
4 minute read
“WERKGEVERS MOETEN ZICH ERVAN BEWUST ZIJN DAT DE WITTE RAVEN OP ZIJN”
Tinne Lommelen, directeur VDAB Limburg
“WERKGEVERS MOETEN ZICH ERVAN BEWUST ZIJN DAT DE WITTE RAVEN OP ZIJN”
Steeds meer bedrijven krijgen hun vacatures niet ingevuld. De toenemende krapte op de arbeidsmarkt is opmerkelijk en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal verbeteren gezien de historisch lage werkloosheidsgraad die we nu in Limburg kennen. Welke oplossingen zijn er? Wat kunnen bedrijven doen? En hoe kan VDAB hen ondersteunen? “Het is tijd om taboes te doorbreken”, vindt Tinne Lommelen, directeur van VDAB Limburg.
Heel wat bedrijven hebben openstaande vacatures, maar vinden geen geschikte werknemers. Zal het post-corona beteren met de krapte op de arbeidsmarkt?
Tinne Lommelen: “Het aantal vacatures in Vlaanderen zit sinds juli weer boven het niveau van voor de coronacrisis. Pre-corona was er al een krapte op de arbeidsmarkt en dat probleem zal alleen maar nijpender worden. De werkloosheid in Limburg is historisch laag, er zijn nog amper werkzoekenden. Met de klassieke remedies gaan we het dus niet redden.”
Wat kan wel soelaas bieden?
Tinne Lommelen: “Er is niet één remedie, we moeten meerdere pionnen verschuiven. Werkgevers moeten zich ervan bewust zijn dat de witte raven op zijn. Eigen talent binnen de organisatie laten doorgroeien, zal meer dan ooit nodig zijn. Op die manier komen er jobs vrij die door minder ervaren mensen kunnen worden ingevuld. Goed voor je medewerkers zorgen, wordt ook belangrijker. Net als medewerkers niet zomaar doorsturen omdat we het als organisatie te veel werk vinden om ze aan boord te houden. Tot slot zullen bedrijven sterk moeten inzetten op organisatiecultuur en employer branding om (toekomstig) personeel aan het bedrijf te binden.”
Daartegenover staat dat er per openstaande job bijna zes mensen niet aan het werk zijn. Moet dàt vooral niet anders?
Tinne Lommelen: “In 2019 telde Limburg 120.000 nietberoepsactieven tussen 20 en 64 jaar. Al noem ik het graag andersactieven, want een alleenstaande vrouw die thuis blijft om voor haar kinderen en hulpbehoevende moeder te zorgen, is geen luie doos. Er is dus inderdaad nog een groot potentieel, maar dan moeten we taboes durven doorbreken. Vandaag zitten in deze groep ook heel wat mensen die tegen wil en dank niet of deeltijds werken. Iemand die ziek is, ontvangt een uitkering, maar wie deels terug gaat werken, verliest de uitkering, waardoor werken uiteindelijk niet loont. Of andersom, een werkgever is niet altijd vragende partij om aangepast werk te voorzien. Om deze talentengroep aan te boren, zijn er dus eerst systemische veranderingen nodig.”
Een hervorming van de arbeidsmarkt dringt zich dus op. Moeten bedrijven hun verwachtingen dan bijstellen?
Tinne Lommelen: “Werkgevers die flexibiliteit, creativiteit en job crafting maximaal omarmen, zijn het best gewapend tegen de krapte op de arbeidsmarkt. Vandaag denken we nog te vaak in het klassieke patroon waar iedereen 38 tot 40 uur per week werkt. Waarom kunnen we geen jobs bedenken voor huismoeders of -vaders tussen 10 en 15 uur? Of functies die combineerbaar zijn met het lesschema van een student?”
Hoe pakken we dat dan best aan zodat de werkzaamheidsgraad verhoogt?
Tinne Lommelen: “We gaan het echt moeten hebben van initiatieven waar lokale besturen, werkgevers en VDAB samenwerken rond gezamenlijke trajecten om mensen te activeren en vacatures in te vullen. Onze lokale besturen weten wie de nieuwkomers, studenten en huismoeders of -vaders zijn. De wortel zijn haalbare en duurzame jobs. Jobs waar je het gevoel hebt dat je het verschil maakt en die het waard zijn om uit uw kot te komen. Voor de groep andersactieven gaan we die wortel nodig hebben.”
Willen deze mensen nog wel werken?
Tinne Lommelen: “Mijn blik op werkzoekenden is enorm mild geworden door voor VDAB te werken. Ja, er zijn profiteurs, maar er zijn veel meer mensen met schrijnende verhalen. Mensen die niet meer durven buiten te komen, omdat ze niet meekunnen met de digitale vaardigheden die nodig zijn. Of die als 55-plusser al zo vaak zijn afgewezen dat ze de moed laten zakken. Ik pleit dus voor nuance in het maatschappelijk debat hierover. Om terug te keren naar ons voorbeeld: als die alleenstaande moeder haar kinderen naar de crèche en haar moeder naar het rusthuis brengt om als thuishulp ergens aan de slag te kunnen gaan, dan is ze wel waardevol bezig?”
Op welke manier kan VDAB bedrijven ondersteunen?
Tinne Lommelen: “Veel werkgevers onderschatten ons aanbod. VDAB heeft een enorm pakket aan opleidingen voor (nieuwe) werknemers, biedt een overzicht van financiële tussenkomsten die werkgevers kunnen aanvragen om bijvoorbeeld de werkplek aan te passen aan de noden van iemand en kan werkgevers ondersteunen bij het opstellen van een vacature. Maar evenzeer bieden we individuele beroepsopleidingen of taalcoaching op de werkvloer aan of kunnen we jobdates organiseren op maat van het bedrijf. Op onze T2 campus in Genk demonstreren we dan weer hoe je taalarm of technologiegedreven instructies kan geven over de handelingen die een werknemer moet uitvoeren tijdens een productieproces. Laaggeschoolden leren omgaan met een touchscreen om kwaliteitscontroles te kunnen uitvoeren, dat is perfect mogelijk. In een wereld die opschuift richting automatisering en artificiële intelligentie is VDAB er dus niet alleen voor de werkzoekenden, maar ook voor de werkgevers die de kennis en de vaardigheden op de werkvloer willen versterken.”