te vinden in het gebruik van natuurlijke ingrediënten. Met uitzondering van de sauzen worden namelijk geen additieven gebruikt. Daarnaast worden de maaltijden nog altijd op traditionele wijze gebakken in woks, maar dan wel in moderne, industriële varianten. “Onze producten krijgen daardoor, zeker voor kenners, een zeer eigen smaak. Daarmee onderscheiden we ons van de meeste andere producenten”, licht kwaliteitsmanager Robin Franssen toe.

Momentopname

Franssen maakte ruim anderhalf jaar geleden na zeven jaar bij Bakkersland de overstap naar Plaza Foods. Op dat moment had het bedrijf een BRC A-certi caat en IFS Higher Level. Het auditrapport uit het najaar van 2013 vermeldde drie minors. In november van 2014 werd dezelfde status voor beide certi caten behaald, maar ditmaal constateerde dezelfde auditor zeven minors. Toch waren er sinds de vorige audit al veel zaken verbeterd. “Een audit is altijd een momentopname, een steekproef”, relativeert hij.

028 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
De gerechten worden uit de ovens in karren gedaan en naar de highrisk-afdeling gereden, waar medewerkers de bakken afvullen en de gewichten controleren.
REPORTAGE STANDAARDEN

“Het ging bijvoorbeeld om een paar vuile schoenen die klaarstonden om te worden schoongemaakt.”

Belangrijker was dat er geen goede afscheiding was tussen de highrisk-ruimte en de andere afdelingen. Franssen en qualityengineer Bart van den Bosch maakten een analyse en stelden verbeterplannen op. “We hebben extra muren gezet en hygiënesluizen verbeterd zodat medewerkers niet langer rechtstreeks de highrisk-ruimte in konden.” De opmerking over de vuile schoenen zette hen ertoe aan om te kijken wat er nog meer vuil de highrisk-afdeling in ging. Zo werd voor de wielen van de karren met daarin de maaltijden en andere ingrediënten een desinfectiestraat gemaakt.

Upgrade naar BRC AA

Een jaar later, in het najaar van 2015, werden de inspanningen van alle afdelingen beloond met het verkrijgen van de BRC AA-status en – opnieuw – het IFS Higher

Level-certi caat. De auditor constateerde nog slechts twee minors. Eén kwam voort uit een verbetermaatregel die na de vorige audit was doorgevoerd. De desinfectie van een deel van de inkomende goederen-

stroom voor de highrisk-afdeling gebeurde niet direct bij de ingang van deze afdeling, maar een stukje verderop, dichter bij de productielijnen. Dit was relatief eenvoudig op te lossen. Een tweede minor gaf de auditor voor te veel achtergebleven water in een van de karren. Franssen: “We hebben de uitlektijd van de automatische wasser verhoogd en in de spoelkeuken een deel van de vloer van een rvs-afdruipsysteem voorzien, zodat de bakken daar op hun kop kunnen worden gezet. Probleem verholpen.”

Bij het IFS-deel van de audit waren er nog extra zaken naar voren gekomen, gee de kwaliteitsmanager aan. “Twee kleine dingen. Op de plattegrond van de fabriek ontbrak het symbool van een deur en de aansluiting van een pijp zat los. Dat is dezelfde dag nog verholpen.”

IFS Food Check

Met ingang van de IFS 6 kunnen fabrikanten zich vrijwillig aanmelden voor de Food Check, een onaangekondigde audit. “Nou ja, vrijwillig… Sommige retailers geven aan dat je je daarvoor moet opgeven”, merkt Franssen op. “Je schrij je in, krijgt de re-

het gevoel dat de auditor veel speelruimte had, maar ook wel een bepaalde richting op gestuurd was. Bij de rondgang door het bedrijf wees ze op een aantal punten. Aangezien die schijnbaar niet op de checklist stonden, werden die niet in het auditrapport opgenomen. Haar opmerkingen hebben ons echter wel aan het denken gezet. Als je op elk moment goed door een audit wilt rollen, moet je zaken anders organiseren en altijd op hetzelfde hoge niveau werken. We hebben in samenwerking met Productie en Logistiek de frequentie voor hygiënerondes sterk verhoogd om de discipline te verbeteren, veel meer gerichte trainingen georganiseerd, whiteboard-overleg gestart en ervoor gezorgd dat processen en werkzaamheden in de basis goed geregeld zijn. Dat is een klus waar je voortdurend mee bezig bent.”

De hele audit duurde een dag. Naast de praktijk kregen ook ongediertebestrijding en klachtenregistratie extra aandacht. Uiteindelijk luidde de score ‘goedgekeurd met kleine afwijkingen’.

Positief aan de Food Check vindt Franssen dat die wordt uitgevoerd door een ona an-

kening en vervolgens kan je een audit verwachten tot een dag voor de reguliere audit. We wisten echter niet wat we konden verwachten en wat de spelregels waren. Er was wel een checklist, maar die was niet inzichtelijk. Verder zou je geen score krijgen, maar alleen horen of je was goed- of afgekeurd. Het was ons toen niet duidelijk waar deze beslissing op zou worden gebaseerd.”

Op 19 mei vorig jaar was het zo ver en meldde een door IFS ingehuurde auditor zich ‘s morgens. “Zij moest binnen 30 minuten op de werkvloer zijn. We kregen

kelijke auditor. Die wordt immers door de IFS zelf aangestuurd. Daarnaast controleert de auditor behalve het bedrijf ook de kwaliteit van de auditor van de certi cerende instelling. Dat levert de retailer het beste beeld op. “Bij alle andere audits heb je toch altijd te maken met een spanningsveld tussen het bedrijf als opdrachtgever en de certi cerende instelling.”

Leveranciersaudit

Franssen hee het afgelopen najaar één leveranciersaudit meegemaakt. Dat

029
Foto’s: Guy Ackermans
‘Er is een spanningsveld tussen bedrijf als opdrachtgever en certi cerende instelling’
Na het voorkoken wordt de pasta samen met de andere ingrediënten gebakken in industriële varianten van woks.

was in december. De betre ende retailer maakt hiervoor gebruik van KBBL. “Ook daarbij wilde de auditor zo snel mogelijk op de werkvloer zijn”, vertelt Franssen. “Uiteindelijk had zij alleen een kleine opmerking, maar nam ze een monster mee ter analyse. Daar hebben we verder niets meer van gehoord. Positief was dat we er nu veel gemakkelijker doorheen rolden, wat we toeschrijven aan onze aanpak na de Food Check.”

Diepgang

Als hij nu alle audits van de afgelopen jaren overziet – ook die bij Bakkersland waar hij minimaal acht audits per jaar had – valt hem op dat auditors relatief weinig tijd besteden aan de resultaten van hygiënerondes, meetresultaten en microbiële analyses en de betekenis van deze gegevens. “De daaruit voortvloeiende oorzaakanalyse, acties en de e ectiviteit van het verbeterplan blijven vaak onderbelicht”, merkt Franssen op.

“Als iets niet goed schoon is of als er een cijfertje ontbreekt, blijven sommige auditoren te veel in algemene zaken hangen. Ze komen niet tot de achterliggende grondhouding en bedoeling van het bedrijf. Het zou mooi zijn als auditoren zich zouden

verdiepen in bijvoorbeeld organisatorische zaken. Bijvoorbeeld of het personeel voldoende scholing en bijscholing krijgt en of directies voldoende middelen beschikbaar stellen om onvolkomenheden te verhelpen. Natuurlijk zijn dat soort zaken moeilijk te kwanti ceren. De norm gee ook weinig ruimte om daar op in te zoomen. Hierdoor is er ogenschijnlijk weinig verschil in kwaliteitsniveau tussen bedrijven, maar kan de diepgang en de toegevoegde waarde van het kwaliteitssysteem toch erg anders zijn.” Franssen vindt het positief dat IFS de fabrikant meer ruimte gee om zelf inschattingen te maken. “De BRC hee soms meer dan een bladzijde vol met allerlei eisen, waar de IFS volstaat met een regel waarin het doel en niet de procedure centraal wordt gesteld.”

Nieuwe locatie

Extra handicap voor Plaza Foods is de huidige locatie, een voormalig pand van een vleesverwerkend bedrijf. Dit zorgt voor een lastige logistiek en beperkt de mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen en verdere groei.

Dit voorjaar wordt dan ook een nieuwe locatie aan de Oostkanaaldijk in Nijmegen in gebruik genomen. “Dat wordt een state-

of-the-art fabriek waar we onder andere freshline-maaltijden kunnen produceren. Het gebouw hee niet alleen een veel beter hygiënisch ontwerp, ook de logistiek van de grondsto en en productstroom is optimaal. Daarnaast is er ruimte voor zaken als een UV-C-tunnel waarin de verpakking van grondsto en en inkomende verpakkingsmaterialen voor de highrisk-afdeling worden gedesinfecteerd. “Maar je kunt ook denken aan kleinere zaken als led-verlichting in het hele pand”, vertelt Franssen. “Die is energiezuiniger, beter in te bouwen, hygiënischer ontworpen en produceert minder warmte in de afdelingen.” De huidige locatie blij voorlopig doordraaien. Door zich het verdiepen in de nieuwbouw wordt tegen bestaande zaken op de oude locatie met frisse blik gekeken. “De led-verlichting is ook in de keuken van de huidige locatie geïnstalleerd”, vertelt Franssen “Zo blijven we ons verbeteren.”

