Willemsfonds Magazine


Maart 2024 jaargang 31 P602478

Afgiftekantoor Gent X
Willemsfonds Magazine
Maart 2024 jaargang 31 P602478
Afgiftekantoor Gent X
Zomernummer festivals
Hoofd- en eindredactie
Cédric Ista
Redactieraad
Pascale Braeckman, Cédric Ista, Luc Govaert, Mieke De Groen, Sonja De Craemer, Els De Geest
Vormgeving
Pascale Braeckman
Druk
NV Drukkerij Verbeke drukkerij.verbeke@skynet.be
Werkten mee aan dit nummer
Brugge Leest, em. prof. Jacques Van Keymeulen, Kim Descheemaeker, Vincent Lagae
Verantwoordelijke uitgever
Luc Govaert
Redactiesecretariaat
Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent
Tel: 09 224 10 75 - fax 09 233 10 65 info@willemsfonds.be www.willemsfonds.be
Lidmaatschap
€ 15,- voor een hoofdlid en € 3,- voor elk bijkomend gezinslid. Jongerenlidmaatschap -30j gratis. willemsfonds.be/lid-worden
IBAN BE39 0010 2817 2819BIC GEBA BE BB
Coverbeeld
Zomerfestivals © TAZ
De artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Willemsfonds vzw heeft haar uiterste best gedaan om de rechthebbenden van het gebruikte beeldmateriaal te achterhalen. Meen je rechthebbende te zijn van een of meer van de foto’s die wij hebben gebruikt in ons magazine, dan vragen we je vriendelijk contact op te nemen met de hoofdredacteur: cedric.ista@willemsfonds.be.
1 Voorwoord
2 Dossier Zomerfestivals
Rock’n Grohl
We willen zo gewoon mogelijk zijn
We vertrekken steeds vanuit een jazzidioom
Iedereen heeft iets te vertellen
CIRK! viert altijd het einde van de zomer
13 Boekentips
Brugse stadslezers
15 Voorleesfragment
Het verbond van het water 17 Voorlezen 16 Vrij-Spraak2024 19 Etymologie
20 Cultuurdag
James Ensorjaar in Antwerpen
22 Jan Frans Willemsviering
De allereerste viering in Gent
23 Inclusie
Geen taboes bij mij
26 Uit het Willemsfondsarchief
Technologie en cultuur schudden elkaar de hand
28 Cultureel ondernemen
29 Boekvoorstelling
De tekenaar van het verzet
30 Gentse Feesten
Zomerlief gaat vreemd
32 Creatief Willemsfonds
Etienne De Bie
Een zomer vol cultuur gewenst!
Na een wisselvallig voorjaar is de zomer eindelijk aangebroken! Het is tijd om weer te genieten van lokale festivals, culturele evenementen, een drankje en een hapje. Het icoon van alle festivals blijft natuurlijk Rock Werchter, waar je tussen 4 en 7 juli Cédric en/of Pascale kunt tegenkomen. Ze vertellen in deze Rechtuit waarom ze dit jaar terugkeren naar het festivalterrein. Tot hun grote spijt vinden TW Classic en Boutique deze zomer niet plaats, maar gelukkig blijft er elders genoeg te beleven.
We waren benieuwd naar de achtergrond, idealen en overwegingen die de organisatoren van dergelijke festivals in acht nemen. Voor deze editie van Rechtuit spraken we met organisatoren van verschillende evenementen: het jazzfestival Jazz Middelheim in Antwerpen, het circusfestival CIRK! in Aalst en het theaterfestival Theater Aan Zee in Oostende over de synergie tussen een participatief festival en een stadsomgeving, en over het stimuleren van nieuw talent. Hierbij lag de nadruk ook op vrijwilligerswerk en hoe creativiteit geen grenzen kent.
Ook bezochten we Rock voor Specials van Voluit vzw, een jaarlijks festival dat tot doel heeft mensen met een verstandelijke beperking een normale festivalervaring te bieden. Op hun affiche staan klassieke pop- en rockacts. Morgane Hutse, een model van No Babes, vertelt over haar ervaringen met toegankelijkheid op grotere festivals zoals Tomorrowland en concerten in het Koning Boudewijnstadion.
We schrijven niet alleen over festivals, we doen ook mee! Dit jaar zijn we weer van de partij op de Gentse Feesten. Zo organiseren we tijdens ‘Zomerlief gaat Vreemd’ in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Literatuur (KANTL) weer een Ampersand-editie (20 juli), twee jeugdvoorstellingen voor kinderen over Roald Dahl (20 & 23 juli), een Willems Flava Hip Hop Cypher (23 juli), en voorleessessies voor kinderen (24 juli). Voor alle actuele info verwijs ik je graag door naar onze website. Ook onze Cultuur in jouw Buurt-bijlage staat vol zomerse activiteiten vanuit onze afdelingen. We gaan met andere woorden een sprankelende Willemsfonds-zomer tegemoet.
We kijken ook erg uit naar onze Cultuurdag op 23 november 2024, wanneer we er met z’n allen op uit trekken naar het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten en het Plantin-Moretus Museum in Antwerpen. Net zoals vroeger organiseren we dit najaar weer een landelijke cultuurdag waarbij alle leden en sympathisanten van harte welkom zijn om bij te praten, sterke verhalen op te halen en te maken, en bovenal te genieten van de werken van James Ensor. Dit initiatief werd mede mogelijk gemaakt door de afdelingen Kunst-Wijs en Antwerpen.
Hier in het Lakenmetershuis nemen we ook voorlopig afscheid van onze stagiaire Milana. In het kader van haar bachelor sociaal werk aan HOGENT rondde Milana haar eerste stageperiode succesvol af. Samen met het team heeft ze ideeën uitgewerkt en potentiële projecten voorbereid voor ons aanstaande 175-jarig jubileum. Bovendien heeft ze het programma uitgedokterd voor de Jan Frans Willemsviering die op zaterdag 22 juni 2024 plaatsvindt in de foyer van het NTGent. In september start ze bij ons aan haar tweede stageperiode om haar diploma te behalen.
Vol spanning kijken we ook uit naar 1 september 2024, wanneer we te weten komen welke zes Nederlandstalige debuutromans kans maken op De Bronzen Uil. Dan maakt de negenkoppige jury onder leiding van Peter Van den Eede de shortlist bekend.
Bij het moment van schrijven stromen de eerste beoordelingen over de 57 ingezonden boeken binnen. De veertiende editie van De Bronzen Uil (in samenwerking met het ANV) gaat dit najaar door op zaterdag 30 november 2024. De namiddagactiviteiten vinden plaats in Bibliotheek De Krook en de prijsuitreiking ’s avonds in de Minard in Gent.
Ik hoop je daar of elders, samen met het team, snel te zien.
Els De Geest, directeur Willemsfonds
Rock Werchter is een veelvuldig bekroond internationaal topfestival en staat met stip in de agenda van elke muziekliefhebber. Voor studenten markeert het jaarlijks het einde van de examens en het begin van de zomer. Intussen gaat het vierdaagse festival zijn uitverkochte 47ste editie tegemoet. Onze coach communicatie Cédric en vrijwilligerscoach Pascale vertellen waarom ze dit jaar naar de festivalweide trekken.
Welke artiesten willen jullie absoluut zien?
Pascale: Mijn man is een enorme fan van de Foo Fighters, maar het is er nog nooit van gekomen om ze live te zien optreden. De kans om dit eindelijk te veranderen doet zich voor met Rock Werchter. Dit legendarische festival biedt de perfecte gelegenheid om een van de grootste rockbands van deze tijd in actie te zien. Rock Werchter staat bekend om zijn indrukwekkende line-up en onvergetelijke sfeer, en dit jaar belooft geen uitzondering te zijn. Voor mijn man zou het een droom zijn die uitkomt, een ervaring die hij nooit rap zal vergeten. We kijken er enorm naar uit om samen de energie en passie van de Foo Fighters live te beleven.
Naast de Foo Fighters zijn er nog andere bands die we graag eens in actie willen zien, zoals Royal Blood en The Breeders. The Breeders zijn alleen al de moeite waard voor die monumentale meebruller ‘Cannonball’. Het zou geweldig zijn om deze momenten samen te delen met onze vrienden en nieuwe herinneringen te creëren.
Cédric: Ik kijk dit jaar ook enorm uit naar de Foo Fighters. Door de tragische dood van drummer Taylor Hawkins twee jaar geleden, scheelde het niet veel of de band zou stop-
pen. Dave Grohl was al eerder met Kurt Cobain een dichte zielsverwant verloren. Een betere afsluiter van het festival op zondag is ondenkbaar en met John Freese nu op drums is de band in bloedvorm. Ik ga dit jaar vier dagen en ben ook benieuwd naar Måneskin en Dua Lipa die als popacts voor het eerst headlinen. Andere must-sees over het weekend zijn Johnny Marr van The Smiths, dEUS, Slowdive, The Streets en Michael Kiwanuka.
Wat maakt Rock Werchter voor jullie zo bijzonder?
Pascale: De sfeer, het mooie weer en het uitgebreide aanbod van verschillende bands nemen ons mee terug in de tijd. Zo’n 20 jaar geleden bezochten we altijd met vrienden Torhout-Werchter, nu bekend als Rock Werchter. We hebben prachtige herinneringen aan deze festivals. Ook de prijs speelt een rol: tegenwoordig betalen we 140 euro voor een dagticket, terwijl we soms meer betalen om naar één enkele band te gaan kijken.
Cédric: Vooral de lokale geschiedenis en combinatie van wereldgroepen en talentvolle acts. Mijn ouders zijn van de Torhout/Werchter-generatie en koesteren warme herinneringen aan U2, Talking Heads, Simple Minds, Simply Red, enzovoort. Ook in de jaren ‘90 en 2000 gingen ze nog regelmatig, en het fijne is dat veel van de bands van toen nu nog steeds actief zijn en nog steeds op Rock Werchter geprogrammeerd worden. Metallica blijft zo nog steeds de grootste publiekstrekker, en stond er sinds 1993 reeds acht keer als dagafsluiter.
Hoe bereiden jullie je voor op het festival?
Pascale: We kiezen bewust voor één dag, omdat het vierdaagse festival voor ons wat te vermoeiend is. Veel voorbereiding is er niet nodig. We zoeken een parkeerplaats in de buurt van Werchter en gaan vervolgens met de bus of te voet naar de festivalweide. Ik moet wel toegeven dat ik nog even moet uitzoeken hoe het tegenwoordig
werkt met het vooraf kopen van drank- en eetbonnen. Dit is allemaal sterk veranderd sinds de tijd dat wij de festivals bezochten.
Cédric: Eens het tijdschema bekend is, maak ik een selectie van wat ik al eens heb gezien, wat ik wil ontdekken of nog niet gezien heb. Het praktische van openbaar vervoer, eten, drinken en camping doe ik meestal de week voordien. Vooral eten en drinken is sterk afhankelijk van het weer. Dat de drink- en eetprijzen op het terrein ook niet meer in verhouding staan met hetgeen er geserveerd wordt, maakt het vooral voor jongeren en studenten steeds minder aantrekkelijk om vier dagen op een camping te liggen.
Wat zijn jullie favoriete herinneringen aan vorige edities van Rock Werchter?
Pascale: Een van mijn favoriete edities van Werchter was met de band Faithless. Het Britse dancecollectief stond meerdere keren op de weide van Werchter en zorgde altijd voor een stevig feestje met hits als “We Come 1” en “Insomnia”. Hoewel de groep bijna een half uur te laat begon aan hun set, deerde dat het publiek niet. Vanaf de eerste tonen veranderde de wei in een kolkende dansvloer. “God Is a DJ,” met een vrede-predikende Maxi Jazz in de intro, was een eerste hoogtepunt. Zonder deze charismatische frontman zou Faithless nooit zijn vaste plek op Werchter hebben veroverd, zoveel is duidelijk.
Cédric: Ik ging in 2014 voor het eerst naar Rock Werchter, oorspronkelijk om absoluut Metallica te zien. Via een kiessysteem konden de fans ook tot een maand op voorhand de setlist bepalen. Dat was best uniek want de band tourde toen door gans Europa. Op de derde dag headlinede Pearl Jam, in volle regen speelde ze zeker 2,5 uur en zo’n energie van zowel band als publiek had ik nog nooit gevoeld. De keren daarna in 2018 en 2022 waren ze nog steeds goed, maar de magie van 2014 was minder. Qua programma blijft ook de zondag van de editie in 2018 ongezien. Achtereenvolgens zag ik toen David Byrne van Talking Heads, Nine Inch Nails, Nick Cave & The Bad Seeds en Arctic Monkeys. Elke show was op zijn manier een fenomeen, het duurde toen zeker nog een dag om alles te vatten.
Wat is jullie must-have festivaluitrusting?
Pascale: Een regenjasje
Cédric: Korte broek, poncho en een bandshirt, en een droog paar kousen.
Cédric Ista, coach communicatie
Rock Werchter 2024 gaat dit jaar door van donderdag 4 t.e.m. zondag 7 juli. Meer informatie vind je op de website van het festival: https://www.rockwerchter.be/nl/.
Rock voor Specials, ontstaan in 1997, kwam voort uit de erkenning van een bestaande behoefte: mensen met een verstandelijke beperking bleken oprecht geïnteresseerd in hoogwaardige muziek. Met de zomervakantie in aantocht, begint traditioneel het festivalseizoen, waarbij Rock voor Specials een prominente plek inneemt. Dit tweedaagse evenement, specifiek gericht op mensen met een verstandelijke beperking, vindt plaats op De Doornzele Dries. Vrijwilliger Dominique P en medewerker van organisator Voluit vzw, Tim Bruylandt, deelden hun inzichten over de werking van dit toegankelijke festival.
Wat betekent toegankelijkheid voor jullie?
D: Je mag dat heel ruim zien. Dat kan ook gaan over ouders met een buggy die ergens niet in geraken, of ergens met de fiets naartoe gaan. Op sommige rockfestivals gaat toegankelijkheid over de wc’s, hindernissen op het terrein, de barwerking,... : Rock voor Specials kwam tot stand via de vorige directeur die naar Denemarken ging en daar min of meer hetzelfde zag. Bij ons was toen Tien om te Zien populair omdat voor veel mensen met een beperking een rockfestival te duur was en ontoegankelijk. Toen kwam de vraag van instellingen om een rockfestival te organiseren waar men kon blijven slapen in een tent. Zo is dat langzaam uitgegroeid tot wat het nu is. Het is hier gezellig, er komen bekende artiesten en de bezoekers willen niet dat het eindigt.
