RU B EN RECHTU IT!
WHO ’ S GON NA PAY TH E B ILL? De pandemie heeft een diepe financiële krater geslagen. Wie zal dat betalen? Dat is de hamvraag waar voorlopig iedereen ons het antwoord schuldig op blijft. Bij de start van regering-De Croo waren de ambities hoog. Een werkzaamheidsgraad van tachtig procent in België zou er mee voor zorgen dat we de overheidsfinanciën onder controle zouden krijgen. Dit zou impliceren dat de overheid minder moet uitgeven aan recurrente uitgaven én meer inkomsten heeft dankzij belastingen. Meteen na de lancering werden er al kanttekeningen geplaatst bij de haalbaarheid van het regeerakkoord. In Vlaanderen doen we het niet slecht met een werkzaamheidsgraad van 75%, en het is de ambitie van de Vlaamse regering om dit tegen 2024 op te krikken naar 80%. Maar ook dit plan werd vrij sceptisch onthaald. Wallonië kent een werkzaamheidsgraad van 64% en de Waalse regering wil dit tegen 2024 verhogen tot 69%, maar u raadt het al… Zelfs aan de haalbaarheid van deze ambitie wordt ernstig getwijfeld. Want in België zijn wij er op acht jaar tijd slechts in geslaagd de werkzaamheidsgraad te verhogen van 67% in 2011 tot amper 70% in 2019. Het is dus duidelijk dat érg ingrijpende maatregelen nodig zijn. Ook in Limburg is de werkzaamheidsgraad met 72% véél te laag. Én terwijl onze werkzoekendengraad op een historisch laagtepunt staat, staan er bij Limburgse bedrijven bijna 10.000 vacatures open. Hierdoor moeten onze bedrijven projecten weigeren of zijn bedrijven genoodzaakt om werknemers uit het buitenland aan te trekken. Om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden, moet die werkzaam heidsgraad drastisch omhoog. Hier willen we schouder aan schouder voor strijden, met alle sociale partners van goede wil. Op naar een wendbaar en moderner arbeidsrecht dat rekening houdt met de nood aan flexibiliteit en autonomie van zowel werknemers als werkgevers. Werk de handicap weg tegenover onze buurlanden als het over online economie gaat. Promoot levenslang leren, integreer werkzoekenden in de nieuwste digitale processen en maak tijdelijke, flexibele jobs mogelijk. Zo kunnen laaggeschoolde migranten (met een activiteitsgraad, lager dan 50%) ervaring opdoen. Werken moet lonen en niet-werken moet minder aantrekkelijk zijn. Zodat iedereen, ook de niet-actieven, aan werk geholpen kan worden. Kortom: verleg de nadruk van ‘uitkering’ naar ‘terugkeer naar werk’. Meer mensen aan het werk zodat de zware lasten gespreid kunnen worden over vele schouders in plaats van elke verantwoordelijkheid af te schuiven op de ‘sterkste schouders’. Wie er dan ook mee wordt bedoeld.
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg
54