De volgende audit, aangekondigd of onaangekondigd, ziet Franssen samen met zijn team dan ook met vertrouwen tegemoet.

VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 030 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
• REPORTAGE STANDAARDEN
• HANS DAMMAN
Circa 26 miljoen oiëntaalse en mediterrane maaltijden worden jaarlijks geleverd aan retailers in Nederland, België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Scandinavië. Kwaliteitsmanager Robin Franssen bespreekt iedere week de lopende zaken met de afdelingsleiders. “Medewerkers schrijven zelf de agendapunten op het bord om te bespreken..”

Controle door inspectiesystemen = voedselveiligheid

Verbeter uw inspectie met ‘s werelds enige Multi-Spectrum metaaldetector.

CEIA’s unieke THS/MS21 metaal detector bereikt de hoogste gevoeligheid op kleine metaaldeeltjes door het tegelijkertijd toepassen van een spectrum aan frequenties op hetzelfde moment. Door continue detectie met Multi-Spectrum is het mogelijk producteffect te minimaliseren en kleinere deeltjes te onderscheiden, zonder verlies van gevoeligheid. Reken op uitzonderlijk goede resultaten op alle typen producten; vers,bevroren, heet, koud, nat of droog.

Synergie in roestvaststaal

Veiliger, sneller en goedkoper reinigen?

Hygiëne en reiniging is een belangrijk aandachtsgebied in de voedingsmiddelenindustrie. De Heleon Group biedt een compleet programma aan toekomstgerichte, efficiënte en proceszekere reinigingscomponenten. Plus de bijhorende kennis over toepassingen.

De Heleon Group helpt u om de beste oplossing voor uw reinigingstaken te formuleren en heeft daarvoor een breed scala aan producten ter beschikking.

Ontdek de kracht van de Heleon Group.

www.multi-spectrum.nl
Heat and Control BV - Exclusief Distributeur Nederland Tel: +31 320 809 960 info@heatandcontrol.nl │www.heatandcontrol.com Daag ons uit met uw vragen op stand A204 Heleon Group Holstaal BV Vierlinghstraat 10 4251 LC Werkendam Nederland Tel: (+31) 183-679860 www.heleon-group.com
Roestvaststalen buizen en fittingen - sanitaire koppelingen - afsluiters - slangen - filters en andere armaturen voor de voedingsmiddelen en farmaceutische industrie

Innovaties door de keten heen

Studenten imponeren op HAS Food Experience 2016

Chain Reaction was het thema van de achtste editie van de steeds groter wordende HAS Food Experience. Studenten van de hogeschool presenteerden binnen dit thema hun afstudeerprojecten. De concepten varieerden van drankjes van afgedankt fruit tot eiwitrijke snoepjes.

Tijdens de HAS Food Experience was het thema Chain Reaction onderverdeeld in vier schakels. Anders dan voorgaande jaren waren de innovaties van studenten van de studierichtingen Technologie, Design en Verpakking verdeeld over agri, factory, channel en consumer. Agri bevatte vooral concepten voor duurzaamheid en het gebruik van peulvruchten. Binnen factory presenteerden veel technologiestudenten optimalisatietrajecten voor de voedingsmiddelenindustrie. Channel vertegenwoordigde de retail; on-the-go-concepten eisten de aandacht op. Doelgroepenvoeding was voor de groep consumer een belangrijk thema. Vakjury’s deelden awards uit per schakel. Het publiek koos uit de 60 concepten zijn favoriet voor de FoodManShip Award.

Agri

De linzenpasta was de winnaar van de vakjury in de categorie agri. Kim van Dueren den Hollander ontwikkelde Zin in, pasta van 100 procent linzen. Van Dueren: “Hierdoor is het laag in koolhydraten, glutenvrij en draagt het bij aan de consumptie van peulvruchten.” Dit concept was een van de vele met peulvruchten. Daarnaast waren er concepten voor gepo e witte bonen of kikkererwten uit de oven als gezonde snack. Weer andere studenten hadden binnen dit thema drankjes van afgedankte groente zoals peren of van een reststroom zoals de schillen van ko ebessen. Zo presenteerde een studente het concept Husk, een warme drank gemaakt uit een extract van deze reststroom. Husk is ontwikkeld voor de

horeca en voor de doelgroep stijlvolle mannen. Afgedankte peren waren een andere inspiratiebron voor de studenten. Een groep smaakte een perencider; weer andere studenten bedachten een perencocktail met het ingrediënt oud brood als waardevolle bron voor vergisting.

Factory

De winnaars binnen de categorie Factory waren Kathalijn Cornelissen en Willem Kortland. De twee studenten ontwikkelden voor het bedrijf Rosies Glutenvrij een systeem waarmee ze alle informatie over leveranciers en ingrediënten bij elkaar kunnen voegen in Excel en uitsplitsen naar BRC 7-normen en klanteisen. Een groep studenten zocht voor het Vinoos by AMS naar duurzame bindmiddelen voor de WINEgums, eetbare wijn in de vorm van winegums. Melkpoeder kwam in twee innovaties naar voren: lactosevrije melkpoeder die goed oplost en niet bruin van kleur is en rauwe melkpoeder die niet boven 40 °C is verhit. Voedselveiligheid is bij de laatste in-

032 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 1 2 3 4 INGREDIËNT & PRODUCT
REPORTAGE

Publiekswinnaar Spongecake

De publieksprijs

ging naar het concept Spongecake

Quick&Easy, dat is bedacht door Annemiek Sluijters, Eveline Brockhus, Hélène Broekmans en Marlou Wouters. De studentes van de studierichtingen Technologie en Design ontwikkelden een kant-enklaarbeslag voor spongecake in drie smaken. Aan het beslag hoeft niets worden toegevoegd. Voor thuisgebruikers is er een spuitbus met beslag, voor de on-the-go-markt zijn er dispensers. Het deeg bevat bloem, amandelmeel, suiker en eieren. Omdat de studenten wilden dat de cake binnen 40 seconden klaar is, mocht het deeg niet te vast zijn. Daarom voegden ze amandelmeel toe.

novatie nog een punt van aandacht, gaven de studenten aan.

Het concept FIZ kreeg een eervolle vermelding: broodbeleg van witvis, speciaal voor kinderen.

Channel

De vakjury beloonde de resetyoghurtmousse met de categorieprijs, een snack voor medewerkers op kantoor. Door het speciale verpakkingsontwerp kan het bakje yoghurt niet op tafel staan en moet de consument zijn aandacht bij het eetmoment houden. De publieksprijs ging naar het concept Spongecake Quick&Easy (zie kader). In deze categorie Channel ging een eervolle vermelding naar het concept

LUNA, een lunchroom voor jonge vrouwen met kanker. Op de lunchkaart staan kleine gerechten die rekening houden met het smaakverlies van kankerpatiënten en er is houten bestek vanwege de aluminiumsmaak na chemotherapie. Daarnaast dient de lunchroom als ontmoetingsplek voor de doelgroep onder het motto ‘Liefdevolle zorg’.

Op het gebied van verpakkingen viel de Wereldhap op. De opvouwbare doos is een verrassingsbox met voedingsmiddelen om gerechten uit een bepaald land klaar te maken. Onder het motto ‘een avondje vakantie in eigen huis’ ontwikkelde Nikki Groote Schaarsberg een bijzondere doos met informatie over een stad of land. De studente koos voor minder bekende steden en landen, zoals Bergen en Australië. In de doos

Enkele concepten

zit een recept dat de consument kan uitknippen en bewaren.

Consumer

Doelgroepenvoeding was het thema voor studenten die in de categorie Consumer innovaties presenteerden. Bodybuilders (groentesaus met extra plantaardig eiwit), bouwvakkers (soep en thermoskan), ouderen (eiwitrijke snoepjes) en kinderen waren enkele van de doelgroepen voor wie concepten werden bedacht.

Inez de Grauw won de categoryprijs van de vakjury met Dippies – broodkorstjes en fruitdip. Ze ontwikkelde het concept: het draakje met zijn lekkere fruitdip voor kinderen die niet van broodkorstjes houden.

1. Kefirdrankje en gezichtsmasker. 2. Gemakkelijk te kauwen schuimpjes met extra eiwit voor ouderen. 3. Knapperige kikkererwten. 4. Pasta van 100% linzen. 5. Yoghurtmousse

033 5 6 7
Voor de zevende editei van de HAS Food Experience waren er meer dan 1.000 aanmeldingen. Foto: Karin Jonkers als antistresssnack. 6. Verrassingsbox Wereldhap. 7. Eetbare wijn in de vorm van winegums.
DIONNE IRVING •
zien? 2016 Kom naar het Food Event op 14 april in Den Bosch! www.vmt.nl/FoodEvent

E ciënt kiezen van membranen

Van idee tot realisatie van industriële processen

Membraanprocessen zijn in opmars in de voedingsmiddelenindustrie. Omdat ze doorgaans onderdeel zijn van grotere productielijnen is het belangrijk dat ze goed functioneren. Het is essentieel voldoende aandacht te besteden aan de stappen tussen idee en realisatie van de productielijn. NIZO food research ontwikkelde systemen om de optimale membraankeuze, configuratie en procescondities te bepalen.

De eerste membraanprocessen verschenen in de jaren zeventig in de voedingsmiddelenindustrie. Sindsdien is de markt in die sector explosief gegroeid (zie kader). De vele voordelen van membranen kunnen echter gemakkelijk teniet worden gedaan

als een membraanproces niet naar behoren functioneert. Productverliezen, microbiële issues, onvoldoende capaciteit en korte levensduur van de membranen zijn helaas geen uitzonderlijke problemen. De keus in industriële membranen wordt gecompli-

ceerd door het gebrek aan universele standaarden op belangrijke zaken, zoals cut-o Dit maakt het vergelijken van membranen van verschillende leveranciers lastig.

Wegwerpmembranen

Op laboratoria wordt doorgaans gewerkt met wegwerpmembranen. De gebruikte materialen en constructie verschillen sterk van de industriële membranen. Daarnaast speelt reiniging niet bij wegwerpmembranen.

Membraanprocessen worden vaak getest in een kleine opstelling met een enkel membraan. Met enkele productruns wordt

034 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 TECHNOLOGIE & TECHNIEK
WETENSCHAP
De Lab20-membraanscreeningmachine. De mini-membraan-unit.

vastgesteld of het systeem werkt of niet. Aan deze simpele methode zitten echter veel haken en ogen. Zo is de bediening vaak handmatig. Dat vergt veel arbeid, waardoor de testperiode vaak te kort wordt genomen. Daarnaast is het verzamelen van data tijdrovend en bij manuele uitlezing omslachtig in de uitwerking. Verder hoe het gekozen

• welke spacers worden er per trap gekozen;

• hoeveel drukhuizen worden er parallel gezet per trap;

• hoeveel trappen zijn er nodig;

• waar moet dia ltratie worden toegepast;

membraan niet het meest optimale te zijn. Een ander probleem is dat de hoeveelheid product voor de testen aanzienlijk kan zijn. Het materiaal wordt, na monstername, meestal gedumpt. Bij kostbare grondsto en levert dit een forse kostenpost op. Ook is de procesbeheersing vaak beperkt, waardoor de betrouwbaarheid van de verzamelde gegevens in het geding komt.

Keuze membraan

Als de keus voor een bepaald membraan is gemaakt, blijven er nog diverse vragen over:

• hoeveel membranen mogen er in een drukhuis worden geplaatst;

• hoeveel dia ltratievloeistof is er nodig. En niet te vergeten, de reiniging van de membranen is altijd een kritisch aspect. Een matige reiniging kan de levensduur van de membranen fors bekorten, maar langdurige reinigingen zorgen voor oponthoud in de productielijnen. De chemicaliën voor de reiniging zijn relatief duur, zowel in aanschaf als in lozing. Het is van belang deze kostenpost mee te nemen in de uiteindelijke businesscase.

Computersimulatie

Nieuwe productieprocessen worden doorgaans gestart met een computersimulatie van het beoogde proces met de beschikbare data uit de literatuur. Op die manier kunnen verschillende aspecten van het membraanproces al een keer worden bekeken: hoeveel vierkante meter membraanoppervlak is er

nodig, wat is de verwachte samenstelling van de stromen permeaat en retentaat en hoe groot zullen deze stromen zijn? NIZO hee hiervoor de module MemFil3 ontwikkeld. De gegenereerde data kunnen worden verwerkt in een businesscase. Dit kan in een spreadsheet of een toegespitst kostenprogramma voor membranen dat NIZO hee ontwikkeld. Dit laatste gee ook een schatting voor de verwachte vraag naar utilities, zoals koelwater en stroom. Dit kan onverwachte meerkosten in hoogspanningstrafo’s of ijswatervoorzieningen voorkomen.

Membranen zijn populair

Er zijn aantal factoren die de groei van membranen hebben versneld:

• er is een zeer grote diversiteit in beschikbare membranen;

• membraanprocessen zijn milde processen waarbij meestal twee waardevolle stromen vrijkomen;

• de schaalgrootte waarop kan worden gewerkt, varieert van enkele liters tot honderden kubieke meters per uur;

• de prijs per vierkante meter membraanoppervlak van zowel het membraan zelf als de membraaninstallaties daalt al jaren gestaag;

• de energiekosten van membraanprocessen zijn relatief laag in vergelijking met andere processen;

• de afmetingen van de installaties zijn beperkt en redelijk flexibel in te richten;

• membraanprocessen worden vaak continu bedreven; dit biedt de volgende voordelen:

1. de behoefte aan buffertanks wordt beperkt,

2. de mogelijkheden voor energierecuperatie worden vergroot,

3. het totale fabrieksoppervlak wordt beperkt,

4. een verbeterde microbiologie, omdat de groei van micro-organismen wordt beperkt door de uitspoeling.

035
‘Reinigen van membranen altijd een kritisch aspect’
De MemFil3-module. De groene velden worden ingevuld door de gebruiker, de blauwe velden worden berekend.

Selectie membranen

Vervolgens wordt er uit het brede aanbod aan membranen van de diverse leveranciers een selectie gemaakt van meestal acht, soms zestien kandidaten. Als kunststofmembranen geschikt lijken, worden er monsters opgevraagd van spiraalgewonden membranen. Die worden als vlakkeplaatmembranen getest in een Lab20-testmachine. Hierin kunnen tot acht membranen per serie worden getest met een klein volume, zo’n 30 liter, aan uitgangsmateriaal. De test wordt doorgaans uitgevoerd bij drie concentratiefactoren, zodat er een impressie wordt verkregen over het totale bereik.

Per setting worden vervolgens de retentie en ux per membraan gemeten. De verkregen data zijn niet volledig representatief voor de situatie in een spiraalgewonden membraan, omdat het stromingspro el in de Lab20-testmodule afwijkt van dat in het spiraalgewonden systeem.

Testen

Van de veelbelovendste kandidaten worden twee of drie geselecteerde membranen als spiraalgewonden module besteld voor het testen in een speciaal gebouwde machine: de mini-membraanunit van NIZO. Het systeem regelt temperatuur, druk en debieten op de membranen automatisch en wordt gebruikt om representatieve waarden aangaande retentie en ux te verkrijgen. De machine kan voor verschillende membraanprocessen worden gebruikt: MF, UF, NF of RO. Ook dia ltratie (DF) kan worden toegepast.

Het is mogelijk verschillende uitvoeringsvormen te testen: polymere spiraalgewonden en capillaire, maar ook keramische membranen. De testen worden bij meerdere concentratiefactoren uitgevoerd.

Tevens wordt de impact van het aantal spiraalgewonden membranen in een drukhuis onderzocht. Het testen van lange runs is relatief eenvoudig omdat de machine volledig is geautomatiseerd. De werkzaamheden

leiden tot betrouwbare data van retentie en ux. Wel zijn er voor het verzamelen van voldoende data zo’n twintig runs nodig, een ink aantal. Het volume per run blij tot het minimum beperkt. Het grote aantal testen kost tijd. Het biedt echter het voordeel dat er ook een dito aantal reinigingen nodig is, waardoor er automatisch allerlei procesparameters van reiniging worden verzameld – welke chemicaliën en welke condities zijn e ectief. Als de grondsto en voor de membraantesten nog niet beschikbaar zijn, kunnen die ook bij NIZO worden geproduceerd. Daarvoor zijn faciliteiten beschikbaar voor de productie op kleine schaal: enzymatische reacties, fermentaties, thermische behandelingen en andere vormen van scheiding.

So waremodule

Na de testen zijn de ux als functie van de concentratiefactor en de retenties van de belangrijke componenten in combinatie met het gekozen membraan bekend. Deze data worden vervolgens gebruikt in de MemFil3-so ware, die op verschillende manieren kan worden ingezet. Als een al beschikbare membraaninstallatie geschikt is om de scheiding tot stand te brengen,

rekent de module uit welke voedingsdebieten de machine kan verwerken. Als een nieuw te bouwen machine nodig is, kan die met MemFil3 worden gedimensioneerd. Dit betekent dat het aantal trappen en het benodigde membraanoppervlak per trap worden uitgerekend. Voor beide systemen is het mogelijk dia ltratie toe te passen in de verschillende trappen en de hoeveelheden dia ltratievloeistof te variëren per trap. De samenstelling van zowel permeaat als retentaat per trap en als totaal wordt berekend. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de Mem l3-module in te passen in een groter Premia-modelsimulatiegeheel, zodat het membraanproces in de totale proceslijn kan worden geoptimaliseerd. De resultaten kunnen worden gelinkt aan een kostenmodule. Het is ook mogelijk de data te exporteren naar een spreadsheetformat. De verschillende technieken zijn met succes toegepast bij verschillende klanten.

318 659638

VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 036 TECHNOLOGIE & TECHNIEK
Een voorbeeld van de membranen die in de mini-membraanunit getest kunnen worden. Van links naar rechts: keramiek, capillair, vlakke plaat en spiraalgewonden. • COEN AKKERMAN, HAN STRAATSMA, DURITA ALLERSMA •
WETENSCHAP
Dr. C. Akkerman, senior expert processing, ir. H. Straatsma, senior expert modelling, ing. D. Allersma, scientific assistant membraneprocessing, NIZO food research, Coen.akkerman@nizo.com, +31

Tijdens het productieproces komt perslucht direct of indirect in aanraking met het product. Onvoldoende behandeld kan dit tot onzichtbare vervuiling van het eindproduct leiden. Zorg voor de beste perslucht voor maximale bescherming van uw product.

KLANTGERICHT INTEGER COMPETENT KWALITEIT ONZE LAB O RAT O RIA: CONTACT Eurofins Food Testing Netherlands Tel: +31(0)88 831 00 00 sales-food-nl@eurofins.com LabCo EUROF-000XX-v01 - Advertentie VMT Vis Schaal en Schelpdieren.indd 1 25-02-16 11:12 Trendsinsystems,softwareenservices WWW.FHI.NL/LABAUTOMATION DINSDAG 5 APRIL 2016 1931LABAUTOMATION CONGRESCENTRUMBRABANTHALLEN•DENBOSCH HETEVENTRONDOMAUTOMATISERINGS-,ROBOTISERINGSENSOFTWAREOPLOSSINGENBINNENLABORATORIA benelux@beko-technologies.com 31-(0)165-320300 BEKO TECHNOLOGIES For the quality of your compressed air Voor de lekkerste smaak heeft u de beste perslucht nodig
Zuiverheid. Zekerheid. Veiligheid. www.beko-technologies.nl / www.beko-technologies.be

Assetmanagement in voedingsindustrie

Bedrijven in steeds meer sectoren passen assetmanagement toe om de onderhoudsorganisatie te professionaliseren, maar tevens om maatschappelijk verantwoord en compliant te ondernemen. Grote foodproducenten rollen de laatste jaren hun eigen systemen uit als onderdeel van een internationaal programma. Kleinere producenten kunnen ook profiteren van de voordelen door te starten met elementen zoals OEE en FMECA.

Assetmanagement vindt zijn oorsprong in de Engelse olie- en gasindustrie, waar in 1988 tijdens de ramp met o shoreolieplatform Piper Alpha 167 mensen overleden door explosies en brand. Een radicale verandering in het beheer van technische installaties was nodig. Die bestond uit het analyseren van de kosten en technisch falen over de totale levensduur van installaties en het werken met multidisciplinaire teams. Toepassing ervan leidde tot hogere technische prestaties, veiligheid en productiviteit1. Nadien zijn deze ervaringen gekopieerd naar andere organisaties en sectoren. In 2004 leidde de behoe e tot standaardisatie van best practices tot de Britse norm (PAS 55) en in 2014 tot een internationale norm (ISO5500).

Waarde van productiemiddelen

Volgens de ISO 55000 wordt assetmanagement gede nieerd als alle gecoördineerde activiteiten van een organisatie om waarde te realiseren uit assets. Een asset wordt gedenieerd als ding of entiteit met potentiële of daadwerkelijke waarde voor een organisatie. In de food is dat een fabriek, een afvullijn

of een oven. Volgens de principes van assetmanagement realiseren deze assets waarde voor hun eigenaar (assetowner) als ze goed worden verzorgd door de technische dienst (assetmanager). Als bijvoorbeeld een oven goed functioneert, worden producten naar verwachte kwaliteit gebakken, is de klant tevreden, blij het imago positief en wordt winst gerealiseerd. De oven is dus niet alleen een technisch object dat onderhouden moet worden om winst te maken. Onderhoud is ook nodig om een bepaalde kwaliteitsstandaard te behouden en een positieve uitstraling naar de maatschappij te blijven houden. A reuk aan kwaliteitsdoelstellingen leidt tot aanzienlijke imagoschade en zelfs tot nanciële gevolgen. Zo werd in februari een bakkerij gesloten, omdat stukjes asbest van oude ovens in het eindproduct terechtgekomen waren.

Risicomanagement

Bij technische bedrijfsmiddelen staat het thema risicomanagement centraal. Dit betekent allereerst het inventariseren van de risico’s over de levensduur van technische objecten in hun maatschappelijke

omgeving en het beoordelen in hoeverre deze acceptabel zijn. De volgende stap is vaststellen en borgen van passende risicoreducerende maatregelen in systemen en processen. Binnen assetmanagement bestaan er diverse technieken om deze risico’s in kaart te brengen. Zo brengt een Failure Mode E ect and Criticality Analysis (FMECA) risico’s als gevolg van technisch falen in kaart. Die wordt veelal opgevolgd door een Reliability Centred Maintenance (RCM)-overweging om een best passende beheerstaak, reservedeel of modi catie te bepalen. Inventarisatie van de kosten kan hier ook onderdeel van zijn, om een prognose voor een meerjarenbudget af te geven. Een Hazard and Operability (HAZOP)studie maakt risico’s bij veranderende basisgrootheden als druk, temperatuur en volume binnen een proces zichtbaar. De genoemde risico-analysevormen houden

Top 5 trends in food

Eind vorig jaar publiceerde de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO2) het Onderhoudskompas 2015 met een top 5 van belangrijkste trends in de food, beverage en farmacie:

1. Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance

2. Schaarste aan technisch geschoold personeel

3. Behoefte aan uitbesteding

4. Juridisering van de maatschappij

5. Aandacht voor Operational Excellence

038 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 TECHNOLOGIE & TECHNIEK

oog op eventuele a reuk op voedselveiligheid-, milieu-, beschikbaarheid-, imago- en nanciële doelstellingen. A reuk wordt vastgesteld met een risicomatrix. Die gee niet alleen de grootte van het risico aan maar ook de mate waarin een risico acceptabel is. De risicomatrix wordt binnen assetmanagement vaak breder toegepast, bijvoorbeeld voor het bepalen bedrijfskritische assets, managementbeslissingen op basis van risico-overwegingen, bepalen van prioriteit van storingen, bepalen van het e ciëntste modi catievoorstel en het bepalen van risico’s tijdens werkzaamheden. Door te beslissen op basis van een risico-overweging kunnen de juiste keuzes worden gemaakt en kunnen daardoor beperkte nanciële middelen e ciënter worden aangewend.

Onderhoudstrends

Voor de belangrijkste trends in de food, beverage en farmacie is assetmanagement een oplossing. Zo zal een bedrijf dat volgens de principes van assetmanagement werkt de eerste trend (zie kader) goed kunnen volgen. Het bedrijf beschikt dan namelijk over een toolbox met gereedschappen zoals FMECA, HAZOP en HACCP. Met deze analysemethoden worden gevolgen

en best passende beheersmaatregelen door aanscherping van regelgeving in kaart gebracht. Het assetmanagementsysteem schrij voor deze beheersmaatregelen goed in computersystemen en

kwaliteitsgraad en beschikbaarheid. Om OEE echt goed in te zetten voor verbetering moeten de normprestaties en de actuele waarden voor beschikbaarheid, prestatie en kwaliteitsgraad al in de engineeringfase bekend zijn. Vaak ontbreken deze normprestaties en kan een opdrachtgever daardoor te veel geld uitgeven aan een ontwerp. Alleen op basis van deze normprestaties kan een robuust ontwerp voor een productie-installatie worden gemaakt. Assetmanagement beschikt hiervoor over het gereedschap Reliablity Availabily Maintainabilty & Safety (RAMS)-analyse, waarmee de technische en operationele prestaties van een ontwerp geveri eerd kunnen worden.

Toekomstverwachting

bedrijfsprocessen te borgen met bijhorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en dit continu te verbeteren. Een organisatie hee op deze manier het beheer en de compliance van technische installaties inzichtelijk gemaakt voor zichzelf en voor toeleveranciers en afnemers.

Operational Excellence

Voor de trend naar Operational Excellence biedt assetmanagement ook gereedschappen. Zo wordt de Operational Equipment Excellence (OEE)-methode veel gebruikt. Daarin zijn kwaliteitsgraad, beschikbaarheid en prestatie a ankelijk van elkaar. Dit betekent dat als een productielijn technisch meer beschikbaar is, die beter kan worden ingezet. Daardoor stijgen de operationele prestatie,

De belangstelling voor assetmanagement neemt toe in veel sectoren en groeit ook nog steeds in volwassenheid. In navolging van de algemene norm (ISO 55000) stellen veel sectoren nu hun eigen speci eke norm voor assetmanagement op. De verwachting is dat de voedingsindustrie deze richting zal volgen. De principes van assetmanagement zullen in elke sector een steeds grotere rol spelen in het behalen van bedrijfsdoelstellingen. Ze zullen dus van waarde zijn voor een kostene ectieve bedrijfsvoering waarin prestaties, risico’s en kosten gedurende de levenscyclus van een bedrijfsmiddel in balans zijn.

• REFERENTIES •

1. Asset Management - an anatomy, The Institute of Asset Management, december 2015.

2. De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud is een onafhankelijke brancheorganisatie die met belangenbehartiging, kennisoverdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het vlak van Beheer en Onderhoud/Assetmanagement zijn betrokken.

• COR SOETENS •

C. Soetens, senior assetmanagementconsultant, Tebodin

039
Volgens de ISO 55000 wordt assetmanagement gedefinieerd als alle gecoördineerde activiteiten van een organisatie om waarde te realiseren uit assets. Foto: Tebodin
‘Veel sectoren stellen hun eigen speci eke norm op’

‘Gepersonaliseerd voedingsadvies werkt’

Drie apps uit project Intelligent Consumer Systems

Hoe kun je consumenten helpen gezonde keuzes te maken? Die vraag stond centraal in het project Intelligent Consumer Systems. Het onderzoek leverde prototypes op voor drie handige apps: de Allergie-checker, de Recepten-checker en de Motivatie-checker. “Dit project bewijst dat gepersonaliseerd voedingsadvies werkt”, zeggen Mariëlle Timmer en Nicole Koenderink van Wageningen UR Food & Biobased Research.

Gezond eten en genoeg bewegen is voor veel mensen gemakkelijker gezegd dan gedaan. “Veel consumenten missen de kennis om een gezonde voedselkeuze te maken”, zegt Mariëlle Timmer, onderzoeker Food Informatics en coördinator van het project. “Ze weten bijvoorbeeld niet dat bitter lemon suiker bevat of dat er in een saucijzenbroodje tweemaal zoveel kilo calorieën zitten dan in een boterham met jam.”

Te algemeen

De informatie over gezond eten is vaak algemeen en sluit niet aan bij de persoonlijke situatie van mensen. Denk bijvoorbeeld aan een oudere die minder zout moet gaan eten of aan een allergiepatiënt die in het bedrijfsrestaurant niet weet wat hij mag nemen.

Deze situatie was voor Food & Biobased Research en LEI aanleiding voor het opzetten van het project Intelligent Consumer

Systems, een publiek-private samenwerking binnen de Topsector Agrifood (zie kader). “We wilden weten hoe gepersonaliseerd voedingsadvies mensen wél kan helpen gezonde keuzes te maken”, zegt Timmer. “We hebben onderzocht hoe je gepersonaliseerde informatie verkrijgt en presenteert, en welke ICT-tools je ervoor kunt inzetten.”

Enthousiast

Gepersonaliseerd voedingsadvies werkt, luidt de conclusie na drie jaar onderzoek. “Consumenten reageren enthousiast op de prototypes van de apps die we ontwikkelden: de Allergie-checker, de Receptenchecker en de Motivatie-checker”, zegt Nicole Koenderink, groepshoofd bij Wageningen UR.

Met de Allergie-checker kunnen allergische consumenten een streepjescode van een product in de supermarkt of het bedrijfsrestaurant scannen. De app, die de gebruiker vooraf zelf hee ingesteld, laat meteen weten of het product geschikt is

Projectpartners

Wageningen UR Food & Biobased Research (coördinator), Wageningen UR LEI, Jumbo, PS in foodservice, Sodexo, Voedingscentrum, Stichting Voedselallergie, Noldus Information Technology, Q-Ray, FoodShopper, MobiHealth.

040 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 MARKETING & CONSUMENT
Nicole Koenderink (links) en Mariëlle Timmer van Wageningen UR Food & Biobased Research.
WETENSCHAP

voor de persoon in kwestie, desgewenst met een toelichting erbij.

Jonge en oudere consumenten hebben de app getest in het Restaurant van de Toekomst in Wageningen. “Ze vonden de app gemakkelijk in het gebruik en een duidelijk advies geven. Ze hoefden nu niet meer aan anderen te vragen of ze een versbereid product konden eten. Ook konden ze producten kiezen waarvan ze vooraf dachten dat ze die niet mochten”, aldus Timmer. De app richt zich op informatie over allergie. “Die kan in de toekomst uitgebreid worden, met bijvoorbeeld productkenmerken als vegetarisch en halal.”

Data koppelen

De beschikbaarheid van de productinformatie is bij deze app nog een aandachtspunt, benadrukt Koenderink. “Om de Allergie-checker echt e ectief te maken, moeten we van minimaal 75 procent van de producten de samenstelling weten. We weten het nu nog maar van 30 procent.” De gegevens zijn sinds vorig jaar al elektronisch beschikbaar, maar meestal alleen voor de eigenaren van de data”, legt ze uit. “Voor onze test in het Restaurant van de Toekomst was dat geen probleem, omdat foodservicebedrijf Sodexo erbij betrokken was. Maar voor een supermarkt, die met veel fabrikanten en dus data-eigenaren te maken hee ,

is het lastig.” Voor het project werden de databases van het Voedingscentrum, Sodexo, Jumbo en PS in foodservice aan elkaar gekoppeld. “We hebben onderzocht hoe we meer met de data kunnen doen door een gedeelde datastructuur te gebruiken”, verklaart Koenderink. “Stel dat de ene database pasta als product bevat zonder informatie over de voedingswaarde en de andere macaroni met de voedingswaardegegevens, dan kun je deze data koppelen en mensen zo meer informatie geven over pasta.”

Kwaliteit openbare data

Koenderink kan zich voorstellen dat bedrijven zich zorgen maken over concurrentiegevoelige informatie en zeker willen weten dat de kwaliteit van openbare data gewaarborgd is. “Deze onderwerpen pakken we verder op in Personalised Nutrition & Health, een publiek-private samenwerking waarbij ook TNO betrokken is”, zegt ze. Het programma gaat dit jaar van start. Net als de Allergie-checker viel ook de Recepten-checker in de smaak bij consumenten. Deze app, ontwikkeld voor vitale ouderen, gee aan of een recept past in een dieet met minder zout, energie of verzadigd vet, of met extra vezels. “Recepten en ingrediënten die niet goed aansluiten, lichten op

app verder te personi ëren, bijvoorbeeld door in het advies ook de hoeveelheid lichaamsbeweging van iemand mee te nemen. De adviezen sluiten dan nog beter aan bij de individuele voedingsbehoe e.

Doelstelling formuleren

De Motivatie-checker, de derde app in het project, kan consumenten met een lage sociaal-economische status helpen stap voor stap een doelstelling te formuleren om een eet-, drink- of beweeggewoonte te veranderen. “Uit ons onderzoek blijkt dat mensen gemotiveerder zijn als ze zelf een gewoonte kunnen kiezen om te verbeteren en invloed hebben op wat ze ervoor in de plaats gaan doen”, zegt Timmer. Mensen maken hun doelstelling concreet door er een persoonlijke situatie aan te koppelen. Ze kunnen bijvoorbeeld aangeven dat ze minder alcohol willen drinken en dit bijvoorbeeld op vrijdagavond in de kroeg of ’s avonds voor de tv minder willen doen. De app kan hen op die momenten aan hun voornemen herinneren.

Grote vlucht

Koenderink en Timmer verwachten dat gepersonaliseerd voedingsadvies de komende jaren een grote vlucht gaat nemen. Koenderink: “Consumenten hebben er baat bij, en voedingsmiddelenbedrijven, retailers en ICT-bedrijven kunnen zich ermee pro leren.”

het scherm rood op”, illustreert Timmer. De app is getest door leden van het seniorenpanel SenTo. “Mensen vonden het handig om feedback te krijgen op zowel bekende als nieuwe recepten.”

De consumenten kwamen ook met suggesties om de Recepten-checker verder te ontwikkelen. “Denk bijvoorbeeld aan een snelle invoer van recepten en aan advies over hoe je ingrediënten in gerechten kunt vervangen”, zegt Timmer. Daarnaast is de

Samen bieden de Allergie-, Recepten- en Motivatie-checker een complete toolbox voor gezond eten, vult Timmer aan. “Ik kan me voorstellen dat ICT-bedrijven dit concept oppakken en verder ontwikkelen naar apps voor andere doelgroepen.”

Meer informatie gee Mariëlle Timmer via marielle.timmer@wur.nl.

041
Onderzoek wees uit dat de consument de app gemakkelijk in gebruik vindt.
‘Consument mist kennis voor gezonde voedselkeuze’
• LISETTE DE JONG • Ir. L. de Jong is freelance journalist Meer weten over Personalised Nutrition? 2016 Kom naar het Food Event op 14 april in Den Bosch! www.vmt.nl/FoodEvent

Van afval naar voedingsmiddel

Verspillingsfabriek moet kenniscentrum worden

Voedselverspilling staat bij de voedingsindustrie stevig op het netvlies. Tot nu toe zijn er vooral kleinschalige initiatieven om verspilling tegen te gaan. Cateraar en fabrikant Hutten pakt het groots aan met de Verspillingsfabriek voor grootschalige verwerking van afvalstromen tot voedingsmiddelen. Half maart rollen de eerste producten in Veghel van de band.

Half februari is het nog een oase van rust op het terrein van de Verspillingsfabriek, onderdeel van Hutten dat ruim 1.400 medewerkers telt. Toch is die rust maar schijn, want binnen lopen werklui en medewerkers van Hutten af en aan om de

fabriek gereed te maken voor productie. Uiterlijk eind maart moet de locatie operationeel zijn. Intussen testen medewerkers onder meer recepturen voor supermarkten en wordt er proefgedraaid. Daarvoor komen de tomatenkontjes die een van hen van

de grond schraapt en in een vuilniszak doet, niet in aanmerking. “Verspilling, inderdaad. Maar voedselveiligheid is het allerbelangrijkst”, benadrukt productontwikkelaar André van Vroenhoven. Een groentesnijder gaat wekelijks vijf ton tomatenkontjes leveren. Al die afdankertjes worden vermalen en verwerkt tot soep of een passata. “We hebben al met 1.000 kilo proefgedraaid.”

Prettige sfeer

Het gebouw van de Verspillingsfabriek is al ruim veertig jaar oud. Hutten investeerde zo’n 2,5 miljoen euro om er een prettige plaats van te maken. De ruimtes zijn ruim, open en de lichtinval is goed. Op wanden staan feiten en weetjes over voedselverspilling en kantoren zijn ingericht naar verschillende thema’s in retrostijl. Zo is er een hangoutkamer met een wand vol kleurige gra ti die de creativiteit moet aanwakkeren bij medewerkers. En de barbershopkamer doet met zijn witte wand vol foto’s uit de oude doos, droogkap, spiegel en kappersstoel afdwalen naar een ver verleden.

“We hebben geprobeerd een goede vibe te creëren”, zegt directeur Corien Poederbach, die bij de oplevering in januari haar intrek nam in de Verspillingsfabriek. Haar kantoor met tafels en plantenbakken van geperst hout en een kast van veilingkistjes sluit met al het ‘verspilde’ hout naadloos aan bij het duurzame imago dat de Verspillingsfabriek naar buiten wil uitstralen.

042 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 DUURZAAMHEID & MVO
Hutten produceert voor Plus tomatensaus en -soep van verspilde groenten onder de naam Overlekker.

Recepturen en voedselveiligheid

Tijdens een rondleiding van Poederbach worden de contouren van Huttens’ nieuwe kroonjuweel zichtbaar: de snijderij met haar lange snijtafels en -machines, de productiehal met onder andere braadsledes, kookketels en een autoclaaf waarin zes karren voedingsmiddelen passen om een sterilisatie te ondergaan. De namen van de fabrieksruimtes hee Hutten op een soms speelse manier weergegeven. Zo staat boven de tafel met weegapparatuur geschreven: elkpondje gaat door het mondje. De koelruimtes zijn nog vrijwel leeg, op een paar groene kisten na die zakken met ragout en soep bevatten. Sommige zijn al voorzien van een etiket van het eigen merk Barstensvol. Het moment van productie komt steeds dichterbij.

“We zijn de recepturen aan het testen, de apparatuur aan het inregelen en we doen houdbaarheidstesten met de autoclaaf”, zegt

Hutten investeerde 2,5 miljoen euro in het gebouw van de Verspillingsfabriek om er een prettige plaats van te maken.

Haar telefoon staat deze dagen roodgloeiend. Het lijkt erop dat veel partijen hun reststromen graag afzetten in Veghel. Welke dat precies zijn? “Ik kan geen namen noemen. Sommige bedrijven vinden het niet jn om als grote verspiller in het nieuws te komen.” Vooral telers, versnijders en veilingen brengen hun overbodige grondsto en naar de Verspillingsfabriek. Veel verspilling ontstaat door verkeerde afstemming in de keten, maar ook door de strenge inkoopspeci caties, weet Poederbach.

Rendabel

Poederbach. Ook aan voedselveiligheid wordt hard gewerkt. De fabrieksdirecteur hee een kwaliteitsmanager aangesteld die

bezig is met een kwaliteitshandboek en die critical control points (ccp’s) borgt. Ze maakt de Verspillingsfabriek ook klaar voor IFS-certi catie.

Reststromen

Langzamerhand stromen de restproducten binnen die de Verspillingsfabriek gaat verwerken tot voedingsmiddelen. Vooral tomaten, prei, uien, champignons, kno ook en kruiden zijn nodig. Die stromen zijn grotendeels ingevuld. In tegenstelling tot vlees, dat lastiger te verkrijgen is, vertelt Poederbach.

Over hoeveel stromen de fabriek nodig hee om rendabel te kunnen draaien, wil de directeur niet veel kwijt. Ook al omdat de aanvoer van verspilde producten uctueert. “Stel dat er tien ton tomaten beschikbaar is, dan gaan we meer tomatenproducten ontwikkelen. De aanvoer en afzet moeten in balans zijn.” Omdat het concept zo nieuw is, zal veel duidelijk worden door voortschrijdend inzicht, stelt Poederbach. De Verspillingsfabriek begint met een beperkt productassortiment: soepen, sauzen en ragouts onder het eigen merk Barstensvol. Ook zal de productie van de Overlekker-tomatensoep en -saus, gemaakt van onverkochte uien en tomaten, voor Plus Supermarkten doorgaan. Vorig jaar begon Plus een pilot samen met Hutten in tien supermarkten in de buurt van Rotterdam. Deze pilot loopt nog steeds en is wegens succes verlengd. Toen Jennita den Boer van Plus samen met Hutten de soep Overlekker uitdeelde op het Damn Food Waste-evenement in Rotterdam afgelopen jaar, reageerden de klanten heel enthousiast. De Rotterdammers roemden het initiatief en de pure tomatensmaak.

Toch dwongen omstandigheden Plus en Hutten bijna tot het stoppen met de pilot. Er waren namelijk niet genoeg verspilde tomaten. “We hebben er een derde partij, tomatenteler Redstar, bij gezocht om het proefproject voort te kunnen zetten.”

043
‘Bedrijven willen niet als verspiller in het nieuws’

Pas na de evaluatiefase bepaalt Plus wat de volgende stappen zijn. “We begonnen de proef met het aanbieden van Overlekker tegen een introductieprijs. Nu liggen de producten in de schappen voor een reguliere prijs. We moeten kijken wat voor e ect dit hee op de langere termijn. Of consumenten de producten ondanks de hogere prijs blijven kopen.”

Gesprekken met bedrijfsleven

Naast trouwe klant Plus wil Hutten het aantal afnemers snel uitbreiden. Er lopen daarom volop gesprekken met retailers, cateraars en partijen uit de foodservice. Poederbach: “De retailers zijn aan het kijken hoe ze de producten uit de Verspillingsfabriek het beste kunnen positioneren.” Dat kan uitmonden in de productie van voor supermarkten op maat gemaakte producten – voedingsmiddelen waarmee zij zich het beste kunnen pro leren. De Verspillingsfabriek wil naar eigen zeggen met een heel hoge smaakwaardering en voedingswaarde maximaal onderscheidend vermogen creëren. Naast Plus wist Hutten al één partij aan zich te binden. Uiterlijk eind maart hoopt de fabriek meer toezeggingen te hebben en te kunnen produceren. In de fabriek staan twee ketels van ieder 500 liter. Deze hoeveelheid kan dus per charge van een uur worden geprodu-

ceerd. Hutten wil met de fabriek binnen twee jaar kostendekkend draaien en daarna een omzetgroei verwezenlijken van 15 procent per jaar.

Voedselverspillingshub

De Verspillingsfabriek is echter veel meer dan een verwerker van restromen tot eindproducten. Het initiatief hee ook een sociale functie. Op dit moment staan er zes vaste medewerkers op de loonlijst. Dat aantal moet groeien naar vij ig. Hutten wil vooral vissen in de vijver van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. “Verspilde talenten”, zegt Poederbach. Ook het gebouw leek verspild, totdat Hutten besloot

Food2Foodlab. HAS Hogeschool, eveneens gevestigd in 360°, en Wageningen UR onderzoeken of zo’n initiatief bestaansrecht hee . “Er zijn diverse partijen die zich hebben gemeld met vragen over stromen die niet direct via de fabriek verwerkt kunnen worden. Bijvoorbeeld omdat hiervoor een ander proces nodig is of omdat de logistiek via Veghel voor hen niet interessant is”, zegt Toine Timmermans van Wageningen UR (WUR). Onder andere WUR en HAS Hogeschool gelden als beoogde partners in het Food2Foodlab.

er iets moois van te maken. Oprichter Bob Hutten gaf het gebouw de naam 360°, dat staat voor de circulaire economie. Hutten wil de Verspillingsfabriek laten uitgroeien tot het kennis- en expertisecentrum in de Europese Unie dat voedselverspilling in de totale voedselketen tegengaat. Zo kijkt het bedrijf samen met partners naar de mogelijkheden voor een

Daarnaast worden Rabobank en Food Squad betrokken bij het kenniscentrum over voedselverspilling. Beiden zijn gehuisvest in het gebouw 360°. Food Squad is een innovatienetwerk dat met negen partners voedselinnovaties test op het gebied van duurzame ketens, vitaliteit en specialistische voeding. In de relatief korte tijd van een paar maanden wist Hutten de fabriek uit de grond te stampen, die uiteindelijk moet uitgroeien tot een voedselverspillingshub.

Poederbach: “We zijn met heel veel dingen bezig, maar de focus ligt nu op het opstarten van de productie.”

VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 044 DUURZAAMHEID & MVO
De Verspillingsfabriek gaat vooral tomaten, uien, prei, champignons, knoflook en kruiden als restproducten verwerken.
• MAURICE DE JONG •
‘We proberen een goede vibe te creëren’
Zorg voor hygiëne in de food www.eco2clean.nl
Past dit nog wel op uw bord?

Handen wassen en drogen bij de wasbak: een nieuwe hygiënische oplossing voor de voedingsindustrie.

Een samenwerking tussen Dyson en producent op het gebied van industriële hygiëne Elpress resulteerde in de ontwikkeling van een hygiënische, volledig geïntegreerde handwas- en droogoplossing. Deze is al geïnstalleerd in enkele van de meest hygiënebewuste werkomgevingen.

De nieuwe EWG-TAP, een compleet geïntegreerde oplossing. Als leverancier van gespecialiseerd materiaal voor hygiënische ruimtes in de voedingsindustrie stelt Elpress hoge kwaliteitseisen aan hygiëne op de werkvloer. Zij werken al vele jaren samen met Dyson. Met de ontwikkeling van snelle en hygiënische handdroogtechnologie in een kraan heeft Elpress de Dyson Airblade Tap handdroger in hun roestvrijstalen handwasstations geïntegreerd.

Handen worden boven een roestvrijstalen wasbak gewassen en gedroogd.

Het is niet nodig om zich naar aparte handdroogvoorzieningen te verplaatsen, dus druppelt er ook geen water meer op de vloer – dit verlaagt het risico op uitglijden en verbetert de veiligheid.

Minder knelpunten. Verhoogde productiviteit. Wanneer wassen en drogen plaatsvindt in aparte gedeeltes van de hygiëneruimte, onstaan er vaak opstoppingen en knelpunten. Met een geïntegreerde oplossing stroomt het handwas- en droogproces beter en efficiënter door – zo wint men tijd en verhoogt de productiviteit.

Ontworpen voor hygiëne.

De Dyson Airblade Tap handdroger wordt door sensoren geactiveerd, dus handen raken geen besmette oppervlaktes aan. Het gebruikt ook een HEPA-filter die 99,9% van de deeltjes ter grootte van bacteriën opvangt uit de lucht die gebruikt wordt om handen te drogen. Handen worden dus gedroogd met schonere lucht, geen vieze lucht.

HACCP goedgekeurd.

Veilig voor de voedingsindustrie. De Dyson Airblade Tap handdroger is door HACCP International goedgekeurd voor gebruik in omgevingen waar voedsel wordt bereid. Daarom is er ook gekozen voor een samenwerking met Elpress, zij zijn momenteel de enige door HACCP International gecertificeerde producent van hygiënesluizen.

Vertrouwd door bedrijven die om hygiëne geven. Een groeiend aantal belangrijke producenten in de voedingsindustrie vertrouwen Dyson om een belangrijke rol te spelen in het handhygiëne proces. Kellogg’s en de Nederlandse koekjesfabrikant Merba mogen zich hiertoe rekenen. Na het installeren van 10 Dyson Airblade Tap handdrogers in twee wassstations, was de posititieve feedback van het personeel aanleiding om de Airblade™ technologie verder uit te breiden in het bedrijf.

Voor meer informatie:

Telefoon: 0485-516969

E-mail: sales@elpress.nl www.elpress.nl

ideaal.”

Wim Boerman, Directeur, Merba.

Geen water op de vloer.

Kost minder in gebruik - tot 97% minder dan papieren handdoeken. 1

Meest hygiënisch.

Beter voor het milieu –geen papierafval en tot 71% minder CO2 dan papieren handdoeken.2

De snelste handdroger boven de wasbak. Bespaart ruimte.

5 jaar garantie.

www.dyson.nl
Alleen de Dyson Airblade Tap handdroger heeft al deze voordelen: Het Carbon label is het keurmerk van de Carbon Trust. Het NSF logo is het geregistreerde keurmerk van NSF International. Het HACCP International non-food keurmerk is het geregistreerde keurmerk van HACCP International. HACCP International heeft Dyson producten gecertificeerd op basis van door hen aanbevolen installatie- en gebruiksaanwijzingen. Onder licentie van Dyson. 1 Voor berekeningen ga naar www.dyson.nl/calcs 2In samenwerking met Carbon Trust heeft Dyson een methode ontwikkeld om de impact van electronische apparatuur en papieren handdoeken op het milieu te meten. De CO2 berekeningen zijn geproduceerd met de GaBi software van PE International en zijn gebaseerd op een productgebruik van meer dan 5 jaar en gebruiken de VS als representatief land van gebruik. De droogtijden van de producten zijn geëvalueerd met DTM 769.
“Wij zochten naar een manier om water op de vloer te voorkomen door de papieren handdoeken te vervangen – dus een geïntegreerde was- en droogoplossing bij de wasbak was
JN: 79927 07.12.15

Vleessoortidenti catie met SoortID

De identi catie van verschillende diersoorten in een product wordt op basis van DNA gedaan. Aanwezigheid van bijvoorbeeld paarden-DNA wordt bepaald door middel van real-time qPCR. Deze methode is gebaseerd op het vermenigvuldigen van speci eke stukken DNA, die bijvoorbeeld uniek zijn voor paard, waardoor ze met gevoelige apparatuur te meten zijn. In totaal kunnen zeven diersoorten worden aangetoond: paard, rund, varken, kip, kalkoen, schaap en geit. De relatieve percentages die worden gerapporteerd, geven het percentage DNA van een diersoort op het totale DNA in verhouding tot de overige diersoorten die worden bepaald.

www.alcontrolfood.com

Mild conserveren

Met PurePulse, de milde conserveringstechnologie van Coolwave Processing kunnen nu ook groentesappen, soepen en sauzen langer houdbaar worden gemaakt. Bij deze milde conserveringsmethode blijven smaak, kleur en voedingswaarde beter bewaard. Tot voor kort was PurePulse vooral geschikt voor vruchtensappen. Doordat groentesappen, soepen en sauzen - maar ook melk - relatief veel mineralen bevatten, is de elektrische geleidbaarheid hoog. Hierdoor was het lastig om de milde conserveringsmethode bij deze producten in te zetten. Door een aanpassing in de techniek zijn ook soepen, sauzen en groentesappen nu met PurePulse langer houdbaar te maken. www.purepulse.eu

Voedselveilig tape

Supertape introduceert een voedselveilige PP verpakkingstape voor het sluiten van kartonnen verzenddozen in de voedingsmiddelenindustrie. SuperFood 31503 is volgens de producent samengesteld uit voedselveilige bestanddelen en wordt in de een ISO-22000/HACCP-gecerti ceerde fabriek onder voedselveilige omstandigheden geproduceerd. De dozensluittape voldoet aan de EC-voedselveiligheidsrichtlijn nr. 1935/2004 en is daardoor geschikt bevonden voor direct en indirect voedselcontact. De 28 µm dikke, polypropyleen verpakkingstape is opgebouwd uit voedselveilig gekwali ceerde lijmingrediënten. De zelfontwikkelde lijmreceptuur is door een ona ankelijk laboratorium op migratie-eigenschappen getest en goedgekeurd.

www.supertape.nl

VOEDINGSMIDDELEN LABORATORIUM

Flexibel, gepassioneerd, betrokken

advertentie

Analyses:

Allergenen (ELISA+PCR), voedingswaarde, mycotoxinen en andere contaminanten, microbiologie, microscopie, GMO, vleestypering, NIR enz.

Ook voor:

Labelcheck, verhandelbaarheidsrapporten, monstername en advies.

047 MEER TECHNISCH NIEUWS OP WWW.VMT.NL VMT . 11 MAART 2016 . NR 3
Nutrilab B.V. • Burgstraat 12 • 4283 GG Giessen • Tel: 0183-446 305 www.nutrilab.nl • info@nutrilab.nl
YOUR PARTNER IN QUALITY ASSURANCE
TECHNISCH NIEUWS

Training als voorwaarde voor verandering

Training is een effectief middel dat mensen in staat stelt te veranderen. Onze trainers helpen bij het vaststellen van uw veranderambitie en ontwerpen een passende trainingsvorm. Het leerrendement wordt vergroot als leren tijdens de training leuk en uitdagend is. De cursist staat bij ons centraal.

Maatwerk en bewezen oplossingen

Wij beschikken over een breed aanbod trainingsoplossingen. Ons e-learning aanbod bevat meerdere complete trainingen over diverse onderwerpen en actuele thema's die direct kunnen worden ingezet voor het trainen van medewerkers. Om een training optimaal aan te laten sluiten bij uw bedrijfsspecifieke situatie, ontwikkelen wij maatwerk.

Benieuwd naar ons en onze trainingservaringen? Wij maken graag een afspraak voor een kennismaking.

VMT - ema’s 2016

VMT 4 (01-04) Verpakken

VMT 6 (10-05) Productontwikkeling samen met retail

VMT 7 (27-05) Voedselveiligheid

VMT 8 (17-06) Opleiding & Arbeidsmarkt

VMT 10 (26-08) Voedselveiligheid: labanalyses

VMT 11 (16-09) Technologie

VMT 13 (21-10) Duurzaamheid: integriteit

VMT 15 (25-11) Ingrediënten: healthy ageing

VMT 16 (16-12) Trends in de toekomst

Alle genoemde data zijn publicatiedata. Sluitingsdatum voor redactionele bijdragen is 6 weken voor

Sluitingsdatum voor adverteren is 2,5 week voor publicatie.

publicatie.
VOEDINGSMIDDELEN, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE VISION IN DE LIFT ONDERHOUD 100% VOORSPELBAAR KWALITEITSKENMERKEN MONITOREN PRODUCTEMOTIES METEN ANUGA FOODTEC 2015 DUURZAME PALMOLIE KEIHARDE EIS Slimme foodproductie ema: SamenEventFood2015 waarmaken!Kijkoppag.24 001-003_VTM03_Cover.indd DUURZAME INGREDIËNTENFABRIEK • VEILIGHEID EETBARE INSECTEN • DUURZAME PARTNER VREUGDENHIL NIEUW FERMENTATIEPROCES • ANUGA FOODTEC: FOCUS VOEDSELVEILIGHEID Duurzame ingrediënten WWW.VMT.NL 2015 EDITIE 6 VOEDINGSMIDDELEN, TECHNOLOGIE AANTOONBAAR DUURZAAM ZIJN VION EXTREEM TRANSPARANT WAT ZEGT EEN LABEL? DUURZAAM INKOPEN KEURMERKEN ALS OPLOSSING RISICO’S CHEMISCHE CONTAMINANTEN Aantoonbaar duurzaam ema: 2015 EDITIE 13 001-001_VMT13_CVR_A_Cover.indd
FOOD MANAGEMENT Précon Food Management
info@precon-food.nl www.precon-food.nl Quality for tomorrows best
Sander Delfos - trainer
030-6566010

Sensors for Food/kick-off i-FAST Flanders’ FOOD

Het Flanders’ FOOD-project Sensors for Food had als doelstelling innovatieve technologieën te vertalen naar concrete toepassingen in de voedingsindustrie. Is het daarin geslaagd? En hoe kan een bedrijf daarmee aan de slag? Deze vragen komen aan bod tijdens het slotevent. Het einde van Sensors for Food luidt tevens het begin in van het nieuwe project i-FAST. Wat is dit precies en wat kan het betekenen voor kwaliteitscontrole, productontwikkeling en proces-bewaking? Ontdek het op dit event voor voedingsbedrijven en technologieaanbieders.

