5 minute read

Van afval naar voedingsmiddel

Verspillingsfabriek moet kenniscentrum worden

Voedselverspilling staat bij de voedingsindustrie stevig op het netvlies. Tot nu toe zijn er vooral kleinschalige initiatieven om verspilling tegen te gaan. Cateraar en fabrikant Hutten pakt het groots aan met de Verspillingsfabriek voor grootschalige verwerking van afvalstromen tot voedingsmiddelen. Half maart rollen de eerste producten in Veghel van de band.

Half februari is het nog een oase van rust op het terrein van de Verspillingsfabriek, onderdeel van Hutten dat ruim 1.400 medewerkers telt. Toch is die rust maar schijn, want binnen lopen werklui en medewerkers van Hutten af en aan om de fabriek gereed te maken voor productie. Uiterlijk eind maart moet de locatie operationeel zijn. Intussen testen medewerkers onder meer recepturen voor supermarkten en wordt er proefgedraaid. Daarvoor komen de tomatenkontjes die een van hen van de grond schraapt en in een vuilniszak doet, niet in aanmerking. “Verspilling, inderdaad. Maar voedselveiligheid is het allerbelangrijkst”, benadrukt productontwikkelaar André van Vroenhoven. Een groentesnijder gaat wekelijks vijf ton tomatenkontjes leveren. Al die afdankertjes worden vermalen en verwerkt tot soep of een passata. “We hebben al met 1.000 kilo proefgedraaid.”

Prettige sfeer

Het gebouw van de Verspillingsfabriek is al ruim veertig jaar oud. Hutten investeerde zo’n 2,5 miljoen euro om er een prettige plaats van te maken. De ruimtes zijn ruim, open en de lichtinval is goed. Op wanden staan feiten en weetjes over voedselverspilling en kantoren zijn ingericht naar verschillende thema’s in retrostijl. Zo is er een hangoutkamer met een wand vol kleurige gra ti die de creativiteit moet aanwakkeren bij medewerkers. En de barbershopkamer doet met zijn witte wand vol foto’s uit de oude doos, droogkap, spiegel en kappersstoel afdwalen naar een ver verleden.

“We hebben geprobeerd een goede vibe te creëren”, zegt directeur Corien Poederbach, die bij de oplevering in januari haar intrek nam in de Verspillingsfabriek. Haar kantoor met tafels en plantenbakken van geperst hout en een kast van veilingkistjes sluit met al het ‘verspilde’ hout naadloos aan bij het duurzame imago dat de Verspillingsfabriek naar buiten wil uitstralen.

Recepturen en voedselveiligheid

Tijdens een rondleiding van Poederbach worden de contouren van Huttens’ nieuwe kroonjuweel zichtbaar: de snijderij met haar lange snijtafels en -machines, de productiehal met onder andere braadsledes, kookketels en een autoclaaf waarin zes karren voedingsmiddelen passen om een sterilisatie te ondergaan. De namen van de fabrieksruimtes hee Hutten op een soms speelse manier weergegeven. Zo staat boven de tafel met weegapparatuur geschreven: elkpondje gaat door het mondje. De koelruimtes zijn nog vrijwel leeg, op een paar groene kisten na die zakken met ragout en soep bevatten. Sommige zijn al voorzien van een etiket van het eigen merk Barstensvol. Het moment van productie komt steeds dichterbij.

“We zijn de recepturen aan het testen, de apparatuur aan het inregelen en we doen houdbaarheidstesten met de autoclaaf”, zegt

Hutten investeerde 2,5 miljoen euro in het gebouw van de Verspillingsfabriek om er een prettige plaats van te maken.

Haar telefoon staat deze dagen roodgloeiend. Het lijkt erop dat veel partijen hun reststromen graag afzetten in Veghel. Welke dat precies zijn? “Ik kan geen namen noemen. Sommige bedrijven vinden het niet jn om als grote verspiller in het nieuws te komen.” Vooral telers, versnijders en veilingen brengen hun overbodige grondsto en naar de Verspillingsfabriek. Veel verspilling ontstaat door verkeerde afstemming in de keten, maar ook door de strenge inkoopspeci caties, weet Poederbach.

Rendabel

Poederbach. Ook aan voedselveiligheid wordt hard gewerkt. De fabrieksdirecteur hee een kwaliteitsmanager aangesteld die bezig is met een kwaliteitshandboek en die critical control points (ccp’s) borgt. Ze maakt de Verspillingsfabriek ook klaar voor IFS-certi catie.

Reststromen

Langzamerhand stromen de restproducten binnen die de Verspillingsfabriek gaat verwerken tot voedingsmiddelen. Vooral tomaten, prei, uien, champignons, kno ook en kruiden zijn nodig. Die stromen zijn grotendeels ingevuld. In tegenstelling tot vlees, dat lastiger te verkrijgen is, vertelt Poederbach.