T: Wel, ik vind dat Dominique het mooi zegt. Rock voor Specials is een uit de hand gelopen bedrijfsfeest dat oorspronkelijk bedoeld was op de parking van onze organisatie. Na een aantal jaren is het succesvol gegroeid, waardoor we wilden uitbreken. Deze zomer organiseren we onze 28ste editie. Duurzaamheid en vooral toegankelijkheid zijn belangrijke thema’s. Net zoals bij Dominique is toegankelijkheid bij Rock voor Specials heel ruim. We merken dat wanneer festivals hun focus leggen op toegankelijkheid, dit vaak gaat over fysieke toegankelijkheid. Wij zoeken een andere dimensie, namelijk op mentaal vlak. Zijn de prijzen leesbaar voor iemand die niet kan lezen? Is de omgangstaal verstaanbaar? We proberen ervoor te zorgen dat wanneer je ons terrein betreedt en je bent speciaal, we ervoor zorgen dat je zowel mentaal als fysiek veilig bent. Dat varieert van het plaatsen van plattegronden tot het gebruik van pictogrammen voor de wc’s, of de prijs van een hamburger in elk eetkraam,... Of bijvoorbeeld: wat kan ik doen met vijf bonnetjes?
Hoe worden de artiesten daarvan op de hoogte gebracht? T: Eigenlijk willen we zo gewoon mogelijk zijn. Als de artiesten naar ons festival komen, vragen we hen een inspanning te leveren. We hebben ervoor gekozen om op een bijzondere manier zo normaal mogelijk te zijn. Bijzonder betekent dat geen enkele drempel, letterlijk en figuurlijk, mag bestaan om te komen. We streven naar een complete
ervaring. Vroeger was onze focus vaak gericht op het idee dat mensen vooral wilden meezingen met Vlaamse schlagers of Vlaamse populaire muziek. Maar eigenlijk merken we dat mensen van alle soorten muziek willen genieten, van hardrock tot elektronisch. We vinden het een uitdaging om diversiteit te omarmen.
Andere festivals kunnen daar zeker iets van leren, wat resulteert in een goede wisselwerking. We zijn verbonden met een platform waarbij we ervaringen uitwisselen met andere festivals. Waar wij soms tips zoeken voor fysieke toegankelijkheid, zoeken zij tips voor mentale toegankelijkheid. We denken dat daar nog veel ruimte is om meer mensen de kans te geven om te komen genieten. Bij ons gaat het om blijven slapen, een smakelijke hamburger kunnen eten op een haalbare manier. En dat alles zonder dwang of gebrek aan keuze.
D: Vroeger kon je nog op het podium komen om te zeggen: ‘Ik zoek een lief of ik heb hier een lief gevonden’. Clouseau heeft ook bij ons gespeeld. Rock voor Specials is voor artiesten soms ook een livevoorbereiding voor Rock Werchter.
T: We hebben ook een backstage waar de artiesten afgeschermd zijn. We vragen niet aan de artiesten om iets specifieks te doen, maar er is wel een verwachting. We zoeken bewust naar artiesten die bekend staan om hun interactie met het publiek. Veel artiesten die voor de eerste keer komen, zijn vaak verrast. Ze zeggen vaak: ‘Wow, dit is een eerlijk publiek hier’. Het is niet nodig om op te warmen, als het goed is, is het goed. Als het niet goed is, gaan de bezoekers gewoon iets eten. Er is geen schaamte om weg te lopen, maar dat gebeurt bijna nooit. We hebben altijd kunnen genieten van zeer sterke optredens. Toen we in de beginjaren groter werden en dichter bij Torhout lagen, zagen bands ons podium als de laatste generale repetitie voordat ze naar Werchter of Torhout gingen.
Zijn er ook vrijwilligers op het festival die een beperking hebben?
D: Dat varieert. Er zijn mensen met een beperking. Ik doe bijvoorbeeld het verzamelen van vuilniszakken, ik help mee met de opbouw van de legertenten,...
T: Iedereen die wil helpen, is welkom, of ze nu een paar uur willen bijdragen of langer willen blijven. Dat is echt fantastisch. Sommigen komen zelfs vooraf kamperen. We hebben ook bedrijven uit de Gentse zeehaven die teambuildingssessies aanbieden voor hun medewerkers. Onze vrijwilligers zijn divers, vanuit verschillende achtergronden en organisaties. In onze laatste nieuwsbrief staat een verhaal van een vrijwilliger die via zijn bedrijf deelneemt. Dat is misschien ook een interessant punt om te benadrukken. We hebben ook een geweldige groep vrijwilligers. Toen we 25 jaar bestonden, hebben we de vrijwilligers die al 25 jaar meehelpen op het podium gevraagd en dat podium stond vol. Dat was fantastisch om te zien. We hebben altijd mensen die een keer komen helpen of die in een bepaalde fase van hun leven zitten. Anderen blijven dan weer komen. Om te helpen moet je minstens zestien jaar zijn, maar er is geen maximumleeftijd. Het gaat van 16 tot 99+ zoals bij bordspellen.
D: We hebben ook een filmpje over de opbouw en afbraak op de website... De dag na het festival beginnen we bijvoorbeeld met de afbraak. Alleen het hoofdpodium raken we niet aan.
T: Het festivalterrein wordt inderdaad in één dag afgebroken. Het hoofdpodium wordt opgezet en afgebroken door een externe firma, dus dat duurt iets langer. Wanneer de vrijwilligers klaar zijn, gaan we nog iets drinken.
Hoe pakken jullie duurzaamheid aan?
D: Vorig jaar werkten we voor het eerst met herbruikbare bekers. In mijn ervaring met vuilniszakken merk ik op dat er veel minder bekers tussen zitten omdat mensen hun waarborg terugkrijgen.
T: Vorig jaar hebben we geen uitzonderingen gemaakt en zijn we meteen overgestapt op herbruikbare bekers. We hebben ook daar gezocht naar oplossingen in termen van
begrijpelijkheid en toegankelijkheid. Hoe begrijpt iemand met een verstandelijke beperking dat er een waarborg zit op een beker als bekers voorheen gewoon in de PMD-zak werden gegooid?
We zagen aan de afvalberg dat het systeem werkte. Tijdens de festivaldagen hebben we ook veel gidsen ingezet om mensen die vertrokken te vragen of ze hun beker wilden weggooien. En dan werden ze eraan herinnerd dat hun beker geld waard is en werden ze direct geholpen. We kunnen ook rekenen op een trouw publiek dat elkaar helpt. Als je hier iets laat liggen, zijn niet alleen de gidsen, maar ook de festivalgangers heel zorgzaam voor elkaar.
Wat zijn jullie mooiste ervaringen met Rock voor Specials?
D: Ik kijk er eigenlijk elk jaar naar uit. Ik hou die week standaard volledig vrij omdat ik wil helpen, want de sfeer is altijd goed.
T: Ik denk dat dat voor iedereen geldt die erbij betrokken is. Veel festivalgangers kijken er het hele jaar naar uit, maar ook onze vrijwilligers en de mensen die de teambuildingsessies doen. Het kan niet snel genoeg opnieuw beginnen. Voor velen is het een jaarlijks hoogtepunt. Met betrekking tot onze toegankelijkheid streven we er ook naar om financieel toegankelijk te blijven. We werken met democratische ticketprijzen die haalbaar zijn dankzij onze sponsors. We hebben sponsoring nodig om zelfvoorzienend te zijn, maar het is een bewuste keuze om de toegangsprijs laag te houden zodat geld geen drempel vormt om te komen.
Jullie hadden vorig jaar 5000 bezoekers. Was dat de limiet?
T: We vinden dat we met 5000 bezoekers op onze limiet zitten qua bezoekersaantallen en niet verder willen groeien. Dat heeft vooral te maken met de mentale toegankelijkheid. Wanneer je in de grootteorde van 10.000 en meer komt, spreek je niet alleen over organisatorisch iets anders, maar ook over het algemene gevoel. Nu is er veel volk, maar er is ruimte om te ontspannen en de sfeer is familiaal. Daardoor is iedereen vertrouwd met het evenement. We hebben vastgesteld dat we niet meer willen groeien.
D: Wat je zegt over groeien, is ook moeilijk vanwege het aantal vrijwilligers, maar ook vanwege de tijd van het jaar. We doen het nu twee dagen omdat we ook op beschermd gebied zitten. Je mag daar bijvoorbeeld ‘s avonds geen barbecue doen.
Het kan eind juni enorm warm zijn of juist veel regen...
D: We hebben ook al eens gehad dat de brandweer van achter het podium voor verkoeling zorgde.
T: We hebben zowel hittegolven als plensbuien gehad. We proberen ons daar zo goed mogelijk op voor te bereiden. Op het terrein staat een grote tent en een sponsortent. Indien nodig wordt die sponsortent ook opengesteld voor
alle festivalgangers zodat er voldoende schuilplaats is. Net als andere festivals hebben we een hitte- en een regenplan. Plat water wordt via twee drinkfonteinen gratis aangeboden.
Met betrekking tot een rampenplan hebben we ook een unieke positie. We zijn namelijk een festival waar veel hulpverleners aanwezig zijn. Veel organisaties komen met hun speciale groepen en er is veel begeleiding. De mentale ondersteuning gebeurt dus door de festivalgangers zelf. De vrijwilligers dragen ook een T-shirt. Vorig jaar was dat een shirt met de tekst ‘Heb je een vraag, tik dan hier’. We proberen altijd een leuke sfeer te creëren.
Hoe verlopen de huidige voorbereidingen?
D: Volgende week hebben Cathy en ik een vrijwilligersbijeenkomst waar we aan iedereen vragen welke shift ze graag willen doen, waar ze goed in zijn en met wie ze hun shift willen doen...
T: In maart hadden we een bedankmoment met de vrijwilligers van vorig jaar. Dat is dan het startschot voor de vrijwilligers die ook dit jaar helpen. Volgende week is het inderdaad de eerste vergadering en die is gericht op nieuwe vrijwilligers. Mensen die het festival nog niet goed kennen of zich nog geen voorstelling kunnen maken van wat er allemaal bij Rock voor Specials komt kijken. We zijn al bezig sinds september. De programmering is rond. In mei en juni hebben we nog een nieuwsbrief, en dan is het zover. Vanaf nu is het allemaal heel dichtbij.
Hoe moet een nieuwe ‘Special’ naar het festival komen?
T: Ik denk dat een dag te kort is voor een eerste keer, maar twee dagen te lang. We merken dat veel mensen een duoticket kopen, ‘s avonds iets eerder naar huis gaan en dan de volgende dag terugkomen. Anderen blijven op de camping slapen. Op de camping is het zo geregeld dat een fysieke beperking geen belemmering vormt om te blijven slapen. We hebben een verzorgingstent en voor mensen die prikkelvrij willen zijn, is er een stiltetent. Maar ik zou zeggen: kom het gewoon ontdekken. We houden de prijs tussen een eendaags en een tweedaags ticket bewust laag zodat er een goede keuze kan worden gemaakt op basis van individuele limieten. Als je de volledige ervaring wilt, blijf
dan gerust slapen. We verhuren tenten, maar je mag ook je eigen spullen meenemen.
D: De douches en toiletten zijn ook toegankelijk. Er is geen aparte ruimte voor mensen met verschillende beperkingen. Voor ons is iedereen gewoon een festivalganger. Je bent geen aparte categorie. Dat is belangrijk. We schermen niemand af en dat staat misschien haaks op wat sommigen denken over inclusie, maar onze doelgroep zijn mensen met een verstandelijke beperking. Dat is een voorwaarde om naar het festival te mogen komen. Je moet een VAPHnummer hebben, omdat het festival minstens voor hen is bedoeld.
T: Mensen uit de directe omgeving zijn ook welkom, maar verder is het goed afgeschermd. Ook het aantal sponsortickets is beperkt omdat we jaarlijks zoveel mogelijk mensen met een beperking de kans willen geven om van ons festival te genieten. We vragen organisaties ook om alleen begeleiders mee te nemen die echt nodig zijn. Elke kaart die naar iemand buiten de doelgroep gaat, betekent een persoon met een beperking minder op het festival. En dat willen we eigenlijk niet, hoewel we merken dat begeleiders het festival net zo fantastisch vinden als de mensen met een beperking. Dat bevestigt onze keuze dat het draait om het genieten van muziek.
Cédric Ista, coach communicatie
Rock voor Specials gaat door van 26 tot 27 juni. Het volledige programma vind je op rockvoorspecials.be.
Dit jaar bracht groot nieuws voor liefhebbers van Jazz Middelheim: na de stopzetting in 2023 keert het festival dit najaar terug, zij het in een meer bescheiden vorm. Maar vanaf 2025 wordt de traditie in Park Den Brand in Antwerpen weer in volle glorie voortgezet. De organisatie van het jazzfestival wordt nu gedeeld tussen het alternatieve dancefestival Paradise City en het Brusselse folk- en jazzfestival Brosella. We spraken met Brosella-directeur Bert Schreurs over dit innovatieve partnerschap en de verdere toekomst van Jazz Middelheim.
Hoe zal de mini-editie van Jazz Middelheim 2024 eruit zien? Het klopt inderdaad dat we dit jaar te maken hebben met een afgeslankte versie van het festival. De opdracht die de Stad Antwerpen heeft gegeven voor het organiseren van Jazz Middelheim loopt over twee periodes van twee jaar, te beginnen in 2024. De oproep hiervoor verscheen echter pas laat vorig jaar december. Tegen de tijd dat de beslissing werd genomen, was het al februari. Het was dus niet realistisch om nog een volwaardige editie te organiseren. Aan de andere kant moesten we wel iets doen. Daarom hebben we voorgesteld om een beperkte versie te maken, vooral bedoeld om aan de pers en een select publiek te tonen wat ze kunnen verwachten in 2025.
We plannen om dit in het najaar te organiseren, in overleg met de Stad Antwerpen om het juiste moment te vinden. We denken aan eind november of begin december. Dit zal tevens dienen als de aftrap voor de perscampagne en de ticketverkoop voor de editie in 2025. We willen dit evenement graag in het park zelf houden. Omdat het in het najaar is, overwegen we een soort circuit in het kasteel te organiseren. Het park bevat namelijk een neoklassiek kasteel waarin we intieme concerten willen organiseren, waarbij het publiek van de ene naar de andere kamer kan gaan. We denken er ook aan om de zolder en de kelder
te gebruiken, zodat we verschillende muziekgenres kunnen presenteren. Zo willen we duidelijk maken dat 2025 weer een complete editie zal zijn zoals mensen die kennen van 2022.
In onze plannen hebben we aangegeven dat we echt vanuit de jazz willen vertrekken. In samenwerking met de collega’s van Paradise City willen we echter ook enkele jazzstijlen toevoegen die anders zijn dan voorheen, zoals elektronica en meer dansbare jazz. Artiesten als Iggy Pop zullen we waarschijnlijk niet meer boeken, omdat zij uit een ander genre komen. Maar bijvoorbeeld Marcus Miller is een artiest die we graag zouden verwelkomen, vooral omdat hij erkenning krijgt van artiesten als Selah Sue.
Wat is volgens jou het verband tussen jazz en dance?
Ik geloof niet dat muzikanten denken in genres, maar eerder vanuit hun eigen muzikale verhaal en daar al dan niet in samenwerkingen hun ding mee doen. Dat laatste is volgens mij veel meer eigen aan jazz. Jazz is van oorsprong altijd bedoeld geweest om op te dansen. Het was begin 20ste eeuw amusementsmuziek waarin elementen uit folklore, klassieke muziek en theater samenkwamen tot een nieuwe stijl. Tegelijkertijd zijn er in de elektronicascene veel dj’s die zich bezighouden met jazz, maar dan meer richting de ambient. Dat is ook iets waar ik zeker naar wil kijken als een vorm van war-
me jazz. Ik denk dat we bijvoorbeeld ook ochtendconcerten kunnen organiseren in het park, misschien zelfs met een yogasessie erbij, zolang de context maar klopt. En in zo’n park zijn er veel mogelijkheden.
Brosella en Paradise City hebben beide hun wortels in Brussel. Hoe gaan jullie die aanpak vertalen naar een Antwerpse context?
Het heeft ons zelf een beetje verrast. Toen we de aanvraag indienden, dacht ik dat de jury hoogstwaarschijnlijk zou kiezen voor een Antwerpse organisator. Maar tot onze verbazing koos de jury ons uit als de beste op het gebied van productie, marketing en financiën. Dat is natuurlijk fijn om te horen. In ons plan staat duidelijk dat we niet simpelweg een kopie maken van wat we in Brussel doen. In dat opzicht kun je spreken van drie cirkels die elkaar beïnvloeden.
We vertrekken vanuit de levendige jazzscene in Antwerpen, maar kijken ook naar de kleurrijke Belgische scene en naar internationale artiesten die dezelfde traditie delen. Het gaat om de verbindingen daartussen. Hoe kunnen Antwerpse, Belgische en internationale artiesten samenwerken, en vice versa? Het hangt ook af van welke artiesten op tournee zijn en welke we graag willen uitnodigen. Het Antwerpse stads-DNA is daarbij belangrijker dan het feit dat wij in Brussel zijn gevestigd.
Een ander groot voordeel is dat we ervaring hebben met het organiseren van festivals in beschermde parken. Hoe we daarmee omgaan speelt ook een belangrijke rol. De schoonheid van een park biedt veel qua beleving, maar brengt ook praktische uitdagingen met zich mee wat betreft de fauna en flora. In het verleden heeft dit voor frustraties gezorgd bij de stedelijke diensten. Daarom hebben we nu een beleid ontwikkeld om zo voorzichtig mogelijk met het park om te gaan.
Duurzaamheid is een terugkerend thema. Wat zijn jullie plannen op dat gebied?
Voor 2025 hebben we een van onze belangrijkste troeven van Paradise City. Ze staan in de Europese top 5 van meest duurzame festivals, of het nu gaat om energievoorziening, omgang met de omgeving, het gebruik van herbruikbare bekers of het aanbod van veganistische eet- en drinkopties. Het merendeel van wat zij doen, willen we ook implementeren in Jazz Middelheim. Dit betekent automatisch dat we het park moeten beschermen.
Persoonlijk vind ik dat voor een festival van de grootte van Jazz Middelheim, dat nu wordt gecombineerd met Brosella, dit geen probleem moet zijn. We bestellen gewoon herbruikbare bekers die worden gerecycled en hergebruikt door bedrijven die daar hun broodwinning van maken. De financiële uitdagingen die zich voordoen bij grote festivals, spelen bij ons niet.
Hoe is de relatie met de VRT?
We zijn in gesprek met de VRT en dat gaat de goede kant op. Het komt er volgens mij op neer wat het uiteindelijke resultaat zal zijn. Daarom houden we nog een slag om de arm. Het komt erop neer dat we streven naar een soort coeigenaarschap van de naam Jazz Middelheim, waarbij we ons aan elkaar verbinden. In wezen is Jazz Middelheim nu een leeg begrip omdat er geen festival meer is.
Als wij de investering doen om het festival weer tot een Europese topspeler te maken op het gebied van jazzfes-
tivals, krijgt het weer waarde. De VRT wil niet dat we op lange termijn met een andere mediapartner in zee gaan. Daar kunnen we sluitende afspraken over maken. We hebben het over een afspraak met de VRT, niet met Klara. Zo kunnen we inhoudelijk aanknopen bij Klara, maar ook bij Radio 1, Studio Brussel en zelfs Ketnet, gezien het feit dat er ook een programma is voor kinderen en families dat geinspireerd is op jazz.
Gent Jazz heeft dit jaar vier extra festivaldagen toegevoegd. Hoe gaan jullie om met het vinden van al die artiesten?
Een festival moet zich bezinnen over het reguliere aanbod gedurende het hele jaar. In België is er al veel te zien en ons land is niet groot. We gaan bijvoorbeeld geen artiesten boeken die je op vijftien verschillende festivals kunt zien. Door trouw te blijven aan de jazz, denk ik dat we ons onderscheiden van de rest. Eerlijk gezegd zijn er in België ook niet extreem veel jazzfestivals. Het genre staat zelfs onder druk als het gaat om locaties. Er zijn organisaties die het steeds moeilijker krijgen of zelfs besluiten te stoppen. Om nog maar te zwijgen over het probleem in Limburg, waar bijna geen live jazz meer te horen is. Internationaal gezien blijft het aanbod goed, zelfs heel goed.
Op dit moment hebben we ook een mooie generatie Belgische jazzmuzikanten waarop we de komende jaren kunnen voortbouwen. Het is een en-en-verhaal: zowel jazz als elektronica zijn belangrijk. Door de wisselwerking tussen Antwerpen, België en de wereld kunnen we het verschil blijven maken. Het is belangrijk om aan te tonen dat jazz niet alleen in de VS wordt gemaakt, maar ook in Europa, Afrika en het Verenigd Koninkrijk. Het mag niet beperkt blijven tot de klassieke bepop uit New York.
Cédric Ista, coach communicatie
Theater Aan Zee kijkt al uit naar de zomer, waarbij het thema “Neem me mee, over golven en generaties” centraal staat. Het festival biedt ruimte om naar elkaars (levens)verhalen van gisteren, vandaag en morgen te luisteren. Van woensdag 31 juli tot en met zaterdag 10 augustus strijkt het gezelligste podiumkunstenfestival van het land weer neer in Oostende. Artistiek leider Cindy Godefroi en programmator Dominique Collet onthullen alvast een tipje van de sluier.
Het is nu de 27e editie van Theater Aan Zee. Wat is jullie aanpak voor het thema “Neem me mee, over golven en generaties”?
C: TAZ heeft altijd veel nadruk gelegd op jonge makers, op hun ervaring van de eerste keer op het podium staan. Veel mensen hebben hun start gemaakt op TAZ, inclusief ikzelf toen ik afstudeerde aan het KASK. Deze focus op jong talent is altijd aanwezig geweest en heeft verschillende vormen aangenomen. Dit jaar selecteren we, net als vorig jaar, acht afstudeerwerken van Vlaamse en Nederlandstalige scholen. Zij krijgen de kans om zeven dagen lang hun werk te presenteren, wat een duurzaam leertraject biedt waarbij ze leren omgaan met een veranderend publiek en optreden op locatie. Dit is cruciaal voor de toekomst. Zo ontstaan samenwerkingen met gevestigde makers, wat altijd ruimte biedt voor generatie-overschrijdende creativiteit.
D: Dit geldt specifiek voor de artiesten. TAZ bestaat nu 25 jaar en vertegenwoordigt eigenlijk een festival van vele generaties. Het is inspirerend om te zien hoe mensen van verschillende leeftijden samenkomen in ons ontmoetingspunt in het Leopoldspark. Ons gratis aanbod voor families, zoals de WonderWaai, is bedoeld om een breed publiek van verschillende generaties aan te spreken. Onze vrijwilligers spelen ook een cruciale rol, met bijna 400 mensen die het festival ondersteunen, van jong tot oud. Dit omarmen van generaties is inherent aan TAZ en we streven ernaar dat iedereen zich aangesproken en betrokken voelt. Iedereen heeft iets te vertellen en we willen dat benadrukken in ons aanbod. Het thema ‘Neem me mee over golven’ is ook terug te vinden in onze programmering, met voorstellingen die verhalen vertellen over families, generaties, en het doorgeven van tradities en trauma’s tussen verschillende leeftijden.
Hoe betrekken jullie de stad Oostende bij het festival? C: We krijgen fantastische steun van de stad Oostende. We willen meer inzetten op locatiegebonden voorstellingen. Onze grote voorstellingen vinden nu nog plaats in het Kursaal, maar dat verandert volgend jaar vanwege renovaties. Dit dwingt ons om het festival opnieuw te bekijken en te heroverwegen wat we willen vertellen. TAZ is altijd een locatiefestival geweest, wat mij persoonlijk verliefd heeft laten worden op Oostende. We willen deze locatie-ervaring verder ontwikkelen en uitbreiden.
We hebben ook een nieuw team samengesteld dat rond een thema werkt. Voor dit jaar zijn de ‘golfbrekers’ Danny
Ronaldo van Circus Ronaldo en Zinzi Oegema. Wij streven ernaar dat onze locatie- en betaalde voorstellingen van gelijke kwaliteit zijn en vermengen ze waar mogelijk.
D: TAZ is een festival dat niet alleen het lokale publiek aanspreekt, maar ook toeristen en willekeurige passanten die op vakantie zijn. De Wonderwaai is een voorbeeld van hoe we hoogwaardige voorstellingen gratis toegankelijk maken voor een breed publiek.
Hoe worden de ‘golfbrekers’ gekozen?
C: We laten ons leiden door ons thema en beginnen te fantaseren over wie daarbij zou passen. We hebben nog geen aanbiedingen ontvangen, maar we benaderen mensen op basis van hun potentieel om bij te dragen aan ons thema. Het is een tweerichtingsproces waarbij we elkaar beïnvloeden en inspireren.
D: We kijken ook naar welke verbindingen ze kunnen leggen binnen en buiten het festival.
Hoe proberen jullie tot slot het festival toegankelijker te maken voor verschillende groepen?
C: We willen niet noodzakelijk groter worden, maar eerder dieper gaan. We streven ernaar om ons festival meer te verankeren in verschillende locaties, wat inhoudt dat voorstellingen langer zullen worden geprogrammeerd op één plek. Een voorbeeld hiervan is Bruno Vanden Broecke, die een vaste waarde is geworden. In plaats van hem slechts voor een paar dagen te programmeren, overwegen we om hem gedurende tien dagen op te nemen in het programma, zodat zoveel mogelijk bezoekers de kans krijgen om zijn werk te ervaren.
We zijn ook actief bezig met het bereiken van diverse groepen in Oostende, waaronder mensen die werken met kwetsbare groepen. De WonderWaai speelt hierin een cruciale rol door hoogwaardige voorstellingen aan te bieden voor een breed publiek. Ook maakt de jongerenpas een theaterbeleving voor velen financieel haalbaar door jongeren tussen 13 en 26 jaar 50% korting op toegang tot alle voorstellingen te bieden.
Cédric Ista, coach communicatie
Het volledige programma van TAZ#24 wordt begin juli bekendgemaakt. Voor alle actuele info kan je steeds terecht op https:// theateraanzee.be/.
Het outdoor zomerfestival CIRK! staat sinds 2009 garant voor verwondering en spektakel op alle pleinen van Aalst. Meer dan 25 (circus-)compagnieën brengen in totaal meer dan 100 voorstellingen. Het merendeel van de voorstellingen is gratis. Ter gelegenheid van de vijftiende editie gaven programmator Liesbeth Bonner en productieleidster Esther Sevens ons een inkijkje in hun voorbereidingen.
Wat gaan jullie doen voor de aanstaande jubileumeditie?
L: Nog niet alle festiviteiten liggen vast, maar voor onze pre-party gaan we terug naar 2009. Dan draaien we enkel muziek uit die periode en gaan we ook dansen zoals toen. Binnen het festival gaan we onze vijftiende editie ook subtiel benadrukken. We bestaan geen vijftien jaar; er was één editie tussengevallen tijdens corona. Er zullen nu taartjes zijn die bezoekers in hun kapsel kunnen verwerken. We hebben een soort gek kapsalon voorzien waar de feestvreugde in je haar kan worden gestoken. Ik hoop dat ze ook iets voorzien voor mensen met kort haar, zodat het erin past. Verder hebben we een act gepland om de avond op zaterdag af te sluiten. Onder voorbehoud komt daar een beetje vuurwerk bij om het te vieren. CIRK! is sowieso elk jaar een feest! We vieren altijd het einde
van de zomer, wanneer er veel volk in de stad is. Het is moeilijk om dat nog eens te overtreffen.
Hoe begonnen jullie in het centrum van Aalst?
L: We zijn klein begonnen met alleen de Grote Markt in te palmen. Dat was nog voor mijn tijd. Ik werk nu al vijf jaar voor het festival. Op den duur is dat een traditie geworden en werken we nauw samen met de stadsdiensten. Tijdens het weekend van CIRK! zijn alle pleinen al op voorhand gereserveerd. Zo kunnen we onze puzzel leggen en acts verdelen over het terrein.
E: Liesbeth gaat ook vaak op prospectie doorheen het jaar naar andere festivals. De circusgezelschappen sturen ook hun technische fiches, en dan kijken we naar wat logistiek mogelijk is, of waar de act het best
tot zijn recht kan komen. Dat is elk jaar een nieuwe puzzel die we moeten leggen. Dat is wel leuk om dan zo’n match te vinden. Soms lukt dat niet. We hadden vorige week bijvoorbeeld een act laten weten dat we geen mogelijkheden zagen. Het is een pluspunt dat ons festival in het stadscentrum plaatsvindt, want daardoor komen er veel mensen gewoon toevallig op af. Er zijn natuurlijk beperkingen, want niet alle pleinen zijn even groot.
Vanwaar kwam het initiatief vanuit Stad Aalst?
L: Normaal gesproken is er tijdens de zomer een culturele pauze, althans, dat was zo zestien jaar geleden. CC De Werf organiseert in de zomer geen binnenprogramma; er zijn dan geen theatervoorstellingen, concerten of comedyshows. We dachten dit gat te vullen met een buitenfestival, dat inmiddels een vaste waarde is geworden in Aalst. Voor mij is CIRK! seizoensgebonden de tegenhanger van Aalst Carnaval. Carnaval vindt plaats in de winter en is ook heel plezierig, maar het vertegenwoordigt een andere wereld. Het is dan altijd koud. Cultureel gezien is het meer een groot drankfeest, maar het heeft ook een erfgoedwaarde. Ons festival vindt exact een half jaar later plaats en sluit de zomer af. Het weer is goed, iedereen loopt rond in korte broeken en op teenslippers. Je kunt overal binnen of buiten naar de voorstellingen kijken. ‘s Avonds is er ook een groot feest. Net zoals de carnavalstoet, kun je ons festival ook met families bezoeken; het avondgedeelte van carnaval is echter niet geschikt voor kleine kinderen, wat bij CIRK! wel het geval is.
Circus is wereldwijd bekend. Hoe proberen jullie dat in de programmering te integreren in een lokale context?
L: We dragen het internationale aspect toch hoog in het vaandel. We proberen altijd een goede mix te maken om de
Belgische circusscene te steunen en artiesten met nieuw werk te presenteren aan ons publiek. Daarnaast zoeken we natuurlijk ook het beste van Europa. Ik ga elk jaar op prospectie in Frankrijk en Nederland, soms probeer ik wat verder te gaan naar Spanje, Portugal, Zweden, vorig jaar in Engeland. Zo probeer ik lokale acts naar België te halen. Als iets goed is, blijft dat circuleren bij andere Vlaamse circusfestivals.
Hebben jullie specifieke acts of collectieven die jullie absoluut naar CIRK! willen halen of al hebben gehaald?
L: Dat hangt sterk af van de agenda’s van de artiesten en waar ze zich bevinden tijdens een tournee. Ik vind het altijd geweldig als er Australische acts komen. Australië herbergt grote collectieven die spectaculaire dingen maken. Dus als we de kans krijgen om aan hun tour te koppelen, is dat fantastisch. Maar ik ben ook geïnteresseerd in kleine collectieven, duo’s, trio’s die een verhaal vertellen. Ik ben voorstander van het aanbieden van meerdere kleine voorstellingen in plaats van één grote slotact met veel opsmuk waar het hele budget naartoe gaat. Ik geef het publiek liever een overzicht van wat er allemaal speelt.
Hoe ontvangen jullie al die acts?
L: Circusartiesten leiden een nomadisch bestaan, zelfs wanneer ze niet allemaal in een tent optreden. Ze worden overal gevraagd en brengen meer tijd door in hotelkamers dan thuis. Sommige gezelschappen maken hedendaags werk, maar kiezen er toch voor om met een tent en caravans rond te trekken. Dan vragen ze of ze in plaats van een hotelkamer hun dorp rond de tent mogen bouwen. Wij zorgen dan voor een waterpunt voor hun toiletten en douches. Een gezelschap bestaat meestal uit artiesten van verschillende nationaliteiten die samenkomen om circus te maken.
Hadden jullie eerder ervaring met circus?
L: Voor mij niet. Ik studeerde Grafisch Ontwerp en dat heb ik in loondienst gedaan voordat ik deze baan kreeg. Ik was een beetje zoekende en ik deed dat niet meer met veel plezier. De stress is nu niet per se minder, maar ik was klaar met de grafische wereld. Toen heb ik circusworkshops gevolgd. Dat leek me leuk. Ik deed aan koorddansen, trapeze, enzovoort. Ik heb gewoon van alles geproefd. Toen ik me wat meer op circus begon te richten, kwam de vacature voorbij. Ik heb me ingeschreven omdat je niet kunt studeren voor circusprogrammeur. Het vakgebied
valt misschien onder culturele studies, maar daar ligt niet de nadruk op. Dus ik ben er min of meer per toeval ingerold en moest in korte tijd de wereld leren kennen.
E: Ik werk eigenlijk nog maar een half jaar bij de stad. Daarvoor had ik zeker geen connectie met circus. Nu ben ik er zelf ook helemaal ingedoken.
Hoe proberen jullie het programma af te stemmen op het publiek?
L: Alles wat ik programmeer, heb ik al eens gezien. Ik weet welk effect het op mij heeft, dus tijdens het festival probeer ik alles zelf te bekijken en let ik vooral op de reacties van het publiek: slaat het aan of niet? Zoals bij alles geldt, niet alles spreekt iedereen aan. Sommigen vinden iets niet goed, maar over het algemeen genomen vinden de meeste mensen bij ons alles mooi wat ze gezien hebben. Ik ontvang vaak positieve reacties van vrienden en familie die achteraf vertellen wat ze hebben gezien en leuk vonden. Daar ben ik altijd van onder de indruk. Er is altijd een mix van producties voor het brede publiek en acts die meer kunstzinnig zijn of die meer aandacht van de kijker vragen, of die aanzetten tot nadenken. Dat evenwicht moet er elk jaar zijn.
Zetten jullie daarbij ook in op het erfgoed van Aalst? E: Niet specifiek, maar er is wel een circusfamilie, Circus Jhony, die wortels heeft in Aalst. Ze hebben zelfs een tijdje in mijn straat gewoond. Na tien jaar hebben ze echter een appartement betrokken. Er is rond hen wel eens een expositie geweest. In het stadsarchief is alles goed gedocumenteerd, zodat we niets vergeten. We maken daar regelmatig een link mee, maar we kunnen niet elk jaar dezelfde expositie tonen. We proberen ook een mooie link te ma-
ken met het onroerend erfgoed. De gebouwen en de museumsite zijn op zich al erfgoed. Dat is een oud ziekenhuis. Daar zetten we ook altijd acts neer, zodat mensen daar ook gelokt worden om naar binnen te gaan. Onze Grote Markt is ook erfgoed.
Wat zouden jullie bezoekers aanraden die voor het eerst naar CIRK! komen?
Liesbeth: Ik zou gewoon aanraden om de trein te nemen. Je komt hier aan en op het stationsplein is er al meteen een act die je kunt zien. Zoek een folder bij een vrijwilliger, die op elk plein beschikbaar is, en bekijk dan volgens het uurschema wat er gebeurt. Plan alles ter plekke. Als je langer wilt blijven, voor de afterparty op vrijdag heb je een ticket nodig en moet je iets anders regelen dan de trein. De trein rijdt niet meer als het ‘s nachts afgelopen is.
De meeste voorstellingen zijn gratis, maar drie of vier vragen een ticket vanwege een beperkte capaciteit of een intiemere setting. De pre-party is ook altijd uitverkocht. Op zondag voelen we ook dat mensen zich klaarmaken om aan de werkweek te beginnen. Vrijdag is het feest in volle gang, zaterdag is er ook nog avondprogrammering. Zondag is het meer overdag en ‘s avonds kalmer aan.
Cédric Ista, coach communicatie
De vijftiende editie van CIRK! gaat door van 23 augustus tot 25 augustus. Het volledige programma volgt in juli via www.cirkaalst.be.
Als je niet van lezen houdt, heb je gewoon het juiste boek nog niet gevonden.” - J.K. Rowling. Ben jij een fervente lezer? Brugge Leest is dé plek om jouw leestips te delen en die van andere lezers te ontdekken. Nog op zoek naar het juiste boek om van jou een fervente lezer te maken? De Brugse Stadslezers tippen hier graag enkele zomerse boeken.
Ann A Verh A ecke tipt ‘het b A l der gekken’ VA n Victori A MA s
De debuutroman van Victoria Mas doet je als lezer verlangen naar meer van haar boeken. Het is een meeslepend verhaal dat verschillende personages volgt, elk met een ander en pijnlijk verleden. Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk af in een psychiatrische instelling in negentiende-eeuws Parijs. Het is enkel toegankelijk voor vrouwen, waarvan de meesten niet eens ziek zijn. Het merendeel van de patiënten wordt gekweld door hysterie of wat hier beschreven wordt als ‘een aanval’.
‘Het bal der gekken’ is een roman die je niet onberoerd laat. Het zet je aan het denken over de dunne grens tussen normaliteit en gekte, en over wat de maatschappij van toen als gek beschouwde en of dit nu ook het geval is. Het toont ook welke impact het kan hebben om als gek verklaard te worden.
lie V e hoet tipt ‘ch A rl AtA n’ VA n ZA die sM ith
Dat ik nog niets las van auteur Zadie Smith is waarschijnlijk een gemis. Nu ik ‘Charlatan’ ken, ontdekte ik een zeer veelzijdige auteur. Dit boek is haar eerste historische verhaal. In een interview vertelt ze dat ze met opzet van Londen naar de Verenigde Staten verhuisde omdat ze geen historische verhalen wilde schrijven. Wie in Engeland bleef kon daar niet aan ontsnappen, vond ze. Haar verhuis hield haar echter niet tegen om een historische roman te schrijven. Dit heeft alles te maken met het boeiende onderwerp, of beter gezegd, de intrigerende onderwerpen.
Alles begon toen Smith het verhaal rond Roger Tichborne ontdekte. Was de man die zichzelf Roger Tichborne noemde echt de erfgenaam van titel en eigendommen van de vooraanstaande familie Tichborne? Of was hij een charlatan, een bedrieger die alleen uit was op de premie van Rogers moeder? Want Roger Tichborne zou verdronken zijn toen zijn
boot zonk. Of toch niet? Door de ogen van huishoudster mevrouw Touchet neemt Smith je mee naar een tijdperk waarin het hoofdpersonage meer ontdekt dan alleen die ene charlatan.
silke Wi MM e tipt ‘onZ e bergen r AA kten de he M el’ VA n tsering YA ngZ o M lAMA
Tsering Yangzom Lama groeide op in een Tibetaans vluchtelingenkamp in Nepal, nadat haar ouders waren gevlucht voor het Chinese regime in Tibet. Later kreeg ze de kans om te studeren in Canada, waarna ze naar de Verenigde Staten emigreerde. Onze bergen raakten de hemel is haar debuutroman.
Nadat China Tibet binnenviel, vluchtten de ouders van Tenkyi en Lhamo naar Nepal, waar ze jarenlang in een vluchtelingenkamp zouden verblijven. Hun ouders overleefden de barre tocht door de Himalaya echter niet en ze komen onder de zorg van andere familieleden te staan. Beiden worstelen met hun verleden dat ze in Tibet achterlieten, hun leven als emigrant in een land waar ze zich nooit thuis voelen, en met de dood van hun ouders.
Wanneer de jonge Samphel tijdelijk naar hun vluchtelingenkamp komt, krijgt hun leven weer wat kleur voor eventjes.
Jaren later woont Lhamo nog steeds in Nepal en is zij straatverkoopster. Haar zus migreerde naar Canada, waar ze werkt als poetsvrouw. Lhamo’s dochter Dolma woont bij haar tante in Canada. Wanneer ze het beeldje ‘de naamloze heilige’ in de verzameling van een kunsthandelaar ontdekt, komt haar leven op zijn kop te staan. Dit beeldje heeft namelijk een bijzondere betekenis voor haar familie. Ze komt voor een moeilijke keuze te staan: volgt ze haar droom of komt ze op voor de rechten van haar familie.
‘Onze bergen raakten de hemel’ is een bijzonder boek over een niet voor de hand liggend onderwerp. Bovendien weet de auteur haar verhaal op een zeer ingetogen manier te brengen. Het lijkt erop alsof ze woord voor woord diep heeft nagedacht over hoe ze dit verhaal zou neerpennen. Het gemis van het onbekende moederland Tibet wordt krachtig weergegeven en de ruigheid van het harde leven in het vluchtelingenkamp wordt op een hartverscheurende manier beschreven. Maar er is ook Tenkyi’s teleurstelling in het leven, nadat ze naar Canada emigreerde waar ze haar droom wilde waarmaken als slimste meisje van het dorp. Er komen ontzettend veel onderwerpen aan bod in dit verhaal over vluchtelingen overal ter wereld en waar ze mee te kampen krijgen. De auteur haalt ook kort, maar voorzichtig, het conflict tussen China en Tibet aan.
Maar ik was vooral gefascineerd door de manier waarop ze de Tibetaanse cultuur, met al zijn rituelen en tradities, omschreef. Dit was kleurrijk en vol liefde. Het is intrigerend te weten dat eeuwenoude gebruiken nog steeds eervol in gebruik zijn en gerespecteerd worden. De kritiek die de auteur uitdeelt aan antiquairs over ‘diefstal’ van cultureel erfgoed wordt op een duidelijke, doch subtiele manier gebracht. Hoewel de auteur een luchtige schrijfstijl heeft, neemt ze duidelijk geen blad voor de mond. Ze verbloemt niets en geeft haar lezers niets dan de waarheid.
‘Onze bergen raakten de hemel’ is een ontzettend ontroerend boek. In een soort prozavorm brengt de auteur een boeiende familiesaga. Na het lezen kan je niet anders dan sprakeloos nagenieten.
Heb jij net zoals Anna, Lieve en Silke grote liefde voor boeken?
Lees jij graag en wil je graag jouw beste leestips en fijnste leesplekjes met de rest van Brugge delen? Dan ben jij de perfecte persoon om een stadslezer van Brugge Leest te worden! Meer info op bruggeleest.be.
‘Het verbond van het water’ vertelt het verhaal van Big Ammachi en haar zoon Philipose, die wordt gehinderd door een lichte vorm van ‘de Aandoening’ maar zich toch ontwikkelt tot een gerenommeerd schrijver. Het is ook het verhaal van haar briljante kleindochter Mariamma, die een heel ander pad inslaat en een opleiding tot chirurg volgt om het raadsel dat haar familie in zijn greep houdt op te lossen. De ontdekking van een gecodeerde stamboom en de aantekeningen van haar vader, een dwangmatige dagboekschrijver, wijzen haar de weg, maar brengen ook nieuwe geheimen aan het licht die haar in de kern van haar wezen raken.
Altijd 1900, trAVAncore, Zuid-indiA
Ze is twaalf jaar oud, en morgenochtend gaat ze trouwen. Moeder en dochter liggen op de mat, hun natte wangen aaneengekleefd.
‘De droevigste dag in het leven van een meisje is haar bruiloft,’ zegt haar moeder. ‘Daarna wordt het beter, als God het wil.’
Algauw hoort ze dat het gesnuf van haar moeder overgaat in regelmatig ademhalen, en daarna in heel zacht gesnurk, en voor het meisje lijkt dat orde te scheppen in de nachtgeluiden overal, van de houten wanden die de hitte van de dag uitblazen tot het sloffen van de hond op het zanderige erf buiten.
De roep van een sperwerkoekoek: Kezhekketha? Kezhekketha? Waar ligt het oosten? Waar ligt het oosten? Ze stelt zich voor dat de vogel omlaagkijkt, naar de open plek waar het rechthoekige rieten dak op hun huis ligt. Hij ziet de lagune ervoor en de beek en het rijstveld erachter. Urenlang kan die vogel roepen en hen van de slaap beroven… Maar dan houdt hij al even abrupt op, alsof hij door een cobra is besprongen. In de stilte die volgt zingt de beek geen slaapliedje, maar gromt over de gepolijste kiezels. Voor het licht is wordt ze wakker, terwijl haar moeder nog slaapt. Door het raam flakkert als filigraan het water in het rijstveld. Op de voorveranda staat leeg en verlaten de kunstig bewerkte charu kasera, of luie stoel, van haar vader. Ze tilt de schrijfplank van de lange houten leuningen en gaat
zitten. In het rietweefsel voelt ze de spookachtige afdruk van haar vader.
Op de oevers van de lagune groeien vier scheve kokospalmen, ze scheren langs het water alsof ze hun spiegelbeeld willen gladstrijken voor ze zich hemelwaarts richten. Vaarwel, lagune. Vaarwel, beek.
‘Molay?’ had de enige broer van haar vader de dag daarvoor gezegd, tot haar verbazing. De laatste tijd noemde hij haar niet vaak bij de koosnaam molay – dochter. ‘We hebben een goede partij voor je gevonden!’ Zijn stem klonk glibberig, alsof ze vier was, geen twaalf. ‘Je bruidegom waardeert het dat je uit een goede familie komt, de dochter van een priester.’ Ze wist dat haar oom haar al een tijdje had willen uithuwelijken, maar niettemin vond ze dat hij haastig was met deze keuze. Wat kon ze zeggen? Over zulke zaken gingen de volwassenen. Ze geneerde zich voor de hulpeloze blik van haar moeder. Ze had medelijden met haar moeder, terwijl ze zo graag respect wilde voelen. Later, toen ze alleen waren, zei haar moeder: ‘Molay, dit is ons huis niet meer. Je oom…’ Ze smeekte, alsof haar dochter wél had geprotesteerd. De zin maakte ze niet af, haar ogen schoten zenuwachtig heen en weer. De hagedissen op de wanden kenden vele verhalen. ‘Hoe anders kan het leven daar nou zijn? Met Kerstmis een feestmaal, vasten voor de Pasen… zondag naar de kerk. Dezelfde hosties, dezelfde kokospalmen en koffiestruiken. Het is een goede partij… Hij is vermogend.’
Waarom zou een vermogend man een meisje zonder vermogen trouwen, een meisje zonder bruidsschat? Wat hielden ze voor haar geheim? Wat ontbreekt hém? Jeugd, om te beginnen; hij is veertig. Hij heeft al een kind. Een paar dagen geleden, nadat de huwelijksmakelaar was langs geweest, hoorde ze haar oom vitten op haar moeder. Hij zei: ‘Wat maakt het uit dat zijn tante is verdronken? Is dat hetzelfde als krankzinnigheid in de familie? Wie heeft er ooit gehoord van een familie met een verdrinkingsachtergrond? Mensen zijn altijd jaloers wanneer je een goede partij vindt, en dan leggen ze de nadruk op een kleinigheid.’
Zittend in de stoel streelt ze de gladgepolijste leuningen, en even denkt ze aan de onderarmen van haar vader; zoals de meeste Malayalimannen was hij een vriendelijke beer geweest, met haar op zijn armen, borst, en zelfs op zijn rug, dus zijn huid kon je alleen door een zachte vacht heen aanraken. Op zijn schoot, in deze stoel, leerde ze lezen. Toen ze het goed deed op het kerkschooltje zei hij: ‘Jij hebt een goed stel hersens. Maar het is nog belangrijker dat je nieuwsgierig bent. Jij gaat naar de middelbare school. En naar de universiteit! Waarom niet? Ik laat jou niet zo jong trouwen als je moeder.’
De bisschop had haar vader naar een noodlijdende kerk in de buurt van Mundakayam gestuurd, een kerk zonder vaste achen, want de mohammedaanse handelaren hadden voor problemen gezorgd. Het was geen plek voor een gezin; ’s middags knabbelde ochtendmist nog aan je knieën en ’s avonds kwam die tot je kin, en de vochtigheid bracht kortademigheid, reuma en koorts. Hij zat nog geen jaar op zijn post toen hij terugkeerde, klappertandend van de rillingen, met een huid die heet aanvoelde, en zwarte urine. Voordat ze hulp konden halen was zijn borst opgehouden te bewegen. Toen haar moeder een spiegeltje bij zijn lippen hield, besloeg het niet. De adem van haar vader was nu enkel nog lucht.
Dát was de droevigste dag van haar leven. Hoe kon trouwen erger zijn?
Voor de laatste keer staat ze op uit de rieten zetel. De stoel van haar vader en zijn teakhouten bed binnen zijn als relieken voor haar; daarin zit zijn wezen besloten. Kon ze ze maar meenemen naar haar nieuwe thuis.
Het huishouden komt tot leven.
Ze veegt haar ogen af, recht haar schouders, tilt haar kin op, richt die op al wat de dag brengen mag, op de onaangenaamheid van het afscheid nemen, op het vertrek uit haar huis, dat haar huis niet meer is. De chaos en het leed in de wereld van God zijn onpeilbare mysteriën, maar de Bijbel leert haar dat daaronder een ordening verscholen zit. Zoals haar vader zou zeggen: ‘Geloof is weten dat het patroon er is, zelfs wanneer er niets van zichtbaar is.’
‘Het komt wel goed, Appa,’ zegt ze, terwijl ze zich zijn benardheid voorstelt. Als hij nog leefde, zou ze vandaag niet gaan trouwen.
Ze stelt zich zijn antwoord voor. De zorgen van een vader eindigen met een goede echtgenoot. Ik bid dat hij er zo een is. Maar dit weet ik: dezelfde God die hier over jou gewaakt heeft, zal er daar voor je zijn, molay. Dat belooft Hij ons in het evangelie. ‘Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld.’
Auteur(s): Abraham Verghese
Uitgeverij: J.M. Meulenhoff
Aantal bladzijden: 688
Taal: Nederlands
© 2023 Abraham Verghese
© 2024 Nederlandse vertaling Arjaan en Thijs van Nimwegen en Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam
Goed voor 2,70 euro korting op ‘Het verbond van het water’ van Abraham Verghese. Korting enkel geldig in de Confituurboekhandels (zie www.confituurboekhandels.be ) van 10 juni t.e.m. 30 september 2024, zolang de voorraad strekt. Niet cumuleerbaar met andere voordelen.
Een nieuw duwtje in de rug?
Het aanmoedigen van lezen kan op verschillende manieren worden aangepakt. Een effectieve methode is om interactief te werk te gaan: je begint met een boek, geeft een korte introductie of laat de kinderen om de beurt een passage voorlezen. Vervolgens test je of ze het begrepen hebben door ze de passage na te laten vertellen en stel je enkele vragen om hun begrip te peilen. Dit alles garandeert een aantrekkelijk en boeiend spelletje. ___
een sti M ul A ns o M het leZ en te be V orderen...
Je vertelt kort maar levendig een verhaal, eventueel ondersteund met beelden, bijvoorbeeld via een presentatie met foto’s of tekeningen. Vervolgens maak je het interactief door vragen te stellen over wat ze zien en hun interpretatie ervan te vragen. Hierdoor prikkel je hun nieuwsgierigheid en leergierigheid. Daarna ga je verder naar de waarheid door het boek erbij te pakken. Je leest de besproken passage voor en/of laat de kinderen een stukje lezen. Zo ervaren ze dat wat verteld werd net zo boeiend kan zijn als het boek zelf. De boodschap die je wilt overbrengen is dat lezen niet alleen verhalen vertellen is, maar ook zelf ervaren hoe boeiend een verhaal kan zijn. Het is belangrijk om deze kans om te lezen niet te laten liggen, omdat lezen een waardevolle manier is om bij te leren, meegevoerd te worden door een verhaal en taalvaardigheid te ontwikkelen. Dit is essentieel in ons leven, zoals blijkt uit enkele sprekende voorbeelden.
ter illustr Atie
In maart was het Jeugdboekmaand met als thema sport en spel. De directeur van een lagere school in het Geraardsbergse vroeg me om een bijdrage te leveren aan de activiteiten voor het 3de en 5de leerjaar, waarbij ongeveer 30 leerlingen betrokken waren. Dit werd gebaseerd op een boek dat ik vrij recentelijk met een co-auteur heb geschreven. Het boek vertelt het verhaal van een groep jongeren die naar Nepal reist voor een trektocht en daar geconfronteerd wordt met de aardbeving van 2015 (‘Ferre’, zie recensie in Rechtuit, editie januari ‘24). Omdat ik zelf vertrouwd ben met Nepal, een van de armste landen ter wereld, dook ik in mijn fotoarchief op zoek naar afbeeldingen die de leefwereld van kinderen in het hooggebergte weergeven, met speciale aandacht voor het gezinsleven, schoolgaan, spel en sport. Deze foto’s werden samengevoegd in een presentatie. Door het interactieve verhaal en de contrastrijke beelden ten opzichte van onze eigen leefwereld, waren de kinderen meteen geboeid de ene vraag na de andere volgde.
Ondanks dat het boek eigenlijk bedoeld is voor (jong)volwassenen, bevatten sommige delen passages die ook voor kinderen leesbaar zijn. Deze werden voorgelezen, ook door de kinderen zelf. Zo kregen ze meteen de bevestiging dat lezen best leuk kan zijn. Twee lesuren werden moeiteloos gevuld met een mix van verhalen en leesbeurten, wat zorgde voor een verkennende en verrassende reis naar Nepal.
De afsluiting was hartverwarmend: normaal gesproken zijn kinderen ongeduldig om bij het laatste belsignaal snel de klas te verlaten. Maar dit keer staken zo’n 15 vingers de lucht in, een teken dat ze nog meer vragen hadden en nog niet weg wilden. Kortom, het was een succesvolle ervaring die zeker voor herhaling vatbaar is!
en A lsnog V oor de kinderen een tot leZ en M oti V erende toeMAAtje
Als aandachtstimulans voor de sessie werd vooraf aan de kinderen de opdracht gegeven tegen ’s anderendaags een tekening te maken over wat zij te horen kregen. Tegelijk werden de ouders, oma’s en opa’s uitgenodigd om de tekeningen te komen bekijken en aan de hand daarvan te luisteren naar wat hun kinderen daarrond te vertellen hadden. Met kinderlijke fierheid becommentarieerden zij hun kleurrijk en inhoudelijk verrassend mooie tekeningen. Als onderdeel van een totaalconcept… een afsluiter die evenzeer navolging verdient.
Luc Govaert, voorzitter Willemsfonds
Willemsfondslid? -10% op tickets in Concertgebouw Brugge
De Nederlandse woordenschat kan verdeeld worden in erfwoorden en leenwoorden. Erfwoorden zijn – zoals het woord al suggereert – woorden die altijd al ‘Nederlands’ zijn geweest en dus teruggaan op de voorbije stadia van de taal: Middelnederlands, Oudnederlands, West-Germaans … Die erfwoorden hebben een tweetal kenmerken, waardoor we makkelijk aanvoelen dat ze niet inheems zijn. ___
Een basiskenmerk van het Nederlands (en al zijn dialecten) is dat een ongeleed woord één en slechts één heldere klinker kan en moet bevatten. Een ongeleed woord is een woord dat geen samenstelling of afleiding is. Een samenstelling is een woord dat is samengesteld uit twee (of meer) delen die ook apart kunnen bestaan, zoals slaapkamer (slaap+kamer), straathoek (straat + hoek) enz. Typisch voor samenstellingen is dat ze soms zeer oude woorden kunnen bewaren die apart niet meer bestaan, zoals bijv. meineed (mein ‘slecht’), vlijmscherp (vlijm ‘klein, zeer scherp mes voor heelkundige bewerkingen’), eiland (ei is een Oudfriese ontlening en betekende zelf al ‘eiland’). Ook in de dialecten komt dat verschijnsel voor: het woord kieken bijv. heeft in West- en Oost-Vlaanderen de oude dialectwoorden henne/hinne en hoender grotendeels verdrongen, maar de kiekens zitten dikwijls nog altijd in een hennekot.
Het Gentse woord hoofdvlakke (uitspr. uuflaake) ‘kop, hoofdkaas’ herinnert ons eraan dat lang geleden een varken een ‘hoofd’ had en geen ‘kop’. Het woord hoofd voor de kop van een boerderijdier, meer bepaald de koe, is nu vooral in het Frans-Vlaams overgeleverd. In het Nederlands kan enkel een paard een hoofd hebben, want het is een edel dier, dat bijv. ook benen heeft en geen poten. Een afleiding is dan de combinatie van een woord en een woordelement dat niet zelfstandig kan optreden: bijv. groenachtig, lijd-zaam. Wanneer er er in een ongeleed erfwoord behalve een heldere klinker toch nog een andere klinker staat, is dat altijd een doffe e (als in bezem, wereld, …). Een woord als soldaat heeft twee heldere klinkers (een o en een aa) en wordt daardoor als ‘vreemd’ ervaren; het is inderdaad uit het Frans ontleend.
Een tweede manier waarmee men Nederlandse erfwoorden kan herkennen is de wijze waarop klanken met elkaar gecombineerd kunnen worden. Met een erg geleerd woord
wordt dat de fonotaxis van een taal genoemd. Elke taal (en elk dialect ervan) heeft eigen fonotactische regels. Als bijv. een Nederlands woord begint met drie medeklinkers, dan is de eerste altijd een s en de derde altijd een r of een l: namelijk spr- (als in spreken), schr- (als in schrijven), spl- (als in splitsen) en str- (als in stromen). Combinaties als pstr- of sln- komen in onze taal niet voor; het is voor ons dan ook moeilijk om in een Pools restaurant een forel te bestellen, want het woord daarvoor is pstrąg, wat voor Nederlandstaligen moeilijk uit te spreken is.
Combinaties als sf- (als in sfeer) of pn- (als in pneumatisch) zijn ook onnederlands, maar zijn gelukkig wel uit te spreken. Onnederlandse combinaties van medeklinkers zijn typisch voor leenwoorden; in dit geval uit het Oudgrieks. Leenwoorden vormen een zeer groot deel van de Nederlandse woordenschat, en horen soms tot erg gespecialiseerde terreinen. Erfwoorden behoren doorgaans tot de basiswoordenschat van een taal, zoals bijv. de telwoorden, of de verwantschapsnamen als vader, moeder, zoon, dochter …; al moeten we voor het Nederlands wel een uitzondering maken voor nonkel en tante, die beide uit het Frans afkomstig zijn en de oude woorden oom en moei verdrongen hebben. Nonkel is wel vooral een Vlaams woord; oom is kennelijk aan een opgang bezig, moei(e) zegt niemand meer.
em. prof. Jacques Van Keymeulen Vast secretaris Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren
Bronnen:
1. Zie de historische woordenboeken op https://gtb.ivdnt.org/ en etymologiebank.nl
2. Zie Ryckeboer et al. (1993), Woordenboek van de Vlaamse Dialecten, Rund 1, Michiels, Tongeren. Blz. 84
© Het-schilderend-geraamte-james-ensor-kmska
Zaterdag 23 november 2024
2024 staat in het teken van James Ensor, de wereldberoemde kunstenaar uit Oostende. 75 jaar geleden overleed hij, na een lange en vruchtbare carrière. Het Ensorjaar brengt een eerbetoon aan Ensor met drie hoofdtentoonstellingen: één in Oostende, één in Brussel en één in Antwerpen. Op 23 november neemt het Willemsfonds, samen met Willemsfonds Antwerpen en Willemsfonds Kunst-Wijs, je mee naar een diverse selectie uit de Ensorcollectie!
Onze cultuurdag rond het Ensorjaar begint in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Daar wordt een van de grootste Belgische tentoonstellingen over Ensor sinds de retrospectieve in het KMSKB van 1999 gepresenteerd: “Met Ensors stoutste dromen. Het impressionisme voorbij.” In deze expositie duikt het KMSKA niet alleen in Ensors wonderlijke universum van woeste visioenen, maskers en satire, maar toont het museum Ensor zij aan zij met werk van internationale kunstenaars die hem inspireerden en met wie hij zich wilde meten. Ensor streefde er altijd naar de beste te zijn, zelfs als zijn concurrenten Claude Monet, Edvard Munch, of zelfs Jheronymus Bosch en Francisco Goya heten.
Na een gegidste rondleiding nemen we een lunchpauze
om energie op te laden in restaurant De Bomma. Menu: garnaalcocktail (voorgerecht); stoofvlees of vegetarische vol-au-vent (hoofdgerecht); wijn en water aan tafel inbegrepen.
In de namiddag vervolgen we onze ontdekkingstocht naar Ensor in het Museum Plantin-Moretus. Het Prentenkabinet presenteert ‘Staten van Verbeelding’, een tentoonstelling over Ensors opmerkelijke grafische avontuur. De jonge Ensor experimenteerde enkele jaren uitbundig met etstechnieken en zei zelf hierover: “Oefening baart kunst! Zeker voor het etsen.”
We sluiten de dag af in de tuin van het museum met een drankje, aangeboden door Willemsfonds Antwerpen.
progr AMMA
Voormiddag
• 10u: aankomst KMSKA
• 10u30 – 12u00: gegidste rondleiding ‘Ensors stoutste dromen’
• 11u00 – 12u30: gegidste rondleiding ‘Ensors stoutste dromen’
• 13u00 – 14u00: lunch in restaurant De Bomma, met zicht op de Schelde en het Steen
Namiddag
Bezoek Museum Plantin-Moretus
• 14u30 – 16u00: gegidste rondleiding ‘Staten van Verbeelding’
• 15u00 – 16u30: gegidste rondleiding ‘Staten van Verbeelding’
• 16u30: afsluitdrink in Museum Plantin-Moretus aangeboden door Willemsfonds Antwerpen
pr A ktisch
Vervoer
• Laat je rijden! Op 23 november vertrekt er vanuit de provincie West-Vlaanderen een bus naar Antwerpen. Neem hiervoor contact op met Sonja De Craemer via sonja.decraemer@ skynet.be.
• Als je met eigen vervoer komt, dan kan je in de buurt van het museum parkeren in parking Q-Park Kooldok en Zuiddok. Reserveer je parkeerplaats voordeliger op voorhand. TIP: Je vindt verschillende P+R-parkings aan de rand van de stad. Hier parkeer je voordelig en stap je vlot op de bus of tram naar het centrum.
• Kom je die dag met de trein? Stap af aan station Antwerpen-Centraal en neem tram 10. Afstappen aan de AVA, halte Brederodestraat, Amerikalei oversteken en Schilderstraat nemen.
Deelnameprijs
• Formule 1: volledig programma en lunch inclusief drank aan tafel. Willemsfondsleden: €70; Niet-leden: €75
• Formule 2: enkel voormiddag programma en lunch inclusief drank aan tafel. Willemsfondsleden: €55; Niet-leden: €60
• Formule 3: Museumpashouders volledig programma en lunch inclusief drank aan tafel. Willemsfondsleden: €47; Niet-leden: €52
• Formule 4: Museumpashouders enkel voormiddag programma en lunch inclusief drank aan tafel. Willemsfondsleden: €40; Niet-leden: €45
• Formule 5: speciale prijs voor Willemsfonds bestuursvrijwilligers (bedanking Dag van de Vrijwilliger): volledig programma met lunch inclusief drank aan tafel. Willemsfonds bestuursvrijwilliger: €55; met museumpas: €30
• Formule 6: speciale prijs voor Willemsfonds bestuursvrijwilligers (bedanking Dag van de Vrijwilliger): enkel voormiddagprogramma met lunch inclusief drank aan tafel. Willemsfonds bestuursvrijwilliger: €39
Inschrijvingen
Inschrijven kan tot en met eind oktober via een bestuurslid of via het secretariaat op info@willemsfonds.be of via het nummer 09 224 10 75. Vermeld bij je inschrijving: naam, adres, Willemsfondsafdeling, e-mailadres, telefoonnummer. Verder de keuze van je formule (1-2-3-4-5-6) en aantal personen doorgeven.
Voor alle info kan je terecht via pascale.braeckman@willemsfonds.be
Betalen
Stort het correcte bedrag op BE39 0010 2817 2819. De modules zijn beperkt in aantal deelnemers. Het is niet mogelijk om een optie te nemen op een bepaald aantal plaatsen binnen een formule. Wacht dus niet te lang als je zeker wil zijn van jouw plaatsje! Inschrijven kan tot en met begin oktober.
Gelieve het bedrag zo snel mogelijk over te maken en schrijf als mededeling de gekozen formule en het aantal personen. Inschrijvingen zijn pas definitief zodra het verschuldigde bedrag vóór 10 oktober is gestort.
Inschrijvingen bus West-Vlaanderen
Voor deelnemers uit de provincie West-Vlaanderen kunnen contact opnemen met Sonja De Craemer via sonja.decraemer@skynet.be.
Dit jaar zijn we verheugd om jullie samen met Willemsfonds Gent uit te nodigen voor een bijzondere gebeurtenis: de allereerste Jan Frans Willemsviering in Gent! Op 22 juni verwelkomen we jullie graag in de foyer van NT Gent om samen de erfenis van Jan Frans Willems te vieren op een manier die net zo dynamisch en inspirerend is als de stad zelf.
Jan Frans Willems, een van de meest invloedrijke figuren in de Vlaamse literatuur en cultuur, verdient een eerbetoon dat zijn nalatenschap recht doet. Daarom hebben we besloten om deze viering naar Gent te brengen, een stad die een belangrijke rol speelde in het leven en werk van Willems. Tijdens deze gelegenheid zullen we samenkomen om zijn bijdragen te herdenken en te vieren, en om zijn idealen met betrekking tot de Nederlandse taal en het volksbewustzijn te eren. Het wordt een dag vol inspiratie, reflectie en gemeenschap, waar we zijn gedachtegoed koesteren en voortzetten.
Maar dat is nog niet alles! Naast een warm welkom en een mooie bloemenhulde door Chantal Couck, de voorzitter van WF Gent, bieden we ook een
podium aan jong talent. We geven hen de kans om te schitteren en hun creativiteit te tonen. Na de receptie kunnen jullie genieten van een heerlijk koud buffet.
Na de lunch kunnen deelnemers aansluiten voor een begeleide theaterwandeling in de Gentse kuip, georganiseerd in het teken van Jan Frans Willems. Het wordt een dag vol verrassingen en ontdekkingen, waar we samen kunnen genieten van wat de toekomst te bieden heeft.
progr AMMA
• 10u30: welkom op het balkon van het NTGent, Sint-Baafsplein, Gent, door Chantal Couck, voorzitter WF Gent, gevolgd door een korte speech door schepen van cultuur, Sami Souguir, met daarna bloemenhulde bij het standbeeld Jan Frans Willems op het Sint-Baafsplein, Gent
• 11u: Muziek Aarde aan Daan
• 12u: tijdens het concert heffen we het glas aangeboden door Willemsfonds vzw, met aansluitend een lunch
• 14u: geleide theaterwandeling in de Gentse kuip rond Jan Frans Willems door Luc De Schaepmeester, Willemsfondslid Menu
Buffet met gepocheerde zalmfilet, tomaat-garnaal, gevuld eitje met tuinkruiden, perzik met krab,
scampi, beenham met asperge, fricandeau, kippenboutje, aardappelsalade, gemengde salade en biologisch zadenbrood. Er is ook een vegetarisch alternatief beschikbaar.
Ver V oer
Je kunt parkeren in parkeergarage Vrijdagmarkt, Gent. Vanaf daar is het vijf minuten lopen naar NTGent. Diverse bus- en tramhaltes bevinden zich op minder dan tien minuten loopafstand van het theatergebouw. Plan je reis via de routeplanner op delijn. be.
deeln AM eprijs
• Formule 1 - volledig programma: viering, receptie, lunch en theaterwandeling. Willemsfondsleden: € 55; nietleden: € 60.
• Formule 2 - enkel voormiddagprogramma: viering, receptie en lunch Willemsfondsleden: € 50; niet-leden: € 55
inschrij V ingen
Bij voorkeur inschrijven online via willemsfonds.be/janfranswillemsviering of per e-mail bij Pascale Braeckman via info@willemsfonds.be of op het mobiele nummer 0497 58 54 93.
Graag ten laatste inschrijven op vrijdag 14 juni 2024. Geef ook je keuze van het programma door! Inschrijving is pas definitief na betaling van het verschuldigde bedrag op rekeningnummer BE39 0010 2817 2819 van Willemsfonds vzw, met vermelding van het aantal personen en de gekozen formule.
Maak kennis met Morgane Hutse: een 27-jarig model van het No Babes Agency, rolstoelgebruiker en fervent bezoeker van festivals en concerten. Naarmate ze ouder wordt, merkt ze dat de wereld beter omgaat met haar handicap. Misschien komt dit door haar eigen openheid, maar er blijft werk aan de winkel wat betreft het verbeteren van keuzes rond veiligheid.
Met de zomer in aantocht, hoe ziet jouw zomer er momenteel uit in termen van evenementen?
Ik heb eigenlijk nog geen festivals gepland. Normaal gesproken ga ik altijd naar Tomorrowland, maar dit jaar heb ik nog geen beslissing genomen vanwege een geplande vakantie van twee weken. Ik hou echter wel van livemuziek, dus ik sluit niet uit dat ik last minute nog tickets koop voor een paar evenementen.
Hoe was jouw eerdere ervaring op Tomorrowland als rolstoelgebruiker?
Wat ik vooral waardeerde, is dat je voldoende vrijheid hebt. Je bent niet beperkt tot één rolstoelplatform; je kunt overal tussen het publiek bewegen en gaan waar je wilt. Ze hebben ook een speciale EHBO-ruimte voor mensen die naar het toilet moeten, waar meer ruimte is om je op je gemak te voelen. Op dit moment is het festival goed uitgerust voor rolstoelgebruikers.
Heb je door de jaren heen een positieve trend gezien op het gebied van toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers?
Niet echt, eerlijk gezegd. Als frequente concertganger merk ik vaak dat rolstoelplaatsen bij concerten vaak de slechtste plaatsen zijn, zoals helemaal achteraan of op de tweede verdieping. Soms mag je zelfs niet op de begane grond zijn. Dat is jammer omdat rolstoelgebruikers daardoor niet de kans krijgen om dicht bij de artiest te zijn en een connectie te maken. Ik probeer daar zelf voor te pleiten, maar ik stuit soms op weerstand. Sommige zalen staan het wel toe, maar er is nog veel ruimte voor verbetering in de concertindustrie wat betreft toegankelijkheid.
Je bent model. Zie je jezelf daarbuiten meer als activist of als woordvoerder?
Ja, eigenlijk wel. Ik zou graag meer willen doen. Er bestaat nog geen exacte term voor, maar ‘public speaker’ spreekt me wel aan. Er zijn nog te weinig mensen zoals ik die zo open durven zijn. Bij mij rust er geen taboe op dit onderwerp. Je kunt me ook niet snel kwetsen als het hierom gaat. Ik wil graag opkomen voor mensen die niet durven praten of het niet kunnen. In de media is William Boeva momenteel de enige persoon met vergelijkbare ervaringen, en ik vind het geweldig dat hij dat doet. Ik zou zelf ook graag podcasts willen maken, naast mijn werk als model, om mensen bewuster te maken van dit thema.
Wanneer heb je besloten je in te zetten voor dat bewustwordingsproces?
Ik kan niet één specifiek moment noemen. Het gebeurde geleidelijk doordat ik meer aandacht zag voor inclusie bij andere groepen. Toen realiseerde ik me dat inclusie ook voor mensen met een fysieke beperking zou moeten gelden, hoewel dit de enige minderheidsgroep is waar iedereen binnen enkele seconden toe kan behoren. Mensen realiseren zich niet genoeg dat iedereen getroffen kan worden door een ongeluk. Wij worden echter vaak niet betrokken bij die discussie. Toen ik dat steeds meer begon te merken, dacht ik: “Ik ben een open persoon, dus ik zou me hier meer voor moeten inzetten, vooral voor de generaties na mij.” Dit gebeurde organisch, en toen ben ik betrokken geraakt bij het Non Babes-verhaal. No Babes heeft mensen met verschillende verhalen, en dat inspireerde me om mijn steentje bij te dragen.
Vorig jaar mocht je The Weeknd ontmoeten in Parijs. Hoe was dat moment voor jou en wat vond je van de locatie?
Ik ben natuurlijk een grote fan van The Weeknd. Ik heb vorige zomer meerdere shows van zijn tour bezocht. Het Koning Boudewijnstadion was perfect toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Ze gaven je de vrijheid om op het platform te zitten of zelf op het middenplein te zijn. Dat was geen probleem. Ik had een early entry ticket gekocht, dus mocht ik eerder naar binnen dan andere mensen met zo’n ticket. Het werd me verteld dat dit ook veiliger voor mij zou zijn. Ik stond dus vooraan bij het podium. Alles verliep goed, en de andere mensen toonden veel respect.
Tijdens de show had The Weeknd wat interactie met het publiek, en bij de tweede show herkende hij me van de eerste show. Daarna ging ik naar zijn show in Parijs, en daar kwam ik toevallig zijn hotel tegen. Ik had niet de intentie om te stalken en wilde niet rondhangen. Toen we daar toevallig langs liepen, zagen we een auto uit de garage komen. De auto stopte, en hij stapte spontaan uit en zei: “Ik herinner me jou, maar weet niet meer precies waarvan.” Hij was heel sympathiek en vroeg zelfs om een foto te maken en een praatje te maken. Dat was een ervaring die je maar eens in je leven meemaakt.
Is het concept van early entrance dan voor jou een vereiste bij toekomstige concerten?
Ja, maar ik begrijp dat dit voor sommige mensen te duur kan zijn. Ik vond het in het Koning Boudewijnstadion echter prettig dat andere mensen niet door de menigte konden dringen en begrip toonden. Ik weet dat dit bij andere concerten problemen kan veroorzaken, zoals: “Dat is niet eerlijk, zij hoefden niet urenlang te wachten.” Ik betaal echter wel voor early entrance en doe op mijn manier moeite. Ik zou het ongepast vinden om met een regulier kaartje zomaar vooraan te mogen staan vanwege mijn handicap. Maar als ik een early entrance ticket koop, wil ik dezelfde rechten hebben als iemand zonder handicap die ook zo’n ticket heeft.
Bij sommige concertzalen wordt dit niet toegestaan. Dan wordt er soms gesproken over brandveiligheid, terwijl ik al vaak heb voorgesteld om langer te blijven en pas weg te gaan als de andere mensen weg zijn. Ik wil best meedenken over een compromis. Ik heb een zelfgeschreven document waarin staat dat ik onder geen enkele omstandigheid de zaal zal aanklagen, en dat jullie mij niet hoeven te helpen evacueren. De persoon of begeleider die met mij meegaat, neemt zijn/haar verantwoordelijkheid.
Zie je zo’n protocol ook bij andere rolstoelgebruikers?
Hoe is dat tot stand gekomen?
Nee, want veel andere gebruikers horen vaak een ‘nee’ en denken dan dat het niet mogelijk is. Ik heb vaak gesprekken gehad met zaalverantwoordelijken, en wanneer ik vraag waarom iets niet kan, merk ik dat de veiligheidsprotocollen geen duidelijke uitleg bieden. Brandveiligheid komt vaak ter sprake.
Maar er zit geen logica in, want ze plaatsen rolstoelgebruikers dan op een hogere verdieping waar ze de lift moeten nemen. Als er brand uitbreekt, mag de lift niet gebruikt worden. Als ze dan nog steeds ‘nee’ zeggen, wijs ik erop dat ik het recht heb om te bepalen wanneer ik me veilig voel. Toch komt die ‘nee’ meestal voort uit eigenbelang of angst, of omdat ze alles vanuit hun eigen perspectief bekijken. Ze zijn bang om aangeklaagd te worden, maar met mijn eigen document zou ik dezelfde rechten moeten hebben. Ook de veiligheid van andere mensen komt niet in het gedrang. Ik zou respecteer de veiligheid en wil me niet bevoorrecht voelen. Als ze helder zouden uitleggen waarom iets niet kan, zou dat voor mij prima zijn.
In de Johan Cruijff ArenA wilden ze bijvoorbeeld dat ik niet naar binnen ging, maar iemand met krukken wel. En dan zeggen ze: “Zet je krukken opzij en dan mag je wel op het middenplein.” Dat is niet veilig als die persoon niet goed kan lopen, want dan valt hij/zij makkelijker. Dat kan zelfs levensgevaarlijk zijn. Maar dat mag wel? Ik stuit regelmatig op zulke tegenstrijdigheden. Veiligheidsregels kloppen dan niet.
Sommige festivals bieden ook skydecks aan. Hoe ervaar je dat?”
Ik begrijp dat mensen zeggen: “het is makkelijk om mensen zo hulp te bieden.” Mensen moeten de vrijheid krijgen om, als ze zich onveilig voelen op een platform, zich tussen de rest te kunnen bevinden als ze zich daar veilig voelen. Dat zou ik willen bereiken, dat je tenminste de keuze krijgt. En als die keuze niet voorhanden is door trappen waardoor je niet anders kan, dan vind ik wel dat ze een manier moeten vinden om de rolstoelplaatsen dichtbij het podium te zetten. Wat heeft het nut om dan als rolstoelgebruiker of slechtziende naar een scherm te kijken? Niemand heeft zin
om voor een concert of festival te betalen om dan naar een scherm te moeten kijken. Dat is echt het spijtige vind ik.”
Hoe ervaren andere bezoekers de sfeer? Voelt iedereen zich collectief veilig, of vervagen de beperkingen gewoon en kunnen mensen samen genieten?
Ik heb dat gevoel vooral als ik niet op het rolstoelplatform sta. Het is cru, maar als ik daar sta, geeft dat het gevoel van ‘we zetten de beesten bij de beesten en zijn tevreden dat ze mogen komen’. Er zijn uiteraard mensen met een beperking die dat niet zo ervaren omdat ze nog niet de kans hebben gehad om van zich te laten horen. Ik voel me heel vrij als ik tussen de rest sta. Negentig procent van de mensen geven datzelfde gevoel terug naar mij. Ze vinden het dan tof en gaan automatisch over tot het ‘beschermen’ van mij als er mensen achter mij plots zouden beginnen te duwen. Het is wel grappig dat sommigen zich ook in mijn buurt veiliger voelen omdat het respect naar elkaar dan sneller wordt doorgegeven. De energie is mooier en leuker als ik tussen het volk kan zijn. Op het rolstoelplatform kan het daarentegen emotioneel een stuk geladener zijn. Er zijn daar ook mensen die gewoon niets anders kunnen of simpelweg pijn hebben. Het zou leuk zijn als we gewoon allemaal gemengd tussen elkaar kunnen zijn.”
Zie je nog verbeteringen in de logistieke uitdagingen en faciliteiten?
Met parkeren vind ik dat dat heel goed is. Daar heb ik nog niet veel hinder van ondervonden. Ik zou zeggen, wc’s zijn soms moeilijk. Zeker in concertzalen. Maar op Tomorrowland zijn ze deftig voorzien van apart sanitair en als je wilt, kan je daar ook naar de gewone toiletten waar ze ook een rolstoeltoegankelijke wc hebben. Je hebt altijd de keuze om dan ook snel naar een dixi te gaan.
Als je dan meer zorg nodig hebt, kan je naar de EHBO-tent
gaan. In een concertzaal ligt dat wat moeilijker, terwijl ze op een festival aparte zones kunnen bijbouwen. Dat verschil valt me op, ook in restaurants of andere publieke ruimtes. Dat zou in het algemeen mogen veranderen in de maatschappij. Dat zou nog wat verder mogen evolueren. Los van een beperking. Iedereen heeft in zijn leven als baby niet kunnen stappen. Daar staan nog te weinig mensen bij stil. Ik neem dat de wereld niet per se kwalijk want hoe kan iemand totdat besef komen als het te weinig getoond wordt.”
Heb je naast modellenwerk misschien nog andere ambities?
Ik speel met het idee om ooit een boek te schrijven, maar mijn levensverhaal is nog niet helemaal op het punt waar ik het zou willen hebben om een boek te kunnen schrijven. Ik ben daar misschien nog iets te jong voor om veel te kunnen schrijven. Op dit punt zou ik wel wat kunnen schrijven over mijn ervaringen op school, maar ik zou nu liever gewoon verhalen vertellen van mensen die zichzelf nog niet in de media hebben gehoord. Ik sta wel open voor lezingen of keynotes omdat ik drietalig ben (Nederlands, Engels, Frans).
Een andere zotte droom zou het maken zijn van een serie, met een meisje in een rolstoel. Dat zou dan niet per se over mij zijn. Maar ook om te tonen dat mensen zoals ik ook een plezierig leven kunnen leiden en dat we nu vaak alleen mannen in een rolstoel zien. Het zou leuk zijn om naast de uitdagingen ook de familiemomenten enzo te tonen. Ik merk zelf in mijn omgeving dat het ijs ook sneller gebroken wordt, als ik hen mee op hun gemak doe voelen.
Cédric Ista, coach communicatie
Begin jaren 1980 is een periode van economische onrust en sociale uitdagingen. Het land kreunt onder de hoge inflatie, oplopende werkloosheid en instortende huizenmarkt. Traditionele industrieën, zoals textiel en metaal, staan onder zware druk. In reactie hierop lanceert de Vlaamse Executieve (de voorloper van de Vlaamse regering) de DIRV-actie of de Derde Industriële Revolutie Vlaanderen. Dit initiatief heeft tot doel de Vlaamse economie te moderniseren en de ontwikkeling van toekomstgerichte sectoren te stimuleren.
In 1983 wordt voor het eerst Flanders’ Technology georganiseerd, een hoogtepunt van de DIRV. De technologiebeurs dient als een platform waar bedrijven, investeerders en onderzoeksinstituten elkaar kunnen ontmoeten en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van technologie kunnen verkennen. Een wetenschappelijk comité beoordeelt of de technologische waarde van de exposanten voldoende hoog is om deel te mogen nemen. Flanders’ Technology (FT) 1983 is meteen een groot succes. Aan de ingang staan computers waarop bezoekers de standhouders kunnen opzoeken. De beurs zelf is ingericht volgens de ‘toekomstgerichte technologieën van de Derde Industriële Revolutie’: de basistechnologieën micro-elektronica, nieuwe materialen en biotechnologie, en de zogenaamde toepassingstechnologieën telematica, robotica, burotica, lucht- en ruimtevaart, medische technologieën en nieuwe energietechnieken. Een plechtige opening,
seminaries en concerten maken het programma compleet. FT richt zich expliciet op een publiek van industriëlen, investeerders en onderzoekscentra. Maar door de grote persaandacht en het vernieuwende imago vindt ook het brede publiek zijn weg. De BRT en verschillende kranten, zoals Het Laatste Nieuws, brengen immers dagelijks uitgebreid verslag uit over de beurs, de standhouders en de evenementen.
oV er de grenZ en – F t W ordt F ti Nieuwe edities volgen elkaar tweejaarlijks op. Vanaf 1985 wordt ‘International’ aan de naam van het evenement toegevoegd, om de grensoverschrijdende contacten van Vlaamse bedrijven te bevorderen. Aanvankelijk gaat Flanders’ Technology International (FTI) door in de Gentse Floraliënhal in het Citadelpark. Al snel blijkt de beschikbare ruimte te klein. De bouw van nieuwe expositiehallen dringt zich op. Het voormalige vliegveld van Sint-Denijs-Westrem
Vogelperspectief over Flanders’ Technology International in de Floraliënhal in 1985. © Claerhout (collectie Liberas)
blijkt daarvoor de geschikte plaats. Flanders Expo verrijst in 1987. De gloednieuwe expo-hallen omvatten een beschikbare oppervlakte van 45.000 m2. Toch blijkt dit nog steeds te klein voor FTI. In 1989 wordt een nieuwe hal met een totale oppervlakte van 10.782 m2 bijgebouwd.
Begin jaren ‘90 blijkt het concept van de technologiebeurs toe aan vernieuwing. Met verminderde interesse van bedrijven en een afnemend aantal bezoekers, kiest FTI voor een nieuwe aanpak. De beurs wordt niet langer tweejaarlijks, maar driejaarlijks georganiseerd en richt zich vanaf dan vooral op het brede publiek. Tijdens het technologie-event Technoland kan het publiek een blik werpen op de 21ste eeuw.
Met spectaculaire blikvangers, audiovisuele presentaties, demonstraties, animatie en interactieve stands zet FTI volop in op beleving. In 1999 vindt de laatste editie van Technoland plaats. Ondertussen wordt achter de schermen hard gewerkt aan een permanent centrum voor interactieve technologiebeleving. Technopolis opent in 2000 de deuren in Mechelen. Het is een doe-centrum voor wetenschap en technologie, met interactieve tentoonstellingen, shows en workshops.
een WA r M e h A nd V oor cultuur Ondanks, of omwille van, de grote weerklank van FTI zetten heel wat organisaties vraagtekens bij het uitgangspunt van de technologiebeurs. Vooral uit sociale en ecologische hoek komt kritiek. Ze uiten hun bezorgdheid over de maatschappelijke gevolgen van een nieuwe industriële revolutie en stellen dat technologische vooruitgang niet noodzakelijk tot maatschappelijke verbeteringen leidt. In 1985 organiseert een tiental Gentse organisaties lezingen, debatten en de tentoonstelling ‘Technologie en derde wereld’ om tegengewicht te bieden aan de technologiebeurs. In De Koevoet, tijdschrift voor sociaal en ecologisch verantwoorde techniek, verschijnen kritische artikels die vraagtekens plaatsen bij de DIRV.
Ook het Willemsfonds is gematigd kritisch. Inhoudelijk worden er geen vraagtekens gezet bij de DIRV, maar er is wel enig wantrouwen over de bijzondere aandacht die de Vlaamse Gemeenschap aan technologie en innovatie besteedt. In een verslag van het Willemsfondscongres in oktober 1984 over de openbare bibliotheek wordt expliciet geschreven ‘de openbare bibliotheek blijft, ook in de euforie van Flanders Technology, nog steeds het voornaamste middel om de voortbrengselen van de menselijke geest ter beschikking te stellen van iedereen […].’ (CLSB-reflex 1.11.1984) Het Willemsfonds ziet voor zichzelf een belangrijke taak weggelegd om het culturele bewustzijn hoog te houden. Deze intentieverklaring wordt enkele jaren later herhaald door Willemsfonds Brugge. In 1987 schrijft die afdeling ‘Vlaanderen kent geen bodemschatten en dient dus haar kennis uit te voeren. Flanders Technology is een internationaal begrip geworden. Thans
is het onze taak om daaraan de culturele component uit te bouwen en de rijke Vlaamse cultuur verder te zetten.’ (’t Brugs Uiltje 1.3.1987)
De politiek blijkt niet ongevoelig voor de vrees dat cultuur ondergesneeuwd zou raken door de aandacht voor technologie. Zo schrijft het ledenblad van Willemsfonds Tongeren dat gemeenschapsminister van Cultuur Patrick Dewael in zijn eerste beleidstoespraak in 1986 zei “Het beleid van de Vlaamse Gemeenschap wordt momenteel eenzijdig geassocieerd met de robotica-hand van Flanders Technology. De Vlaamse regering heeft ook een andere levende hand met warme vingertoppen.” (Cultureel Blad 5.6.1991) Hij zou met dit beeld vervolgens een pleidooi hebben gehouden voor meer aandacht voor kunst en cultuur.
Kim Descheemaeker, Wetenschappelijk en educatief medewerker Liberas
Van 16 april t.e.m. 16 augustus vindt in Liberas de tentoonstelling ‘I love Technology. Flanders Technology International: geschiedenis van innovatie’ plaats. De tentoonstelling brengt de geschiedenis van FTI, maar richt zich bovenal op de sfeer van innovatie en technologie die de beurs uitstraalde. De vernieuwende technologieën van toen worden nu zelf als een culturele uiting en historisch moment beschouwd. De tentoonstelling in Liberas is gratis te bezoeken tijdens de kantooruren. Meer info: www.liberas.eu
Affiche voor de eerste editie van Flanders’ Technology in 1983. (collectie Liberas)
Willemsfonds digitaal in de schijnwerpers
Vorig najaar produceerde Focus en WTV, de regionale televisiezender uit WestVlaanderen, zes reportages. Elke reportage belichtte de veelzijdigheid van onze organisatie. Onderwerpen zoals vrijwilligersondersteuning, Campus Willems, De Bronzen Uil, voorleesmomenten, en nieuwe projecten zoals de hiphopcypher en de Willems Boekavan kwamen aan bod. Dit alles werd mogelijk gemaakt door het engagement van onze werkgroep cultureel ondernemerschap. Intussen staan alle video’s op ons YouTube-kanaal, dat we in de toekomst verder willen uitbouwen als publiciteitskanaal voor bedrijven en serviceclubs om te investeren in onze vereniging.
We kunnen daarbij jouw hulp als trouw lid, vrijwilliger of bestuurder meer dan gebruiken. Abonneer je op ons YouTube-kanaal via https://www.youtube.com/@willemsfondsvzw6993. Elke abonnee maakt daarbij het verschil. Zoals aangegeven op de algemene vergadering van maart is het de bedoeling om dit platform ook open te stellen voor onze afdelingsactiviteiten. We denken dan aan het vastleggen van een boeiend debat of een korte clip van een jubileum dat je als afdeling als digitale herinnering wilt gebruiken. Dergelijk beeldmateriaal is namelijk ook stimulerend om te tonen aan toekomstige nieuwe leden.
WAAroM is cultureel onderneMerschAp Zo belAngrijk? Omdat wij als eerste socio-culturele organisatie een verbindende rol willen spelen tussen het bedrijfsleven en cultuur in de breedste zin van het woord. Waarden zoals inclusie, diversiteit, maatschappelijke thema’s, taal en cultuur dragen bij aan de maatschappij. Meer dan ooit is bewezen dat cultuur mensen samenbrengt, bijdraagt aan een betere samenleving, meer begrip creëert, taboes doorbreekt en zelfs een motiverende rol kan spelen, ook op de werkvloer.
Cultureel ondernemerschap en donateurschap zijn belangrijk omdat zij essentieel zijn voor het behoud en de bloei van onze culturele sector. Culturele instellingen/organisaties zoals musea, theaters en festivals kunnen niet alleen draaien op subsidies en publieke financiering. Ze hebben ook steun nodig vanuit de private sector en individuele donateurs om te kunnen blijven bestaan en hun activiteiten te kunnen uitbreiden.
Cultureel ondernemerschap is belangrijk omdat het organisaties in staat stelt om hun eigen inkomsten te genereren, bijvoorbeeld door het verkopen van tickets, het organiseren van evenementen of het aangaan van samenwerkingen met bedrijven. Hierdoor worden zij minder afhankelijk van overheidssubsidies en kunnen zij hun financiële positie versterken.
Donateurschap speelt ook een cruciale rol in het ondersteunen van culturele instellingen. Individuen en bedrijven die bereid zijn om te investeren in kunst en cultuur dragen bij aan het behoud van ons cultureel erfgoed en de toegankelijkheid van culturele activiteiten voor een breed publiek. Kortom, cultureel ondernemerschap en donateurschap zijn onmisbaar voor het voortbestaan en de ontwikkeling van onze culturele sector. Het is daarom van groot belang om deze vormen van steun te blijven stimuleren en ondersteunen.
Meer informatie
Vincent Lagae
Voorzitter cultureel ondernemenschap Willemsfonds vzw 0476 90 70 08 Nealmccolly@msn.com
Boekvoorstelling ‘De tekenaar van het verzet’ – 5 september 2024
In de gang van het Koninklijk Atheneum Oostende Centrum, tegenwoordig bekend als Athena, hangt een gedenkplaat ter nagedachtenis van de slachtoffers van WO II. Bovenaan prijkt de naam van Honoré Houvenaghel. Hij was leraar wiskunde, lid van het Willemsfonds en verzetsstrijder Houvenaghel werd gearresteerd en overleefde de kampen niet. Leraar biologie Raymond Chaffart maakte de deportatie mee van zijn zeven Joodse leerlingen, die eveneens de kampen niet overleefden. Raymond ijverde voor het opnemen van hun namen op de gedenkplaat. Enkele jaren geleden werd dit met een kleine plechtigheid in de school gerealiseerd.
In de loop der tijd kwam een jonge lerares Nederlands, Kathelijn Vervarcke, in Athena werken. Ze is een auteur van romans, young adult romans, gidsen, biografieën en toneelstukken, vaak gelinkt aan historische figuren of aan de Eerste Wereldoorlog. Met haar eigen gezelschap, De Dakbroeders, brengt ze historisch locatietheater. Ze raakte gefascineerd door de gebeurtenissen tijdens WO II in dit atheneum en begon diepgaand onderzoek te doen. Haar onderzoek resulteerde in een theaterwandeling genaamd ‘Sporen van Spiro’ en een boek getiteld ‘De tekenaar van het verzet’.
Vervarcke verwerkte ook het verhaal van Emile Fryns in haar boek ‘De tekenaar van het verzet”. Ze werkte drie jaar aan het boek, startte haar onderzoek in het archief van de school en doorploegde brieven. Vervarcke bezocht ook CegeSoma, het staatsarchief en studiecentrum over oorlog en maatschappij in Brussel. Ze vond er veel informatie over de Joodse leerlingen van de school. Hulp kwam ook van de Kazerne Dossin in Mechelen en het Joods Museum in Brussel. Vervarcke las 2.000 bladzijden archiefmateriaal en sprak met de familie van Emile Fryns.
De deportatie van de Joodse leerlingen was voor Houvenaghel, leraar wiskunde, en Emile Fryns, leraar tekenen, een motivatie om zich aan te sluiten bij het verzet. Hoewel het leven op school ernstig werd verstoord tijdens de oorlog, bleven de leraren Emile Fryns en Honoré Houvenaghel lesgeven. Ze woonden beiden in Nieuwpoort en namen elke dag de tram naar Oostende. Zo observeerden ze de vorderingen aan de bouw van de Atlantikwall en codeerden ze de positie van de strandobstakels, die ze verstopten in de wiskundeopdrachten in de boeken van Houvenaghel. Deze informatie werd doorgespeeld aan het verzet en de Britten. Na verraad werden ze beiden opgepakt. Kathelijn Vervarcke verwerkte deze geschiedenis in een theaterwandeling en een boek.
‘Sporen van Spiro’ is een theaterwandeling over de Jodenvervolging en het verzet in het centrum van Oostende tijdens WO II. Jongeren van nu spelen de jeugd van toen. Daarnaast werden er voor het atheneum 6 “stolpersteine” gelegd ter nagedachtenis van de 6 leerlingen, plus een zevende voor Spiro, die niet mocht studeren aan het Atheneum omdat hij Joods was.
Met ‘De tekenaar van het verzet” levert auteur Kathelijn Vervarcke uit Oostende een eerste Vlaamse verzetsroman af. In september 1946 probeert Emile Fryns de draad opnieuw op te pikken in de nasleep van de oorlog. Nauwelijks hersteld van de ontberingen van de kampen, verneemt Emile het overlijden in kamp Neuengamme van zijn vriend Honoré Houvenaghel. Maar ook de banken van zijn zes Joodse leerlingen blijven leeg. In zijn zoektocht naar wat hen is overkomen, herbeleeft Emile zijn eigen strijd.
Sonja De Craemer, voorzitter Willemsfonds Oostende
Op donderdag 5 september geeft Kathelijn een lezing over haar boek bij het Willemsfonds Oostende.
Aanvangsuur 20u, VLC De Geuzetorre, Kazernelaan 1, Oostende. Inkom gratis.
Zomerlief gaat vreemd
Het aftellen naar de Gentse Feesten kan beginnen! Van vrijdag 19 tot en met zondag 28 juli wordt de stad opnieuw een zinnenprikkelend cultureel volksfeest met talloze nationale en internationale artiesten. Ook dit jaar organiseert het Willemsfonds verschillende activiteiten voor jong en oud tijdens ‘Zomerlief gaat Vreemd’, het literaire luik van Trefpunt in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL).
progrAMMA
Zaterdag 20 juli: Jeugdvoorstelling Roald Dahl – Hilde Maelstaf
Tijd: 14:30 - 16:15 ‘Joris en de magische toverdrank’ Verteltheater naar Roald Dahl door Hilde Maelstaf (6-10 jaar)
De grootmoeder van Joris is een echte kreng die alleen maar gemeen tegen hem is. Op een zomerdag moet hij bij haar blijven om haar op tijd medicijnen te geven. Vervelend! Tot Joris op het idee komt om zelf een ‘toverdrankje’ voor haar te maken met allerlei zaken die hij in huis vindt... maar zal dit lukken en wat zal er met grootmoe gebeuren?
Zondag 21 juli: Jeugdvoorstelling Roald Dahl – Hilde Maelstaf & Ampersand afl. 10 ‘De Belgische diversiteit’
Tijd: 14u30-16u (Jeugdvoorstelling) / 17u-20u (Ampersand)
Voor deze editie van Ampersand gaan we in zee met het literaire platform Dans! Dichter! Dans!, dat ruimte biedt aan beginnende literaire makers en muzikanten om zich experimenteel uit te leven. Verwacht diverse kwalitatieve performances voor een breed publiek. Ze programmeren regelmatig avonden gevuld met literair-muzikale performances, met de sfeer en energie van een muziekfestival. Voor elke editie gaat hun selectie- en curatiecomité op zoek naar nieuwe literaire makers.
Zondag 23 juli: Willems Flava – Hip Hop Cypher & Showcase
Tijd: 16u-17u
Willems Flava brengt jongeren (15-30 jaar) samen voor hiphopcyphers en showcases, zonder haat of discriminatie, maar in een sfeer van inclusie en diversiteit. Na een try-out bij Stadsmakers Gent en een eerste editie in het Lakenmetershuis, brengen we nu vers hiphoptalent naar de Gentse Feesten. Tijdens ‘Zomerlief gaat Vreemd’ zullen 15 artiesten (m/v/x) elk twee tracks performen.
Line-up: Maxime Clincke, LilRedBoi en meer!
Na onze optredens kun je verder genieten van Loeke Vanhoutteghem met haar ‘vriendenslam’. In 2021 werd zij uit-
geroepen tot de winnaar van het Gents Kampioenschap Slam Poetry.
Maandag 24 juli: Luisterende Oortjes trekt naar KANTL
Tijd: 14u30-16u30
Wist je dat kinderen in Vlaanderen slecht scoren op lezen? Samen met jou kunnen we daar iets aan doen, want lezen begint met voorlezen. Kinderen vanaf drie jaar en hun (groot)ouders zijn van harte welkom om deel te nemen aan ons voorleesmoment op ‘Zomerlief gaat vreemd’. Luisterende Oortjes is het Gentse voorleesproject van Bibliotheek De Krook en het Willemsfonds, en wordt altijd verzorgd door enthousiaste voorleesvrijwilligers.
Meer info & deelname: https://kantl.be/agenda
Lid Willemsfonds Tremelo
0476 92 25 20 et.debie@skynet.be
Etienne volgde meerdere kunstopleidingen, lezingen en workshops: plastische kunsten, keramiek, grafiek, beeldende kunsten en hout-snijwerk.
Het waarnemen en beleven van zijn brede omgeving bezorgt de nodige inspiratie om zijn natuurlijke behoefte aan creativiteit te vertalen in nieuw werk.
Veelvuldig en graag tentoonstellend, laat hij het interpreteren van zijn werk graag over aan de toeschouwer zonder zelf veel uitleg te geven, teneinde de invulling-van de individuele beleving niet te beïnvloeden.
Een algemeen objectief of drijfveer is het zoeken en vinden van een evenwichtige compositie waarbij zoveel als mogelijk de symmetrie wordt vermeden. Het lineaire, de paardennekcurve en het perspectief in al zijn vormen spelen heel vaak een belangrijke rol bij het ontwerpen.
Etienne volgde meerdere kunstopleidingen, lezingen en workshops: plastische kunsten, keramiek, grafiek, beeldende kunsten en hout-snijwerk.
Je bent bij ons meer dan welkom, jong of oud. Steek je graag een plechtigheid in elkaar of verricht je liever administratief werk? Als vrijwilliger word je deskundig gecoacht en neem je deel aan vormingen. Jouw werk toont zichtbare resultaten.
Interesse? www.demens.nu/vrijwilligers
Miss Eliza’s Engelse keuken
Annabel Abbs
€ 29,99
Geïnspireerd op het levensverhaal van Eliza Acton, die één van de eerste Britse kookboeken publiceerde.
Monsieur Hawarden
Filip De Pillecyn met voorwoord door Tom Lanoye & onderzoek door Annick Lesage
€ 24,99
Toen Filip De Pillecyn in 1935 Monsieur Hawarden publiceerde, was dit verhaal over een Franse vrouw die zich in de buurt van Malmedy vestigt om daar als man door het leven te gaan een unicum in de Vlaamse literatuur.
De mens is een plofkip Teun van de Keuken
€ 18,99
Echt voedsel met herkenbare ingrediënten heeft de afgelopen decennia grotendeels plaatsgemaakt voor zwaar bewerkt fabrieksvoer zonder enige voedingswaarde, dat zo aangenaam is van structuur en smaak dat we er geen genoeg van krijgen. Teun van de Keuken legt de voedingsindustrie onder de loep en laat feilloos zien wat er misgaat.
In samenwerking met Standaard Uitgeverij mag Willemsfonds vzw van elk boek 5 exemplaren weggeven. Stuur een e-mail naar info@willemsfonds.be en vermeld in het onderwerp de titel waar je graag kans op maakt. Doe dit vóór 15 juli 2024. Enkel winnaars worden op de hoogte gebracht.