Datum: 23 maart, Locatie: De Montil, A igem (BE)

Automatica 2016

De voedingsmiddelenindustrie moet competitief blijven. Daarom zoeken producenten naar oplossingen voor automatisering waarvan de investering redelijk is. Aanbieders tonen op Automatica onder andere robots voor primaire of secundaire verpakkingen, intelligente camerasystemen en visionsystemen voor linetracking. De grote vraag naar robots zorgt ervoor dat er innovaties te zien zijn op dit gebied te zien van hogesnelheidsrobots.

Datum: 21-24 juni, Locatie: München (DE)

www.automatica-muenchen com

Djazagro 2016

Djazagro is een beurs voor de agrofoodsector in Algerije. Het is een jaarlijkse ontmoetingsplek voor voedingsmiddelenbedrijven in het land. Het is een van de belangrijkste beurzen in Algerije en biedt informatie aan professionals, verdeeld over vier sectoren. Van grondsto en tot eindproducten, bakproducten, catering, processen en verpakkingen; alles is te zien op de beursvloer.

Datum: 18-21 april, Locatie: Algiers (DZ)

Cursussen

15 mrt Trendcollege Kennismaking met de insectenketen, ‘s-Hertogenbosch

15 mrt Cursus Allergenen Management, Renswoude

15-18 mrt ESEF 2016, Utrecht

15 mrt Een vruchtbare bodem, Rotterdam

16 mrt Agribusiness Seminar, Nieuwegein

17 mrt NL Packaging Awards, Hilversum

18 mrt Training BRC in de praktijk, Doorn

18 mrt Training Voedselfraude en productintegriteit, Doorn

23 mrt Sensors for Food/kick-off i-FAST Flanders' FOOD, Affligem (BE)

29 mrt-19 apr Vervolgcursus Levensmiddelenmicrobiologie en risicoanalyse, Wageningen

30 mrt Trends in verpakking, Rotterdam

1 apr Training Communicatie voor de kwaliteitsfunctionaris, Doorn

5 apr Mixing Day 2016, Den Haag/Nootdorp

5 apr LabAutomation 2016, ‘s-Hertogenbosch

6 apr Live demo SI Foodware AGF, Etten-Leur

6 apr Training Beheersing microbiologische risico’s van kant-en-klare levensmiddelen, Deventer

7 apr Live demo SI Foodware Food Handel en Productie, Etten-Leur

8-22 apr Driedaagse cursus Hygiënisch Ontwerpen, Utrecht/Ede

12-14 apr Empack 2016, Utrecht

14 apr Training VITAL2 drempelwaarden, Sint-Niklaas (BE)

14 apr Food Event 2016, ‘s-Hertogenbosch

15 apr Training Microbiologie (basis), Doorn

15 apr Masterclass Voedselintegriteit, Amsterdam

15 apr Training IFS, Doorn

18-21 april Djazagro 2016, Algerije (DZ)

Voor de volledige agenda: www.vmt.nl

049 KIJK VOOR DE VOLLEDIGE AGENDA OP WWW.VMT.NL VMT . 11 MAART 2016 . NR 3
AGENDA
Beurzen Congressen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . www.sensorsforfood.com
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.www.djazagro com

Voedingsmiddelen, Management en Technologie is hét mediaplatform voor de voedings-, genotmiddelen- en drankenindustrie in Nederland en België. VMT is opgenomen in Food Science and Technology Abstracts (FSTA) en is een voortzetting van Conserva en Voeding + Techniek, waarin opgenomen het internationaal tijdschrift voor Brouwerij & Mouterij. VMT verschijnt 16x per jaar.

MYbusinessmedia

Essebaan 63 c

2908 LJ Capelle a/d IJssel

Postbus 8632

3009 AP Rotterdam

T 010 2894078

F 010 2894076

E redactie.vmt@mybusinessmedia.nl

I www.vmt.nl

Uitgever

Suzanne Wanders

T 010 2894017

E s.wanders@mybusinessmedia.nl

Hoofdredactie

Willem-Paul de Mooij

T 010 2894065

E w.mooij@mybusinessmedia.nl

Eindredactie

Margo Verbiest

T 010 2894022

E m.verbiest@mybusinessmedia.nl

Redactie

Hans Damman

T 010 2894070

E h.damman@mybusinessmedia.nl

Dionne Irving

T 010 2894071

E d.irving@mybusinessmedia.nl

Maurice de Jong

T 010 2894041

E m.jong@mybusinessmedia.nl

Nathan Strik (webredactie)

T 0570 504380

E n.strik@mybusinessmedia.nl

Bianca van de Schraaf (stagiaire)

Redactie-adviesraad

Dr. ir. R.W. van den Berg; prof. dr. ir. M.A.J.S. van Boekel; prof. dr. ir. M. Uyttendaele; F. Egberts, dr. ir. C.D. de Gooijer; M. Janssen; dr. P.M. Klapwijk; prof. dr. ir. A. Van Landschoot; ir. F. Lanting; ir. J. Maagd; A. Postema; ir. J. van de Put; drs. J. Stark (voorzitter); dr. W. Visser; Ir. E.J.C. Paardekooper (erelid)

Met medewerking van TNO, NIZO food research, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht.

Advertentie Monique van Neutegem

T +31 6 50449402

E m.neutegem@mybusinessmedia.nl

Anneloes Veerman

T +31 6 12707014

E a.veerman@mybusinessmedia.nl

Marketing

Judith Verbeek

T +31 10 2894039

E j.verbeek@mybusinessmedia.nl

Vormgeving

Colorscan bv, www.colorscan.nl

Druk

Drukkerij Roelofs, Enschede Abonnementen

Voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen

kunt u: Bellen met +31 10 2894008; Mailen naar klantenservice@vmt.nl; Schrijven naar MYbusinessmedia bv, VMT, Postbus 8632, 3009 AP Rotterdam.

Jaarabonnement VMT Optimaal

Nederland € 299,40.

Jaarabonnement VMT Magazine

Nederland € 227,40.

Jaarabonnement VMT Online

Nederland € 203,40.

Studentenabonnement € 104,79

Vacatureservice

Proefabonnement (3 edities) € 29,Prijzen zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten. Beeindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.

ISSN 0042-7934

Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm.

Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.

www.vmt.nl

050 VMT . 11 MAART 2016 . NR 3 COLOFON
Technical Cost Estimator Shell Rotterdam
Choco Support B.V. Leerdam Junior Process Technologist Danone Utrecht
Kwaliteitsdienst Nutri-Akt Tilburg Senior Projectmanager Nutri-Akt Nederland
Technoloog Marel Boxmeer Coordinator Security, Emergency Preparedness & Response Mars Nederland B.V. Veghel
Schouten Europe Giessen Kwaliteitsspecialist Ten Kate Vetten B.V. Ter Apelkanaal Assistent QA-manager Go-Tan B.V. Kesteren Meer vacatures: zie vacatures.vmt.nl of check de QR-code
Senior
Kwaliteitsmanager
Hoofd/Medewerker
R&D
Kwaliteitsmanager

WE MAKE IDEAS WORK –

Uw ambitie is onze uitdaging, uw strategisch resultaat ons uitgangspunt. De kennis en ervaring van onze professionals in de voedingsmiddelenindustrie over de hele wereld staan borg voor vernieuwende oplossingen. Hygienic design, duurzaamheid, operational excellence, (voedsel-)veiligheid en compliance bepalen de ontwikkelingen in uw business.

Met kennis van de markt, van uw ambities, met visie op ontwikkelingen én met de toewijding om ieder project van A tot Z op tijd en binnen budget te leveren. Zo maken wij voor u, de beste ideeën werkelijkheid. Het stelt ons in staat uw partner te zijn op het juiste niveau. U staat niet alleen. Met integrale consulting & engineering oplossingen en professioneel project- en constructiemanagement; internationaal denken, lokaal doen. Flexibel, goed en veilig.

Tebodin is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau en onderdeel van Bilfinger SE, een internationaal opererende ‘engineering and services’ onderneming.

TEBODIN NETHERLANDS B.V.

www.tebodin.bilfinger.com/food

NIEUWE ISO :

EN ISO :

De nieuwe ISO-normen bevatten grote wijzigingen ten opzichte van de vorige versies. Wat zijn deze wijzigingen in de nieuwe ISO-normen en hoe kunt u uw organisatie voorbereiden op de nieuwe ISO-normen? Onze auditoren en trainers hebben voor u whitepapers opgesteld, webinars ontwikkeld, trainingen opgezet en GAP-analyses voorbereid om u te helpen bij de overgang naar de nieuwe ISO-normen.

Alles over de nieuwe ISO-normen vindt u op www.dnvgl.nl/nieuweiso

www.dnvgl.nl/nieuweiso

SAFER, SMARTER, GREENER
CERTIFICERING EN TRAINING
Gratis webinar ISO 9001 en ISO 14001 Onze trainers vertellen u alles over de nieuwe normen in een gratis webinar.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
VMT 3 (2016) by VMN Media - Issuu