Over hoeveel stromen de fabriek nodig hee om rendabel te kunnen draaien, wil de directeur niet veel kwijt. Ook al omdat de aanvoer van verspilde producten uctueert. “Stel dat er tien ton tomaten beschikbaar is, dan gaan we meer tomatenproducten ontwikkelen. De aanvoer en afzet moeten in balans zijn.” Omdat het concept zo nieuw is, zal veel duidelijk worden door voortschrijdend inzicht, stelt Poederbach. De Verspillingsfabriek begint met een beperkt productassortiment: soepen, sauzen en ragouts onder het eigen merk Barstensvol. Ook zal de productie van de Overlekker-tomatensoep en -saus, gemaakt van onverkochte uien en tomaten, voor Plus Supermarkten doorgaan. Vorig jaar begon Plus een pilot samen met Hutten in tien supermarkten in de buurt van Rotterdam. Deze pilot loopt nog steeds en is wegens succes verlengd. Toen Jennita den Boer van Plus samen met Hutten de soep Overlekker uitdeelde op het Damn Food Waste-evenement in Rotterdam afgelopen jaar, reageerden de klanten heel enthousiast. De Rotterdammers roemden het initiatief en de pure tomatensmaak.

Toch dwongen omstandigheden Plus en Hutten bijna tot het stoppen met de pilot. Er waren namelijk niet genoeg verspilde tomaten. “We hebben er een derde partij, tomatenteler Redstar, bij gezocht om het proefproject voort te kunnen zetten.”

Pas na de evaluatiefase bepaalt Plus wat de volgende stappen zijn. “We begonnen de proef met het aanbieden van Overlekker tegen een introductieprijs. Nu liggen de producten in de schappen voor een reguliere prijs. We moeten kijken wat voor e ect dit hee op de langere termijn. Of consumenten de producten ondanks de hogere prijs blijven kopen.”

Gesprekken met bedrijfsleven

Naast trouwe klant Plus wil Hutten het aantal afnemers snel uitbreiden. Er lopen daarom volop gesprekken met retailers, cateraars en partijen uit de foodservice. Poederbach: “De retailers zijn aan het kijken hoe ze de producten uit de Verspillingsfabriek het beste kunnen positioneren.” Dat kan uitmonden in de productie van voor supermarkten op maat gemaakte producten – voedingsmiddelen waarmee zij zich het beste kunnen pro leren. De Verspillingsfabriek wil naar eigen zeggen met een heel hoge smaakwaardering en voedingswaarde maximaal onderscheidend vermogen creëren. Naast Plus wist Hutten al één partij aan zich te binden. Uiterlijk eind maart hoopt de fabriek meer toezeggingen te hebben en te kunnen produceren. In de fabriek staan twee ketels van ieder 500 liter. Deze hoeveelheid kan dus per charge van een uur worden geprodu- ceerd. Hutten wil met de fabriek binnen twee jaar kostendekkend draaien en daarna een omzetgroei verwezenlijken van 15 procent per jaar.

Voedselverspillingshub

De Verspillingsfabriek is echter veel meer dan een verwerker van restromen tot eindproducten. Het initiatief hee ook een sociale functie. Op dit moment staan er zes vaste medewerkers op de loonlijst. Dat aantal moet groeien naar vij ig. Hutten wil vooral vissen in de vijver van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. “Verspilde talenten”, zegt Poederbach. Ook het gebouw leek verspild, totdat Hutten besloot er iets moois van te maken. Oprichter Bob Hutten gaf het gebouw de naam 360°, dat staat voor de circulaire economie. Hutten wil de Verspillingsfabriek laten uitgroeien tot het kennis- en expertisecentrum in de Europese Unie dat voedselverspilling in de totale voedselketen tegengaat. Zo kijkt het bedrijf samen met partners naar de mogelijkheden voor een

Food2Foodlab. HAS Hogeschool, eveneens gevestigd in 360°, en Wageningen UR onderzoeken of zo’n initiatief bestaansrecht hee . “Er zijn diverse partijen die zich hebben gemeld met vragen over stromen die niet direct via de fabriek verwerkt kunnen worden. Bijvoorbeeld omdat hiervoor een ander proces nodig is of omdat de logistiek via Veghel voor hen niet interessant is”, zegt Toine Timmermans van Wageningen UR (WUR). Onder andere WUR en HAS Hogeschool gelden als beoogde partners in het Food2Foodlab.

Daarnaast worden Rabobank en Food Squad betrokken bij het kenniscentrum over voedselverspilling. Beiden zijn gehuisvest in het gebouw 360°. Food Squad is een innovatienetwerk dat met negen partners voedselinnovaties test op het gebied van duurzame ketens, vitaliteit en specialistische voeding. In de relatief korte tijd van een paar maanden wist Hutten de fabriek uit de grond te stampen, die uiteindelijk moet uitgroeien tot een voedselverspillingshub.

Poederbach: “We zijn met heel veel dingen bezig, maar de focus ligt nu op het opstarten van de productie.”

This article is from: